Historisch Archief 1877-1940
WV 1613
DE AMSTERDAMMBK
A°. 1908.
WEEKBLAD VOOE NEDEKLAND
OzxcLer redactie
Wt nummer bevat «en
. i3. L.
Uitgevers: VAN HOLEEMA ft WARENDORF, Keizersgracht 333, Amsterdam.
Het auteursrecht TOOT den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad jVo. 124).
Abonnement per 8 maanden f 1.50, h. p. post f 1.66
Toor ladM per jaar, bg vooruitbetaling, , . mail , 10.
Nummer» aan de Kioeken Terkrijgbaar 0-12J/«
Zondag 24 Mei
Advertentiën van 1?5 regels / 1.25, elke regel meer ? 0.25
Reclames per regel *...... 0.40
Annonces uit Duitachland, Ooitenrijk en Zwitserland worden uitsluitend aangenomen door de firma
RUD01.F MOSSB te Keulen en door alle filialen dezer firma. De prijs per regel i* «O Pfonnif.
INHOUD:
VAN VEERE EN VAN NABIJ: Flink zoo,
Aeqnith! Atjeh-politiek, I, door C. v. d.
Pol. Kleine tyrannie.
Kinderwedstrjjden, door Edera. L'art ponr l'art, door C.
8. Adama van Schelt erna. FEUILLETON:
De valsche monter, naar het Engelach, van
Brinsley Moore. KUNST EN LETTEREN:
Toonkunst-Muziekfeest te Bnsenm, door Ant.
Averkamp. De ontwikkelingsgang der
Nederlandsche Letterkunde, door dr. J. te
Winkel, beoord. door J. A. N. Knuttel.
Berichten.?VOOR DAMES: Het stations.
werk. door H. van de Moer. Allerlei, door
Caprice. UIT DE NATUUR, dodr E. Hei
mans. lijkverbranding, met afb., door dr.
Pb. K. van Lissa. Het sterfhuis van H ugo
de Groot te Rostock, met afb., door A. J.
Servaas van Roojjen. Del ft ach aardewerk in
het Rjjks-Maseum, beoord. door R. W. P. de
Vries Jr. Veilingen, met afb. Tentoon
stelling van St. Lucae, I, door W. Steenhoft'.
De dood van Napoleon, door H. H. Brie
ven van Oom Jodocus, XVI.
FINANCIEELE EN OECONOMISCHE KRONIEK.
door V. d. M. en V. d. S. DAMRUBRIEK.
SCHAAKSPEL. ADVERTENTIËN.
?miiiiiiiiiiHiniiiii
IIIIIIIIMIIIIIIIII
iiiiiiiiiiiiniiiiniHiiiiiiiiiiiim
Goed zoo, Asqnith!
Asquith's voorslag om aan ieder
'zeventigjarige, man of vrouw, die niet
meer dan f6 per week aan inkomen
heeft, en niet uit de poor rates bedeeld
wordt, ?156 'sjaars van Rijkswege toe
te kennen, beeft niet alleen voor
Engeland beteekenis.
Engelands voorbeeld toch zal
allerwegen een blijvenden indruk maken,
vooral in die landen, die nog niet met
de regeling van de pensioneering
gereed zijn".
Aldus De Standaard in haar nummer
van den 15en Mei.
Allerwegen een blijvenden indruk."
Zeker! En terecht. Het antirevolutionaire
dagblad bedoelt het wel anders dan wij,
maar wij zeggen haar deze werorden met
tevredenheid na: Een blijvenden indruk."
Te zamen met de conservatieve organen
in Engeland en in Nederland, vreest
de redactie van De Standaard dien
indruk". Zij schreef eerst een asterisk,
als een waarschuwende kreet voor de
feestverwanten: Denkt er aan, dit
ouderomspensioen is slechts een begin! Nu
zal het Engeland 75 millioen gulden
kosten, onder den drang van hen, die
de 3 gld. in de week te weinig zullen
vinden en den gestelden leeftijd van 70
jaar te hoog, wordt de vereischte som
echter weldra grooter, totdat de nood
zal gaan klimmen", en zelfs Engeland
ten slotte zijn nu zoo bloeiende financiën
in gevaar zal brengen," Het budget van
uitgaven van Engeland (het Rijk in
Europa) beloopt, in 't voorbijgaan ge
zegd, een som niet van 75 mill.
maar van meer dan 2.383 mill. gulden.
En in het hoofdartikel van dezen
Vrijdag harkt dezejfde redactie alle argu
menten zorgvuldig te zamen, die (voor
het conservatisme ewig neu") de
staatspensioneering zonder premiebetaling
moeten veroor deel en.
Het is hier ons plan niet te gaan
theoretiseeren over de meerdere of min
dere Waarde van dit of dat systeem. Met
alle levensvatbare systemen zou men
desnoods willen meegaan, wanneer het
duidelijk merkbaar werd,dat een krachtige
wil werkzaam was in de heerschende
partijen om aan de maatschappelijke
schande van onverzorgd achtergejaten
werkers een einde te maken.
Maar die wil is er niet.
Men moet de kleverige argumenten
lezen om het in zijn volheid te beseffen.
Daar wordt over verkwistende arbeiders"
braaf den staf gebroken och arme,
hoevelen zijn tot verkwisting:' ooit in
staat geweest! Men zou hun die luxe in
hun onbenijdbaar bestaan vooreen enkelen
keer gunnen! Het pauperisme zal
verder worden in de hand ge werkt";
Engeland is op weg naar het Staats
socialisme...!!
Ziehier eenige cijfers: Op de 1.254.286
zeventigjarigen zullen naar de officiëele
en waarschijnlijk te lage berekening
573.000 personen van het pensioen ge
nieten, daar zy 1°niet behooren tot de
gegoeden" (die reeds 6 gulden in de
week inkomen hebben), noch ook tot de
paupers" (de bedeelden), 2°niet tot de
ongenaturaliseerde vreemdelingen enten
30 en 4°, niet tot de strafrechtelijk
gevonnisten of tot de krankzinnigen.
Op zijn minst, deze conclusie is
dunkt ons de eerste en voornaamste, die
men maakt, liepen dus tot heden in
Engeland meer dan een half millioen
menschen rond, die zeventig jaren oud
waren en zoo goed als onverzorgd
"Welk een jammerlijk beeld van een
maatschappij, vooral om 't geen men
achter zoon cijfer vermoedt!
Het is, in den goeden zin, Engelsch om,
vrij plotseling, met zoo'n sociale
hervorming aan te komen, die een steun
en een hope is voor de massa der kleine
luyden". De heerschende klassen in Enge
land houden haar traditie hoog, van
zonder schrielheid rijk te zijn en een
beetje mee te deelen van haar overvloed
op 't goede moment, onafgedwongen.
Hier, in ons dierbaar,
zwaar-op-de-handsche vaderland moet er lang over worden
feredekaveld. Hoeveel Sagantums gaan
ier niet verloren! Wanneer kwam onze
burgerij eens royaal uit den hoek?
Maar boontje komt altijd om zjjn
loontje. Dit is, van een onbelangzuchtig
plan gesproken, een troost. Bij slot van
rekening krijgt ook een heerschende
klasse wat zij verdient. Wanneer de
Nederlandsche burgerij de socialisten
om zich heen zal voelen krielen, wanneer
dit haasje den adem van de jachthonden
op zjjn loopers zal voelen blazen, dan
zal ieder het recht hebben glimlachend
te zeggen:
Verdiend!
Zal Engeland's voorbeeld Holland
wakker maken ?
Atjeh-politiek.
r.
Op 5 Mei j.l. werd door het departement
van koloniën gepubliceerd een telegram
van gouverneur-generaal Van He utsz, mel
dend dat door hem op diens verzoek"
men weet wat dit meestal in de officiëele
wereld beteekent de civiel en militair
gouverneur van Atjeh en onderhoorigheden,
generaal-majoor Gr. C. E. Van Daalen, is
ontheven van zijn functiën, lees: ont
slagen en ter beschikking gesteld van
den legercommandant van Ned. Indië. Van
Daalen is dus weer teruggeplaatst bij het
wapen der artillerie. En op J5 Mei j.l. ver
klaarde minister Heemskerk, op een des
betreffende vraag van het kamerlid Van
Deventer, onomwonden, dat dit ontslag een
gevolg was van ongeschiktheid voor
het civiel bestuur, gebleken büde
jongste Atjeh-enquête.
In het tweede gedeelte van zooeven ge
noemd telegram werd gemeld, dat de overste
H. N. A. Swart, civiel en militair gouverneur
van Celebes en onderhoorigbeden, generaal
Van Daalen in Atjeh opvolgt, en in Celebes
tot opvolger bekomt den resident van
Atnboina A. J. baron Quarles de Quarles; zoodat
deze mutaties beteekenen, dat te Makassar
het militaire door een civiel bewind
wordt vervangen. Op deze leerrijke histo
rische bijdrage kunnen wij echter in dit
korte bestek niet ingaan.
Thans slechts over het eerste gedeelte
van het bericht, waardoor weer op eens
zoo schril een licht wordt geworpen op het
Indische bestuursbeleid in 't algemeen, maar
zeer bizonder op het Atjehbeleid. Daar
over spreken en schrijven velen, hetzij als
verblinde of karakterlooze meeloopers
met het Indische gouvernement, hetzij als
verdwaasde opposanten quand mom e.
Het eene slag is al even treurig en schadelijk
als het andere; hetgeen in den loop van
de 35 jaren dat de Atjeh-tragedie nu reeds
duurt de dwaze en schandelijke voor
geschiedenis niet meegerekend voldingend
is gebleken.
Van Daalen is hier afgezien van de
weinig sympathieke eigenschappen, die zich
in dezen Atjehman pas in de laatste zeven
jaar van zijn griezelige campagne ontwik
kelden, te beschouwen als de z o o v e e l s t e
zondenbok, beladen met eens anders
fouten den Indischen woestijn ingejaagd.
"Wat men hem toch ten laste moge leggen,
Van Daalen heeft niets anders gedaan dan
in Atjeh met taaie vasthoudendheid ten
uitvoer gelegd de instructie van 7 Mei 1902,
door Van Heutsz voor de civiele gezag
hebbers in de onderafdeelingen uitgegeven.
Van Daalen bleek niet zoo verstandig of
onafhankelijk als in 1875 een kolonel Pel.
Deze legde de bekende ook langen tijd
als een summum van wijsheid gepre
zen, maar van allerlei onhoudbare hypo
thesen uitgaande nota Van Swieten naast
zich neer, om te doen zooals de omstandig
heden het toen geboden.
Het stelsel-Van Heutsz, langen tijd voor
Atjeh het ei van Columbug, heeft, door
overdrijving en het, in de laatste jaren,
betoonde gebrek aan aanpassingsvermogen,
vrijwel fiasco gemaakt. Dat is natuurlijk
de schuld van Van Heutsz-zelf. Hij zette,
toen hij als Atjehbevrediger nog niet half
gereed was, in Mei 1902, ah het ware een
afsluitstreep onder zijn werk. Van Daalen
had een overwegend aandeel bij de samen
stelling van zooeven genoemde
bestuursinstructie; en dit is misschien de
phychologische verklaring van zijn blindelings
vasthouden aan dat stuk, zelfs toen het zoo
noodlottig begon te werken.
Van Heutsz draagt hier echter ten volle
de verantwoordelijkheid. Van Daalen moet
het nu na de e n q u t e van November en
December van 1907 de volle omvang van
het aangerichte kwaad bleek, ontgelden.
En zoo is mislukking het einde van dit
militaire Zondagskind. Immers hij werd
eerst bükeuze kapitein; later, niettegen
staande de wapeachef hem op ongelooflijk
lichtzinnige wijze trachtte af te maken",
gesteund door den destijds reeds almachtigen
Van Heutsz. ook bij keuze majoor. Nu
wordt hij door denzelfden machtigen be
schermer na een contramine van ruim
vier jaar! van zijn verantwoordelijken
post als weggesleurd.
De gunst der grooten isnietaltijd besten
dig, en een kranig generaal" blijkt bij een
strijd met den onderkoning dan toch altijd
slechts een aarden pot, die zich tegen den
ijzeren te bersten stoot.
Dat Van Daalen, als de incarnatie van
het stelsel-Van Heutsz", het bankroet
ervan zou bespoedigen, was reeds in 1904
te voorspellen, teen hij, geheel consequent,
het aanleggen in heerendienst van den
beruchten Gajoeweg doordreef. Van
Heutszzelf scheen te beseffen, waarop deze
roekelooze onderneming moest uitloopen: op
desorganisatie van de pas tot rust
gebrachte pnderafdeeling Telok-Semawé.
Toch kon Van Heutsz moeilijk zichzelf een
démenti geven, door dat werk te beletten.
Het behoorde toch bij de occupatie van de
Gajoelanden. Daarbij : zuinigheid" was het
wachtwoord, en onder het regime-Van
Heutsz behoorde men immers goedkoop
te werken. ?
Toen Van Heutsz in 1904 Atjeh verliet,
zwichtend voor den drang te kwader ure
op hem uitgeoefend, tot aanvaarding van
het onderkoningschap, was Van Daalen de
eenige denkbare opvolger. Toch werd hij
niet benoemd om aanstonds zeer in 't kort
aan te duiden redenen. Van Daalen had,
eerst als chef van den gewestelijken staf,
daarna als aanvoerder van mobiele colon
nes, maar vooral als civiel bestuurder met
een groote mate van zelfstandigheid, blijk
gegeven van doorkneed te zijn van alle
deugden en ondeugden, die in de school Van
Heutz" werden aangekweekt.
Want aan het m i l i t a i r e s t e l s e l, na Mei
1896 in Atjeh toegepast, was inderdaad veel
goeds. Dit wordt niet te niet gedaan door
het fiasco in de laatste jaren. Critici die
heden laken en bespuwen, wat zij nog maar
enkele jaren geleden geestdriftig toejuich
ten, verliezen uit het oog, hoe iedere goede
zaak büverkeerd gebruik of bespottelijke
overdrijving slecht wordt. En zoo ging het
toch met Van Heutsz' stelsel.
Uit een militair oogpunt beschouwd,
prachtige resultaten werden tusschen 1896
en 1902 successievelijk verkregen, eerst in
de Atjehvallei, daarna in de bovenstreken
der XXII Moekims, later in alle drie de
sagies van Oroot-Atjeh, in Pédir en een
belangrijk deel der Westkust. Dit alles
volgens een allereenvoudigste taktiek en
strategie.
Van Heutsz toonde in die jaren m e 11 e
rd a a d, dus afdoende, aan de onbruikbaar
heid van de tot dusver geldende militaire
organisaties; het onhoudbare van wat men
onder discipline belieft te verstaan; de
geldvermorserjj en den oyerbodigen omslag,
die het militaire stelsel in onze koloniën
d. i. dus in hoofdzaak het thans nog voor
Nederland zelf geldende! aankleven. Van
Heutsz heeft den opgeblazen
wouldbewetenschappelijken militaristen menigen
oorveeg toegediend. Onder zün leiding zijn
dan ook gevormd de mannen, die
waarschünlijk na korten of langen tijd moeder
land en koloniën zullen verlossen uit de
klauwen van de militaire reactie, die nu
nog overheerschend is.
Dat zijn toch ontegenzeggelijk groote
verdiensten. Jammer echter: Van Heutsz
is zichzelf niet gelijk gebleven, werkte niet
door aan de grootsche taak hem door de
omstandigheden opgelegd. Hij heeft gemist
den hoogen moed zijn eigen militaire in
zichten in ronde woorden te verklaren,
Er was reden tot deze terughouding.
Want aanvaardde men gaarne Van Heutsz'
tastbare resultaten; kneep men de oogen
dicht wanneer bleek, dat deze niet werden
verkregen volgens de officiëele regelen der
kunst"; een storm zou zijn opgestoken,
wanneer de militaire ketterijen" waren te
boek gesteld. Thans beklom Van Heutsz,
na al zijn vijanden en dezen waren
velen en machtig! op eerbiedigen af
stand te hebben gejaagd, de hoogst mogelijke
sporten van de militair hiërarchieke
ladder; hij werd zelfs onderkoning. Om nu
echter ook, als zoovelen zijner voorgangers,
te ervaren, hoe hier in de hoogste ver
heffing diepe vernedering is: Buitenzorg is
het graf geworden voor de militaire ver
diensten van Van Heutsz.
Keeds te voren had hij zich verdien
stelijk" gemaakt, door zijn inzichten afhan
kelijk te stellen van bekrompen fiscale
politiek. Hij ging werken met veel te
geringe middelen; leverde daardoor wel eens
half werk, dat op Potemkinsche wijze moest
gemaskeerd worden. Zoo na October 1898
tot 1901 ter Noordkust; ook in Melaboeh en
apa-Toean. Momentaan werd daardoor
wel eens wat uitgespaard, maar duizenden
levens van soldaten en Atjehsche bevolking
werden ook roekeloos opgeofferd. En... het
langdurige tobben kwam toch ten laatste
duurder- uit dan het maken van afwerk.
Rijswijk, 16 Mei.
C. VAN DER POL.
(Slot volgt.)
Einderwedstrgden.
We hebben hier onlangs een congres
van kinderbescherming gehouden. De
uitkomsten waren voor velen teleurstel
lend, maar het doel vond algemeen bijval.
Het gevoel voor de majesteit van het
kind begint in alle kringen door te
dringen, te veel zelfs wordt beweerd.
En er moge gevaar schuilen in- te
zwaar getheoretiseer over opvoeding, men
moge glimlachen over de moeder, die
haar kinderen onverzorgd thuislaat om
te redevoeren over de wenschelijkheid,
dat de moeder zelve hare kleinen ver
pleegt, men is met dergelijke congressen
toch op den goeden weg.
Minder algemeen is de waardeering
voor den Wedstrijd in Kinderschoonheid
en Kindergezondheid, die 3, 4 en 5 Juli
a.s. in den Dierentuin hier ter stede zal
plaats hebben.
Juist daar! Me a denkt ze zich reeds
in kooitjes opgesteld, de blozende babies
van 2?6 jaar, tusschen aapjes en pape
gaaien.
Ouderwetsche" huismoeders luchtten
al haar verontwaardiging over dergelijken
sport, uit het buitenland overgewaaid.
Dat men in Frankrijk de afneming
der bevolking mede beproefde tegen te
gaan door dergelijk prikkelen van de
ouderlijke ijdelheid, 't was nog aan
nemelijk, maar zulk spel druischt in tegen
elke Nederlandsche opvatting van ouder
liefde.
En toch is het te vreezen dat het
concours, als al het nieuwe ook hier zal
trekken. Men heeft geschreven tegen
kinder-operettes en -liefdadigheidsvoor
stellingen, waar de jeugdige ijdelheidjes
zoo flink werden aangemoedigd. Het
baatte niet, de ouders hielden de oogen
gesloten voor het kwaad, noemden alle
waarschuwingen overdreven, omdat....
nu ja, omdat hun eigen ijdelheid even
eens gevleid werd in den bijval hunner
afstammelingen.
En thans geldt het, naar men voorgeeft,
een werk tot bevordering van het alge
meen welzijn! Immers men levert bijdra
gen voor statistieken! Jongejuffrouw A.
Ie prijs voor gezondheid, gewicht zooveel,
kleur van gelaat er bestaan zoover mij
bekend geen meters voor de schakeeringen
eener kleur, dus die zal jammer genoeg
buiten bespreking blijven temperatuur
zooveel, lengte zooveel, andere afmetingen
enz. enz.; werd gevoed zoo en zoo, ouders
die en die. Dan zal er voor de statistiek
ook allerlei anders bij moeten komen.
Maar voor de statistieken is meer te
verwachten van het onderzoek naar de
zuigelingensterfte, dan van dezen wed
strijd, waarin niemand ernstig weten
schappelijk streven zal zoeken.
Dit voorwendsel van wetenschappelijk
heid dient slechts om aan een speculatie
op minderwaardige ijdelheid een schooner
schijn te geven. Want is het al van het
bestuur van den Dierentuin te veront
schuldigen, dat het dit reclamemiddel
aangrijpt zoo goed als een ander, is het
van de keurcommissie van schilders mis
schien te begrijpen, dat zij hunne mede
werking verleenen, dat echter doctoren
hier als jury optreden, als gold het inder
daad een gewichtig wetenschappelijk doel
einde, is minder verklaarbaar, en als
ouders meedoen aan deze kermis der
ijdelheid en hun kinderen daaraan op
offeren verdient dit afkeuring.
Hoe vele veelbelovende Jantjes of
Marietjes zullen in hun of haar later leven
de wrange vruchten smaken van dien
l en prijs vaii schoonheid, als bab\ behaald?
Kinderarbeid, kinderexploitatie vallen
onder beschermende wetten, maar de wet
kan ouders niet beletten te pronken met
hun mooie babies en hun foto's te c oen
opnemen in kronieken en tijdschriften,
die over een deel der wereld worden
verspreid op Ansichtskaarten, die het
wereldrond bereizen....
Gelukkig oogenblik als later de
18jarige Marie zichzelf terugvindt als
2jarige bekroonde baby op een reclame
plaat van Babies-Soap of iets in dien
stijl! En welk een weemoedige herin
nering voor de minder-mooi opgegroeide,
dat getuigschrift van schoonheid, in
haar jeugd behaald!
Op de scholen begint men het geven
van nummers af te schaffen, omdat die
prikkeling van eerzucht verkeerd voor
het karakter wordt geacht. En daar
komen toch behalve de aangeboren aanleg
nog de factoren vlijt en gedrag in aan
merking bij het winnen van No. 1.
Bij de schoonheidsport is er geen enkele
eigen verdienste in het spel, de kinderen
krijgen den prijs voor een gave, die ze
meekregen in hun leren, een zeer ver
gankelijke bovendien, en worden dus
reeds van jongs-af-aan opgevoed in het
besef van eigen voortreffelijkheid en ge
wichtigheid.
Hygiënische en aesthetische propa
ganda!
Hoe gering de belangstelling voor
ernstig gezondheids-onderzoek is, bewijst
de uiterst schaarsche deelneming aan het
onderzoek naar zuigelingensterfte hier
ter stede. De commissie heeft nu een
nieuwe circulaire moeten opatellen om
medewerking te vragen. De dames hebben
geen tijd vertaal belangstelling om
zich hiermede bezig te houden, en toch
kunnen de uitkomsten van een dergelijk
degelijk wetenschappelijk onderzoek meer
leeren, dan de bekroning van een paar
gezonde babies. Men meent, dat deze
speculatie op de ijdelheid de moeders
zal doen wedijveren in het ter markt...
pardon ten wedstrijde brengen van ge
zonde kinderen.
Dan mogen er nog wel vele concoursen
volgen, en als het nieuwtje hier af is
komen misschien oudere kinderen aan
de beurt
Bovendien het is te vreezen, dat onder
de moeders met de mooiste babies wel
mér animo zal bestaan dan bij die met
de gezondste.... De laatsten zullen mis
schien wel inzien, dat in een gezond
lichaam liefst een gezonde geest ge
kweekt moet worden.
En déschoonheid ? Wie zou niet gaarne
werkelijke schoonheid helpen bevorde
ren? Gezond uiterlijk is echter vooreen
kind in zekeren zin reeds waarborg voor
schoonheid, en het zou niet verwonderen
zoo er vele met dubbelen prijs gingen
strijken. Maar de mooiste babies worden
menigmaal de leelijkste menschen. Of
dus soortgelijke kinderwedstrijden zullen
bijdragen tot verhooging van het
schoonheidspeil van ons volk, blijft ook nog
zeer te betwijfelen, om het heel zacht
uit te drukken.
Wil men de les prediken, dat gezond
heid een eerste beginsel is voor schoon
heid, men doe het in anderen even
aanlokkelijken vorm, die voor het kind zelve
minder gevaarlijk is dan dergelijke wed
strijden.
Moge deze opzichtige sport op onzen
Hollandschen bodem niet gedijen!
Den Haag, 6 Mei '08. EDERA
Kleine Tyrannie.
Omdat in een tooneelstuk van Sardou
door een acteur gewezen wordt op een
huis, waarin de zwarte mis wordt ge
lezen" (in werkelijkheid staan er op zijn
ergst een paar brave tooneelkneckts op
die plek!) heeft de Residentiebode"
plotseling het vuur der profeten in zich
gevoeld. Zij heeft den burgemeester
van den Haag gewaarschuwd. En zie
daar Sardou, en Coquelin en talrijke
beschaafde lieden in hun niets kwaads
bedoelenden uitgang, in hun kunstge
voel, in hun rechtsgevoel gekwetst,
omdat... menschen, die op dezen dag
buiten den schouwburg bleven (de katho
lieken) op dien schouwburg wijzende
konden zeggen: daar zitten menschen,
die zelf weer menschen zien (de acteurs),
welke op hun beurt op een huis wijzen,
waar naar hun zeggen ontaarde menschen
de zwarte mis lezen", en dan staan
er nota bene nog maar... tooneelknechts!
Men zou werkelijk wenschen van der
gelijke malligheden in Holland verschoond
te mogen blijven!
Wij worden eenvoudig uitgelachen, en
heelemaal terecht uitgelachen om zulke
geschiedenissen.
De heer Coquelin moet den Franschen
gezant een bezoek heb hen gebracht naar
aanleiding van deze affaire". Zoodra
Coquelin's eerste boosheid was overge
waaid, zal hij met den gezant hebben
geglimlacht. En de gezant zal gezegd
hebben: Mijn waarde heer Coquelin,
wij komen uit een land waar het Gezag
zijn hooge beteekenis verloren heeft!
Het Gezag in Nederland is, dank zij
een clericaal bewind, een priesterdom
boren het priesterdom. Het dwingt de
katholieken, door hun de onschuldigste
scènes te besparen, katholieker te zijn
dan katholieke priesters hen katholiek
hebben kunnen maken! Dat is hier de
roeping van het Gezag
Bovendien", ging hij wellicht verder,
hebben de kerkelijken in Nederland
recht op zulke verminking van ongods
dienstige eomediestukken. Zij zelf leveren
dagelijks kunstwerken van nobelen in
houd en van puren vorm! Zij staan hier