Historisch Archief 1877-1940
No. 1620
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
LIBERTY
PRICED SALE CATALOGUE
POSTFREE ON APPLICATION
SUIMMER SALE
SU M M ER
SUMMER
SUMMER f"""* SALE
SUMMER TO.DAY SALE
SUMMER SALE
PRICED SALE CATALOGUE
POSTFREE ON APPLICATION
fcH ^T"TP O f*f\ LEIDSCHESTRAAT
M ETZ&CO AMSTERDAM
SOLE MEPRESENTATIVCS IN HOLLAND
f oninpood voor yronwen.
Om tegemoet te komen aan de ellendige
woningtoestanden der onbemiddelde klassen
en de vele onaangenaamheden, die met het
eerWy'f in groote slaapsteden verbonden zyn,
heeft men in Charlottenburg, een voorstad
van Berlijn, een Tthuiêvoor ongehuwde man
nen opgericht. Het feit, dat in korten tijd
bijna alle kamers .bezet waren, bewijst de
noodzakelijkheid van zulk een inrichting.
Nu moet echter, zegt het Berl. Tag., tege
lijkertijd zich de eisch doen gelden, om ook voor
alleen staande vrouwenen meisjes iets vandien
aard te doen, en men tal het zeer dringende
van dezen eisch niet kunnen ontkennen. De sta
tistiek immers toont aan, dat van de honderd
duizend in Berlyn verblijvende fabrieks
arbeidsters er 50 duizend in slaapsteden
wonen, dat wil zeggen, deze vrouwen hebben
'A nachts wel een dak boven baar koofd, maar
bezitten geen thuis, waarin ze overdag een
onderkomen vinden.
Voor de vrouw, die van nature nog meer
tot huiselijkheid geneigd is, en in het alge
meen veel grooter waarde dan de man hecht
aan een bebagelyk, eigen thuis, al is het ook
nog zoo bescheiden, beduidt het wonen in
een slaapstede, waar ze alleen 's nachts kan
zy'n, een harde ontbering. De ongunstige
arbeidstoestanden en het daaruit voortko
mende geringe inkomen, dat met dezen
hoogen levensstandaard en de hooge huurprijzen
slecht samengaat, zoowel als de onoverwin
nelijke weerzin van de meeste
kamerverhuurgters tegen vrouwelijke inwoonsters,
maken echter, dat de fabrieksmeisjes wel
harr toeyluch tot de slaapsteden moeten
nemen. Die, welke het geringste loon hebben,
kunnen nu nmaal geen geld missen voor
een eigen kamer, maar onder de iets hooger
betaalde zijn er zoovele, die voor het huren
van een klein eigen vertrek, waar ze ook
overdag verblijven kunnen, wel een week
loon in de maand zouden over hebben. Maar
dat is nauwelijks mogelijk en wel het minst
in het gezonder deel van de groote steden.
Zoo moet een groot deel van de arbeidende
yronwen het dan met de slaapsteden voor
lief nemen. De bewoonster van deze inrich
tingen moet een meestal benauwde, onge
zonde, kleine ruimte deelen met twee, drie
en dikwijls met meer gezellinnen en is ge
dwongen tot omgang met vreemde, dikwijls
onsympathieke en vaak zeer twijfelachtige
elementen, waarmee zij niets gemeen heeft,
en die zy het liefst uit den weg zon gaan.
Als zü's avonda, moe van het werk, naar
buis komt, en graag alleen zou zijn, om uit
te rusten of een boek te lezen, moet zij het
gezelschap van haar kamergenooten, dat vaak
lastig en hinderlijk ia, dulden, is genood
zaakt haar gesprekken aan te hooren, en
daar zulke slaapsteden natuurlijk door allerlei
goort van vrouwen gebruikt worden, zijn die
gesprekken maar al te dikwijls stuitend, zoo
itiMmiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiMHiimiiiiiiiiiiitMHiiiiiniiiiiiMiiii
UIT DE NATUUR
CCLXXXI. De Chimpanse's in Artis.
In hetzelfde glazen huisje, waar eenige jaren
lang een paar orang-oetangs woonden, houdt
nn een jonge chimpansé, een wijfje, verblijf;
ze heeft tot gezelschap
een veel jonger
chimpansemannetje.
Het verschil in leeftijd,
dat niet veel meer dan vier
of vijf jaar zal bedragen,
lijkt zoo groot, dat iedereen
op het eerste gezicht denkt,
met een moeder en haar
jeugdig zoontje te doen te
hebben.
De gehechtheid van de
jeugdigechimpanse-dochter
aan het dito knaapje is zoo
sterk, dat in het eerst de
oppasser wanhoopte, ooit
goede maatjes met Koba
?te zullen worden. Het
wordt geen Kobna of Mieke
mijnheer," zei hij. Ze is
zoo verkikkerd op dat jong,
dat ze mij wel wil bijten,
als ik er naar wijs."
Met de grootste zorg wikkelt zéhet jong
op koele dagen in het stroo, of drukt bet
tegen zich aan, om het vooral warm te houden.
Ze staat gereed het op te vangen als het
naar haar meening, wat al te stoutmoedig
klimt; ze speelt en stoeit, dartelt met het
kindje, aait het, tn paait het, knuffelt en
knoeit het,... neen, niet op menschenmanier,
tenminste niet op beschaafde en fatsoenlijke
menschenmanier. Ik weet ook wel dat een moe
der, die haar eigen kinderen zelf verzorgt, niet
al te vies uitgevallen moet zijn, maar wat een
chimpanse, alleen al bij 't stoeien, met haar
vermeend kindje over het hoofd ziet, dat
brings yonr heart into your mouth, cok al
zijt ge niet zeer gevoelig op dit stuk.
Ik kan ook niet zeggen, dat ik bepaald
voor mijn plezier, zoo nu en dan, liefst in de
vroege morgenuren als er geen menschen
staan te kijken, een bezoek afleg büde j
onniet verderfelijk. Daarbij is zy nooit aan zich
zelf overgelaten, alles wat zij doet en laat,
wat ze eet en drinkt, wordt opgemerkt en
gecontroleerd door dikwijls boosaardige gezel
linnen, waarbg er natuurlijk zijn, die, al was
het slechts ^nit verveling, neiging hebben om
in haar afwezigheid haar eigendom na te
snuffelen, haar brieven te lezen, enz. Zelfs
is er kans genoeg, dat er oneerlijken bij zijn.
Nog een groot nadeel van dezen toestand
is, dat de vrouwen, die in deze inrichtingen
wonen, daar overdag niet terecht kunnen.
Hebben ze een vaste betrekking tot's avonds
toe, dan is dit niet zulk een groot bezwaar,
maar büziekte of tijdelijke werkeloosheid,
wordt het verschrikkelijk. Het rondslenteren
op straat wordt in het laatste geval de eenige
uitkomst, een slechte uitkomst!
De oprichting van groote Tehuizen voor
ongehuwde vrouwen en m elfjes, waar deze
tot matigen prijs een menschwaardig verblijf
in gezonde vertrekken konden vinden, zou
zeker zeer veel nut te weeg brengen, en
daarbij ook waarschijnlijk niet geheel en al
een liefdadigheidswerk behoeven te zijn.
M.
Zigeunerleven. Amerikaaneche
verdedigingtwijze voor vrouwen. Internatio
naal Congres voor Vrouwenkieirecht.
Roitkovika.
Zij, die dezen zomer door Engeland's groe
nende beemden en valleien, in Schotland's
romantische bergstreken reizen, zullen zich
verbazen over het buitengewoon groot aantal
groen geverfde woonwagens, die zij op hun
tochten zien. De keurige wagens, de
goedverzorgde en wél doorvoede paarden, pleiten
voor de welvaart van het rondreizend
kermisvolkje.
Dichterbij komend, ontdekt men uiterst
zindelijk gekleede vrouwen en mannen; allen
zich reppend in roezige bedrijvigheid. De vrou
wen wasschen en plassen; koken haar potje;
mannen poetsen schoenen, schuren ketels;
stoken het vuur, verzorgen de paarden.
Reizigers, die zich dichter en dichter in
de nabijheid der behagelijke werkzaamheid
wagen, missen het traditioneel uitschietend
aantal drens-zingerige bedelkindertjes, die,
op gebruinde eeltvoetjeg voorbijgangers een
eind weegs vergezellen, dwingend hun
lachmond tot stroeven ernst, smeeking in hun
slimme oogjes, frutselend uit hun besmeurde
k l eert j eg lodderig marmotje, fleemend om een
aalmoes...
De Zigeuners met inspanning hun werk
verrichtend, bedelen evenmin; hun gelaat is
niet verweerd; zindelijk en goed gevormd
zijn de handen der beeren en dames, die
Zigeunertje" spelen..
In Engeland door een avontuurlijke her
togin begonnen, is het reizen in woonwageni
hand-o ver-band toegenomen. Familieleden,
of vrienden, sluiten zich by elkaar aan, om
troepsgswy'ze met twee groote wagens te
reizen. Het leven in de open lucht, de be
drijvigheid aan het woonwagen-reizen ver
bonden, oefent een beilzamen invloed op
nerveuse, melancholische personen.
Zigeunertje-gpelen blijkt zóó hygiënisch, dat het
door medici aan hun naar verandering en
afwisseling hunkerende patiënten wordt voor
geschreven.
Ponrvu qu'o s'amusel
In New-York, bestaat gelegenheid voor
vrouwen, snel en afdoend te leeren zich -te
verdedigen, wanneer zij onverhoeds worden
aangevallen.
Het verdedigingswapen is haar regen
scherm. Er bestaat weinig kans, dat zij dit
wapen niet ten allen tijde, bij de hand zouden
hebben. De Amerikaansche even a's de
Engelsche, is onafscheidelijk van haar parapluie.
Vrouwen uit den werkenden stand die
dikwijls bij nacht en ontijd, door stille straten
en afgelegen wegen, zich zonder geleidemoeten
wagen, kunnen nu in een paar lessen leeren,
hoe zy haar scheren moeten gebruiken, om
IIIHIIIIIIIIHIIIIIIIIJtHttlllllllllMIIIIIIIHtlllllllMllllllllimimilllimillllll
gelui. Meer dan eens moet ik mij dwingen
om te blijven, en me zelf goed in herinnering
brengen, dat ik er kom voor studie; want dat
er nu weer eens champanse's in Artis en
binnen mijn bereik zy'n, wie weet voor hoe
korten tijd.'t Is omdat ik van de gelegenheid ge
bruik moet maken om met eigen oogen te zien;
en om te beproeven, althans iets van het vele
dat ik met b -langstelling er over gelezen heb,
eens te toetsen aan de werkelijkheid, of ten
minste te vergelijken met hetgeen ik er zelf
van zie.
In vergelijking met de beide voormalige
orangs is deze chimpange stellig een
aanvallig schepsel; haar oogen zijn goediger, haar
gnuit minder beestachtig vooruitspringend en
haar tanden klein en regelmatig, vergeleken
bij de hondstanden van een orang.
Inderdaad is de chimpange de minst aap
achtige onder de menschapen, althans wat
het gezicht betreft. Nu is het een uit
gemaakte zaak, dat geen twee chjmpanee's
op elkaar lijken; er zijn mooie en leelijke,
onder de mannetjes, zoowel als onder de
wijfjes; in hun soort wel te vergtaan; ik heb
verscheidene fotcgraflën van beroemde en
van vergeten burgerguit da chimpanse-wereld;
den aanvaller zoolang buiten gevecht te
stellen, tot zij zich ijlings uit de voeten kunnen
naken of gelegenheid hebben de hulp der
waaksche politie in-te-roepen.
Reeds langen tijd, ia men er in Amerika op
uit, vrouwen sterk en lenig te maken dóór
gymnastiek, «chermen en Jin-Jitsu (Japansch
worstelen). Doch, die methode is zeer kostbaar
en tydroovend, en, juist de ploeteraarster,
dia geen geld en geen ty'd te missen heeft,
moet, in geval van nood zich kunnen ver
dedigen.
Schyn-aanval en schy'n-verdediging in
gymnastiek-lok aal toegepast, is nog heel wat
anders, als het fluks hanteeren van bescher
mend scherm, wanneer het volle eins t ie, op
eenzame plek.
Jn die dreigende gevallen, kan men op de
bekende vraag: Wat is in gevaar beter dan
tegenwoordigheid van geest ?" wat my betreft,
veel liever grif ten antwoord geven: afwezig
heid van lichaam."
In de Juli-aflevering van het geïllustreerd
maandblad voor dames, wordt een beknopt
en lezenswaardig artikel gewijd aan de veel
bewogen, veel besproken Amsterdamsche
week van 15?22 Juni: Internationaal Con
gres voor vrouwen-kiesrecht".
Daaraan ontleenen wij: Mra. Miriam Brown
verhaalde van den Italiaanschen dichter
Guiseppe Mazzini, waar hq tot den man zegt:
Beschouw de vrouw als uw makker, niet
alleen in vreugde of leed, maar ook in uw
denken, uw aspiraties, uw studies en uw
pogingen naar sociale verbeteringen; beschouw
haar als uws-gelijke in uw particulier en uw
politiek leven. Weest man en vrouw, de
beide menschelijke vleugels, die de ziel dragen
naar het ideaal, dat we bestemd zijn te be
reiken."
De kameraad. Juist! Trouwe, kloeke levens
makker, moet de vrouw zijn voor haar man.
De kameraad; de makker.
Niet het speelgoed, dat hem verveelt;
niet de pronkerige pop, die hem schatten
kost; niet het kind-vrouwtje, dat hem
ontreddert door haar onredzaamheid.
Voor dat kostelijk woord kameraad, voelt
ook de schrijver van het artikel over het
congres, want, M. K.?G. eindigt de be
schouwing aldus:
Vraag het uw echtgenooten ernstig af,
wat hun meer in u aantrekt: het kind
vrouwtje, of de kameraad, die schouder aan
schouder met hem den levensstrijd wil
strijden. Het meerendeel der mannen zien
in dat laatste hun ideaal, maar, zij wanhopen
de vrouwen ooit zoover te zien komen. Span
al uw krachten in en toont hun, dat voor
ieder uwer dit ideaal waarheid kan worden."
* *
*
In hoever het beroep van tooneelspeler
of speelster, tot de gevaarlijke broodwinningen
behoort, was tot nn toe door de
sterftestatistiek uitgemaakt. Thans echter, komt
een voorval in het Czarenryk den vorscher
naar tooneelgeheimenissen een ander ant
woord geven.
Wie, acteur of actrice, in Rusland bü4e
beoefening van zyn of haar kunst, een vuur
wapen hanteert, loopt gevaar zyn vrijheid te
verliezen. Nadere inlichtingen hieromtrent
verstrekt de gevierde, Slavische kunstenares
Rostkovska, verbonden aan het keizerlijk
theater, te St. Petersburg. In een succes-stuk:
Leven om Leven, moet mejuffrouw Rostkovska
van een revolver gebruik maken, voor het
plegen van gefingeerden zelfmoord. ??
Nu mogen in Rusland, evenals trouwens
in de Nederlanden, geen vuurwapenen
gedragen worden dan met toestemming van
een gezaghebber. Of nu de Russische
tooneelspeelster zich boven de wet achtte, óf
wat aannemelijker ii, de wetsbepaling
niet uitstrekte tot achter het voetlicht, een
feit is 't, dat zy op het tooneel werd ge
arresteerd na het plegen van haar suïcide,
om het wapen waarmee zij in haar rol was
voorzien.
O, tijden l o, Russen I
Toen de boete betaald was, en het pei missie
biljet tot het dragen van een revolver aan
Rostkovska was uitgereikt, mocht zy de
volgende avonden met een gerust geweten
en zonder stoornis zelfmoord begaan.
CAPBICB.
en Koba oehoort bepaald tot de bevoorrechten.
Zy lijkt op een mensch, dat lijdt geen twijfel;
dit ig niet mijn bewering; integendeel; nn
ik met moeite en zorgen iets bij elkaar heb
gekrabbeld, dat een beetje op haar portret
lijkt, zie ik zooveel afwijkingen, dat ik mij
geweld moet aandoen er nog evenals vroeger
een menechentype in te zien; evenals het
iemand, die pas de volle maan door een
kijker heeft bekeken, moeite kost, er weer
een gezicbt of een houthakker in te zien.
Maar ik geef den indruk en de uiting weer
van anderen. Even belangwekkend als het
gezicht van de chimpansézelf, ig de uitdruk
king op bet gelaat van de bezoekers, boeren
en kleine gtadsmenschen, die onverwachts
voor de chimpange komen te staan. Schrik,
verbazing, komische werking volgen elkaar
geregeld op. En negen van de tien keer hoort
ge (na de gewone uitroepen van: hoe is 't
mogelyk", heb je ooit", wel allemachies"
.e. d. g.), 't Is net manke Dorus uit de Ach
tersteeg", of zwarte Mozesuit de Brijkoek", of
Jan met 't nekkien uut de Brakken" of een
anderen naam als bewijs dat de chimpans
lykt op een mensch, meestal op een misdeeld,
gedegenereerd of vervuild en verdierlykt
type uit stad of dorp. Dit blijkt wel:
onbevooroordeelden vergelijken Koba zonder
uitzondering met een mensch, en wel met
een oud man, nooit met een vrouw.
Dit komt waarschijnlijk hierdoor, dat zij in
het eerst niets dan een gezicht zien, dat uit
de zwarte borst- en schouderharen door zyn
naaktheid sterk naar voren komt. en dit
gezicht is zwaar gerimpeld en omgeven door
een ijlen baard.
Ook ik zelf ben een oogenblik dupe geweest,
den eersten dag van Koba'g aankomst. Ik wist
niet, dat er weer een menschaap was, en liep
er langg om naar de vlinders te gaan kijken.
Binnen de zwarte vierkante opening van het
nachthok, ver naar achter in het glazen
traliehuis, zag ik iets zich bewegen; ook het
nieuwe stroo trok mijn aandacht. Ik ver
wachte een gewone meerkat of een Ja va-aap
te zien, en daar komt me een kop te voor
schijn, niets dan een kop, dat ik werkelijk
schrik en een oogenblik een menacb in het hok
meen te bespeuren. Wat voor een mensch?
Voor een klein kindje,
Bereidwillig. (Punch.)
I.
Tevreden zit kindje te spelen
in haar wiegemandje,
lange, lange, zonder vervelen
is 't haar voetje, dan weer 't handje
?waartegen blij blondeke lacht,
't zoete mondeke mummelt zacht
van ta... da... ufe.".. pufe. t. ie ...
'n ingewikkeld baby-gymphonie.
Eie... eie blije meisje
wat zing jij rn prachtig wijsje,
kun je mij dat lied niet leeren
met zijn klank uit beetre sferen,
klankjes... blankjes... blij en zoete
als een lief'luk: weesgegroete
tegen een onzichtbaar vrindje
o, jou lachend lieve kindje
dat zoo lang tevreden speelt
zonder dat het zich verveelt...
Maar dat komt... zeg hoor eens even,
door jou kleine zieltje beven
ook nog geen begeerten rond ...!
Ach als straks je hartje vond
iets waar het aan vast blijft hangen
is^'t uit met al die zangen ...
Dan ... jou blije blondeke
gaat dat zoete mondeke
niet meer van: ta... da... gu... gi...
niet meer ufe... pufe... ie
Dan zet jij 'n keeltjen op
en je voetjes doen schop... schop...
en dat mollig rooze knuisje...
?wordt 'n boïlig booze vuisje ...
ach, je zachte blije blik
wordt gevuld met schrei en schrik.
Wee... 't mondeke gaat weenen
't blij van blondeke is henen,
uit is 't zoete baby-lied ...
en waarom ... dat weet je niet!
Wat je lieve spel kwam storen,
hoe je vrede ging verloren,
waar je liedje is gebleven... ?
Vraag dat straks maar aan het leven!
Eie... eie... blondelije
met je ta-da ... melodije
klein tevreden meisje
zing ju je zoete wijsje...
van ufe... pufe ... maar ...
daar luistert er een naar ...
Ach zing 't toch zoo blij je kan ...
die eene leert er blij-zijn van !
IL
Je handje maakt een trararetje
je mondje een fanfaretje ...
en je gouden kuifjen glanst...
in het licht dat er om danst!
Je bent zoo engel-achtig... weetje...
In dat lichtblauw Jezu-kleedje
lijk je op het heilig kin d j en ...
en je roze-roode tiatjen.
En je lach j en zoet devoot...
je gazellen-oogen groot
en verwonderd in je snoetje ...
of maar altijd vragen moet-je...
,t
Vragen ... vragen ... wat is dat...
vanwaar komt het... hoe en wat...
en je cherubijnen-beentjes...
bl\je voetjes... roze teentjes ...
En die speelsche... heb... heb... handjes,
die zes glinsterende tandjes
in je half open mondje.
al dat lichte... blije rondje.
Kindje... kindje weet je wel,
dat jouw blij onnoozel spel...
mij soms stille weenen doet.. ?
wijl het nmaal uit-zijn moet...
JEANNE HACK.
Nu ja, daarvan geef je je zoo dadelyk geen
rekenschap, een oude Bosjesman of zoo.
Dit is inderdaad mijn eerste indruk ge
weest. Ook kinderen van een jaar of vijf, zeg
zien er, zoolang ze de harige huid en de lange
rare handen niet in het oog krijgen een
mensch is; dat heb ik verscheiden keeren
geprobeerd. Toch kennen de kinderen, die in
Artis komen natuarlyk apen in soorten, en
daar ze het dier in een traliehek in het
apenhuig zien, zou men verwachten, dat dit
alleen al guggestief genoeg zou werken om
ze, juist omgekeerd, een werkelijk mensch
voor een aap te doen aanzien. Toch houden
ze eventjes vol, tegen u die de proef neemt of
tegen hun ouders, dat het toch een mensch ig.
En heel vreemd schijnt het, dat juist wat
voor menschelyk by' apen doorgaat, bij mij
precies een tegengestelden indruk wekt, een
echt dierlyke of liever een onmenschely'ke. De
schoolkinderen, boerinnetjes en dienstmeisjes
die voor 't hok staan, hebben het namelijk
altijd over die oogen en handen, krek precies
van een mengen".
Maar lezer, kijk die oogen eens goed aan,
als ge binnenkort in Artig komt. Ziet u er
iets wits in? Het is een en al irig en pupil,
nog sterker dan bij een paard. En de hand ?
Ik vind de handjeg van een muis of een eek
hoorn, of v*n een gewoon niet-menach-aapje
nog menschelyker. Dat akelig verlengde van
onze^ mooie menschenhand, de misvormde
kleine duim, de zwarte harige bovenkant en
de witte zeemleerachtige onderzijde! Beide, oog
en hand, staan te ver van onze oogen en
handen, om bij nader toezien, zelfs de ver
gelijking met die van een mismaakt mensch
te kunnen doorstaan.
Wat de mengchen als menechely'k opvatten,
dat is de beweeglijkheid van het gezicht; de
voortdurende bliksemsnel elkaar opvolgende
veranderingen van uitdrukking op dat
chimpanse-gezicht. Dat is inderdaad iets heel bij
zonders. Indien alle variaties van die
apensnoet elk een werkelijke uitdrukking van
vrees, blijdschap, haat, wellust, begeerigheid,
hst, verveling, wrok zijn en een tiental ge
moedstoestanden meer gelijk de zoölogen en
blijkbaar bijna alle toeschouwers vermoeden
dan bezit zoo'n beegt, wel ig waar een
Goed, ik wil je wel voor tweede meid
Wat ik zeggen wou, heb je soms, hm..
vryers?
Neen, mevrouw, maar daar kan ik
wel voor zorgen.
Even als in 't vorig jaar en even als in
het jaar daar te voren, zullen een aantal
van de armste leerlingen van de Amster
damsche scholen n dag naar buiten gaan,
naar hei of duin, naar stran i of bosch, n
dag de dompige kamer-voor-alles of de
warme stoffige straat verwisselen voor een
mooi, uitgezocht plekje in de frissche buiten
lucht. Eén dag per jaar is weinig, maar
ceel voor hen, die nieti gewoon zijn.
Hoevele kinderen dat zullen zijn en of
het wel velen zijn, hangt af van hen, die
wat te missen hebben en gaarne een kind
een prettige dag willen bezorgen.
Ik weet heel goed, dat dit de derde keer
is, (een keer per jaar) dat ik dit vraag,
en dat ik mijn geefgrage lezers zoodoende
een extra liefdadigheids-belasting ga opleg
gen; laten wij het daarom op een akkoordje
gooien Wie verleden jaar of vóór-verleden
jaar al iets aan de secretaris H. VAN
BKEEMEN, Wagenaarstraat 6, Amsterdam,
heeft gezonden, die stuurt van 't jaar eens
niets of de helft; maar allen, die het toen
vergeten hebben, moesten nu eens even
dadelijk in den zak tasten; meteen doen,
niet uitstellen; er is voorbereiding noodig,
en het groote feest is na op handen. Voor
elke gulden, die ge zendt, krijgt n kind
meer een heele dag goed eten, frissche
lucht en dolle pret.
Geef het geld, om het te verzenden, aan
uw eigen kinderen; die weten wat het
waard is, en vergeten het niet.
E. HEIMAXS.
woelig, maar toch ook een zeer rijk geestes
leven. En dat is het, wat de menschen be
doelen, al geven ze zich niet altijd rekenschap
er van, met dat steeds weeikeerende : Net een
mensch!
Ik heb nog maar weinig vrije kwartieren
kunnen besteden aan het waarnemen van
Koba'g doen en laten, vooral wat haar ver
stand" betreft.
Tot nu toe heb ik nog maar n ding op
gemerkt, dat my trof en dat eenige overeen
komst had met de bewijzen van overleg en
vernuft", die de onderscheiden chimpanse's
aan hun bekwame waarnemers, psychologen
van hun vak, hebben verschaft.
Ge weet, dat het gelukt is een chimpanse
te leeren tot zes of zeven te tellen; met
strootjes namelijk. Al is op deze proef heel
wat afgedongen en nog af te dingen, de
hoofdzaak blijft waar, een chimpanse kan
leeren meer en minder, langer en korter
onderscheiden by' gelijksoortige voorwer
pen. Al doet hy' bijna alles wat hy leert
met tegenzin en onhandig zy'n hand is de
onze niet hy' leert de moeilijkste toeren
tienmaal zoo gauw als een hond; maar de
animo, waarmee Does zijn kunstjes uitvoert,
bemerkt men nooit by een menschaap.
Wat ik opmerkte ik heb tr op gewacht,
omdat ik wist dat een ander het had gezien
deed het dier geheel uit zich zelf. Zonder
dressuur, leert onze chimpanse, en trouwens
elke andere, met een stijve Btroohalm iets
tusschen de tralies door, naar zich toe te
halen; ook pe'itert hij met een stroohalm
of een dun twy'zje in de naden van de deur
of de vloer om er een kakkerlak of iets
anders uit te voorschijn te brengen, dat er
tusschen is geraakt; dat is toch al zoo iets
als een werktuig gebruiken. Dat hij zich
schuiert is natuurlijk naapery.
Nu heb ik u nog niets van het jonge diertje
verteld Wel, dat is een gnoeg, maar nog geheel
zonder karakter.
Ga maar zelf eens kijken. Wapen u met
de voorstelling van al wat vies is, en zeg
niet te gauw walgelijke beesten". Want kinde
ren, jonge menschen-kinderen, zonder op
voeding of toezicht, kunnen o zoo vies zijn,
nét zoo vieg als apen. E. HEIMANS.