Historisch Archief 1877-1940
No. 1621
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
VOO3 DAMEjg.
LIBERTY
PRICED SALE CATALOQUE
POSTFREE ON APPLICATION
SUMMER
SUMMER
SUMMIER
SUMMER
SUMMER
SUMMER
SALE
SALE
SALE
SALE
PRICED SALE CATALOGUS
POSTFREE ON APPLICATION
METZ&CO
LBIOSCHESTRAAT
AMSTERDAM
?OLE HCPRESCNTATIVES IN HOLLAND
IIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIMIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIMIIIIII
Voor een-klein liedje.
Ik heb aan de dikste boeken gevraagd
de allerdikste...
weet jullie hoe ik leven moet
het mooiste en geschiktste?
Toen zeien de boeken:
lees ons maar...
en heb je verstand
je wordt 't gewaar...!
Ik las... en las...
en begreep ze niet...
wat hun verstand toch wel bedied!
. Wee ... zelfs 't allerdikste zweeg
en liet mijn hart zoo arm en leeg...
Toen gooide ik de boeken neer
en vroeg ze maar niet meer!
Ik ben tot knappe menschen gegaan
ze wisten veel... dat zag je z' aan
hun oog zei trots: 'k weet 't lnjor...
een rekenaar heb je hier voor ...
weet jij 't niet... kom dan maar hier :
Tweemaal twee is altijd vier!"
Ik vroeg hen schuchter, heel bedeesd:
hoe word ik 't eerste en 't meest
? goed en blij?"
_ Toen schudden ze hun knappe kop
' en riepen spottend: toe ruk op
jij uil...
Wat is me dat nu voor een wensen
ben ju een ezel of een mensch
weet jij niet hoe men leven moet
weet jij niet hoe men 't beste doet
jouw domoor... wie ben jij'
kijk naar ons en wordt als wij!"
Maar je oogen zjjn zoo leeg
en je mond zoo koud
by je wijsheid ik niets kreeg
al is ze nog zoo oud'.
En je werken zijn zoo stram
en je leer zoo dor en lam ...
ach je zielen zijn zoo stijf
en zoo arm je leege lijf...!"
Toen zagen een paar mij meewarig aan
en zeien: laat de gek maar gaan..."
Maar de anderen riepen kwaad:
-kijk wat aap daar voor ons staat!
Wie ben je en wat ken je...
wat weet je... en wat deedt je...
waar woon je en hoe heet je?"
Ik stamelde... Poëetje!"
Wat een naam," gierden ze uit
die naam zegt al genoeg ?..
Jij.zal nooit leeren wat leven beduidt
en nooit krijgen wat je vroeg..."
Toen ben ik naar het goud gegaan
en smeekte: maak me rijk!"
Het goud zag me meewarig aan
en zei: je bent me niet gelijk...
Men kan alleen gelijken geven...
dat is de diepste les van 't leven l"
UIT DE N AT UU Q.
Vacantie-werk aan 't strand.
Als het zoo'n mooie onderwetsche zomer
is als deze keer, komt iemand, die
natuurstudie wil populariseeren, er vanzelf toe over
het strand te schrijven. Dan dwalen de ge
dachten uit de studeerkamer, waar ondanks
drie open ramen het gloeigaslicht zich
door zijn warmte nog ongenaam doet op
merken, naar ons heerlijke strand; daar
waait op het oogenblik stellig van ver over
zee een andere lucht de menschen toe, dan
mij hier over de Amsterdamsche gracht.
Gelukkige menschen, die vacantie kunnen ne
men met de langste dagen wanneer het mooi
weer is; wij stads-ambtenaren moeten maar af
wachten wat voor weer het in onze regen maand
Augustus zijn zal. Nu, een goede maand
vacantie krijgen we toch, en daarin zijn we
weer bevoorrechte wezens; en heel erg dank
baar. Maar als ik nog eens de baag wordt
over andere menschen die het heele jaar
door bard werken, geeft ik ze allemaal vast
vacantie in de heele maand Juni en in
October nog eens voor de eerste helft; de
productie zou er door winnen, daarvan ben
ik vertuigd.
In October stuurde ik ze naar de bosschen,
in Juni naar het strand met de heele huis
houding. En daar zouden de meesten zich
gruwelijk vervelen," zegt me een mopperaar,
die over mijn schouder staat te loeren, wat
ik nu weer voor aanloopje zal verzinnen, om
de lui aan het lezen te krijgen van taaie kost.
Vervelen, daar geloof ik nu net niets van.
Ik ben vaak genoeg aan het strand geweest,
en heb er net zoo goed de menschen als de
zee met zijn planten en dieren aangekeken.
Als ik er ergens verveling heb opgemerkt,
dan was het in de drukke badplaatsen; en
dan alleen op een betrekkelijk klein plekje
vóór de hotels, en uitsluitend bij geblaseerde
groote menschen, die er flaneeren en meer
op elkaar letten dan op de ontzaglijke natuur
vóór om, boven en onder zich.
Toen zwierf ik moede verder
waar is mijn ziele-herder...
zoo kermd 'ik droevig uit...
wie leert mij wat geluk beduidt?
Toen 'k opzag stond ik voor «en wiegje
waarin een spelend kindje zat...
dat in z'n oogen had...
datgene waar 'k op wachtte...
Leer mij te leven ?" smeekte ik zachte...
't Kindje keek mij aan en lachte...
Zeg mij, gelukkige... ach zeg...
hoe is de beste weg...
Leer mij gelukkig zijn?"
Ik zag een gouden schijn
om 't lachende gezichtje
en th de oogen blonk een lichtje...
Het kindje stak de handjes uit...
keek omhoog en lachte luid...
Waar lach je tegen," vroeg ik weer.
Steeds straalde 't kindje meer en meer.
Wat zie je dat zoo mooie is
en dat ik... ach zoo zeere mis ?"
Toen zagen twee diepe oogen mij aau
en zijn aan het spreken gegaan:
Ik zie mij zélf... daar lach ik tegen
ik ben mij zélf... de een'ge zegen
wijl ik om niets gelukkig ben...
en geene reken-lessen ken ...
myn ziel kan niet verstandig tellen
ik kan geen logisch dogma stellen
ik wil geen boeken en geen goud...
ik weet dat Vader van me houd...
Vader die daar boven woont...
en mij met zijne wijsheid kroont..."
Ik zag steeds goud'ner lichter schijn...
en hoorde: Wie het meest wil zijn
in mijn heilig koninkrijk ...
worde aan dit kindeke gelijk ... ?"
Het kindje speelde en lachte weer...
ik ging en vroeg niet meer...
JBANSE HACK.
Een School voor Moeders.
Reeds meer dan anderhalf jaar geledea is
er in St. Pancras. eene der ar men wijken van
Londen, op gezamenlijk initiatief van the Hon
Mrs. Bertrand Ruseell en Mies Bussting, een
school voor Moeders opgericht. Aanleiding
wat in de eerste plaats de groote kinder
sterfte, een gevolg van de onkunde der
moeders, o. a blijkend uit een feit dat dr.
Sykes, de Inspecteur van den Geneeskundigen
Dienst in St. Pancras meedeelt.
Hij had een brochure verspreid, waarin
hij mededeelingen deed omtrent de beste
methode voor kunstmatige voeding, waar
niet de kinderen op de natuurlijke wijze
gevoed konden worden. Tot zijne verbazing
eu afschuw werd deze meening zoo opgevat,
dat men de kinderen ging spenen en kunst
matig begon te voeden. Onnoodig te zeggen,
dat er snel een einde werd gemaakt aan 't
verspreiden der brochure, maar het feit
bewijst welk een zwakke basis er is om
kennis op te bouwen. De uitdeeling van
melk bleek hetzelfde gevolg te hebben als
de brochure: men gaf ze den kinderen
inplaats van het natuurlijke voedsel.
Dit alles bracht er de beide bovengenoemde
dames toe eene poging te doen om in de eerste
plaats de moeders zei yen te versterken en haar
betere begrippen bij te brengen omtrent de
voeding der kinderen. Mrs. Bertram Russell
had een bezoek gebracht aan Gent en was
zeer onder den indruk gekomen van het werk,
dat in die stad gedaan werd, waar eene
Vereeniging, onder leiding van een geestdriftigen
jongen doctor, die studie van het probleem
der kindersterfte gemaakt had, er in geslaagd
was om het sterftecijfer te doen dalen van
350 tot 40 per duizend. Deze wonderbaarlijke
resultaten werden verkregen door direct op de
moeders zelven in te werken, nadat men
ondervonden had hoe weinig praktische ge
volgen andere methodes hadden gehad. Men
had geprobeerd om, op de lagere scholen, aan
kleine meisjes van elf tot veertien jaar, de
behandeling van het kind te leeren, met
levende kleine kinderen, niet met poppen.
Ten eerste moet het kind no^ geboren wor
den, dat zich aan het strand zal ver rel en; daar
hebben ze immers geen tijd voor. Of het moest
zijn, dat al te zorgvuldige enangstvallige ouders
of gedienstigen het willen beletten zich nat of
morsig te maken. Kinderen werken aan het
strand; en waar zij in de vacantie zijn. Daarin
ligt het geheim van het niet vervelen.
Het is een glad verkeerd idee van de
menschen, dat men een vacantie aan het
strand, of waar ook, in ledigheid met luieren
en eten en slapen moet doorbrengen; een
vacantie kan niet beter doorgebracht worden
dan met werken.
Inderdaad, ik meen het, met werken; mits
het een ander werk is dan het dagelijksche en
jaarlijksche werk. Ik zelf heb nooit anders
naar vacantie verlangd, dan om te kunnen
werken, iets te doen, waarvoor ik buiten de
vacanüe geen tijd of gelegenheid heb.
Werken dus, maar anders. Wie zittend werk
heeft binnenshuis, moet wandelen, loopen en
ver uitkeken in de buitenlucht. Wie inspannend
handenwerk verricht, moet geestesarbeid gaan
doen, en wie altijd geestdoodend of althans
sleurwerk te verrichten heeft, moet studeeren
in de boeken of in de natuur. Het lastigst is
het, werk op te geven aan iemand, die dag
aan dag studeert of ander ernstig hoofd
werk heeft te verrichten. Ge zult zeggen:
die moeten, om in de lijn te big ven, hout
hakken, diepspitten of zandkruieu.
Daarmee ben ik het niet eens; hier kan ik van
ervaring spreken. Voor zulk zwaar werk zijn
onze vacanties te kort en te zeldzaam ; ons hart
is er niet meer voor geschikt. Het zou
wel goed gaan, als wij studiemenschen het
heele jaar door een of twee keer per dag
zoo iets konden doen, maar daartoe ont
breekt den meesten de tijd en de gelegen
heid. Wie op theoretische gronden meent
zich tegen overwerken van de zenuwen
te kunnen beveil igen door z waren spierarbeid
in de korte vacantie, al is het maar groote
marschen of fietstochten of bergtoeren maken,
komt in den regel bedrogen uit. Bij kinderen
of jongelui gaat het misschien nog, maar
Voor velen die de gezinnen der armen ken
ten, scheen dit grootendeels tijd en geld
verkwisten. In de eerste plaats moesten daar
voor crèches georganiseerd worden op groote
schaal.
In de tweede plaats gaan de kleine meisjes
eiken dag weer naar huis en zien alles daar
heel anders gedaan. Zümogfo geen aanmer
kingen maken op 't geen haar moeder doet,
zij mogen niet in praktijk brengen wat ze
geleerd hebben; ze moeten integendeel juist
't tegenovergestelde doen, als ze Zaterdags
op de kleintjes moeten passen. De strijd
tusschen 't gezag van ouders en onderwijze
ressen zal meestal eindigen met een over
winning van de ouders en de steeds sterker
wordende overtuiging, dat onderwijzers en de
veidere buitenwereld niets af weten van 't
leven van den werkenden stand.
Er is veel waarheid in dit alles. De tegen
woordige scholen zijn er voor bekend, dat
zij de meest verschillende zaken willen onder
wijzen ; alle kennis voor alle kinderen, schijnt
hun motto te zijn. Dit zou uitstekend zijn,
als 't werkelyk in praktijk was te brengen,
maar de toepassing heeft groote oppervlak
kigheid te weeg gebracht; van alles weet men
iets af en niets kent men grondig.
En daarom is men bly, dat er zich stemmen
tegen hebben verheven, dat dit ook met de
behandeling van 't kleine kind het geval
zou zijn.
De School voor Moeders, uitgaande van
the St. Pancras Molhers' and Jnfants' Society
is gevestigd in Londen Chalton Streetbandy
EustonRoad. Daar wordt middageten verstrekt,
dat aan ondernemers 2 ?i stuivers kost, maar
dat aan de vrouwen, die met hun kleintjes
komen, voor l>f stuiver gegeven wordt en
in gevallen van groote armoede, geheel gratis.
Het bestu* vertelt, in verband hiermee, iets
zeer opmerkelijks:
In 't begin zei men tot ons, dat we wel
zouden ondervinden, dat alle vrouwen een
gratis middagmaal zouden verlangen. Inte
gendeel iB 't een onzer grootste moeilijkheden
geweest om de moeders, die het 't meest
verdienden, over te halen om toch te komen,
al kunnen zy 't niet betalen, 't Komt her
haaldelijk voor, dat er eerst de eene veront
schuldiging na de andere wordt te berde
gebracht voor haar niet komen, tot eindelyk
de waarheid voor den dag komt: Ik wil
liever geen eten hebben, dat ik niet betalen
kan," terwijl er soms wordt bijgevoegd : Mijn
eten zou mij in 't geheel niet smaken, als
ik weet dat ze thuis niets hebben." Dit
schijnt een hel licht te werpen op de groote
kwaal, die den wortel van alle liefdadige
instellingen aantast de moeilijkheid om
hen die het meest verdienen, in werkelijk
heid te helpen. Bij openbare liefdadigheid,
even als bij andere zaken, zijn het
delevenmakers, zij die naar voren dringen, die 't eerst
worden geholpen, terwijl de armen die nog
hun trots hebben behouden, die te verlegen
of te zwak zijn om te vertellen van hun
ellende, in donkere hoeken van gebrei ster
ven. Er moeten zooveel formaliteiten worden
in acht genomen, voor de giften woiden uit
gereikt, dat alleen zij, die ervaren zijn in alle
kunstgrepen, hopen kunnen er iets van te
krijgen. Bij de Vereeniging St. Pancras is er
zoo iets, dan toch maar pen minimum van
al dat officieele. Zoodra eene vrouw haar
kind voedt, of moeder zal worden, gaat zij
eenvoudig naar het Welcome, met haar 1%
stuiver en aan staat er een middagmaal
voor haar klaar een warm, voedzaam,
goed toebereid maal, dat in eene warme,
prettige kamer wordt verstrekt.
Behalve die maaltijden, heeft de
Vereeniging nog eene school, een liefdadigheidsclub
en praat-a rondjes. Al wat eene moeder be
hoort te weten omtrent de behandeling en
voeding van haar kind, wordt hier verteld
op de eenvoudigste en gewoonste manier,.
die men zich kan voorstellen en er wordt
gewerkt op baar moederlijke Heldeen trots, om
haar zooveel mogelijk haar best te laten doen.
Om er over te kunnen oordeelen welke sterke
prikkels dit zijn, zou men eerst tegenwoordig
moeten zijn, op de dagen, dat de kinderen
gewogen worden. Dan ziet men de vreugde
of 't verdriet op 't gelaat der moeders, naar
mate de weegschaal uitwijst hoeveel onsen
ze zijn toe- of afgenomen, 't Is belangwekkend
dr. Miele, die veiantwoordelijk was voor de
onderneming in Gent, te hooren verklaren,
boven de veertig is het een gevaarlijke proef;
die ik eens genomen heb, maar nooit meer
zal doen.
Moest ik aan iemand beproefde raad geijen in
zulke gevallen, dan zou ik zeggen, ga als ge
er nog niet vaak geweest zijt, althans niet
lang aan een stuk, naar het strand; zoek
ergens een dorp, waar het niet al te eenzaam
is, maar waar ook geen badplaats-drukte te
vreezen is, en kies een verblijf, ver van de
visscherswoningen.
Begin met u een paar dagen te oefenen
in het medisch absolute rust
nemen, alias luieren; b.v. in
een strandstoel, heel alleen;
kijk en luister zooveel en zoo
lang naar de zee en de stadige
branding tot ge moe wordt en
honger en neiging tot slapen
krijgt. Vooral in de vroege
morgen-uren, van even voor
de zon opkomt tot aan het
ontbijtklokje is de zee zoo mooi
en geheimzinnig;; dan is ze een
rustbrengend remedie, die
kalmeerende gedachten wekt en
onstuimige begeerten en
tredmolen-werklust onderdrukt.
Zorg, als het eenigszins
mogelyk is, uw slaapkamers te
kiezen op 't westen, waaruit ge
de zee zien, hooren en ruiken
kunt; mogelijk, dat ge in de
eerste nachten daardoor juist
niet vast slaapt, maar dan
staat ge kalmpjes op, in den
morgen haalt ge de schade
wel weer in.
Na een dag of drie kan het
niet missen of de zee gaat u
interesseeren, begint u raad
sels op te geven. Geef nog niet
aan toe aan uw lust tot op
lossen van moeilijke vraag
stukken, maar ga eerst nog
wat wandeltoshtjes maken
vlak langs de harde eb-zoom;
dat er nocit een kind voor de tweede maal'
in vuilen toestand in 't lokaal kwam.
Ik moet nog vermelden, dat al wat voor
de School voor Moeders gedaan is, gebeurde
door vrijwillige hulp. De toestand is op 't
oogenblik als volgt:
Na vele voorafgegane uitgaven voor druk
werk, vereieren en inrichting, schat men de
kosten voor de school voor Moeders op onge- j
veer f22 per maand. Hierin zyn begrepen,
huishuur salarissen, voeding, schoonhouden,
vuur en licht, drukwerk en frankeeren.
's Winters, ten tijde van den hoogsten nood,
zullen de kosten hooger worden, daar het
getal vrouwen zal toenemen. Maar reeds ten
ty'de dat dit verslag werd uitgebracht, was
financieele hulp zeer noodig. M. K.
Poolsclie schrijfsters. Fay Kellogg.
Voor genealogen. r'
In het maandschrift Die Frau und ihre Ze.it
levert Stefania Goldenring een merkwaardige
bijdrage over Poolsche schrijfsters. De
hedendaagsche Russische literatuur ie, dank zij
verdienstelijke vertalingen vrijwel bij ons
bekend. Van moderne Poolsche schrijvers is
ons minder bekend. Eén naam, Henri
Sienkiewicz zweeft op aller lippen. Wie kent niet
zgn meesterwerk: Quo Vadis" ? Doch, wan
neer wij Sienkiewicz dankbaar genoemd
hebben, dan moeten wij ons in den regel een
poosje bedenken, vóór wij aan Kaaprotvicz
en Wyspianski de eer geven, die hun toe
komt.
Stefania Goldenring brengt ons in contact
met hedendaagache Poolsche schrijfsters.
Onder naar behoort Elise Orzesko reeds tot
de oudere garde, want, verleden jaar, her
dacht deze schrijfster reeds het heugelijke
feit, dat zij veertig jaar de pen voerde.
Tot de piepjonge schrijfsters behoort Marion
(schuilnaam) die in 1880 in den omtrek van
Warschau geboren, reeds op 18-jarigen leeftijd
meedong naar een prijsvraag, en bekroond
werd. In 1899 nam het meest gelezen maand
blad de Biblioteka Warszawska een roman van
Marion op, getiteld Fantasieweefsel" die later
in boekvorm verscheen en de jeugdige auteur
stempelde tot een der talentvolste schrijfsters
van haar tijd. Na het verschijnen van haar
tweede boek Het Leven was Marion's letter
kundige naam. gevestigd. Zoja
Ry^ier-Nalkowska debiteerde met een bundel novellen.
In haar eersten roman : de Vorst" is haar
hoofdpersoon een vrouw. Een
koel-beredeneerde, zelfbewuste, kritische vrouw, zooals
Zoja Rygier-Nalkowska zelve is.
Tegenover deze twee hyper-moderne schrijf
sters, schijnen Theresita Krzymuska en Eva
Luskina tot eene iets oudere school te
behooren, ofschoon nog geen volle tien jaar
verloopen zijn, sedert deze auteurs de opmerk
zaamheid der nimmer sluimerende of luierende
kritiek trokken.
Tot de pen-voerende, Poolsche vrouwen,
die haar krachten en gaven aan sociale vraag
stukken wijden, behoort: Iza Moszczenska. Iza
Moszcen-ika, die in 1864, te Kusavien op de
Pruisisch-Pooleche grenzen geboren werd,
geeft als oorzaak van haar gloeiende belang
stelling voor maatschappelijke en politieke
kwesties, de hoogst-ernstige verhandelingen,
die daarover in haar ouderlijk huis gevoerd
werden. Xa den dood haars vaders, moest
Iza, evenals haar broers en zusters, m eigen
levensonderhoud voorzien. Zij probeerde eerst
haar brood te verdienen door het geven van
prlvaatlessen, doch, voefde, dat zij hiertoe niet
bizonder geschikt was. Zy trad in 't huwelijk
met een journalist, en, beide redigeerden de
Warschauer Gonice".
Iza Moszczenska schreef een aantal
paedagogische en ethische brochuren.
Fay Kellogg, de beroemde vrouwelijke
Amerikaansche bouwkundige, verdient 's jaars
20,000 dollars. Zij wordt aangeduid als de
triomf van haar geslacht". Zij staat in de
eerste rij der toongevende architecten van
New-York. Zij is een leerling van Marcel de
al of niet met bloote voeten, naar gestel en
leeftijd; maar vooral zonder boord om, en met
een lichte hoed of pet met heel breede rand
of klep.Mal,denkt ge, zulke kleinigheden te ver
tellen. Toch niet.Ik weet van mij zelf, dat ik in
dertijd eerst moest ontdekken,wat mij eigenlijk
nog hinderde bij het rust nemen. Het uitlaten
van een gesteven boord, al knelt hij heelemaal
niet, kan een verrassende opluchting geven
en, wat nog maller lijkt, ook het thui?-laten
of opzettelijk niet-opwinden van een horloge.
Wil ik nog iets onnoozelers er bij zeggtn,
1. Het Zaaeje (Donax); rechter schelpklep van buiten,
met fijne tandjes aan den rand. la. Rechter schelpklep
van binnen. 2. Het Nonnetje (Tellica), geheele schelp
met de slotband (ligament). 2a. Rose of gele
Platschelpje (Tellinal). 26. helft, daarvan. 3. Boormossel
(Pholas). 3a. Tand van de spieraanhechting aan de
binnenzijde daarvan. 4. Torentje (Turitella).
5. Wenteltrap (Scalaria).
MoEcloe. Fay Kellogg was de eerste vrouw,
die de colleges volgde van de Ecole des
Beaux Arts te Parijs.
Jong, vol ijver en zelfvertrouwen, wendde
zij zich, tian jaar geleden tot haar eminenten
leermeester Marcel de Monclos, met het vol
gend verzoek: Ik zou gaarne uw leerling
zijn; ik kan vél, mér dan u denkt; wat
ik nog niet weet en ken, zou ik van u willen
leeren".
Marcel de Monclos heeft vreugde beleefd
aan zijne pittige, buitengewoon begaafde
leerlinge.
Toch, was feitelijk de beroepskeuze van
bouwkundige, voor Fay Kellogg gedwongen
fraaiigheid.
Met hart en ziel verlangde zij, in de medi
cijnen te gtudeeren. Dat nooit l zei vader
Kellogg. Nooit! nooit l wou jij, een meisje,
zoo'n on vrouwelij k beroep kiezen ? I jij, dokter
worden?! Nooit!
Best! dan wordt ik bouwkundige,
In geheel Amerika worden tegenwoordig
Kellogg-huizen gebouwd. Fay Kellogg's
grootste genoegen bestaat in 't bouwen van
huizen met een onnoemelijk aantal verdie
pingen, Niet, omdat zij de sky-scrapers"
esthetisch vindt, zij lijken haar absuid", maar
zij ziet in 't bouwen van die vermetele ge
vaarten, een teeken des tijds. Züzijn kenmer
kend voor onze geldzucht, voor ons verlangen
elk plekje gronde te gebruiken op de meest
winstgevende wijze. Doch, eenmaal zal de
gcboonheidszin overwinnen. De geldjacht zal
gedaan zijn, en, men zal het geld in dezelfde
mate minachten als men het nu hoog vereert.
Een tijdperk van schoonheid, kunst en
aesthetika zal aanbreken; onze smaak en ons
karakter zullen gelouterd zijn; op onzen tijd
zal men terugzien, als op een periode van
eindelooze, beklagenswaardige dwaasheid, en,
men zal niet begrijpen dat men te midden
van zooveel dwaasheid gelukkig kon zijn."
Waar een bouwwerk van Fay Kellogg
verrijst, daar is zij voortdurend persoonlijk
op 't terrein aanwezig; niets ontgaat aan baar
geoefendenspeurblik. Onverschrokken, zonder
eeoigen last van duizeling, kloutert z\j tegen
stellages, springt over balken, is onvermoeid,
vuurt de werklieden aan door- haar ijver en
opgewektheid.
Papa Kellogg moet maar uitmaken, welk
beroep vrouwelijker is, dat van medicus of
bouwkundige.
De Zondag- editie van de New- York Herald
maakt melding van het huwelijk van baron
Gabriel de Rosémet gravin Jaqueline de
Marrjix de Saint-Aldegonde, op het slot Eyzer,
in België.
Als getuigen van den biuidegom fungeer
den Carlier d'Odeigne en graaf George de
Briey; de bruid had tot getuigen markies de
Beaufort en graaf John de Marnix.
Genealogen kunnen zich verdiepen in het
onderzoek naar den graad van verwantschap
tusschen dit bruidje, en onzen onvergetelijken
Marnix van Sint Aldegonde, boezemvriend
van Willem van Oranje, dichter van het
heerlyk Wilhelmus, van den mar, wiens ty
peerende lijfspreuk luidde: Repos ailleurs".
CAPRICE.
Polijsten van tin en zink. Voorwerpen van
tin, slijpt en polijst men met Weener kalk of
z. g. Schlemkrijt; het eerste doet men met
linnen lappen, het tweede met wachleder.
Om reliefstukken te polijsten, gebruikt men
een breede' afgeronde stalen polijststaaf en
als polystmiddel zeepwater, eiwit, ossengal
met water verdund enz. Vervolgens wascht
men na met wijnsteenwater en droogt de
voorwerpen. Antimoon-laud-alliages worden
met gebrande magnesia op wit leder of met
fijn polijstrood gepolijst. Zink wordt eerst
fijn afgeschaafd en daarna met houtskool
poeder of Weener kalk geglansd. Men droogt
de gepolijste voorwerpen liefst in verwarmd
zaagsel, waarna men ze met water of wit leder
van het aanhangende zaagsel bevrijdt.
(Maandblad van dr. Hamel Soos
& Harmem.)
het kan me niet schelen of ge me uitlacht:
neem 's morgens vroeg een goede boterham
in den zijzak en een goed gewasschen rauwe
wortel. En in 't eerst geen lectuur en vooral
geen gezelschap; ook in de eerst volgende dagen
niet, of het moest een jong kindje zijn, dat ge
met schelpjeszoeken bezig vindt en dat u
boeit door zijn spel of door zijn gebabbel.
Mét dat ge u heelemaal lekker en nor
maal gaat voelen, komt ook bij u, als
studiemensch, onweerstaanbaar de lust opzetten om
wat te doen. S u is het de kunst, u bij de zee en
strand te bepalen. Nu eerst is het de tijd wat
raadseltjes te gaan oplossen, die de zee u bij
tientallen opgeeft, te gaan letten op wat er
vliegt, aanspoelt en rondhupt op 't zand. Dat
is meteen een uitkomst voor de enkele dagen,
dat regen en storm het in het geheel niet
toelaten aan het strand te wandelen of te
zitten.
Hoe kinderlijker en kinderachtiger gij het
aanlegt hoe beter. Zoek uw gezel se hap niet
ouder de volwassenen. Ga met de kinderen
schelpen zoeken en graven, ga er de botjes en
zeesterren, kwallen en krabben bekijken, die
door de ebbe gevangen zijn in de groote
vlakke aqnaria tusschen de ondiepen banken
en maak een begin met het nagaan van het
spoelsel van wieren langs°de vloedlijn. Ga
letten op de strandvogels met behulp van
een tooneelkijker, op de insecten en de planten
van de strandzoom en langs de duinhelling. Is
eenmaal uw groote-menschen-belangstelling
gewekt voor kinderachtige dingen, waarvoor
ge nooit oog of hart hebt gehad, begin dan
met een heel lichte en toch ernstige studie'
van het natuurleven om u heen; bijvoorbeeld
met schelpen-determineeren, en leer het de
kleintjes om u heen. Ge zult eens zien, wat een
genezende en opwekkende kracht daarin
schuilt.
Een volgende keer wil ik gaarne een kleine
vingerwijzing er bij geven. Hier zijn al vast
een paar figuurtjes om mee te beginnen.
E. HEIMANS.