De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1908 23 augustus pagina 10

23 augustus 1908 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1626 zelfs circa 13.000.000 pond minder dan in Mei 1906. De mindere opbrengst van Mei 1907 was voornamelijk het gevolg van het staken der werkzaamheden in de Mexicaansche mijnen van Cananda. De totale productie van Mei 11. bedroeg 90,880,300 pond en deze is in verge lijking met de beide voorafgegane jaren, be langrijk kleiner, zooals uit onderstaande opgave (in ponden) blijkt: 1908 1907 1906 Januari 65,900,000 84,935,143 97,296,400 Februari 65,036,750 85,278,160 89,205,800 Maart 79,105,704 102,495.230 96,480,081 April 87,582,805 96,567,700 98,014,400 Mei 90,880,300 98,500,000 103,800,000 Totaal 388,505,559 467,776.233, 481,826,681 In het Arizona-district wordt nu weder sedert eenige maanden met volle kracht ge werkt, teneinde de maandelijksche productie met eenige millioenen ponden te doen toe nemen in de verwachting van een verdere verbetering van de industrieele situatie. In het Boundary-district (Canada) is het werk hervat in de groeven van de British Comlumbia en de Dominion Copper, waardoor een grootere productie van 1.000.000 pond per maand wordt verkregen. Voorloopig behoeft er dus geen vrees te bestaan voor gebrek aan koper, al zouden de consumenten ook eensklaps in zeer grooten getale komen opdagen. Maar ook daardoor is vooreerst weinig kans. Duitschland, dat door zijn machinen-bouw en metaal-industrie voorzeker een der grootste koper-verbruikers is, heeft in de eerste vijf maanden van 1908 71,087,900 Kg. koper betrokken tegen 49,417,500 Kg. in hetzelfde tijdvak van 1907, waarvan uit Amerika 67,155,400 Kg. tegen 40,411,400 Kg. in het vorig jaar. Hier is dus verbetering te conatateeren, maar in Duitsohland was het koper-verbruik na het eerste semester van 1907 ontegenzeggelijk sterk verminderd, het heeft dus, gebruik makend van het ge forceerd koper-export van Amerika, niet alleen voor zijn eigen consumptie een rijkelijken voorraad opgedaan, maar ontegen zeggelijk moeten zeer belangrijke hoeveel heden door de speculatie zijn opgeslagen of bij de eerste hand voorradig zijn. Dit zelfde geldt ook voor Engeland, dat eveneens een belangrijk koper-consument is. Daar Chili, Japan en Mexico in meerdere of mindere mate door de crisis van 1907 w«rden getreffen, waren ook deze koper producenten erop bedacht, zich zooveel mogelijk door export lucht te verschaffen. Zou dus de koper-prijs verder opwaarts blijven gaan, dan zou dit voor de producenten een prikkel zijn tot nog verdere uitbreiding der productie, in welk geval de kopermarkt een zwaren druk zou hebben te doorstaan, waaraan zij alleen dan weerstand zou kunnen bieden, indiea in gelijke mate de welvaart op industrieel gebied herstelde en de vraag naar grondstof dus eenigermate meer gelijken tred kon houden met den grooteren aanvoer van het metaal. Een snelle verbetering is derhalve niet waarschijnlijk; geleidelijke verbetering van den industrieelen toestand is mogelijk en als gevolg daarvan een geleidelijk opwaarts gaan van den koperprys. Let men nu op de toenemende productie cijfers, dan zou men moeten veronderstellen; dat de koper-producenten omtrent de naaste toekomst zeer optimistisch, de ijzer-produ centen daarentegen tamelijk pessimistisch zijn gestemd. Waar de eersten reeds eenige maanden ge leden de noodige maatregelen hebben ge nomen om de productie zooveel megelijk uit te breiden, zien de laatsten zich genoodzaakt om en nabij het door hen tijdens de crisis ingenomen standpunt te volharden, d. w. z. zich te bepalen tot ongeveer de halve pro ductie. Tn Juni 1.1. was deze opnieuw verminderd en wel tot 1,089,000 ton. Een vergelijkende opgave van de eerste 6 maanden van dit jaar en de voorafgegane jaren, nl.: 1908 1907 1906 Januari 1,045,525 2,205,007 2,068,893 Februari 1,079,721 2,045.068 1,904,032 Maart 1,228,204 2,226,457 2,165,632 April 1,149000 2,210,558 2,973,645 Mei 1,164,000 2,295505 2,098,746 Juni 1,089,000 2,231,000 1,076,733 toont duidelijk aan, hoe gevoelig de terugslag van'de crisis in de ijzer-conjunctuur is geweest. En ook de vergelijking met de productie van het eerste semestre van minder gunstige jaren, als 1900 en 1907 zyn geweeet, geeft den onbevredigenden toestand van het met 30 Juni 1.1. geëindigde halfjaar duidelijk weer. In tonnen n.l. was de, ijzer-productie in het Ie semestre van : 1908 6,755,450 1907 "13,2237!'O 1906 12,287,081 1905 10,994.501 1904 7,904,392 1903 9,340,'. i25 Men zou 10 jaren moeten teruggaan om tot een zóó geringe productie als die van de eerste 6 maanden van dit jaar te komen en als men nu nagaat, hoe enorm de ont wikkeling op industrieel gebied in de Vereenigde Staten in het laatste decennium is geweest, dan is het nog te verwonderen, dat deze vergelijking geen meer deprimeerende terugwerking heeft uitgeoefend. In den loop van Juli 11. zijn voor de ijzermarkt de vooruitzichten wat minder ont moedigend geworden, maar tot dusver waren de teekenen van verlevendiging toch nog van zeer bescheiden aard en begin dezor maand rijn de ijzer-prijzen zelfs weder eenigermate teruggegaan. Op dit terrein zal alleen ver levendiging in het spoorwegverkeer en de bouwvakken het sein tot een beteren toe stand kunnen geven. Daarentegen zijn de vooruitzichten voor tin allengs in meer beteekenende mate ver beterd. De prijs, die begin Juli 11. te Londen reeds tot £ 130.5.?was vooruitgegaan, is in diezelfde maand verder tot £ 139.10.?ge stegen op grootere vraag voor Amerikaancche rekening. Blijft de vraag aanhouden, dan is er kans, dat de hoogste prijs sedert het begin van dit jaar, nl. .£147.?, weder wordt bereikt. 2L/8'08. V. D. S. iliiiinmiiiiiiiiiitiiHiiiiiiiHiiMuiiiiiiiiHiiii z\jn dood zijn medewerking verleend heeft aan het libretto, dat Eugène Scribe gemaakt heeft voor de Opera Hendrik VIII vanHalévy. In den zomer van het jaar 1850 reisde de componist Halévy naar Engeland, en Jules Janin verzocht hem, bij die gelegenheid den daar in ballingschap levenden verjaagden koning Louis Philippe een van Janins oudere werken: De dwaalwegen" als een teeken van eerbiedige hoogachting persoonlijk ter hand te stellen. De koning ontving den beroemden componist in Claremont. Hij lag in zijn slaapkamer aangekleed te bed, de voeten bedekt met een groen-zijden kleed. Zonder zijn pruik, den bekenden loupet, waarmee men hem altijd ziet afgebeeld, met vervallen gezicht en gele gelaatskleur lag Louis Philippe daar en was nauwelijks te herkennen. Hij droeg Halévy in de eerste plaats op, aan Julis Janin zijn dankbetuiging over te brengen, en begon toen met zenuw achtige haast o ver zijn afzetting te spreken tot groot misnoegen van de koningin, die altijd ontstemd was, als Louis Phiiippe van politiek gewaagde. Met de doctrine, de koning regeert, maar ?bestuurt niet", heeft men my onmogelijk gemaakt," zei hij bitter. Ik was in Frankrijks oogen niets dan een oude vrek, die milli oenen in het buitenland belegde, en de staatsbezittingen verwoestte. Toen ik op den morgen van den 24 Februari (1818) den post van de Nationale Garde op de binnenplaats d"er Tuilleriën bezocht, ontving my een bataillon van het eerste legioen met de woorden: Leve de (kiesrecht) hervorming l" De koning was zeer opgewonden. Thans willen wij echter van Uw aangelegenheden spreken, niynheer Haléfy", ging hij voort. In het Londensche opera-gebouw zal nu een van uw opera's ingestudeerd worden : de Storm. Het onderwerp is wellicht niet heel goed gekozen. De Storm 1) is een te fantastisch dichtwerk. Als ik u was, zou ik een Hendrik VIII componeeren. Ik heb een tekst voor zulk een opera naar Shakespeare bijna gereed. Zeg dat toch eens aan uw librettist, Scribe". Eenige dagen later kwam ook Scribe in Engeland, en de graaf van Neuilly zoo noemde Louis Philippe zich na zijn ver banning inviteerde beiden, dichter en componist, op een diner te Claremont. De ex-koning verscheen wegens zijn lijdenden toestand niet aan tafel, maar kwam's avonds in den salon, waar hem zijn geheele gezin volgde, en trok zich met Halévy en Scribe in een hoek van het vertrek terug. Daar las hij beiden zijn. ontwerp vóór, en drong er bij Scribe op aan, dat deze zelf nu een teket zou zoeken, en den volgenden keer mee zou brengen. In een kleice badplaats, Saint Leonard, waarheen de koning verhuisd was, had de volgende bespreking plaats, waarbij het nogal warm toeging, daar de koning veel aanmerkingen maakte en Scdbe op zijn stuk stond. Sire" zei deze, vergeef mij, maar uwe Majesteit weet niets van het tooneel. Als u voor het theater gewerkt had, zou U inzien, dat in een opera dat lang uitspinnen van de karakter-ontwikkeling gevaarlijk L5!. Men heeft vooral situaties noodig, en wel zulke, die gemakkelijk te begrijpen zijn en de geheele bekwaamheid, en het talent van den muzikus eischen". Louis Philippe gaf aarzelend toe, en men werd het eindelijk eens. Mijnheer Halévy" zei de koning treurig schrijf de muziek toch voor Engeland, want het zal my wel niet meer vergund zijn, de opera in Frankrijk te hooren." De koning zong daarop een oude Engelsche melodie voor, die hij naar hij zeide voor veertig jaren aan schoone dames in Londen had voorgedragen. Eenige weken later was hij dood. C. 1) Van Shakespeare. HBteenwiï-ïnwelpïe?,,, In dezen feministischen tijd komt een adres van de Parij sche vrouwelijke telefonisteneen curieuze bijdrage tot het vrouwen-vraagstuk leveren. Naar de Vie de Paris" meldt, eischen deze de verwijdering van de opzïch'.eressen en het weer benoemen van mannen tot ?afdeelingschefs. De dames-telefonisten, die het zusterlijke toezicht moe zijn, willen met genoegen aan een man gehoorzamen, doch verklaren de tyrannie van een vrouw niet langer te kun nen verdragen. De in het anti feministische adres dezer vrouwelijke ambtenaars opgegeven argumenten zouden, indien ze door een man werden geopperd, etellig de grootste veront waardiging wekken.., Vrouwen," heet het daarin, kunnen elkaar reeds daarom niet onpartijdig beoordeelen, daar de eene op de andere naijverig pleegt te zijn. Een japon, een hoed, een band, ja een eenvoudig lint is voldoende om bij de superieuren, die maar al te dikwijls ware dwingelanden zijn, nijd en ergernis te wekken. Eii moet niet een slechts matig intelligente opzichteres, die met een geestelijk veel hooger staande ondergeschikte te doen heeft, zeer lijden onder een inferioriteit, die ze wel genoodzaakt is te erkennen. Zoo kan het ook niet anders, of zij zal haar kleine wraaknemingen oefenen aan haar, door wie ze zich in haar eigenliefde gekwetst vindt." Dit feit zij intusschen meer als curiosum herdacht, dan als een ernstig bewijsmateriaal tegen de vrouwenbeweging gegeven. De argu menten althans dezer dames schijnen wat kinderachtig, al blijft het altijd waarschijnlijk, dat voor deze bewering tegen een oeweging" in de praktijk opgedane ervaringen werkelijk oorzaak zijn geweest. M. C. Lonis PMlippe als Librettist, Wy hebben onlangs medegedeeld, dat Napoleon I zich als jonge man aan een tragedie gewaagd heeft. C. A. Bratter deelt thans in het Berliner Tagelblatt mee, dat Louis Phillippe, de burgerkoning, kort voor Een nienw toestel voor Mïm. Wat Let beroep van duiker zoo gevaarlijk maakt, is niet zoozeer de moeilijkheid om hem lucht te verschuilen, als wel die om hem te beschermen tegen het gewicht van het water boven nero, dat enorm is en op zijn gansche lichaam drukt. Hij moet, ter wijl hij een volume draagt, vele malen zwaar der dan hij zelf is, zich bewegen en werken. Natuurlijk is onder deze omstandigheden het beroep van duiker niet zeer gezocht. Weinige menschen kunnen het 100 voet onder water uithouden en velen durven zich niet dieper dan 50 of GO voet te wagen. Daar het dikwijls voorkomt, dat er werk gedaan moet worden, nog dieper in de zee, heeft men den laatsten tijd getracht duikers van metalen harnassen te voorzien, die hen volkomen beschermen tegen den gevaarlijken druk van het water. De heer Charles Williamson vond echter een geheel nieuwe methode van arbeiden onder water uit. De voordeelen, van deze methode bestaan daarin, dat de duiker op alle mogelijke wijzen beschermd wordt en tegelijkertijd in vrije communicatie met de oppervlakte blijft. Hij ademt onder een nor malen druk en is vrij te'.stijgen of te dalen wanneer bij wil, zonder een signaal te be hoeven te geven aan anderen die boven blijven. Verder wordt zijn communicatie met de oppervlakte niet onderhouden door een dunnen buis en een lijn, maar door een breede verticale staande pijp, waarin hij zoo vaak hij wenscht, naar boven kan klimmen. Het nieuwe toestel bestaat verder uit eeu kamertje, waaraan van boven de breede in n schuifoare buis of koker of pijp is vast gemaakt, die naar een vlot of bark leidt, welke op het water drijft. De buis heeft een harmonica-vorm en is in enkele groote stuk ken verdeeld, die met breede ringen, aan elkaar verbonden zijn. Een kettingwerk dat met den top van het duikers-hokje verbonden i?, kan het toestel optrekken, waarbij de vertikale buis in elkaar wordt geschoven en het kamertje op het vlot kan worden geplaatst. Dan kan ook de pijp uit elkaar genomen worden en de gedeelten gemakkelijk opgeborgen. Het duikers-kamertje is hermetisch geslo ten behalve natuurlijk op de plaats waar de pijp er in uitkomt. Luchtpompen zijn niet noodig, daar vrije en overvloedige communicatie met de buiten lucht bestaat door den buis. Het hokje is voorzien van glazen vensters, waardoor men naar alle kanten uit kan kijken in het water. Aan de zijwanden zijn uitspringende gedeel ten, buil-vorniig, die ook al weer naar alle kanten met vensters zijn uitgerust en doen denken aan de uitpuilende oogen van een spin, en die den dienst doen, dien vroeger de helmen aan de duikers bewezen. Ook ?.ijnin die uitspringende deelen armsgaten met mou wen van een rekbare stof die in bet water steken. De duikers klimmen in de pij p naar beneden, daarbij de ringen als ladder ge bruikend?, en, ah zij in het kamertje zijn, kunnen ze de gewone werkzaamheden doeu, door de armen in de mouwt-n te ste ken, die aan de uitspringende deelen van het hokje vastgehecht zijn. Moeten ?ij uit bet water iets halen en naar de oppervlakte brengen, dan kunnen zij dat vastmaken aan haken, die men van het vlot uil laat zakken. Om het werk gemakkelijk te maken, kan men ook electrische lampen van hè: vlot neerlaten tot naast het duikershokje. Als het noodig is, dat het toestel verplaatst wordt, licht men het kamertje niet den ketting zoo ver op ais noodig i?, om het van ouder los te maken en dan kan het vlot met buis en kamertje en al verplaatst worden. De uitvinder heeft reeds zulk een toestel geprobeerd in de rivier de Jame?. Natuurlijk maakt het feit, dat de geheele inrichting niet vrij verplaatst kan worden zonder het vlot, het niet geschikter tot al het werk dat gewone duikers kunnen doen. M s ar er zijn toch veel omstandigheden waarbij het toestel zeer nuttig kan zijn. Zoo kan het bij een schip gebruikt worden, voor reparaties onder water, of om den bodem los te maken van zeegewassen, Ook kan een ondernemend man er wellicht (en zeer gezocht uitspanningsmiddel van maken voor het publiek, dat aldus een kijkje onder water zou kunnen nemen op gemakkelijke en ongevaarlijke wijze. M. NIEUWE UITGAVEN. Modern English Poetry, edited by Andrea de Z^aan, with an introduction by Ramsden Buckley. Almelo, W. Hilariua Wzn, Verspreide opstellen over opvoeding, vooral ten dienste van ouders, door J. G. ZMI.STKA. Utrecht, Van der Heide &. Leydenroth. Vereeniging bet Vondel-Museum", Derde Vtnlag 1906?1907, uitgebracht in de algemeene vergadering op 30 Mei 1908, met twee bijlagen, een titelprent en twee fascimiles. Dr. J. TK WINKEL, Bijdrage tot de wordingsgeschie denis van Vondei's Joseph-Trilogie. J. F. M. STERCK, Mededeelingen over Vondei's verblijf aau de Bank van Leening, Amsterdam. R. W. P. de Vries. Tweede Jaarverslag van de Nutscommissie voor Onderwijs 1907?1908, met 10 bijlagen. Utrectt, J. van Boekhoven. Gids voor inleggers bij de Rijkspostspaarbank en voor hec, die het wenschen te worden, bewerkt door P. J. F. DU Bois, LOe herziene, veel vermeerderde druk. Amsterdam, N. V. Amsterd. boekhandel. Inhoud van Tijdschriften. Op de Hoogte, Aug. afl.: Op het omslag: Rogge-oogst, foto Adr. Boer.?Bijlage: Berkenboschje, foto Adr. Boer. ??Over de maand, die heenging, geil. Dr. Eliza Liurillard, met portr. en illustr., door ds. L. C. Schullertot Peuraum. Fotografie als een kuust. Pre sidentsverkiezing in Amerika, met portr. en afb., door Th. de Veer. Het Allerhoogste, schets, door J. P. D. Lokhof. Een vogelparadijs en toch..., met il!., door J. J. Hof. Is Shakespeare's uitbeelding bij medische aan gelegenheden wetenschappelijk juist? door Discipulus. Reddingsmiddelen laugs onze kust, geil., door D. I, Pattist. De tentoon stelling te Darmstadt, geil., door A. W. Weissman. De Olympische spelen in Londen, geil, door J. B. D. Pennink. Het bedrijf aan de hoogovens, geïl., door L.C. Sutherland. Over en uit tijdschriften, door W. van Ree. Voor onze vrouwen, geïl. chaakrubriek, door A. van Eelde. De Aarde en haar Volken. No. 35: Het mo derne Egypte, door A. B. de Guerville. Braziliëals bereisbaar land. Een krachtig woordje over het bestuur in Inlië. Gerech telijke geneeskunst bij de Chineezen. Mooie ouderdom. Het Geeüuse en de Planspitze. De Nederlandsche vlag in Australië. Den Gulden Winckel, No. 8 : Onze schrijvers: Met dr. A. Aletrino, dcor E. d'Oliveira, met portret. Koomsche letteren, door F. Smit Kieine, met 3 port. Kantteekeningen bij de literatuur van den dag, doorGerard v.Eckeren. Tijdschrift voor Onderwijs en Handenarbeid, No 6: J. II. Piuvior, De theoretische grond slagen van den handenarbeid. J. van Blodel, Handenarbeid in-, voor- en door het onder wijs. J. Zuurdeeg, Uit de school. J. J. Schuyer, Een nieuw model. A. Joraan, Puzzies. Moh'fcholt, No. 7: De oorzaak der ziekten (erfelijkheid), door dr. Ch. Bles. Eerste hulp bij plotselinge ongelukken (hoe brengt men een drenkeling op het droge?), door dr. C. J. Mijnlitil'. Kwakzalverij, door dr. E. J. Abrahams. Eigen Haard: Marietje, door Geertruida Alting Mees. Een mooie Dnizendknoop, door J. K. B., met afb. De trap, door Hetty. Grimsbylijn en Great-Central-railway naar Wale?, door Go?, de Voogf, II slot, met afb. Een wandeling in de goot. Met de camera naar Hoorn, door J. A. Doesburg Larmooy, afb. naar foto's R. H. Herwig, I, met afb. Feuilleton. Mr. G. L. C. van Rossen Hoogendijk. f Dr. S. Schip pers, f Mr. P. J. J. Ras f Van de Gysbrecht-Japik-Herdenking. De Gooische Week. De Amstelpiije. Het Opera-Seuoei:. Een verdwijnend stuk Amsterdamsche Geschiedenis. De Marine van Venuauela. Blaeu-slraa* gevraagd. Een bijzonder Jubileum, alles rnet afb. In aansluiting bij 't artikeltje onder dit opschrift in 'i nummer van 9 Augustus j.l. kan ik niet nalaten, eeu ander stukje raini-steriëele willekeur bekend te maken. Do pensioenwet schrijft duidelijk voor, dat personen, aan wie een staatspensioen is toegekend, bij aanvaarding van een bezol digde staatsbetrekking een grooter of kleiner deel van 't gezamenlijk bedrag, dat anders. hun zou moeten worden uitbetaald, moeten derven; alles overeenkomstig de regelen, door de wet bepaald. Alleen wie in tijdelijken dienst zijn, vallen buiten deze bepaling en genieten dus dubbel geld uit 'slands kas. Men zou nu meeren, dat na den gebruikelijken proeftijd van een jaar, overeen komstig de wet, en iu het voordeel van 't land, een tijdelijke benoeming in een vaste wordt veranderd. Toch is dit niet het geval. Do directeur van een der tuchtscholen n. 1. in ons land waar, doet niet ter zake, daar het niet om de persoon te deen is is gepensioneerd kapitein-luitenant ter zee rnet ongeveer /'15000. pensioen per jaar; in Juli 1906 in functie getreden als direc teur met een salaris van / 2400.?en vrije woning, is hij nog steeds niet vast benoemd. l)e tweo andere directeuren, die een half jaar vroeger in functie tradon, werden wél ra eeu jaar als tijdelijk directeur ie hebben gefungeerd, voor vast aangesteld en werden toen onderworpen aau de bepalingen der pensioenwet. De directeur, door mij bedoeld, werd echter nog steeds niet vast aangesteld en geniet dus jaarlijks eenige honderde j guldens liuvtii u\it lt<>>n )-eclit>n<iti<j toekumf, j uit 's lands kas. Aan een verzuim van dopartementswege is moeilijk te denken, want voor zoover mij bekend, werd het overige personeel der tuchtschool op den bepaalden tij i Juli 1907 wél vast benoemd. Alleen do directeur niet. In niet-overgaan van tijdelijken in vasten dienst wordt ge woonlijk een bewijs van ongeschiktheid gezien; maar is 't niet wat erg, een derge lijke ongeschiktheid met eenige honderde guldens te ... beloouen 'ïEn inlien wél geschikthei l bestaat, waarom dau dezen directeur niet aan de kortingen onderworpen, die de -u-et eischt, maar do andere directeu ren en 't overige personeel irci' Veilig mogen we onderstellen, dat Minister van Kaalte de zaak wél wist; docli haar zo> liet, omdat ... nu ja, waarom. Wie zal dat zeggen r1 Minister Nelissen weet het mis schien niet, doch de ambtenaren van 't departement weten het EatuuiHjk wel. En de l'ensioenraad 'r Mocht Minister Xelissen eens gaan onder zoeken, laat hij dan tevens eens vragen, waarom een andere zee-officier, ook gepen sioneerd en thans inspecteur bij 't gevan geniswezen, ook nog niet vast benoemd is. Kaar ik vernam, moet bedoelde inspec teur zi^h eenmaal hebben uitgelaten, dat hij wel niet voor vast zou worden aange steld, want de directeur van de tuchtschool te ... , was ook nog niet vast benoemd". Zoo grondt zich het eene kwaad op 't andere. Hoe lang nog'r IJ. Xs. 5e Jaargang. 23 Augustus 1908. Re l: C. H. BKOKKKAJIP, Darnrak 59 Amst. Verzoeke alle mededeeliugen, deze rubriek betredende, te richten san bovenstaand adres. Probleem No. IS, van den auteur A. D. Oiierido, opgedragen aan den winner van den Zilveren Medaille in den natioualen wedstrijd voor problemisten, den heer K. C. de Joriïe, Amsterdam. Zwart (12 schijven.) Wit (12 schijven.) Oplossingen moeten binnen 14 dagen wor den opgelost aan bovenstaand adres. Oplossing van pr. No. 117 van den auteur: Wit: 33-28/44-39, 49:40, 43-39, 27-22, 20:8, 30-25, S:10, 2~i;3, 33-33, 30-31, 41:11 De volgende ontleding, kunnen wij niet als gewonnen acceptesren, daar zwart beslist de damiiin bereikt: W.: 33-28, 27-22, 26:S, 30-25, 8:L0.2ó:3, 3-17; 3S-33.36-.31i 41:1. PRIJSVRAAG LEERZAME OEFENING. Aau deze prijsvraag hebben 15 spelers deelgenomen, waarvan e-r 11, de partij aan ons verloren. 4 spelers maakten remise, te weten: de hoeren J. lus, Schiedam; K. Koster, Hoog Carspel; P. Dekker, Alkmaar; J. Swart, Amsterdam. Na loting zjjn de premies exemplaren de Datnspeler" toegekend aan de heeren K. Koster en J. Swart, Wat gaf ons nu aanleiding tot het uit schrijven van deze prijsvraag, daar wij reeds wisten dat zwart bij goed spel beslist remise kon maken? In 't voorjaar 1904, bracht de heer J. de Haas ons twee combinatie-zetten, rnet de mededeeling: de e^ne is door den heer Vijn en de andere door mij in een spelende partij te Hoogwoud uitgevoerd."' Op onze uitdruk kelijke vraag, of de door hem uitgevoerde zet ook tot winst leidde, antwoordde hij ons: de eindstand eischt nog wel eenige studie, maar is beslist voor wit gewonnen; ik heb de'ien meermalen doorgespeeld met den heer V., en telkens met winst." Wij plaatsten toen den zet in de rubriek van l Mei 1904. met daar onder do gegeven analyse. Tijdens het samenstellen van ons werk de Damspeler", vernamen wij, dat ook deze zet door V. was uitgevoerd, maar op verzoek aan De H. afgestaan; wij plaatsten daarom den zet in het boek, pag. 117, partij Xo. 7, met de analyse ongewijzigd, maar daarboven den naam W. Vijn. Later verklaarde de heer V., dat deze combinatie toch door De II. was uitgevoerd. Er bestond dus eene vergissing, waarvan wij melding maakten in onze rubriek van 2'J December 1907. Door het ean en ander wellicht opmerk zaam geworden (ia bet Dainspei" van NOT. en Dec., zijn hierover vele bladzijden druka verschenen), komt hierna de heer Vervloet van K.tterdam zeggen: Maar heer De Haas, u tve zooveel beschreven combinatie-zet is fout en totaal waardeloos, want zwart maakt in het naspel beslist remise, ziet maar i" waarbij hem de remise wordt aangetoond. Fluks neemt nu de heer De H. zijn maanblad van Februari, en schrijft daarin: Ia de Damspeler", pag. 117, partij No. 7, vindt men een elagzet: Na afwikkeling van den slag ontstaat de volgende stand," enz. Ver der: Hierbij schrijft de. auteur: Het eindspel eischt nog eeuigu studie, maar levert beslist de winststelling bij goed spel voor wit. Naar aanleiding va a de.;e opmerking, en als studie voor de amateurs, zend de heer C. G. Vervloot ons de volgende fijne remise, door hem opgemerkt bij naspel," enz. (Volgt het remisespel van den heer Vervloet). Met ziet dus: geen Setter of jota, waaraan de lezers van zij;i maandblad zullen noch kunnen bemerken, dat hier slechts sprake is van zijn eigen thans waardeloos geworden combinatie-zet; wel den schijn, of de schrijver van het boek ook de auteur van dien zet is. Wij meenleu daarom verplicht te zijn, door het uitschrijven dezer prijsvraag, die hande ling beter te doen kennen en elke vergissing daaromtrent weg te liemen. UIT DE DAMWERELD. Men schrijft ons uit U.: Niet onvermakelijk is, wat onlangs geschiedde in een onzer plaatselijke damrubrieken. l Augustua 1.1. verscheen daarin een probleem van den heer V. te O. liet bleek echter afkomstig te zijn uit de Damspeler", waarin het staat opgeno men ouder N o. l bij de slagproblemen. De heer V. hierop gewezen, antwoordt gemoe delijk: dat er de laatste t wee j aren wel twee millioen partijen zijn gespeeld en dat er dus zeer wel twee aan elkander gelijk kunnen zijn. Hij leest damboek noch tijdschrift, maakt .alles zelf en zend het dan op naar de redactie van bedoelde rubriek. Dit is reeds zij n zesde probleem, dat hij gemaakt en ter plaatsing opgezonden heeft." De heer M. te H. onderzocht nu ookeens de vijf vorige problemen niet het treurig resultaat, dat vier er van zoo maar eventjes genomen waren uit het boekje, van Van Buuren, terwijl het vijfde niet minder was, dan het met de zilveren medaille bekroonde probleem, van den auteur K. C. da Jonge verschenen onder No. 111 in de rubriek van het Groene WTeekblad" 17 Mei 1908. Jammer, dat sommigen nog zoo weinig begrip hebben van het ongeoorloofde dier handeling. Wel willen wij aannemen, dat enkele nog min of meer onbewust hiertoe overgaan, doch dan is het te meer de plicht van elke damredactie, hun hierop te wijzen. Allen moeten het dainspel als eere-spel beschouwen en zij, die dit niet doen, helpen het afbreken, in plaats van opbouwen. NATIONALE SIMULTAAN-WEDSTRIJD. PER CORRESPONDENTIE. Simultaan speler, wit. Tegenspeler, zwart. A'üam . . S. S. van Baaien, lett. A. w 31-27 . . J. Mulder, . . B. w 34 30 . . J. Swart . . . C. w 33-28 Goes . . . L. LaPorte. . D w 31-27 Groede . . J. Luteijn. . . E. w 34-30 Haarlem. . J. Meijer . . . ., F. w 33-28 HoogCarspel K, Koster. . . G. w 31-27 Zaandam. . A. Vink . . . H. w 34-30 Zwart moet spelen. P.S. Voortaan plaatsen wij slechts de letters; ieder lette dus goed hierop. Bladprobleem van den auteur K. C. de Jonge. Zwart: (7 schijven en l dam). Wit: (7 schijven). Op te lossen van liet blad, zonder bord of schijven. Na 8 dagen geven wij de oplossing.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl