Historisch Archief 1877-1940
D E A M ^ T L R D A M M E R WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1626
Venezuela tot een betere verstandhouding
mocht geraken, want wat zou het zijn,
als die oorlogsbodems weder vertrokken
waren? En Nederland kan zich toch de
weelde niet veroorloven voor Curacao
telkens een vlootje uit te rusten. Dat
gaat nmaal en dan is 't al erg genoeg.
En wat nu betreft het door langdurige
uitputting verkwijnende Curac.ao, een
toestand, die eischen zou dat we ons
arbitrage-beginsel voor andere omstan
digheden" hebben te bewaren, wij
meenen, dat hier overdrijving in het
spel is.
Wtf zijn volstrekt niet ongevoelig voor
het leed en het nadeel den
Benedenwindschen eilanden berokkend, en zouden
ze gaarne gelijk alle onze zoo uit
gebreide koloniale bezittingen voor
tegenspoed bewaard, van onrecht bevrijd,
en zoo mogelijk tot bloei zien gebracht.
Maar is het bij alle schad^ en winst
derving, met Curagao wel zóó bijster ge
steld, als men dit, tot het verwekken
van meer afgrijzen en medelijden, af
schildert? Wij vragen zoo, met het oog
op de mededeelingen van de Amigoe di
Curacao:
dat van l tot 15 Juli 49 schepen de haven
van Willemstad waren binnengevaren, van
we'.ke 15 Btoombooten en 25 bij houders."
Met voldoening zien wij, dat Curaeoa ont
waakt. Telkens vernemen wy, dat er weder
nieuwe handelsbetrekkingen werden aange
knoopt met Columbia, Puerto-Rico en Santo
Domingo. Dat is tenminste al een der goede
gevolgen van het kwaad wat Cattro ons brouwt.
Woensdag 22 Juli liep de goelet Aurora.
hier binnen en bracht weer 22 runderen uit
Santo Domingo, ook hout, suiker, vruchten
etc. Gisteren de Rigoletle, van Rio-Hacha met
koebeesten, cacao en huiden. Nu ligt de
brigatijn Eirondelk weder klaar om uit te
varen naar Pto Columbia en Cartagena.
Bravo!
Aan vleeech en ander voedsel hebben we
voorloopig geen gebrek, als men nu langza
merhand ook maar weer wat vracht vindt
voor overscheping in de groote stoombooten.
Dat is de hoofdzaak, vergeten wij dit nooit.
Ons commercieel leven en onze scheepvaart
hangen samen met Curacao als doorvoerhaven.
Dat onze kranige schippers en kooplieden
dan hun uiterste best doen om behalve
voedsel voor de bevolking ook vracht te
zoeken voor stoombooten.
De Prins Frederik Hendrik, reeds Woensdag
hier aangekomen uit Nederland heeft twee
dasjen achtereen divi-divi ingeladen. Dat zij n
verblijdende leekenen. Op zoek dus naar
vracht l Cacao, divi-divi, koffie, hout, huiden,
mangrovebast etc. etc. Esrst zóó zullen we
de gevreesde gevolgen van den zwaren slag,
dien Venezuela onzen handel en scheepvaart
heeft toegebracht, eenigszins kunnen weren
en voorkomen."
Zeker, hieruit blijkt volstrekt niet,
dat Curac.ao geen hulp aoodig heeft.
Integendeel. Het moet kunnen rekenen
op nog anderen steun van het Gouverne
ment dan het afstaan van beschuit voor
arme schoolkinderen,waarvan ook melding
wordt gemaakt. Maar hoeveel kan een
Staat, die het vermogen _ heeft eea
eskader van oorlogsschepen uit te rusten,
niet beschikbaar stellen tot leniging van
den nood, en op hoe velerlei wijzen kan
hij de helpende hand bieden, opdat
de getroffenen den ongunstigen tijd iets
lichter doorkomen? Alleen dat de toe
stand van Curagao het zou wettigen,
Nederland van pogingen tot het onder
werpen van het geschil aan Arbitrage
af te houden, ontkennen wij met nadruk,
daarvoor staat dat beginsel te hoog.
* *
Nu er sprake is van spoed te betrachten
met het oog op Cura^ao's belangen, iets
wat ook wij zeer wenschelijk achten,
DE GSEST OES TEGEÜSPRUKS,
Een verhaal voor p ant offelhel ien.
Naar het EngelscJi, van BRIXSLEY MOORE.
II.
Jongens l" zei Ben, - want er ging op
eens een licht voor hem op, wat ben jij
een knappe kop!"
Wel, dat mag misschien zoo wezen of
't mag misschien niet zoo wezen," zei Slater,
als 't ware om voor het complimentje te be
danken. Als een onnaspeurlijke Voorzienig
heid me heeft gefourneerd met een promi
nent brein om te prakkezeeren, en een gave
van het woord, om de dingen voor mijn
mede-zondaars duidelijk te maken, dan ben
ik tevreden. Volg jij mijn advies maar: zeg
altijd het tegenovergestelde van wat je wer
kelijk wilt."
En nou begon Ben dat middeltje eens te
probeeren.
In het begin sch\jnt het maar weinig
succes gehad te hebben, omdat ie het niet
goed dee, zie je. Er behoort een soort van
brutaliteit toe om, beslist en gemoedereerd,
alles te zeggen wat je niet meent. En in het
begin was Ben er zoo verlegen mee en dee
het zoo aarzelend, dat zjjn opinies de moeite
van het tegenspreken niet waard waren.
Maar door oefening met opmerkingen in het
algemeen, kreeg ie toch gaandeweg wat meer
durf en zelfvertrouwen.
Toen begon ie met kleinigheden, die er
niet veel op aan komen vrouwenkiesrecht,
lijkverbranding en de kleur van iamands
oogen. En toen ie zag, hoe-d-ie, door juist
het tegendeel te zeggen van wat ie meende,
zijn vrouw heusch wel verstandige dingen
kon laten antwoorden, toen begreep ie, dat
ie zich wel eens aan kwesties kon wagen,
die werkelijk iets om 't lijf hadden.
Het was soms wat moeilijk om precies het
tegendeel te vinden van wat ie wou bij
voorbeeld dacht ie eens dat schapenvkesch
het tegengestelde was van bief, maar toen
ze Zondags gingen eten, zag ie dat het
varkensvleesch was en dat lustte-d-ie niet.
komt men er allicht toe, te vragen, in
hoeverre de Regeering zich daarvoor
beijverd heeft. Een feit is, dat Gastro,
20 Juli, bij het wegzenden van De Reus,
ten duidelijkste heeft verklaard, een
voortzetting van de vriendschappelijke
verhouding met Nederland te begeeren,
het ontvangen van een opvolger te
wenschen, m. a. w. dat er op dien datum
geenszins spanning tusschen ons land en.
Venezuela bestond. En inderdaad heeft
men van diplomatieke onderhandelingen,
die een ernstig eind z )uden nemen, niets
gehoord. Voeg daarbij dat nog in Juni
een Koninklijk besluit is verschenen, tot
het erkennen en toelaten als consul, van
den heer Lopez, den in C aracao beruchten,
thans geklopten en vandaar uitgedreven
man, aan welk besluit, zooals wij nu
vernemen, geen uitvoering" is gegeven,
dan heeft het den schijn, alsof onze
Regeering vóór 20 Juli de zaken, die
dit deel van de West beroerden, nau
welijks met open oogen heeft beschouwd,
en zij, later wakker geschrikt door
De Reus' Nederlands
compromitteerende daad, eensklaps een eskader heeft
noodig geacht, mede tot herstel van haar
eigen eer. Zeker is het, dat het
Nederlandsche publiek met eenige spanning
wacht op de diplomatieke geschiedenis
betreffende Curacao en onze grieven,
getuigende van een onverdroten, krachtig
en beleidvol optreden van deze regeering
vóór, maar vooral van 14 Mei af.
We hadden daar juist het voorrecht,
alweder door bemiddeling van een
NoordAmerikaaasch blad, Parijsche editie,
althans iets te vernemen omtrent de
diplomatieke werkzaamheid van ons
kabinet gedurende de laatste twee maan
den ; wat ons Nederlanders zeker nog
meer aangaat, dan de vriendelijke, ons
aanhitsende Yankees, die zoo gaarne
zouden zien, dat wij zaken voor hen
deden. Maar veel wijzer worden wij
door de Marees' antwoorden aan haar
correspondent niet. Wij weten dan vol
gens de mededeelingen der New-York
Herald, dat de voor Curacao zoo nood
lottige besluiten van Gastro, te wijten
zijn aan een overdreven en onjuist ver
slag" van het gebeurde met déGloria,
door den consul, Lopez gegeven. (Dezelfde
Lopez van 't Kon. Besluit van Juni hier
boven vermeld ?!) Vervolgens dat de heer
De Reus tegen die besluiten van 14 Mei
bij den Minister van Buitenl. Zaken te
Caracas, geprotesteerd heeft. Dit protes
teeren schijnt eerst in Juli te hebben
plaats gegrepen. Want we hooren nu,
dat De Reus (waarlijk geen gelukkig
diplomaat!) misschien wel in navolging
van zijn chef, den Minister! in
eenigszins bloemrijken stijl" geschreven heeft,
gewagende van een boozen droom",
welke woorden Gastro, op zijn Spaansch
vertolkt, begrepen had als een aandui
ding van hem zelf in de gedaante van een
vervloekten kwaden geest". Ik seinde
onmiddellijk", zoo lezen we dan, aan
den heer De Reus, dat hij dadelijk een
audiëntie bij den heer Gastro moest aan
vragen" om dit misverstand uit de wereld
te helpen, maar De Reus had zijn pas
reeds verkregen, het was dus na 20 Juli.
Dit zijn, nauwkeurig opgegeven, de
verschillende feiten tot aan het vertrek
van den heer De Reus''. Welnu, hoe er
na de volkomen gerechtvaardigde uitzet
ting van De Reus als minister-resident;
na het Gastro niet opgehelderde misver
stand, waarbij deze zich grovelijk beschul
digd achtte; en na eene zoo slappe diplo
matieke actie sedert 14 Mei, haastiglijk
een eskader moest geformeerd worden,
't blijkt, d. o. uit het verhaalde in de
Maar behalve zulke kleine foutjes werkte
het nieuwe systeem heel aardig. Ja, er was
maar n ding in de heele eerste week,
waarin het mis liep.
Je moest eens een nieuwe veer voor je
Zondagsche hoed koopen," zei Ben, natuurlijk
in de hoop, dat ze het niet zou doen en hij
het g=ld zou besparen want ie had haar
er tegen haar zuster over hooren klagen hoe
leelijk die werd.
Een nieuwe veer?'1 zei juffrouw Smitherp.
Kyk me die man nou eens aan! Waar is het
goed voor, daar geld voor uit te geven, als
de hoed twee j aar ten achter is bij de mode ?...
Maar nou je er toch van begint," zei ze,
^al ik naar Mültown gaan en zien wat ik
doen kan."
En Ben kreeg zoodoende een rekening van
vijftien gulden voor een nieuwen hoed met een
voile, die ze kocht en meebracht.
Ach ja!" zei'Enery Slater, toen Ben zich
daarover beklaagde, daar had ik je ook voor
moeten waarschuwen. Kleeren van vrouwen
vallen onder geen natuurwet; de modes willen
ze vrij houden van elke methode of elk
systeem dat je uit kan denken. Dat is nou
juist de uitzondering, die den regel bevestigt.
In alle andere gevallen kan je mijn advies
gerust volgen.
Dus Ben probeerde maar weer voort. En
hij zag dat wat 'Enery zei,waar was.Het nieuwe
systeem paste prachtig nu hij er eenmaal
aan geweid was. Hij had het maar te zeggen,
zooals ie 't niet wou. Zij n huiselijk leven werd
werkelijk aangenaam. Hij kon er zelfs eens
Zaterdag tusschen uit naar Milltown, door
zich te houden alsof ie liever niet wou. Hij
liet juffrouw Smithers, puur uit geest des
tegenspraak», een massa dingen goed vinden,
die hij nooit gedroomd had, dat in haar huis
zouden worden toegestaan.
Natuurlijk was nou de groote kunst om
juffrouw Basford en familie kwijt te raken.
En op een morgen, toen de kinderen drie
borden hadien gebroken en de koffie over
juffrouw Smithers' beste tafelkleed hadden
gegooid, voelde-d-ie dat het tijd was om zijn
slag te slaan. Hij sprak waarachtig juffrouw
Basford aan om haar te zeggen, dat-ie hoopte
dat ze zoo lang zouen blijyen als ze maar
konden, en dat het hem veel plezier zou
doen, als ze nog tot na de
bloemententoonstelling in September wouen blijven.
Het kostte moeite genoeg, dat verzeker
N.-Y. Herald geenszins. Toch stond bin
nen enkele dagen bij de regeering het
voornemen vast, om alleen, met wapen
geweld achter haar, Venezuela onze
eischen te stellen, en heeft zelfs de tijd
ontbroken, om ernstige pogingen te doen
tot het verkrijgen van een in gemeen
schap met andere Mogendheden diplo
matiek handelen, wat, naar men zou
meenen, wel het eerste had moeten
zijn, nu men liuks en rechts hoort be
weren, dat zoo velen hun grieven hebben.
Tot dusverre heeft onze diplomatie nog
niets bereikt dan Noord-Amerika's per
missie", die, men heeft de
Amerikaansche bladen maar to lezen, voor het
grijpen la?. Men moot niet vergeten, dat
het heel wat gemakkelijker is een besluit
te nemen om oorlogsschepen te
mobiIneei'en, dan diplomatieke overwinningen
te behalen, die het land voor zeer kost
bare, en allesbehalve ongevaarlijke expe
dities bewaren. En dit laatste bewijs van
van beleid en bekwaamheid dezer regee
ring hoopt het Nederlandsche volk nog
te mogen aanschouwen.
Maar dat het slot van de Marees' ant
woord aan den correspondent van de
New-York-Hemld ons dienaangaande
groote verwachtingen zou geven, mogen
wij niet zeggen. Na over eigen onpar
tijdigheid en rechtvaardigheid te hebben
gesproken, en over onze goede bedoe
lingen" en vriendschappelijken geest",
die op gelijke wijs moeten worden be
antwoord", krijgen wij het volgende,
blijkbaar om via Parijs?Newyork naar
Curagao te worden overgebracht:
Wanneer de regeering der Nederlanden
bij Venuzuela niet dezelfde geneigdheid
mocht vinden, zou zij tot haar groot leedwe
zen genoodzaakt zijn een andere gedragslijn
te volgen, o/er welke ik, zooals gij kunt be
grijpen, slechts onder reserye kan spreken.
Maar ik kan meledeelen, dat deze gedrags
lijn op algemeenen steun kan rekenen bij de
leden der regeering en tevens op de hooge
goedkeuring van onze Koningin en bijal
dien het noo lig mocht blyken, dat er kracht
dadig moet worden opgetreden, tevens op
den krachtigen en algemeenen steun der
openbare meening".
Foei, wat ziet er dat nu blufferig uit.
Aangaande een gedragslijn, waarover de
Marees slechts onder reserve kan spreken,
verzekert hij, dat zij op algemeenen
steun' kan rekenen.
Men ziet den gewichtigen man zoo
zitten tegenover den correspondent, en
misschien heeft hij wel tot hem gezegd,
teeken dit nu eens nauwkeurig voor uw
blad op, toen hij niet alleen de leden
der Regeering", maar zelfs H. M.
Willielmina, tot reclame gebruikte voor zijn
eskader-politiek. En dan alsof men in
Holland ooit zou kunnen komen tot een
krachtigen en algemeenen steun der
openbare meening", om met Venezuela
oorlog te voeren! Verder dan tot een
in Godsnaam dan maar!" brengt men
het hier niet.
Edoch, de lust der Regeering om in
het land der Vredescongressen zich aan
te stellen, als waren wij een groote
mogendheid, die met geweld mag dreigen
om de kleine gedwee te maken, heeft
voor een inderdaad zoo zwakken Staat als
Nederland een zeer bedenkelijke zijde.
Blijft het op deze wijs een man van
Castro's karakter, niet van eerzucht mis
deeld, nog mogelijk bij minnelijke schik
king, met of zonder arbitrage, toe te ge ven,
zonder al te groote vernedering voor het
oog van zijn volk? Voert men hem niet
tot het allerwanhopigst en kwaadaar
digst verzet?
De taal, door de Marees gepubliceerd,
is welbeschouwd het uitsluiten der
diploik je, om het natuurlijk te zeggen, net of-ie
het meende. En zijn vrouw loerde naar hem
over tafel en bezorgde hem een pleizierig
kwartiertje, toen ze hem apart nam, omdat
hij zoo iets durfde voorstellen l Maar hij werd
voor zijn moeite beloond. Toen-ie van zyn
werk thuis kwam waren ze druk aan 't pak
ken en den volgenden morgen met den
vroegsten trein werden de Basfords allemaal
naar huis gestuurd.
Ik ontmoette Ben, toen-ie ze naar 't station
gebracht had en hij zag er zoo opgewekt en
glunder uit, dat ik vroeg wat er aan de hand
was. Toen was 't dat-ie me alles vertelde
van z'n systeem, net zooals ik het nou ver
teld heb.
Nou moet je weten, dat ik altijd wat op
bedrog tegen heb gehad en dus stond de
zaak me niet aan. En nog minder, toen ie
zei, dat het een uitvinding van 'Enery
Slater was.
Ga er niet mee 4oor," zeg ik tegen Ben,
er komt geen goed van!"
Waarom ?" vroeg ie, want hij was er zoo
mee in z'n schik!
Dat kan ik je niet zeggen," zeg ik. Maar
dat weet ik, wie den raad van 'Enery Slater
volgt, die komt bedrogen uit."
En ik kreeg gelijk al wou ie me niet
gelooven.
Ik voor mijn geloof, dat juffrouw Smithers
al eauw achterdocht begon te krijgen. Ze kon
maar niet begrijpen hoe het kwam, dat Ben
plotseling in allerlei kwesties zoo van opinie
was veranderd. En bij z'n zucht om tegen
stellingen te vinden, liet ie zich, zonder na
te denken, maar verleiden tot gezegdes, waar
geen mensch die goed bij z'n hoofd was, op
zou komen. Soms werden zijn zoogenaamde
opinies zoo onzinnig, dat ze niet eens de
moeite nam ze tegen te spreken, en hem
heelemaal verbouwereerd aankeek. Maar, in
allen geval, vóór ze haar vermoedens goed
en wel klaar had, werd het systeem eens
leelijk op de proef gesteld.
Je moet weten, dat de Basfords in Juli
thuis waren gekomen. Eind Augustus kwam
er een telegram dat Basford typhus had en
dat er geen hoop was; en of juffrouw Smithers
wou komen helpen, om hem op te passen?
Het plotselinge nieuws bracht Ben zoo in de
war, dat ie den regel van tegenstellingen vergat
en zei, dat het toch onaangenaam voor hem
was, alleen thuis te blijven.'t Gevolg was dat
matie. Zij was volstrekt overbodig;
noodeljos kwetsend en alzoo drijvend tot
oorlog, wat juist de beleidvolle staatsman
behoorde te helpen voorkomen, in Neder
lands en Curacao's belang.
D. K.
Weigering van genees
kundige hulp.
In den Xed. Spectator van 4 Mei 1907
besprak ik onder den titel De
vakvereeniging der vrije beroepen''eenige punten
?waardoor m.i. dergelijke vakvereenigingen
uit hoofde van den aard van het beroep
een ander karakter moeten hebben dan eene
vakvereeniging van loonarbeiders. Daarbij
schreef ik over de vakvereeniging van ge
neeskundigen en hare z.g. bindende be
sluiten:
Zij kunnen alleen dienen tot handhaving
der waardigheid en zedelijkheid van het
beroep, maar niet tot eene bepaalde vak
actie, in het minst niet tot eene loonactie.
Indien het geval zich mocht voordoen, dat
een lid weigerde zulk een besluit sa te
leven op grond van zijne zedelijke opvat
ting, en dat die zedelijke opvatting, open
baar gemaakt, mocht blijken gedeeld te
worden door onpartijdige, zedelijk hoog
staande personen buiten het vak, dan wordt
de schrapping in plaats van een brandmerk
een eereteeken." Mijn slotsom was dat der
gelijke bindende besluiten, d.w.z. besluiten
waaraan alle leden der maatschappij ver
plicht zijn zich te houden op straffe van
verlies van het lidmaatschap", in de vak
vereeniging van een vrij beroep niet thuis
behooren, en er de kiem inleggen tot spoe
dige ontbinding.
Vroeger dan ik had kunnen vermoeden,
doet zich te Amsterdam een geval voor
waaruit m. i. de juistheid mijner waar
schuwing blijkt.
Een geschil tusschen de Ancient Order
of Foresters en den Amsterdamschen Ge
neeskundigen Kring heeft aanleiding gege
ven tot het Bindend Besluit III van dien
Kring en tot een aantal vergaderingen en
dagbladartikelen, waarin wij o. a. van den
weibekenden Amsterdamsehen geneesheer
E. van Dieren lazen, (Handelsblad 24 Juli
1908): Wie het daarmede niet eens is, die
wordt inde KringvergaderiDg bedreigd met
uit den Kring gezet te worden." 't Zal
me een eer zijn als daartoe besloten wordt"
Deze kraeso verklaring werd gegeven bij
het verzet van den heer van Dieren om
zich te gedragen naar eene circulaire 24
Maart j.l. aan de leden van den Genees
kundigen Kring te Amsterdam gezonden
als Gedragslijn ter naleving van het bin
dend besluit III". Dit rondschrijven ver
biedt hen om als behandelend geneesheer
op te treden van een der leden der A. O. F.,
niet-lid van eenig thans bestaand zieken
fonds, (eerste hulp in spoedeischende ge
vallen natuurlijk uitgezonderd)". Eene
alphabetische naamlijst der ongeveer 1300
Amsterdamsche leden der A. O. F. bij dit
rondschrijven gevoegd, wees den medici aan,
welke personen zij hun bijstand moeten
weigeren, ook als deze als gewone
partikuliere patiënten en tegen het gewone tarief
hun hulp inroepen. De uitzondering ge
maakt voor eerste hulp in spoedeischende
gevallen, is zeker te danken aan Art. 450
wb. waarbij eene zoodanige hulpweigering
als de dood van den hulpbehoevende volgt
strafbaar wordt gesteld.
De circulaire maakt nog eene uitzonde
ring. Zij geldt niet voor de thans in functie
zijnde artsen der A. O. F."
Die uitzondering is slechts schijnbaar,
daar reeds op de vergadering van den
Kring van 24 December 1907 de beide artsen
aan den A. O. F. verbonden, de heeren
Dr. A. Norden en Schaap, verklaard hebben
dat door hen vrijwillig afstand is gedaan
van hunne verbintenis met de A. O. F".
Wordt de Gedragslijn dus nageleefd, dan
zijn thans 1300 Amsterdammers buiten elke
geneeskundige behandeling gesteld, hetgeen
niet alleen voor hen zelf een groot bezwaar
is, doch ook moet worden beschouwd als
een groot gevaar voor den algemeenen
gejuffrouw Smithers met den eersten trein naar
Birmingham vertrok.
Twee dagen later komt er een brief dat
Jem Basfori dooi is. En kort daarop een
andere, waarin juffrouw Smithers hein ver
telde, dat tengevolge van speculaties, de
weduwvrouw en de kinderen volkomen on
bezorgd achterbleven. Men stelde voor dat
juffrouw Basford een betrekking zou zoeken
als huishoudster en men wou het zóó schikken
dat verschillende famielieleden de kinderen
bij zich zouden nemen. De brief besloot met
zoo'n geschiedenis over het kleinste.en wat een
arm hulpeloos schepseltje het was, dat Ben
in doodsangst naar 'Enery Slater liep.
Ze wil dat wurm aannemen, dat wil ze,"
zegt ie, en geeft hem den brief, .,een kind
dat dag en nacht uren aan n stuk schreeuwt l
Dat is een mooi vooruitzicht voor me, wat?"
'Enery Slater lachte in z'n eigen, zooals ie
altijd doet als ie medelijden heeft met je
domheid.
,,Er is een enorme afwezigheid van
filcsophieche wijsbegeerte in je," zegt ie. Wat
is het nut van een Wet der Tegenstellingen,
als je die niet toepast?"
Wat bedoel je?" vroeg Ben.
Wel, schrijf dadelijk terug en stel haar
ztlf voor het kind aan te nemen. Dan zal ze
er dadelijk tegen zijn en nee zeggen niet
waar?"
Jongens," zei Ben. Daar zou ik nooit
aan gedacht hebben."
Natuurlijk niet!" zei'Enery met dat zelfde
lachje van vroeger.
Maar toen Ben ihuis kwam, was ie toch
niet tevreden met dat' denkbeeld. Of het
't redeneeren met 'Enery Slater was, dat hem
zoo leep maakte, weet ik niet, maar toen ie
aan het schrijven ging, begon ie te bedenken,
dat in de hersens van juffrouw mithershet
tegengestelde van het aannemen van den
zuigeling wel eens kon zijn : het aannemen
van n van de andere kinderen, of zelfs
van een heele boel. ... Ben was zoo vast
besloten om daartegen te waktn, en zichzelf
met zijn vrouws tegenspraak een goede kans
te geven, dat ie eindelijk maar voorstelde
om alle vijf kinderen samen aan te nemen,
opdat de arme schapen niet gescheiden zouden
zijn I En om zeker te zijn dat ze er tegen op
zou komen, nam ie juffrouw Basford zelf er
ook maar bij en stelde voor dat ze ook maar
mee zou komen bij hen wonen l
zondheidstoestand te Amsterdam. Deze toch
moét er onder lijden als een zoo gr jot aan
tal inwoner» geene geneeskundige behan
deling heeft, zelfs in geval zij door eene
besmettelijke ziekte mochten worden aan
getast. Alleen een alleszins overwegend
belang mag leiden tot zulk een
buitengewonen en hoogst gevaarlijken maatregel
en wij hebben dus, ofschoon buitenstaan
ders, het recht na te gaan of dit besluit
zedelijk gewettigd mag worden genoemd.
Te dien einde heb ik inlichtingen inge
wonnen om een overzicht te kunnen geven
der quaestie, ontdaan van olk persoonlijk
bijmengsel, hetgeen des te noodzakelijker
i?, daar in de uitvoerige ingezonden stukken
in de bladen juist de persoonlijke quaesties
sterk op den voorgrond traden.
De Ancient Order of Foresters is eene
vereeniging tot onderling hulpbetoon, wier
uitwendige vormen grootendeels ontleend
zijn aan die der Vrijmetselaarsloges. Sinds
meerdere jaren heeft zij eene vertakking
in Nederland, het district Noord-Holland,
waartoe behooren de drie te Amsterdam
gevestigde courts, genaamd: Charity, Am
sterdam en Eensgezindheid. Onder déveler
lei wijzen, waarop de A. O. F. hare leden
hulp verleent, behoort ook hulp bij ziekte
in den dubbelen vorm van geneeskundigen
bijstand en uitkeering van ziektegeld.
Deze hulpverleening was, vóór het ontstaan
der tegenwoordige moeilijkheden, te Amster
dam aldus geregeld, dat iedere court een
geneesheer had aangesteTfl die tegen een
uit de kas der court betaald salaris, aan
alle leden van die court desverlangd
kostelooze behandeling verstrekte en in geval
van ziekte eene verklaring afgaf, waarop
de^ leden uit de kas der court ziektegeld
konden ontvangen. Met een ziekenfonds
had deze regeling slechts dit gemeen dat
het salaris van den geneesheer berekend
werd naar het aantal leden der court.
Deze waren echter niet uitsluitend met het
oog op ondersteuning bij ziekte fot de A.
O. F. toegetreden en zoo is het voorge
komen dat zij in plaats van den dokter
der court hun eigen geneesheer hadden,
dien zij als gewone partikulieren betaalden,
in welk geval zij ook geen ziektegeld
genoten.
Elke court had slechts n geneesheer.
Bij de court Charity, die ongeveer 400 leden
telt, was de arts Schaap tegen ? 2.50 per
lid en per jaar met den geneeskundigen
dienst belast; de court Eensgezindheid,
ongeveer 3JO leden, had dit Dr. Norden tegen
/ 2.50 per lid en per jaar opgedragen en
de ongeveer 550 leden tellende court
Amsterdam had dienzelfden dokter be
noemd en betaalde hem jaarlijks f3 per
lid.
Om verschillende redenen wenschten de
Foresters in deze regeling verandering te
brengen. De beide doktoren ontrieden dit,
doch werkten ten slotte mede om het be
stuur der Foresters, dat der Vereeniging
van Ziekenfbndsgeneesheeren en het bestuur
van den Geneeskundigen Kring met elkaar
in aanraking te brengen. Herhaaldelijk werd
geconfereerd over een reglement, waardoor
de A. O. F., wat betreft zijne geneeskun
dige hulp, een ziekenfonds zou geworden
zijn, toen ten slotte de onderhandelingen
ai'sprongen op grond van den welstand der
Foresters, welke door de medici te hoog
werd geacht voor leden van een ziekenfonds.
De A. O. F. zag de beraamde wijziging
dus in het niet zinken, maar begeerde toch
niet den bestaanden toestand te bestendigen
en nam 19 December 1907 het besluit te
doen vervallen de huidige wijze van
ziekenbehandeling en daarvoor in de plaats te
stellen eene partikuliere behandeling."
De Geneeskundige Kring zijnerzijds nam
24 December 1907 een besluit dat, na de
reglementair voorgeschreven controle, als
het Bindend Beslnit III werd vastgesteld,
en dat luidt: De Geneeskundige Kring
Afdeeling Amsterdam der Nederlandsche Maat
schappij tot Bevordering der Geneeskunst
legt aan zijne leden de verplichting op met de
Vereeniging der Ancient Order of Foresters
alhier geen overeenkomst aan te gaan tot
geneeskundige behandeling harer leden".
Het was op die vergadering van 24 Dee.
Ik ben gaan inzien," schreef ie, dat het
de plicht van een man is al zij n vrouws arme
familieleden te onderhouden, en ik hoop
dat je nu eens zult bedenken dat ik je heer
en meester ben, en ook eens mijn zin moet
hebben."
Hij beefde wel wat, terwijl ie de laatste
woorden schreef, maar zieje, hij had bij on
dervinding, dat ie het er dik op moest leggen
als ie zeker wou zijn, dat de tegenspraak ook
werkelijk kwam. Toen wachtte-d-ie met groote
kalmte op het verontwaardigde antwoord,
dat ie haar al zag schrijven....
Het kwam twee dagen later en opende
hem de oogen l
Juffrouw Smithers schreef, dat ze trotsch
was op 'n echtgenoot die zoo'n brief kon
schrijven, wiens hart dan toch eigenlijk zoo
goed en trouw was. Het voorstel dat ie deed
droeg haar volle goedkeuring weg en het
was het eenige verstandige dat ze zich herin
nerde dat ie ooit gedaan had. Hij had er op
gezinspeeld, schreef ze, dat ze soms verplicht
was geweest zijn dwaze gezegdes tegen te
spreken, maar in deze zaak zou-d-ie geen reden
hebben om over haar gedrag te klagen. Haar
zuster en de kinderen vonden de schikking
uitstekend en zouden spoedig met haar mee
komen.
En ze kwamen ook I Van dien dag af heb
ben die weduwvrouw en haar vijf kinderen
van Ben Smithers geleefd. En met die zorgen,
en die herrie, en het plezier dat ie heeft
van die twee vrouwmenschen, denk ik dat
die arme Ben gauw naar 't dolhuis zal moeten.
Eens of twee keer wou-d ie de zaak nog eens
bepraten, maar juffrouw Basford wou er niks
van hooren.
Nee!" zei ze, jij hield tegen dat ik ergens
huishoudster werd en scheepte de lui af,
die de kinderen zouden hebben aangenomen.
En nou kan ik niet zoo maar nakend op
straat worden gezet l"
En als ie tegen z'n vrouw begint, is het
van 't zelfde laken een pak.
Wel kijk me dien man eens aan I Jij bent
ook nooit tevreden! Waarom begon je er van,
als je het niet wou? Ik zou zelf nooit op
't idee gekomen zijn! Het was jouw eigen
voorstel, en je moet er nou maar by blijden
ook !"