De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1908 9 augustus pagina 5

9 augustus 1908 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1&24 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NüDERLAND. DAMEjS. De Russische TTOHWenziel. Naar het Zwudtch, van ELLEN KÏT. II. Nog door een ander Russisch vrouwentype geen verdicht maar een werkelijk kan Sonja voor een deel in het juiste licht wor den gesteld, n.l. door Marie Baachkirtachew. Deze stierf in het najaar van 1884 en haar dagboek verscheen juist gedurende Sonja's eerste jaar in Stockholm. Ik herinner me nog, dat Sonja aantoonde, dat men de origi naliteit van Marie Baschkirtschew over schatte, omdat het westelijk Europa niet begreep in hoe hooige mate deze originaliteit samenhing met haar ras. Dat is zeker vol komen juist. Maar even zeker is het, dat van diébeide Bussinnen, die tegelijkertijd eoo sterk de belangstelling van Europa genoten, de een zoowel als de andere niet alleen de eigenaardigheid der Russische vrouw bezat, maar ook die van het vrouwelijk genie. Dit blykt uit den hartstocht, waarmede haar ziel telkens nieuwe brandstof zocht, ze verteerde en zich weer op een andere wierp; uit den moed, om voortdurend zich wér een nieuw doel te stellen en uit de kracht om daar met onbuigzame wilskracht op af te gaan, uit haar niet te verzadigen Ie venshonger, uit de onbe grensdheid van haar verlangen. Laura Marholm, die in haar geniale- een zijdigheid zoowel in Aiine Charlotte Leffler als in Marie Baschkirtschew, in Sonja Kowa'lewski en in Ernst Ahlgren niets zag dan het getiachtswezen, heeft ze daardoor geen van allen begrepen. Van hoeveel beteekenis Laura Marholms reactie tegen het eenzijdig intel lectualisme der voorvechtsters van de vrou wenbeweging ook was haar eigen erotische eenzijdigheid leidde even goed opdwaalwegen. Wapt wel verkreeg de erotiek in het laatste gedeelte van het leven van Sonja Kowalewsky, Anne Charlotte Leffler en Ernst Ahlgren een besliste beteekenia en zou die vermoedelijk ook wel verkregen hebben in het leven van Marie Baschkirtschew maar bij geen van drieën zou toch de liefde ooit den scheppingadrang, den hartstocht voor waarheid, den dorst naar kennis, de scherpte van het ver stand hebben kunnen* uitsluiten of, met andere woorden, juist die eigenschappen, die men gewoonlijk mannelijke eigenschappen noemt. Voor Anne Charlotte Leffler was het een geluk, dat ze alleen als vrouw werd bemind door een man die ook tegelijk haar intellectueele wezenstrekken liefhad. Voor Sonja werd het een ongeluk, dat ze een man lief had, die in haar alleen maar die intellectueele eigenschappen waardeerde; het tragische in Ernst Ahlgrens leven was, dat ze een man liefhad, die noch de vrouw beminde, noch de dichterea waardeerde. Evenmin ala Laura Marholm de tragedie van Marie Baschkirtschew juist gekarakteri seerd heeft doo» ze te noemen de typische tragedie van het jonge meisje, evenmin heeft ze die van Sonja Kowalewsky juist gekarak teriseerd door te beweren, dat ze, als de hinde in het wond ronddoolde, roepende om het mannetje." Sonja had den man wel kunnen vinden, wanneer ze maar gewild had, wanneer dit haar verlangen was geweest! Ik heb aangetoond, dat dit niet het geval was. En wanneer ik opkom tegen de dwaling van Anne Charlotte Leffler, als zou Sonja's erotisch conflict geweest zijn het conflict tnsschen genie en liefde, dan moet ik even beslist opkomen tegen de voorstelling die Laura Marholm er van geeft. En niet alleen het conflict van Sonja Xowalewaky, maar ook dat van Anne Charlotte Leffler en van Ernst Ahlgren. Laura Marholm kende alleen de laatste van die drie vrouwen, en dan nog maar alleen -tijdens de laatste veelbewogen levensjaren van Ernst Ahlgren; ik heb ze alle drie zeer van nabij gekend en daarom beschouw ik mezelf als veel geloofwaardiger dan Laura Marholm. Zij heeft geniale veriiiiiilliiiliiimiiiiiililiiiiiimiiiiiililiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiimiiiniii UIT DE N AT U U El CCLXXXV. Bloed parasieten (Malaria). Van de week was de straat voor ons huis opgebroken; de grijsgele, natte, vieze moerasgrond lag dagen lang bloot; en natuurlijk vond menigeen dat, bij die groote warmte en lauwe regendagen: een ware malaria bron". Waar om dat niet in het voorjaar of in den winter gedaan?" Mijn buurman verbeeldde zich al, dat zijn kinderen anderdaagsche-koorts ver schijnselen vertoonden en stuurde ze dadelijk naar Zand voort. Nu zal ik niet beweren, dat zoo'n Amsterdamsche straten-opbrekerij in het geheel niet in verband kan staan met ziekteverschijnselen bij kinderen of volwassenen, maar een ma) aria bron was het geval stellig niet; wel een bron voor dit opstelletje. 't Is trouwens nog niet veel jaren geleden, dat ook de artsen geloofden aan het verband tusachen malaria en kwade dampen, die uit den moerassigen bodem zonden opstijgen. Het woord malaria zelf, dat letterlijk slechte lucht beteekent, zei het immers duidelijk genoeg. Tegenwoordig weet ieder leek; die kranten leest, wel beter, en toch bemerkt ge vaak genoeg, dat het oude geloof nog lang niet is uitgeroeid. Malaria heeft niets met giftige gassen of dampen te maken; wel is- nu tot in de puntjes bekend, in hoeverre de ziekte met een moeras of een stilstaand water in ver band staat. De meest gewone uiterlijke verschyn«elen van de malaria zijn ook bij menachen, die nooit in medicijnen of dierkunde gestudeerd hebben, beter bekend dan van de meeste andere ziekten. Eén dag aoma plotse linge opkomende hevige koorts, voorafgegaan door koude rillingen, dan een koortsvrije dag, daarop weer de verheffing tot 41°en hooger en zoodoende een poosje door; en dat chinine in dit geval het geneesmiddel bij uit nemendheid ia, zal ook wel ieder ontwikkeld mensen weten. Wat er eigenlijk gebeurt in ons lichaam, ia niet zoo algemeen bekend, en wie het al eens gelezen heeft, is het misschien toch al weer vergeten, doordat het zoo'n ingewik kelde geschiedenis is; laat ik het daarom nog e_ens vertellen, zoo beknopt als meteen goed inzicht overeen te brengen is. Malaria, de echte, die in drie hoofdsoorten voorkomt, ia een bloedziekte, veroorzaakt dooreen parasiet eenptasmodium.Diteenvoudig gebouwd eencellig diertje, een oerdier of protodichtingen geschreven over het thema Sonja Kowalewsky enz. Ik heb de waarheid gege ven, voor zoover dat mogelijk ia, met be trekking tot het lot van anderen. Met haar waarlijk buitengewone psycho logische helderziendheid, heeft Sonja zich, terwjjl zij midden in het conflict stond, uitgelaten, dat ze zeer goed wist, dat de intensiteit van haar gevoel niet in de juiste ver bonding stond tot de overwinning die ze wilde behalen, -en dat ze, wanneer ze eenmaal overwonnen had, misschien teleurstelling zou voelen, in geen g wal zou ze zich op den duur gelukkig hebben gevoeld door de liefde alleen. Ze had de wetenschap noodig, haar litteraire werk, den omgang met menschen, in n woord, allea. Wel kon ze zeggen, en op zoo'n oogenblik meende ze het ook dat ze graag al haar genie zou willen geven voor de schoonheid of het geluk van deze of gene vriendin. Maar dat wil nog niet zeggen, dat ze werkelijk al haar genie zou hebben willen opofferen het beteekent alleen maar dat ze alles verlangde. In dit opzicht ia ze een echte Slavische, een echte zuster van Marie Baschkirtschew. Door geen woorden ia het beeld van Sonja Kowalewsky dan ook beter weer te geven, dan die waarin Marie Baschkirtschew de hoogste uiting gaf aan de diepte van haar eigen wezen. Ik heb het gevoel, alsof niemand alles zoo zou kannen lief hebben als ik: kunst, muziek, schilderijen, boeken, omgang met menschen, kleeren, luxe, drukte, rust, lachen, leed, melancolie, vrooljjkheid, liefde, kou, zon; alle jaargetijden, alle atmosferen; Enslands zwij gende vlakten en de bergen om Napels heen; de wintersneeuw, den herftsregen, de lente met haar grillige buien, de rustige dagen van den zomer en de mooie nachten met de fonkelende sterren... alles aanbid en bewonder ik. Allen zijn ze voor mij interes sante of sublieme openbaringen; allea zou ik willen zien, allea bezitten, allea omarmen, met alles samensmelten en dan, zoo noodig, over twee of over dertig jaar sterven, om dit laatste onbekende te ondervinden, dit einde van alles en dit begin van het goddelijke." oëducatis oot tui tiet speelgoed, De heerachende strooming voor coëducatie is in de laatste jaren aanmerkelijk sterker geworden en zal naar alle waarschijnlijkheid nog steeds in kracht toenemen, niettegen staande het feit, dat sommige mannen der wetenschap, die op het gebied van opvoed kunde naam hebben gemaakt, meenen daar tegen waarschuwend hun stem te moeten verheffen. Het streven jongens en meisjes eenzelfde opvoeding te geven wint veld; wij zetten de meisjes op de banken van Jongen s H. B. 8 " en gymnasia, wij moedigen haar aan deel te nemen aan gemengde spelen, wij de voor standers der coëiucatie natuurlijk willen toepassing van de leuze gelijkheid voor allen". Goed, best. Maar, maar l o, moeders, die er nu al over spreekt, dat uwe kleine baby bepaald aanleg heeft om in de letteren te gaan studeeren ze grijpt immersnaar ieder boek dat zij ziet en kent geen grooter genoegen dan met een potlood in haar mollige knuiatjes op een stuk papier in onleesbare krabbels verhalen" te schrijven?wat zijn we toch nog vreeselijk inkonsekwent, juist in dien beerlijken, gulden leeftijd dat er nog geen sprake van scheiding tusschen bokken en schapen, dat de kleinen nog zoo onge dwongen door elkander krioelen, zoo vanzelf op elkaar aangewezen zijn. Er is geen sprake" van scheiding, van het gevoel hebben, dat een meisje zoo heel anders is dan een jongen, dat een meisje geheel anders moet worden opgevoed. Geen sprake, in dezen zin, dat er nog niet over gesproken wordt, maar gedaan wordt er heel iiiiiiiiiiiilllilljliilllllllilillliiiiiiiiiimiiiiiiiiiiMlliiiiiiimi'umilllHlliii zoon, dringt binnen in een rood bloedschyfje; het heeft een langwerpige vorm, ala een kort draadje, dat in het midden iets dikker is, een slangetje om zoo te zeggen, dat zich snel kronkelend bewegen kan. Het is heel klein, voor het bloote oog is het onzichtbaar; evenals ook hetroode bloedlichaampje, waarin het huisvesting koos; die schijfjes welke door bun massa de roode kleur aan ons bloed geven, zijn eerst bij een vergrooting van 500 keer duidelijk te onderscheiden als ronde plaatjes met een holte of deuk er in. Het minieme slangetje daarin, de spore" (zie het fig.) leeft tenkoste van het bloedlichaam, het groeit en beweegt zich langzaam; het gaat lijken op een amoebe, ook een oerdi"rtje, waar van ik n al meer dan eens verteld heb, o. a. toen ik het over roode en witte bloedlichaampjea had. Het vult ten alotte het heele schijfje, waarvan nu alleen een buitenvlieaje zichtbaar blijft. Daar verdeelt het zich in stukjes, die aan elkaar gehecht zijn en er uitzien als een braam of moerbei; bij onze gewone malaria althans; bij de derdeveel als voorbereiding tot een opvoeding die moet leiden tot... ja waartoe? Bij zulke grove inkonaekwentiea ala ik op het oog heb raakt men de kluts kwijt. Het lijkt zoo onschuldig, maar in het speelgoed der kinderen ligt zoo groote op voedende kracht. En hier is het juist dat de inkonsekwenties begaan worden. Uw jongen is jarig, wat ligt er 's morgens vroeg in achitterpracht van nieuwe kleuren uitgestald ? Een uniform, een sabel, een geweer, een stokpaard, trommel en trompet, of, wan neer ruimte van behuizing en financiën het toelaten, in een schuurtje een bokken wagen met een bok. Is de dreumes het soldaat j espelen ontgroeid, dan geeft ge hem een stoommachine of der gelijke werktuigen. En zmje, ala die haar verjaardag viert? Voor haar is er keur van meisjesspeelgoed. Poppen, een keuken, een badkamer, thee- en eetserviezen, allerlei fraais waarmee ze een huiahouden'je" kan opzetten. Nu ja, er zijn wel dingen zooals legkaarten, bouwdoozen en dergelijke, die de kinderen samen kunnen gebruiken, maar veel ver scheidenheid ia er dan toch niet. Een mei'je dat knikkert of in geestdrift geraakt over het oplaten van een vlieger wordt al heel Jon gensachtig" gevonden. Want we zijn er zoo vlug b|j den kleuters het verschil tuaschen jongen en meisje vooral opervlakkig en waar het speelgoed be treft in te pompen. Een jongen, die eens een pop in handen beeft of smaak vindt in een theepartijtje, wordt flauw en kinderachtig gevonden en uitgelachen zeker het beste middel om een herhaling te voorkomen. Intusachen, als de jonge dandy later op een afternoontea kopjes thee rondreikt en koekjes presenteert vindt men dat charmant". Wanneer het meisje vraagt om een stoommachinetje of iets dergelijks, dan past dat niet voor een meisje". Maar heusch, een meisje dat aan de tech nische hoogeschool voor ingenieur gaat stu deeren, mag toch als kind wel met een stoommachinetje gespeeld hebben l Maar het verschil in aanleg dan, waarmee altijd zoo druk geschermd wordt! Natuurlijk bestaat er tusschen jongens en meisjes ver schil in aanleg, maar evenzeer is dit het geval met meisjes onderling en jongens onderling, een verschil dat zich reeds in de uitingen van het jonge kind openbaart. Even goed als er punten van overeenkomst zijn in den aanleg van sommige jongens en sommige meisjes. Waarom moeten we nu bij de opvoeding in de levensjaren wanneer de coëducatie zoo iets geheel vanzelf sprekends ia, met alle middelen welke ons ten dienste staan het verschil tusschen jongens en meisjes in het a'gemeen zooveel mogelijk pogen te markeeren en het verschil tusschen verschillende individuen onderling in diezelfde mate weg te doezelen? Wij redeneeren er altijd zoo druk over dat het individueele van ieder kind tot zijn recht moet komen, waarom trachten we dit te vergeten bij het kiezen van het speelgoed voor onze kinderen ? Omdat het te onbelang rijk is, misschien? Maar moeders, is er iets onbelangrijk dat verband houdt met de geestelijke of lichame lijke ontwikkeling van uw kind? Later, later krijgt het kind vrijheid zijn beroep te kiezen, te bepalen op welke wy'ze het zijn roeping in de maatschappij zal vervullen. Maar ook nu heeft het recht op die vrij heid en wij moeten bedenken dat het thana even ernstig zijn spel speelt, ala het later zijn taak vervullen zal. Laten we toch niet maar raak classificeeren en verdeelen alsof we met levenlooze delfstoffen of met onbewust levende planten te doen hadden. De natuur van een kind moet niet met geweld in een zus of zoo richting gedwongen morden louter en alleen, omdat het een meisje of omdat het eenjondaagsche koorts, lijkt het diertje wat meer op een madeliefje (het margariete-stadium); bij een derde vorm, de Italiaansche, de gevaar lijkste, liggen de deeltjes los naast elkaar. Maar welke soort ook, wat er volgt is steeds hetzelfde : de moerbei valt uiteen en de vele stukjes verspreiden zich in het bloed. Dit groeiproces duurt 48 uur; bij het eerste indringen en aantasten van de langwerpige spo ren verheft zich de temperatuur; tijdene den groei daalt ze; het aantasten dus van onze bloedlichaampjes gaat samen met den hevigen koortsaanval; de tweede 24 uur, de ont wikkelingstijd of het vermenigvuldigen, gaat samen met den koortsvrijen dag. Maar nu dringen de nieuwe sporen weer andere bloed lichaampjes binnen en de koorts komt weer opzetten, om gevolgd te worden door een dag zonder koorts; zoo gaat het eenige dagen door. Steeds wisselt de stijging af met een daling, de heele koortsdag (paroxisme) met de koele rustdag (apyrexie); door teekens zou het zoo voor te stellen zijn XOXOXO (X = koorts). gen ia. En juiat omdat een kind, vooral in de eerste levensjaren al spelende leert, kun nen wij met de keuze van het speelgoed zoo veel «oed of zoo veel kwaad doen. Wanneer we reeds in de eerste levens jaren het kind vrijheid geven zich te ontwik kelen een iegelijk naar zijnen aard" zal de opvoeding zich gemakkelijker la'en voltooien en zullen wij, misschien, onze kinderen veel weifeling en strijd besparen bij de keuze van een beroep, omdat er dan niet meer te aarzelen valt tusschen natuur en leer". W. P. Schematische aanduiding van het verloop en de ontwikkeling van een malaria-plasmodium. Boven links een mug, die in een adertje steekt en daarin zijn parasieten ontlast; in de ader de opeenvolgende stadiën ; rechts een mug die de geslachtsrijpe vormen uitzuigt; in zyn maag het copuleeren; het dringen door de maagwand en het verzamelen in de speekselklieren; waaruit ze weer in een mensch kunnen overgaan. Engtlsck- Spaan sche tchtverbinteninen. Huwelijk van prinses Amalia ton Fuerstenberg. Isadora Duncan in Londen. Princess Pat.'' Nu een Engeleehe prinses, koningin van Spanje werd, staat het hovelingen-verkeer tusschen de Britsche eilanden en het Iberische schiereiland in 't teeken der Rijzende Zon. De omgang dezer hemelsbreed van elkaar verschillende elementen, zal niet zonder ge volgen blijven. Gezegende of niet? De tijd, de l- verklapper, zal er konde van doen. De meening: dat sterk met elkander contraa teerende menschen wederzydsch zekere bekoring voor elkaar hebben, is, bij schaarsche ontmoetingen, en voor oppervlakkig verkeer, van kracht, doch voor het slu'ten van een verbintenis, zóó ernstig als 't huwelijk, is overeenstemming van aanleg, smaak en nei gingen, humeur en karakter, verreweg te ver kiezen, en geeft meer waarborg voor huiselijken vrede, en persoonlijk welbehagen, dan wanneer Noord- en Zuidpool het in 't hoofd krijgen voor den ambtenaar van den burgerlijken stand te verschijnen, om hun bizarre verbintenis tegenover de maatschappij te sanctionneeren. Vele Senorita's zullen tot peeress; Ladies tot Condesa verheven worden. Lord Cannoys. een jongmensch van dertig jaar is nu verloofd met Senorita de Cuadra, dochter van een kamerheer van koning Alfonso van Spanje. Het Prager dagblad, de Narodni Listy", deelt eenige sensationeele bizonderheden mede, over het heftig besproken «huwelijk van prinses Amalia von Fuerstenberg met den ex-huzaren-luitenant Kozian. Tot op 't laatste nippertje, wilde men in 't slot Hradek, zomer-residentie van de moe der der trouwlustige Atnalia, niets van haar huwelijk met den heer Kozian weten. Toen de bruidegom te Hradek aankwam, werd hij in een groot, somber vertrek door de wan hopende moeder ontvangen. Vorstin Fuerstenberg smeekte den jongen man van 't huwelijk af te zien, omdat haar dochter aan zijn zijde, baar ongeluk tegemoet ging. De heer Kozian beweerde juist't tegen overgestelde: dat de schoone Amalia, die zonder toestemming niet den traditioneelen graaf, maar den jongen, dartelen officier beminde", voor haar leven geknakt zou zijn, indien hy haar in den steek liet. Bedreigingen, tranen, niets mocht baten. Onmiddely'k na de huwelijks-voltrekking verlieten de heer en mevrouw Kozian slot Hradek. Koel-vormelyk bogen zij voor de de snikkende moeder en de overige verbijs terde familieleden. Op 't slotplein deed het jonge vrouwtje de verontwaardiging der familie Fuerstenberg haar culminatiepunt bereiken, toen zij zich stralend van vreugde, in Kozian's armen wierp, en hem ten aanschouwe van 't dienstpersoneel herhaaldelijk kuste! *** Bij de tweede soort parasiet duurt de ont wikkeling 72 uur; zoodat wij dan krijgen X O/O X O O X O/O---; bij een derde soort gaat het niet zoo regelmatig toe, daar kan het proces binnen de 24 uur afloopen en dan is het de noodlottige ndaagsche koorts of X (O) X X X X (O) XGelukkig dat dit wisselen van koorts en rustdagen niet steeds en zelfs niet lang voortduurt. De parasieten, de plasmodiën, ook bloed amoeben of hoemosporidiën geheeten, staken hun eerste vermenigvuldigingsproces, dat was een voortplanting door deeling zonder geslachtsdaad, zonder paring; die monogonie ia afgeloopen. Nu begint de geslachtelijke voortplanting. De jonge sporen of deelstukjes dringen wel weer elk een b.'oedlichaampje binnen, ze teren daar op, tot er niets van overblijft, ze groeien, vullen de heele ruimte, maar ge splitsen zich niet, gelijk hun voorgangers. Ze blijven rusten. Er gebeurt wel iets in hun lichaam, maar wat dat is blijkt eerst, als er iets heel byzonders op volgt. Er vormen zich n. 1. twee vormen van plasmodiën, de eene vorm zal tot mannelijke, de andere tot vrou welijke wezens worden. Nog is er niets van een verschil te zien, wel zy'n deze amoeben wat beweeglijker; ook blijkt een deel er van zich toch te splitsen, maar in slechts enkele deelen en deze bly ven bijeen. Dan staakt de ontwikkeling: de temperatuur van het menachelijk bloed is gelukkig te hoog; gebeurt er niets, dat die toekomstige geslachtsdiertjea een koelere omgeving be zorgt, dan is de malaria, de ziekte, voorloopig geweken. Toch zijn ze niet alle dood, en de overgeblevenen geven het zoo op eens niet op. Het bloed voert ze mee en bergt ze op in de milt, die er door zwelt en ook in het roode beenmerg, waar de roode bloedlichaampjea gevormd worden. Daar blijven ze Ie ven en na langen tijd veranderen ze; ze worden weer tot zulke langwerpige slangvormige dieren ; alleen iets grooter dan die in het beginvan den aanval. Dan krijgt de patiënt de her nieuwde malaria, de recidieve, zonder weer geïnfecteerd te zijn met versche parasieten. Maar dat is hun laatste poging, ze gaan te gronde en de lijder is genezen, tenzij Ja, tenzij de parasieten die, zooals ik ge zegd heb, nu in tweeërlei vorm, toekomstige mannelijke en vrouwelijke dieren, in het bloed wachten, in een koele omgeving geraken waarin zij leven kunnen. En dit ongeluk ge beurt, als de malarialijder door een mug van De hoogst-gesalarieerde kunstenares te Londen is op 't oogenblik de bekende dan seres, Isadora Duncan. In Londen heeft zij gedurende de laatste season, triomfen behaald zooals slechts voor luttel stervelingen ia weggelegd. Aan de bewegingen der bevallige, klassieke ballerina, en aan die van haar leerlingetjes, met wie zij danste, was men niet uitgekeken. Nooit werden de voorstellingen, die twee uur duurden te lang gevonden. Integendeel. De opgetogen Londen aar s hadden de twee uur gaarne tot een viertal uren verlengd. Het Engelsch, geïllustreerd Weekblad The Tatler" heeft Isadora verzocht, eenige bizonderheden uit haar leven te willen meedeelen. In het nu n m er van 22 Juli, staat een geheele pagina van de baad der ver maarde danseres, getiteld: Some steps in a dancer's life". Haar kroniekje is voorzien van een allerliefst portret. Isadora in zittende houding; in wit gewaad, de handen in vrome rust gevouwen op de knieën; baar gezichtje lief, ernstig, peinzend als een in contemplatie verzonken kloosterzuster. Isadora deelt 't volgende mede: Muziek, dans- en schilderkunst spelen sedert myn prille jaren een groote rol in mijn leven. In San Francisco kreeg ik met andere lessen, óók mijn eerste danslessen. Toen ik zoo wat 12 jaar oud was, verlieten wij 'Frisco en vestigden ons in New York; daar werd 't hooge ernst met mijn dansen; vader was aan lager wal, had in speculaties zijn geld verloren. Er moest gehandeld wor den. Ik bedacht wat. Ik zou dansles geven; met de verdiende dollars kon ik mijn eigen danslessen betalen en mij boeken en plaat werken over Grieksche kunst aanschaffen. Voor mij, haalt niets ter wereld bij Grieksche kunst, zij is de hoogste, de reinste uiting van 't schoonste dat bestaat. In Budapest ben ik 't eerst opgetreden. Toen was na jaren van tobben, angst en vreeze, mijn succes verzekerd. En nu ben ik weer terug in Londen, en dans ik voor het meest kritische en meest waardeerende publiek van de wereld. Ik kan onmogelijk onder woorden brengen, hoe ontzettend angstig ik was, den avond van mijn eerste optreden alhier. En daarna? Och l het is onbegonnen werk, zelfs om te trachten, bij benadering mijn erkentelijkheid weer te geven, doch, indien de vrienden, die ik in n week mocht maken, mij hun vriendschap laten behouden, dan wil ik mijn best doen, hun door mijn werken te bewijzen, hoezeer ik hun goedheid waardeer." *** Van de beeldschoone prinses Patricia van Connaught, in de wandeling Prinses Pat" genoemd, ia we» een nieuw portret versche nen, zóó betooverend schoon, dat zich wel weer nieuwe pretendenten zullen opdoen om de schoone jonkvrouw naar het huwlijks altaar te geleiden. Heel wat jonge mannen, waaronder ge kroonde hoofden Alfonso van Spanje, liepen bij Prinses Pat een blauwtje. Zij ia zich zóó bewust, dat haar voort durende weigeringen druk besproken wor den, dat zij onlangs uitriep: Ik zal nu toch weieens tot een huwelijk moeten over gaan, om eindelijk al die belangstellende menachen gelegenheid te geven, over iets anders te praten, dan over de kansen mij uit te huwelijken." Toen Patricia van Connaught nog een hél klein peuzeltje was, amuseerde zy reeds met haar snaaksche uit vallen koningin Victoria. CAPRICE. een bepaald geslacht gestoken wordt. Dit steken, ik heb 't al eerder verteld en voorgeteekend, is een uitzuigen van bloed; de malaria mug zuigt met het bloed uit een ader van zijn offer, ook de malaria-paraaieten in. En in de maag van de koudbloedige mug neeft de copulatie, de paring plaats. Dit gaat zoo in zijn werk; de diertjes die zifh in enkele deelen hebben gedeeld, maar nog niet gescheiden zijn, de toekomstige mannetjes, groeien nog wat; de kernen of deelen waaruit ze bestaan krijgen elk een draad, het gemeen schappelijk hulsel barat en uit de cel breken de mannely'ke geslachtsdieren 'os; die met de spermatozoïden van planten en hoogere dieren te vergelijken. Ze bewegen zich snel en heftig. De grootere cellen (de macrogameten) de vrouwelijke wezens, beginnen nu op n plek van hun bolle lichaampje een verhevenheid, een uitpuiling, een knobbeltje te vertoonen, dat is de bevruchtingsheuvel, de ontvang plek. Bereikt n zoo'n spermatozoied-achtig din getje (een micro-gameet heet het) het ont vangheuveltje, dan dringt de kern er van binnen, de draad breekt af en de bevrncbting is geschied. Eerst herneemt het weer den bolvorm, dan strekt het schijnpootjea uit als een ware amoebe en gaat wandelen ; het diertje kruipt langs de maagwand van de mug. Dat gebeurt bij honderden tegelijk en al die bevruchte dieren dringen door de maag wand heen. Ze voeden zich met muggebloed en lichaamssappen. Hun kernen splitsen zich in een groot aantal; dat zijn weer nieuwe sporen; die groeien en splitsen zich weer en krijgen ten alotte de ons bekende slangetjes- of draad vorm. Ze bewegen zich driftig, verbreken de wand van de moedercel waarin ze nog als in een nest opgesloten zaten en verspreiden zich door het muggenlichaam; ze boren overal door heen en komen in menigte in de speeksel klier van het steekapparaat van een wijfjeamalaria-mug. En ala die nu een menschenader aansteek t, om er bloed uit te zuigen, dan dringt er muggespeeksel in het menschenbloed en daarmee komt de eerstgenoemde slangetjesvorm van ae parasiet binnen; de cyclus, de kringloop van ontwikkeling van Plasmodium vivax, de bloedamoebe, die de anderdaagsche koorts veroorzaakt, is gesloten en de eerste dag van malaria voor den nieuwen patiënt is daar. E. HEIMANS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl