De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1908 31 mei pagina 2

31 mei 1908 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

D K A MS T , R D A M M K IC W K K K B L A D V OOR ff'K' DER L A N . No. 1615 voor, waarover het Handelsblad zeer ter snede een opmerking heeft gemaakt. In de strafzaak teg-n de anti militaristen werd door een der verdedigers niet meer of minder beweerd, dan dat da geheele ver volging zou zyn geschied op een wenk aan onze justitie, van uit Berlijn gegeven. Hij wekte den indruk daarvoor eenige aanwij zingen te weten. Wat de oorzaak is van de vervolging, is de zaak van het Openbaar Ministerie", onder richtte toen de voorzitter den advocaat. Die les kan on'.es inziens niet worden aangeromen. Zoo n ambtenaar verplicht U, bloot te leggen waarom hij handelde gelijk hg deed, dan is dit wel die, welke het miniiterie der openbare zaak vervult. Het is in naam der gemeenschap en haar belang, dat hrj het recht tegen d schnl ligen inroept; en de geheim'.innigheid hierbij tegenover de gemeenschap moet op misverstand der onder linge verhouding berusten. Men mag toch nie*> aannemen, dat in het zwijgen, door den officier van jast lie tot de opmerking van den verded ger gedaan, immers: het O M leverde geen repliek, eene stille bevestiging gelegen was? Van dit soort co i.itai gentium toch zou ons land alles behalve gediend zynl Voor Pru;gischi peper in de Nederlanddche rechts pleging wordt bedankt. Het is daarom te hopen, dat het door den advocaat geopperde vermoeien a'snog zal worden opgeklaard. Dit zya geen zaken van het Openbaar Ministerie. Het zijn de zaken van het gansche vo'k", Het is inderdaad te hopen ook te verwachten ? dat hierover het noodige licht zal worden verspreid. Mocht het vermoeden van den advocaat blijken ge grond te wezen, het gebeurde zou als een klei-ne illustratie kunne a dienen tot de mogelijke gevolgen eener al te warme belangstelling van een der groote heeren, met wie wij nu aan het kerseneten zijn. D. K. Verkeerde vergoeljjking. De Nieuwe Courant, in 't nauw ge dreven door een uitval van het Kamer lid Mr. Treub, voelt zich met de sympathie om vloeien van talrijke persbroeders. Niets is natuurlijker. Alle deugd is in ons wankel leven een bij uitstek relatief ding; en de deugdzaamheid van een courant, als van al wat leeft, aan vaste ondeugden gebonden. De eene redactie begrijpt de andere. Maar het is, wil ons dunken, toch niet goed, dat sympathie in deze den boventoon voert. Bleven wij ondanks subsidies van Nederlandsche werkgevers", vroeg, in 't kort samengevat, de redactie van het aangevallen orgaan, in dezelfde richting schrijven, die onze richting is Ja of neen?" Ous antwoord is ja!" zegt het Handelsblad, met warmte. Ons antwoord is ook ja. Maar wij voegen hieraan toe: wel in dezelfde richting, maar, naar ieder heeft geconstateerd, niet met hetzelfde -vuur. En dat is bedenkelijk genoeg. Wij hebben hier de reserve niet te betoonen, die ons aardig zou staan, als wij een concurreerend'' blad warea, en zeggen dus zonder omwegen onze opinie. Wij vinden het een bedenkelijk symptoom van die degeneratie, welke onlangs in dit WeekbUd door den heer Frans Coenen scherp is geformuleerd, < n die hij onvermijdelijk noe.ude, maar die wij dan toch willen keeren zoo lang en zoo goed als het mogelijk is. Een dagblad is een onderneming, zeker. Een redactie werkt daardoor in de lijst van menige mogelijkheden. Van meni* dagblad is echter bovendien be kend hoe het zekere politieke en financieele kringen heeft te ontzien of naar haar pijpen te dansen. Daar steekt al bederf, gekend, aanvaard bederf. M>iar nu wordt het erger: Een blad, dat Van blijde verwachtingen J. VAN DIJK. 1. Hel Hofj".. Aandachtig zat Dientje bij het kleine keu kentafeltje, met een rood en wit gebloemd kleedje bedekt, de steken van haar breipen te tellen. Daar haar zwakke oogen het zwarte weefsel niet goed meer onderscheiden konden, biacht zij de roode, dikke handen te dicht bij het gaslicht, dat tegen den nauur, boven het tafeltje hing. Zorgvuldig mat haar oog de zwarte streef jes op de glimmende naalden, die zij ra een losse pen te hebben ingezet, weer hef i g liet knoeperen. De armen stijf tegen het lichaam gesloten, met de reeds ver gevorderde kous als een wor3tje in haar schoot, werkte zij ij 'erig door, machinaal de korte vingers bewegend, die met behendigen zwaai telsens den draad om de pen sloegen. Een trek van innige tevredenheid lag op het bolle gezichtje van het bejaarde mensch, dat soms van louter verrukking haar korte beentjes, die door den hoogen stoel waarop zjj zat, bijna den grond niet raakten, liet heen en weer schommelen Genietend van de heerlijke rust in huis, meedroomend met de vredige stilte, liet zij den vryen loop aan haar gedachten, die nu eens verwijlden bij de blyde gebeurtenis, welke binnenkort werke'ijkheid zou worden, dan weer afdwaalden naar de verrukkelijke dingen, die wel nooit gebeuren zouden, maar die zij toch prettig vond te denken. Tegenover haar zat de tweede meid, een jong meisje, . dat een tullen mutpje droeg, met witte banden, die deftig op haar rug afhingen, en dat met haar ellebogen op tafel geleund, terwijl haar handen het voorhootd ondersteunden, over een vergeelden sensatie roman gebogen zat. Gut, mensch, hou toch es op l" viel het meisje eensklaps uit, kwaad van haar boek den naam niet wilde hebben een werk geversblad te zijn, en dat een Vereeniging van Nederfandsche Werkgevers" niet... tot eigenaars heeft, van eigenaars verwacht men nog, dat zij de belangen van het blad in de eerste plaats voorstaan, maar tot contribuanten zelfs; dat geld ontvangt van hevige tegenstanders der staats-exploitatie van spoorwegen en zelf direct met volle handen (hoewel de krant niet rijk is) uitgaven doet ter verzameling van alle mogelijke materiaal tegen de ongewensc'ite exploitatie; dat geen onder scheid meer kent in deze zaak tusschen redactie en directie; waarvan de directie groote reizen maakt, ijverig bezig voor het... geestelijke belang der anti-staatsexploitatie-bewegi jg neen, neen, hier is de redactie van de op uitnemende wijze geredigeerde Nieuwe Courant over de schreef van het?aanvaarde"bederf gegaan. Het is niet goed dit te vergoelijken. Ziehi T twee staaltjes van vergoelijking op zijn smalst, een paar stukjes immoreele literatuur: Toch en dat ia het ernstigste van dit incident is reeds een aldus geuite be schuldiging (al heeft ze oo'i niet den minsten grond) een hoogst ernMiz nadeel voor de courant, die er door getroffen wordt. (Seuus van den D.ig ) Inderdaad! Nog eens, de waarheid der brschulilïnging komt hier niet in de eerele plaat?. Meent iemand een dagblad te kunnen beschuldigen, hij trachte dat aan te to men lan^s andeien weg: geenszins door ?nanneele b'zonderheden der ondtmeming, niet zoomaar te controleeren, op te sporen, en die dan in 'i lands vergaderzaal te vertellen. fff. v. d. D.) Wij hebben gecursiveerd. En wij, die de redactie van de Nieuwe Courant, welke meer dan menige aadere redactie iets opens en eerlijks over zich heeft, niets kwaads wenschen, moeten zeggen, dat de heer Treub een goed want ongetwijfeld vruchtdragend werk heeft g -daan. Een zerk op de Anti-these. DE XIKCWE WKTIIOUDEB VAX ONDERWIJS is: een tegenstander van schoolbaden, school reisjes, schoolartsen, de scholen 4de klasse, en natuurlijk van de Openbare Lagere school, het Openbaar Middelbaar en Hooger Onderwijs. Niettemin heeft een zeker aantal rechtsliberalen deeen man, die krachtens zijn beginselen en opvattingen tegen moet werken wat zij, als liberalen tot nu, in onderscheiding van de rechtsche partijen, voor alles heetten voor te staan, helpen stellen aan het hoofd van ons departement van onderwijs. Zij hebben dat gedain met duidelijken «vil en naar men verwachten mag met klaar besef. En zij delen dat, kiezend onder voorgang van het Algemeen Handelsblad, allereerst om te beletten dat de heer Kete laar, vrijzinnig democraat en oud-secretaris van den Bond van Nederl. Onderwijzers, thans schoolopziener, den heer DeS-iuvage Nolting zou opvolgen. Het verzet tegen den heer Ketelaar werd goedgepraat met afkeer van de... republikeinsche school en met vrees dat deze oudsecretaris van den Bjnd ?ijn oud-bondsleden zou voorstaan boven de houfden van scholen. Wie even rustig doordenkt ? voelt het gezochte van dit verzet. De Wethouder van Amsterdam kan, zoomin als de school opziener het kon, de republikeinsshe school invoeren. Hij kan hoogstens den hoof Jen ook een klas geven (gelijk mr. De Vries eveneens wil). Geroepen, krachtens zij u ambt, de goede verstandhouding tusschen hoofden en klasse onderwijzers te bevorderen, heeft een man die het vertrouwen der laatsten heeft, op goed succes daarbij geen geringer kans. En maken we niet telkens bondsop'jijkend... Hè, je maakt iemand misselijk met je geschommel. 't Tafeltje gaat heen en weer". Boos, nu ze opeens uit d'r zoete droomen opgeschrikt werd, wilde de oude vrouw eerst een nijdig antwoord geven, doch toen weer bedenkend, dit over een paar wekie*.. .. neen, ze zou zich nou es niet door zoo'n astrante meid uit d'r zalige doen laten halen, en niet d'r heerlijke uurtje met kijven laten verstoren. Waarom zou ze kibbelen... ? Nog maar vier en veer'ig dagies en dan ging ze weg.. .. Nou ze bijna dertig jaren geliend had, weri'tnu voor haar ook niet es tijd, dat d'r haar rust van nemen ging.... Nog maar zes wekies, en dan naar 't home.... Dan k .vam de rust. .. heele dagen zou ze daar niks te doen hebbt n. Ja eigen kamertje moest je natuurlijk in orde houden, en ook wat voor de gezamenlijke keuken dien, maar verder was je ?rij, mocht je- gaan wandelen of je koussie breien, en niemand, die je wat kommandeeren kon, of die zooveel over ja te zeggen had.... Zeven honderd gulden moest ze betalen om zich in te koopen. Hoe waren ze bij mekaar gekomen I En was ze niet eerlijk met niks begonnen.... Guldentje voor gutdentje ha-1 zij ze bij elkander gekregen, op gespaard van d'r verval, of van 'n extratje, dat men haar gezeven had ... enre ... o, ja, toen de jonge juflrouw ziek had gelegen, en zij heele nachten had opgepast toen ha l meneer d'r zestig gulden in d'r hand ge stopt.... Haar volk waf toch wel goed voor d'r geweest..'.. Had meneer niet gezegd, dat ze niet d'r geld naar de spaarbank most brengen, maar naar de notarins, omdat ze daar meer rente kreeg. ... Die rente, dat was 'n mooie uitvinding. As zij 't alleen van 'c gespaarde geld had moeten hebben, dan was ze nog lang zoo ver niet geweest. Maar door de rente was d'r elk jaar meer bij ge komen... Hoe ging dat nou eigenlijk met die rente...? Afijn, dat deed er niet toe... Ze had meneer verzocht haar te willen waar schuwen, as d'r negen honderd bij elkaar zou zijn, want niewaar, je wou toch ook 'n paar centen ampart hebben leggen. Je was maar mensch, en je kon nooit weten En voor leden tot schoolhoofden? Waarom dan zoo bang voor een bondsraan als wethouder? Weet men niet hoe in allerlei besturen juist de werklieden hun eigen klassegenooten het scherpst op de vingers zien, omdat zij immers het best hun deugden maar ook hun fouten kennen? * * Laten we er in elk geval niet omheen" draaien, maar het feit constateeren, dat onze rechts-liberale Raadsleden voorgoed do eenige sloot zijn overgesprongen, die hen nog van de rechtsche clericalen gescheiden hield. Hun vrees voor het progressivisme heeft hen er toe gebracht, het clericalisme als den geringsten vijand te omhelzen. Nu zelfs niet meer tegenover den socialist, als indertijd bij de verkiezing in IX, maar tegenover den vakvereenigingsman-vrij zinnig- democraat. Hoever zij dit kunnen verintwoorden jegens hun kiezers, die hen dan toch als behoeders der openbare school en der liberale grondgedachte naar onzen Riad gezonden hebben, moeten zij met hun geweten en de kiezers uitmaken. Doch* waar het Han delsblad het parool gaf zal hun wel ver geving wachten. Voor ons, die houden van geteekende toestanden, is het geval in zoover welkom, dat wij nu geheel weten waaraan we toe zijn. Eerst hi t gesoharrel tegen een ietwat hevige uitvoering der woningwet; nu dit door snijden van het anti-elericale tafellaken. Zoo komen we eindelijk in Amsterdam uit de sloomo halfheid van: ik wil wel, maar ik wil eigenlijk niet" en wordt het: behouile/td tegenover vooruitstrevend.... gelijk het behoort. Bij de jongste begrootings-debatten heeft Mr. Heemskerk gezinspeeld op eene algemeene coalitie van anti-s >cialisten tegen de socialisten. De toekomst evenwel wijst naar een andere groepeering, gelijk men die in Engeland kent althans tot voor korten tijd gekend heeft van progres sieven tegenover conservatieven. Aan den eenen kant komen dan alle schakeeringen van hen die vreezen voor den ontwikke lingsgang onzer maatschappelijke verhou dingen, voor het verlies aan geld en gejag van wie dit nu nog vasthouden; aan den anderen kant allen wier inner lijke overtuiging hen doet begrijpen dat ook de Gemeente een belangrijke taak te volbrengen heeft ter versterking van onze volkskracht, en die de offers, welke deze vergt, noodig en wenschelijk acht. Of die nieuwe groepeering zich vormen zal, zal voor een deel afhangen van de vraag, in hoeverre do sociaal-democraten zich er al dan niet bij willen aansluiten. Doch ook al blijven dezen liever op hun eigen schiereiland hokken, dan zullen de progressieven on Ier de andere groepen zich er niet minder om hebben aan een te slui ten, en zal in dat geval de groep der Vrij zinnig-Democraten kans hebben op het ver krijgen van de leiding, wat haar zeker principieelcr te paard zal zetten, dan zij de laatste jaren zat, zelf «vat angstvallig schei loogend naar de macht van het behoud. De verkiezingen in 1909 worden aldus goed ingeluid. En al zal het de vraag zijn of alsdan de gezamenlijke progressieven met een meerderheid naar het Prinsenhof zullen komen veel zal stellig afhangen van de economische gesteldheid in dat jaar, omdat slechte tij-len altijd angstvalligheid wekken er za.1 in elk geval winst zijn in klaarheil van verhoudingen. En den aanstaanden winter zal er interessant pro pagandawerk te doen vallen. ^__^__^^_ L. SI.MOXS. Het budget van onzen Nederlandschen Staat. Hoe weinig Nederlanders kennen juist hun uitgaven en inkomsten, maar 't minst wel hun uitgaven. Met ne uitzondering echter: het bedrag, dat zij aan den fiscus moeten opbrengen, denken zij op eeu halve cent na te kennen. Welk eene dwaling. Aan den ontvanger toch wordt onmiddelijk slechts eone sorn van ruim ?40 milliofn per jaar gebracht, terwijl de totaal ont vangsten van den Nederlandschen Staat de ? 200 millioon naderen. Bijbel ?'<>() milliocn, zoo doopte mr. A. Polak, de oud-hoofdredacteur van het Han delsblad, het boekjo, waarin hij een over'n half jaar, ze herinnerde 'c zich nog of 't gisteren pas gebeurd wa*, riepen ze haar naar boven, en toen hadden ze d'r verteld, dat ze er waren. Nu stonden ze veilig bij den notarius, omdat ze wachten moest tot d'r plaats in 't hoilie zou zijn.. . . En over zes weïies, nog vier en veertig dagif s, kwam ze d'r lekker in.... Al denkend dwaalden haar oogen van haar werk af, en bleven vaag op de koperen kandeHars rusten, die op den schoorsteen stondtn, en waarin zich het gaslicht met goud-lichtende vonkjes weerkaatsten. Instinktmatig bewogen zich haar vingers, en deden de naalden monotoon tegen elkaar knetteren. Haar kamertje had ze al gezien bij haar bezoek aan 't hoffie. ... Hoe zou ze dat nu 't gezelligst inrichten.... Wacht, 't linnenkastje kwam naast den schoorsteen, en aan den anderen kant, tegenover de deur, zou haar bed komen te staan.... En dan zou ze zich 'n pietje aanschaffen.... Hè, dat moest gezellig zijn, as 's morgens de zon in 't kamertje scheen, en as dan de vogel zoo hoog zong, zoo schel,... Onbewust, liet zij haar voeten van louter verrukking weer heen en weer schommelen. En as 't dan op 't hoflïs zoo heerlijk stil was, dan ging ze 's middags aan 't raam zitten breien; as ze dan op ag, dan keek ze net leien de perkies met bloemen aan, die voor de deur stonden. Toen zij 't gestichtje bezocht had, was 't tuintje nog kaal ge weest, en hadden d'r in den hoek alleen maar 'n paar magere struikies gestaan.... Maar 's zomers was 't d'r vol bloemen, had de directrice gezegd, dan waren d'r roojsie?, en geraniums, en van die boompjes met die blauwe trossen, die zoo lekker riekten.... En misschien ... maar dit zou toch wel niet gebeuren, maar toch. . as mevrouw d'r nou es Mimi zou meegeven.... Docb mis schien mocht je in 't hoflie geen kat heb ben ... jammer dat ze vergeten had daarnaar te vragpn..., Maar 'n pietje, dat mocht Kon ze d'r nu maar es met iemand over spreken. Aan die Marie hadt je niks.... Dit zat altijd d'r nare boekles te lezen, as ze niet uitging.. ., Doch haar kinderlijk gemoed kon het zicht geeft van de staatsuitgaven en inkom ? sten en dat uitgegeven werd door de firma Wolters te Groningen. Welk een nauwkeurige en tijdroovende arbeid heeft mr. Polak hiermee verricht. Zoo heeft hij heel onze begrooting en wet op de middelen moeten doorwerken om aan den gemakzuchtigen lezer te laten zien, waarvoor die ? 200 millioen worden besteed. Maar ook een nuttige arbeid. Want de kring van hen, die van dit werkje gebruik kunnen maken, is niet beperkt. Welke docent aan onze H. B. Scholen zal er geen profijt van kunnen trekken bij zijn onderwijs, wanneer hij het gewichtige gedeelte van de begrooting" moet behandelen ? Hoevele journalisten zullen het niet dikwijls kun nen opslaan en ook menige politieke pro pagandist zal aan dit boekje cijfers kunnen ontleenen tot versterking van zijn betojg. En niet in de laatste plaats de belasting betalende Nederlander, die met genoegen zal constateeren hoe nuttig zijn opgebrachte penningen worden besteed. De bewerkte cijfers krijgen nog grooter waarde doordat mr. Polak zich de moeite heeft gegeven ze te vergelijken met de eerste begrjotingscijfers van na 1848. Hij heeft daarvoor heel wat moeten pluizen en rangschikken, maar het resultaat is dan ook geweest, dat hij ons een helier beeld heeft kunnen geven van de ontwikkeling van de werkzaamheden van onzen staat. /oo kunnen we daardoor ook gemakkelijk volgen de veranderingen, die ons belasting stelsel in den loop van die zestig jaren heeft ondergaan. En niet zonder een zekere trots wijst mr. Polak op sommige van die vergelijkende cijfers. We zouden het zelfs in een hoofIredacteur van een leidend liberaal hoofdorgaan niet euvel hebben kunnen duiden, indien hij de beteekenis dier cijfers nog eens wat had aangedikt. We doelen hier b.v. op de cijfers, die uitwijzen, dit het inkomen van de kroon in die j iren niet steeg, op de vermeerde ring der uitgaven voor leger en vloot, op de wijziging die ons belastingstehel onder ging, o.a. door vermindering van accijnzen, vermeerdering van directe belastingen enz. Later biedt zich wellicht nog eens de gelegenheid deze uitkomsten aan kritiek te onderwerpen, maar thans willen we volstaan met aan te dringen op kennisma king. Niet, dat we overigens peen be denkingen hebben, maar deze behooren meer tot etaatsrechterlijk gebied en daarom brengen we ze thans niet ter sprake. Boeren, burgers en buitenlui leest, en begrijpt, dat ge in de toekomst nog iets meer zult moeten bttalen, want onder de uitgaven missen we verscheidene, die feite lijk in vele schrijnende behoeften moesten voorzien. Gz. Sociale* Hut flisca tor Wet op de Kamers u Arbeid. i. Bij de heden alhier gehou len her stern "ning van leden-p?troons voer de Kamer van Arbeid voor het Logement en K lti >hui.shoud-r.sbe trijf is geen enkele stem uitgebracht. N. R. Cl. dd 24 April 1907. Er is in de geschiedenis onzer arbeidswet geving wel geen voorbeeld aan te wijzen, dat een sociale wet zulk een fiasco heeft gemaakt, dan de Wet op de Kamers van Arbeii" van 1898. Sinds ettelijke jaren reeds is uit den boezem der Kamers zelf de aandrang tut de Regeering gekomen, toch zoo spoedig mogelijk eene herziening dezer wet te willen ter hand nemen, 1) en nu een der opeenvolgende regeeringen nog geen aanleiding of lijd heeft ge vonden, om deze aangelegenheid aan de orde te stellen, en de Kamers van Arbeid 1104 steeis in aantal en beteekenis teruggaan, heeft de vereeni^ing van Voorzitters en Secretarissen der Kamers reeds in 1906 besloten, zelf de zaak ernstig ter hand te nemen, en is er thans eene commissie beuoe nd om te bepalen, welke veranderingen in deze Wet de meest wenschelijke zullen zijn. Deze commissie, wairin o. m. benoemd werden prof. Drucker, mr. Falkenburg, mr. geluk niet langer in zich bewaren, en in een behoefte om ook anderen de mooie toekomst te laten bewonderen, vroeg zij opeens: Zeg es, Merie, weet je wat'n pietje kost?" On,vij)ig keek het mei je op. 'n Wat?" Och je weet wel, zoo'n kenarievogel''. Weet ik veel", gaf Mirie gemelijk ten antwoord. Maar waarom viaag je dat? Ga je d'r ragout van make, of wil je soms 'n nieuw soort soep uicvinde". Hè, nee, maak d'r nou geen lol mee. Ik meen 't in ernst. Kijk, a? ik over zes weken wegga, dan mag ik in 't h< tlie m'n eige kamertje icrichte, en dan wil ik me zoo'n vogeltje aanschafte. Zie je dat gefluit vin ik zoo gezellig. Als je zoo'n heele dag niks te doen hebt, dan wil je toch ook wel es 'n verzetje hebbe, wat jou?" Heb je laar niks e doen, de heele dag niet?" informeerde Marie, nu met wat meer belangetelling. Met een gebaar van nu eens lekker te gaan babbelen, legde de oude meid de breikous op haar schoot, gelukkig nuhetmei>je praten wilde. Niks hoor" begon ze, enthousiast je mot natuurlijk je kamer in orde houë, maar verder hèje niks te doen; dan ben je heelemaal vrij. Na n uur mag je gaan wandele, as je maar zorgt, dat je voor zesse weer binne bent. Alleen, as je 't de direc trice vraagt, mag je tot negen uur uitblijve. As ik nou, bijvoorbeeld, bij m'n zuster ga ete, zie-je, dan mag ik wegblijve.'' Ken je mijn ook niet zoo iets bezorgen", benijdde Marie want dat geboen en geplas hangt me hier verschrikkelijk de keel uil". Nou, as je zeven honderd gulde hebt, kan je d'r ook in". Zeven honderd gulden... kost't zooveel! Nee maar, zoo rijk is m'n heele familie niet. Hoe heb jij <Iie bij mekaar gekrege?1' Hoe? Wel, met eere verdiend. Ik ben echt met niks begonne. Toen ik hier in dienst kwam, had ik maar zestig gulden op de spaarbank, echt waar. Hoe lang ben je al hier?" Ikke? Nou laat es kijke, dat zal'n week na Pinkatere acattien jaar worre Maar Yan Zanten, ds. Talma, jhr. van Nispen tot Sevenaer, Henri Polak en J. H. Schaper, heefc zich thans met een uitvoerige vragen lijst gewend tot verschillende personen en corporaties, ten einde de meening en de wenschen van de meest verschillende zijden te weten. Wie weet, of, nu een nieuwe Regeering is opgetreden, met een minister van Arbeid wien deze aangelegenheid speciaal onder de aandacht is gebracht, en een jaar vóór zich waarin ongetwijfeld getracht zal worden, socialen arbeid te leveren wie weet of niet thans het oogenblik spoedig is aange broken, waarop deze wet uit hare vrij be narde omstandigheden verlost zal worden. En vooral ook met het oog op deze vragen lijst, zijn opmerkingen over dit belangrijke onderwerp wel ter plaatse. Waarin op de eerste plaats bestaat het fiasco dezer wet ? Voornamelijk op tweeërlei gebied lo. de wet heeft als voor naamste taak meegekregen : eene verzoening tot stand te brengen tusschen kapitaal en arbeid, en inplaats daarvan zijn de kamers geheel en al buiten dien strijd komen te staan en worden volkomen genegeerd; 2o. de hopeloos geringe deelname van werk lieden en patroons aan hunne samenstelling. Om te beginnen met het eerste. Toen in het voorjaar van 1896 de toenmalige regeering haar wetsontwerp op de Kamers van Arbeid indiende, zeide ze in de toelichting, na te heoben geconstateerd, dat in ons land de strijd tusschen Kapitaal en Arbeid minder erg was dan in het buitenland: Wat zich in ons eigen land heeft ge openbaard, is evenwel voldoende om naar middelen om te zien, ten einde te trachten, voor zoover de regeering daartoe bij machte is, een goede verstandhouding tusschen patroons en werklieden te bevorderen, mis verstand te voorkomen, voortwoekerend wantrouwen tegen te gaan, verbitterende geschillen op te lossen, voor beide par tijen noodlottige geschillen te verhoeden, en de overtuiging te vestigen, dat de be langen van beide partijen niet onverzoenlijk tegenover elkander staan ..." En verder nog stellig en ondubbelzinnig het volgende: Met de instelling van Kamers van Arbeid toch wordt bedoeld het nemen van een maatregel, bestemd on in niet geringe mate invloed te oefenen op de maat schappelijke verhoudingen, teneinde toe nadering te bevorderen tusschen twee vaak tegenover elkander staande klassen der samenleving". 2) Ziedaar zoo duidelijk mogelijk de hoofd zakelijke bedoeling der Kamers van Arbeid weergegeven: Ze zouden de toenmaals reeds opgaande golven van den klassenstrijd, dien men aanzag niet als een noodzakelijk, onkeerbaar verschijnsel maar als een mis verstand", doen leggen; ze zouden niet minder dan kapitaal- en arbeid, die twee geweldige fundamenteele elementen wier tegenstelling van belangen aan zulk een reusachtigen strijd het aanzijn heeft gegegeven in alle landen, hier te lande tot elkander brengen, zooals de heer De Savornin Lohman het zeide bij de behandeling in de Kamer : De Kamers van Arbeid zijn alleen een middel om te voorkomen, dat georganiseerde groepen in de maatschappij elkaar ten slotte verdelgen". Dat was dus het voornaamste doel dezer wet. Een buitengewoon omvangrijk doel maar niet minder utopistisch. En alle Kamer leden van toen waren even geestdriftig en utopistisch, pp den hrer Rutgers van Rozenburg misschien na, ie waarschuwde, er niet te veel van te verwachten. Vruch ten", zeide hy, zal het niet afwerpen. Da werklieden zijn ii onmin met hun werk gevers, meestal zear hardnekkig." Dat in derdaad de meeste Kamers van Arbeid later fiasco zouden lijden door onwil niet van de werkgevers, maar juist van depatroons, dat kon de heer Rutgers toen niet vermoeden, en hij allerminst kwam op de gedachte. Wat heeft de Wet, wat 1) Reeds in de Kamer van Arbeid" van 15 J:ili 1900, wordt, in eene bespreking der jaarverslagen over 1904, de klacht herhaald, dat de taak dtr Kamers tot het versoenen bij arbeidsgeschillen, steeds achteruitgaat. En sedert is het nos? erger me*ordfn! 2) Bijlagen Handel. 1895?1890, no 88, blz. 5. weet je waar 't van komt dat ik nou al zoo ver ben? Da, komt van de rentef. Zie je as je nou 'n paar honderd hebt, dan komt d'r alle jaar wel 'n kleine tien gulde bij, zoo maar, waar je niks voor hoeft te doen". Ja, dat weet ik . .." Eerst heb ik't op de spaarbank gehad?" ging zij onverstoorbaar voort maar meneer hét me angeraaie 't naar de notaris te bren gen, dat Let ie in z'n tijd ook voor me in orde gemaakt, en toen kwam d'r alle jaar wel minstens vijf en twintig gulde bij, en in de laatste tijd wel veertig, zoo maar voor niks..." Maar waarom geve die mensche dat nou eigenlijk?" Ja, daar weet ik niks van. Maar je krijgt ze, en dat is de hoofdzaak. En wat kan 't mijn schele hoe ze 't doen." Enne, in 't hoffie hoefje niks uittevoere... Mag je daar ook opstaan zoo laat as je wil en kan je daar alle dag gaan wandele . ..'.'" Peinzend liet Marie het hoofd ep baar han den rusten, en keek droomerig over haar boek. Das zy nou zoo iets niet had... Ze?en hon lerd gulden moest je hebben; maar dan hadt je ook 'n heerlijk leventje. Je hoefde niks te doen, mocht 's morgens zoo lang blij ven liggen, as je maar wou, in plaats om zeven uur al uit je bed te moeten. Je bent 'n geluksvogel" verzekerde zij op stelligen toon. En nou heb je nergens geen zorg meer voor. Je krijgt je ete, je drinke, je slape, en je hoeft d'r niks voor uit te voere." Maar ik heb 'n m'n jeugd ook zoo hard motte werreke, dat ik d'r nou wel m'n rust van hebbe mag..." Ratelend belde het electrische schelletje, haar woorden onderbrekend. Hè, altijd tct dat volk wat; nooit kunne ze es iemand met rust late" mopperde Marie Toe, ga jij nou es effe kijke ik ben daar straks al op geweest om meneer Scholte ope te doen." Berustend legde Dientje haar breikous op tafel en ging naar boven. Luid hoorde zy in de kamer praten, terwy'l zij de trap opklom. doch onmiddellijk zwegen de stemmen toen zij aanklopte. Ja," riep een driftige stem van binnen. Bedeesd trad de oude meid binnen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl