Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAM M Kit WEEKBLAD V 00 II' N K D E R L A N U.
No. 1617
.niet te vél had doen verwachten van haai
innemende verschoning.
Om twee uur in den namiddag, werd h
preek gestoelte in de Walen k er k betreden
door Anna Shaw; vrouw van miidel
baren leeftijd, met glansend zilver haar
donkere wenkbrauwen, prachtige oogen vo
ui'drnkking, schrander, bewegelijk gelaat
En sfeer van beminnelijkheid, van reinheid
om de in zwart zijden toga gekleede predik
ster. Duidelijk, glas-belder de dictie van
Anna Shaw; rustig, ongekunsteld haar hou
ding; sober haar gebaar. Slechts nu en dan
strekt, of heft zij Jiél even de rechterhand
om klem te geven aan het gesproken woord
Oe kerk was niet zoo vo), als ik verwacht
en gehoopt had. Slechts een luttel aanta
mannen. Met onverdeelde aandacht l nis t er
den de vele eaamgekomen vrouwen -naar d
woordvoerster, die, ons het menacbelyk beek
MiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiuiMiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiil
«r. T. M. C. ASSER.
(1838?1908).
Op 21 Outpber 1893 nam Mr. T. M. C
Asser afscheid van Amsterdam. Ik her
inner mij nog levendig de indrukken van
dien dag : dat hij heenging, hoe hij heen
ging en waarom.
Dat hij heenging, liet leegte in vele
kringen.
Hij was Amsterdammer van geboorte,
aan de hoofdstad sterk gehecht en had
haar al vroeg van zijn ongeloofelijk vlugge
en veelzijdige werkkracht overvloed ge
geven, aan haar bedrijfsleven en aan haar
geestelijk leven beide. Advocaat met uit
gebreide handelspraktijk en hoogleeraar
in de rechten, eerst aan het Athenaeum
Ilustre, toen aan de Universiteit hy
was nog niet 25 jaar oud toen hij
optrad had hij bjj den handel ver
trouwen gewonnen, bij de rechters gezag,
bij zijn leerlingen eerbiedige dankbaar
heid, bij zijn ambtgenooten genegenheid en
hooge waardeering. Nu ging hij van dat
alles weg, ging hy verlaten zijn deftig
huis aan de Heerengracht, dat weldra,
in andere handen, ook het
oud-Amsterdamsch uiterlijk verliezen zou.
Hij ging heen in glorie. Hij sprak dien
21en October in de Aula der hoo^eschool in
een laatste les, over zijn werk van 31
jaren en werd toegesproken, namens tal
van medeburgers", wier woordvoerder was
de bSer Aug. Hendricks, de voorzitter
der Kamer van Koophandel ; aange bo
den werd hem daarbij een gedenkpenning
in goud, zilver en brons, dragend aan
de eene zijde zijn beeltenis, aan de keer
zijde drie woorden, waarmee de kracht
van zijn geest werd gemeten : Kennis,
Vernuft, Arbeid. In eene door een
comitévan 30 geteekende oorkonde was
de opdracht gesteld en de spreker begon
met het voorlezen van dit deftig stuk.
Nog hoor ik dat voorlezen, in den aan
hef de opsomming van Asser's uiterlijke
titels achter zijn naam, eentoonig, juist
als dat bij zoo een opsomming past, en
daardoor te sterker den indruk gevend
van een veelheid van titels om een veel
heid van werk en verdienste : Asser, nu
lid van den Raad van State, te voren
?advocaat te Amsterdam, hoogleeraar aan
de Universiteit, raad-adviseur aan het
Departement van buitenlandsche zaken ;
doctor in de rechten, lid der Koninklijke
Academie van Wetenschappen,
eeredocter van de Universiteiten van Bologna,
van Cambridge, van Edinburg, comman
deur of ridder ____ in een lange reeks van
arden." Ik hoor die veelzeggende opsom
ming nog in mijn herinnering.
ij ging heen, omdat hij, benoemd tot
Lid van den Raad van State, voortaan
in de residentie moest wonen; en hij
was daarheen geroepen, niet alleen om
met zijn adviezen in dien Raad 's lands
zaak te dienen, maar bovenal om, niet
in eenige ambtelijke qualiteit, maar door
en om zijn persoon, de leiding te nemen
van een rechts- en staatkundig
wereldwerk, waarvoor de Nederlandsche
Regeering, onder Mr. van Tienhoven als
Minister van Buitenlandsche Zaken, het
gelukkig initiatief had genomen : de ge
leidelijke codificatie van het
internationaalprivaatrecht.
Zoo naia hij afscheid van Amsterdam,
niet voor den Haag, maar voor de Wereld.
Sinds zijn haast vijftien jaren verloopen.
Asser is nu den laatsten 28sten April
70 jaar oud geworden en dat is herdacht.
Ook plechtig, maar thans in ietwat
anderen stijl dan op den
herdenkingsdag van 1893. Een kleine groep der
eerste mannen uit den lande, waar
onder vooral medewerkers op het inter
nationaal arbeidsveld, kwam den 30sten
April aan zijne woning. Hun woordvoerder
was Mr. W. H. de Beaufort, de
oudte aanschouwen gaf in het kind, dat wengcht,
grüpt, begeert wat het ziet, wat onder zijn
bereik valt, zonder te denken, of hetgeen
zqn verlangens bevredigt, ook goed voor
hem is.
De tot bewustzijn gekomen meoich, moet
niet langer wenschen, begeeren eenig -bezit,
prerogatief voor zjjn familie, voor den kring
waartoe hu behoort. Onbegrensd moeten zijn
verlangens uitgaan laar het wèlsjjn, het heil
van net geheel. For Thee are all one.
Dat was Anna Shaw's motief, waar zij tel
kens weer pp doelde, waarvan zq, wier pre
dikatie een inleiding kon zijn tot de werkzaam
heden van het internationaal Congres voor
Vronwen-kiesrecht, de vrouw allerminst uit
sloot.
Kloek, afgerond, scherp omlijnd, teekende
Anna Shaw hét Amerika van een eeuw gele
den : hunkering naar bezit,
machtg-uitbreiminister van buitenlandsche zaken uit
den tijd toen de eerste Vredesconferentie
bijeenkwam; hun doel, om bij deze hul
diging hem aan te kondigen hun voor
nemen om als leidend-comitéuit bin
nen- en buitenland saam te brengen wat
een blijvend aandenken zal worden aan
de algemeene vereering voor hem en
zijn werk en waarvan hem de keuze zal
worden gelaten.
Laudari a laudatis", geprezen te wor
den door geprezenen wat de
Latijnsche zegswijze als een voorrecht roemt
is Asser te beurt gevallen om veel in
zijn persoon en zijn werken; en vooral
om het groot internationaal werk, dat
hij met meesterhand heeft geleid. Een
werk dat aan het wereldverkeer, aan de
wereldcultüur, aan het wereldrecht reeds
nu vooruitgang en voordeel bracht en
voor veel meer nog bestemd is. Een werk
dat aan het vaderland aanzien gaf en de
voldoening van op het getouw te hebben
gezet een weefsel waaraan komende ge
slachten en komende leiders nog jiren
en eeuwen lang over heel de wereld
zullen weven. Een werk waarvoor de
arbeidskrachten van bekwame mannen
en de leidende krachten van zeer be
kwame mannen noodig zullen blijven,
maar dat toch niet anders is dan een
stuk in het eindelooze beschavingswerk
dat de groote wereldgeest zelf ondernam,
sinds de menschen naast en onder elkan
der wonen in de afgezonderde kringen
van stammen en staten.
Van het internationale recht beseft de
groote menigte gemeenlijk alleen dat er
iets is wat volkenrecht genoemd wordt,
en het zoekt in onze -dagen daarin maar
n gedachte, *die van den wereldvrede,
teleurgesteld dat de werkelijkheid nog
zoover van die gedachte liggen blijft.
Van internationaal privaatrecht" ont
gaat haar de beteekenis allicht. Toch zijn
juist daarover de internationale
conferentieën gehouden" die Asser presideerde, de
tractaten gesloten, door deze conferentieën
voorbereid. En zoo past bij de her
denking hier van Asser's jubilee het best
een woord over deze werkzaamheid,
waaraan hij zijn kennis, vernuft en
arbeid" gegeven heeft met de toewijding
van een die als door een roeping wordt
gedreven.
Alle beschaafde staten hebben hun
eigen privaatrecht"; hun personenrecht:
over huwelijk, over huwelijksvermogens
recht, over huwelijksontbinding, over
curateele en voogdij; hun zakenrecht:
over eigendom, over bezit, over zakelijke
rechten, over nalatenschap; hun ver
bintenissenrecht : over overeenkomsten,
over het sluiten daarvan, over de rechten
en plichten daaruit geboren, over het
tenietgaan van verbintenissen; hun bur
gerlijk bewijsrecht en hun procesrecht,
met zijn regelen en vormen.
De staten hebben hun recht apart, maar
de menschen leven door elkaar heen. Zij
reizen als vreemdelingen over het gebied
van den vreemden staat of zij wonen er
als ingezetenen, maar toch met behoud
van hun eigen nationaliteit,-zij handelen,
zij koopen en verkoopen, zij bevrachten
en vervrachten in een onderling verkeer
waarbij de grenzen der landen verdwijnen
en naar de nationaliteit der partijen niet
gevraagd wordt; zij bezitten eigendom
of hebben hypotheekrechten over de
grenzen of zij kunnen aanspraken doen
gelden op nalatenschappen die over de
grenzen zijn opengevallen. En toch ver
schilt het recht van hier tot ginds; niet
op elk gebied van het rechtsleven even
zeer; maar in sommige deelen, b.v.
huwelijks- en familierecht,
erfrecht,procesrecht, sterk; en ook tot zelfs i n het ver
keersrecht.
Alleen machtige wereldrijken, als het
Romeinsche rijk der oudheid, kennen
eenheid van privaatrecht over een wereld
gebied en voor allen die daarop wonen.
Maar zelfs groote staten verbindingen, als
bet Duitsche Rijk onzer dagen, hoe lang
heeft het daarvoor nog geduurd aleer
bet zijn burgerlijkrecht als eenheidsrecht
kreeg, gelijkelijk voor alle deelen.
Hoe natuurlijk is dan de
rechtsverscheidenheid in de vele staten, vooral
der oude wereld, met hun 'verschei
denheid van geschiedenis, van behoef
den, van volkstraditie en van volkskarak
ter. Hoe mijlen ver ligt dan nog de
rechtsienheid, of het wereldrecht, dat sommige
wijsgeeren hebben gemeend zich te
mogen denken, als de logische conse
quentie der ontwikkeling, maar dat
anderen onbereikbaar achten als in strijd
met het karakter van het recht zelf.
Somtijds komt nog een
rechtsverscheidenheid van anderen oorsprong en ande
ren aard hierbij, eene waardoor het pri
vaatrecht in eenzelfden staat niet eens
geijk is voor allen die wonen op hetzelfde
febied. Hebben wij niet in onze eigen
coloniën en daar als redelijke eisch
ding, wereld-record van handel en industrie
het Amerika van heden: ontwaken van
intellectueel leven; zich verdiepen in hoogere
belangen; studeeren van mannen n vrouwen
De mensch het prodakt der omstandigheden
Om dit toe-te-lichten, citeerde Rev.: Anna
Shaw als voorbeeld: Een kind, geboren in
duisternis, gebrek, zedelijk verval heer
schend in slop en achterbuurt, daags na de
geboorte overgeplaatst in omgeving van wel
vaart, vrede, orde, godsdienstig leven, zal
gekomen tot de jaren des onderscheida, er
een ander wetboek van zedelijkheid op na
honden, dan zij, aan wier omgenng hij ont
nomen werd.
Het tegenovergestelde, een kind geboren in
gunstige omstandigheden, ah baby verplaatst
in slop, zal zich openbaren bij den menech
Hjj zal dan ontgroeid zijn aan.de beginselen
aan de denkwijze, van hen, tot wie hi
IIIIIIIMIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIimlIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIimiMIMIIIIIIMIIIII
van verscheidenheid in Karakter en cul
tuur verschillend privaatrecht voor
Europeanen, vreemde Oosterlingen en de
Inlanders met hun adat-recht ? Droeg
niet, toen de Germaansche stammen de
Romeinsche wereld innamen, ieder
stamgenoot zijn eigen stamrecht mee
waar hij ging? Blrjft niet in som
mige hoeken van het recht dat de
menschen beheerscht om maar iets te
noemen, voor hun handelingsbevoegd
heid in verband met meerderjarighei
dsgrens en gehuwden staat nu nog
hun nationaal recht hen overal verge
zellen ? En bestaat er niet, hoe onrede
lijk ook meestal, als overblijfsel van
vroegere vijandschap, of wantrouwen of
naijver, in menig land op sommige pun
ten nadeelig uitzonderingsrecht voor
vreemdelingen ?
Eindelijk bedenke men dit. Gelijk iedere
staat, onbetwist, zijn eigen recht heeft,
zoo heeft hij ook zij n eigen rechtspleging,
zijn eigen rechtspraak, zijn eigen rechts
macht. Binnen zijn grenzen geldt alleen
deze. De macht van den nabuur wordt door
de grenzen gestuit. Maar hoe dikwijls
gebeurt het niet dat deze zijn eigen
even eerbiedwaardige rechtstaak niet
vervullen kan, zonder dat hij van over
de grenzen, voor het instellen van onder
zoekingen of het overbrengen van
mededeelingen, door den nabuur worde bij
gestaan ?
Zoo is er dus onbetwist gescheidenheid
van privaatrecht eneven
onbetwistsamenvloeiing van rechtshandelingen en rechts
verhoudingen. Daaruit ontstaan nu velerlei
rechtsbehoeften, waarvan de vervulling
ligt in de richting eener solidariteits- en
eenheidsgedachte, die toch met de eer
biediging van het eigen recht en de
zelfstandige rechtsmacht van iederen
Staat heeft samen te gaan: behoefte aan
rechtseenheid, althans hier en daar, waar
het enge verkeer dien eisch onafwijsbaar
maakt, zooals toen de Bernsche Conventie
omtrent spoorwegvervoer werd geteekend;
behoefte aan voortgaande erkenning van
gelijkwaardigheid in rechtspositie voor
vreemdelingen en nationalen; behoefte
aan onderlinge rechtshulp, ook op pri
vaatrechtelijk gebied; en, het allermeest,
behoefte aan rechtszekerheid en rechts
gelijkheid tegenover de vraag, naar welk
privaatrecht, naar de wet van welken
Staat, een bepaalde rechtsverhouding zal
worden bericht, met erkenning dus van
die bepaalde wet, zij het ook een
vreemde, door iederen rechter, in welken
Staat ook, voor wiens rechterstoel de
rechtsverhouding ter beoordeeling wordt
gebracht.
Codificatie van het
InternationaalPrivaatrecht is nu voorziening in al deze
behoeften, vooral in de laatste. AVant
over het groote veld van het privaat
recht heen staan nog bijna overal de
wetgevingen der verschillende landen
naast elkaar, dikwijls met belangrijke
verscheidenheid; en dan is de hoogste
rechtsbedeeling niet deze, dat ieder land
van geen ander recht de erkenning en
toepassing zou toelaten dan zijn eigen
recht; maar dat voor iedere rechtsver
houding erkend worde, overal, het be
paalde statenrecht dat daarvoor past
het recht van het land vanwaar de per
sonen stammen, of van dat waar zij wonen,
of van den Staat op welks gebied de
rechtshandeling tot stand kwam, of van
dien waar zij haar rechtsgevolgen heeft,
of van dien waar de goederen in geschil
gelegen zijn, of van den Staat welks
recht partijen zelve wenschen ia te roe
pen e. z. m. Een voorbeeld. Naar welk recht
moet worden beoordeeld de bekwaam
heid om een geldia: huwelij k aan te gaan,
naar die van de plaats waar het wordt
gesloten of naar die van de nationaliteit
der aanstaande echtgenooten en hoe, in
dien zij verschillen van nationaliteit ? Kan
een echtscheidingsactie worden ingesteld,
wanneer de wet van het land waarde echt
genooten wonen, echtscheiding toelaat, ook
als naar de wet hunner nationaliteit die
huwelijksontbinding niet wordt erkend;
en wat moet gelden in het omgekeerde
geval ? Naar welke wet moeten de rechts
gevolgen van het openvallen eeaer na
latenschap worden beoordeeld; naar die
van de woonplaats des erflaters of naar
die van zijn nationaliteit; en moet ten
aanzien van onroerend goed altoos de
wet gelden van het land binnen welks
grenzen ze liggen ? Naar welke wet moet
een gesloten overeenkomst worden uit
gelegd ? Naar welke wet een voogdij
worden beheerd ? Naar welke wet een
onder-cuateele-s'elling toelaatbaar zijn?
Deze z. g. n. collisie-regelen, leidende
voorschriften omtrent de oplossing van
rechtsconflicten, vormen dus zeker voor
i aren, om niet te zeggen voor eeuwen
nog, in hoofdzaak de stof ter bewerking
bij de ordening van het internationaal
privaatrecht. Op dit gebied redelijke
feitelijk, (krachtens zijn geboorte, behoorde
Van het kind, bruikbare, goede wezens
te maken in de eindeloos groote menschen
maatschappij, moet worden het doel, h
streven van r-an-èn-vrouw. Afstand moei
gedaan worden van persoonlijke belangen
persoonlijk heil; ieder moet zich wijden aan
een grootsch geheel.
For Thee are all one. Strevend, werkend
allen for the game aim, the game end."
Najagend n doel, bereikend hetzelfde
dorl-einde. We best serve God by serving
humanity.
Mrs. Susan B. Anthony werd doojr de
gloedvolle spreekster aangeduid als de ver.
persoonlijking van zich-zelf vergeten,'opgaan
in andere belangen. Op eene der laatste ver
gaderingen door deze treflelijke voorstandster
van vrouwen-plichten en vrouwenrechten
door de onvergetelijke Susan B. Anthoty bij'
beginselen te zoeken, is de taak der
wetenschap, en omtrent die beginselen
onder de staten eenstemmigheid te ver
krijgen, is de taak der politiek.
Bij dit streven is dus eenerzij ds erken
ning van de zelfstandigheid der staten
en van de verscheidenheid hunner wetten
punt van uitgang.
. Maar daarnaast wordt principieel hei
recht van iederen staat als gelijkwaardig
erkend en alleen gezocht naar de
aanwijzing van die wet die op goeden
grond laat ik maar zeggen op
wijsgeerig, historisch en practisch
verklaarbaren grond voor een bepaalde rechts
verhouding past.
Zoo is de codificatie van het internatio
naal privaatrecht een werk, dat een diep
doordringen in recht en rechtsbehoeften
verlangt; een werk dat verricht moet
worden met de idealiteit van het geloof
in zijn bereikbaarheid, met den
practischen zin der rustigheid die tegenstand
weet te overwinnen, en niet door over
ijling ontstemt; met diepen zin van
eerbied ook voor recht dat anders ont
staan en gevormd is dan dat van het
eigen land, en met de hoffelijkheid van
vormen, die overreedt en kleine ver
schillen weet te ontzien om voor groote
dingen naar eenheid te sturen.
Dat Mr. Asser de leiding kreeg: van
dit werk, dat hij is geweest de Voor
zitter van al de Haagsche Staten-Confe
rentie* voor Internationaal Privaatrecht,
is een hulde, niet aan zijn Kennis,
Vernuft en Arbeid" alleen, maar aan
zijn gansche persoonlijkheid gebracht door
de Nederlandsche Regeering, die de
Staten samenriep, en hem voor de leiding
bestemde, door de vakgenooten, uit zijn
eigen land en uit den vreemde, die deze
bestemming bezegelden.
En de uitslag? Een korte herinnering
aan feiten. Er zijn vier conferenties ge
houden: in .1893, 1894, 1900 en 1904;
er zijn als vruchten daarvan tractaten
gesloten, door de parlementen goedge
keurd, door de souvereinen bekrachtigd.
Het eerste tractaat van 14 November
1896, betreft de burgerlijke rechtsvorde
ring; dit is daarna belangrijk verbeterd
en aangevuld bij het tractaat van 17
Juli 1905. Op 12 Juni ,1902 zijn drie
tractaten gesloten : tot regeling der
wetscontücten met betrekking tot het huwe
lijk; tot regeling der wets- en jurisdic
tie-conflicten met betrekking tot de
echtscheiding en de scheiding van tafel en
bed; tot regeling der voogdij can minder
jarigen.
Op 17 Juli 1905 volgden, behalve
de genoemde aanvulling en wijziging der
regeling van het burgerlijk procesrecht.
het tractaat betreffende de wetsconflicten
met betrekking tot de gevolgen van het
huwelijk ten opzichte van de rechten en
verplichtingen der echtgenooten in hunne
persoonlijke betrekkingen en ten opzichte
van hunne goederen; het tractaat betref
fende de curateele; en het tractaat om
trent het erfrecht, waarvan de aanvulling
op enkele punten tot een volgende, een
vijfde, conferentie is voorbehouden.
Zoo bracht deze overeenstemming om
ons aan een vrjegere onderscheiding aan
te sluiten o. a. gelijkstelling van na
tionalen en vreemdelingen bij het pro
cesvoeren, de afschaffing van den eisch
der cautie voor de kosten en de toeken
ning van het armenrecht; zoo bracht zij
de belangrijke rechtshulp van logatoire
commissiën, beteekeningen en toelating
der executie van veroordeelingen in de
proceskosten door den vreemden rechter
uitgesproken; zoo bracht zij vooral de af
doende uniforme reguleering der
wetsonrlicten op bijna het gansche gebied
van het in den levenskring der menschen
zoo diep ingrijpend familierecht.
Delikate materie, vooral deze laatste.
Men merke dit wel op en denke b.v.
aan den grooten invloed van onderling
afwijkende, niet alleen rechtskundige,
maar ook godsdienstige begrippen op de
opvattingen omtrent het huwelijk, zijn
ischen en zijn gevolgen.
Toen in dezen delikaten kring van
overwegingen het, bij de behandeling van
iet huwelijkstractaat, eenmaal voorkwam
dat Oostenrijk beienking had om toe te
aten de voltrekking binnen zijn grenzen
van huwelijken tusschen vreemdelingen,
waar verhoudingen aanwezig waren die
de Oostenrijksche wet voor de eigen
onderdanen als principieele beletselen
)eschouwt, en toen daardoor gevaar
dreigde van mislukking, deed de takt
van Asser, den voorzitter, het gevaar
wijken door de bepaling te doen opne
men, dat ook huwelijken voor den
diplomatieken of consulairen ambtenaar uit
den Staat dier vreemdelingen gesloten,
door den Staat, op welks grondgebied
de voltrekking plaats vond, om gods
dienstige redenen niet kon worden
>etwist.
gewoond, werd haar onverpoosd arbeiden
en de resultaten daarvan, zeer geroemd door
een der woordvoerders. Een stormachtige
bijval ontlokten deze woorden. J)n zegt Rev.;
Anna Shaw, degeen die het hardit tneeklapte
in de handen, was Susan Anthony. Anna
Shaw, die in haar nabijheid zat, merkte Op:
Mrs. Anthony, u moet niet meeklappen,
wanneer uw lof verkondigd wordt," waarop'
Susan Anthony antwoordde: mijn lof!?met
mij heeft dit toch niets te maken, het geldt
hier de resultaten van den arbeid waaraan
ik my mocht wjjden".
Met ontroerenden ootmoed smeekte Rev.:
Anna Shaw, in haar slotwoorden en gebed.
God, om steun en vóórlichting by de
werkzaamhelen van het Congres, een werk, dat,
slechts verder voortbouwen was op de resul
taten bereikt door voorgangsters.
CAPRICE.
inltlllMMItlllllllllMHItlCmilllllllMHIIIImlIMlIlMIHIMHIMIIIHIItlllMHH
Hierbij si ui te zich aan een aanwijzing
van het statengebied waarover zich nu
de verkregen overeenstemming uitstrekt.
Het tractaat van 1896 over het proces
recht, werd geteekend door België, Frank
rijk, Luxemburg, Portugal, Spanje, Italië,
Nederland, Zwitserland, Zweden en Noor
wegen, Duitachland,0ostenrijk- Hongarije.
Denemarken, Rumeniëen Rusland; voor
het aanvullingsverdrag van 1905 gaven
sommige dezer staten reeds hun toestem
ming en wordt die van anderen tegemoet
gezien. De drie tractaten van 1902 zijn
geteekend door België, Frankrijk, Luxem
burg, Portugal, Spanje, Italië, Nederland,
Zwitserland,Z weden Duitschland,
Oostenrijk-Hongarije en Rumenië; Rusland had
daartegen bedenking.
Van de tractaten van 1905 o ver hu
welijksgoederenrecht en curateele is
deonderteekening deels reeds gegeven deels nog
te wachten.
Het moet den lezer treffen, dat in dit
concert het machtige Engeland ontbreekt
en haar groote dochter Amerika even
eens. Van den aanvang af, in 1893, heeft
Engeland zich er buiten willen houden,
zooals het opgaf, wegens de bijzondere
natuur van het Engelsche privaatrecht.
Wellicht heerschte daarbij misverstand
omtrent de strekking der conferenties en
was in het spel een ongegronde vrees,
dat de erkenning der autonomie van
iederen bijzonderen staat gevaar Ifèp,
terwijl toch herhaaldelijk, bepaaldelijk
ook door Mr. Asser is op den voorgrond
gesteld, dat de eerbiediging dier auto
nomie geheel van zelf punt van uitgang
was van het beraamd overleg. Maar wel
mag er in dit verband aan worden
herinnerd, dat, waar het de regeling van
wetsconflicten betreft, waar dus erkend
wordt de gelijkwaardigheid der wetten
van andere landen en van de uitsluitende
geldigheid van sommige dier wetten op
bepaalde punten, de principieele erken
ning dat dit een eisch is van recht, niet
meer strookt met een oudere opvatting,
hierop neerkomend, dat zoodanige erken
ning alleen kan zijn een daad van inter
nationale vriendelijkheid van de comitaa
gentium". Die oudere en zwakkere leer nu,
in de 17e eeuw vooral door Hollandsche
rechtsgeleerden voorgestaan, door de
meeste schrijvers en politici lang verlaten
en van de steviger grondgedachte der
Haagsche Conferentiën verre liggend, is
in Engeland blijven hangen ook al
vindt zij er eenige bestrijders en met
de hooge ingenomenheid der Engelschen
met de voortreffelijkheid van hun eigen
recht strookt zij.
Zoo ligt dus in de toekomst niet alleen
een voortdurende uitbreiding van het
gebied der rechtsstof, maar uitbreiding
ook van het statengebied en zou het
veroveren van de
Engelsch-Amerikaansche landen een geestelijke verovering
zijn, van welke de voormannen van nu
althans hopen, dat zij eenmaal voor het
nageslacht zal zijn weggelegd. Het
weeftel der Codificatie van het Internatio
naal Privaatrecht zal in lange nog niet
afgeweven zijn. Maar in het nu toe af
gewerkte zijn reeds de naamletters van
T. M. C. Asser ingeweven als een mo
numentale blijvende versiering. Zij die
op Asser volgen, zullen altijd zijner her
denken en zijn naam blijven inweven
ook in wat in zooveel latere jaren door
een volgend geslacht verder geweven
wordt.
Sinds de opsomming zijner eeretitels
in 1893, in de Aula der Amsterdamsche
Universiteit, zijn er van zelf veel nieuwe
aan toegevoegd; zoo de hooge Nederland
sche titel van Minister van Staat; zoo, nog
dezer dagen, het buitenlandach lidmaat
schap een eer voor weinigen bestemd
in de Rechtsgeleerde Af deeling der Acade
mie van Wetenschappen in Bologna, in
datzelfde Bologna, welks oude, vooral in
Ie juridische lijn overoude Universiteit
iem, meer dan twintig jaren geleden,
net het eere-doctoraat in de rechten
jekleedde.
Terwijl ik, naar aanleiding van Asser's
lerinneringsdag, deze regelen schreef,
leb ik veel gedacht aan den illustre
andgenoot, aan den geleerden leider van
nternationaal overleg, aan den nuttigen
werkman in een van de bedrijvige werk
plaatsen der menschheid; maar heel veel,
iet meest nog misschien, aan den
vroegeren bevrienden ambtgenoot, wiens
ostelijken omgang ik toen genoot en
wiens jeugdig gebleven gestalte en leven
dig gebleven oog terug te zien, voor wie
lem kennen van ouds of van later, altijd
een genot is, een genot dat wij vele
aren nog hopen te houden.
Amsterdam, medio Juni 1908.
Gr. A. VAN HAMEL.