De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1908 21 juni pagina 6

21 juni 1908 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAM M Kit WEEKBLAD V 00 II' N K D E R L A N U. No. 1617 .niet te vél had doen verwachten van haai innemende verschoning. Om twee uur in den namiddag, werd h preek gestoelte in de Walen k er k betreden door Anna Shaw; vrouw van miidel baren leeftijd, met glansend zilver haar donkere wenkbrauwen, prachtige oogen vo ui'drnkking, schrander, bewegelijk gelaat En sfeer van beminnelijkheid, van reinheid om de in zwart zijden toga gekleede predik ster. Duidelijk, glas-belder de dictie van Anna Shaw; rustig, ongekunsteld haar hou ding; sober haar gebaar. Slechts nu en dan strekt, of heft zij Jiél even de rechterhand om klem te geven aan het gesproken woord Oe kerk was niet zoo vo), als ik verwacht en gehoopt had. Slechts een luttel aanta mannen. Met onverdeelde aandacht l nis t er den de vele eaamgekomen vrouwen -naar d woordvoerster, die, ons het menacbelyk beek MiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiuiMiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiil «r. T. M. C. ASSER. (1838?1908). Op 21 Outpber 1893 nam Mr. T. M. C Asser afscheid van Amsterdam. Ik her inner mij nog levendig de indrukken van dien dag : dat hij heenging, hoe hij heen ging en waarom. Dat hij heenging, liet leegte in vele kringen. Hij was Amsterdammer van geboorte, aan de hoofdstad sterk gehecht en had haar al vroeg van zijn ongeloofelijk vlugge en veelzijdige werkkracht overvloed ge geven, aan haar bedrijfsleven en aan haar geestelijk leven beide. Advocaat met uit gebreide handelspraktijk en hoogleeraar in de rechten, eerst aan het Athenaeum Ilustre, toen aan de Universiteit hy was nog niet 25 jaar oud toen hij optrad had hij bjj den handel ver trouwen gewonnen, bij de rechters gezag, bij zijn leerlingen eerbiedige dankbaar heid, bij zijn ambtgenooten genegenheid en hooge waardeering. Nu ging hij van dat alles weg, ging hy verlaten zijn deftig huis aan de Heerengracht, dat weldra, in andere handen, ook het oud-Amsterdamsch uiterlijk verliezen zou. Hij ging heen in glorie. Hij sprak dien 21en October in de Aula der hoo^eschool in een laatste les, over zijn werk van 31 jaren en werd toegesproken, namens tal van medeburgers", wier woordvoerder was de bSer Aug. Hendricks, de voorzitter der Kamer van Koophandel ; aange bo den werd hem daarbij een gedenkpenning in goud, zilver en brons, dragend aan de eene zijde zijn beeltenis, aan de keer zijde drie woorden, waarmee de kracht van zijn geest werd gemeten : Kennis, Vernuft, Arbeid. In eene door een comitévan 30 geteekende oorkonde was de opdracht gesteld en de spreker begon met het voorlezen van dit deftig stuk. Nog hoor ik dat voorlezen, in den aan hef de opsomming van Asser's uiterlijke titels achter zijn naam, eentoonig, juist als dat bij zoo een opsomming past, en daardoor te sterker den indruk gevend van een veelheid van titels om een veel heid van werk en verdienste : Asser, nu lid van den Raad van State, te voren ?advocaat te Amsterdam, hoogleeraar aan de Universiteit, raad-adviseur aan het Departement van buitenlandsche zaken ; doctor in de rechten, lid der Koninklijke Academie van Wetenschappen, eeredocter van de Universiteiten van Bologna, van Cambridge, van Edinburg, comman deur of ridder ____ in een lange reeks van arden." Ik hoor die veelzeggende opsom ming nog in mijn herinnering. ij ging heen, omdat hij, benoemd tot Lid van den Raad van State, voortaan in de residentie moest wonen; en hij was daarheen geroepen, niet alleen om met zijn adviezen in dien Raad 's lands zaak te dienen, maar bovenal om, niet in eenige ambtelijke qualiteit, maar door en om zijn persoon, de leiding te nemen van een rechts- en staatkundig wereldwerk, waarvoor de Nederlandsche Regeering, onder Mr. van Tienhoven als Minister van Buitenlandsche Zaken, het gelukkig initiatief had genomen : de ge leidelijke codificatie van het internationaalprivaatrecht. Zoo naia hij afscheid van Amsterdam, niet voor den Haag, maar voor de Wereld. Sinds zijn haast vijftien jaren verloopen. Asser is nu den laatsten 28sten April 70 jaar oud geworden en dat is herdacht. Ook plechtig, maar thans in ietwat anderen stijl dan op den herdenkingsdag van 1893. Een kleine groep der eerste mannen uit den lande, waar onder vooral medewerkers op het inter nationaal arbeidsveld, kwam den 30sten April aan zijne woning. Hun woordvoerder was Mr. W. H. de Beaufort, de oudte aanschouwen gaf in het kind, dat wengcht, grüpt, begeert wat het ziet, wat onder zijn bereik valt, zonder te denken, of hetgeen zqn verlangens bevredigt, ook goed voor hem is. De tot bewustzijn gekomen meoich, moet niet langer wenschen, begeeren eenig -bezit, prerogatief voor zjjn familie, voor den kring waartoe hu behoort. Onbegrensd moeten zijn verlangens uitgaan laar het wèlsjjn, het heil van net geheel. For Thee are all one. Dat was Anna Shaw's motief, waar zij tel kens weer pp doelde, waarvan zq, wier pre dikatie een inleiding kon zijn tot de werkzaam heden van het internationaal Congres voor Vronwen-kiesrecht, de vrouw allerminst uit sloot. Kloek, afgerond, scherp omlijnd, teekende Anna Shaw hét Amerika van een eeuw gele den : hunkering naar bezit, machtg-uitbreiminister van buitenlandsche zaken uit den tijd toen de eerste Vredesconferentie bijeenkwam; hun doel, om bij deze hul diging hem aan te kondigen hun voor nemen om als leidend-comitéuit bin nen- en buitenland saam te brengen wat een blijvend aandenken zal worden aan de algemeene vereering voor hem en zijn werk en waarvan hem de keuze zal worden gelaten. Laudari a laudatis", geprezen te wor den door geprezenen wat de Latijnsche zegswijze als een voorrecht roemt is Asser te beurt gevallen om veel in zijn persoon en zijn werken; en vooral om het groot internationaal werk, dat hij met meesterhand heeft geleid. Een werk dat aan het wereldverkeer, aan de wereldcultüur, aan het wereldrecht reeds nu vooruitgang en voordeel bracht en voor veel meer nog bestemd is. Een werk dat aan het vaderland aanzien gaf en de voldoening van op het getouw te hebben gezet een weefsel waaraan komende ge slachten en komende leiders nog jiren en eeuwen lang over heel de wereld zullen weven. Een werk waarvoor de arbeidskrachten van bekwame mannen en de leidende krachten van zeer be kwame mannen noodig zullen blijven, maar dat toch niet anders is dan een stuk in het eindelooze beschavingswerk dat de groote wereldgeest zelf ondernam, sinds de menschen naast en onder elkan der wonen in de afgezonderde kringen van stammen en staten. Van het internationale recht beseft de groote menigte gemeenlijk alleen dat er iets is wat volkenrecht genoemd wordt, en het zoekt in onze -dagen daarin maar n gedachte, *die van den wereldvrede, teleurgesteld dat de werkelijkheid nog zoover van die gedachte liggen blijft. Van internationaal privaatrecht" ont gaat haar de beteekenis allicht. Toch zijn juist daarover de internationale conferentieën gehouden" die Asser presideerde, de tractaten gesloten, door deze conferentieën voorbereid. En zoo past bij de her denking hier van Asser's jubilee het best een woord over deze werkzaamheid, waaraan hij zijn kennis, vernuft en arbeid" gegeven heeft met de toewijding van een die als door een roeping wordt gedreven. Alle beschaafde staten hebben hun eigen privaatrecht"; hun personenrecht: over huwelijk, over huwelijksvermogens recht, over huwelijksontbinding, over curateele en voogdij; hun zakenrecht: over eigendom, over bezit, over zakelijke rechten, over nalatenschap; hun ver bintenissenrecht : over overeenkomsten, over het sluiten daarvan, over de rechten en plichten daaruit geboren, over het tenietgaan van verbintenissen; hun bur gerlijk bewijsrecht en hun procesrecht, met zijn regelen en vormen. De staten hebben hun recht apart, maar de menschen leven door elkaar heen. Zij reizen als vreemdelingen over het gebied van den vreemden staat of zij wonen er als ingezetenen, maar toch met behoud van hun eigen nationaliteit,-zij handelen, zij koopen en verkoopen, zij bevrachten en vervrachten in een onderling verkeer waarbij de grenzen der landen verdwijnen en naar de nationaliteit der partijen niet gevraagd wordt; zij bezitten eigendom of hebben hypotheekrechten over de grenzen of zij kunnen aanspraken doen gelden op nalatenschappen die over de grenzen zijn opengevallen. En toch ver schilt het recht van hier tot ginds; niet op elk gebied van het rechtsleven even zeer; maar in sommige deelen, b.v. huwelijks- en familierecht, erfrecht,procesrecht, sterk; en ook tot zelfs i n het ver keersrecht. Alleen machtige wereldrijken, als het Romeinsche rijk der oudheid, kennen eenheid van privaatrecht over een wereld gebied en voor allen die daarop wonen. Maar zelfs groote staten verbindingen, als bet Duitsche Rijk onzer dagen, hoe lang heeft het daarvoor nog geduurd aleer bet zijn burgerlijkrecht als eenheidsrecht kreeg, gelijkelijk voor alle deelen. Hoe natuurlijk is dan de rechtsverscheidenheid in de vele staten, vooral der oude wereld, met hun 'verschei denheid van geschiedenis, van behoef den, van volkstraditie en van volkskarak ter. Hoe mijlen ver ligt dan nog de rechtsienheid, of het wereldrecht, dat sommige wijsgeeren hebben gemeend zich te mogen denken, als de logische conse quentie der ontwikkeling, maar dat anderen onbereikbaar achten als in strijd met het karakter van het recht zelf. Somtijds komt nog een rechtsverscheidenheid van anderen oorsprong en ande ren aard hierbij, eene waardoor het pri vaatrecht in eenzelfden staat niet eens geijk is voor allen die wonen op hetzelfde febied. Hebben wij niet in onze eigen coloniën en daar als redelijke eisch ding, wereld-record van handel en industrie het Amerika van heden: ontwaken van intellectueel leven; zich verdiepen in hoogere belangen; studeeren van mannen n vrouwen De mensch het prodakt der omstandigheden Om dit toe-te-lichten, citeerde Rev.: Anna Shaw als voorbeeld: Een kind, geboren in duisternis, gebrek, zedelijk verval heer schend in slop en achterbuurt, daags na de geboorte overgeplaatst in omgeving van wel vaart, vrede, orde, godsdienstig leven, zal gekomen tot de jaren des onderscheida, er een ander wetboek van zedelijkheid op na honden, dan zij, aan wier omgenng hij ont nomen werd. Het tegenovergestelde, een kind geboren in gunstige omstandigheden, ah baby verplaatst in slop, zal zich openbaren bij den menech Hjj zal dan ontgroeid zijn aan.de beginselen aan de denkwijze, van hen, tot wie hi IIIIIIIMIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIimlIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIimiMIMIIIIIIMIIIII van verscheidenheid in Karakter en cul tuur verschillend privaatrecht voor Europeanen, vreemde Oosterlingen en de Inlanders met hun adat-recht ? Droeg niet, toen de Germaansche stammen de Romeinsche wereld innamen, ieder stamgenoot zijn eigen stamrecht mee waar hij ging? Blrjft niet in som mige hoeken van het recht dat de menschen beheerscht om maar iets te noemen, voor hun handelingsbevoegd heid in verband met meerderjarighei dsgrens en gehuwden staat nu nog hun nationaal recht hen overal verge zellen ? En bestaat er niet, hoe onrede lijk ook meestal, als overblijfsel van vroegere vijandschap, of wantrouwen of naijver, in menig land op sommige pun ten nadeelig uitzonderingsrecht voor vreemdelingen ? Eindelijk bedenke men dit. Gelijk iedere staat, onbetwist, zijn eigen recht heeft, zoo heeft hij ook zij n eigen rechtspleging, zijn eigen rechtspraak, zijn eigen rechts macht. Binnen zijn grenzen geldt alleen deze. De macht van den nabuur wordt door de grenzen gestuit. Maar hoe dikwijls gebeurt het niet dat deze zijn eigen even eerbiedwaardige rechtstaak niet vervullen kan, zonder dat hij van over de grenzen, voor het instellen van onder zoekingen of het overbrengen van mededeelingen, door den nabuur worde bij gestaan ? Zoo is er dus onbetwist gescheidenheid van privaatrecht eneven onbetwistsamenvloeiing van rechtshandelingen en rechts verhoudingen. Daaruit ontstaan nu velerlei rechtsbehoeften, waarvan de vervulling ligt in de richting eener solidariteits- en eenheidsgedachte, die toch met de eer biediging van het eigen recht en de zelfstandige rechtsmacht van iederen Staat heeft samen te gaan: behoefte aan rechtseenheid, althans hier en daar, waar het enge verkeer dien eisch onafwijsbaar maakt, zooals toen de Bernsche Conventie omtrent spoorwegvervoer werd geteekend; behoefte aan voortgaande erkenning van gelijkwaardigheid in rechtspositie voor vreemdelingen en nationalen; behoefte aan onderlinge rechtshulp, ook op pri vaatrechtelijk gebied; en, het allermeest, behoefte aan rechtszekerheid en rechts gelijkheid tegenover de vraag, naar welk privaatrecht, naar de wet van welken Staat, een bepaalde rechtsverhouding zal worden bericht, met erkenning dus van die bepaalde wet, zij het ook een vreemde, door iederen rechter, in welken Staat ook, voor wiens rechterstoel de rechtsverhouding ter beoordeeling wordt gebracht. Codificatie van het InternationaalPrivaatrecht is nu voorziening in al deze behoeften, vooral in de laatste. AVant over het groote veld van het privaat recht heen staan nog bijna overal de wetgevingen der verschillende landen naast elkaar, dikwijls met belangrijke verscheidenheid; en dan is de hoogste rechtsbedeeling niet deze, dat ieder land van geen ander recht de erkenning en toepassing zou toelaten dan zijn eigen recht; maar dat voor iedere rechtsver houding erkend worde, overal, het be paalde statenrecht dat daarvoor past het recht van het land vanwaar de per sonen stammen, of van dat waar zij wonen, of van den Staat op welks gebied de rechtshandeling tot stand kwam, of van dien waar zij haar rechtsgevolgen heeft, of van dien waar de goederen in geschil gelegen zijn, of van den Staat welks recht partijen zelve wenschen ia te roe pen e. z. m. Een voorbeeld. Naar welk recht moet worden beoordeeld de bekwaam heid om een geldia: huwelij k aan te gaan, naar die van de plaats waar het wordt gesloten of naar die van de nationaliteit der aanstaande echtgenooten en hoe, in dien zij verschillen van nationaliteit ? Kan een echtscheidingsactie worden ingesteld, wanneer de wet van het land waarde echt genooten wonen, echtscheiding toelaat, ook als naar de wet hunner nationaliteit die huwelijksontbinding niet wordt erkend; en wat moet gelden in het omgekeerde geval ? Naar welke wet moeten de rechts gevolgen van het openvallen eeaer na latenschap worden beoordeeld; naar die van de woonplaats des erflaters of naar die van zijn nationaliteit; en moet ten aanzien van onroerend goed altoos de wet gelden van het land binnen welks grenzen ze liggen ? Naar welke wet moet een gesloten overeenkomst worden uit gelegd ? Naar welke wet een voogdij worden beheerd ? Naar welke wet een onder-cuateele-s'elling toelaatbaar zijn? Deze z. g. n. collisie-regelen, leidende voorschriften omtrent de oplossing van rechtsconflicten, vormen dus zeker voor i aren, om niet te zeggen voor eeuwen nog, in hoofdzaak de stof ter bewerking bij de ordening van het internationaal privaatrecht. Op dit gebied redelijke feitelijk, (krachtens zijn geboorte, behoorde Van het kind, bruikbare, goede wezens te maken in de eindeloos groote menschen maatschappij, moet worden het doel, h streven van r-an-èn-vrouw. Afstand moei gedaan worden van persoonlijke belangen persoonlijk heil; ieder moet zich wijden aan een grootsch geheel. For Thee are all one. Strevend, werkend allen for the game aim, the game end." Najagend n doel, bereikend hetzelfde dorl-einde. We best serve God by serving humanity. Mrs. Susan B. Anthony werd doojr de gloedvolle spreekster aangeduid als de ver. persoonlijking van zich-zelf vergeten,'opgaan in andere belangen. Op eene der laatste ver gaderingen door deze treflelijke voorstandster van vrouwen-plichten en vrouwenrechten door de onvergetelijke Susan B. Anthoty bij' beginselen te zoeken, is de taak der wetenschap, en omtrent die beginselen onder de staten eenstemmigheid te ver krijgen, is de taak der politiek. Bij dit streven is dus eenerzij ds erken ning van de zelfstandigheid der staten en van de verscheidenheid hunner wetten punt van uitgang. . Maar daarnaast wordt principieel hei recht van iederen staat als gelijkwaardig erkend en alleen gezocht naar de aanwijzing van die wet die op goeden grond laat ik maar zeggen op wijsgeerig, historisch en practisch verklaarbaren grond voor een bepaalde rechts verhouding past. Zoo is de codificatie van het internatio naal privaatrecht een werk, dat een diep doordringen in recht en rechtsbehoeften verlangt; een werk dat verricht moet worden met de idealiteit van het geloof in zijn bereikbaarheid, met den practischen zin der rustigheid die tegenstand weet te overwinnen, en niet door over ijling ontstemt; met diepen zin van eerbied ook voor recht dat anders ont staan en gevormd is dan dat van het eigen land, en met de hoffelijkheid van vormen, die overreedt en kleine ver schillen weet te ontzien om voor groote dingen naar eenheid te sturen. Dat Mr. Asser de leiding kreeg: van dit werk, dat hij is geweest de Voor zitter van al de Haagsche Staten-Confe rentie* voor Internationaal Privaatrecht, is een hulde, niet aan zijn Kennis, Vernuft en Arbeid" alleen, maar aan zijn gansche persoonlijkheid gebracht door de Nederlandsche Regeering, die de Staten samenriep, en hem voor de leiding bestemde, door de vakgenooten, uit zijn eigen land en uit den vreemde, die deze bestemming bezegelden. En de uitslag? Een korte herinnering aan feiten. Er zijn vier conferenties ge houden: in .1893, 1894, 1900 en 1904; er zijn als vruchten daarvan tractaten gesloten, door de parlementen goedge keurd, door de souvereinen bekrachtigd. Het eerste tractaat van 14 November 1896, betreft de burgerlijke rechtsvorde ring; dit is daarna belangrijk verbeterd en aangevuld bij het tractaat van 17 Juli 1905. Op 12 Juni ,1902 zijn drie tractaten gesloten : tot regeling der wetscontücten met betrekking tot het huwe lijk; tot regeling der wets- en jurisdic tie-conflicten met betrekking tot de echtscheiding en de scheiding van tafel en bed; tot regeling der voogdij can minder jarigen. Op 17 Juli 1905 volgden, behalve de genoemde aanvulling en wijziging der regeling van het burgerlijk procesrecht. het tractaat betreffende de wetsconflicten met betrekking tot de gevolgen van het huwelijk ten opzichte van de rechten en verplichtingen der echtgenooten in hunne persoonlijke betrekkingen en ten opzichte van hunne goederen; het tractaat betref fende de curateele; en het tractaat om trent het erfrecht, waarvan de aanvulling op enkele punten tot een volgende, een vijfde, conferentie is voorbehouden. Zoo bracht deze overeenstemming om ons aan een vrjegere onderscheiding aan te sluiten o. a. gelijkstelling van na tionalen en vreemdelingen bij het pro cesvoeren, de afschaffing van den eisch der cautie voor de kosten en de toeken ning van het armenrecht; zoo bracht zij de belangrijke rechtshulp van logatoire commissiën, beteekeningen en toelating der executie van veroordeelingen in de proceskosten door den vreemden rechter uitgesproken; zoo bracht zij vooral de af doende uniforme reguleering der wetsonrlicten op bijna het gansche gebied van het in den levenskring der menschen zoo diep ingrijpend familierecht. Delikate materie, vooral deze laatste. Men merke dit wel op en denke b.v. aan den grooten invloed van onderling afwijkende, niet alleen rechtskundige, maar ook godsdienstige begrippen op de opvattingen omtrent het huwelijk, zijn ischen en zijn gevolgen. Toen in dezen delikaten kring van overwegingen het, bij de behandeling van iet huwelijkstractaat, eenmaal voorkwam dat Oostenrijk beienking had om toe te aten de voltrekking binnen zijn grenzen van huwelijken tusschen vreemdelingen, waar verhoudingen aanwezig waren die de Oostenrijksche wet voor de eigen onderdanen als principieele beletselen )eschouwt, en toen daardoor gevaar dreigde van mislukking, deed de takt van Asser, den voorzitter, het gevaar wijken door de bepaling te doen opne men, dat ook huwelijken voor den diplomatieken of consulairen ambtenaar uit den Staat dier vreemdelingen gesloten, door den Staat, op welks grondgebied de voltrekking plaats vond, om gods dienstige redenen niet kon worden >etwist. gewoond, werd haar onverpoosd arbeiden en de resultaten daarvan, zeer geroemd door een der woordvoerders. Een stormachtige bijval ontlokten deze woorden. J)n zegt Rev.; Anna Shaw, degeen die het hardit tneeklapte in de handen, was Susan Anthony. Anna Shaw, die in haar nabijheid zat, merkte Op: Mrs. Anthony, u moet niet meeklappen, wanneer uw lof verkondigd wordt," waarop' Susan Anthony antwoordde: mijn lof!?met mij heeft dit toch niets te maken, het geldt hier de resultaten van den arbeid waaraan ik my mocht wjjden". Met ontroerenden ootmoed smeekte Rev.: Anna Shaw, in haar slotwoorden en gebed. God, om steun en vóórlichting by de werkzaamhelen van het Congres, een werk, dat, slechts verder voortbouwen was op de resul taten bereikt door voorgangsters. CAPRICE. inltlllMMItlllllllllMHItlCmilllllllMHIIIImlIMlIlMIHIMHIMIIIHIItlllMHH Hierbij si ui te zich aan een aanwijzing van het statengebied waarover zich nu de verkregen overeenstemming uitstrekt. Het tractaat van 1896 over het proces recht, werd geteekend door België, Frank rijk, Luxemburg, Portugal, Spanje, Italië, Nederland, Zwitserland, Zweden en Noor wegen, Duitachland,0ostenrijk- Hongarije. Denemarken, Rumeniëen Rusland; voor het aanvullingsverdrag van 1905 gaven sommige dezer staten reeds hun toestem ming en wordt die van anderen tegemoet gezien. De drie tractaten van 1902 zijn geteekend door België, Frankrijk, Luxem burg, Portugal, Spanje, Italië, Nederland, Zwitserland,Z weden Duitschland, Oostenrijk-Hongarije en Rumenië; Rusland had daartegen bedenking. Van de tractaten van 1905 o ver hu welijksgoederenrecht en curateele is deonderteekening deels reeds gegeven deels nog te wachten. Het moet den lezer treffen, dat in dit concert het machtige Engeland ontbreekt en haar groote dochter Amerika even eens. Van den aanvang af, in 1893, heeft Engeland zich er buiten willen houden, zooals het opgaf, wegens de bijzondere natuur van het Engelsche privaatrecht. Wellicht heerschte daarbij misverstand omtrent de strekking der conferenties en was in het spel een ongegronde vrees, dat de erkenning der autonomie van iederen bijzonderen staat gevaar Ifèp, terwijl toch herhaaldelijk, bepaaldelijk ook door Mr. Asser is op den voorgrond gesteld, dat de eerbiediging dier auto nomie geheel van zelf punt van uitgang was van het beraamd overleg. Maar wel mag er in dit verband aan worden herinnerd, dat, waar het de regeling van wetsconflicten betreft, waar dus erkend wordt de gelijkwaardigheid der wetten van andere landen en van de uitsluitende geldigheid van sommige dier wetten op bepaalde punten, de principieele erken ning dat dit een eisch is van recht, niet meer strookt met een oudere opvatting, hierop neerkomend, dat zoodanige erken ning alleen kan zijn een daad van inter nationale vriendelijkheid van de comitaa gentium". Die oudere en zwakkere leer nu, in de 17e eeuw vooral door Hollandsche rechtsgeleerden voorgestaan, door de meeste schrijvers en politici lang verlaten en van de steviger grondgedachte der Haagsche Conferentiën verre liggend, is in Engeland blijven hangen ook al vindt zij er eenige bestrijders en met de hooge ingenomenheid der Engelschen met de voortreffelijkheid van hun eigen recht strookt zij. Zoo ligt dus in de toekomst niet alleen een voortdurende uitbreiding van het gebied der rechtsstof, maar uitbreiding ook van het statengebied en zou het veroveren van de Engelsch-Amerikaansche landen een geestelijke verovering zijn, van welke de voormannen van nu althans hopen, dat zij eenmaal voor het nageslacht zal zijn weggelegd. Het weeftel der Codificatie van het Internatio naal Privaatrecht zal in lange nog niet afgeweven zijn. Maar in het nu toe af gewerkte zijn reeds de naamletters van T. M. C. Asser ingeweven als een mo numentale blijvende versiering. Zij die op Asser volgen, zullen altijd zijner her denken en zijn naam blijven inweven ook in wat in zooveel latere jaren door een volgend geslacht verder geweven wordt. Sinds de opsomming zijner eeretitels in 1893, in de Aula der Amsterdamsche Universiteit, zijn er van zelf veel nieuwe aan toegevoegd; zoo de hooge Nederland sche titel van Minister van Staat; zoo, nog dezer dagen, het buitenlandach lidmaat schap een eer voor weinigen bestemd in de Rechtsgeleerde Af deeling der Acade mie van Wetenschappen in Bologna, in datzelfde Bologna, welks oude, vooral in Ie juridische lijn overoude Universiteit iem, meer dan twintig jaren geleden, net het eere-doctoraat in de rechten jekleedde. Terwijl ik, naar aanleiding van Asser's lerinneringsdag, deze regelen schreef, leb ik veel gedacht aan den illustre andgenoot, aan den geleerden leider van nternationaal overleg, aan den nuttigen werkman in een van de bedrijvige werk plaatsen der menschheid; maar heel veel, iet meest nog misschien, aan den vroegeren bevrienden ambtgenoot, wiens ostelijken omgang ik toen genoot en wiens jeugdig gebleven gestalte en leven dig gebleven oog terug te zien, voor wie lem kennen van ouds of van later, altijd een genot is, een genot dat wij vele aren nog hopen te houden. Amsterdam, medio Juni 1908. Gr. A. VAN HAMEL.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl