De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1908 31 mei pagina 10

31 mei 1908 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

.10 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1615 De Nederl. Mij. v. Zekerheidsstelllng van Ambtenaren etc. geeft 1100 aandeelen a f 800.?uit, waarop ? 100.?verplichte stor ting en ? 700.?vrijwillig, met dien ver stande, dat op vrijwillige storting 5 pCt. rente uit de eerste winst wordt genoten, terwijl op het verplicht gestorte bedrag divi dend wordt uitgekeerd; tevens geeft de Mij. ?f 2 millioen 4 pCt. obligaties tot den koers van 91K,pCt. Hierachter volgen nog enkele noteeringen op 21 Mei 27 Mei Atchison Topeka ... 85 82 V» Denver & Rio . . . . 26Ü24M Ene 22 20% Kansas City gen. ... 25 >é23% Missouri 30 26% Rock Island 18% 171A Southern Pae 86% 82% Eail .... 18>f 16M Union Pacific 146% 141 Amer. Car .36% 34% United Steel 38 36 29 Mei '08. v. D M. P.S. De Bank op Engeland hee't gisteren haar disconto wederom verlaagd en wel tot op 2 K pCt. *** Het jongste lid der Suiker-conventie. Toen de bepalingen der Brusselsche suiker conventie op l September 1903 van kracht werden, gingen de toegetreden Staten tot afschaffing van het premie-stelsel over. Maar Rusland handhaaft, ook nadat het thans tot de conventie is toegetreden, nog steeds zijn indirecte premi en en zijn kunst matige suiker-wetgeving. Elk jaar wordt de prijs van suiker voor binnenlandsch verbruik door de regeering vastgesteld, evenals het contingent van iedere afzonderlijke fabriek en de hoeveelheid voor de totale binnenlandache productie. De prijzen daarvan nu worden op zoodanig nivean bepaald, dat export zelfs tot beneden den kosten ien prg'a mogelijk is. Daar voor iedere fabriek van jaar tot jaar het contingent in verhouding tot de productie wordt geregeld en door de hooge prijzen een grootere winst wordt verzekerd, lag daarin een prikkel tot overmatige uitbreiding der productie. Door dit stelsel is een chronische crisis in de Russische suiker-industrie ontstaan, die door de groote oogsten der twee laatste jaren zoozeer is verergerd, dat daardoor op den overigens thans bevredigenden toestand der andere Europeesche suikermarkten een schaduw wordt geworpen. Nu treedt met September a.s. voor deze markten een nieuwe stand van zaken in, als gevolg van de jongste regeling, krachtens welke de invoer van Russische suiker in Engeland is toegestaan. Daardoor verkrijgen de omstandigheden der Russische suiker industrie voor de o verige Europeesehe markten een geheel andere beteekenis dan tot dus ver het ge?al is geweest. Immers terwijl tot nu toe de Russische suikermarkt het met al hare misstanden zelve moest klaar spelen, zullen voortaan ook de markten der andere, bij de conventie aangesloten Staten daardoor meer rechtstreeks worden beïnvloed. Het is dan ook een weinig verblijdend ver schijnsel, dat de Russische suiker-industrie in eene zoo kritieke positie verkeert, dal zij genoodzaakt is het haar toegestaan .export contingent zoo spoedig mogelijk naar Enge land te zenden, ten einde hare eigene over voerde markten eenigermate te ontlasten. Onderstaande cijfers geven in millioenen pud de verhouding' van productie en afzet der Russische suiker-industrie gedurende de laatste jaren: 1903/4 21.5 1904/5 26.6 1905/6 .14.4 1906/7 10.6 1907/8 28.3 63.4 51.1 53.3 79. 77.il'f '2 5 46.0 51.8 53.1 53.6 & -"1 11.5 2(5.6 11.4 14.4 3.9 10.6 7.9 28.3 De -oogst-opbrengst van 1904/1905 was, zooals in Europa algemeen, wegens de droogte gering geweest, zoodat de binnenlandache consumptie de productie van dat jaar over trof en het meerdere, evenals de uitvoer, van den voorraad moest worden genomen, die dan ook van 26.6 op 14.4 millioen pud terugging. De volgende oogst was eveneens voor Rusland, in tegenstelling met WestEuropa, onbevredigend en ondanks den sterk verminderden uitvoer (van 11.4 op 3 9 milloen pnd), daalde de voorraad tot 10.6 mil lioen pud. Daarentegen was 1906/7 voor Rusland een zeer gunstig suikerjaar en leverde dit door den rijken beetwortel-oogst een record-productie van 79 millioen pud, d. i. een grootere opbrengst dan die van Oostenrijk-Hongarije, en na Dnitschland de grootste van alle beetsuiker produceerende landen. Maar deze enorme productie was de Rus sische markt te machtig, de voorraad hoopte op en daar de productie van het loopend jaar slechts weinig kleiner was dan die van 1906/7, terwijl - - als gevolg van de verminderde koopkracht der bevolking het binnen landsch verbruik niet toeneemt, wordt aan het einde van 1907'8 een voorraad verwacht van ongeveer 40 millioen pud, d. i. circa 700,000 ton. Om lucht te krijgen, zal Rusland derhalve de 300.000 ton, die het nu, krachtens de nieu.we bepalingen der conventie, tot l Sep tember a.s. naar West-Europa mag uitvoeren, zoo spoedig mogelijk exporteeren, en ver moedelijk zal dit quantum reeds vóór Sep tember in het buitenland verkocht of beleend zijn. De Russische mededinging zal zich dus terstond duidelijk doen gevoelen en wel vooral in Duitschland en Oostenrjjk-Hongarije. In dit jaar zal de terugwerking van deze concurrentie door de vaste statistische positie van de internationale suikermarkt nog eeniger mate worden geparalyeeerd. Van groote be teekenis zal voor die markt het resultaat van den nieuwen oogst, vooral in Rusland, zijn. Hoezeer daar te lande de markt is gedesorganiseerd, blijkt wel uit de jongste groote faillissementen in de suiker-branche. Een nieuwe groote oogst-opbrengst in Rus land zon derhalve de positie van de inter nationale suikermarkt minder gunstig doen worden, niettegenstaande, van l September 1909 af, Buslands jaarüjksche uitvoer op slechts 200,000 ton is vastgesteld. De tendenz der suikermarkt was, na de flinke rg'zing van Maart en April 1.1., begin Mei, wegens realisatie's, eerder teruggaand. De noteeringen der termijnen waren te Maagdenburg sedert het begin van dit jaar aldus: Mei. Oct. 31 Dec. 1907 Rm. 20.25 Rm. 19.60 31 Maart 1908 23.10 20.80 27 April 1908 2420 21.80 30 1908 23.70 21.60 14 Mei 1908 23.10 2125 De noteeringen van 27 April l.l. warende hoogste sedert den zomer van 1905. Thans bedraagt de teruggang voor ouden oogst + l Mar., voor nieuwen ruim M Marfr. Voor de meest suikerfabrieken in Duitsch land is het loopende boekjaar echter zeer gunstig en aan de beurs te Berlijn zijn de aandeelen sedert het begin van 1908 meeren deels niet onbelangrijk in koers gestegen. 29/5 '08. V. D. S. Het Haegsclie Hal, DIDACTISCHE VERZEN. I. Baron Sweerts de Landas a Wyborg, Alom in den land' is 't bekend, Bewaakt met de teederste zorg De zeed'lijke reinheid van 't Haagje. En vraagt men: Waar ter wereld toch vindt men Een stele, waar kuischer conventie En standvastiger huw'lijkstrouw binden Dan hier in 'slands pracht-residentie?" Niet licht zult een antwoord ge vinden. Hoe is er de Venusstraat 1) vredig In 't zilyren geglans van de maan! Hoe ligt zij verlaten en ledig, En de wandelaars, ach, zie hoe zedig Godvruchtig, ascethch ze gaan I Geen spoor hier van straat-prostitutie Als in 't heidensch-verdorven Parijs: Hier vindt men de ware solutie Van de puzzle : een aardsch paradijs! En kom! m' in de kringen der grooten Couperus verhaalt er ons van Dan ziet men der Kuischheid Zeloten, De duivelsche drift in den ban, De geldzucht, wijl overbodig, Verwezen naar heidenscher oord. Kwaadspreken ? Niets ermee noodig ! Geblaseerdheid ? Nooit van gehoord l Gekonkel ? Foei, weg met de kliek! Een opera gaat er misschien mee door: Een koninklijke censor betaalt er toch voor I En verder is 't al politiek II. Daar komt me op eenmaal een komediant Men heeft instinctief aan die menschen 't land De rust in 't Haagje verstoren! Ten minste een redacteur van 'n krant Had van de schrik haast zijn slaapmuts (verloren. En baron Sweerts de Land ai - hij kende de w tHeeft netjes den Franschmanhet spelen belet. Hoogst-obscene" tooneelen goldt fier zijn verzet. Want deze baron SweertsdeLandasaWyborg Bewaakte het Haagje met teedere zorg, Wat was het geval ? De geschiedenis leert Niet altijd wat een Haagsch burgemeester begeert. Ook de krant had, begrgp'lgk, 'r vaste bêtes noires" : Behalve socialen, haat zijde messes noires". Die missen-historie is treurig... maar waar, Doch dat was voor krant noch baron een bezwaar. Sardou repte ervan, wel 'n maal of twee, drie : Een gevaar voor de zeden en voor d'autonomie. Hoe rotsvast het fatsoen, hoe onwrikbaar het geloof, Burgemeester was bang voor Den Haag's re putatie. Eén Monlespan was de pest voor de natie, Laat staan voor de blankheid van kuischHaagsche zielen. Of nu de genomen entrees ook vervielen? De messe noire moest geschrapt. Daarom draaide het stuk: Dus werd het onspeelbaar. Maar, tot mijn geluk, Is dit 'n quaestie van recht, hoort dus niet tot de zorg Van den heer Baron Sweerts de Landas Wyborg! Zijn taak is vél hooger, veel eed'ler, ma foi! L'affaire des Poisons, c'est l'affaire ...de »on poidi!! Ol'l'ENIIüIS. 1) Ook wel Venestraat genoemd. On-r de opvolging IQ Oostenrijk By de feestelijkheden, ter eere van den hoogbejaarden Keizer van Oostenrijk wordt als van zelf de aandacht gevestigd op zyn opvolger Frans Ferdinand van Habsburg en we willen daarom gebruik maken van de inlichtingen, ons omtrent hem verstrekt, door een Amerikaansch Ex-Attaché". Hoewel hg' in zijn vijf-en-veertigste jaar is, weet men buitengewoon weinig van hem af, niet alleen in 't buitenland, maar zelfs in Oostenrijk en Hongarije. Men kan zich moeilijk een vorst voorstellen, die op rijperen leeftijd den troon heeft beklommen, omtrent wiens persoon lijkheid, karakter, politieke inrichten, smaken en zflfs omgeving zoo wtinig bekend is. Hij is eigenlijk een raadsel, nief alleen voor zyn landgenooten, maar ook voor vreena ie natiën en de staatkundige horizon van Europa zou er helderder uitzien voor de besluitelooze staatslieden in de verschillende hoofdsteden der Oude Wereld, als z\j Jets meer af wisten omtrent Frans Ferdinand en vasten grond onder de voeten hadden, als basis van hunne vermoedens omtrent den waarschijnlijken loop der staatkunde, die hij volgen zal. Misschien is 't best eerst te verklaren hoe 't mogelijk was voor een Vorst van den rang van Frans Ferdinand om zijn leven te om ringen met zulk een waas van geheimzinnig heid, 't Is niet dat hij geheimhoudend van aard is, of dat bij wijlen Koning Lodewijk van Beieren wilde navolgen, die zulk eeu afschuw had van in 't openbaar te leven, dat hij zyn verblijf vestigde in de ontoe gankelijkste bergstreken en nooit uitreed dan midden in den nacht, 't Komt alleen door dien er in Oostenrijk een wijde afgrond gaapt tusschen het regeerend Huis en 't verdere menschdom. Niet dat de Habsburgers trotsch zijn. Zij zijn integendeel vriendelijk en onge dwongen, zelfs met de laagste klassen. Maar met de aristocratie en burgerij zyn zij eenigszins op een afstand en er bestaan zelden die nauwe vriendschapsbanden, die in andere landen, de leden van 't regeerend Huis ver bindt met de aanzienlij ken. De Oostenrij ksche edelen zijn, vol trouw en toewijding, ver knocht aan de Habsburgers, maar steeds big 'en Mj in de rol van dienaren. Er is geen sprake van dat zij de gelijken zijn van den souverein en zijn geslacht ala in andere landen, en de verhouding wordt misschien 't 't best gekenmerkt, door 't antwoord, dat bij een volksfeest, een der Aartshertogen gaf aan een nieuwbakken baron, die met al het gebrek aan takt van den parvenu het betreurde, dat er zooveel gewone stervelingen tegenwoordig waren en te kennen gaf, dat 't voor den vorst onaangenaam zijn moest met hen in aanraking te komen. In 't geheel niet," zei de laatste vriendelijk. Als wij leden der keizerlijke familie, ons zouden willen bepalen tot bet gezelschap van menschen van onzen eigen stand, zonden wij onze. dagen grootendeels moeten doorbrengen in de gewelven van de Capucynerkerk" waar zoovelen der Habsburgers bun laatsten slaap slapen. De ernstige ziekte waardoor Frans Furdinand werd aangetast, kort na den tragischen dood van kroonprins Rudolf, heeft hem ge dwongen om vele jaren lang, zeer stil en teruggetrokken te leven. De ziekte was zoo ernstig, dat zij eeu tijd lang, hem scheen buiten te sluiten, v»n alle gedachte aan troonsopv >lging. Tegen- de algemeene ver wachting, herstelde hij en zijn herstel viel samen met een roman^waaraan gravin Sophie Chotek, dochter van' een vroeger Oostenrijksch minister-resident te Dresdan, die een maal hofdame geweest was bij de aartshertogin Frederik, de heldin was. Frans Ferdinand wilde de gravin beslist tot zijne vrouw maken. Daartoe was slechts n mid del, nl. door een morganatisch huwelijk, en daaraan werden allerlei hinderpalen in den weg gelegd, voornamelijk van de zijde der dynastie, der politiek en ook van persoon lijken aard. De hinderpalen van den kant der dynastie en der politiek vloeiden voort uit het feit, dat hg bestemd was om den tegenwoordigen keizer op te volgen op den troon van Oostenrijk en Hongarije. De persoonlijke tegenstand kwam grootendeels van den kant zijner familie, vooral van aartshertogïn Fre derik, die na zijne weigering om Aartsbertogin Maria Dorethea, nu Hertogin van Orleans te huwen, er op gerekend had, dm hij trouwen zou met eene har dr eigen dochters. Ten laatste gaf keizer Frans Jozef echter zijne toestemming tot het huwelijk, op voor waarde dat de Aartshertog een plechtigen eed zou afleggen op den bijbel en ook schriftelijk, in tegenwoordigheid van de vorsten van zijn Huis en de grootwaardigheidsbekleeders van het rijk, waarbij hij zich verbond, dat als hij Keizer zou zyn geworden, hij nooit gebiuis zou maken van zijne positie om zijne morganatische echtgenoote op den troon te ver heffen, of trachten zon om zonen, die uit bet huweluk geboren mochten worden, rechtop de kroon te doen erlangen. Buitendien deed hy, in naam van zijne ongeboren kinderen, afstand van alle aanspraken op de keizerlijke waardigheid en den scepter. De moeilijkheden die hu te verduren had gehad, bij zijn huwelijk met de Gravin, de tweeslachtige verhouding waarin z\j geplaatst was,alszijne morgauatische echtgenoote, waardoor zij niet kon deelenin eenige eerbewijzen, hem betoond ah een lid van het regeerend Huis, en de beleedigingen haar aangedaan door sommige zijner betrek kingen en door den hoogen adel, die het denkbeeld niet verdragen "konden, dat eene gewone Boheemsche Gravin Chotek de vrouw zou worden van ban toekomstigen Keizer, dit alles werkte samen om den Aartshertog, gedurende de eerste jaren van zijn huwelijks leven, op den achtergrond te hou ien. Bui tendien is hg byzonder huiselijk van aard en is gewoon van al den tijd die hem o?erblijft van zijne officieele plichten, als vertegen woordiger der Kroon, te wijden aan vrouw en kinderen. In den laatsten tijd heeft de gravin, door den Keizer Prinses van Hohenberg gemaakt, echter hare plaats ingenomen aan het Hof, te midden der leden van het regeerend Huis lager dan de Aartshertoginnen en is ook ? grootendeels door den steun der kerk, wier zaak zij voorstaat een zeer invloedrijke persoonlijkheid geworden in Weeuer kringen. Maar 't valt zeer te betwijfelen of zy en haar keizerlijke echtgenoot de behandeling hebben vergeten of vergeven, die zij ondergingen zoowel gedu ende hunne verloving als in de eerste jaren van hun huwelijksleven. Frans Ferdinand heeft door zijn huwelijk, drie kinderen, die als hunne moeder, den titel van prins dragen, met het predicaat konink lijke Hoogheid. De oudste is een meisje, naar hare moeder Sophie genoemd, en de anderen zijn jongens prins Maximiliaan, nu vyf jaar oud en zijn broertje Ernest, die nog maar drie is. Hun vader heelt de kinderen innig lief en heeft ze bij alle gelegenheden om zich heen. Zij plachten hem zelfs te vergezellen als hg op de jacht ging in het groote woud, dat zijn statig kasteel Konopitscht omgeeft, tot hij zag dat zij hem daarbij hinderden, want zg honden zoo hartstochtelijk veel van dieren, dat als er eenig wild binnen schot kwam, zij zijn arm vasthielden en hem smeekten het mooie beest of vogel niet te dooden. Hoewel van de zijde der geestelijk heid, de kerk, verpersoonlijkt in den paus, de macht zou hebben hem vrij te maken van alle verplichtingen van den eed, dien hij bij zijn huwelijk aflegde om zijne vrouw niet op den troon te verheffen en zijne kinderen uit te sluiten van de opvolging, zoo is bij Frans Ferdinand het gevoel van eer zoo sterk, dat er geenerlei reden is om te vermoeden, dat hij zal toegeven _aan zgn zielsverlangen en de belofte breken,* gedaan aan de leden van z\jn Huis, de Regeering van de beide rijken en het volk Gedurende zijne regeering, zal, in alle geval, zoolang zij ongehuwd blijft, zijne half-zuster, Aartshertogin Maria Annunciata, abdis van het Hraiaschin voortgaan met de rol van Keizerin en eerste Rijksvrouwe te vervullen, waartoe zij ruim een paar jaar geleden, benoemd werd, bij den dood van aartshertog Otto. Diens oudste zoon, Karel Frans, volgt in de opvolging, op zijn oom Frans Ferdinand. Deze knaap, die onlangs meerderjarig is ge worden, op zijn t «int i gat en geboortedag, dien hg verleden jaar in Augustus gevierd heeft te Ischl met zgn oudoom keizer Fians Jozef, is geheel opgevoed onder den invloed en de leiding van den laatste en kreeg zgn eerste onderwijs op een der openbare, lagere scholen te Weeuen; hg was de eerste afstammeling van het huis Habsburg, die op de banken dezer openbare instellingen zat, naast de kleine kooplieden, handwerkslui en arbeiders, zoodat hg in nauw en vriendschappelijk ver keer is gebracht, met het volk, waarover hij in den loop der jaren, bestemd is te regeeren. Hij ? heeft het knap gelaat en opvallend uiterlijk van zg'n losoandigen vader geërfd, maar niet diens moreel e tekortkomingen en wordt met recht beschouwd als een der meest belovende vorsten van de historische dynastie der Habsburgers. K. Sarab Beruliarilt's roei. Suzanne D «pres publiceert bladzijden uit een dagboek, dat zij gedurende haar laatste tournee schreef. Zg vermeldt daarin een amusant avontuurtje dat zij te Cairo had: Ik was twee dagen lang op den Nijl, tot mijn verrukking en zaligheid en vandaag wilde ik op een kameel rijden. Het was t« sschen den Sphinx en de Pyranv.de in. Ver spreid over het schei-lichtende zand staan Bedoeïenen en verhuren die bg'belscbe, statig schrijdende bultige beesten met de domme, droomerige oogen. Een Bedoeiene nadert mij, en in gebroken Duitsch biedt hg mij zijn kameel te huur: Wilt u op Bismarck rgden?" Zoo heet namelijk zgn kameel en hg houdt mij voor een Duitsche. Neen l" Op Chamberlain?" ... Ik begreep hem eerrt niet goed, maar nu wist ik het: ten pleziere van alle soorten toeristen kent hij een be roemden naam, die hunnationalen trots mott streelen. Maar ik ben een Fransche," zeg ik, een beetje geërgerd. O, madame, dan moet u op Sarah Bernhardt rijden!" En ik heb het gedaan en was trotsch op ons allen, ons land, op mg zelf, op haar l Zg zal het mg vergeven, want ze is immers zoo groot en zoo beroemd zelfs onder de Bedoeïenen I" O n volkomen te begrijpen, waarom Suzanne Desprès aan haar beroemde collega vergiffe nis vraagt, herinneren wij er aan, da' chameau" (kameel) in het Fransch een zser grof scheld woord is! M. C. NIEUWE UITGAVEN. (Vervolg van bladzijde 8_). Een Harzrei», door M J. BRÜSSE. Geïllu streerde Gids voor den Harz met een kaart. (Bruise's Reisgidsen No. 2). Rotterdam, W. L. en J. Brusse. Drieërki titeltel van Armenzorg. Johannes de Deo. Tyranny van Eigenbaat. Gemeen schapszin, door dr. W. MEIJER. Amsterdam W. Versluijs. Uit het leven dar Dieren, door CAESAR GEZELLE. De Ring van 't Kerkelijk Jaar, door GUIDO GEZEI.LK. Aan den weg der vreugde, door LOUIS COU PERUS. Alle drie: Amsterdam, L. J. Veen. Barend Wels, door THEO TIIIJSSEN. Bussum, C. A. J. Dishoeck. Uitgaven van het Centraal Bureau voor Sociale adviezen," VIT. Catalogus van dt B bliotheek, (Systematisch gerangschikt) De opkomst van het Protestantisme in eene Noord Nederlandsche Stad. Geschiedenis van de Hervorming binnen Leiden van den aan vang tot op het Beleg, door dr- L. KNATPERT. Met bijlage, kaart en platen. Leiden, S. C. van Doesburgh. Inhoud van Tijdschriften. De Nieuwe Tijd, No. 5: Htt Congres te Arnhem, door F. M. Wibaut. Algemeen en orpanirch kiesrecht, door G. W. Sannes. Kritiek op de litteraire beweging van 1880 in Holland, door H. Gorter. Primitief Socialisme, door A. Pannekoek. Een ge neesheer over Klassenstrijd, door F. van der Goes. Het Vakverbond, door S. J. Pothui?. Op de Hoogte, Mei-afl.: Foto Pelikanen" (opname van den heer Maussault). Repro ductie Fluitspeler" van Artz. Over de maand, die heeuging (met af b. enjortr.). Adolphe van Weezel Errens (met portr. en schilderij-reproducties), door H. W. E Cramer. Over bouwkunst (geul), door A. W. Weissman. Legende, door Benno H. VoJ. Hessen (met af b.), door ds S. A, Ba'jon. In het voorjaar (met teekeningen), door E. Heimans Het gouden jubileum van Pius X (met ill.), door dr J. A. F. Orbaan. De Hollanders in Noordelijk Indië(met af b.) (slot) door Maurits Wagenvoort. Abyios, een schetsje van Henrik Ibsen. P. H. Hugenholtz Jr. (naar aanleiding vnn zyn Gou den Jubileum), (met portr), door J. vanLoenen-Mwtinet. Een lief plekje 's zomers buiten (met afb.). door C. P. van Hoek. Dramatische Kroniek (geill.) door L. Van de Cappelle. 0?er en uit Tgdschriften, door W. van Ree. Voor onze vrouwen (geil.) Wat on;e lezers wenschen te weten. Schaakrubriek, door A. van Eelde. Den Gulden Wïnekel, No. 5: Onze Schrijvers: Over Mezelf, door J. de Meester. Een boek over Geel, door P. L. van Eek Jr., met portr. en 2 ill. Oude Boeken, door F. Beaemer. Tooneel: De Meid' en Feest", door Si mon B. Stokvis. Techniek van het Boek, met 10 ill. Letterkundig Leven uit de Tijd schriften Boekenschouw, d,or Daan van der Zee. Maandschrift van het Nieuwe L'ven, No. 2 : De Droom, God. Fragmenten uit Cainpbell's: Nieuwe Theologie en Kalthoff's: Gods dienst der Modernen. CaeciKa, No. 5 : Is de Duitsche toonkunst in gevaar, door L. S. Hans von Bulow's brieven (vervolg) door mr. H. Viotta. Friedrich Kind en der Freischutz", door J. IX C. van Dokkum. Het Tooneel, No. 19: De zelfstandigheid der tooneelknnst en haar beteekenis voor de volks beschaving, door B. Rotterdamsche Kro niek, door W. S. Van L->oy's Hamlet ver taling, door Sinclair. Moleschott No. 47: Versterkend voedsel en krachtige voeding, door Dr. H. Pinkhof. Hoofdpijn, door Dr. C. Bles. Kerk en Secte. No. 5. De oud-katholieken, door J. H. Berends; N o. 6: Vrije Gemeenten, door P. H. Hugenholtz Jr. 5e Jaargang. 31 Mei 1908. Red.: C. H. BBOHKKAMF, Damrak59, Amst. Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, te richten aan bovenstaand adres Oplossing van pr. No. 111, van den auteur: W 43-39, 35-30, 22-17. 46-41, 49-44.23-18,50:10, 25:1,1:361 Wg ontvingen ook de volgende ontleding! W 50-45,46 41, 22-17, 43-39, 35-30,49-14, 28-22, 45:10, 25:1,1:4! Deze mag echter geen by oplossing genoemd worden, daar zij feitelijk niet anders is, dan een omwerking van de bovenstaande, met slechts dit verschil, dat dezelfde operatie hier begint van het veld 45, en hierboven van bet veld 50. overigens is alles gelijk. Dit was ook de rede, waarom de Jury slechts 8 punten aan de stelling toekende. Oplossing van het blad-probleem: w 40-35, 37-32. 47-29, 30:6! Probleem No. 112. Van den heer W. J. A. Matla, Haarlem, opgedragen aan den heer C. H. Broekkamp, Amsterdam. Mei 1908. Zwatt (12 schijven en l dam.) Wit (12 schijver.) Oplossingen moeten binnen 11 dagen wor den opgezonden aan borenstaand adre?. UIT DE DAMWERELD. Naar wij uit zeer vertrouwbare bron ver nemen, bestaat de vrees, dat het Congres op de a.s. Pinkste:dagen, te Marseille, niet ge houden wordt. De wedstrijden daaraan ver bonden, gaan evenwel door, en Marseille is zich reeds druk hiervoor aan 't cefenen. In de vergadering van de damclub Zaan dam", Maandag 18 Mei 1.'., is het bestuur vastgesteld als volgt: de heeren K. Slagter, voorzitter; F. Happe, vice voorzitter; A. Vink, Ie secretaris, Gedempte Gracht, Zaandam; J b. Ris, 2e secret.; J. Adams, Ie penningm., C. van Langelaar, 2e penningm.; J. Rem, Commissaris. De speelavonden worden gehouden, Maan dagsavond-! van elke week, van 8 tot 11 uur, in CaféN suf" In den wedstrijd te Parijs, behaa'de Weiss en Jahan, ieder 13 punten (Weiss moest X schijf voorgeven). Voorts kwamen nit het strijdperk: Dumont, Ottina, Bizot en Bertin. Vermoedelijk zullen Weiss en Jaban, de strijd om den e prijs voortzetten. Parijs tfilt tegenwoordig dtie damclubs van beteekenis. Maandagavond LI. hield de Haarlemsche Damclub" eene gezellige bijeenkomst in haar speel-lokaal CaféSuise", bij gelegenheid van de uitreiking der prijzen, behaald in den onderl. wedstrijd. Hiertoe welwillend uitgenoodigd door het bestuur, waren wij gaarne beieid, de prijzen uitt-te reiken. Een verguld zilveren medaille, benevens den iampioens-titel van de vereeniging, moch ten wij onzen bekenden simultaan-speler en oud-medestrijder in de Ie Ned. Zee-kamp, den heer W. van Daalen aanbieden. De 2e prgs, ons werk de Damspeler" ontving de heer J. Meijer, een opkomende kracht, die ook weldra in staat zal zg'n, onder de dam mers een waardige standplaats in te nemen. Voorts bestonden de prgzen uit fraaie kunst voorwerpen, waaronder een prachtig afge werkt dambord, een Japansche schrgfmap enz. Hierna bleef men nog geruimen tijd bijeen, terwijl daarbg de schijven niet gespaard werden. IETS VAN VOORHEEN. Naar aanleiding van ons opgenomen blad probleem, in de rubriek van 10 Mei 1.1., waar boven wij schreven, naar een oude stelling", (de hei komst was ons niet bekend), ontvin gen wg' van een onzer damvrienden, de vol gende anecdote, welke te curieus is om onvermeld te laten, hoewel niet voor de geheele waarheid wordt ingestaan. Vele jaren geleden, werd in de Zaanstreek veel en zeer goed dam gespeeli, en enkele amateurs muntte zelfs bijzonder uit in dit spel.- Twee olie-slagers (de namen worden niet genoemd), speelden destijds een partij dam, tot aan de volgende stand: zwart 1,2, 6, 7, 11, 16, 28, 29, 36, dammen op 17 en 21. Wit: 13, 37, 40, 44, 49. (Dit is de stelling, waarvan het bladprobleem is oatleed, Red.). Na enkele oogenblikken van studie, zeidede speler met wit, triomfantelijk: Zie zoo! ik win de partg," waarop zg'n tegenspeler on middellijk antwoordde: daar verwed ik mijn olie-nroleD om." De weddingscbap ging aan, en wit won deze glansrijk, met de volgende aa'dige slagzet: w 49-43, 37-31, 40-34, 34:3! Of de inzet uitbetaald is geworden, staat niet vermeld, maar wel, dat van dien tg'd, deze zet de olie-molen" bleef genoemd." EES AARDIGE VASTZETTING. In de prijsvraag leerzame oefeningen", komt de volg nde stelling met een onzer tegenspelers voor: Zwart vier gehijren, op: 17,19,20,21. Wit vier schijven, op: 18,29,34,48. Zwart speelt 19-23, waarna wit het spel als volgt vastzet: W 18-12. 29:18, 48-42 w 34-30 of 42 37 Z 17:18, 21-ÜT, 27-3L of 32 of 20 24 of 25, Zulks komt in het gewone spel niet dik wijls voor. PRIJSVRAAG LEERZAME OEFENINGEN. Zwart moet spelen. A. zwart opgegeven. B. z 41-47, w 21-17, z 47:20, w 17-11. C. zwart opgegeven. D. z 28-33, w 34-29, z 33:24, w 13-8. E. z 4 7-36, w 40 34. F. z26 31, w 40-34. G. z 20-24, w 37-32. H. I. zwart opgegeven. K. z 21-27, w 34-30. L. z 14-20, w 28-23. M. z 21-27, w 34-30. N. z 21-27, w 19-13. O. zwart opgegeven. P.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl