De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1908 14 juni pagina 5

14 juni 1908 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1616 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOORNEDERLAND. DAMES. Dr. Jur. CATHAEINB WAUGH MAC CULLOCH, Vrederechter in den Staat Illinois, die, op de samenkomst der bespreking van het Vrouwenkiesrechtvraagstuk van Christelijk standpunt, eene spreekbeurt hoopt waar te nemen. lllllllimillllllllfIMIIIIIftlllIJHHIIIMIMIIIIIIIIIMMUMIIIIHimillimilllllll LIBERTY SHAPED SKIRTS WITH SUFFICIENT MATERIAL FOR BODICE IN PRINTED DRESSMUSLIN IN MANY CHARMING DESIGNS F L. 14.95 IN COTTON CRAPE F L. 9.95 SELECTION SENT ON APPROVAL METZ&CO SOLE REPRESENTATIVES IN HOLLAND LEIDSCHESTRAAT AMSTERDAM KiDderlectDor. Waarom, als we het over boeken of bladen hebben, zoovele menechen, en nu ook weer de dames v. d. Velde Pijnappel en de Fremery, in verdachtmakingen hun kracht zoeken, is me een treurig raadsel. Ik zelf heb nooit een verhaaltje voor Jeugd" geschreven, maar al ware dat wel zoo, een redactie behoort redactie-aangelegenheden te eerbiedigen, zulke dingen brengt men niet in een dergeJ^k debat, en bovendien zou het immers te dwaas zjjn om daarop te gronden mijn ongunstig oordeel over de meeste kinder tijdschriften en rubrieken, waartegen i k sedert jaren met zóó vaste overtuiging stryd voer, dat alle verdachtmakingen me geen oogenblik van plan of inzicht kannen doen ver anderen : ik geef immers zakelijk de redenen op waarom ik die bladen afkeur; en i k heb het noch in 't bijzonder tegen Jeugi, noch iimiiiiiiiiiiiiiiimniimmiiiiiiiiiimiiiiiiimiiimiiiinuiiiiiiiimiii i UIT DE NATUUR. CCLXXVII. Jonge vogels. . Daar krioelt het van in Juni. Waar ge luistert en waar ge kijkt, overal en overal, in het kreupelhout en op de kale heide, tusschen het riet, in het koren, in de bloeiende heesters en in de hooge zalen der boomen, daar boort of ziet ge het jonge drukke goedje, dat altijd pret maakt als het geen honger heeft, en altijd honger heeft als het geen pret maakt, en zoo graag heel gauw groot wil zijn. Jonge vogels en jonge kinderen begrijpen mekaar het best. Dat merkt ieder dadelijk, als een jong hulpeloos vogeltje het ongeluk heeft, in kinderhanden te vallen. Wat een uitroepen van sympathie en medelijden met het stumperig, goedig-angatig, dom kijkend .veerendolje. Ze willen het voeren, groot brengen en zijn leven door spel vermaken; allemaal louter sympathie van verwante zielen. Dat het opvoedingswerk geregeld mislukt en steeds uitloopt op een droevige begrafenis in den tuin, ligt niet aan de goeden wil, maar alleen aan de vergeeflijke onwetendheid van jeugdige menschen, en aan de verklaarbare onmacht om de routine en het instinct van oude vogels te vervangen: Een stoof met watten voor een nest! Onhandige kindervingers inplaatg van be kwame vogelsnavels l Waarom wil zoo'n zwaluwkindje ook niet tieren op in melk geweekte beschuitjes? Waarom weeteen jonge spreeuw geen maat te houden en laat hij zich gewillig doodvoeren 1 En waarom mis kent een jonge stiemgcbe musch de beste bedoelingen, en vertikt hu bet een bek open te doen, als expres, omdat melk niet goed voor de oogen van vogels is, voor hem witte brood in water is gekookt? Aanvallig zijn ze lang niet alle, die jonge vogeltjes; o, zeker, ge hebt er snoesjes by ; jonge eenden- en kippenkuikenljes, jonge patrijzen, kieviten en fazanten; dat zijn prachtin 't bijzonder tegen n der andere kinder bladen, ik heb het tegen het ty»teen: ik heb het tegen deze soort kinderexploitatie. Hoe zou 't toch komen, dat zenuwinrich tingen, krankzinnigengestichten, sanatoria als paddestoelen nit den grond verrijzen ? Wat zou toch de reden zijn, dat het zs-nuwlijden steeds heviger wordt, dat er gtteds meer kinderen als slachtoffer vallen ? Zou het ook kunnen zijn, dat er van het kind veel te veel geeischt wordt? Er is een Vereenigins; ter vereenvoudiging van het onderwijs opgericht: dus tot beper king \an den arbeid voor het kind. Liefde volle menschen richten vacantie-koloniesin, alle verstandigen zoeken naar goede onttpanning van het kind in de frissche lucht. Werken nu die blaadjes niet in hoofdzaak juist in tegenovergestelde richting? Heel zeker. Laten w\j toch onze oogen open h'ouden voor de grorte volkibelamgtn, ook al moeten daarbij kleinere persoonlijke belangen worden opgeofferd. Ik neem gaarne aan, dat Mw. v. d. V. en a. meenen op den goeden weg te zijn, maar er hangt veel te veel van af: er dient ernstig onderzocht, want deze blaadjes kweeken: gpeeulatie-zucht, winzuebi, sehraapzucht, ijdelheid en al die ondeugden bij ons volk, waarvan we toch al niet zijn viy te pleiten. Daar ik dezer dagen in Het Kind en binnen kort ook in Nieuw Vrouwenleven op dit onderwerp terug kom, sluit ik hierbij m. z. het debat in De Groene over Jeugd na nog opgemerkt te hebben, dat Mw. de Fremery met haar koude woorden: Dat Jeugd geen toezicht op al die kin deren kan honden, is zonneklaar," Jeugd zooall het tharis is (en al dergelijke bladen) op de meest afdoende wijze veroordeelt. Wel voegt zij er nog een woord over de ouders aan toe, maar n der bezwaren tegen blaadjes als Jeugd is juist, dat de redactie zich in sommige opzichten te veel dringt in het intieme leven der kinderen, terwijl zij van uit de verte onmogelijk kan beoordeelen of zij geen groot kwaad sticht, want bij op voeding ia het vóór alles noodig het kind door en door te keuntn, en dat is voor een vreemde redactie onmogelijk. DAISY E. A, JUNIUP. TerfiecBfctelliBi, M. de Redacteur. ?Sta my toe een kleine inlichting te geven naar aanleiding van een uitdrukking welke Johanna Naber bezigt in no. II van om en bij het internationaal congres voor Vrouwen kiesrecht". Zy spreekt daar over de Neder landsche Vereeniging voor Vrouwenkies recht". Welnu deze bestaat niet. Er bestaan : een Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht" en een Nederlandsche Bond voor Vrouwen kiesrecht". De eerste telt pi. m. 40 afdeelingen met pi. m. 4000 leden en bes'aat ruim 14 jaar, de tweede telt 17 afdeelingen met ruim 800 leden en bestaat ruim 15 maanden. Voor zitster van de V. v. V. K. is dr. Aletta H. Jacohs arts te Amsterdam, Voorzitster van den N. B. v. V. K. wed. E. C. van Dorp, advocate te 's-Gravenhage. Tusschen beide vereenigingen bestaan eenige principieele verschillen. Het komt me wenscheljjk voor dat men, wanneer 't noodig is de nationaliteit op den voorgrond te brengen, spreekt van b. v. de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht hier te lande of iets dergelijks; maar niet door den naam der vereeniging zoo ongeveer ge lijkluidend te maken met dien van den Bond het publiek in den war brengt. Dergelijke mystificaties zijn misschien zeer doeltreffend, maar toch een weinig ongewenscht. Met dank voor de plaatsing, hoogachtend, W. WIJNAENDTS FBANCKBN DYSERINCK. Geachte Redactie. De gewraakte door mügebezigde zinsnede luidt.... nadat een welkomstlied gezongen is en onze gasten officieel door de Presidente van de Nederlandsche Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht, die dan ais gaafcrrouw vogeltjes al zijn ze nog maar twee dagen oud; die kunt ge ook nog wel grootbrengen, als ge er veel zorg, tüd en kennis aan besteedt. Maar dat zijn ook vogelkinderen van een bijzonder slag; geen nesthokkers. Ze zijn aan bet eind van den tweeden dag van hun leven al niet volslagen hulpeloos meer. Toegerust met een voorloopig veerenpakje, kunnen ze een niet al te kouden zomernacht ook buiten moeders vleugelen overleven. Mrs. FLLA STEIVABT ait Chirago, die op de samenkomst met jongelieden het wooid zal voeren. optreedt, De ", die den vorm van een titel geven, zyn etne vinding van de inzerjdefcr. Met dank voor de plaatsing, hoogachtend, Uwe dw., JOHASNA W. A. NABER. Nu de vacantietijd aanbreekt, zullen weldra honderden stadgerooten dien geheel of ten deele elders gaan doorbrengen, omnamaandenlan^en ingespannen arbeid eenige rustte genieten Is voor deze allen die vacantietüd een genoegen, er zijn anderen, die ook vacantie krijgen zonde het te verlangen Het zijn uw schoonmaaksters, naaisters, enz. enz., wier diensten gij in uwe vacantie niet noodig hebt. Mogen wij u in herinnering brengen, dat die menschen in uwe afwezigheid ook moeten leven, dat zij buur moeten betalen en voor het onderhoud van hunne gezinnen moeten zorgen? Het loon, dat zij van u genieten, is daarvoor onmisbaar; indien zij dit geduretde uwe afwezigheid niet krijgen, lijden zij gebrek. Daaiom besloot o uzealgemeene vergadering tot onze stadgenooten het vriendelijk verzoek te lichten: Vergeet deze trouwe helpers in uwe Huishouding niet; laat hen ook gedurende uwe afwezigheid hun loon behouden. De Vereeniging van Armbesturen te Am sterdam: L. J. van Wijk, Burgerlijk Armbe stuur, voorzitter; M. J. Beerling, Nederd. Berv. Diaconie; J. F. L. Blanken berg, Lief dadigheid Naar Vermogen; mr. Lod. S. Boas, Liefdadigheid Naar Verbogen ; J. Compris, NederL-Igraëlietisch Armbestuur; P. C. van Donk, Waalsch-Herv. Diaconie; Z. Duim, Weldadigheid»-Vereeniging Montifioie"; L. Grelinger, Weldadigheids-Vereeniging Montefiore' ; H. J. Horn Jr?Evangelisch Luth. Diaconie; J. Jonkman, Hersteld Evang. Latb. Diaconie; H. Kruimel, Remonstr, Gereform. Diacoaie; J. C. Londt, Herst. Evang. Lutb. Diaconie; A. Max, Neder!. Israëlietieoh Arm bestuur; dr. G. ter Meulen, Burgerlijk Arm bestuur; Ch. Miseroy, Waalsch Herv. Diaconie; H. Molster, Eemonstr. Gereform. Diaconie; H. W. A. Paans, Nedeid. Herv. Diaconie; J. D. Eahusen, Doopsgezinde Diaconie; mr. J. G. Salm, Vereeniging De Helpende Hand"; H. J. L. Schmedding, R. C. Oude Armen kan toor ; J. F. Spliethoff, Evangei. Luth. Diaconie; I. Teixeira de Mattos, Portug Israël. Arm bestuur; D. Tollenaar Hz., Doopsgezinde Diaconie; H. T. J. Velthuyse, ParochiaalArmbegtuur H. H. Nicólaaa en Barbara; A. J. Mendes da Costa, Portug. Israël, Arm bestuur, secretaris. Dankbaarheid. Signora Totelli penvoerster. £erete nationale Congres van Italiaansche Vrouwen. Voor de Mai-Festspiele te Weenea, waren dit jaar tal -?an zangers ea zangeressen naar De Aalscholver voedt zijn jong. Is het hun een dagje voorgedaan en vinden ze overbodig voedsel in de buurt, dan pikken ze zelf hun maagje wel vol, al is het dan ook niet met de meest gewenschte kost en met de matigheid der ouderen. Dat zijn de bevoorrechte vogelkindertjes van de heide en de duinen. Maar de neethokkera in de boomen en in de hooge atruikjes, die zijn even hulpbehoevend als pasgeboren menschenkinderen. Ze liggen daar hoog of laag in het warme nest opeengepakt, een mandje vol kleine kale vleeschballetjes met slappe krachtlooze pooten en wanhopige vleugelstompjes. Alleen de bek en de hals zijn groot en wijd als een zak; en die bek gaapt en die zakhals rekt en Btrekt zich telkens, als het zachte piepje van moeder of vader in de nabijheid gehoord wordt. Nu is 't een wringen en gapen, een slikken en worstelen om een beurt, ieder krygt zijn portie. Dan zinkt opeens alles weer weg in de kleine nauwe kom, de oogjes vallen dicht, de koppen trekken weg tusschen de stoppelige schouders, het is stil in het nest, doodstil tot vijf minuten later weer het zachte bignaal: Bek ken open I" gehoord wordt, dan trilt het nest van eetlust, en spoedig daarop, met de stiptheid van de klok, treedt weer de digestie-rust in. Hoe de vogel-ouiers dat gestadige voeren uithouden, dat voortdurend jagen op vlieden, muggen, motjes, dat altijd maar door aanvliegen met risten van gevangen diertjes in den bek, en hoe ze zelf nog tijd vinden voor eten en drinken, 't is haast niet te begrijpen; het gaat met liefde, met hartstocht; en "dat verklaart veel. Het jonge goedje groeit als kool op de klei; met den dag wordt de oudertaak zwaarder, de jonge lijfjes vragen steeds meer, de ruatpoozen wordes al korter en korter. Als de ? veeren uit de stoppels komen, zijn alleen gedurende den korten zomernacht de bekken ongeopend en de halzen niet gretig uitgestrekt naar voer. Wie een vogelnest in de buurt weet, n dat gunstig genoeg ligt om het dagelijks te komen bekijken, een dat te naderen is zonder groote stoornis, zal wel verbaasd kijken, als hij n of twee dagen overgeslagen heeft en op eens de jongelui in de nieuwe veeren ziet zitten; het gele of grauwe dons, het nesthaar, is in dien korten tijd vervangen of verbor gen door de dekveeren. De eigenlijke pen nen zijn nog heel kort, de lange kleeren zyn het nog niet; ook de vleugels en staart bljj ven de Donau stad opgegaan, waaronder ook de primadonna der Hamburgsche opera: Katharina Fleischer-Edeï. Toen deze zangeres in haar kleedkamer kwam, vond zij daar ter verwelkoming een prachtige bouquet theerozen en viooltjes, vergezeld van een vriendelijken groet, en, net naamkaartje van Paula Muller, tooneelspeelster, verbonden aan bet Duitêche volkstheater, te Weenen. Katharina Fleischer-Edel herinnerde zich en kende den naam van haar, die haar deze gracieuse verrassing bereidde. Zij bewonderde de bloemen, snoof de zachte geuren van roos ne viooltje behagelijk op, bewonderde, keek, keek nog eens naar de weelderige bloemencolleclie, tot haar oog viel op een gloe d-nituw geldstuk, een Mark gebonden aaneeniozenstengel. Paula Muller... bloemen... een Mark... Jawel l Zóó was 't, en terwijl de zangeres blij moedig zicti kleedde voor de Mai-Festspiele, schoot haar gaandeweg een lang vergeten voorvalletje uit haar kunstenaaisleven te binnen. Panla Muller was de kleine choriste van de Dresdener Hofoper, toen zij, Katharina Edel daar reeds een engagement bad ais zangeres. Op zekeren avond, toen Katharina zich kleedde in haar loge, hoorde zij een kinder stem jammerlijk schreien en klagen. Het droevig snikken hield aan. Katharina liet vragen, welk jong meisje zoo schreide en waarom. De kleine, blonde Paula Muller waa vijf minuten te laat gekomen, en, haar was een geldboete van vijftig penning opgelegd. Het stumpertje kon de boete niet betalen. Toen zond Katbaiina n mark en vijftig penning aan het choristje, met het verzoek de boete te betalen, en de mark te gebruiken voor zich zelf. De dankbare Paula Mülier, die nu gevierd en in goeden doen is, heeft nooit vergeten de beminnelijke wijze waarop zij uit den nood wejd gered. In baar warm voelend hart, is de schaarsche, verteederende deugd der dankbaarheid ontloken. En, dat een dank baar gemoed een uitnemend geheugen heeft, bewees Paula Müer met haar liefrallige bloemec-hulde. Boon's geïllustreerd Magazijn be^at in de Juni-aflevering een zeer pikante bijdrage. De aandoenlijke Ooievaars-geschiedenis, Hij, Zij en Hij is ontglipt aan de pen van .. . ? Van Hare Koninklijke Hoogheid prinses Luiea di Togcana, ex kroonprinses van Saksen, )ater Gravin Montignoso, de tegenwoordige mevrouw Louise Toselli, echtgenoote van den 24 jarigen Italiaanechen klavier-virtuoos. Hij, Zij en Hij", een ware geschiedenis van drie ooievaars" .ia geschreven: voor VI Wie die U is? Lest heugt best, waarschijnlijk dus voor Signor Toselli. Met het schrijven en publiceeren van dit ontroerend schetsje, is het lezend publiek gebaat. Het aandoenlijk verhaaltje en de sobere expositie van het in-tragi-ch geyal, verdienen belangstelling en waardeering. De schrijfster zegt: Nimmer vóór dit drama tische voorval uit het leven van drie ooievaars, heb ik zoozeer de tastbare overeenkomst beseft tusschen de menschelijke ziel en die der dieren." De keurige, Nederlandsche vertaling getuigt van de ingenomenheid met het schetsje van hem of haar, die het vertolkte. Congressen Ooor en geleid door vrouwen, zijn aan de orde van-den-dag. Zoowel bij ons, als in 't buitenland. De belangstelling voor de vrouwenbeweging, neemt steeds toe in Italië, het eerst zoo weinig toegankelijk land voor hervormingen en verbeteringen in den maatechappelyken toestand der vrouw. In 1898, werd in de Eeuwige Stad de Associazione delle Donne opgericht. In Noor delijk Italië, hadden Turijn, Florence en Milaan, reeds eerder een vereenigingsleven dat op uitbreiding en herrorning van vrouwenbelangen bedacht was. De talentvolle, sympathieke dichteres Ada Negri, was eene der eerste, die met woord en daad ijverde voor de rechten harer medezusteren. Zij, in diepe armoede geboren, had even als de volksdichteres JohannaAmbrosius, naar de getuigenis dezer laatste: met kom mer uit n bek«r gedronken, en met armoede aan tafel gezeten." tiiiiiniiMiiitiiimitviiftitttmtitmitiilm nog lang stompjes; maar 't is nu toch te zien dat het een vogel worden zal, en meestal ook wel: wat voor esn. Vooral b\j vogels in dfen nesten, die kale jongen krijgen, gaat dat aantrekken van dat eerste veerenpak heel snel in zijn werk. De dekveeren en pennen liggen trouwens kant en klaar in de stoppels; ze hebben maar uit te schieten, net als de tulp uit den bol. Meestal beschut eenig loof het open nest tegen nattigheid; maar zelden is dit voldoende, om bij langdurige hevige regens den onder gang van het broedsel te beletten; ook indien de ouders verjaagd worden, of uit andere oorzaken niet vast zitten. Gelukkig de jonge vogels, die bij regenweer onder moeders vleugelen schuilen kunnen. Zoo bij de houtduiven. Die hebben zelden meer dan twee jongen tegelijk te verzorgen; overmatig moeilijk maken die het zich dan ook niet. Is het nattig weer, dan blijft de oude vogel, de vlerken over de beide jongen ge spreid, vast op het nest zitten, hij komt er soms den heelen dag niet af. Dan voert de man het wijfje of het wijfje haar man, en die geven het weer goed geprepareerd uit den krop aan de jongen over. In de eerste gevaarlijke dagen krijgen de jonge duifjes gekaasde melk te drinken. Dat klinkt heel ongelooflijk en 't is toch waar; want hoe zult ge anders een voedsel voor de jongen noemen, dat de ouden uit hun bloed afschei den op een bepaalde plek aan hun lichaam. Of die plek nu de kropwand of de borsttepel is, en of die stof dun vloeibaar en melkwit of wel, zoools duiveninelk" dikkig en gelig is, als zeer slappe versche kaas.datdoet erimmers weinig toe. Dit voeren uit de krop, en nog wel op bijzondere wijze, was dezer dagen weer mooi te zien in Artia bij de aalschol vers of scho llevaars, de zwarte waterraven, die jaar op jaar nestelen op den ouden stronk, die in de zwanenvijver schuin over het water hangt. Het is een vreemd gezicht vooral nu de jongen al bijna zoo groot zijn als den ouden Mr?. IDA HUSTED HARPER,' Schrijfster der itroote biografie van Susan B. Anthony. Na haar huwelijk met een rijken indu strieel in Milaan, heefc Ada Negri de goede zaak meer dan ooit gesteund. In de afgeloopen Meimaand is thans het eersfe nationale Congres van Italiaaneche Vrouwen gehouden. De resultaten zijn, wat het intellectueel gehalte der vrouwen, die er aan deelnamen, aangaat, zeer bevredigend; minder gelukkig /ijn de uitkomsten, betref fende inrichting van werkzaamheden en omvang van programma. Alle begin is moeilijk. Door het houden en bijwonen van inter nationale samenkomsten, zullen de impulsieve zusieren uit het Zuiden, allich' iels over nemen van het praïtifca vernuft en verstandelijk beleid harer lotgenooten uit 't koele Noorden. Van de redenaarsters op 't Congres te Kome, wordt geroemd haar snel begrip, haar slagvaardigheid, en haar aangeboren gave van welsprekendheid. De Italiaansche vrouwen hebben bewezen, hierin niet onder te doen, voor Italiaanache mannen. Met voldoening wordt gewag gemaakt, van den ernst, waarmee de verschillende onder werpen behandeld werden. Tot de gelukkigste proeven van vrouwelijke rhetorica woiden gerekend: deopenings-rede der presidente, gravin Spaletti-Kasponi; van Anita Dobelli over het voordeel van het vrouwen-stemrecht; en van Anita Pagliaïi o?ef de vraag: welke de inwerking moet zijn op parlement en regeering tot verkrij ging van vrouwen-kiesrcht?" Belangrijk was de aangenomen motie Ma!nati, aan welke ook de voorzitster, gravin Spaletti haar stem gaf. De motie behelst het godsdienstonderwijs op school. Met o^ergroote meerderheid aan genomen, luidde zij: De Italiaansche vrouwen spreien het als haar wensch uit, dat: de geschiedenis der godsdiensten op school worde onderwezen, en, dat: het onderricht in n, godsdienst overgelaten zij aan het gezin". Des te meer beteekenis heeft het uitspreken van dien congrea-wensch, wanneer men be denkt, hoe nog kortelings het Italiaansche parlement een gelijkluidend verlangen van de hand wees. De bekoorlijke koningin Elena liet ver schillende redevoersters aan zich voorstellen, en betuigde haar onverdeelde belangstelling voor de ter-tafel gebrachte onderwerpen. De koningin waa op 't congres gekleed in gris-perle, tailorcostuum. Lange rok zonder nige garneerng; lange paletot met wit zijden vest en een flon van kant. Het donker kopje der bevallige souvereine, was getooid met een jrooten chapeau cloche, gegarneerd met een profusie van licht-getinte rozen. ? Het eerstvolgend congres zal gehouden worden te Turijn, in den jare 1911, iiitiiiiiuiiiiiitttimiititimttitiiimmmmMiimittimti de dikke zwarte kop van het jong met anavel en al te zien {verdwenen diep in den hals van ien voedstervogel. Als eendwingerig,verwend iind zit het jong te drenaen, te wiebelan, te soebatten en te zeuren om voer; de oude oor deelt, dat het nog niet noodig is; of het sopje daar binnen is nog niet gaar genoeg; het jong jlokkert en jankt en bibbert over zijn heele lijf, pikt de oude in den hals, wringt en knab belt aan den onwillig omhoog gehouden kop en hals, en tracht den grooten snavel open te wringen; tot het de moeder eindelijk begint te vervelen en ze toegeeft, om van het gezanik if te komen. Dan rekt ze den hals, buigt den kop en snavel naar onder, en het gulzig jong krijgt zijn zin; het zuigt op zijn manier het bijna vloeibaar voedsel in. Wie dit voor het eerst ziet, weet waarlijk niet wat hij ziet. Ik heb er in Artis bij ge staan, dat een meisje haar moeder verschrikt toeriep: O, kijk eens, de oude eet zyn jongkie op I" De ooievaars in Artis, die van dit jaar eens iongen zullen groot brengen, gaan op meer gewone manier te werk bij het voeren der iongen. In de beide nesten van aalscholvers en ooievaars, die geheel bloot en onbeschermd liggen, is te zien, dat de jongen een warm don zen pakj e aan hebben; dat wordt niet snel, maar heel geleidelijk vervangen, door het blijvende veeren hulsel, waarvan de regen afdruipt als ran een verlakte paraplu. Waardoor eenden, aalscholvers en ooievaars, die bij regen de jongen dekken, niet nat worden, weet ieder kind wel; de zwem vogel of stel tlooper wordt in 't water immers ook niet nat, hij smeert zich in met het vet uit de smeerklier bij den staart; maar dit probaat middel staat vol strekt niet uitsluitend watervogels ten dfenste, vele andere vogels, ook de houtduiven heb ben en- gebruiken evengoed hun vetklier om zich de buitehveeren te wassen tegen vocht. . E. HEIMANS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl