De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1908 12 juli pagina 10

12 juli 1908 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1620 gedurende geruimen tijd te kunpen leveren, maar de consumptie is zoo schielijk inge krompen, dat «y' -dit jaar vermoedelijk een ?derde kleiner ie dan tijdens de hoogcon junctuur. By de verminderde consumptie komt bovendien -de waarde-vermindering van garena en ongebleekt geweven. Zoo is by'v. gwren-Trosselwater |No. 20 Ia sedert bet vorig jaar van 105 Pfge. per pond thans tot 80 Pfge. gedaald. Bijna in gelijke mate zijn de prjjïen van geweven katoen teruggegaan en daar krachtens de afgesloten contracten .nog veel tot de .hoogste prijzen is te ontvangen, Ijjden alle afnemers, die op hunne beurt niet door consumenten zij n gedekt, groote verliezen. Deze toestand heeft den voor Duüschland zoo belangrijken uitvoer in hooge mate ver lamd en bij de export-huizen te Hamburg .een moedelooze stemming teweeg gebracht. Maar ook voor de spinners en wevers zijn de vooruitzichten verre van bemoedigend. De verdiensten zy'n natuurlijk zeer bevredi gend voor zoover het de afwikkeling der tot hooge prijzen afgesloten leveringscontracten betreft, waardoor dan ook nog gedurende eenigen tijd de zaken worden gaande gehou den, hoewel niet ten volle, maar de afdoe ningen, die in de laatste maanden tot stand kwamen, zy'n betrekkelijk schaarsch en laten zeer geringe, somtyds zelfs in het geheel geen winst. Sedert einde-April is de situatie voor de weverjje.n en vermoedelijk ook voor de spin nerijen nog ongunstiger geworden. Toen was de katoenprijs te Li verpool tot 5.16 d. gedaald, d. i. het laagste niveau sedert begin-19Ü8. Tot einde-Mei steeg de prijs van loco tot 6.6 d., dus circa 30j>Ct. Maar dit prijsniveau, het hoogste gedurende het eerste semestre van dit jaar, kon niet behouden blijven en op 23 Juni 11. onderging vooral de termijnmarkt .een ernstige koersverjaging. Effectief leed -daarvan slechts -weinig en noteerde 24 Juni 1.1. 6.54 d., maar de vaate tendenz voor de grondstof bracht geen verbetering van beteeienis -voor garens en geweven. De pry's -van ruwe katoen is in Mei 1.1 Pfge ««stegen (Btejnem l Mei 49 >i, 29 Hei 60)4), maar de r^siog voer .garen-Trossel water no. 20-Ia bedraagt .slechts 4 Ffge (82 na; 8) en voor geweven was de verbetering nog geringer. Maar deze beide volgden den teiuggang van de grondstof op 24 Ju ai 1.1. ten volle, waarby echter moet worden erkend, dat die teiuggang niet van groote beteekenis was en den een of anderen dag weer kan worden herwonnen. De vaste teudenz van de grondstof, ondanks de daling der termijnmaikt, is aan de sterke statistische positie te danken. In de laatste weken begonnen de aanvoeren wél het cijfer van het vorig jaar te overtreffen, niettemin zal tegenover dat jaar ditmaal vermoedelijk een vermindering van 2 millioen balen zijn te conatateeren, indien de raming van de oogstopbrengst, by het thans eindigend katoenjaar van ] 1.600.000 balen juist blijkt te zijn. Daarmede is echter reeds rekening gehouden en de grootere aanvoeren van de laatste weken hadden veelmeer een verlaging van den prijs gerechtvaardigd. De hooge prijs is dan ook het gevolg van de vrees,»dat de voorraad zeer klein zal wor den, zoolang het nieuwe product nog niet bereikbaar ia, zoomede in verband met min der gunstige oogst-verwachtingeo. Ook in Engeland is de gang van zaken in de katoen-industrie onbevredigend; de inkrim ping van het bedrijf aldaar toont aan het eind van het seizoen een minder verbruik van circa 150000 balen aan. Geven de spinners in Zuid-Duitsch!and gevolg aan hun voornemen, om tot l October a. P. het bedrijf in te krimpen, dan zal daarvan een belang rijke vermindering eveneens het gevolg zijn. Daartegenover staat, dat de zichtbare voor raden Amerikaansche katoen overal en vooial in Engeland kleinen. De zwakke voorziening in het voor de consumptie da;ir te lande benoodigde, gepaard aan een hervatting van de volle productie in Amerika, heeft de katoen-prijzen flink gesteund, maar daarna kwamen weder berichten omtrent nieuwe beperking der bedryfs-capaciteit, zoodat indien het herleven van de Amerikaansche markt slechts van voorbijgaanden aard blijkt te zy'n geweest gedrukte katoen-prijzen niet zouden kunnen uitblijven. De ontwikkeling van den jongen aanplant treedt inmiddels meer op den voorgrond. De beplante oppervlakte voor dit jaar wordt door het landbouw-departement met 32.080 millioen acres opgegeven, tegen 32.060 mil lioen acres het vorig jaar. Maar door de overstroomingen moesten tap elijk vele velden worden verlaten of op nieuw beplant. Een raming van de oogst-opbrengst heeft in dezen tijd des jaars nog weinig waarde; om goede resultaten te verkrijgen is vóór alles een onafgebroken gunstige weersgesteldheid .tot aan den oogst-tijd coodig. Maar in de laatste jaren is Bel aantal spinnerijen in de meeste Staten *£A toegenomen, dat zelfs WJ 'een eenigermate beperkt tedrijf een goede oogst noodig is, opdat de industrie ondanks den minder goeden gang van zaken niet sta tegenover te hoogen prijs van de grond stof, zooals nu juist het geval is. Omtrent den stand van het gewas zal weldra het het maandelijkfch regeeiingsrapport nadere inlichting verstrekken. 10?7?'08. V. D. S. De niinie Weeren yan oen Keizer. i. Toen 't vorig jaar in ;t Gemeenteblad het verslag der afdeelingen over de Begrooting voor 1908 stocd, lazen we met instemming: ook wordt er op aangedrongen, dat door onderwijzers meer aandacht zal gewijd worden aan dia vakken, welke de kinderen later het meest noodig hebben." 't Was met blijdschap, dat we dachten: alweer een, dis roept, dat de, keizer niets aan heeft." Xu we 't pas verschenen verslag aangaaade den toestand van het L. O. in deze gemeente in handen hebben, merken we met genoegen, dat ook in dit verslag weer, evenals in dat van 't vorige jaar, gepleit wordt voorpractisch, voor resultaat hebbend, voor beter onderwijs en tevens, dat men verbetering ook meent te zien in verschuiving van den leertijd. 't Meest trof ons dan ook dat gedeelte, \vaaiin over verkorting van den leertijd ge sproken wordt, naar aanleiding van een door de comni. gezonden vragenlijst over dat on derwerp aan de schoolvergaderingen. Want telkens bly'kt daaruit, dat vele leden der sehoolcomm. en «en «root -deel der onder wijzers intien, dat ens onderwijs veel ont breekt idoor -een te veel. De volgende zinnen uit het verslag geven te >denken. Het is-een merkwaardig verschijnsel, dat bet meerendeel -dezer kinderen, (de schip perskinderen) indien zij den leeftijd van 13 of 14 jaar bereikt hebben, ondanks korten schooltijd betrekkelijk goed kunnen lezen, .schrijven en rekenen met geheele getallen." Nu is het onze meening, (die eener school' vergadering) dat de schoolarbeid in de mid daguren, die in zich zelf, minst genomen, al niet -veel waard is, bovendien een ondermijnen den invloed oefent op de intensiteit van het werk op de morgens." Zoo langzamerhand komen we wel tot de algemeene overtuiging, dat het jonge kind gunstige geestelijke eigenschappen vertoont, die het op de lagere school afleert, tenminste kwijt raakt. Zy'n frissche en voor anderen vermoeiende belangstelling in al wat hij ge waar wordt, zy'n intense geestelijke inspan ning bij alles, wat spontaan die belangstelling heeft .gewekt, vermindert op zeldzame uit zonderingen na op de school." Ze versterken ons in onze meeniug, dat de school door de peutermethode veel bederft; dat wij vaak gelooven, dat wij den kinderen iets gegeven hebben, terwijl 't 't leven was, dat hen vormde; dat wij dikwijls onze leerlingen naar huis'zenden, naar wy meenden met een hoop nuttige kennis en, o zoo mooi gevormde verstandelijke vermogens, terwijl 't toch zoo bitter weinig beteekende. En 't was nogmaals met blijdschap, dat we dachten bij de lezing van 't verslag: alweer een, die roept, dat de keizer niets aan heeft." Lezers, ge kent toch zeker 't mooie sprookje van Andersen: De nieuwe kleeren van den keizer? Daar wordt verteld, hoe een paar bedriegers een ijdelen keizer beloofden een stofte weven, zoo mooi en zoo prachtig, als nog door geen sterveling was aanschouwd. En niet alleen, dat de kleuren en de patronen zoo buiten gewoon mooi waren, maar de kleeren, die van die stoffen gemaakt werden, hadden de merkwaardige eigenschap, dat zij onzicht baar waren voor iedereen, die niet deugde voor zijn betrekking of onvergeeflijk dom was" (1). De keiser zette de menschen aan 't werk, gaf ze een handgeld om te beginnen en stuurde na eenigen tijd, hoewel overtuigd van eigen knapheid, toch eerst zijn ouden, knappen minister om te zien, hoe 't er mee stond. Deze kwam, zag (niets) en gaf een opgetogen verslag. Een tweede kwam, een derde, de keizer zelf, 't hof en ieder prees en roemde 't werk, dat er niet was. En toen de keizer eindelijk uitreed, om zich door 't volk te laten bewonderen, doch met niets aan dan zy'n hemmetje, toen juichte de ge heele stad en wees ieder zy'n buurman de heerlijke lijnen, de vloeiende tinten. En dan komt dit mooie slot: Niemand wou laten merken, dat hij niets zag, want dan zouden zij niet gedeugd hebben voor hun betrekking of erg^lom zijn. Met geen van zijn kleeren had de keizer ooit zoo'n succes gehad. Maar hij heeft niets aan !" zei een klein meisje. Hoor de stem der onschuld", zei de vader. En de een fluisterde tegen den ander, wat het kind had gezegd : Hij heeft niets aan l"'' zegt een klein meisje; hij heeft niets aan!"" Hij heeft niets aan I" riep eindelijk he^ heele volk en het .bekroop den keizer, dat ze eigenlijk gelijk hadden. Maar de processie moet ik toch uithouden l" dacht hij. En hij liep nog trotscher, dan te voren en de kamerheeren droegen den sleep, die er heelemaal niet wab". Dit sprookje, zoo door en door waar, is van toepassing, helaas ook op ons onderwijs*. De onzichtbaarheid, de kleeren van den keizer hebben die gemeen met de vormende waarde van vele deelen van ons onderwijs. Nu heeft daaraan ook de wetgever chuld, die voorschreef, dat on$ onderwijs onder 't aanleeren van gepasft» en nuttige kundigheden dienstbaar moest zijn aan de ontwikkeling der verstandelijke vermogens en aan de opleiding tot christelijke en maat schappelijke deugden. De leerstof is dus middel. Gelukkig, dat de meesten de woorden ..ge paste en nuttige kundigheden" zwaar hebben doen wegen. Maar toch heeft 't denkbeeld, dat we grooten in sloei kunnen uitoefenen op de ontwikkeling der verstandelijke ver mogens ons parten gespeeld. Wij hebben jaren lang aanschouwingsonderwijs gegeven, omdat we de leerliEgen wilden gewennen aan scherp en juist waarnemen. We hebben dat jaren onderwezen en zelf zagen we, ZOOA!S laatst iemand terecht opmerkte, niet. dat de boomen ook in den winter knoppen hadden. We leerden met 't grootste plezier in een lenteliedje; \YiAL- knoppen aan de booint-ii. Nu wil men het teekenonderwys gebruiken om den leerlingen eigen te maken goe-d te zien. Alsof kinderen van 2, 3 j aar niet scherp opmerken ; alsof wij ze dat nog moeten leeren! Er is zooveel, dat de school meent gedaan te hebben, wat geworden is in 't gewone leven, soms ondanks de school. Wij willen de kinderen logisch leeren den ken ; wij willen ze uit 't concrete 't abstracte laten alleiden; wij volgen den inductieven weg, opdat zij gewennen. eerst uit tal van feiten den regel af te leiden; wij willen /e laten gevoelen 't ernstige van een herfstland schap ; wij willen hebben, dat ze eerbied koesteren voor de groote mannen uit onze geschiedenis; wij laten ze prijzen deugden, die ze nog niet kunnen omvatten. j, O ij maakt, o drijvers van de lm' Uu kind'reu u gdijk." 't Waren niet de drijvers van de leer'1 alleen, die zich daaraan bezondigden. Ver ketterden die ieder, die niet met hen ging, de anderen verklaarden wie niet in hen ge loofden, ongeschikt voor hun betrekking of onvergeeflijk dom". (Slot volglj K. HOOGLAND. (}) Uit: Sprookjes van H. C. Andersen (Werelduitgave). Geïllustreerd door Hans Tegner, uit het Deensch vertaald door M. v. Eeden?Van Vloten. Eet raadsel m iet psMt. Over de verdeeling der geslachten op de aarde heeft, naar de Politiech-antropologische Revue meedeelt, van Lint, op grond van statis tische gegevens en o verwegingen een nieuwe theorie opgeworpen. Volgens deze hypothese richt zich het geslacht van het kind, dat geboren wordt, naar den zwakkere van de ouders. Van Lint gelooft, dat dit toe te schrijven is aan een wet der natuur, die streeft naar het behoud van de soort. De zwakkere echtgenoot krijgt een nakomeling, opdat zijn geslacht, dat meer in gevaar i», niet verdwijnt en opdat zoo het noodzakelijke evenwicht in de voortplanting van het ras bewaard blijft. Het feit, dat op de geheele aarde waar genomen is, dat op de 100 jongens altijd 105 of 106 meisjes geboren worden, geldt alleen niet voor dtn tijd, die na een oorlog komt. Na den krijg van 1870/71 en gedurende de vele en lange oorlogen van Napoleon heeft men in Frankrijk geconstateerd, dat het geboortecijfer der mannelijke kinderen grooter was. Dit verklaarde van Lint aldus, dat bij een oorlog alle jonge en sterke mannen uittrekken en er slechts nog zwakkere en oudere mannen overblijven, die dan naar zy'n theorie grootendeels mannelijke kinderen verwekken. Verder heeft men waargenomen, dat huwe lijken tusschen een oud man en een jonge vrouw dikwyls slechts met jongens of in elk geval meer met jongens dan meisjes worden gezegend. Naar een statistiek van Sadler worden op 1000 vrouwelijke 865 mannelijke kinderen geboren, als de vader jonger is dan de moeder, 948 jongens, als ze even oud zijn, 1037, dus al belangrijk meer mannelijke kinderen, als de vader l tot 6 jaar, 1267 als hy' 6 tot 11 jaar, 1474, als hy 11 tot 16jaar, 1632, als hy 16 of meer jaren ouder is dan de moeder. Is de man meer dan 18 jaar ouder dan de vrouw, dan zou men zelfs geconsta teerd hebben dat op 100 meisjes 200 jongens geboren worden. Intusschen schy'nt door deze gegevens meer onmiddelijk aangetoond dat jeugd, dan dat kracht mede een groote factor is bij de bepaling van het geslacht van het kind, dat geboren wordt. Dit komt vooral hierdoor uit, dat reeds een zoo klein verschil in leeftijd als dat van l tot 6 jaar zooveel invloed blijkt te hebben. L. Een zondaar nit onwetencMii. Openbare brief aan Johan Braakensiek. Waarde Het r! Met de wetenschap, dat gij onwetend gezocdigd hebt in zake Potgieter in beeld, ter gelegenheid van het eeuwfeest zijner geboorte, kan ik wel niet anders dan in een vriendelijken geest op een fout u wijzen, die gij onwillekeurig hebt begaan. Deze epistel maak ik openbaar, eenvoudig opdat alle belangstellenden in het leven en het karakter van onzen onvergetelijkenEverardus Johannes er kennis van zouden kunnen nemen. Vooraf een persoonlijke herinnering. Mijne kennismaking met Potgieter dagteekent van den nazomer van 1853. Uit hooge waardecring van zijne Mengelingen" in de Gids van 1841?'45, had ik ze alle in n deel laten binden onder den titel Proza, en wilde nu van den Schrijver zelven weten wat de be teekenis was van zijn pseudoniem (de meeste opstellen waren W. D?s onderteekend). Daar verscheen tot mijne groote verrassing in 1864 Proza" van E. J. Potgieter in 2 deelen te Haarlem, bij A. C. Kruseman. Het 2de deel was verrijkt met Potgieters beeltenis bloots hoofds. Toen mijn Haarlemeche vriend daarna van mij vernam, dat reeds in '53 dezelfde verzameling in haren oortjn-onkelijken vorm in mijn bezit was, vroeg hij ze ter inzage, tegelijk met de later gevolgde kompleete kollektie van al hetgeen door Cd Busken Huet in de Gids geschreven was. Na eenige dagen ontving ik de deeleu terug, maar vermeerderd met een door Kruseman ingeplakt mij onbekend portret van Potgieter en een begeleidend briefje. Daarin schreef hij: Toen P. zijne gegraveerde beeltenis met het fluweelen kalotje op (voor de uitgaaf van het Pro:a bestemd) ter beoordeeling ontving, wees hij haar met beslistheid af, zeggende .,dat hij niet onbeleefd genoeg was om met gedekten hoofde voor het Nederlandsen publiek te verschijnen". Op zijn dringend verzoek werd de staalplaat vernietigd, nadat Kruseman voor zich zelf een tiental exem plaren had laten trekken. Eén ervan besloot hij zijn epistel bied ik u ter vriendschappelijke herinnering aan voor uwe misschien geheel nige verzameling Potgietertjes en Huetiaantjes." Bij de kennis hiervan, is het mij een raadsel geweest, hoe toch in 1875 in Krusemans weekblad Eigen Haard een portret van Pot gieter mtt ie kalot verschijnen kon (met bij schrift van Joh. C. Zimmerman). En later werd de eenmaal afgekeurde beeltenis toch bij Potgieters werken opgenomen, lijnrecht in strijd met den geest en den wensch vanden auteur zelf. En sedert is juist dat portret populair geworden. (Gij vinit het zelfs in het Zondagsblad van het dagblad Voor Land en Volk, 5 Juli 1908.) Zoo verscheen dezer dagen Potgieiers feestuitgaaf met een nieuw portret met de kalot, en geeft het weekblad de Amsterdammer van 27 Juni, uw teekening: Potgieter laat mij zeg gen neergedaald uit de Elyseesche velden, met gekruiste armen nederziende op de menigte bij de onthuUing te Deventer, met de vraag op de lippen: Zouden die allen me nu ook gelt'.m hebben?" en... op het hoofd het kalotje met antieken Enaks-kwast! Hij zal in die hoogere gewesten zich toch geen lager eischen van hotlelijkheid hebben gesteld ? Met vriendschappelijke groeten. Den Haag, t. t. 5 Juli 1908. Dr. Jon'. DY.^EEI.M x. P.S. Zooeven zie ik, tot mijne vreugde, dat in het maandschrift Op de Hoogte (uil. Juni l'JOS), door den redacteur J. O. Waal een tot hiertoe onbekend portret van Potgieter (zonder kalot I) werd geplaatst bij Potgieterherdenking," door dr. C. G. X. de Vooyg. Potgieter zelf vond zich daardoor het best wedergegeven. Zoo biacht ook het eerste deel van Pot gieters Brieven aan Cd. Busken Huet" (Haarlem H. D. Tj eenk Willink & Zoon 1901) een uitstekend portret van den auteur, blootshoofds, in heliogravure naar de schil derij van H. A. van Trigt. iiMiiiiiiDiMiimiiMMiim iiimMiiM i Minimum 5e Jaargang. 12 Juli 1908. Bed.: C. H. BBOBKKAMF, Damrak 59, Amst Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, te richten aan bovenstaand adres. No. 115. Probleem met naspel van den auteur W. van Daalen, opgedragen aan den heer J. Meijer, Haarlem. zwart (10 schijven). Wit (10 schijven.) Oplossingen moeten binnen 14 dagen wor den opgezonden aan bovenstaand adrep. Oplossing van pr. No. 114, van den auteur: w 46-41, 34-29,39-33, 33-28, 21-17,32-28,44-39, 39:19,48-43,16:411 Een schoone en zeer inge wikkelde ontleding, terwijl de zwarte schijf op 2, de bij oplossing prachtig coupeert. Ons compliment! Wy ontvingen ook de volgende oplossing: w 46-41, 34-29, 30-33, 33-28, 21-17, 31-26, 26:30. Men heeft echter over 't hoofd gezien, dat hierna zwart, met 8-13, den witten dam onmiddellijk opvangt. Ook ontvingen wij deze oplossing: w 46-41, 34-29, 39-33, 33-28, 32-28, 21-17,16:38, 38:17. Wij meenen echter, dat ook hier in 't minst geen verlies van zwart geconstateerd kan worden. Zwart beschikt nog over zeven goed geplaatste schijven, terwijl wit behalve den dam, maar drie schijven in werking kan stel len. Wij mogen dan ook in geen geval deze oplossing als verloren voor zwart accepteeren. UIT DE DAMWERELD. Er zal te Lyon op 12,13 en 14 Juli a.s. een match van 18 partyen gespeeld worden, tus schen de twee meesters Dumaine en Bonnard. Een match Bonnard?Baphaël heeft plaats in December a.s. te Marseiile. Beudin, de Parijgche speler, heeft in het toernooi te Marseille op de twee Pinksterdagen slechts 3 van de 11 partijen afgespeeld, en is toen weder vertrokken. De reden dezer afbreking is ons niet bekend. Wij wijzen de Nederlandsche dammers nog eens op de rubriek van 28 Juin 1.1. waarin wij aanbieden een nationale simultaan-wed strijd per correspondentie te speler, tegen twintig deelnemers van de eerste krachten uit Nederland. De inschrijving blijft open gesteld, tot 30 Juli a.s., ti r wijl de bepalingen in de rubriek van 28 Juni 1.1. duidelijk om schreven zy'n. CORRESPONDENTIE. De heer G. C. van Gulik, Alkmaar, verzoekt ons mede te deelen, dat het maandblad het Damspel" zich weder deerlij K vergist, waar het hem in zijn Juni-nummer openlijk durft be schuldigen, plagiaat te hebben gepleegd. Hij gaf den slagzet uiteen gespeelde partij, (er is dus in 't minst niet sprake van probleem) in de fr. van l Maart 1.1 , als zijnde ottwikkeld door een der leden in de Alkmaarsche Damclub". Verder niets; zelfs niet, dat hij dien slag had ontwikkeld. Er zou dus in 't hoogste ressort, slechts sprake mogen zijn van ver gissing in opgave van herkomst. Partij No. 80, gespeeld te Amsterdam, tus schen de heeren A. Damstra, met wit en W. van Rumt, met zwart. Maart l'JUS. KORTE CENTRUM-OPENING". Wit. Zwart, Wit. Zwart. 1.3328 1823 31.26:17 11:13 2. 31 27 20 24 82. 42 37 10 21 3. 34 30 17 21 33. 38 33 G 11 4. 39 83 12 18 34. 33 28 11 l 5.3731 1420 35.3G31 2126 G. 3120 2025 36.3127 1318 7.20:17 11:31 37.3480 9) 913 8.30.27 25:34 38.30:19 13:24 9.40:20 15:24 39. 37 31? 10)20:37 10. 44 39! 10 14 1) 40. 32:41 3 9 11.4540 510 41.4130 812 12.5045 712! 42.4842 1217 13.4034 Gil! 43.423811) 913 14. 34 30! 1117 44. 40 31 20 25 15. 49 44 17 21 45. 45 40 1319 10. 44 40 10 40. 30 31? 15 20? 12) 17.4137 1015 2)47.3120 1823 18. 40 111 14 20 3) 48. 38 32 17 22? 18) 19.3025 4) 27! 49.2729 24:22 20. 25:14 9:20 50. 32 27 22:31 21.4130 711 51.20.37 1021 14) 22. 37 81 21 20 5) 52. 34 29 " 21 2, 23. 39 34 G) 26:37 53. 40 34 10:24 24.42:31 1217 7)54.29.20 25:14 25.4742 8) 49 55.3429 1420 20. 31 20! 24 29 50, 35 30 20 25 27. 38:24 19:39 57. 29 24 25:34 28 28:19 13:24 58. 24:13 84 40 29. 43:34 18 22 50. 13 9 40 44 80. 27:18 17 21 00. 9 4 remise! 1) 7-12 is op dit moment iets beter, ten einde tijdig het centrum eterk te maken. 2) De schijf 2 eerst op 11 brengen, om zich tijdig bij dien vleugel te kurnen verdedigen, is wel zoo gewenscht. 3) Zwart tracht een aanval te ontwikkelen op wit's vleugel, maar te vroeg. Bij goed tegenspel werkt hij weinig kracht u:t. 4) Beter is zwart op 25 te laten komen, dan hem den stand van drie schijven opnieuw te doen innemen. Wij stellen in dit geval 41-36, en op z 20-25, w 39 34 boven 30-25, indien «en maar zorgt, tijdig weder los te komen, daar een gevaar van opgesloten te worden, niet is uitgesloten' Men krijgt daar tegenover een veel beter spel bij zwart's korten vleugel. 5) Ook hier prefereeren wy 4-9, en op< w31-26- z 12-17 enz. Verder verwijzen wij naat de analyse bij 4. 6) Beter is 40-34. 7) Zwart speelt thans denzelfden minder goeden zet. 24 29,19:39 enz., was o. i. beter. Want, op w 43:34 kan volgen: z 23 29, 18:2» enz., en op w 28:19, z 13:24, w 43:34, z 24-29', w 34:23, z 18:29, met goed spel. S) Wederom prefereeren wij 27-22, om de zelfde rede als by 7, voor zwart aangegeven. 9) 28-22 is beslist beter, om een aanval op zwart's vleugel te ontwikkelen. 10) Met deze afruiling gaat veel goeds ver loren. Op dit moment stond het spel van wit iets gunstiger, daar hij met beleid spelende, allicht overmacht op zwart's vleugel kon krijgen. 40-34 was een veel betere voortzet!ing. 11) 42-37, en op z 17-21, w 37-32 of op eiken anderen zet w 37 31 was veel sterker. 12) 17-21 is nu de zet. Hierna volgt op w 28-23 ds beste, z 21:13, w 23:12, z 43-48 of op w 38-32, z 21-26, w 28 23 gedw., z 19:37, w 31:42, z2631. w 27:36, z 18-22. In beide ge vallen de betere stelling. 13) Waarom niet 24-29 gespeeld, en op w 27-22, z 19-21, w 28:30, z 17:37, 'w 34:23, z 25:45, w 23-18, z 45-50, w 18-13 gedw., z 50-6 enz., waarna wit niet veel meer had te ver tellen. De eenige goede voortzetting van wit ware dan geweest: 26 21 en 28-22, waarop zwart echter liet volgec: 16-21 en 26 31, met zeer goed spel. 14) J923 is de zet. Nu volgt op 37-31 of 32, z 20-24 met gewonnen spel. Wit had na 19-23 maar n goeden zet 35-30. In het gewone spel wordt deze zet echter niet zoo direct opgemerkt, wegens het dreigen van z 23-29. PRIJSVRAAG LEERZAME OEFENING. Zwart moet spelen. B. z!4-9,w32-27,z9:31,w 28-22,z 31:40,w45:34! F. z 15-20, w 18-12. N. z 2-7, w 23-19, z 7-45 gedw., w 30-48. iiiiimimi IIIHI Do meermalen aangekondigde Veiling van do BUITENPLAATS met uitmuntend gebouwd HEEKE1VUIHS, Koetshuis met Stal ling voor vier paarden, Tuinmanswoning, Moestuin, Koepel, Yyver, Schuur, Park, Terrein yan vermaak, enz., staande en gelegen in de Gemeente SOEST, aan den straatweg van Baarn naar Amersfoort, op vijf minuten afstand van het Station Soest van den spoorweg BAARN-UTRECHT, ter geza menlijke grootte van 2 Hectaren 94 Aren 35 Centiapen, zoomede van twee WLATEHREIMN, gelegen te BAAKN in het PRINSUEKDRIKPARK, ter gezamen lijke grootte van 39 Aren 25 CentiareL zal plaats hebben op DINSDAG 21 JULI 19OS, des namiddags ten zeven ure, iu het Hotel TRIEll" te Soestdyk, ten over. staan van den Notaris H W. PRILLEVITZ te Soest. Bezichtiging van de Buitenplaats MIDDELWIJK" dagelijks van l tot 7 uur, mot uitzondering van Zon- en feestdagen, op vertoon van een bewys van toegang. J. J. F. P. MULLER & H. SIEGMÜND, Th. P. VETHAKE. Makelaars. LOTISICO HET welbegrepen eigenbelang van allen, die wel eens aan de KederlandscheStaatsloterij deelnemen, ge biedt hel aanschaffen eener POLIS van LOTISICO. Vraagt inlichtingen en overtuigt D zelf, Op schriftelijk verzoek aan het adres van Lotisico, Juliana van Stolbergplein No. H te 's-Gravcnhagc, worden de prospectussen nietbijbehoorendedocumeRten gratis en franco per post verzonden,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl