De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1908 24 mei pagina 2

24 mei 1908 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER -WEEKBLAD V<Jd»R $f E D :-ïtr£J A 'N D. No. 1614 op de.' hoogvlakten: van het leven. Met name, beroemde Maitre; Coquelin, de Residentiebodfi!'. Heit, is vreemd, groote Coquelin, dat gij dit blad niet kent!" ledere vergelijking gaat min of meer mank. Wij vr$gen excuus, dat wij hier Vondel in n adem gaan noemen met den heer Sardöu. Maar we wilder^ toch , het volgende gaarne weer eens m,de herinnering roepen. Toen Vondel's Lucifer" zou worden opgevoerd stond heel het domineese h Amsterdam op stelten.-.Daar werden'de dingen des Kerneis en der Helle op 't tooneel gebracht! De predikanten liepen met groote barsten in hun wangen van dévulcanische woede, die in hen rom melde e u stookte. Ttfen denke zich eens met een koel hoofd het geval, dat een niet-kath lieke Vondel thans leefde en thans een Lucifer" had gedicht De redactie van de Besidentiebode zou onder de eersten hebben gehoord om den Haagschen burgervader er toe te brengen dien heer Vondel by zich ie ontbieden. En- om ons te redden. Wij vinden u al te goed. ? Wij hadden liever, dat u u niet met ons "bemoeide! L'art'pour l'art. D (Fragment.) Wanneer wij deze formule letterlijk nemen is het de phrase par excellence, zij laat aan vaagheid en onduidelijkheid niets te wenschen over. Wij geloo ven dat geen der tach tiger potentaten eigenlijk ooit zelf er de juiste bedoeling van begrepen héft. De kunst om de kunst"! ? het is een con tradictio in terminis", een onwijsgeerig ge zegde bij uitnemendheid. Wat in 's hemels naam bestaat er op zichzelve, buiten verband of bedoeling? De kunst toch zeker aller minst l Elke levensbeschouwing, elk bepaald doel, elk ideaal missend, was dit intusschen bij uitstek de vlag, die alle vooze lading moest dekken en, ook in haar andere geliefde vorm: niet het wat, maar het hoe", de wel gekozen formule voor hen, die het op den duur waarlijk zonder een i g doel, zonder levensbeschouwing en ideaal meenden te kunnen stellen. Zij bedoelden er toch ook wel iets mee, wij zouden de zin aldus kunnen omschrijven: Kunst is de vertolking van een ontroering, haar waarde heeft niet te maken met de aard of de soort der ont roering, zij behoeft, ja mag geen materieele 1) Een ons afgestaan fragment uit het bij W. L. en J. Brusse dezer dagen verschijnend boek: Dn' GRONDSLAGEN EENEK NIEUWE POËZIE. Proeven tot een maatschappelij ie Kunstlèer tegenover het naturalisme en anarchisme, de Tachtigers en hun Decadenten." DE VALSCHE MUNTER naar htt Engelsch VAN BRINSLEY MOORE. Nee," zei de waard, zoo as je wél zegt, ia~dat geen strafbaar feit, maar toch werd Joe , E vans opgepakt, omdat ie z'n vrouw probeerde te bedriegen. Dat waa,natuurlyk wel niet de eigenlijke aanklacht, want waar ze hem feitelijk van beschuldigden was, dat ie tot 'n bende valsche munters .behoorde en valsche guldens probeerde uit te geve'. Maar dan daar had ie heelemaal geen schuld an, want hy' had 't zoo niet bedoeld en ook niet met opzet gedaan. De zaak zat zóó: 'n maand of zes nadat ie getrouwd was, begon Joe zoo langzamer hand te begrype' dat de vrouwtjes 't op hun manier uitlegge' as ze by 't trouwe' belove' dat ze hun man zulle' eere' en gehoorzame'. 16, zijn geval was't zaakje zoo gladjes gegaan, dat er niet an te twijfeie' viel. In 't begin stribbelde ie wel zoö'n beetje tege', net as'n visch as je 'm paa an de haak geslage' heb, maar 't gaf 'm niks. Na 'n paar weke' had juffrouw Evans 'm flink onder den duim en 't hemd an z'n lijf hoorde 'm zelfs niet meer toe. En toen kwam de verleiding in de gedaante van de Doncaster wedrennen. Hij begon d'r V eerst an te denke' zoo 't midden van Augus tus en begon heel lief en aardig te prate'over 'n ouwe tante die hij geloofde dat bij Mexborough woonde, en dat ie d'r met 'n goedkoope pleziertrein wel es op kon gaan zoeke'. Maar toen juffrouw Evans vroeg wat voor pleziertreine', toen most ie't wel vertelle van die wedrenne', en stak ze al heel gauw 'n gtokje voor dat plan; zoodat Joe d'r iets anders op zou moete' vinde' om d'r es 'n dag tnsschen uit te kunne'. Nadat ie d'r lang en breed over nagedacht had, haalden ie Will Tyers in Willtown over om 'm te schrijven, dat ie als lid van 't genootschap tot aankweeking van onderlinge vriendschap op de elfde September de be grafenis van Broeder Lunphius most komme' bijwone'. Maar door 'n vergissing dee Will z'n brief te gauw op de bus; en toen juffrouw Evans 'm las, zei ze dat 't 'n schande was om 'n ly'k drie weke' bove' de grond te late' staan, en dat ze an d'r oom, den inspecteur van de gezondheidsdienst zou schrijve' om Je zaak te onderzoeke'. En zoo moest Joe bekennen dat Will 'n mop op 'm probeerde af te draaie'. Toen bracht ie verscheije' dage' door met 't bedenke' van nieuwe dinge', maar hy' kon d'r geen een vinde' die goed genoeg was, en daarom nam hij zich voor eenvoudig maar op stap te gaan as 't oogenblik d'r was, zonder iets te zegge'. Daaran kan je zien wat voor 'n onnoozelge jongen ie waa. Op den morgen van de wedrennen had ie nog al moeite met de kleeren. Juffrouw Evans was verwonderd 'em zoo op z'n zondagsch te zien, en vooral, waarom ie 'n nieuwe bruine overjas en 'n lichte, witten hoed, die hij anders alleen maar Zondags mocht drage', op had. Joe probeerde d'r zich uit te redde met te zegge', dat ie waarschijnlijk bevorderd zou worde' en d'r dus wat netjes uit wou zien; enfijn, eindelijk kwam ie 't huis uit en ging naar 't station. Hij had net s'n kaartje genome' en plaats genome' in 'n wagen vlak achter de mechieue, toen Will Tyers, met 'n vriend die die wegbracht, naar 'm toekomt. noch ideëele bedoelingen hebben." De vertolking eener ontroering" ? z\j heeft dus reeds ne bedoeling, n.l. de ontroering mede te deelen aan een ander, zonder die be doeling zouden zij toch niet geschreven, niet fedrukt en uitgegeven hebben! Het doet enken aan de oude, naïeve wijsbegeerte die, om het gemis aan luchtledige ruimte te verklaren, alles de eigenschap van het horror vacui" toekende. De natuurkunde is met dergelijke tooverformules niet meer tevreden voor ons, kunstenaars, wordt het tijd dergelijke kinderachtigheden ook eindelijk op z\j te zetten! Wij zagen boven: de kunst heeft als in houd het gedachten- en gevoelsleven van een ? tijd, en als natuurlijke (aangeboren, innerlijke) bedoeling, dat leven te beïn vloeden, door een moraal te versterken, te verkondigen, te verdedigen, of te verzwak ken, aan te vallen, enz. De tachtigers zagen de aandoening, de ontroering zelve voor het doel aan, terwijl zij toch slechts het onmisbare middel is; het belangrijkste middel wel is waar, de zuurdeesem en het gist, maar niet het brood dat als na tuurlijk doel heeft, gezond en voedzaam te wezen. Even onzinnig is het te meenen, dat de wetenschap waarlijk om den wille van haar zelve wordt beoefend: de Duitsche scheikundigen b.v. zouden u wel anders weten te vertellen. Dit gebeurt wel eens schijnbaar (b.v. met de wiskunde, doch wij zagen boven, dat ook zij de werkelijkheid niet te ver verlaat), maar inderdaad met de hoop of verwachting, dat een op zichzelve nuttelooze voncfot, later of in verbinding met andere uitkomsten nuttig, dat is voordeelig, zal worden. Zooals de kunst en haar bedoelingen, hangt de wetenschap en haar richting af van een samenleving, en zooals een latere samenleving van de wetenschap b.v. geen krijgsuitvindingen (als nieuwe tarpedo's) zal verwachten, zoo zal zij aan de kunst geen spiritistische verzen of na turalistische photographieën vragen. L'art pour l'art!" Neen, waarachtig niet! Niet de kunst om de kunst, maar de kunst voor de gemeenschap, de kunst ter wille onzer medemenschen! Wij moeten aan kunst wat hebben", kunst moet ons wat ge ven"! Als wij een avond zien dan moet een gedicht onze stemming vertolken en verheffen, als wij liefhebben dan moet de kunst ons hart met lente bloesem bekransen, als wij schreien moeten wij ia de kunst de zoete weerspie geling zien onzer eigen tranen, dat is kunst, daarvoor is kunst altijd geweest, van de eerste Grieken, van de middeleeuwsche troubadours, tot het voorgeslacht der tach tigers toe totdat de waanwijzen, hun medemenschen ignoreerend, hun gemeen schap beleedigend, dachten dat zij de meesters in plaats van de edele dienaars dier gemeen schap waren! Want dienaars" (zooals de oude priesters het waren: leiders ja, doch in den besten zin ook de dienaars eener gemeenschap) zijn wij; dienaars der ge meenschap, met een welomschreven afzon derlijke taak: haar stemmingen te verhoogen, te veredelen, te vervolmaken te Ello!" zeit Will. Dus je hebt 'm dan toch gesmeerd. Nou, ik docht nooit dat 't je lukke' zou." En" toen begon die z'n vriend te vertelle' van alles wat Joe geprebeerd had om van z'n wijf weg te komme zonder dat ze 't wist. En onderwijl die twee stonde' te prate', keek Joe maar aldoor 't perron af, want hij was bang, dat z'n vrouw 'm in de s mieze' zon hebbe gekrege' en 'm achterna gekomme zou zijn. Ik geloof, dat 't Joe z'n angst was, die Will Tyers op 't idee bracht van die grap, want net toen de trein in beweging kwam, rent tie op Joe toe en schreeuwt door 't raampje: Ze heeft je te graze', vader! Ze is net in 'n derde klas-kepee gespronge' achter an de trein!" Nou, zooaa ie later zei, was Joe allemachtig bly dat ie heelemaal alleen in 'n kepee zat en dat niemand kon zien hoe die kepot was van wat ie daar hoorde. De eerste tien menute' kon die heelemaal z'n hoofd niet by mekaar houwe' maar toen begon die langzamerhand op middele' te zinne' om 't zakie voor mekaar te krijge'. 't Beste vond ie nog, dat as ze uitstapte, d'r iemand tegen d'r an zou loope', omdat tie wel wist dat ze dan in de eerste tien menute' nog niet uitgepraat zou zijn. 't Benige bezwaar was, die ie voor alles wat ie bedenke' kon, hulp noodig had. Eindelijk besloot ie zich te verstoppe, tot z'n vrouw 't station uit was, en dan met de volgende trein naar 'uis te gaan. 't Gekke van 't geval was dat ie op z'n kaartje alleen maar terug mocht met de ple ziertrein 's avonds dat stond er duidelijk op, en as tie met 'a andere trein ging most ie de volle prijs betale'. En toen ie z'n zakke' navoelde, merkte ie dat ie net twaalfeneenhalve cen^ te kort kwam voor de volle vracht. Hy' zat nog te rekene' met z'n kaartje en z'n geld uitgespreid op z'n knieën, toen die plotseling iemand hoort kuche', en nog wel dichtbij leek t'm. Eerst geloofden ie 't niet, omdat ie zeker wist, dat ie alleen in de kepee zat; maar even later werd er weer gekucht, en de kuch werd gevolgd door 'n hoofd en schouwers die onder de bank tegenover 'm nitkwame'. Hou je kalm, kameraad", zei 't hoofd. Ik heb niks geen kwaad in 't zin, hou je dus maar kalm. Ak 'tr onder uit ben, za'k tje wel uitleege'. Toen die d'r onderuit was, bleek 't 'n ruwe klant te weze', met 'n ouwe, blauwe, lakensche pet op en 'n grijze geruite lange overjas om; en ie had zoo'n gemeene tronie dat Joe da'lijk z'n geld en z'n kaartje bijmekadr veegde en wat dichter bij de deur ging zitte'. Trek nou maar niet an de noodrem vóór je gehoord heb wat 'k te zeggen heb", zegt de vent. Werachtig 'k bedoel niks kwaads." Waarom verstop je je dan" vroeg joe. Dat zal ook wel niet voor niks zijn." Ha, nou praat je verstandig", zei de vent. Ga nou es op je gemak zitte' dan za'k 't je vertelle'. Nou, Joe dde wat 'em gevraagd wier, al bleef hij dicht in de buurt van 't koord. Nou dan", zei de man, langzaam sprekend, alsof ie d'r niet heel zeker van was of ie Joe z'n geheim wel toevertrouwe' zou, Je weet toch zeker waar deze trein heengaat?" Doncaster", zegt Joe. En je weet Jzeker ook wat 'r van deze week in Doncaster gebmrt?" Wedrenne', antwoordt Joe. Non", zegt de vreemde, as je zelf óók getrouwd was, dan zou je gauw genoeg begrype' waarom iemand zich in deuze trein leiden,' door de muziek van $nae eigen ziel. Een taak, die ons is opgfelegd, omdat wij toevallig «en.dieper, gevoaligef^iel.hebben dan de anderen, omdat óns geluk en ónze smart 'zooveel grooter zijn dan de hunne, omdat onze oogen zooveel wijder en dieper de schoonheid zien dan zij. En om de eer en de grootheid dier gaven waardig te zjjn en eervol te dragen, legt de "adel onzer ziel ons de verplichting op aan hun tafel aan te zitten, en met hen het beste wat wij heb ben te deelen, het brood te breken, een beker van het leven te drinken... en dan weer weg te sluipen, omdat, als den ouden slot zanger, ook ons nog altijd de eenzaamheid lief is. De kunst om de kunst!" Neen,goddank niet meer. De kunst om hen, die om ons heen zijn, de kunst om onze eigen diepe ontroeringen aan hen mede te deelen, met wie wij leven in n wereld, in n tijd, met wie wij verbonden zijn door duizenden banden. En niet voor hen al onze eigen, onze oneindige aandoeningen, neen: slechts die, welke ook de hunne zijn. ook de hunne zouden kunnen wezen wellicht ook, die de hunne zouden kunnen worden. Niet de onbeschrijflijke visioenen onzer eigen droomen, waaruit wij met tranen glimlachend wakker worden, zij zij u immers niet meer na te vertellen, en al waren zij te beschrij ven, niemand zou ons toch immers aanhooren: de dwazen, die wakend bleven droomen (Odilon Redon, Gust. Moreau, om een enkele te noemen), voor wie was 'hun eenzame, vruchtelooze, nuttelooze kunst! Neen, neen, wij zijn'nog, wij zullen weer worden, die zangers van weleer, en ons neerzetten beneden aan de tafel van de levenden, en zingen van al wat gebeurt in hun hart ons eigen hart is immers als het hunne! En als zij ons niet verstaan en als wij, no? erger, hen vervelen, welnu dan hebben zij het volste recht ons de deur te wijzen: Ruk uit blinde zanger! als uw kunst ons niet dichter bij God brengt dan onze wijn en gebraden varkens, dan hebben wij haar niet van noode; zing voor de vogels, zij verstaan u misschien beter dan wij!" Omdat wij tegenover de geheele linie staan en een nieuwe opvatting altijd de kans loopt verkeerd of gebrekkig te worden begrepen, omdat wij in n woord niet duidelijk genoeg kunnen zijn, bekijken wij de zaak nog eens van een geheel andere kant, en zoeken dan het schilderskwartier op; wij hebben daarbij tevens het voordeel van een veel eenvoudi ger materiaal, dat bovendien bij uitstek geschikt ia voor demonstratie: wij kiezen vier voorbeelden van schilders, die allen, elk op geheel andere wijze, recht tegenover ons staan, en tezanien een vrij volledig beeld vormen van wat wij bestrijden. Wij kiezen: Breitner, Willem Maris, Thijs Maris en Vincent van Gogh. C. S. ADAMA VAX HCIIELTEMA. verstopt. Deuze trein gaat naar Doncaster, Ik óók. En 'k docht 3at 'k t'r goed zou afbrenge', maar door''t een of ander schijnt m'n vrouw't te wete' -gekomme te zijn, en is me gevolgd, Ik zeg 't'r 't perron afkomme zoo werachtig net voor de wage' waar ik inzit. Zooas je wel begrijpe' kun, kruip ik as de gesmeerde bliksem onder de bank Gelukkig is ze hier niet ingekomme' maar ze zit in de kepee hiernaast. En dat is nou 't heele geval. Wel verdikkeme," zegt Joe, verbaasd. met mijn is 't precies net zoo. Mijn vrouw is mijn ook op 't spoor, met dit verschil, dat zij achter in de trein zit." De man scheen heel wat erger verwonderd te zijn, toen ie dat'oorde, dan je hadt kunoe' verwachte', want ie had toch al de tijd, dat Joe' z'n vrinde' tegen 'm hadde' staan prate' onder de bank gelege'. Hij stak zijn 'and uit. Geef me 'n poot," zegt ie te^e' Joe, we benne' broeders in 't lijje dat benne' me, broedera in 't lije'." 't Was zoo'n schorem van 'n vent dat Joe zich anders geschaamd zou hebbe' iets met 'm te make' te hebbe'; maar nou ze d'r allebei zoo leelijk in zatte', leek 'm dat wat vriendschappehjker te stemme', 't Was eigenaardig hoe hun geval in alles precies op mekaar leek. Van alles wat Joe van z'n zelf zei, zei de man, dat 't by hem precies net zoo was. Op vier dage' na ware' ze eve' oud, en pre cies eve' groot, ze ware' allebei precies eve' veel maande' getrouwd, en allebei hadde' ze d'r spijt van. De vrouwtjes benne' zoo onredelik", zegt Joe, wij zitte' haar toch óók niet inde weg; waarom motte ze ons dan altijd de pret bederve'? Zij kunne' wat mijn betreft, hun theekransjes en naaikransjes houwe, zonder dat ik ze bespionneer, en waarom, vraag'k je nou, beloere' ze ons dan altijd?" De man zei, dat hu' d'r precies net zóó overdacht, maar dat ie nog nooit iemand ontmoet had die 't zóó juist kon uitdrukke'. ,,'k Zal je wat zegge', zei Joe, 't is niks dan vervloekte zelfzuchtigheid. Ze kunne d'r niet tege, dat 'n man es wat plezier heeft ? dat is 't, en anders niks". En zoo ging de reis voor 't grootste ge deelte om, en ze ware' 't kristelik eens ja, eerst toen ze dicht bij Doncaater kwame', krege' ze voor 't eerst verschil van meening. Joe was bezig de ander een voorstel te doen hoe ze allebei 't beste konne' wegkomme'. 't Beste", zei die', was d'r uit te springe' vóór de trein nog goed stilstond, en 'm te smere' ??vrouwe' zijn altijd 'n beetje langzaam by 't uitstappe dan hadde' ze alle kans 't station al uit te zijn vóór hun vrouwe' ze konne naloops'. Heb je 'n kaartje?" vroeg de man. Ja zeker", zegt Joe, op z'n zak kloppend. Ik niei", zegt de man. 'k Ad geen tyd om d'r een te neme'. En je kunt 't station niet uit zonder da' je je kaartje afgeeft. Dus wat jij daar zegt, gaat niet". Joe zei, dat 't voor hemzelf wel ging; maar z'n vrind was zoo pijnlijk getroffen dat ie d'r maar niet verder op doorging. Nee", zegt de man;" zoo gemeen ben ik niet, da 'k je alleen voor de zaak zou late' staan. We zitte' allebei in de knoei, en alle bei zulle' we d'r weer uitrake', schouwer an schouwer; zóó denk ik over vrindscap," Joe zag dus wel in dat ie wat anders most bedenke'. Nou heb 'k d'r nooit goed uit wijs kunne' worde' wat 't 'r volgde. Toen Joe voor de rechter stond en probeerde 't geval uit te legge', zei die met een zekere domme trots : Onmiskenbaar begint de dramatische kunst in ons land meer en meer terrein te ver overen. Wie had het voor een twintig jaren kunnen denken, dat een afdeeling van onze oude conservatieve Maatschappij tot Bevor dering der Toonkunst haar vijf-en-twintig jarig bestaan zou vieren, o. a. met de op voering van een dramatisch werk ? Trouwens de feestvierende afdeeling Bussum heeft reeds vroeger haar neiging voor de dramatische kunst aan den dag gelegd, toen zij Gluck's Orpheus" ten tooneele bracht. Ditmaal was de keuze gevallen, op een werk van Ermanno Wolf?Ferrari Le donne curiose", dat in Duitschland (München, Berlijn) in de zeer goede vertaling van Hermann Teibler, als die Neugierigen Frauen" veel succes heeft verworven. Reeds meermalen is er op geweien, o. a. by de opvoering hier te lande van 's compo nisten Ie Vita nuova", dat Wolf-Ferrari van vaders zijde de Dnitache degelijkheid en van moeders zijde de Italiaansche gratie geërfd heeft. In hoeverre de samenkoppeling van deze beide eigenschappen nu meer het ge volg is van herediteit, dan van persoonlij Se dispositie, wil ik hier niet beslissen. Wel wil ik er op wijzen dat een volbloed Italiaan gely'k Verdi in zyn Falstaff, bladzijden heeft geschreven die naast de grootst mogely'ke Italiaansche charme, evenmin Duitsche dege lijkheid ontberen. Vast staat echter, dat Wolf?Ferrari, zoowel in de keuze van zijn stof als in de behandeling daarvan, zeer ge lukkig is geweest. Carlo Goldoni is de man die onzen com ponist het onderwerp aan de hand heeft ge daan voor zijn jongste dramatische schepping. Ten onrechte is de studie van en de be kendheid met de werken van Goldoni en nevena hem, de gebroeders Gozzi, in den laatsten tijd een weinig op den achtergrond gedrongen. En toch hebben zij een grooten invloed uitgeoefend op de richting der letter kunde in de eerste helft der achttiende eeuw. Men mag wel aannemen dat zonder Molière, Goldoni ons niet zulke vernuftige blij spelen geschonken zou hebben; maar ook zal Goldoni vermoedelijk op zijn beurt den Franschman Beaumarchais wel hebben geinfluenceerd, die overigens in zijn Mariage de Figaro" ons een werk heeft nagelaten, dat ook zonder de onsterfelijke muziek van Mozart, van groote beteekenis is in de litte ratuur van het blijspel. Wolf-Ferrari heeft het stuk van Goldoni niet onveranderd als libretto gebruikt. Graaf Dr. Luigi Sugana heeft er een bewerking van geleverd; hy heeft o a. de plaats der handeling van Bolo<*oa naar Venetiëverlegd. dat 't heele plan om van hoed en overjas te verwissele', van hem afkomstig was. Maar later, toen ie zag, dat de zaak er leelijk voor 'm uitzag, veranderde hy z'n verhaal en vertelde 't Hof dat dat de anler hem d'r toe overgehaald had. Ik voor mij ben d'r van overtuigd, dat 't heele plan uit de koker van die vent kwam; maar omdat ie heel goed in de gate' had met wat voor 'n man ie te doen had, bracht Ie Joe d'r langzamer hand op, net as of 't 'n voorstel vaa Joe zelf was. Maar hoe dan ook, ze deje dit: Joe zette de lakensche pet van den man op en trok z'n geruite jas an, en de man tuigde z'n eige' op met Joe z'n nieuwe overjas en lichte vilte' hoed. Joe was t'r tamelijk zeker van, zie je, dat juffrouw Evans op de uitkijk zou staan naar de Zondagsche kleere' waarmee die weggegaan was en dat ze de de man zou achternagaan die die anhad; terwijl de andere vrouw natuurlijk Joe zou naloope; en ze spiake' af om in tegenovergestelde richtingen te gaan, en de vrouwe' op die manier 'n goed end mee te neme', voor de vergissing gemerkt kon worde'. Daarna zoue ze mekaar ontmoete' achter de groote tribuun op de baan en weer van kleere' verwiesele'. Ze praatte d'r net over wie d'r eerste uit zou gaan, toen de trein z'n vaart al begon te mindere', voor Doncaster, en omdat de man 't dichtst bij 't portier was, hakte die de knoop door, door d'r eenvoudig uit te springe' en 't perron op te loopen. Joe keek 'm door 't raampje na, en niet voordat-ie te ver weg was om 'm terug te roepe' herinnerden-ie zich dat ze n ding over 't hoofd gezien hadde'; z'n vrind had geen kaartje. Maar tot s'n verwondering scheen-ie geen moeite te hebbe' door de controle te komme. Hij ging naar 't hek, stak z'n hand in z'n zak, haalde d'r 'n. kaartje uit dat-ie an de contreleur gaf, en ging 't station uit. Dat was 't eerste wat z'n vertrouwen in de man an 't wankele' bracht die lange die 'm verteld had, as dat-ie geen tijd had gehad om 'n kaartje te neme'. Joe was z'n verbazing hierover nog niet goed te boven toen 'm al weer wat anders inviel dat-ie niet begreep. D'r was geen juffrouw Evans die die vilte' hoed en bruine overjaa naliep. Hij ging zoo dicht bij 't raampje staan as-ie maar durfde, en nam al de passagiers op die langs 'm heenkwame'; maar 'oewel d'r 'n heele hoop met die trein ware meegekomme' zag-ie z'n vrouw d'r niet onder. Hy' begreep d'r niks meer van, en-ie zat daar net zoo lang te wachte', tot 'r eindelijk geen een reiziger meer op't perron \?as en ook geen juffrouw Evans! 'n Witkiel die langs de trein liep om de portiere' te sluite' 't was dezelfde witkiel die tegen 'm getuigde later vond 'em daar nog altyd zitte'. Zeg es, ouwe jonge", zegt-ie; heb je 'n vaste plaats ge'uurd in die kepee?" Ik ik rustte maar es 'n beetje uit na de lange reis", zegt Joe, die zoo gauw niks anders kon bedenke'. Nou, maar 't wordt nou anders tijd dat je d'r uitkom. We gaan zoo an 't rangeere" zegt de witkiel. Joe most t'r dus uit en 't peron af. De witkiel keek 'm nog es na, asof ie 't niet vertrouwde, en 'k vertrouw wel dat z'n bewesfinge' d'r ook wel naar ware om de aan dacht op 'm te vestige'; want je mot niet vergete', dat 't niet gemakkelijk is om 'n heel peron af te loope', en te prebeere' je voor twee vrouwe' te verberge, waarvan d'r n je, an je gezicht en de ander je an je Voorts heeft hg er eenige dingen bjj gemaakt, b.v. het gefingeerde zenuwtoeval van Rosaura een waarlijk kostelijke vondst en een scène aan het slot, waarin een nieuwe figuur Flamminio als Nebenbuhler" van Arlechino, de gunst tracht te verwerven van Colombine. Deze scène is echter, ik meen na de eerste opvoering te München (27 Nov. 1903) weer weggelaten, omdat zy eigenlijk de handeling te veel ophield. In zijn tegenwoordige samen stelling is het stuk bijsonder pakkend. De scherts is van zeer onschuldigen aard, maar toch zit er zooveel geest en vernuft in, dat men onwillekeurig behagen schept in de grappige voorvallen. Voor een ideale opvoering zou men wenschen een gezelschap dat gewoon is Mozart's werken te spelen, maar dan met de seccorecitatieven en een draaitooneel, zooals het Residentie-theater te München, waar het werk zijn première heeft beleefd, er een rgk is. Den vlotten, luchtigen conversatietoon, dien men in Mo sart's recitatieven heeft, vindt men ook bij Wolf-Ferrari. Alleen heeft de laatste zyn orchestbewerking rijker geïllus treerd; immers het muzikale zwaartepunt rust bij Mozart, niet op het recitatief, maar op de aria en het ensemble, terwjjl büden modernen componist de aria in het geheel niet of ter nauwernood voorkomt. Wolf-Ferrari heeft wel gebruik gemaakt van leid-motieven; echter niet zoozeer om er stemmingen mee uit te drukken, dan wel om het optreden van eukele personen dui delijker te preciseeren. Het meest opvallende van 's componisten bewerking is het impres sionistische karakter dat hij er aan heeft gegeven. Men vindt geen bepaald systeem, geeu werkmethode bij Ferrari. Hij improvi seert en, blijft improviseeren; als hem een instrumentale scherts invalt, wendt hy die aan. Op die wijze heeft hy'kostelijke staaltjes van humor in zjjn werk gelascht; ook is hy' er meestal in geslaagd de situatie uitnemend te schilderen. Als Ferdinand Pfohl van Ferrari's muziek zegt sie sei wie mit dem Silberstift gezeichnet" gebruikt hy een zeer juiste uitdrukking. Toch zijn er in het werk ook wel plaatsen, waar breeder wordt uitgehaald; ik heb het oog op de eerste liefdesmelodie van Rosaura en Florindo, die men ook in het voorspel reeds aantreft; op de melodie van de woorden Viktoria Viktoria! Nun wird er gehangen!" op het mooie quartet waarin de melodie van den tenor Rosaura, ihr könnt nicht glauben, wie ich um dich gelitten" de hoofdrol spoelt; op het melodieuse finale van de tweede acte, bij het bijna in Mozarc'schen stijl gehouden Andante Cantabile A.ch nur für dich mein Süsser" en het daarop volgend duet tusschen Roaaura en Florindo, dat een waarlijk nobelen indruk maakt, ook met het tintje humor er doorheen en eindelijk op de dankbare Barcarole La biondina in gondoletta" een door Josef Weigl, de componist van de Schweizerfamilie" (1765?1846) getoondicht liedeke, dat thans nog te Venetiëgezongen wordt. Vooral de scène met dit lied is zeer effect vol en allerbekoorlijkst. Licht en sierlijk is de schrijfwijze van jas en je rug kan herkenne'. Maar 't gebeurde toevallig dat geen een van die twee vrouwe' te zien was, en Joe ademde vrijer toen die an de controle kwam. Kaartje, asjeblief!" zegt de contreleur, die nog an 't hek stong, en Jac begon in z'n veajeszak te voele'. Maar daar zat 't niet in. Toen in z'n andere zak, en daar was 't evenmin in. Toen viel 't 'm plotseling in dat ie a'n kaartje in de jas had gestoke' die die ander an had. Ik ben bang da'k 't verlore' heb", zegt ie. Dan zu' je motte' betale', zegt de con treleur" en vlug wat. De contreleur vertrouwde 't zaakje niet erg, toen Joe, nadat ie in al z'n zakke gezocht had, most bekenne', dat ie z'n geld ook al verlore' had. Zie je, hy had 't met z'n kaartje in z'n overjas gestoke? Kom, kom," zei de contreleur, daar kunne wij geen genoege' mee neme. Iemand kon per ongeluk z'n kaartje wel is verlieze', en 't daarna trachtte' goed te make'. Maar je kaartje en je geld nee hoor, dan mot je vroeger opstaan om ons bier te neme- dat hebbe ze hier al te vaak geprobeerd, wij noeme' dat reize zonder kaartje met 't doel om de maatschappij te bestele" Je naam en adres, asjeblief." De zake' zagen d'r niet erg gunstig uit voor Joe, toen ie prebeerde 'n naam en adres te bedenke' die die veilig op kon geve' toen ie, z'n hand toevallig in de zak van de geruite overjas stekend, wat voelde dat 'm aan geld dee denke'. Hy' haalde 't 'r uit; drie nieuwe guldes, die de vreemde moat vergete' hebbe'. Ha, ik wist wel da'k 't ergens had," zei die, en gaf de geldstukke' an de contreleur. Daar, hou 'c daar maar af?en geen groote mond verder meer, asjeblief." De man was bezig 't geld uit te telle' dat Joe terug most hebbe', en Joe begon net te denke. dat de zaakjes tot nog toe goed ginge', toen d'r 'n zware hand op z'n schouwer ge legd werd, en toen ie zien omkeerde zag'tie 'n paar groote smeerisse'. We hebbe' al naar je uitgekek«', man netje", zei de grootste smeris; en Joe voelde wat ie toch stom was geweest om d'r niet an te denken, dat z'n vrouw natuurlijk de hulp van de perliesie KOU inroepe'. Maar dat moet een misverstand zijn, agent", zei die. Ik ben niet niet die je denk dat ik ben. Ik heet Joe Evans die ander is daar net die kant uitgegaan, met 'n licht vilte hoed op en 'n bruine overjas an". In orde, vriend", zei de agent. Doe maar geen moeite". As je Joe Evana was, dan hadde' weje niet lastig hoeve valle'. 't Hindi vidu waar wij naar uit moete' ky'ke' is 'n man van middel bare' leeftijd, bleek van gezich, donker haar, met 'n geruite overjas an en 'n blauwe pet op; en die zich vermoedelijk verborgen zou houwe' in de trein van 8.40 van Milltown. Dat klopt allemaal, hè?" Waar is 't voor?" vroeg de contreleur. Bende valsche munters, die valsch geld in omloop probeerde' te brenge'." Wat?" roept Joe, plotseling voelend hoe onschuldig ie was. Valsch geld? Dat heb nog nooit in m'n leve' gedaan!" En ie zei t zóó natuurlijk en echt, dat zelfs de agenten 'n oogenblik dachten, dat 't z'n vergissing most begaan zijn Hoe staat 't met deze drie gulden ?" vroeg de contreleur. De klabak beet er een voor een in. Zoo valsch as ze ze maar make' kunne', zei die.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl