Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1621
Amerikaansche spoorwegen nog alles behalve
ruim bij kas, omdat nu reeds gedurende
3 trimestre's de voedende bron, de bevredi
gende opbrengsten uit het bedrijf zelf, is
opgedroogd.
Met graagte werd de f 40.000 000. der
Pennsylvania genomen, een leening met prima
zekerstelling, evenzoo kon men plaatsing
vinden voor $ 23.2512.000 van de Illinois
Central en / 16.000,000 van de Burlington,
maar zoolang de ontvangst-cijfers geregeld
een minu» blijven aantoonen, zqn de geldgevers
wat schuw geworden om voorloopig verder
te gaan.
Na de paniek van 1903 was de toestand
in zoover beter, «lat voorspoed en toene
mende koopkracht toen medewerkten tot een
geleidelijk algeheel herstel. Gewoonlijk is de
op l Juli half-jaarlflksche conpon-verzilvering
een impulsie tot beterschap, maar thans
oefende dit tegenover een ontvangst-ver
mindering van de spoorwegen van gemiddeld
24 /o weinig invloed uit.
De terugwerking daarvan op den omvang
der verwachte bestellingen bjj de Steeltrust
en hare concurrenten kan niet twijfelachtig
zijn.
Veel beter daarentegen zrjn de kansen bij
de op de spoorwegen in rang volgende goede
klanten der Staal-industrie, de Amerikaan
sche farmers.
Dezen toch kunnen ondanks de gevoelige
teleurstellingen door de jongste overstroo
mingen een goeden oogst verwachten,
althans in vergelijking met dien van 1907.
In de geheele wereld, ook in Amerika zelf,
is de tarwe-voorraad gering. De Ver. Staten
hebben tydens de paniek van hunnen
voor* raad graan een flinke hoeveelheid in Europa
gerealiseerd, waar toen zeer hooge prijzen
waren te bedingen. De oogst-vooruitzichten
in de andere landen zijn ditmaal niet zóó
buitengewoon, dat daardoor een belangrijke
prijsverlaging voor Amerikaansche tarwe is
te vreezen. De tusschen-personen, die de
rechtstreeksche afnemers van de farmers zijn,
waren in den vorigen herfst door de paniek
zoo bang geworden, dat zij hunne bestellin
gen, voor zoover dit slechts eenigszins modelij k
was, terug hielden. Sedert dien tijd hebben
ZÜ, b$ gestadige vermindering van hunnen
voorraad, van de hand in de tand geleefd,
zorg gedragen hunne vorderingen te innen
en hunne schulden te voldoen.
Zij hebben dus uiterlijk bij het binnen
halen van den oogst belangrijkebestellingen
te doen en dan komen tevens betere, zij 't ook
niet schitterende, tijden voor de spoorwegen
en de Steeltrust. Maar de resultaten daarvan
mogen niet worden overschat, althans niet
op n lrjn worden gesteld met die van de
vette jaren 1905 en 1906. Men zal ter
voorkoming van teleurstelling zich met
matige eisenen moeten tevreden stellen, zoo
wel voor de spoorwegen als voor de staal
industrie in Amerika. En wordt aan die
eisenen voldaan, dan is er nog zooveel noodig
om de naweeën van de jongste crisis uit te
wisschen, dat men voorloopig nog niet van
gouden bergen behoeft te droomen.
17_7_'08. V. D. S.
nul i l > nul i " ' ' '"
De nieuwe Weeren Tan den Keizer.
IL
In ons vorig artikel hebben we getracht
aan te toonen (en dan ook met genoegen
melding gemaakt van uitspraken, die parallel
liepen met onze bewering), dat 't onderwijs
op de lagere school lijdt aan te veel en te vroeg.
Thans willen we enkele leervakken de
revue laten passeeren.
Wjj geven aardrijkskunde, niet alleen, om
de kinderen op een kaart den weg te leeren
vinden en ze iets mee te deelen van andere
streken, o neen, we meenen ze zoo ver te
moeten brengen, dat ze uit 't hoofd een
spoorreisje kunnen maken van Groningen
naar Vlissingen ; velen denken zelfs met vol
doening op het resultaat van hun lessen te
kunnen neerzien, als ze de kinderen zoo ver
hebben gebracht, dat ze weten, tusschen
welke eilanden Volkerak, Krammer en
Grevelingen zich bevinden ; een groot deel eischt
nog van de leerlingen, dat ze waterwegen
als Kolonelsdiep, Boterdiep, Mark-Dintel,
enz. kunnen aanwijzen.
Ook zijn er, die meenea, dat onze leer
lingen kaartjes van onze provinciën, ja, ook
van andere landen uit 't hoofd moeten kunnen
teekenen en zelfs is er verleden j aar een sche
matische teekenatlas in 't licht gekomen, opdat
het Hiet al te moeilijk zou zijn.
't Slot van de historie is geweest, dat een
eenvoudig wandelkaartje of een plattegrond
voor velen een onbegrijpelijk iets is.
We hadden ze weer iets gegeven, waar ze
niets aan hebben; wij meenden ze gekleed te
hebben en 't kleedingstuk dekte niet. Maar
wie 't groote nut er niet van inziet en dus
den kinderen al die dingen niet leert, wel
die deugt niet voor zijn betrekking of is
onvergeeflijk dom".
Wat geschiedenis betreft, hebben we eerst
een partij jaartallen en gravennamen gegeven,
omdat wij ze zelf ook geleerd hadden; toen
hebben we 't geprobeerd met beschavings
geschiedenis en getracht aan de kinderen
duidelijk te maken, dat:
In het heden litrt 't verleden,
In het nu, wat worden zal."
Wie dat niet kan, wel, die deugt niet
voor zijn betrekking of is onvergeeflijk dom".
Nemen we nu eens 't vak Natuurlijke His
torie. Zeer zeker wekken dieren en planten
dikwijls de belangstelling van de kinderen,
en gaarne maken we dan ook zoo nu en
dan eens een uitstapje in de levende natuur,
maar de tijd, dat we het den kinderen
kwalijk namen, als ze niet wisten, dat een
hond aan zijn voorpooten vier, aan zijn
achterpooten vijf teenen heeft, (of is- 't
andersom?) ligt nog niet zoo heel ver
achter ons.
In 4ts middelklassen rende de mol met de
snelheid van een hollend paard door z^jn
loopgangen of ging de vos met een bosje
stroo in den bek te water, om zich te ont
doen van zeker ongedierte.
En we waren er zoet mee.
Maar och, straks komt een wijzer,
die 't wegredeneert". De mol loopt niet meer
zoo snel, de vos is niet meer zoo slim, en
dan nog: Al die verhaaltjes, wat nut steekt
er in?" Hebben de kinderen er iets aan in
't latere leven; leeren ze er door denken;
is dat natuurlijke historie"!
Neen, en nogmaals neen. We moeten ze
leeren opmerken en leeren gevolgtrekkingen
maken uit 't geen ze zien. Ze moeten vragen
stellen! Waarom eet een ooievaar
kikvorschen en de eend niet?"
We geven dadelijk toe, dat een specialiteit
3 X 15 minuten werkelijk les kan geven
over een meert ol, maar wy, die geen 15
woorden nieuws kunnen zeggen van 't beest,
wij moeten meedoen. En de onderwijzers
kunnen niet allen specialiteiten z\jn; in alle
vakken, is het er geen.
En we slaan den tijd dood.
Er wordt heel wat tijd doodgeslagen.
Vooral met dier- en plantkunde.
Dat zijn geen lessen voor- drie kwartier,
dat zijn vijfminuutslessen.
En toch wij moeten vier jaar lang elke
week drie kwartier les geven over een bloem,
een beestje of (lest-best) 't menschelijk
lichaam. Wij moeten al dien tijd onder
voortdurende ontwikkeling van het waarne
mingsvermogen -en scherping van het oordeel
de beginselen van onmisbare en nuttige kennis
der natuurvoorwerpen aan brengen. De ver
ruiming van den blik en het aankweeken
van waardeering voor de wetenschap en van
gevoel voor natnurschoon moeten hierbij
tevens beoogd worden".
Wie dat niet kan, wel, die deugt niet
voor zy'n betrekking of is onvergeeflijk dom".
En als we sommetjes maken, dan krjjgen
onze leerlingen van 9 en 10 Jaar vraagstukjes
als:
Met welk getal moet men % vermenig
vuldigen om 1A tot uitkomst te krijgen" en
krijgen we voor de hoogste klas :
Aiie en Roelof knikkeren met elkander.
By het begin van het spel had Arie er 12
minder dan Eoelof. Hoeveel won Arie er,
als hij bij het eind er 16 meer bezat dan
Roelot?"
Of:
Hoeveel kost anderhalf kalf half en een
half kalf half te zamen, zoo voor anderhalve
derdepart van een kalf anderhalve rijksdaalder
minder gevraagd wordt dan voor
anderhalfmaal anderhalf kwart-kalf?"
Dat zijn denkoefeningen, zoo iets is ont
wikkelend ! Jammer, dat we vaak onzen
leerlingen in de practijk geen rijksdaalder
kunnen meegeven, als ze boodschappen
moeten doen.
Vandaag waren we nog even in 't eerste
leerjaar van een gewone lagere school. Wij
zagen daar zitten kleine hummels, die nog
in de bank moesten klimmen, kindertjes van
vijf jaar, de kleine handjes gevouwen, zoodat
je 't dunne polsje zag.
Die jonge menschjes gaan vijf uur per dag
naar school, waarvan ze slechts n uur op
de speelplaats doorbrengen. Vier uren van
zoo'n dag zitten ze op een bank, op die bank,
op die helft. En dan rekenen ze uit hoeveel
3 appels + 2 appels is, inplaats van er de
tanden in te zetten; vroeger en ook nu
nog wel maar gelukkig voor kinderen en
onderwijzeressen raakt zulk
aanschouwingsonderwijs wat uit de mode mochten ze
drie kwartier kijktn naar zoo'n appel en
leeren, dat hij rond is, en glad is, en rollen
kan, en vallen, en een schil heeft, en ja,
als de juffrouw zoo ver is, dan denkt ze: nu
leeren ze wat, dat hij vruchtvleesch heeft.
Dan leeren ze wat jaargetijden zijn, van
Lente, Zomer, Herfst en Winter, terwijl 't
jonge poesje zich koestert in het
zomerzonnetje of speelt met de verdorde bladeren.
Hoe verbetering te krijgen?
Prof. Jelgersma wees er laatst op, dat 't
kind niet voor zijn Ode jaar stelselmatig
onderricht moest worden.
Kwam 't eens zoo ver, wij zouden gezonder
kinderen krijgen n meer ontwikkelde!
Daarom kunnen we ze nog niet laten bij
moeder, drie hoog achter, als die de wasch
heeft te doen, rnaar we moesten met ze
spelen en vooral, ze samen laten spelen.
We moeten 't kind geven, wat des kinds
is, en niet in overgroote wijsheid hun ver
stand ontwikkelen en gaan vormen."
Want dat wordt meest mi«vormen.
Wij onderwijzers moesten later de kinderen
gaan leeren en ze op hooger leeftijd nog
hebben, al was 't dan ook maar enkele uren.
Dan konden we natuurlijk zijn.
Dan zouden we stof kunnen geven, die
kleedde.
Dan zouden we niet meer behoeven te
werken met een ernstig gezicht aan een
leeg weefgetouw.
Amsterdam. K. HOOGLAND.
Ds yeslingweite yan Parijs.
Le mur murant Paris
rend Paris murmurant".
Er bestaat vlak bij Frankrijks hoofdstad
een vreemd land: het koninkrijk der Fortifs",
waarvan de breedte 392 meter bedraagt, geen
duim meer, geen duim minder; wat de lengte
betreft, kan men in zekeren zin zeggen, dat
die oneindig is, wijl de vestingwerken zich
in een cirkel rondom Parijs uitstrekken.
De Maandag is in de schouwburgen de
slechte dag; op en om de vestingwerken is
er daarentegen dan geen plaatsje onbezet.
Men rekent het aantal bezoekers op ongeveer
tienduizend, zes a zevenduizend zijn arbeiders
die Maandag" vieren, de rest wordt gevormd
door de bekende Apaches.
De Parijsche fielt heeft een landelijken aard,
een koren- of boterbloempje ontroert hem, hij
is bovendien kiesch van smaak en de oudste en
beste wijnen vindt men in de café's rondom de
fortifs". Nergens is hij beter op zijn plaats om
zich in het voor hem nuttige hardloopen of
in het omgaan met het mes te oefenen, dan
te midden van bloemen en gras. ledere club
heeft zijn speciaal plaatsje in dat uitgestrekte
koninkrijk. Bij de Porte de Courcelles bij v b.
houdt men zich met het messteken bezig,
wat verder op bij de Porte Champerret vindt
men de Asaociation des voleurs" zich over
gevend aan het football-rugby
Behalve de Apache, die voor zyn veiligheid
daar niet altijd dezelfde woning uitkiest, vindt
men er ook een min of meer geregelde be
volking : alles wat Parijs uitwerpt, vestigt
zich di'utr. In tegenstelling van in de hoofd
stad is de huur er spotgoedkoop: voor
twintig frank per jaar heeft men er een soort
hutje, voor 35 frank een ruw houten huisje,
voor 50 frank zelfa een tuintje er bij.
De benaming huisje of hutje is even correct,
alsof men een hutje met het woord paleis
betitelde. Hier en daar vindt men niet veel
meer, dan een paar palen, wat ijzerdraad en
daarover een stuk zeildoek. Zijn er behalve dit
nog wat planken voor den bouw gebruikt, dan
spreekt men van een huisje. Bij elke Porte"
van Parijs treft men een ander vak aan; hier
wonen de hondenscheerders, daar de
voddenrapers. Bij Levallois vindt men zelfs een com
munistisch groepje. Tien ar ene drommels heb
ben met zijn allen zich een groote hut aange
schaft en een slijpsteen.Beurt om beurt hebben
ze hun werkdag, d.w.z. eiken dag gaat een
hunner met den steen Parijs in en slijpt daar
zooveel mogelijk de messen en scharen der
bewoners.
Evenals de bewoners zelf uitgeworpen zijn,
zoo maken ze zich van alles meester, waarvan
Parijs niet meer wil en trachten er geld nit te
slaan. Den kant op van Malakofl en Montrouge
houdt men zich bezig met het vervaardigen
van het kleine speelgoed, dat voor n sou
wordt verkocht. Oude kisten veranderen daar
in molentjes, kevers, scheepjes, en een ond
sardinenbusje is er een kostbare vondst.
Vitcoq is er een beroemdhei i en wordt onder
de rqken gerekend, wijl hij zich zelf een
steenen huisje bouwde, dat den grootsten
titel draagt van: Villa des Philoiophei. Reeds
meer dan 23 modellen van dat kleine speel
goed heeft hij uitgevonden.
Bij Saint-Ouen vindt men de handelswijk,
la petite Cayenne" geheeten, en bewoond
door de voddenrapers. Ze zijn de rijkste
bewoners der fortifs" en weten hun zaakjes
zóó goed te drijven, dat ze onlangs konden
beginnen met den bouw van eene groote
dekplaats, een soort enorme schuur. Vijftig van
hen konden de noodige 2000 francs leveren.
Ze vormen als het ware een groote coöpe
ratieve vereeniging. Elk lid deponeert zijn
oogst rue Michelet te Parijs. Daar wordt het
gebrachte gewogen en gekocht tegen een
vastgestelden prijs. De opbrengst wordt
aangeteekend en de winst van de vereeniging
op het eind der maand verdeeld onder de
leden, ieder ontvangend naar gelang hy heeft
aangebracht. lu 1904 was het bedrag der
verhandelde zaken 80.000 franc, hetgeen een
arbeid vertegenwoordigt van 50 personen.
Tot de voddenrapers behoort een beroemd
heid, die over de geheele streek bekend is,
onder den naam dokter". Hij verzorgt de
gebroken of verzwikte voeten, blauwe oogen
en allerlei wonden, zonder ooit van die arme
drommels een centime te eischen. Zijn weten
schap heeft hij opgedaan ... in de vodden :
al de oude boeken, die hij vond, neemt hij
mee naar huis ; deelen van romans gaan
bij het restje, maar al wat wetenschap betreft,
wordt door hem gelezen.
Anderson ia eene andere beroemdheid ;
deze heeft een missionarisziel en beoogt
uitsluitend het de jeugd, toekomstige Apa
ches, van dat onheil te redden. Een ker
mis wagen is verdeeld in twee appartemen
ten ; het eene wordt ingenomen door een
stroozak en een houten krukj e, het andere is als
echool ingericht, met eenige ruwe banken,
tonnen en stoeltjes om op te zitten. En
rondom een kacheltje, dat zijn schoorsteen
heeft in een gat van de zoldering, luisteren
de kleine vagebonden naar Anderson, terwijl
de vodden bij sommigen nai»welijks hun
naaktheid bedekken. De kermiswagen is al
drie jaar op weg en heeft nog de ronde van
de fortifs" niet gedaan. Verleden jaar is
zoo'n andere wandelende school op reis ge
gaan, om Anderson eenigszins in zijn
reuzentaak te helpen.
De dotter" en de onderwijzer" hebben
geen van beiden gemakkelijk werk; de eerste
evenmin als de tweede ; want men springt
hier tamelijk licht om met revolver en mes.
Jongens van acht en tien jaar hebben ge
vechten, waarbij ze elkaar te lijf gaan met
groote spijkers en pennemessen !
Het koninkrijk der Fortifs" is niet alleen
het toevluchtsoord voor Fransche vagebonden,
heel Europa is er vertegenwoordigd. De
Duitscher heeft de specialiteit van het
vlechwerk, en tegen den morgen trekken zwer
men vrouwen en kinderen naar de hoofd
stad, met mandjes en tafeltjes. De Spanjaard
verkoopt sinaasappelen of knoflook. Anderen
gaan er op uit met zieken, die dan moeten
bedelen. In een enkele wagen vond de politie
onlangs, vier blinden, drie mannen met een
arm, twee zonder beenen en een lamme. De
Spanjaard en zijn vrouw verzorgden die
zieken en bekenden, dat deze met bedelen
gemiddeld per hoofd tien francs daags
opbrachten.
De Italiaonen spelen op de guitaar of de
viool, de vader en de moeder, althans, terwijl
de kinderen moeten bedelen en ... huilen op
straat. Menigen dag verdient zoo'n familie
30 a 35 frank.
Maar achter al die vakken schuilt meest
de diefstal. En vinden doet de politie de
daders nooit ! Zoo is er onder de
onvindbaren een zekere R. . . , nog geen 30 jaar oud
en reeds tct den gezamenlijken tijd van 120
jaar gevangenistraf veroordeeld.
De ,,Cour des Miracles", zoo bekend uit
het boek van Victor Hugo, is niet verdwenen,
doch slecht 4 van residentie veranderd. Dezen
zomer verdwijnt het deel der vestingwerken
tusschen de Seine en Pantin ; de rest zal
weldra volgen. Waar zullen dan de
hedendaagsche truands" hun kwartier opslaan ?
Inhoud van Tijdschriften.
(Vervolg van bladzijde 4).
De Militaire Gids, 7e att.: Wijziging in de
Militiewet, door R. Idem, door Van R.
Opmerkingen over de huidige organisatie van
het dienstvak der militaire administratie, door
Els. Opleiding der militie bij de vesting
artillerie, door K. Het tekort aan officieren
der artillerie in verband met enkele belangen
der vesting-artillerie, door X. Studie
betreliende een nieuw scherm-voorschrift. De
prijs van de militaire schoenen en het militaire
laken, door A. E. Dudok van Heel.
Caecilia, No. 6 : Wagner-feestnummer.
Na vijfentwintig jaren, door mr. H. Viotta.
Het jubiléder Wagner- vereeniging te Am
sterdam 1883 1908, door S. van Milligen.
Wagner en Venetië, door Hollander. Uit
de herinneringen van een koorlid
Mededeelingen van allerlei aard.
De Vlaamsche Gids, Mei en Juni '08.
Vlaamsche vragen van den dag, door Lodewijk de
Raat. Bobynen van Mizerie, door Leo
Steppenbach. De zonneoogen, door Leo van
Riel. Van den dierenriem, door Eümond van
Oflel. Ons toekomstig Ministerie van Kolo
niën, door Bwana Nguou. Theodoor Storm
als novellist, door O. van Doorsselaer. Eene
bladzijde uit de krijgsgeschiedenis van Vlaan
deren tijdens de 15e eeuw, door W. Fris.
Enkele der merkwaardigste vorderingen der
physico chemische wetenschap in 1907, door
D. J. Nederlandsehe letteren, door M. Sabbe.
Nieuw Vrouwenleven Rubriek voor heeren:
Antwoord van generaal H. P. Staal. Litera
tuur : Onder bloemen bedolven, door Daisy E.
A. Junius. De vrouw in betrekking tot de
algemeene gezondheid, door R. Out-Piebenga,
Cosmopolitische Caramels, doorMimosa.
Boeken- en bladennieuwf. Hotel en pensi
ons in binnen- en buitenland. Allerlei.
Vereeniging van letterkundigen. Internati
onaal congres voor vrouwenkiesrecht Cor
respondentie.
Le Levende Natuur, afl. 3: De makke
Garnaal, met 5 ill., door E. Heimans. De
droom van een Entomoloog, door 8.
Leefmans. Waarnemingen over Graaf wespen
en Graaf bijen, met 8 ill, door N. Bouwman.
Enzymen en haar rol in de levende natuur,
door dr. N. H. Cohen. De groote
Schubzwam, met 2 ill., door L. Dorsman Cz.
Van Muizen, Ratten en Wezels, vervolg, door
B. J. v. Wagensveld. Heeft een Hommel
verstand? door J. G. Zöllner. Tusschen
Breedevoort en Corle, door G. J. Meinen.
Vragen en Korte Mededeelingen.
_ De Vrouw en haar Hui», No. 3: Van de
schoonheid des levens, door Johanna
Steketee. De Vrouw in haar huis. De
vrouw als echtgenoote, II, door F. W. Drij
ver. Over Koptische lapjes, II, door Emilie
van Kerckhoff. Naar het leven, door K.
W. Rozen, door A. C. H. Kelly. Huis
houdelijk boekhouden, I, door A. H. van
Wijlen. Tafelkleedje. Motorhoed en
sluier, door Elis. M. Rogge. Strandtaschje
voor kleine kinderen. Iets over
onderkleeding, door C. L. v. d. Yeen-Bochardt.
Internationaal Congres voor
Vrouwen-kiesrecht. De Vrouwenbewegingen de gehuwde
vrouw, door M. K.-G. Elck wat wils.
Bavardages de Fe mina." Wat men ziet
en leest. Heerenkleeding door dames.
Op de Hoogte, Juli-afl.: Op het omslag: Een
landelijke familie, nieuwsgierig en verrast
poseerende voor de camera, foto. Bijlage: De
stilte van het meer, foto. O ver de maand, die.
heenging, geïll. De Fransch-Britsche ten
toonstelling te Londen, geïll, door L. Marreo.
De imker en de bijen, met ill., door H. G.
Dorhout. O ver het gebruik van onze stem,
met afb., door J. C. Waal. Similia Con
trarus, medisch-philosophisch-
psychologischdramatische schets door Galenus en
Hippocrates. Jeanne d'Are, in het licht der jongere
onderzoekingen, met afb., door Jo. M. Sterck
Proot. Louis Bouwmeester, met portretten
en afb., door Coen Hissink. Rozen, met
af b., door Ericus. Wagner-cultus in Neder
land, naar aanleiding van het jubileum der
Wagner vereeniging te Amsterdam, met portret
en afb., door H. Rutters. Over zeebaden,
door dr. C. M. Hartog. Steenen van kalk
en zand, met ill., door J. C. Waal. Nijme
gen in het jaar van den slag van Waterloo,
met ill., door W. Graadt van Roggen. Het
genot van watertochtjes, met afb.
Eigen Haard: Het licht van de vreugde,
door G., VIII. Met de Waterlelie", door
S. J. Velsink-Beekhuizen, II, met afb., slot.
De Kunsthandel van de firma C. F. Roos iV
Co., te Amsterdam, met af b. Dr. E.
Laurillard, 1830?1908, met afb., t. Een mooi
plekje, met afb. Uit het Kersenland, door
H. J. C. Pierson. Feuilleton. Sultan
Mohamed Hoesic Sjah. Een verdwijnend
stuk Amsterdamsche geschiedenis.
Wherrywedstrijden aan den Amstel. De N*. M. C.
Een aandoenlijke Badgeschiedenis, II, alles
met afb.
M. de R.
Door het uitvallen van het enkele woordje
de heeft in mijn beschouwing over Het
Mimenspel te Delft" een zin een geheel
andere beteekenis gekregen. Wil die zin aldus
herstellen: Zelfs dan wanneer een zuiverder
samenklinken verkregen had kunnen worden,
dan zou nog de stem van den heer Royaards
alleen, stem welke wij in de klanken-grieze
ligheid herkenden, hier zeker beter gedaan
hebben."
Met dank voor de plaatsing,
F. MlJNSSEN.
M. de II.
Wilt gij de vriendelijkheid hebben in het
volgend nummer van uw blad het erratum
op te nemen, dat in het Ingezonden stuk"
bij vergissing Deventer in plaats van Zwolle
werd geschreven?
Met mijn dank,
Uw dw.
Jons. DYSERINCK.
Den Haag, 13 Juli li.OS.
5e Jaargang. 19 Juli 1908.
Red.: C. H. BBOBKKAMP, Danirak 59, Amst.
Verzoeke alle raededeelingen, deze rubriek
betreffende, te richten aan bovenstaand adres.
Probleem No. 114 is goed opgelost door:
A. Damstra, K. C. de Jonge, A. D. (^uerido, W.
van Rumt, A'dam; K. Bouweï, N. Bouwes, D.
Kikke, Edam;R.C. Leonhardt.Eelde; J. Luteijn,
Groede; W. van Daalen, J. Meijer, Haarlem;
K. Koster, HoogCarspel.
De overige oplossingen waren foutief, zoo
als in de vorige rubriek is aangetoond.
LEERZAME OEFENINGEN.
30 Mei 1.1., ontwikkelde M. Liebmann te
Parijs, een zeer mooie damslag in onder
staande stelling, met zwart, tegen M.
Champenois, die met wit speelde.
Zwart (13 schijven).
Wit (13 schijven).
Ie manier: W. ., ., . 35:33, 34:14, 14:23, 22:10
Z. 24-30, 23-29, 13-19, 12-18, 8:50!
2e man: W... ., , 35:33,32:14,38:27, 14:23,23:12
Z. 24-30, 23-28, 21:32,13-19, 12-18, 8:50!
UIT DE DAMWERELD.
Le ..Damier Romannais Peageois" heeft een
iuternationaal concours uitgeschreven op 13
September a.s. te Romans, Frankrijk, onder
eere-voorzitterschap van M. dr. E. Gailly,
maire van Romans en, M. F. J. Bolzé, rustend
kapitein, voorzitter van de Lyonsche
Damclub." president van bovengenoemde club is
M. H. Hennemann.
Het concours wordt gehouden in vier klas
gen, terwijl aan de hoofdklasse het kampi
oenschap wordt verbonden. De behaalde
prijzen kunnen zoowel in specie als in kunst
voorwerpen ontvangen worden, dus naar
verkiezing van de winners. Men speelt in
groepen, terwijl hierna de winners onderling
weder strijden om de prijzen'.
Men verwacht groote belangstelling .uit
alle deelen van Frankrijk.
Zijn er Hollanders, die daaraan wenschen
deel te nemen, dan willen wij hun gaarne
nader inlichten. Wij betwijfelen het echter,
of van hieruit ook deelgenomen zal worden,
daar het bedrag der prijzen, niet geheel op
weegt, tegen de groote kosten. Overigens
gelooveh wij, dat het concours interessant
zal zijn.
Er zal een vriendschappelijke ontmoeting
plaats hebben tusschen de dam vereeniging
Amsterdam", Rembrandtplein, en Gezellig
Samenzijn". Ie Spaarndammerstraat 55. De
hoofdklasse-spelers van Amsterdam" spelen
in deze match niet mede, waardoor de
krachten meer in evenredigheid tegenover
elkaar zullen staan.
De eerste ontmoeting heeft plaats, Dins
dagavond a.s. in de Kroon", Rembrandt
plein; de tweede Donderdagavond daaraan
volgende, Spaarndammerstraat Wilh.-huis".
J. B E M.
Wij ontvingen dezer dagen de treurige
tijding van het overlijden van den heer J.
Rem, te Zaandam.
Deze bijna 70-jarige nestor, een der oprich
ters en ijverigste bestuursleden van de
Damvereeniging Zaandam", ging geheel op in
het door hem zoo geliefde damspel. Zelfs
telde hij, onder de deelnemers bij onze pas
gehouden wedstrijd voor problemisten, als
een der meest in aanmerking komenden. Wij
zijn overtuigd dat de Vereeniging Zaan
dam", in vele opzichten, dezen ij verigen mede
werker zal missen, terwijl gezegd kan worden,
dat zij, en niet minder wij, een waar vriend
in hem verliezen. R. I. P.
SiPRIJSVRAAG LEERZAME OEFENING.
Zwart moet spelen.
B. zwart opgegeven.
F. z 20-24, w 30:19, z 25:39, w 19-13, z 39-33,
w 12-7.
N. zwart opgegeven.
Partij No. 81, gespeeld in de
damvereeniging Amsterdam", tusschen de heeren J.
Swart, met wit en H. Simons, met zwart.
Juni 1908.
ONREGELMATIGE OPENING".
Wit. Zwart, Wit. Zwart.
l 3323 1823 34.312610)1318
2.3933 1218 35.3832 38
3.4439 1) 712! 36.3631 1217!
4.3127 17 2)37.4338 1822
5.3731 1721 38.3933 913
6 31 26 20 24 39. 44 39 4 O
7.26:17 11:31 40.5044 1318
8 30:27 611 3)41.3227 813 11)
9.4137 1117 42.4440 914
10.4641 1721 43.4034 1419!
11 4136 1520 41,4843 2430
12. 37 31 1015 45. 35:24 20:40
13.3126 1217 4)46.45:34 1923!
14.3631 1722 47.3329 1319
15.26:17 22:11 48.3832 1520
16 3126 712 49.3933 1924!! 12)
17.4944 1117 50.3328 22:33!
18.4237 1721 51.29.38 1822!
l'..». 26:17 12:21 52.27:29 24:42
20.3731 27 53.4338 42:33
21.3126 712 54.3127 2024! 13)
22. 26:17 12:21 5) 55. 26 21 17:26
23.4741 2126 56.2722 2430
24.4136 510 57.3429 33:24
25. 34 29 6) 23:34 58. 22 18 26 31!
26. 40:29 7) 20 25! 59. 32 28 31 37
27. 29:20 15:24 60. 1813 37 42
28 36 31 8) 20:37 61. 13 9 42 48
29. 32:41 10 15 9) 62. 28 22 48 31! 14)
30.4136 1420 63. 94 31:18
SI. 2722 18:27 64. 4:22 2429
32 28 23 19:28 65. 22 44 30 35
33,33:31 812 *) 66. 4450 3540
opgegeven!
Stand na den 33en zet van zwart:
Z. 3, 4, 9,12,13,15,16, 20, 24, 25.
W. 31, 35, 36, 38, 39, 43, 44, 45, 48, 50.
1) Wij hebben meermalen aangegeven,
waarom 44-39 niet gespeeld mag worden. Bij
goed tegenspel, gaat er meestal een tempo
zet verloren, hetgeen nadeelig is.
2) 20-24 en 14-20 achten wij beter, om den
langen vleugel ook tijdig in werking te brengen.
3) 7-11 en 1-7 is beslist beter. 14-20 is echter
de juiste zet.
4) Trachtende, aan wit vrije zetten te
ontremen.
5) Zwart voert dsn aanval door, hetgeen
onze goedkeuring niet geheel wegdraagt.
Beter was o. i. wit's korten vleugel ook
traciiten te verzwakken.
6) 34-30 en op z 20-25, 40 34 en 44-40is o.i.
sterker. Meermalen is ons den laatsten tijd
gebleken, dat, met dat vrijwillig laten op
sluiten, de tegenspeler veeltijds behoefte krijgt
aan vrije zetten. Men moet evenwel het spel
volkomen meester zijn, om zich hieraan te
wagen, daar, bij den minsten fout-zet. men
beslist nadeel krijgt.
1) 39:30 was beslist beter. Zwart's spel staat
nu sterker.
S) Een zwakke afrmling. Voortgaan met
44-40 enz. is beter.
9) Zwart gaat nu den aanval op dien vleu
gel doorzetten!
10) Een schijf onnoodig op een hoekveld
plaatsen, is nimmer goed.
11) O.i. nog beter dan de afruiling met
17-21 enz. (4 voor 4 schijven).
12) De damzet met 25-30 enz. is niet goed.
13) Een lijne tempo-zet, welke het spel
dost beslissen.
14) Brillant! Wit dwingende, l tegen 4
stukken over te laten.
Een in alle opzichten prachtige en vooral
leerzame partij. Zwart heeft van het minste
voordeel geprofiteerd, en dit later in winst
weten om te zetten.