De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1908 30 augustus pagina 10

30 augustus 1908 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1627 f B i' Stfr van 43 op 70 pCt. kwamen om te sluiten op 65 pCt. In <fe Indische soorten was geen handel van «enige beteekenis. Cultuurwaarden vari eerde» niet belangryk; slechts valt voor a and. Java Cultuur een verder avans van 4- pCt. te releveer en. Peruvian'g bleven eene zeer vaste tendenz handhaven, waardoor de gewone aand. op 10H 96 ende preferente op 41% % kwamen, wat voor de Iaatste.ee» avans van ruim2% in ene week beteekent. Staatsfondsen, met uitzondering van 'Ras.' sen, zonder bepaalde kleur; althans wat de Europeeeche soorten aangaat; van de Zuid Amerikaansohe soorten waren Brazilianen vast en verbeterden Dominicanen ca. l M %. Ook locale beleggingsfondsen, als gewoonIgk zooder veel variaties. Bij bankaandeelen valt een reactie van 6 % op voor die der Duitsche Bjjksbank; ongetwijfeld houdt die verband met artike len ait Daitsefae Waden welke sieh bezig houden met de in 19Hte verlengen octrooiovereeakomgt. Men is n1., niet slechts overtuigd, dat evenals in 1901 ook de aanstaande verlenging van het octrooi den aandeelhouders nieuwe offers zal kosten, doch geruchten duiken op, dat het voornemen zou bestaan om den aandeel houders een vaat dividend te garandeeren, terwijl alle meerdere winst aan het Bjjk zou worden afgedragen. Men noemde daarbij zelfs een cijfer en wel 5 pCt. Waar de aandeelen momenteel eene afbraakwaarde van circa 120 pCt. heb ben, wat gevoegelijk met een 6 pCt. basis is gelijk te stellen, begrijpt men, dat die geruchten aandeelhouders allerminst aange naam aandoen. p, - Wij meenden hierop even de aandacht te moeten vestigen, aangezien ook hier het belaag bij deze aandeelen niet onbelangrijk is. De geldkoers bleef deze week nagenoeg op hetselfde niveau. Amsterdam, 20 Aug. v. D. M. P.8. Heden was de Amerikaansche markt teer vast onder leiding van Southern en Union Pacific, waardoor ook de kleinere . shares hooger geprijsd waren. '** Het Katoenjaar 1907/8. In 1907 is volgens de opgaven van het statistisch bureau voor handel en nijverheid te Washington doorallekatoen-produceerende landen der wereld de volgende opbrengst verkregen en in den handel gebracht: Balen van verh. tot de 500 pond netto ge^ie pro(j. Noord Amerika 10,882,385 65.9 % Brrtóch-Indie 2,444,800 148 Egypte 1,296,000 7.8 Rusland 620,000 3.8 China 428,000 2.6 Brazilië370,000 2.2 Mexico 85,000 0.5 Peru 55,000 0.3 Turkse 80,000 0.5 Peróe 51,000 0.3 Diverse overige 200,000 1.8 totaal 16,512,185 100?% Het jaar te voren was de hoeveelheid, die voïr den handel in aanmerking kwam, 19,^42,000 balen, ia 1905 slechts 15,747,000 e» in 1904 18,803,000 balen, ongerekend de katoen, die niet ter markt kwam, doch in India, Aziatisch Betalend en andere streken vftn 't Oosten, alsmede in Zuid- en MiddenAtrierika voor plaatselijke behoefte recht streeks werd verbruikt. Ia het laatst van de 18e eeuw (1786^1790) betrok Engeland van de d££r verwerkte katoen circa 70 96 uit West-Indie; de landen der - Middellandsche Zee leverden 20 %, Brazilië8 % en Amerika en Oost-Indie slechts, l % van het voor de Engelsche spinnerijen benoodigde. Egypte kwam voor de wereldmarkt van dit product toen nog niet in aanmerking. In onzen ty'd is Amerika de voornaamste katoen-leverancier, die verweg voor het grootste gedeelte in de wereld-behoefte voorziet, zoeals uit 'vorenstaande opgave blijkt. Allengs spoedt de katoen-campagne van 1908 ten einde. Tot half-Augustus bedroeg de in zicht gekomen hoeveelheid AmeriIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII Brieven van Oom Jodoeus. XXI. " Waarde Neef! Ik wil niets kwaads van Potgieter zeggen, de hemel beware mij: daarvoor was hij een veel te solide zakenman, n van die stille sieraden en tevens pilaren van ons handelsleven, zonder hetwelk een handelsvolk nu eenmaal niet leven kan, en ofschoon ik van de voortbrengselen zijner vrije avonduren niet meer gelezen heb, dan zijn medebeuribezoekers, in verleden en heden, dien arbeid acht ik bijna even hoog neen ik wil volstrekt geen kwaad vaa Pot gieter zeggen, maar hij zou toch juister straatkreet, dan het onsterfelijk" (het woord is van den burgemeester van Zwolle) blauwbes" in Augustus langs Amstels straten hebben moeten hooren weergalmen. Het had komkommer" kaanache katoen 11,417,000 balen, zoodat met de aanvoeren van de laatste helft der maand het cijfer van lli/smillioenbalen, dat ongeveer werd verwacht, wél zal worden bereikt. De vergelijking met de laatst vooraf gegane jaren is derhalve: 1903/4 . . 10,120,000 balen. 1904/5. . 13,560,000 1905/6. . 11,320,000 1906/7. . 13,550,OOJ 1907/8 . ± 11,500,000 De. handelsoogst van het thans eindigend jaar 1907/8, n.l. de hoeveelheid, van l Sep tember tot 31 Augustus in zicht gekomen, zal dus circa 2 millioen balen kleiner zijn dan die van 1906/7. Deze geringere opbrengst viel samen met een tyd van internationale handelsdépressie, Welke in Amerika, alsook in Engeland en Duitschland inkrimping van het bedrijf uoodig maakte. In het begin van het katoen-jaar 1907/8 was de textiel-nyverheid in alle landen met orders voor zóó geruimen tijd overladen, als misschien nog nooit 't geval was geweest, en, om zich in t|jds van de noodige grond stof te verzekeren, moest de consumptie be langrijke hoeveelheden inslaan. Daardoor liep begin-September 1907 de prijs der ruwe katoen tot een zeer hoog niveau, n.l. tot 13 55 Amer. cents, op. Dit was de hoogste prijs gedurende de geheele campagne, die sedert niet weder werd bereikt. De geld-crisis, die een maand later van New-York uitging en de geheele wereld in onrust bracht, trof ook den handel in katoenen goederen op gevoelige wijze. In Amerika oefenden gedwongen realisatie's en een uitgebreide beperking vanhetbe_drijf op de katoenprijzen een zwaren druk uit en deed deze tot beneden 10 cent? dalen. Tegen over deze nadeelige invloeien toonde de katoen-markt echter een zeer groot weer standsvermogen ; wel is waar ging in Amerika het verbruik geleidelijk 20 % achteruit, maar Engeland en het vasteland van Europa hadden voor het aftverken der afgesloten contracten veel grondstof noodig, zoodat de tendenz in 1908 doorgaans vaat was, vooral in de maanden Mei en Juni. Van Juli 1.1. af werd de stemming onder de terugwerking van gunstige berichten omtrent den stand van den aanplant weer zwakker en half-Augustus was de noteering weder 10'/a cents. De prijs-schommelingen waren tijdens de jongste campagne dus nogal van beteekenis, maar toch nog in mindere mate dan voor vele andere artikelen der wereldmarkt, waarbij de totale ommekeer van hoogcon junctuur tot bedrijf-inkrimping in een veel grootere prijsverlaging tot uitdrukking kwam. Terecht of ten onrechte wordt katoen geqnalificeerd als een speculatie-artikel bij uit nemendheid, vooral in Amerika. Houdt men dit in 't oog, dan was de prijs in 1907/8 over 't algemeen tamelijk stabiel. Voor de verdere prjjs-functuatie zijn twee omstandigheden van groot belang, nl. de weersgesteldheid, resp. het resultaat van den katoen-oogst, en de gang van zaken in de internationale katoen-industrie. Tot dusverre was het weder over 't alge meen niet ongunstig, in de Zuidelijke Staten is de pluk reeds begonnen, een vroegtijdige en loonende oogstbeweging is dus te ver wachten. Men maakt reeds. ramingen van 14,000,000 balen en daarboven, maar voor dergelijke taxatie's is het nog te vroeg, daar men voor het grootste gedeelte de kritieke periode tot aan het rijp zyn nog niet achter den rug heeft efl de omvang van de totale opbrengst veel afhangt van den na-oogst, waarby al weder rekening moet worden ge houden met het tijdstip, waarop de vorst, intreedt. Daarom hebben de oogst-schattingen vóór den na-herfst nog weinig waarde, hoewel men te oordeelen naar de tot dusver gun stige omstandigheien en het bevredigend verloop een goede oogst-opbrengst schijnt te mogen verwachten. Worden die verwachtingen vervuld, dan zouden de tegenwoordige lagere prijzen, met het oog op de nog steeds on gunstige positie der industrie, vermoedelijk nog verder teruggaan. Vooral in Dnitschland laat de toestand der katoen-industrie op het oogenblik veel te wenschen. De spinnerijen in. Zuid-Duitschland hebben den arbeid met 14 % verminderden in de weverijen is de inkrimping van het behooren te zijn: Augustus is nu eenmaal de komkommermaand, zij het ook, dat het den beiden Hoogen Vrouwen uit ons geliefd vorstenhuis behaagd heeft in deze maand haar geboortefeest te vieren, zij het zelfs dat dezelfde maand de uitverkorene is van de Blijde Wereldlingen, (die eigenlijk blijde Hemelingen zijn) en van die heer lijke, rijpe-vruchtdragende vergadering die wij Nederlandsch Taal- en Letter kundig congres noemen. Ja zelfs dan blijft het de maand dier koninklijk-gele, sappige en verfrisschende vrucht. En niet ten onrechte noemden onza voorvaders ? zij wisten het wel! haar Oogstmaand. "Welk een oogst! Welk een komkommer lawine. En ik wil je daarmede gelukwenschen, mijn jongen, omdat jij voor mij de Pers vertegenwoordigt, de Pers, die naar men zegt bij dergelijken overvloed zwelgt van genot, zelve iets sappigs krijgt en verfrisschends. Men heeft mij verteld als een oude legende, maar ik neem .die ditmaal grif aan, dat de beste en grootste dezer pittige vruchten op jelui bureaux worden bezorgd en genuttigd met een langzamen en langdurigen zich schijfsgewijze bevredigenden wellust. Wij als geduldige lezers genieten mede. Daar is de Venezolaansche kom kommer (Cucumis Castratus) ook Reuskomkommer genoemd, wier blanke schijven de pennemessen tot bloeddorstig heid prikkelen en anders bezadigde redactiepennen lust doen krijgen in schijfschieten. Wij hebben ook een Atjehkomkommer, een eenigszins zure soort, maar van de Duitsche Greet-komkommer ia de eerste oogst al naar binnen gewerkt. En elk van jelui persmannen heeft nog zijn eigen kweek op een plat achter de redactiekamer. Eet smakelijk! Vooral bij Het Volk schijnt die plantage goed aan te slaan; daar oogst men telken dage bijna! Als ik anders dan toe vallig lezer ware, het wierd mij groen bedrijf nog grooter. In Saksen werd gedurende deze maand des Zaterdags in 't geheel niet gewerkt. Niettegenstaande dit alles, houdt de opeenhooping van garen steeds aan; de wevers, bij wie de afwikkeling van de oude contracten zeer traag geschiedt, zijn op hunne beurt niet in staat de groote hoeveelheden garen, het vorig jaar besteld in het vooruitzicht op een veel grootere consumptie dan thans 't geval blijkt te zijn, prompt op tijd in ontvangst te nemen en het geheele bedrijf lijdt aan het zelfde euvel: voor de verwerkte grondstof zijn geen voldoende verbruikers. Voor zoover nog nieuwe zaken worden af gesloten, leveren zy zoowel voor de spinners als voor de wevers geen winst op of is het voordeel zóó bescheiden, dat het tegenover de enorme winsten van het j aar te voren een treurige tegenstelling vormt. Bovendien blijft de omzet binnen zeer enge grenzen, ook in Engeland, waar de katoen-industrie een der voornaamste takken van nijverheid en dus van nog grootere beteekenis is, even als op het vasteland. De algemeene toestand is ge drukt, daar elk afzet-gebied in het buitenland met goederen is overladen. Alom groote voorraden van gefabriceerde textiel-artikelen en daarbij nog een groote katoen-oogst maken voorloopig de kansen op prijsverbetering voor de grondstof niet waarschijnlijk en de teekenen van verbetering, welke zich in Amerika in nog bescheidene mate voordoen, zullen belangrijk in betee kenis moeten toenemen, om in dezen stand van zaken een gunstigen ommekeer in het leven te kunnen roepen. 28 Aug. '08. v. D. S. cfnavzonban. Heriialiogsaefgningen m Miliciens, Bergen op Zoom, 16/8 '08. Onlangs las ik in uw blad een artikel ge titeld Een onbesproken Viaag," waarin ge wezen werd op het drankmisbruik van mili ciens, die voor herhalingsoefeningen onder de wapenen komen en waarin tevens middelen werden aan de hand gedaan om aan dit euvel paal en perk te stellen. Dit misbruik maken van sterken drank en de daaruit voortvloeiende dronkemanstooneelen hebben in nog veel erger mate plaats bij het vertrek met groot verlof, ook al weer door de wijze waarop dit vertrek geregeld wordt. Wat toch is het geval. Den dag, voordat de miliciens met groot verlof ver trekken, worden 's morgens de wapens en de uitrustingstukken ingeleverd, die niet meegenomen worden. Tot slot heeft 's mid dags om 3 4 uur het afpresenteeren plaat?, waarna de dienst voor de met groot verlof vertrekkenden is afgeloopenZij die nu zelf hunne thuisreis willen be kostigen, kunnen nog denzelfden dag ver trekken, doch Jde overgroote meerderheid vertrekt eerst den volgenden morgen. Nu ligt het voor hand dat de miliciens, die na drie of vier uur nieta meer te doen hebben, ter viering van het heuglijk feit dat zij weer naar hunne haardsteden teru£ keeren, het er zoo'n avond eens van nemen. Het eene glaasje volgt op het andere, weldra ziet men troepjes hossende en tierende soldaten door de straten trekken of w el in een Tanplezier" het heele garnizoen in opschudding brengen tot ten slotte enkelen hunner, die het wat al te bont maken door patrouilles worden opgepikt, om in de gelegenheid gesteld te worden nog eenige dagen in de provoost over hun afscheidefuif na te denken. Dit alles is te voorkomen, door de miliciens onmiddelijk nadat zij zijn afgepresenteerd met den eerstvolgenden trein huiswaarts te zenden, voor zoover zij dien avond hunne bestemming nog< kunnen bereiken, wat bij verreweg het meerendeel het geval is. Ik noodig de autoriteiten, die hierin iets te bevelen hebben, uit, eens een kijkje op een soldatenkamer te nemen op den voor avond van het vertrek met groot verlof, zoo tegen het avondappél, ik ben er van over tuigd dat zij dan geen oogenblik zullen aar zelen om aan een raad gevolg te geven, die zoowel in het belang van den millicien zelf als van de goede orde is. N. iimifiiMimtiiiiMmiiiiiiiiiifMiMimmififiiiiiijHiiiiiimMmniiiiMinmi en geel. Zoo smult men er nu van de Lith- of de Jeude-komkommer, in de wandeling genaamd het rechterszoontje" omdat hij achter de bladeren van zijn papa pleegt schuil te gaan. Maar men maakt het daarmede te bar: men dient de schijfjes op dik onder de peper. Dat ergert mij: komkommers is goed, maat met mate. Ik ben zoo'n oude isegrim nog niet dat ik niet houd van zoo'n historietje. Maar ik lust het niet als ik daar een schep klassejustitie bij krijg! Klassejustitie, mijn jongen, dat is ook al zoo'n zure komkommer, waar je adlibitum van snijden kunt als j e snij den wilt. Zelfs je verstandige oom, beste neef, wordt boos als hij dat gerecht ziet aan komen. Zeker dit erken ik: klassejustitie hebben wij in zoover, als wij een Eerste-klasse-justitie hebben. En als de werkmenschen daarmee niet tevreden zijn, dan toont dat alleen een gebrek in hun ontwikkeling, omdat zij van het ware recht nog geen behoorlijk benul hebben. Gelijke monniken, gelijke kap pen, zeggen zij met het spreekwoord, maar als er nu eens geen gelijke monniken zijn ? Het is met menschen als die van Het Volk zoo slecht redeneeren. Zij kunnen of willen nu eenmaal niet begrijpen, dat een zoon van een rechter en van een diamantwerker toch niet over n kam kunnen worden geschoren. Want dat willen zij. Ook in dit laatste geval: Een zoon van een rechter steelt fietsen en beleent ze om aan geld te komen waarmede hij de halve-wereld vermijden wij vreemde woorden in de congres-maand! gelukkig maken wil. Hij wordt ontdekt en papa ziet kans om de beleende fietsen terug te krijgen, met behulp van gegevens, die hij slechts door zijn ambt kan krijgen. De edele bestolenen worden over gehaald om de zaak niet te vervolgen en de justitie laat het jonge mensch weer 5e Jaargang. 30 Augustus 1908. Eert.: C. H. BROEKKAMP, Damrak 59 Amst. Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, te richten aan bovenstaand adres. Probleem No. 117 is goed opgelost door: S. Abiam, A. Damgtra, K. C. de Jonge, A. D. Querido, W. van Humt, J. Swart, A. Turken burg, A'dam; C. L. V. Nagel, Delft; K. Bouwes, N. Bouwes, D. Kikke, Edam; L. La Porte, Goes; J. Pels, 's Graveland; J. Luteyn, Groede; W. J. A. Matla, J. Meijer, Haarlem; D. van Hoorn, Hellendoorn; K. Koster, Hoog Carspel; F. Goedhardt, Nijmegen; J. H. Makking, Utrecht; J. Adams, F. Happe, K. Slagter, A. Vink, Jb. Wijngaarden, Zaandam; L. Olreé, Zandvoort. Opl. van het bladprobleem K. C. de Jonge: w. 32-28,16-11, 40-34, 34:3, 3:201 UIT DE DAMWEBELD. Wij ontvingen dezer dagen een prospectus van de damvereeniging Constant" te Botterdam, waarin het verschijnen van een maand-tijdschrift de Damkunst" op l Sept. a.s. wordt aangekondigd. W\j gaven hierover reeds een kort vers.ag in een onzer vorige rubrieken, echter met dit rersehil, dat het jaar-abonnement niet ? 2.50 maar ? 2.40 is, terwijl leden vanden NationalenDambond" ? 2 betalen. Het wil ons toeschijnen, dat genoemde Vereeniging reeds b\j de oprichting van haar blad, een voor baar zelf minder gelukkig besluit heeft genomen, door verschil te maken in het abonnement voor wel- en niet bjj dien Bond aangesloten vereeni gingen en amateurs. Ging dit blad onmiddellijk uit van den Nat. Bond, niets zou meer te billijken zijn dan deze bepaling; nu het echter uit handen komt van eene in dit geval geheel op zichzelf staande vereeniging, zooals de prospectus duidelijk te kennen geeft, kan deze bepaling niet anders dan hoogst onaangenaam en zelfs kwetsend zijn voor honderde niet bij dien Bond aangesloten dam-amateurs. Meest allen zullen dezen maatregel dan ook beslist afkeu ren, als zijnde in strijd met de onpartijdigheid en zich hierdoor allicht onthouden van abonneeren. Constant" mag in deze niet vergeten, dat er ook een Alg. Ned. Dambond" be staat, welke is opgericht om redenen haar in de eerste plaats maar al te goed bekend, ter wijl er vele amateurs zijn, die nog by geen der beide Bonden zijn aangesloten en zich dus zeker achtergesteld zullen gevoelen. Het gaat hier niet om het luttele verschil van 40 cent, dat zeker niemand bezwaarlijk zal vin den te betalen, maar meer speciaal om het standpunt, welke het blad hierdoor bewust of onbewust toont te willen innemen, terwijl juist in de eerste plaats hiervoor gewaakt moet worden. Wij zouden daarom de Vereeniging Con stant" wel in overweging willen geven alsnog dezen steen des aanstoots weg te nemen en alles zoo te fegelen, dat elke dam-amateur daarmede genoegen kan nemen. Ook moet het blad steeds blijk geven, te willen beantwoorden aan de in de prospectus zoo flink belo vende onpartijdigheid; dan alleen, maar dan óók zeker, zal het in een ware behoefte voor zien en staat kunnen maken op succes, terwijl het dan tevens een welkome gast kan worden bij ALi E amateur-dammers in Nederland. NATIONALE SIMULTAAN-WEDSTRIJD. PER CORRESPONDENTIE. A. z 20-24, w 36-3 L. B. z 17-21, w 30-25. C. z 18-23, w 31-27. D. z 17-2 L, w 33-28. E. z 17-21, w 30 25. F. z 18-23, w 31-27. G. z 18-23, w 43-30. H. z 17-21, w 30-25. Zwart moet spelen. P.S. Men denke er vooral om, de zetten tijdig toe te zenden, en verplichte slag zetten gelijktijdig te vervolgen. vrij, dat ijlings naar de andere helft van de wereld oversteekt. Men ziet het, de zaak is, zooals het Handelsblad terecht op merkte, volkomen in den haak. Op het jongmensch was niets te zeggen, tenminste niet meer dan op andere jongelieden van zijn soort en positie, en dat beleenen van andermans fietsen was eigenlijk meer een experiment als dilettant-misdadiger, zoo als wij onze dilettant-bedelaars en -straat muzikanten hebben gehad. Een jongensgrap op kosten van papa, en van papa's reputatie. Maar wat doet nu Het Volk, in plaats van hier den vindingrijken geest van 't j ongemeiisch te loven ? Het schrijft: Mogen wij daartegenover eens een geval vertellen ? Benige jaren geloden had een ons be kend diamantbewerker, een als dooreen fatsoenlijk man bekend staand huis vader, uit nood eenige hem toevertrouwde steentjes beleend. Dat kwam uit, en hij geraakte in handen der justitie. Er wer den, ook met het oog op de positie'' van den man, pogingen gedaan om het proces te stoppen. De benadeelde deed daaraan mede. De rechter-commissaris weigerde, het recht had zijn beloop" en de man kreeg een zwaar vonnis, hoewel de door den benadeelde geleden schade toen reeds vergoed was. Die rechter-commissaris was Mr. Van Lidth de Jende, dezelfde die thans de Jteele justitieele machine stop deed zetten, nu het zijn zoon goldS' Kunt gij u niet begrijpen, dat het Handelsblad hierop geen behoorlijk ant woord wist ? Bij dergelijke begripsverbij stering is het voor verstandige men sehen het beste te zwijgen. De heer Van Lidth de Jeude ik begrijp niet waarom het Handelsblad liever zijn naam niet ge noemd wilde hebben is blijkbaar een ambtenaar die niet alleen zijn plicht kent, maar ook een die zijn menschen aau?Aet, een psychologisch aangelegd rechter, PartüNo. 83, gespeeld te Parijs, tusschen M.M. Jahan, met wit en J. Weigs, met zwart 29 Maart 1908. Le jeu de Dames" BUITEN-OPENING. Wit. Zwart, Wit. Zwart. 1.3126 1823! 1)40.4338 1520 -2. 37 31 2) 1218 3. 41 37 4. 47 41 712 2024! 5.3429 3)23:34 6. 40:20 7. 45 40 8. 40 31 . 9.3430 10. 31 27? 11. 37 31 12. 41 37 13. 46 41! 14. 39.30 15. 43 39 16.3025 17.5045 15:24! 1015 510 1420 1014 17 2025! 25:34 1420 914 40 1823! 41. 40 34? 29:40 42. 35:44gedw. 19 24 43.4439 1419! 44.25:14 9:20! 45. 26 21! 3 8 46. 45 40 23 29 47.3933 19 23? 9) 48. 38 32? 10) 29:38 49. 32:43 23 29! 50. 43 39? 2*4 30 51. 4035 ged\ï. 2024 gedw 52. 22 18? 29 34! 53. 3933ge<iw.3439! 18.3328! 4)1721! 19.26:17 20. 38:18 21. 31 26? 22. 4238 23. 37 31! 24. 39 33 25. 33 28 26. 49 43 27.4137 28. 4339 gêdw. 34:43 29. 48:39 7) 18 23! 30. 28 22! 12 17 31. 38 33? 8) 17:28 11:33 12:23 812 1218 28 812 2329! 711 54. 33:44 55.1813? 56. 2117 57. 27:18 58.18 12 5) 59.12 8 60. " 61. 31 27" 62. 321 3034! 8:19 11:22 3440 40:49 4921 2126 2631! 31:4 63. 21 26! 11) 19 23 64. 26 37 65. 37 28 32. 33.22 33. 44 40 34.3933 35. 32:43 36. 43 39 37. 37 32! 38. 39 33 39. 32:43 29 34! 6) 66. 28 17 67.173! 68. 35:24 69. 36 31 70. 31 27 2329 1923 29:38 2429! 2024 1319 29:38 2429 71. 326 72. 26 3 73. 325 74. 27 21 75. 25 43 76. 43 32 77. 32 23 78. 23 7 Opgegeven, 23292934 415 24 30! 15:33 3440 4045 4550 3315 154 16:27 2731 3136 5017 427 1) Wüwillen hier in 't bijzonder er op wijzen, dat M. Weias in deze party geheel het spel volgt, als door ons in de Damspeler", b). 94, als antwoord op den aanvangszet 31-26 is gegeven. Waar dus een speler als de hier genoemde, het juiste er van inziet, meenen wij met te meer overtuiging, deze voortzetting te mogen aangeven. Opmerkelijk is ook, dat in deze partij het spel van wit precies datgene ondervindt, waarop wij in de Damspeler" duidelijk wijzen, namelijk: een te spoedige verzwakking van den korten vleugel, en het onmachtig zijn, om bij zwart's korten vleugel iets goeds uit te richten. Wit krijgt van den aanvang af, de minder gunstige stelling, terwijl zwart zich geregeld vrij kan blijven bewegen. 2) Zou zwart nu twee voor twee afruilen, dan verloor hij t Wee beste eentrumgchijven en gaf tevens aan 'wit de gelegenheid om aanstonds verder op te dringen naar zwart's korten vleugel. (Leest verder hierover de Damspeler", bl. 94). 3) Wüachten 3430 beter. Het spel van wit is echter min of meer gedwongen. 4) Zeer goed!, waardoor zwart gedwongen wordt af te ruilt n. 5) Hier zien wij het resultaat van den ver keerden openings zet 31-26. Behoudens een enkele minder sterke vervolg-zet, is van weerszijden vrijwel het beste spel gespeeld. Nu ziet men, dat zwart het centrum geheel heeft veroverd, waarbij een zeer goed ont wikkelde stelling, terwijl het spel van wit geheel los en krachteloos staat; een bedui dend voordeel dus voor zwart. 6) Stand na 29-34 van zwart; Zwart: 3, 6, 9,11/16, 18/20, 24,34. Wit: 25/28, 31/32, 35/38, 43/45, 48. Hierin erkent men weder het geliefde spel van Weiss, om met die schijf zooveel mogelijk in 't vijandelijk kamp door te dringen. Dik wijls reeds heeft hij ors met een dergelijke voortzetting vergast. 7) Meer en meer wordt het spel van wit verzwakt, en dit, ofschoon hy de partij in geen geval slecht afspeelt. 8) Beter was twee voor twee afruilen, met 27-2 L enz. 9) Stand na 19-23 van zwart: Zwart: 6, 8,11,16, 20, 23,24, 29. Wit: 2 L, 22, 27, 31, 33,36, 38, 40. 10) Wit verzuimt hier de remise te accepteertn, met 22-18, 27-22, 38-32 en 31:21 11) Op 21-32 zou volgen: z 24-30 enz.! zóó 'als juist onze tijd die vraagt. Kan het Volk zich dan niet begrijpen dat hij gedacht heeft: die diamantbewerker heeft een gezin en hij moet een flinke waar schuwing hebben om een volgend keer beter op zijn tellen te passen ? Die man is door de straf waarschijnlijk gered. Wellicht dankt hij nu den Hemel voor de zegening met zulk een streng rechter; zachte geneesheeren maken immers stinkende wonden! Maar bij zijn zoon stond de zaak anders, daar was alle moeite vergeefs geweest, boter aan de galg gesmeerd, de moriaan geschuurd. Daar was straf niet het juiste opvoe dingsmiddel, maar beloofde juist een zeereis wel het meeste succes te zullen geven. En, zooals vanzelf spreekt, de wijze rechter bewerkt de zeereis. Dit is, dunkt mij, duidelijk en logisch. Er valt hier niemand te laken dan de eigenwijze redacteur van het Volk, die weer van de klassej ustitie-komkommer snijdt vóór hij de zaak van alle kanten bekeken heeft. Met mij moest hij overtuigd zijn, dat wij hier juist staan aan het begin van een nieuw en zeer modern strafstelsel, dat naar gelang van omstandigheden cel geeft of zeereizen; een stelsel dat juist eischt een diep psychologisch inzicht, een warm mede gevoel, gepaard met groote karaktervast heid bij een schijnbare natuurlijk slechts schijnbare willekeurigheid. Ja waarlijk, als wij die edele vrucht ophalen uit de heele mand met kom kommers, wel mijn beste neef, ben je het dan niet met mij eens, dat wij ook dit jaar weer gerustelijk van Oogstmaand, van een rijke Oogstmaand, spreken kunnen ? JE OOM JODOCUS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl