De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1908 5 juli pagina 5

5 juli 1908 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

Na 1619 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR N E D E R L A N D. Lundi 6 Juillet et jours suivants We a Prix Rédnits HIRSCH &Cie. de toutes nos marchandises. La Vente se fera strictement au Comptant Amsterdam. Manteau de Voyage. is.... fl 5.TissiJS laine anglais Smoking toile Rayée. fl 14.50 Jupe et Paletot Smoking de Voyage. Tissue anglais laine J* U. Costumes Tailor Made. Jaquettes Longues et demi longues doublées soie. . ft M.dien dag door het geheele land de -eind examens voor de Hoogere Burgerscholen eenen aanvang namen; maar anderen, die de eerste examen-periode reeds yoorbjj waren en in den beginne slechts schoorvoetend gehoor gaven aan den oproep om tijdens het Congres de behulpzame hand te komen leenen, werden in ns tot een warmen ijver ontvookt .en zullen hunnen jongen ijver ook wel op hunne tijdgenooten doen inwerken. Tal van moeiljgk te bereiken kringen zijn bereikt. Reeds uit zich de algemeene belang stelling op oud- vadarlandsche wijs in den lust tot het oprichten van'tal van afzonderlijke clubs en bonden. Men fluistert alreede van eenen Mannenbond voor Vrouwenkiesrecht naar Engelsen model, van een Vrouwenkies recht vereenigin g van rechtzinnig .geloovige vrouwen, en wat al mér; niet bedenkend, dat de ware wijsheid en kracht onzer vaderen heeft gelegen in het tchoone symbool van den saamgesnoerden pijlbundel met het devies: Eenheid maakt macht; vergetende ook, dat UIT DE NATUUR. CCLXXX. Rogge en Haver. Wie A zei, moet ook B en C laten hooren; dat is nu eenmaal de gewoonte, al is de spreek wijs even onzinnig als onwaar, ook op het stuk van populaire natuurkennis; 't is juist het middel om de lezers te vervelen Maar net als bij Van Gend en Loos en met Boter, Kaat en Eieren, zoo behoort ook, als er van koren sprake is, op tarwe dadelijk te volgen: rogge en haver. 't Is trouwens in ons landje gemakkelijker met rogge en haver kennis te maken dan met tarwe, als plant tenminste. Op de klei, waar vroeger de tarwe bijna het monopolie had, heerscht nn ook de suikerbiet en die vind ik een van de minst sympathieke planten, die er bestaan, ik zie nog liever bloemkool groeien. Alleen als het regent kijk ik naar bieten; dan is er althans nog iets biologisch aan; dan kun je heel goed opmerken, hoe de hemel* water-afvoer bij de bieten geregeld is. Alle bladeren vormen dan goten, waarlangs het water afstroomt en wel naar binnen, in de richting van den wortel: de biet met zijn fijne wortelharen. De bietplant is dan ook het klassieke boeken-voorbeeld van centripetale regen-geleiding. Maar nn scfcijnt de zon en 't is jong dag; ik wil in den vroegen morgen de rogge zien stuiven; bij Bussum weet ik een roggeveld van belang; zoo groot, dat er bijna twintig minuten noodig is, om er omheen te stappen. Ik kom eigenlijk toch al wel wat laat; in dubbelen zin, op den dag en in den tijd: bet is zeven uur nu ik, moe gefietst en een beetje slaperig bij de rogge afstap, en bovendien ia de helft van de aarpakjes al uitgebloeid. Maar gelukkig is het nog niet te laat; de wind is oostelijk en zwak; net even voelbaar; juist het rechte weer om de rogge te zien stuiven. Een boomleeuwrik stijgt vlak voor mijn voeten op en zingt zijn fonkelend liedje; dat leidt mij af; eventjes het oog naar boven, in de prachtige paarsgrijze morgenlucht. Weer Btijgentwee.drie leeuwerikken omhoog,gewone veldleeuwerikken nu. Waarom stoppen ze op eens hun stijgvlncht? Waarom staken ze zoo plotseling hun getierelier en vallen ze tegen iiiiHiiiiiiiiimiiiiin iiiiunmiiimtlmumffffuiiiifiiififiifufiiiimifutffifi onze geschiedenis ons leert, dat die zucht naar afscheiding in groepen en partijen ons volk zoo dikwijls klein heeft gemaakt, waar het groot had kunnen zijn. Meerdere vereenigingen voor n zelfde doel in ons kleine land, waar niet zooals elders groote afstanden en onvoldoende verkeersmiddelen het samen komen bemoeilijken, is versnippering van kracht, een noodeloos verbruik van nationalen tijd, van nationale werkkracht, waar mede -ten bate van het algemeen belang ten zuinigste behoorde te worden gewoekerd. Het was zoo goed gedacht om tot dit Congres niet -te noodigen de leiders, de bestuurders der verschillende politieke par tijen in ons land. Voor wie geene politieke rechten heeft, »ijn politieke {.artijgroepeeringen als niet bestaande. Onze Engelsche zusters hebben het reeds zoo bitter onder vonden, dat het steunen op, het zich vast klampen aan eenige politieke partij van a,bsölute onwaarjle i«; en ons internationaal verkeer leert ons wel verstaan, dat demensch naar zijne geaardheid overal dezelfde is. hun gewoonte stom en steil als steenen naar benelen? Hoog in de lucht zweeft eenvilk, mijn nieuwe beste kijker heb ik niet voor niets bij mij : het is een boomvalk. Maar het koren is een veilige haven voor leeuwrikken. Er schuilen nog meer dieren in de hooge groene rogge, er is geschnifel en beweeg in de aren, niet ver van mij af. Dat kan de wind niet zij c; ik kan ook niet uitmaken, wat het is; ik mag en wil niet in het koren loopen en dat zou buitendien niets geven. Misschien zijn het patrijzen die onkruid-zaden pikken, misschien ook een haas, of konijnen, of boschduiven, of een eekhoorn, die op jonge vogels jaagt. Hier, waar de weg is opgehoogd, heb ik een goed overzicht op de groene korenzee ; de lucht er boven ie wazig; nu zie ik duidelijk een damp er boven hangen. Boven mijn hoofd ritselt het eikenloof, er komt een zuchtje varen over bet stille veld, de bleeke damp golft, geelwit, boven het groene grasblad; nog een sterker slootje van den morgen wind; daar stijgt de rook op uit het veld of er iets brandt op den bodem onder aan den geligen voet der halmen. Maar er is geen brandlucht ; het wordt steeds sterker en sterker; een oogenblik staat bet heele uitgestrekte veld vóór my in witte rook gehuld, dan is alles weer helder groen en alle bloempjes glinsteren in de zon. Vijf minuten lang zie ik geen stuifmeel stijgen ; dan opeens breekt het stoffijne poe der los uit millioenen zwevende helmknoppen; de stuifmeelrooK stijgt een voet boven het veld uit en daalt dan schuin naar onder; geen tien tellen duurt het ; het is al weer voorbij. Zoo stuift de rogge, een twin tig minuten lang. Het zal een goed be schot geven, hoop ik. Binnen een paar dagen is de vrucht gezet; de bloem opent zich maar eens; daarna duiten ;ich alle kafjes; de lodiculae, de openduwers, zyn ver schrompeld ; de zwel lende korrel alleen kan de kafjes weer uiteen doen. wijken. Ook de wonderlijke helmdraden die in vijf minuten tot het drievoud uitgroeien van hun lengte in den knop, ze zijn straks alle verdroogd en weg. Van onze korensoorten is de rogge de eenige, die onvruchtbaar blijft, of maar heel weinig vrucht zet, als langdurig slecht weer het stuiven belet of de goede werking be lemmert ; het stuiven met eigen stuifmeel heeft geen bevruchting ten Zpodra de vrouw hare berekeningen grondt op eenige politieke constellatie, wordt zij de willoos medegevoerde speelbal van politieke stroomingen, Een gunstige politieke wind moge in Noorwegen en in Denemarken den vrouwen het kiesrecht geheel of gedeeltelijk in den echoot hebben geworpen, ten onzent heeft, even onberekenbaar een poli tieke rukwind het mooie werk der Coir missie voor Grondwetsherziening in ns omver gestooten. In dezen strijd, zal hij werkelijk eene volkezaak worden, eene uiting van het volksbewustzijn, van het volksgeweten, en daardoor leiden tot eene volksbeweging, moeten, welke ook hunne politieke of religieuse overtuiging zyn moge, schouder aan schouder staan mannen en vrouwen, ultra's en gematigden met wie er dan mogen behooren tot hen, die raadselachtig en geheim zinnig worden aangeduid als aanhangers van een dogmatisch feminisme. De Weieerwaarde Anna 8baw heeft in hare prediking in de Groote Walenkerk aan den vooravond Vfca, QBS Congres de ver?;j?''**^ fiiftf(fmififirimiifuii/iiiifmtifrtiffHomtt't"""t"i"<mftmmiiHffiifi gevolge. Tarwe kan zich heel goed met eigen stuifmeel redden; gerst nog beter; die stuift soms in 't geheel niet, en haver kan van beide, die levert met eigen en met vreemd stuifmeel goede korrels op. Haver is weer onze eenige korensoort die pluimen draagt in plaats van aren. Hij is bijna even toegeeflijk als rogge, wat de aanspraken betreft op goeden grond; ze nemen ook het karige zand voor lief als er maar wat leem in zit of het door bemesting wat minder arm aan stikstof is gemaakt. Wie uit het veen of uit de klei komt, en zijn vacantie, zooals gebruikelijk is geworden, in ons eigen land en op zandgrond doorbrengt, krijgt stellig nog groene havervelden te zien, terwijl de rogge er naast al geelt of reeds aan hokken staat. En wie vroeg op reis gaat of er nu al een dagje op uit trekt, treft stellig nog bloeiende haver aan. Geen gemakkelijker grasbloem voor weet gierige beginners dan een haverbloem. Daar is geen loep bij noodig; en voor een-grove werkhand en ongeoefende oogen zijn de schillende ontwikkelingsstadiën der menschheid aangeduid als die van het kind, dat onstuimig grijpt naar wat behaagt, naar wat vonkelt en schittert, onverschillig of het "baten of schaden kan: van den knaap, van het meifje, die met moeite leeren, dat zij de dingen, waarin hun geluk gelegen echijnt zich niet toeeigenen ten koste van het geluk van anderen: om dan in later jaren te worden gesteld voor de moeilijke lep, dat eigen geluk niet volmaakt i?, niet volmaakt kin zijn, zoolang het geluk van den naaste niet verzekerd is: dat ons waarachtig geluk ligt in het besef dier eenheid van alle menechenkinderen, die ons leert bidden, Onze Vader". Wij zijn thans in de periode, waarin de vrouw daarvan iets begint te beseffen; zij begint te leeren inzien, dat zij niét het recht heeft hare belangstelling, hare levenstaak te beperken tot eigen haard, tot eigen kring. De moeder kan niet meer voldaan zijn, al wiet zij haar eigen ki»d geestelijk en lichame lijk wel verzorgd, zoolang nog zoo vele andere bloempjes niet te fijn en te klein om te hanteeren. De twee buitenste echutblaadjes of kafjes, de kelkkafjes, die bij de tarwe breed en kort zijn, zooals u zich herinnert, en die bij de rogge, twee dunne smalle naaldjes vormen, zooals u op de teekening zien kunt, zijn bij de haver heel groot. Ze sluiten het geheele pakje in, alsof het een ware algemeene kelk was. Ze zijn grasgroen en sierlijk ge streept of geribd. Neemt ge die kelkkafjes weg, dan ligt het bloempakje naakt voor u. Twee bloemen op steekjes en daarboven nog een derde, meest heel klein en onvruchtbaar. Soms bij veredelde soorten draagt ook het derde bloempje vrucht; zoo ook bij de rogge; als ge die wel eens gedetermineerd hebt met een flora, zult ge meenen, dat ik een van de details op de figuur van bloeiende rogge foutief heb geteekend: er mogen maar twee volledige bloempjes in elk pakje zija; enge vindt er drie. Dat is niet mijn schuld, maar die van de kweekers; ze veredelen tegen woordig op zulk een vernuftige en weten schappelijke wijze, dat ge rogge-aren van 2 d M. lengte kunt aantreffen en in bijna elk pakje drie bloemen, die elk een korrel geven. Als ge van dit moderne veredelen van koren en andere cultuurgewassen iets meer begeert te weten, lees dan in de zomervacantie het nieuwe boek van onzen professor Hugo de Vries, vertaald naar de Amerikaaneche uitgave door dr. Buekers: de titel is: Het Veredelen van Cultuurplanten door Hugo de Vries met 114 afbeeldingen (allemaal mooie foto's en enkele teekeningen) bij Tjeenk Willink te Haarlem. Het is een bevattelijk geschreven en een bij zonder belangwekkend boek voor ieder, die nog van andere lectuur houdt dan van romans; het zal niet uitsluitend ontwik kelde practieche land bouwers en botanici boeien. Weer een van die boeken zooals prof. Hugo de Vries er al verscheiden heeft gege ven, die iemand wel de oogen moeten openen voor de algemeene waar de van botanische studie en voor het innia ver band tusschen weten schap en practijk. Als er een gelegenheid voor is, vertel ik er nog wel het een of ander van. Maar om weer op onze grasbloemen terug te komen. Ook de haver stuift heerlijk mooi. En daarvoor behoeft ge niet vroeg op te staan, 's avonds tegen half ne gen, even na zonsonderkinderen het noodige naar ziel en lichaam derven. De vrouw ziet, hoe onze sociale wet geving steeds dieper grijpt in het leven der kleinen, der economisch zwakken ; zij gevoelt hare verantwoordelijkheid tegenover die klu nen en zwakken; maar wat is verantwoor delijkheid zonder macht? Dr. Kathe Schirmacher heeft het op onze laatste avondbijeerkomst zoo schoon gezegd: de vrouw stretit thans naar macht om recht en gerechtigheid ruimer ingang te doen Vinden. Zij is zich bare plichten, hare verantwoordelijkheid a's staatsburgeres bewust geworden ; maar om die verantwoordelijkheid, die plichten tekunntn nakomen, behoeft zij hare burgerschapsrech ten. Moge zij die in oha Nederland, binnen niet al te langen tijd, deelachtig worden. JOHANNA W. A. NABER. De modtrne Turkin. Adeline Oenée, de Zweedsche ballerina, uit Amerika terug. Van een schoone herderinne. Waar de Turk regeert slaapt alles" aldus gang is het stuiven in vollen gang. Wie dan langs een haverveld loopt dat in bloei staat, en niets van korenbloei weet, ziet er in 't eerst ook niets van, tot een nevel of mist of een vreemde teere klenr van het veld zy'n aan dacht trekt, en hij van nabij gaat kijken, wat er de oorzaak van kan zijn. Rogge en haver zijn onze jongste koreneoorten; tarwe en gerst zijn haast zoo oud als de menschheid, hun oorsprong ligt in de Chineesche oudheid, duizenden jaren voor onze jaartelling; geen mensch kan meer uit maken, wie hun wilde voorouders zijn geweest. In de Egyptische pyramiden zyn figuren ingehouwen, die zoo bijzonder duidelijk den gerste-en tar we-bouw aangeven, dat de soort van gerst, de twee-rijige, duidelijk is te herkennen; uit de sterreteekens van de inscriptie is op gemaakt, dat de luidjes daar afgebeeld in het midden van de 16e eeuw voor Christus heb ben geleefd. Van rogge en haver wisten die oude heeren nog niets. Die zijn heel waarschijnlijk door Slavische volkstammen uit het Oosten en Zuiden van tegenwoordig Rusland tot de Germanen gekomen ; daar leven nog wil Ie soorten, die door sommigen als naaste ver wanten van onze haver en rogge beschouwd worden, Ook hebben de oudste bezitters van**de paal woningen in de Z wi tsersche en Italiaanse h meren geen rogge en haver gekend; \v*-l zijn uit latere perioden daar roggekorrels ge vonden. Maar de Romeinen vonden al bij de Germanen rogge en haver als cultuurgewassen. De ongelooflijk knappe Ronuin Plinius die alles wist en die ook alles ver klaarde wat hij niet begreep, vertelde dat de Germaan sche haver een ontaarde soort van gerst was. Wie een gerste en haverplant met elkaar vergelijkt, weet wel beter. Waarom de haver tot paarden voer is gedegradeerd, valt moei lijk te gissen. Haverbrood smaakt goed en de Schotten zeggen, dat het de voedzaamste koek en pap getft, die er bestaat. Van hen stamt ook de havermout-knur af, die bij ons alweer uit de mode raakt. E. HEIMANS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl