De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1908 19 juli pagina 5

19 juli 1908 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1621 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. VOO3 DAMEjg. LIBERTY PRICED SALE CATALOQUE POSTFREE ON APPLICATION SUMMER SUMMER SUMMIER SUMMER SUMMER SUMMER SALE SALE SALE SALE PRICED SALE CATALOGUS POSTFREE ON APPLICATION METZ&CO LBIOSCHESTRAAT AMSTERDAM ?OLE HCPRESCNTATIVES IN HOLLAND IIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIMIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIMIIIIII Voor een-klein liedje. Ik heb aan de dikste boeken gevraagd de allerdikste... weet jullie hoe ik leven moet het mooiste en geschiktste? Toen zeien de boeken: lees ons maar... en heb je verstand je wordt 't gewaar...! Ik las... en las... en begreep ze niet... wat hun verstand toch wel bedied! . Wee ... zelfs 't allerdikste zweeg en liet mijn hart zoo arm en leeg... Toen gooide ik de boeken neer en vroeg ze maar niet meer! Ik ben tot knappe menschen gegaan ze wisten veel... dat zag je z' aan hun oog zei trots: 'k weet 't lnjor... een rekenaar heb je hier voor ... weet jij 't niet... kom dan maar hier : Tweemaal twee is altijd vier!" Ik vroeg hen schuchter, heel bedeesd: hoe word ik 't eerste en 't meest ? goed en blij?" _ Toen schudden ze hun knappe kop ' en riepen spottend: toe ruk op jij uil... Wat is me dat nu voor een wensen ben ju een ezel of een mensch weet jij niet hoe men leven moet weet jij niet hoe men 't beste doet jouw domoor... wie ben jij' kijk naar ons en wordt als wij!" Maar je oogen zjjn zoo leeg en je mond zoo koud by je wijsheid ik niets kreeg al is ze nog zoo oud'. En je werken zijn zoo stram en je leer zoo dor en lam ... ach je zielen zijn zoo stijf en zoo arm je leege lijf...!" Toen zagen een paar mij meewarig aan en zeien: laat de gek maar gaan..." Maar de anderen riepen kwaad: -kijk wat aap daar voor ons staat! Wie ben je en wat ken je... wat weet je... en wat deedt je... waar woon je en hoe heet je?" Ik stamelde... Poëetje!" Wat een naam," gierden ze uit die naam zegt al genoeg ?.. Jij.zal nooit leeren wat leven beduidt en nooit krijgen wat je vroeg..." Toen ben ik naar het goud gegaan en smeekte: maak me rijk!" Het goud zag me meewarig aan en zei: je bent me niet gelijk... Men kan alleen gelijken geven... dat is de diepste les van 't leven l" UIT DE N AT UU Q. Vacantie-werk aan 't strand. Als het zoo'n mooie onderwetsche zomer is als deze keer, komt iemand, die natuurstudie wil populariseeren, er vanzelf toe over het strand te schrijven. Dan dwalen de ge dachten uit de studeerkamer, waar ondanks drie open ramen het gloeigaslicht zich door zijn warmte nog ongenaam doet op merken, naar ons heerlijke strand; daar waait op het oogenblik stellig van ver over zee een andere lucht de menschen toe, dan mij hier over de Amsterdamsche gracht. Gelukkige menschen, die vacantie kunnen ne men met de langste dagen wanneer het mooi weer is; wij stads-ambtenaren moeten maar af wachten wat voor weer het in onze regen maand Augustus zijn zal. Nu, een goede maand vacantie krijgen we toch, en daarin zijn we weer bevoorrechte wezens; en heel erg dank baar. Maar als ik nog eens de baag wordt over andere menschen die het heele jaar door bard werken, geeft ik ze allemaal vast vacantie in de heele maand Juni en in October nog eens voor de eerste helft; de productie zou er door winnen, daarvan ben ik vertuigd. In October stuurde ik ze naar de bosschen, in Juni naar het strand met de heele huis houding. En daar zouden de meesten zich gruwelijk vervelen," zegt me een mopperaar, die over mijn schouder staat te loeren, wat ik nu weer voor aanloopje zal verzinnen, om de lui aan het lezen te krijgen van taaie kost. Vervelen, daar geloof ik nu net niets van. Ik ben vaak genoeg aan het strand geweest, en heb er net zoo goed de menschen als de zee met zijn planten en dieren aangekeken. Als ik er ergens verveling heb opgemerkt, dan was het in de drukke badplaatsen; en dan alleen op een betrekkelijk klein plekje vóór de hotels, en uitsluitend bij geblaseerde groote menschen, die er flaneeren en meer op elkaar letten dan op de ontzaglijke natuur vóór om, boven en onder zich. Toen zwierf ik moede verder waar is mijn ziele-herder... zoo kermd 'ik droevig uit... wie leert mij wat geluk beduidt? Toen 'k opzag stond ik voor «en wiegje waarin een spelend kindje zat... dat in z'n oogen had... datgene waar 'k op wachtte... Leer mij te leven ?" smeekte ik zachte... 't Kindje keek mij aan en lachte... Zeg mij, gelukkige... ach zeg... hoe is de beste weg... Leer mij gelukkig zijn?" Ik zag een gouden schijn om 't lachende gezichtje en th de oogen blonk een lichtje... Het kindje stak de handjes uit... keek omhoog en lachte luid... Waar lach je tegen," vroeg ik weer. Steeds straalde 't kindje meer en meer. Wat zie je dat zoo mooie is en dat ik... ach zoo zeere mis ?" Toen zagen twee diepe oogen mij aau en zijn aan het spreken gegaan: Ik zie mij zélf... daar lach ik tegen ik ben mij zélf... de een'ge zegen wijl ik om niets gelukkig ben... en geene reken-lessen ken ... myn ziel kan niet verstandig tellen ik kan geen logisch dogma stellen ik wil geen boeken en geen goud... ik weet dat Vader van me houd... Vader die daar boven woont... en mij met zijne wijsheid kroont..." Ik zag steeds goud'ner lichter schijn... en hoorde: Wie het meest wil zijn in mijn heilig koninkrijk ... worde aan dit kindeke gelijk ... ?" Het kindje speelde en lachte weer... ik ging en vroeg niet meer... JBANSE HACK. Een School voor Moeders. Reeds meer dan anderhalf jaar geledea is er in St. Pancras. eene der ar men wijken van Londen, op gezamenlijk initiatief van the Hon Mrs. Bertrand Ruseell en Mies Bussting, een school voor Moeders opgericht. Aanleiding wat in de eerste plaats de groote kinder sterfte, een gevolg van de onkunde der moeders, o. a blijkend uit een feit dat dr. Sykes, de Inspecteur van den Geneeskundigen Dienst in St. Pancras meedeelt. Hij had een brochure verspreid, waarin hij mededeelingen deed omtrent de beste methode voor kunstmatige voeding, waar niet de kinderen op de natuurlijke wijze gevoed konden worden. Tot zijne verbazing eu afschuw werd deze meening zoo opgevat, dat men de kinderen ging spenen en kunst matig begon te voeden. Onnoodig te zeggen, dat er snel een einde werd gemaakt aan 't verspreiden der brochure, maar het feit bewijst welk een zwakke basis er is om kennis op te bouwen. De uitdeeling van melk bleek hetzelfde gevolg te hebben als de brochure: men gaf ze den kinderen inplaats van het natuurlijke voedsel. Dit alles bracht er de beide bovengenoemde dames toe eene poging te doen om in de eerste plaats de moeders zei yen te versterken en haar betere begrippen bij te brengen omtrent de voeding der kinderen. Mrs. Bertram Russell had een bezoek gebracht aan Gent en was zeer onder den indruk gekomen van het werk, dat in die stad gedaan werd, waar eene Vereeniging, onder leiding van een geestdriftigen jongen doctor, die studie van het probleem der kindersterfte gemaakt had, er in geslaagd was om het sterftecijfer te doen dalen van 350 tot 40 per duizend. Deze wonderbaarlijke resultaten werden verkregen door direct op de moeders zelven in te werken, nadat men ondervonden had hoe weinig praktische ge volgen andere methodes hadden gehad. Men had geprobeerd om, op de lagere scholen, aan kleine meisjes van elf tot veertien jaar, de behandeling van het kind te leeren, met levende kleine kinderen, niet met poppen. Ten eerste moet het kind no^ geboren wor den, dat zich aan het strand zal ver rel en; daar hebben ze immers geen tijd voor. Of het moest zijn, dat al te zorgvuldige enangstvallige ouders of gedienstigen het willen beletten zich nat of morsig te maken. Kinderen werken aan het strand; en waar zij in de vacantie zijn. Daarin ligt het geheim van het niet vervelen. Het is een glad verkeerd idee van de menschen, dat men een vacantie aan het strand, of waar ook, in ledigheid met luieren en eten en slapen moet doorbrengen; een vacantie kan niet beter doorgebracht worden dan met werken. Inderdaad, ik meen het, met werken; mits het een ander werk is dan het dagelijksche en jaarlijksche werk. Ik zelf heb nooit anders naar vacantie verlangd, dan om te kunnen werken, iets te doen, waarvoor ik buiten de vacanüe geen tijd of gelegenheid heb. Werken dus, maar anders. Wie zittend werk heeft binnenshuis, moet wandelen, loopen en ver uitkeken in de buitenlucht. Wie inspannend handenwerk verricht, moet geestesarbeid gaan doen, en wie altijd geestdoodend of althans sleurwerk te verrichten heeft, moet studeeren in de boeken of in de natuur. Het lastigst is het, werk op te geven aan iemand, die dag aan dag studeert of ander ernstig hoofd werk heeft te verrichten. Ge zult zeggen: die moeten, om in de lijn te big ven, hout hakken, diepspitten of zandkruieu. Daarmee ben ik het niet eens; hier kan ik van ervaring spreken. Voor zulk zwaar werk zijn onze vacanties te kort en te zeldzaam ; ons hart is er niet meer voor geschikt. Het zou wel goed gaan, als wij studiemenschen het heele jaar door een of twee keer per dag zoo iets konden doen, maar daartoe ont breekt den meesten de tijd en de gelegen heid. Wie op theoretische gronden meent zich tegen overwerken van de zenuwen te kunnen beveil igen door z waren spierarbeid in de korte vacantie, al is het maar groote marschen of fietstochten of bergtoeren maken, komt in den regel bedrogen uit. Bij kinderen of jongelui gaat het misschien nog, maar Voor velen die de gezinnen der armen ken ten, scheen dit grootendeels tijd en geld verkwisten. In de eerste plaats moesten daar voor crèches georganiseerd worden op groote schaal. In de tweede plaats gaan de kleine meisjes eiken dag weer naar huis en zien alles daar heel anders gedaan. Zümogfo geen aanmer kingen maken op 't geen haar moeder doet, zij mogen niet in praktijk brengen wat ze geleerd hebben; ze moeten integendeel juist 't tegenovergestelde doen, als ze Zaterdags op de kleintjes moeten passen. De strijd tusschen 't gezag van ouders en onderwijze ressen zal meestal eindigen met een over winning van de ouders en de steeds sterker wordende overtuiging, dat onderwijzers en de veidere buitenwereld niets af weten van 't leven van den werkenden stand. Er is veel waarheid in dit alles. De tegen woordige scholen zijn er voor bekend, dat zij de meest verschillende zaken willen onder wijzen ; alle kennis voor alle kinderen, schijnt hun motto te zijn. Dit zou uitstekend zijn, als 't werkelyk in praktijk was te brengen, maar de toepassing heeft groote oppervlak kigheid te weeg gebracht; van alles weet men iets af en niets kent men grondig. En daarom is men bly, dat er zich stemmen tegen hebben verheven, dat dit ook met de behandeling van 't kleine kind het geval zou zijn. De School voor Moeders, uitgaande van the St. Pancras Molhers' and Jnfants' Society is gevestigd in Londen Chalton Streetbandy EustonRoad. Daar wordt middageten verstrekt, dat aan ondernemers 2 ?i stuivers kost, maar dat aan de vrouwen, die met hun kleintjes komen, voor l>f stuiver gegeven wordt en in gevallen van groote armoede, geheel gratis. Het bestu* vertelt, in verband hiermee, iets zeer opmerkelijks: In 't begin zei men tot ons, dat we wel zouden ondervinden, dat alle vrouwen een gratis middagmaal zouden verlangen. Inte gendeel iB 't een onzer grootste moeilijkheden geweest om de moeders, die het 't meest verdienden, over te halen om toch te komen, al kunnen zy 't niet betalen, 't Komt her haaldelijk voor, dat er eerst de eene veront schuldiging na de andere wordt te berde gebracht voor haar niet komen, tot eindelyk de waarheid voor den dag komt: Ik wil liever geen eten hebben, dat ik niet betalen kan," terwijl er soms wordt bijgevoegd : Mijn eten zou mij in 't geheel niet smaken, als ik weet dat ze thuis niets hebben." Dit schijnt een hel licht te werpen op de groote kwaal, die den wortel van alle liefdadige instellingen aantast de moeilijkheid om hen die het meest verdienen, in werkelijk heid te helpen. Bij openbare liefdadigheid, even als bij andere zaken, zijn het delevenmakers, zij die naar voren dringen, die 't eerst worden geholpen, terwijl de armen die nog hun trots hebben behouden, die te verlegen of te zwak zijn om te vertellen van hun ellende, in donkere hoeken van gebrei ster ven. Er moeten zooveel formaliteiten worden in acht genomen, voor de giften woiden uit gereikt, dat alleen zij, die ervaren zijn in alle kunstgrepen, hopen kunnen er iets van te krijgen. Bij de Vereeniging St. Pancras is er zoo iets, dan toch maar pen minimum van al dat officieele. Zoodra eene vrouw haar kind voedt, of moeder zal worden, gaat zij eenvoudig naar het Welcome, met haar 1% stuiver en aan staat er een middagmaal voor haar klaar een warm, voedzaam, goed toebereid maal, dat in eene warme, prettige kamer wordt verstrekt. Behalve die maaltijden, heeft de Vereeniging nog eene school, een liefdadigheidsclub en praat-a rondjes. Al wat eene moeder be hoort te weten omtrent de behandeling en voeding van haar kind, wordt hier verteld op de eenvoudigste en gewoonste manier,. die men zich kan voorstellen en er wordt gewerkt op baar moederlijke Heldeen trots, om haar zooveel mogelijk haar best te laten doen. Om er over te kunnen oordeelen welke sterke prikkels dit zijn, zou men eerst tegenwoordig moeten zijn, op de dagen, dat de kinderen gewogen worden. Dan ziet men de vreugde of 't verdriet op 't gelaat der moeders, naar mate de weegschaal uitwijst hoeveel onsen ze zijn toe- of afgenomen, 't Is belangwekkend dr. Miele, die veiantwoordelijk was voor de onderneming in Gent, te hooren verklaren, boven de veertig is het een gevaarlijke proef; die ik eens genomen heb, maar nooit meer zal doen. Moest ik aan iemand beproefde raad geijen in zulke gevallen, dan zou ik zeggen, ga als ge er nog niet vaak geweest zijt, althans niet lang aan een stuk, naar het strand; zoek ergens een dorp, waar het niet al te eenzaam is, maar waar ook geen badplaats-drukte te vreezen is, en kies een verblijf, ver van de visscherswoningen. Begin met u een paar dagen te oefenen in het medisch absolute rust nemen, alias luieren; b.v. in een strandstoel, heel alleen; kijk en luister zooveel en zoo lang naar de zee en de stadige branding tot ge moe wordt en honger en neiging tot slapen krijgt. Vooral in de vroege morgen-uren, van even voor de zon opkomt tot aan het ontbijtklokje is de zee zoo mooi en geheimzinnig;; dan is ze een rustbrengend remedie, die kalmeerende gedachten wekt en onstuimige begeerten en tredmolen-werklust onderdrukt. Zorg, als het eenigszins mogelyk is, uw slaapkamers te kiezen op 't westen, waaruit ge de zee zien, hooren en ruiken kunt; mogelijk, dat ge in de eerste nachten daardoor juist niet vast slaapt, maar dan staat ge kalmpjes op, in den morgen haalt ge de schade wel weer in. Na een dag of drie kan het niet missen of de zee gaat u interesseeren, begint u raad sels op te geven. Geef nog niet aan toe aan uw lust tot op lossen van moeilijke vraag stukken, maar ga eerst nog wat wandeltoshtjes maken vlak langs de harde eb-zoom; dat er nocit een kind voor de tweede maal' in vuilen toestand in 't lokaal kwam. Ik moet nog vermelden, dat al wat voor de School voor Moeders gedaan is, gebeurde door vrijwillige hulp. De toestand is op 't oogenblik als volgt: Na vele voorafgegane uitgaven voor druk werk, vereieren en inrichting, schat men de kosten voor de school voor Moeders op onge- j veer f22 per maand. Hierin zyn begrepen, huishuur salarissen, voeding, schoonhouden, vuur en licht, drukwerk en frankeeren. 's Winters, ten tijde van den hoogsten nood, zullen de kosten hooger worden, daar het getal vrouwen zal toenemen. Maar reeds ten ty'de dat dit verslag werd uitgebracht, was financieele hulp zeer noodig. M. K. Poolsclie schrijfsters. Fay Kellogg. Voor genealogen. r' In het maandschrift Die Frau und ihre Ze.it levert Stefania Goldenring een merkwaardige bijdrage over Poolsche schrijfsters. De hedendaagsche Russische literatuur ie, dank zij verdienstelijke vertalingen vrijwel bij ons bekend. Van moderne Poolsche schrijvers is ons minder bekend. Eén naam, Henri Sienkiewicz zweeft op aller lippen. Wie kent niet zgn meesterwerk: Quo Vadis" ? Doch, wan neer wij Sienkiewicz dankbaar genoemd hebben, dan moeten wij ons in den regel een poosje bedenken, vóór wij aan Kaaprotvicz en Wyspianski de eer geven, die hun toe komt. Stefania Goldenring brengt ons in contact met hedendaagache Poolsche schrijfsters. Onder naar behoort Elise Orzesko reeds tot de oudere garde, want, verleden jaar, her dacht deze schrijfster reeds het heugelijke feit, dat zij veertig jaar de pen voerde. Tot de piepjonge schrijfsters behoort Marion (schuilnaam) die in 1880 in den omtrek van Warschau geboren, reeds op 18-jarigen leeftijd meedong naar een prijsvraag, en bekroond werd. In 1899 nam het meest gelezen maand blad de Biblioteka Warszawska een roman van Marion op, getiteld Fantasieweefsel" die later in boekvorm verscheen en de jeugdige auteur stempelde tot een der talentvolste schrijfsters van haar tijd. Na het verschijnen van haar tweede boek Het Leven was Marion's letter kundige naam. gevestigd. Zoja Ry^ier-Nalkowska debiteerde met een bundel novellen. In haar eersten roman : de Vorst" is haar hoofdpersoon een vrouw. Een koel-beredeneerde, zelfbewuste, kritische vrouw, zooals Zoja Rygier-Nalkowska zelve is. Tegenover deze twee hyper-moderne schrijf sters, schijnen Theresita Krzymuska en Eva Luskina tot eene iets oudere school te behooren, ofschoon nog geen volle tien jaar verloopen zijn, sedert deze auteurs de opmerk zaamheid der nimmer sluimerende of luierende kritiek trokken. Tot de pen-voerende, Poolsche vrouwen, die haar krachten en gaven aan sociale vraag stukken wijden, behoort: Iza Moszczenska. Iza Moszcen-ika, die in 1864, te Kusavien op de Pruisisch-Pooleche grenzen geboren werd, geeft als oorzaak van haar gloeiende belang stelling voor maatschappelijke en politieke kwesties, de hoogst-ernstige verhandelingen, die daarover in haar ouderlijk huis gevoerd werden. Xa den dood haars vaders, moest Iza, evenals haar broers en zusters, m eigen levensonderhoud voorzien. Zij probeerde eerst haar brood te verdienen door het geven van prlvaatlessen, doch, voefde, dat zij hiertoe niet bizonder geschikt was. Zy trad in 't huwelijk met een journalist, en, beide redigeerden de Warschauer Gonice". Iza Moszczenska schreef een aantal paedagogische en ethische brochuren. Fay Kellogg, de beroemde vrouwelijke Amerikaansche bouwkundige, verdient 's jaars 20,000 dollars. Zij wordt aangeduid als de triomf van haar geslacht". Zij staat in de eerste rij der toongevende architecten van New-York. Zij is een leerling van Marcel de al of niet met bloote voeten, naar gestel en leeftijd; maar vooral zonder boord om, en met een lichte hoed of pet met heel breede rand of klep.Mal,denkt ge, zulke kleinigheden te ver tellen. Toch niet.Ik weet van mij zelf, dat ik in dertijd eerst moest ontdekken,wat mij eigenlijk nog hinderde bij het rust nemen. Het uitlaten van een gesteven boord, al knelt hij heelemaal niet, kan een verrassende opluchting geven en, wat nog maller lijkt, ook het thui?-laten of opzettelijk niet-opwinden van een horloge. Wil ik nog iets onnoozelers er bij zeggtn, 1. Het Zaaeje (Donax); rechter schelpklep van buiten, met fijne tandjes aan den rand. la. Rechter schelpklep van binnen. 2. Het Nonnetje (Tellica), geheele schelp met de slotband (ligament). 2a. Rose of gele Platschelpje (Tellinal). 26. helft, daarvan. 3. Boormossel (Pholas). 3a. Tand van de spieraanhechting aan de binnenzijde daarvan. 4. Torentje (Turitella). 5. Wenteltrap (Scalaria). MoEcloe. Fay Kellogg was de eerste vrouw, die de colleges volgde van de Ecole des Beaux Arts te Parijs. Jong, vol ijver en zelfvertrouwen, wendde zij zich, tian jaar geleden tot haar eminenten leermeester Marcel de Monclos, met het vol gend verzoek: Ik zou gaarne uw leerling zijn; ik kan vél, mér dan u denkt; wat ik nog niet weet en ken, zou ik van u willen leeren". Marcel de Monclos heeft vreugde beleefd aan zijne pittige, buitengewoon begaafde leerlinge. Toch, was feitelijk de beroepskeuze van bouwkundige, voor Fay Kellogg gedwongen fraaiigheid. Met hart en ziel verlangde zij, in de medi cijnen te gtudeeren. Dat nooit l zei vader Kellogg. Nooit! nooit l wou jij, een meisje, zoo'n on vrouwelij k beroep kiezen ? I jij, dokter worden?! Nooit! Best! dan wordt ik bouwkundige, In geheel Amerika worden tegenwoordig Kellogg-huizen gebouwd. Fay Kellogg's grootste genoegen bestaat in 't bouwen van huizen met een onnoemelijk aantal verdie pingen, Niet, omdat zij de sky-scrapers" esthetisch vindt, zij lijken haar absuid", maar zij ziet in 't bouwen van die vermetele ge vaarten, een teeken des tijds. Züzijn kenmer kend voor onze geldzucht, voor ons verlangen elk plekje gronde te gebruiken op de meest winstgevende wijze. Doch, eenmaal zal de gcboonheidszin overwinnen. De geldjacht zal gedaan zijn, en, men zal het geld in dezelfde mate minachten als men het nu hoog vereert. Een tijdperk van schoonheid, kunst en aesthetika zal aanbreken; onze smaak en ons karakter zullen gelouterd zijn; op onzen tijd zal men terugzien, als op een periode van eindelooze, beklagenswaardige dwaasheid, en, men zal niet begrijpen dat men te midden van zooveel dwaasheid gelukkig kon zijn." Waar een bouwwerk van Fay Kellogg verrijst, daar is zij voortdurend persoonlijk op 't terrein aanwezig; niets ontgaat aan baar geoefendenspeurblik. Onverschrokken, zonder eeoigen last van duizeling, kloutert z\j tegen stellages, springt over balken, is onvermoeid, vuurt de werklieden aan door- haar ijver en opgewektheid. Papa Kellogg moet maar uitmaken, welk beroep vrouwelijker is, dat van medicus of bouwkundige. De Zondag- editie van de New- York Herald maakt melding van het huwelijk van baron Gabriel de Rosémet gravin Jaqueline de Marrjix de Saint-Aldegonde, op het slot Eyzer, in België. Als getuigen van den biuidegom fungeer den Carlier d'Odeigne en graaf George de Briey; de bruid had tot getuigen markies de Beaufort en graaf John de Marnix. Genealogen kunnen zich verdiepen in het onderzoek naar den graad van verwantschap tusschen dit bruidje, en onzen onvergetelijken Marnix van Sint Aldegonde, boezemvriend van Willem van Oranje, dichter van het heerlyk Wilhelmus, van den mar, wiens ty peerende lijfspreuk luidde: Repos ailleurs". CAPRICE. Polijsten van tin en zink. Voorwerpen van tin, slijpt en polijst men met Weener kalk of z. g. Schlemkrijt; het eerste doet men met linnen lappen, het tweede met wachleder. Om reliefstukken te polijsten, gebruikt men een breede' afgeronde stalen polijststaaf en als polystmiddel zeepwater, eiwit, ossengal met water verdund enz. Vervolgens wascht men na met wijnsteenwater en droogt de voorwerpen. Antimoon-laud-alliages worden met gebrande magnesia op wit leder of met fijn polijstrood gepolijst. Zink wordt eerst fijn afgeschaafd en daarna met houtskool poeder of Weener kalk geglansd. Men droogt de gepolijste voorwerpen liefst in verwarmd zaagsel, waarna men ze met water of wit leder van het aanhangende zaagsel bevrijdt. (Maandblad van dr. Hamel Soos & Harmem.) het kan me niet schelen of ge me uitlacht: neem 's morgens vroeg een goede boterham in den zijzak en een goed gewasschen rauwe wortel. En in 't eerst geen lectuur en vooral geen gezelschap; ook in de eerst volgende dagen niet, of het moest een jong kindje zijn, dat ge met schelpjeszoeken bezig vindt en dat u boeit door zijn spel of door zijn gebabbel. Mét dat ge u heelemaal lekker en nor maal gaat voelen, komt ook bij u, als studiemensch, onweerstaanbaar de lust opzetten om wat te doen. S u is het de kunst, u bij de zee en strand te bepalen. Nu eerst is het de tijd wat raadseltjes te gaan oplossen, die de zee u bij tientallen opgeeft, te gaan letten op wat er vliegt, aanspoelt en rondhupt op 't zand. Dat is meteen een uitkomst voor de enkele dagen, dat regen en storm het in het geheel niet toelaten aan het strand te wandelen of te zitten. Hoe kinderlijker en kinderachtiger gij het aanlegt hoe beter. Zoek uw gezel se hap niet ouder de volwassenen. Ga met de kinderen schelpen zoeken en graven, ga er de botjes en zeesterren, kwallen en krabben bekijken, die door de ebbe gevangen zijn in de groote vlakke aqnaria tusschen de ondiepen banken en maak een begin met het nagaan van het spoelsel van wieren langs°de vloedlijn. Ga letten op de strandvogels met behulp van een tooneelkijker, op de insecten en de planten van de strandzoom en langs de duinhelling. Is eenmaal uw groote-menschen-belangstelling gewekt voor kinderachtige dingen, waarvoor ge nooit oog of hart hebt gehad, begin dan met een heel lichte en toch ernstige studie' van het natuurleven om u heen; bijvoorbeeld met schelpen-determineeren, en leer het de kleintjes om u heen. Ge zult eens zien, wat een genezende en opwekkende kracht daarin schuilt. Een volgende keer wil ik gaarne een kleine vingerwijzing er bij geven. Hier zijn al vast een paar figuurtjes om mee te beginnen. E. HEIMANS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl