De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1908 24 mei pagina 7

24 mei 1908 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

Nö. 1614 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Vlaamsche boekband, vervaardigd in het St. Maartensklooster te Leuven. Midden 16e eeuw. (Bibliotheek P. v. Eeghen.) eerewachten in de verschillende steden bij het bezoek van. Napoleon aan ona land, geïllustreerde werken van Hollandschen, Franschen, Duitschen en ngelschen oorsprong waarbij een complete serie van Le Courrier Francais" afbeeldingen van oude volks feesten, werken over zeden en gewoonten, over. Amsterdam en een keur van stedebeschry vingen. De rubriek boekbanden is zeker wel een van de belangrijkste, ook al omdat die ia veilingen in ons land ZDO weinig voorkomen. Er zgn gestempelde Duitsche en Vlaamsche, BlBMOTHBBK-P. VAN EBG1IEN, , De boekverzameling van wylen den heer "Vant Eeghen, waarvan de firma R. W. P. de Vrlei op t, 2 en 3 Juni veiling houdt, bevat vele nummers, die om een of andere reden belangrijk zy"n. O ode. handschriften waarbg een zeer fraai procesionale, enkele oude druk ke a, boeken o ver'kunst, schildere en kunstnjjverheid, costnumwerken, waarbg onder anderen het zoo uiterst zeldzame werkje -met de gekleurde coatuamprenten van de waarbg een met het meestermerk van het St. Maartensklooster te Leuven (No. 596), Hollandsche banden met petit-fer"-vergulding uit de 17e en 18e eeuw, waarbg enkele zeer fraaie, doch vooral de Fransche banden verdienen de aandacht. Beschilderde banden in de manier van die van Grolier, waarvan de kunstenaars niet bekend zg'n, geëmail leerde" banden in den Mayoli"-st^jl, Lyonsche banden en werk van den Pargzenaar Clovis Eve vertegenwoor digen de 16e en het begin der 17e eeuw, waarbg een band gemaakt voor Lodewgk XIII door Clovis Eve ook om den illustren heer die er eens de eigenaar van was, vermeldenswaard is. Van Le Gascon, den grooten 17e-eeuwschen binder, is er een bg'zonder charmant specimen, terwijl er twee andere banden zijn, die waarschynlyk ook op zijn werkplaats vervaardigd werden. Een band van La Monnier, met een geïncrusteerd bloemmotief is om zgn techniek .wel bewonderens waardig, doch minder .fraai dan de evengenoemde. VONDBL VEILING. Tegelyk met de veiling- Van Eeghen wordt de Vondel-verzameling van den heer J. H. W. Unger verkocht. Het is niet mogen gelukken deze verzameling, bijeengebracht tot het samenstellen der bibliografie van Vondels werken in zgn geheel te verkoopen, en nu wordt ze verspreid, want er zal allicht weinig animo zgn om die collectie in zgn geheel te koopen, zooals ze nog aan geboden wordt. We zijn in de vereering voor onze groote geesten nog een heel stuk bij het buitenland achter. H. BOKK 7ERKOOPING. Bg de firma Burgersdyk en Niermans te Leiden zal van 4?15 Juni eene uitgebreide boekverkooping plaats hebben. De catalogus (pl.m. 5200 nrs.) bevat een groote verzame ling kostbare tijdschriften, standaardwerken, nieuwere handboeken, zeldzaamheden en merkwaardige werken op het gebied der rechtsgeleerdheid en staatswetenschappen, godgeleerdheid en kerkgeschiedenis, wijs begeerte, vaderlandsche geschiedenis en plaatsbeschrg vin;, algemeene geschiedenis, g )schiedenis van Europa, Azië, Afrika, Australië; Oogtersche talen, Hoogduitsch, Engelsch, Noorsch, Nederlandsche taal en letteren, Fransch, Italiaansch, Spaansch, Klassieke philologie, Kunstgeschiedenis, en aanverwante wetenschappen. Een en ander is afkomstig uit de biblio theken van dr. H. van Griethuyzen Azn., predikant te Delft, dr. E. H. Limborgh, predikant te Workum en meerdere kleinere verzamelingen, waarbg gevoegd de boekerijen vau twee oud-hoogleeraren in de rechts wetenschap. Begin Juli a.s. zal bij dezelfde firma eene boekverkooping plaats hebben voprnl. op het gebied der geneeskunde, scheikunde en natuur wetensc happen. Fransche band in groen marokijn-leder, door Clovis Eve voor Lodewgk XIII van Frankrgi vervaardigd. 1620. (Bibliotheek P. v. Eeghen.) Hollandsche boekband met kleine stempelvergnlding, vervaardigd te Amsterdam omstreeks 1700. (Bibliotheek P. v. Eeghen.) IIIIIHIIIItlllMIftlllllHtlMIIHUIIIHIIlHIMIIIIMHIIIIIIIIItllllllHlllltllHIIIIMIIIIIIHIIIIIIIIIIMImillllllllllfIHIIIIIII HUI 11 lllMIMIHIMIIIMIIIIIKIIMIIIIIIllllMlllinVliilllMlhlIIIIMMIIIIIII IMIMI1 miMMlIMMIH IMIIHIIMH11 . MoonsteUüinanSUQcas. ? ' .;-..". '" ? ' ' J Dit is. nu reeds de 18e tentoonstelling die deze NVwejJnigim . hradV en 't is een roy»lel 499 werken.' Bet ledental breidt zich steeds uit. Schilderen is een genoeglijke bezigheid, ?een in de maatschappij hoog aangeschreven berwpsv er vulling, een mooie kunst. In.piano«pejeu en schilderen wordt er coowat het meest gedilettanteerd. Het vare te wenschen, dat schilderen geen .mooie kunst heette, of dat de tallooze schilders vau tegenwoordig meer ?dilettant, waren; te verstaan, dat gelgk voor den dilettant een aangename ontspanning, het bedrgven met verf eji penseelen hun een efete bezigheid was, een reine .vreugde, een verslaafdheid, een passie. Da rest zou dan van zelf wel komen als de lief hebbery. aanhield, want alle last zoekt den prikkel tot haar ver hooging. Het zich onledig-houden-op-aange name wgs sou worden een volste inspanning van alle zinnen; de dillettant zon overgaan in -den professional" bij de, natuurlijke ontwik keling van kunde, begrip, doorzicht, vernuft, beschaving. Bg zoo velen is het meer een manie, een ambitietue zucht, dan oprechte liefhebberij; als de schilderkunst niet zoo'n aanzien had in de wereld, zouden ze tot een andere bezigheid kunnen overgaan bg*v. fignnrzagen. Er i» bier een inzender, die iets, nieuws heeft uitgevonden, althans iets zeer ongewoons in. praktyk brengt, iets bizaars zoo ?men wil, maar die daarmee toch wel een resultaat verkregen heeft om er de belang stelling voor te kunnen winnen. Het zgn schilderijen (voorstellingen op een plat vlak) door middel van inlegwerk uit verschillende houtsoorten. Daarbij is party getrokken van de richting der nerven en vlammen van het ' hout, zoo die zich 'c voordeeligst eigenen naar de teekening en den aard der dingen die getracht zgn uit te drukken. Verschillende onderwerpen zgn daarmee in behandeling genomen: landschappen, figuur, gevogelte. Een werkende lucht bg'v. wordt verbeeld door een houtblad met zeer grillig georgani seerde vlammen en draden, een zee of water vlak met horizontaal loopende nerven enz. enz. Ook is zooverre 't kan, gebruik gemaakt Van verschillende kleurnnancen dtr hout soorten. Het is een Spielerei van een deel, maar toch de aandacht meer boeiend dan veel schilderijen. Waarom, als dit werk in 't oog komt, toeft de aandacht er langer dan bij zoovele heuache schildergen ? 't Is waar, ook omdat het een nieuwigheid is; maar, al zou zelfs bg iedere nieuw-uitgevonden mode de ontspanning van «enigerlei energie te erkennen moeten zijn zjj deze dan ook gedemoraliseerd tot grillige neigingen achter deze aanwending van een nieuwen kunstvorm is er toch het acht bare van een hartgrondige meening, die uit alle vermogen zint op het bereikbare resultaat uit zeer beperkte middelen. Noem het een knnstvol knutselwerk, er zgn althans blijken dat het vernuft er zich spitste, dat het eigen iniatitaief zich uitputte in vindingrijkheid. Deze eigenschappen na ontbreken totaal in de meeste schildergen, de zelfde eigenschappen die handwerk boven fabriekswerk doen ver kiezen. Het mooie, degelijke handwerk, als ge wichtig element in de . kunstbeoefening er ia tegenwoordig hier en daar een streven naar verheffing en verdeugdelg'king der schitderwjjie merkbaar, naar het voorbeeld der ouden. Van Beever en Broekman geven er proeven van, en op lofwaardige wg'ze. 't Is echter hier weer, vooral bg den laatste, te vél het handwerk. Als een kunstkenner gelijk Ruskin, hier al te kortzichtig, de tech nische bed/e eenheid en degelijkheid der oude Hollanders voor het essentieele hunner kunst beschouwde, hen daarom zoozeer onderschatte, maken we daaruit de gevolgtrekking dat hij door den vorm riet tot den inhoud vermocht door te dringen. Het hier bedoelde streven hecht aan den letter te veel, maakt die los van den zin. Uit de Stillevens van Broekman is de mand het meest geslaagde brok en misschien de glazen pot met haringen. Overigens, hoe ro buust ook doorwerkt, met bekwame toepas sing van glaci's, mist hij over 't algemeen stof-nitdrakking. De techniek is doel en nog eens doel, en niet het middel. Het vrouwenkopje is van verdienstelijke uitvoerigheid, maar Balthasar Denner was nog oneindig uitvoeriger en zie eens hier op Lucas, de bijna phenomenale natuur-getronwheid in een lap op een stilleven van v. d. Plae, zóó precies n de werkelijkheid nabij, dat ze... ongescb.il derd had kunnen big ven. Het werk van Van Beever is technisch sub tieler dan dat van Broekman; ik besprak het reeds bg' zgn inzending op Arti. Met al de gewichtige technische kieskeurigheid in zgn stillevens, zgn zgn twee bloemstukjes toch het bekoorlijkst. De ruime inzending van Toorop zou ver lokken tot uitgebreider beschouwingen, dan voegbaar zgn binnen het bestek van een tentoonstellingsverslag. We dienen ons te beperken tot algeineene opmerkingen. Deze collectie van 16 teekeningen en schilderijen is zeer afwisselend: werken van onderscheiden aard en uit verschillende tijden. Dat geeft een wijder kyk op zyne kunst. Het vroegst is uit 1893, de drie Bruiden al 15 jaar ge leden. Nu nog heeft Toorop gemeend het publiek tegemoet te moeten komen met eenige opheldering omtrent die raadselachtig stuk; een uitleggende beschrijving der rare" voorstelling is er boven geplaatst. Of Publiek het nu minder raar zal vinden ? ? 'k Zou willen zeggen, 't is te hopen van niet. Ik vind het echter hinderlijk nu nog deze aanslag op de goe-geloovigheid der kunjtvereerende gemeente. Als mystis?h symbolisch werk is het een vergallopeering van vermeende diepzinnigheid uit jonge jaren, hoe aannemelijk zich die ook voordoet in welbedachtheid van zinnebeeldige figuratie, in weigevorderde schikking der-compositie, en gedaan te vorming dezer dragers van gehei menissen, 't Was eigenlijk toch ook nog niet verder dan een dilettantisme op dit gebied. Toorop zal DB toch zelf wel inzien dat om een werk van dezen dracht te scheppen, de geest van alle wereldschheid in kunststrevingen met litteraire doelingen moet onthe ven zijn. Symboliek of mystiek, als moderne kunst wijze gebruikt door intellectuels of erudits onder de kunstschilders! (Een verhandeling over de onderscheidenneid in wezen van mystiek en fanta-itiek, van symboliek en alle gorie ware wel eens gewenscnt). Deze toch merkwaardige teekening is niet raadselachtig als ze niet verder beschouwd wordt dan noodig is, dat ia in de uit beeldings-wiyze zelf. Over de vreemdsoortigheid wordt dan heengezien, zoo men de voorname en verfijnde teekenkwaliteiten erin opmerkt. Intusschen zal in deze lyn Tootop's persoonlijkheid zich nadien nog wel beter en zuiverder doen kennen in de aristocratische, kostelijk met potloodstift uitgevoerde portretjes van later. Toch io ook hierbij soms het sy nboliekof mystiek aanhangsel, hinderlijke overdaad. In Kind met bet A. H. Hart" vinden we weer het toevoegsel uit de richting waarmee hg gaarne.. paradeert, l^a zelfs in de krachtige neo-impressionistische studie van den ouden landman, moet op flen achtergrond een bizaar poppetje verschijnen. Ik geloof niet aan het waarachtig gevoel voor mystiek bg geleerde, kunstzinnige of geestelijk ontwikkelde katho lieken van tegenwoordig. Een glorieus ge tuigenis bleef er althans nog vajo uit, zoo de school van Bsuronne bijv. 'k Denk ook aau Huysmans, die misschien in de zwarte mystiek" zich nog 't meest den kunstenaar betoonde. Zij weten te veel dat mystiek een schoone afzonderlgkheid is in de ideeën-wereld. Dit weet niet een kind, dat oprechtelgk devoot zyn eerste Communie doet (weet ge dat Napoleon dien dag de gelukkigste zgns levens noemde?) of een oud vrouwtje, een onnoozele ziel, dat voor een Maria beeld, bestraald door veeltallig kaarslicht (uit de eerste de beste heiligenbeeldenfabriek) werktuigelijk de tientjes van haar rozenkrans afmnmmelt, al maar door, zoo gelijktoonig ieder wees-gegroetje herhaalt, als de eene kraal na de andere do?r haar vingers glijdt. Ook in afgelegen kloosters zijn geextasieerden misschien te zoeken, die ondervinden de opper ste zinnen-duizeling; zij weten niet maar ken nen de verzonkenheid in geestelijke contem platie, al hebben zij zelfs nooit de Imitatio gelezen. Het zooeven genoemde portretje ia intmscben niet van de voortreffelijkste die Toorop teekende; met de gave contouren, de fijn aangeslepen tintjes, is het niet geheel vrg van zoetelijke ongereptheid en affectatie. Het besta der hier aanwezige portretten is dat van pastoor Ariens, geteekend met zwart krijt, maar zoo energiek en kantig, dat de vormen er wel in gebeiteld schijnen. De schets voor een mozaiktableau geeft geen denkbeeld van den staat der uit te voeren schilderijen, zooals dit wél deden de ontwerpen voor de beuïsschilderingen door Derkinderen, eenige jaren geleden in Arti geëxposeerd. Het baJangrykste deel van Toorop's inzending lyken me de schilderstudie's, die hy verleden jaar maakte. Merkwaardig en verheugend zyn ze om de blijkbaar hernieuwde veerkracht in utre ren van dezen schilder naar kleuruitdrukking in vol en sterkst buitenlicht. Men bedenke, bij mogelyken tegenzin, dat de wijzen van zien er ook hun principe's of veroordeelen op na houden; 'k bedoel dat het oog gewend aan bepaalde, gemeenzame schildery'-aspecten, die steeds weer zoekt te ontmoeten en zgn eischen ste!t. Het kanaal bij Middelburg, de duingezich ten, het boomgaardje en ook vooral de twee mannen tegen den dy'k oploopend, doen blijken, tegenover het systematisch gepointilleerd Breistertje, verlevendigde en doordrin gende observatie, op de dispositie der kleur in haar sterkste uitschy'ning onder fel-stralend hittig zonlicht, het zonlicht dat de kleur der dingen inbijt. Dit is het neo-ioipregsionisme, dat gedijen kan tot kunst uit volkomener inzichten voortgekomen. Tot de uiterste con sequenties is Toorop geraakt met de Hout hakker" het zonlicht in den namiddag; dat na een daglaage stoving met zijdehngschen val dringt in dien lommerrijken hoek, oranje kleurig, dat daar de dingen omtvaast, zet in een mist van kleur. Het stuk houdt het nog juist; iets verder en het was een ordelooze kleurwarreling geworlen. Het opmerkelijke by' deze proeven van het strakst impressionnisme is, dat de synthetische opvatting er toch de bovenhand neemt. Daar is merkbaar een neiging tot vlakverdeeling, een kleur-conceptie als voorbereiding tot voldragener monumen tale werken. W. STEENHOFF. De dood ran Napoleon. ' ' De herinnering aan den banneling van Sint Helena vervulde al bitter weinig de gedach ten van Marie Louise, die meende haar ge weten tot rust te brengen en haar eer te redden door een tweede huwel$k, en dit met dengene dien ze reeds zoo lang lief had. Napoleon had slechts weinige dagen meer te leven. Van den 15en tot den 25en April 1821 hield hg- zich bezig met het redigeeren van zijn testament. Den 28 en April sprak hij met zgn getrouwen geneesheer Antomarchi over zjjn gemalin: Ik wil nog, dat ge mgn hart neemt, dit op sterk water zet, en dat ge het naar Parma brengt aan mijn dierbare Marie Louise. Ge zult haar zeggen, dat ik haar teeder heb bemind, dat ik nooit heb opge houden haa- lief te hebben ; ge zult haar alles zeggen wat ge hebt gezien, alles wat betrek king heeft op mijn toestand en op myn dool." Korten ty'd voor zyn dood zeide Napoleon tot generaal Bertrand : Wees er van over tuigd, dat indien de keizerin niets doet om ons lyden te verzachten, dit geen andere oor zaak heeft, dan dat ze door spionnen is om ringd, die haar beletten iets te weten van alles wat men mij hier doet lijden. Waat Marie Louise is de deugd zelve." De keizer trachtte zeker dapper den schijn te redden. Want hg zelf was op de hoogte van de ongetrouwheden zy'ner gemalin, doch toen men er eens over sprak, wierp hy al de verantwoordelijkheid er van op den vader, die in hare nabijheid Neipperg had geplaatst, dien kwajongen." Toen Napoleon echter dit maal van Marie Louise sprak, wist hij niet dat de deugd zelve" reeds voor den tweeden maai zwanger was. j Den Sen Mei, om half zes des avonds, brak het laatste oogenblik aan van dit groote en wondervolle leven. Storm en regenvlagen deden de huisjes van Longwood schudden als bij een aardbeving. Te midden van onsa menhangende zinnen, verstond men, komend over de lippen van den stervenden verove raar, deze woorden: Mijn zoon I... Het leger!..1 Joeéphine". Aan Joséphine en niet aan de ontrouwe Marie Louiee waren zijn laatste gedachten l De keizerin vernam het doodsbericht uit de Oazf.tte de. Piemont". Het nieuws scheen haar niet treurig te stemmen, maar wel was ze beleedigd het slechts uit de bladen te ver nemen. 2) Bij die gelegenheid," zoo schry'ft ze haar oom, heb ik gedaan wat de plichten tegenover den vader van mijn kind me voorschreven en myn geweten is gerust." En in een anderen brief schry'ft ze: Ik ben zeer getroffen, alhoewel ik nooit een groote genegenheid voor hem had. Ik kan niet vergeten, dat by de vader van mijn zoon is, en d»t verre van mij slecht te be handelen, zooals de wereld dat gelooft, hij steeds alle mogelijke oplettendheden voor me had. En dat is het eenige wat men in een politiek huwelijk kan verlangen." Hetgeen haar echter meer scheen te bedroeven dan de dood des keizars, waren de groote hitte en de muggebeten. Onmiddellijk toch laat ze volgen: Ik ben door de muggen, zóó gebeten ia myn gezicht, dat ik er uit zie als een mon ster. Ik ben heel bly, dat ik me niet hoef te vertoonen." Marie Louise ontving het officiëele bericht den 20en Juli, door een brief van baron Vincent, Oostenrijksch ambassadeur te Parijs. Het hertogelijk hof nam den rouw aan gedurende drie maanden: van 25 Juli tot den 24en October. De groote moeielykheid HIIIMI-lltltlllMUIIMIIIUIIIIIIHIIIIIIIIIIHIIIIHIHIIIHIMIIIIHIMIHIMIMIIItlllmtllllMtll echter bestond in het opstellen van de officiëele formule: Keizer? Ex-keizer? Napoleon? Bonaparte? Neipperg dacht niet lang na en vond : Serenissimo consorte della August» 8 jvrano. Prince consort!" Welfe een titel voor den dictator der vorsten! Neipperg stelde ook het bericht op voor de bazttte de Panne. Deze verscheen den. 24en Juli en was niet omringd door een rouwband. Hierin wordt melding gemaakt van den dood van den doorluchtigen ge maal onzer verheren vorsten" en alleen gezegd, dat naar aanleiding daarvan het hertogelijk hof den rouw zal aannemen. Het bericht verscheen op de eerste pagina en in den eersten kolom, maar met opzet als onder een rubriek Gemengde berichten" en onmiddellg'k er onder werd een banaal feit gemeld omtrent de Fransche kolonies in Afrika. Metternich schreef den 2en Augustus aan Neipperg dat zijn vinden van den titel Prince consort" en de wg'ze van opstellen van het artikel een meesterstukje van handigheid was 3). Den 30en Juli had de uitvaart plaats in de kapel van het Paleis van Sala, geheel met zwart bekleed en eenvoudig gedrapeerd. Niets op het praalgraf herinnerde aan het verleden. Marie Louise, gesluierd op eene wg'ze, die hare zwangerschap behoorlijk ver borg, woonde de plechtigheid bg, evenals alle per-ionen van het hertogelijk bof. Marie Louise bestelde duizend Missen te Parma en duizend te Weenen, maar op uit drukkelijke voorwaarde, dat men den naam van Napoleon niet zou noemen. De formule is geweest: per famulum tnum consortem ducis nostrae", wat is: voor uw dienaar, gemaal van onze hertogin." Het hof te Weenen nam niet den rouw aan, tot groote ergernis van Marie Louise. De barones de Montet zegt, dat de jeugdige hertog van Reichstadt" veel geweend heeft by het vernemen van den dood zy'ns vaders, Gedurende vele dagen liep hy met gebogen hoofd en zyn oogen waren dof en treurig. Maar hij is de eenige. Den dag nadat we het bericht vernamen van den dood van Napoleon, werd ik vroeg gewakt, door een groot leven van rijtuigen en paarden: het was de jachtstoet, de keizer, de keizerin en het geheale hof." Eind Juli vertrok Marie Louise in 't ge^ heim naar Solagrande en beviel daar den 9den Augustua van een zoon, die men Willen» Albert heette. Men vond het echter stuitend hem zyn familienaam te laten. De keizer gaf hem den titel van graaf van Montenuovo. In 1864 werd deze titel vervangen door dien van prins." Het was slechts een soort vertaling van den naam. Van Neipperg maakte men eerst Nenberg. Toen vertaalden men dit nieuwe berg" in Montennovo, H. H. 1) De dood van Napoleon". Een der hoofdstukken uit het boek van Max-Billard, getiteld: De echtgenooten van Marie-Lonise". 2) Brief thans uitgegeven door den Inter mediaire des chercheurs et curieux". 3) Van de meeste brievengewisseld tusscaen Neipperg en Metternich bestaat alleen de copie. Deze behoort tot degene door Wertheimer geciteerd.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl