Historisch Archief 1877-1940
Uo. 1628
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
DAMBjS.
NIEUW
NIEUW
+ M AG G l
BOUILLON-BLOKJES
MET DE KRUISSTER
voor de oogenblikkelijke bereiding van
voortreffelijke» Bouillon in afgepaste porties.
MAGGI'8 BOlÜLLÖN-BLOKJES
zijn uitgedampte, natuurlijke
bouillon van prima kwaliteit,
waaraan het noodige keuken
zout en de noodige kruiden
zijn toegevoegd.
zijn zeer praktisch voor op reis,
voormilitairen.touristen.sportslieden, in het kort, overal, waar
vlug goeden bouillon per kop
moet worden bereid.
leder blokje geeft, allén door er kokend
water op te gieten, zonder zout of eenige
verdere toevoeging, een Kop
heerlijken bouillon.
Ziet.
Vraagt uwen Kruidenier.
PRIJS PER BLOKJE
2ict.
tiimiiiiiiiiiiii
iiiinitiiiniiuiiitiuiuiuiiiiiiiiiiiitiiiuuiiiiiiiuiiiiMiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
De optt ter Jnie meisjes TÓÓF ie
ReTolntie,
n.
Het régime der kloosters van de achttiende
eeuw gelijkt veel op dat van Saint-Cyr. Na
eenige'jaren maakt de jeugdige pensionnaire
de balans op van haar kennis. De dans is
datgene, waarin ze uitmunt; züdanst zelfs
zóó goed, dat men haar toestaat van tyd tot
tijd in de stad eene voorstelling te gevenbjj
vrienden van haar familie. Het klooster zelf
bezat bovendien meestal een elegant theater,
met decors, costumes en bybehooren, waaraan
bekende artiesten hunne medewerking ver
leenden.
Meer en meer sloop de geest van de eeuw
de kloosters binnen. Een der oorzaken
daar> van was de mode der zoogenaamde dames
en cbambre". Zeer vele weduwen of geschei
den dames namen baar intrek in het klooster
en leidden daar voorzeker een achtenswaardig
leven, doch vrij en geanimeerd. Ze noodigden
de leerlingen uit op avondjes", of op de thee,
waar deze vrienden ea kennissen uit de bui
tenwereld ontmoetten en als een voorproefje
hadden van het salon-leven.
Vaak ook boden de pensionnaires zich
onder elkander kleine soupées aan, intieme
feestjes, want vele kloosters stelden ter
bescbikking der rijke en adelyke leerlingen
reële woningen, waar ze apart bediend wer
den. Helene Massalska verhaalt, hoe ze in
Abbaye-au-Bois eene gansche woning te harer
beschikking had, met eene dienstbode, een
kamenier en eene gouvernante; van hare.
familie kreeg ze jaarlijks dertig duizend
pond om te voorzien in de onkosten
van hare huishouding". In het klooster
van Cherche Midi had Melle de Moras
eveneens eenige kamers, een salon, waar ze
om te goüteeren of te soupeeren niet alleen
iiiimiiiiiiiiii i"i iiiiiiiiiiliiiinliitminmintiiiimitmiiiiiiiiiiiii
UIT DB NA^UUl^
Tien dagen in het Hooggebergte. II.
Het was ruim vyf uur en nog slaapstil in
't hotel, toen ik my'n teekening af had; en ik
voelde mij er nog zoo vreemd, dat ik er niet best
uit durfde. Je hoorde nog geen ander geluid
dan het sluipen van den schoenenjongen;
van het ontbijt was nog geen sprake; heel
matineus scheen men dien dag niet en ik zat
op heete kolen.
Want, nu de eerste overweldigende indruk
ken verwerkt waren, kwam de weetlust boven,
die aan het geheel als indruk niet genoeg
heeft, maar de bijzonderheden wil nagaan,
de details wil opsporen, welke van het kleine
het groote en het grootsche maken.
Bovendien onze reis was als studiereis be
doeld en opgezet, vooral niet als een gewone
pleziertocht; we hadden ons een half jaar
voorbereid en we zouden er zooveel kennis
op allerlei gebied: geografie, geologie, dier
kunde, vooral plantkunde uithalen, als maar
mogelijk was; dus mocht er geen tyd nutteloos
verloren gaan.
Dat gparreboEch op de helling aan de
overzijde van het dal, trok mij bijzonder
aan, vooral de rand, die grensde aan het
gemaaide gedeelte; daal lag nog een strook
groen tusschen bosch en weide open, die in
den ky'ker een vreemde nuance vertoonde,
er waren twee tinten ingemengd, dat zag ik
dnidely'k; een roode en een licht paarse,
stellig door een macht van bloem n; maar
het was my niet mogelijk te gissen, laat
staan uit te maken, welke dat zijn konden.
Ik had wel even willen overvliegen het
venster uit en de vlakte over, om het eens
vlug te ond_erzoeken.
Nu ging ik maar wat uit het venster han
gen, en zag mij weer zat aan de verre
sneeuwvelden rechts en links, hoog boven het dal. Dat
was niet de gemakkelijkste houding, die men
begeeren kan, maar dat bemerkte ik niet
eens, vóór ik er geducht koud en moe van werd.
Ongelooflijk helder en doorschijnend was
de lucht; de zon liet zich nog niet Kien; ner
gens ook lag een duidelijke gehad u iv; waar
het licht vandaan kwam, was niet te zeggen,
oost en west waren volmaakt gelijk in hel
derheid. Nog was ik bezig met orienteeren,
toen op eens de blauwige sneeuw, op den
hare vriendinnen uitnoodigde, maar ook
vreemdelingen zonder onderscheid van leef
tijd of geslacht. Het was ten ty'de van deze
recepties, dat ze zich heimelijk verloofde
met den graaf van Conrbon en dat zich de
schaking voorbereidde, die zoo'n schandaal
verwekte en behoorde tot de causes célêbres"
uit dien tyd. fcS3i
Wat de feesten, voordrachten, concerten,
bals betrof, dit was eene alomheerschend
gewoonte. Geven we alleen als voorbeeld
op het klooster van het eiland Tercère,
waar Lanznn, Broglie, Ségur en anderen, op
het punt te vertrekken voor den
Amerikaanschen oorlog, op een bal werden
genoodigd. Een dun traliewerk echter scheidde
de bezoekers van de jeugdige pensionnaires,
die hun als vis a vis dienden. De abdis in
vol apparaat, zetelde op een troon en gaf
de maat aan met haar staf.
Indien er al niet dergelijke bals plaats
hadden in het klooster Abbaye-au-Bois, men
danste er toch met veel luister o. a. het ballet
Orphée"; het hof, dat dit schouwspel bij
woonde, werd niet moe de vijfeavjjftig leer
lingen toe te juichen, die er aan deel namen.
De prys van dansen werd daar dan ook min
stens even hoog geschat als die van aardrijks
kunde of geschiedenis. Men zal moeten toe
geven, dat men de deuren wijd open zette,
voor de coquetterie en den wereldschen geest.
Als een soort geneesmiddel daar tegen
werkte de uitstekende gewoonte de meisjes
te verplichten het huishoud werk te verrichten,
beurt op beurt. De meest adelyke en rijke
pensionnaires hielden zich bezig met het her
stellen van het linnengoed, maakten de reke
ningen op, zorgden voor de lampen, deden de
deur open, enz. Dit was zeker een geschikt
middel om den kasten-geest te weren en
van deze geschiktheid kon men zich dan ook
op zekeren dag overtuigen: een nauwe band
van vriendschap verbond de pensionnaires
hoogen koepel tegenover mij, begon te glan
zen en te schitteren of alles zou gaan smel
ten; dat duurde maar een oogenblik; daarop
kwam er een flikkering in de sneeuw en
meteen stond alles daarboven in een zachte
heerlijke rozengloed. Ook dat duurde niet
langer dan. den tyd, om het te zien en te
beseffen; nog net had ik gelegenheid met
behulp van de kijker mezelf opmerkzaam
te maken, hoe de rimpelige gletscher daar
op een paar uur afstand bleek biauwgroen af
stak tegen de hooge smettelooze nu blozende
ew
U L4.a£i*sS
*
ff x4^v'
«cL^**?
met de koksjongens van het hotel Beaumanou
daar tegenover.
Hetgeen echter zeer hoog op prijs te stellen
is in 'die opvoedingsmethode, die zooveel
georekén had, is de ontwikkeling der edele
gevoelens, het aankweeken van
hooghartigheid en het eergevoel. Lichtzinnig zijn de
leerlingen, dat is waar, doch nooit zal een
harer eene laagheid begaan. De fouten, waar
tegenover men nooit eenige toegevendheid
aan den dag legt, zyn die, welke getuigen
van gebrek aan moed, aan fierheid, al de
daden, die een goed geplaatst hart mishagen.
Het aanbrengen, op de scholen bestempeld
met den naam klikkery", wordt in die ge
stichten behandeld met de minachting die het
verdient. De kleine prinses Massalska, deed
er de ondervinding van op; nadat ze een van
haar kameraadjes had verklikt", vallen de
anderen haar aan tijdene het speel u ar, werpen
haar op den grond, trappen en slaan baar op
zoo'n wijze, dat men ze naar de ziekenzaal
moest vervoeren. De directrice, Mme de
Bochechouart brengt haar dienzelfden dag
een bezoek. Om haar te beklagen? Geenszin t'
Zij spreekt haar aldus aan: Dat uw kame
raadjes u dit aangedaan hebben, is een tee
ken, dat ze niet van u houden. Ge moet dan
wel leelyke trekken in het karakter hebben,
dat zij u zóó behandelden!..."
^Nog beteekenisvoller is de houding van
Mme de Rochechouart, tijdens een soort op
stand, veroorzaakt door de al te groote streng
heid van een der meesteressen. Het verzet is
volkomen: weigering van gehoorzaamheid,
meubels worden verbrijzeld, barricades opge
richt, en een ultimatum wordt gezonden aan
de directrice met demededeeling: Indien u
niet met ons wilt onderhandelen, komen wy'
Mme Saint-Jérome (de gehate meesteres)
halen, en wij zullen haar zweepslagen geven
aan de vier hoeken van het klooster." Men
treedt in onderhandeling, de leidsters worden
gestraft en na enkele dagen is alles weer
in orde.
Doch zeer kort daarna komt een meisje
om een gunst verzoeken en om zich te doen
gelden, begint ze aldus: Ik heb geen deel
genomen aan den opstand..." Maar Mme de
Bochechouart valt haar in de rede: Ah!
zool werkely'k niet?" glimlacht minachtend
en draait het kind den rug toe, zonder zelfs
haar verzoek aan te hooren.
? Dergelijke trekken dragen niet weinig by
tot de studie der zeden van dat tijdperk. Ze
helpen ons om de moreele pbysionomie van
de vrouwen der achttiende eeuw van ver
schillende zy'den te beschouwen. De een heeft
ze hoog opgehemeld, de ander veracht ze,
voor allen zyn ze raadselachtig door bet
vreemd ingewikkelde van baar karakter.
Lichtzinnig zijn die vrouwen zoo veel als men
wil, van den godsdienst behouden ze het
decor, onverschillig mag men ze noemen
tegenover hare plichten, zoowel die van het
huwelijk, als die van het moederschap, maar
wat ze allen hebben, beter dan alles wat haar
ontbreekt, is een diep gevoel van rechtvaar
digheid, een edele hoogmoed, en al die gevoe
lens van waren adel, die iemand niet kan
leeren, maar die hem zyn aangeboren. Men
juicht de revolutie toe «B sy die er aan deel
nemen, doch «ok i%,,faet jjpdffl» kamp vindt
men heldenmoed. Dégeraffineerde mondaines
van het hof van Lodéwij k'XV'ontpoppen zich
als heldinnen; wat in deboadoirszorgelooze
lichtzinnigheid was, wordt in de kerkerholen
eene hooghartige opgeruimdheid, een dappere
minachting voor het lijden, de ellende en den
dood en eene heele generatie ziet men als
plotseling overgaan van de weekheid der
epicuriërs tot de geaardheid van het stoïcisme.
H. H.
lllllllllllllllllinillllllllllllllllMIIHIIIIMIMIIIIIIHIIIlllllllllllllllllllMIIIIII
Lilian Langtry. Sywiel-jubileatn.
Professor Vera Dantschakoff. Mannen
beweging op Madagatcar.
De Engelsche tooneelspeelster, meer bekend
om haar gratie en schoonheid, dan om haar
kunstopenbaringen, Lilian Langtry,
bygeiiiiiMiiiiiiiiimiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiimttlrtiiiiiiiiiiniHiiiiiMMiiiiHMiii
firnvelden, en hoe de steil afstortende
gletscherbeken snel afwisselend rood en groen
kleurden; sterrenfonkelend sprongen ze langs
de steile bergcnuren over uitstekende rots
punten of schoven ze neer over holten en
holten, met zoo duidelijk waterbewegen, dat
ik mij een oogenblik verwonderde, niets te
hooren van het gekletter.
Heel kort duurde dat kleurengpel ginds in de
verre hoogte; terstond er na werd het heele dal
overgoten met helder tintenrijklichtjeventjes
gloeiden ook de steile duizend meter-muren
/
naamd de Lelie van Jersey" werd in 1854
te St. Bavior geboren. Lilian Langtry is das
een vrouw van 51 jaar; maar even als ko
ningin Alexandra van Engeland, als de
koningin-weduwe van Italië, Margherite van
Savoye, en als de vorstinnen der vocale en
der dramatische kunst: Adelina Patti en
Sarah Bernhard, heeft ook de Lelie van Jersey
zich een eeuwige jeugd gezworen.
Zooals zij dezen zomer, bq de rennen van
Ascot in Engeland, verscheen, gekleed in
wit kanten robe, op 't hoofd een groote, witte
bergere met witten sluier, was zij niet alleen
een vrouw van 34 jaar, maar een mooie
34-jarige.
Züwas onder haar tallooze vrienden van
Engeland's high life, de heldin van den dag.
Men zei haar, dat zij zich twintig jaar
ververgiste met haar geboortejaar. Toen men
haar vroeg, wat zij toch deed, om zóó j eng.
dig, zóó slanken gracieuste blijven, beloofde
zij een artikeltje te schrijven, waarin zij haar
geheim om jong te blijven, zou meedeelen.
En, waarlijk la promesse d'artiste, was nu
eens geen promesse bleue l Be lelie hield woord.
Haar leefregel komt in veel opzichten over
een met dien van barones Cederström (Adelina
Patti).
Lang slapen, veel baden, slapen met open
ramen, veel en geregelde lichaamsbeweging,
sobere maaltijden. Beide schoone vrouwen
zy'n er in geslaagd door die leefwijze een
onverwoestbare gezondheid te genieten, en
een jeugdig, bekoorlijk uiterlijk te behouden.
Het spreekt van zelf, dat de voorschriften
van een Adelina Patti, en een Lilian Langtry,
in hoofdzaak kunnen gevolgd worden door
vrouwen, wier levensweg door 't
gelukzonnetje beschenen, en gekoesterd wordt. Sloven
en ploeteraarsters, hebben geen tijd zooveel
zorgen aan haar lichaam te besteden. Die
zijn oud vóór haar tijd.
Mevrouw Langtry zegt: 's morgens om 8
uur, drink ik een kop thee of chocolade, nooit
koffie. Dan lees ik brieven en couranten, de
kritieken niet te vergeten. Dan neem ik een
volslagen koud bad. Dat staalt het lichaam,
verhoogt het weerstandsvermogen. Dan kleed
ik mij heel dunnetjes aan, en doe gedurende
75 f minuten gymnastiek. Nooit langer, maar
ik maak lichaamsbewegingen, waarbij alle
spieren in werking komen, borst en longen
zich uitzetten. Ik draag geen knellende
kleeren en pen my niet. Myn huid poeier ik een
beetje. Ik wasch mijn gezicht met heerlijk
zeepsop en warm water. Mets, geen zalfj'es,
geen schoonheidsmiddeltjes kunnen water en
zeep vervangen, 's Avonds, vóór ik naar bed
ga, neem ik een warm bad, gebruik dan weer
veel. Zelfs slaap ik met open raam, kleed me
zelf. Nooit helpt mij een kamenier, ook niet
aan mjjn kapsel. By weer-en-wind ga ik er
op uit, leg iederen dag een afstand van IX
kilometer af, in een pas, die de meeste
vrouwen niet kunnen by houden. Loopen
maakt slank, voorkomt kortademigheid. Na
de wandeling heb ik honger, dan ontby'tik.
Nooit eet ik alleen. Altijd heb ik een of meer
gasten, mijn digestie-gasten, zooals ze schert
send genoemd worden. Aan tafel worden bj]
mij alle treurige gesprekken, het vertellen
van narigheden vermeden. Prettige, zonnige
kout. Een vrouw die schoon wil blijven, moet
in alles en in iedereen het zonnige opzoeken.
Lilian Langtry's meening is, dat een vrouw
haar teint en haar gelaatsuitdrukking moet
verzorgen. Niet tobben, nooit aan 't verleden
denken, z$ zelf zegt: ik heb geen gisteren,
leef slechts bij den dag van heden."
Nooit moet een vrouw zich aan naargees
tige overpeinzingen overgeven. Bg 't slapen
gaan moet zij aan prettige, schoone dingen
denken. Tobberijen, het denken orer ver
drietelijkheden, maakt het gezicht oud en
bekommerd. Een vrouw moet ook niet al te
veel spreken, anders krijgt zij rimpels om
den mond. Niet bij kunstlicht lezen. Minstens
eens in de maand een tandarts raadplegen.
Geen goudvulltngen in de tanden laten doen,
een met goud gevulde vrouwenmond is
grotesk, zy moet aandringen op
porseleinvulling. De handen moet zij uitstekend ver
zorgen; de vingers lenig houden door
klavierspel. Ten slotte: loopt! loopt l looptl
lltMIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIUIMMIIIIinilll
in het westen hel rood op; toen kwam overal
scherp licht tegen zwarte echaduwuit;alles nam
diepte aan, het dicht bij zijnde schoof achteruit
en het dal werd dubbel zoo breed en lang. Óók
dat duurde niet lang. Een wittige damp, schijn
baar stoffelijk als uiterst fijn poeder of meel,
maar paarlmoerachtig glanzend, drong uit
het oosten het dal binnen, vulde de zwarte
schaduwdiepten op, omhulde de lichtplekken,
zoodat ik met mijn kijker niet verder meer
kon zien dan met de oogen alleen.
Dat meel was licht, gebroken zonnelicht,
denk ik; want de zon was nog niet zoo ver boven
de ooster-bergkam gerezen, dat de hoogste
sparretoppen verlicht werden; het heele dal
lag vol van die zijdeachtig glanzende lichtstof;
dit schitterend schouwspel duurde minstens
een kwartier, toen schoof een goudgele zonne
schijn langs de kale rotsen omlaag tot aan de
sparren, het daalde stadig en snel,
opkleurend de hellende weiden tot helder groen, en
bereikte eindelijk de daken van de huizen in
het dal. Daar rees de vuurbol boven een
naaldscherpe bergkam uit, en de zilverglans van
den lichtnevel was weg; niet de fijne nevel
zelf, die nu veel doorzichtiger was, die vulde
het dal tot op den bodem, verzachtte de
kleuren, verdoezelde de lijnen van de rots
punten, en er ontstonden sehenaerachtige
verten. Het gigantische van de bergnatuur
verdween, het werd er zoo liefelijk, zoo vol
atmosfeer, net zoo mooi als in ons eigen land.
Intusschen was het levendig gewerden in
het dal, een trein vertrok van het station,
omnibussen en een auto brachten gasten in
grauwe mantels en kleurige hoofdsluiers.
Ook in 't hotel was de dag begonnen. Ik
had gerust vroeg kannen uitgaan, en was
dan de eenige niet geweest. Er kwamen nu
al luidjes thuis, die al om half zes hadden
ontbeten, om kennissen naar den trein te
kunnen brengen; maar alles ging er heel
rustig en stilletjes toe.
Ook mijn kinderen waren al veel vroeger
op geweest dan ik dacht en hadden al even
goed genoten van hun eersten mooien mor
gen in Zwitserland.
En zoo stonden we klaar voor onzen eersten
tocht. Die zou alleen den morgen in beslag
nemen; afspraak wag de eerste keer niet
hooger te gaan dan een paar honderd meter,
om aan het stijgen te wennen; eerlijk gezegd
zag ik er tamelijk tegen op; al ben ik nog
Geen gezonder beweging voor vrouwen, als
wandelen in de open lucht.
Zonder de Lelie in alles te volgen, zijn
toch wenken door haar gegeven, die men
niet versmaden moet, te weten: het opzoeken
der zonnige kantjes, het tobben vermijden.
* *
*
Het Berliner Tageblatt maakt melding van
een eigenaardig sport-jubileum.
De 73-jarige Frau Choralist Schneider, uit
Neiss viert haar zilveren rijwiel-feest.
Zy was in Duitschlandde eerste vrouw, die
zich op een driewieler waagde. Het krasse
oudje maakt nog groote fietstochten; EU doet
op 't rijwiel voor geen jongen man onder.
Frau Schneider heeft haar gouden bruiloft
reeds lang achter den rug. Op 48-jarigen
leeftijd begon zy haar rijwielsport. Over haar
ervaringen als wielrydster heeft zy
aanteekeningen gemaakt. Toen haar medicus haar op
't rijwiel zittend ontmoette, hield hy' haar
staande, en, vroeg of zy haar verstand ver
loren had. Haar familieleden geraakten met
haar in onmin; haar vrienden enkennissen
namen een koele gereserveerde houding aan.
Frau Schneider beweert, dat er heel wat
zedely'ken en physieken moed toe behoorden,
om het wielrijden niet op-te-geven.
Huurkoetsiers sloegen haar met hun zweep;
mannen en vrouwen slingerden haar zulke
ergerlijke taal naar 't hoofd, dat zy, ondanks
haar 48 lentes, bloosde. Kinderen wierpen
haar met vuil. Haar 91-jarige vader lag ziek
te Neisse. Zij bezocht hem herhaaldelijk op
't rijwiel. Zij vertelde hem haar wederwaar
digheden. De oude man liet zich voor 't
venster van zyn ziekenkamer dragen, om zyn
moedige dochter te zien wielrijden. Hij
spoorde haar aan, door f e gaan, deze nieuwe
sport niet te laten varen, overtuigde haar,
dat het rijwiel een toekomst had. En nu, op
haar jubileum, zal zij de helderziendheid
van haar vooruitstrevenden vader ongetwij
feld dankbaar gedenken.
***
Sedert een paar maanden bezit Rusland
zijn eerste universiteit-professors. Het heeft
geduld en volharding gekost, dr. Vera
Dant«chakoff als privaatdocente te Moskan ge
plaatst te krijgen.
Vera Dantschakoff studeerde en promo
veerde in de medicijnen, was twee jaar
prosector en chef van het laboratorium te
Jekaterinoslaw.
In de internationale medische wereld is
de kranige Russin geen onbekende. Op ver
schillende, wetenschappelijke congressen, o. a.
te Genève, Berlijn en Boston, hield zfl voor
drachten.
Voor Isegrim Möbius, den nyddas, die een
schampere brochure scureef over de
intellectueele minderwaardigheid der vrouw, is
eene Vera Dantschakoff een wezen, dat hem
de verbolgen hairen te berge zal doen rijzen.
Zo a de Frausche regeering van Madagascar
beducht zyn, dat de inwoonsters
vanTananariva ook zullen dingen naar vrouwenkies
recht? Althans zij verleent plots een groot
privilegie aan de vrouwen: zy zijn vrijge
steld van belasting. Wangunst van de zijde
der Madagascar-mannen. Ter wille van het
geld, verlangen zij animal-porte-jupe" te
worden l
Zy°laten hun glanzende, zwarte lokken
groeien, trekken vrouwen-kleeren aan, en
verhuren zich bij Europeesohe families als
dienstboden. Deze operette-dames noemt men
in Tananariva: sharimbary. Ten bate der
schatkist van Madagascar en tot
geriefelijkheid der verkleede stumperig, is 't te
wenschen, dat de Fransche overheid spoedig het
relletje der sharimbary zal weten te onder»
drukken.
CAPBICB.
aan de zonnekant van de vijftig, voor een
vlakla&der is het een raar ding, als je zoo
onderaan staat en met het hoofd in den nek
ergens heel steil boven je een speelgoedhuisje
ziet, waar je wezen moet. Het lijkt gewoonlijk
een klein eindje, als je evenwel de igohy
psency'fers in Westertorens omzet, zitten er toch
gewoonly'k een stuk of 6, 7 op.
Maar ik merk, dat ik u nog heelemaal
niet gezegd heb, waar we in Zwitserland
beland zgu. Een enkele alpinist onder u zal wel
den Titlis herkend hebben uit mijn venster
prentje van de vorige week; een minder bereisd
lezer, die Zwitserland alleen van de school
en de kaart kent, weet in den regel van een
Titlis niet veel te vertellen; en van het En
gelberger dal, dat door die kolos beheerscht
wordt, evenmin.
Hoe wij er toe gekomen zyn uit de hon
derden dalen in de Alpen, juist dit plekje
voor onze eerste studiereis in Zwitserland
te kiezen weet ik zelf niet precies meer.
My'n dochter had er haar vriendin over
hoaren spreken, die er hoog van opgaf; mijn zoon
had in Baedeker bij de opsomming der wan
deltochten om Engelsberg een paar maal de
aanduiding Reiene Flora l" zien staan en ik
had toevallig gelezen van een berg, daar in de
buuit die geologisch op zijn kop staat. Ook de
fauna moest er ry'k zijn, o.a. veel zwarte
landsalamanders, zangvogels en mormeldieren.
Maar den doorslag gaven twee andere din
gen; ten eerste de naam beviel my: Engel berg,
dat klinkt zoo gewoon Hollandsch, en de rivier
die door het dal stroomt en er de schoonheid
aan geeft, heet zoo sober mogelijk de Aa;
precies als een watertje in my'n geboorteplaats;
en dan... Engelberg is immers historisch.
Ik kon me eerst niet herinneren, waar ik den
naam eerder had gehoord, toch wist ik wel
van ouds dat er een Engelberg in Zwitserland
moest zijn; maar toen ik er even de kaart
op na sloeg, ging mij een haast uitgedoofd
lichtje op: Engelberg ligt midden in het
klassieke Zwitserland van Schiller's Wilhelm
Teil, op de grens van ri en nterwalden.
Niet ieder die lust heeft ons op onze tochten
te volgen, heeft zijn schoolatlas nog by' de
hand; de ligging ten opzichte van algemeen
bekende plaatsen, ziet u al vast uit bygaand
kaartje; de bijzonderheden, die er bij hooren
een volgenden keer.
E. HEIMANS.