De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1908 6 september pagina 5

6 september 1908 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

Uo. 1628 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. DAMBjS. NIEUW NIEUW + M AG G l BOUILLON-BLOKJES MET DE KRUISSTER voor de oogenblikkelijke bereiding van voortreffelijke» Bouillon in afgepaste porties. MAGGI'8 BOlÜLLÖN-BLOKJES zijn uitgedampte, natuurlijke bouillon van prima kwaliteit, waaraan het noodige keuken zout en de noodige kruiden zijn toegevoegd. zijn zeer praktisch voor op reis, voormilitairen.touristen.sportslieden, in het kort, overal, waar vlug goeden bouillon per kop moet worden bereid. leder blokje geeft, allén door er kokend water op te gieten, zonder zout of eenige verdere toevoeging, een Kop heerlijken bouillon. Ziet. Vraagt uwen Kruidenier. PRIJS PER BLOKJE 2ict. tiimiiiiiiiiiiii iiiinitiiiniiuiiitiuiuiuiiiiiiiiiiiitiiiuuiiiiiiiuiiiiMiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii De optt ter Jnie meisjes TÓÓF ie ReTolntie, n. Het régime der kloosters van de achttiende eeuw gelijkt veel op dat van Saint-Cyr. Na eenige'jaren maakt de jeugdige pensionnaire de balans op van haar kennis. De dans is datgene, waarin ze uitmunt; züdanst zelfs zóó goed, dat men haar toestaat van tyd tot tijd in de stad eene voorstelling te gevenbjj vrienden van haar familie. Het klooster zelf bezat bovendien meestal een elegant theater, met decors, costumes en bybehooren, waaraan bekende artiesten hunne medewerking ver leenden. Meer en meer sloop de geest van de eeuw de kloosters binnen. Een der oorzaken daar> van was de mode der zoogenaamde dames en cbambre". Zeer vele weduwen of geschei den dames namen baar intrek in het klooster en leidden daar voorzeker een achtenswaardig leven, doch vrij en geanimeerd. Ze noodigden de leerlingen uit op avondjes", of op de thee, waar deze vrienden ea kennissen uit de bui tenwereld ontmoetten en als een voorproefje hadden van het salon-leven. Vaak ook boden de pensionnaires zich onder elkander kleine soupées aan, intieme feestjes, want vele kloosters stelden ter bescbikking der rijke en adelyke leerlingen reële woningen, waar ze apart bediend wer den. Helene Massalska verhaalt, hoe ze in Abbaye-au-Bois eene gansche woning te harer beschikking had, met eene dienstbode, een kamenier en eene gouvernante; van hare. familie kreeg ze jaarlijks dertig duizend pond om te voorzien in de onkosten van hare huishouding". In het klooster van Cherche Midi had Melle de Moras eveneens eenige kamers, een salon, waar ze om te goüteeren of te soupeeren niet alleen iiiimiiiiiiiiii i"i iiiiiiiiiiliiiinliitminmintiiiimitmiiiiiiiiiiiii UIT DB NA^UUl^ Tien dagen in het Hooggebergte. II. Het was ruim vyf uur en nog slaapstil in 't hotel, toen ik my'n teekening af had; en ik voelde mij er nog zoo vreemd, dat ik er niet best uit durfde. Je hoorde nog geen ander geluid dan het sluipen van den schoenenjongen; van het ontbijt was nog geen sprake; heel matineus scheen men dien dag niet en ik zat op heete kolen. Want, nu de eerste overweldigende indruk ken verwerkt waren, kwam de weetlust boven, die aan het geheel als indruk niet genoeg heeft, maar de bijzonderheden wil nagaan, de details wil opsporen, welke van het kleine het groote en het grootsche maken. Bovendien onze reis was als studiereis be doeld en opgezet, vooral niet als een gewone pleziertocht; we hadden ons een half jaar voorbereid en we zouden er zooveel kennis op allerlei gebied: geografie, geologie, dier kunde, vooral plantkunde uithalen, als maar mogelijk was; dus mocht er geen tyd nutteloos verloren gaan. Dat gparreboEch op de helling aan de overzijde van het dal, trok mij bijzonder aan, vooral de rand, die grensde aan het gemaaide gedeelte; daal lag nog een strook groen tusschen bosch en weide open, die in den ky'ker een vreemde nuance vertoonde, er waren twee tinten ingemengd, dat zag ik dnidely'k; een roode en een licht paarse, stellig door een macht van bloem n; maar het was my niet mogelijk te gissen, laat staan uit te maken, welke dat zijn konden. Ik had wel even willen overvliegen het venster uit en de vlakte over, om het eens vlug te ond_erzoeken. Nu ging ik maar wat uit het venster han gen, en zag mij weer zat aan de verre sneeuwvelden rechts en links, hoog boven het dal. Dat was niet de gemakkelijkste houding, die men begeeren kan, maar dat bemerkte ik niet eens, vóór ik er geducht koud en moe van werd. Ongelooflijk helder en doorschijnend was de lucht; de zon liet zich nog niet Kien; ner gens ook lag een duidelijke gehad u iv; waar het licht vandaan kwam, was niet te zeggen, oost en west waren volmaakt gelijk in hel derheid. Nog was ik bezig met orienteeren, toen op eens de blauwige sneeuw, op den hare vriendinnen uitnoodigde, maar ook vreemdelingen zonder onderscheid van leef tijd of geslacht. Het was ten ty'de van deze recepties, dat ze zich heimelijk verloofde met den graaf van Conrbon en dat zich de schaking voorbereidde, die zoo'n schandaal verwekte en behoorde tot de causes célêbres" uit dien tyd. fcS3i Wat de feesten, voordrachten, concerten, bals betrof, dit was eene alomheerschend gewoonte. Geven we alleen als voorbeeld op het klooster van het eiland Tercère, waar Lanznn, Broglie, Ségur en anderen, op het punt te vertrekken voor den Amerikaanschen oorlog, op een bal werden genoodigd. Een dun traliewerk echter scheidde de bezoekers van de jeugdige pensionnaires, die hun als vis a vis dienden. De abdis in vol apparaat, zetelde op een troon en gaf de maat aan met haar staf. Indien er al niet dergelijke bals plaats hadden in het klooster Abbaye-au-Bois, men danste er toch met veel luister o. a. het ballet Orphée"; het hof, dat dit schouwspel bij woonde, werd niet moe de vijfeavjjftig leer lingen toe te juichen, die er aan deel namen. De prys van dansen werd daar dan ook min stens even hoog geschat als die van aardrijks kunde of geschiedenis. Men zal moeten toe geven, dat men de deuren wijd open zette, voor de coquetterie en den wereldschen geest. Als een soort geneesmiddel daar tegen werkte de uitstekende gewoonte de meisjes te verplichten het huishoud werk te verrichten, beurt op beurt. De meest adelyke en rijke pensionnaires hielden zich bezig met het her stellen van het linnengoed, maakten de reke ningen op, zorgden voor de lampen, deden de deur open, enz. Dit was zeker een geschikt middel om den kasten-geest te weren en van deze geschiktheid kon men zich dan ook op zekeren dag overtuigen: een nauwe band van vriendschap verbond de pensionnaires hoogen koepel tegenover mij, begon te glan zen en te schitteren of alles zou gaan smel ten; dat duurde maar een oogenblik; daarop kwam er een flikkering in de sneeuw en meteen stond alles daarboven in een zachte heerlijke rozengloed. Ook dat duurde niet langer dan. den tyd, om het te zien en te beseffen; nog net had ik gelegenheid met behulp van de kijker mezelf opmerkzaam te maken, hoe de rimpelige gletscher daar op een paar uur afstand bleek biauwgroen af stak tegen de hooge smettelooze nu blozende ew U L4.a£i*sS * ff x4^v' «cL^**? met de koksjongens van het hotel Beaumanou daar tegenover. Hetgeen echter zeer hoog op prijs te stellen is in 'die opvoedingsmethode, die zooveel georekén had, is de ontwikkeling der edele gevoelens, het aankweeken van hooghartigheid en het eergevoel. Lichtzinnig zijn de leerlingen, dat is waar, doch nooit zal een harer eene laagheid begaan. De fouten, waar tegenover men nooit eenige toegevendheid aan den dag legt, zyn die, welke getuigen van gebrek aan moed, aan fierheid, al de daden, die een goed geplaatst hart mishagen. Het aanbrengen, op de scholen bestempeld met den naam klikkery", wordt in die ge stichten behandeld met de minachting die het verdient. De kleine prinses Massalska, deed er de ondervinding van op; nadat ze een van haar kameraadjes had verklikt", vallen de anderen haar aan tijdene het speel u ar, werpen haar op den grond, trappen en slaan baar op zoo'n wijze, dat men ze naar de ziekenzaal moest vervoeren. De directrice, Mme de Bochechouart brengt haar dienzelfden dag een bezoek. Om haar te beklagen? Geenszin t' Zij spreekt haar aldus aan: Dat uw kame raadjes u dit aangedaan hebben, is een tee ken, dat ze niet van u houden. Ge moet dan wel leelyke trekken in het karakter hebben, dat zij u zóó behandelden!..." ^Nog beteekenisvoller is de houding van Mme de Rochechouart, tijdens een soort op stand, veroorzaakt door de al te groote streng heid van een der meesteressen. Het verzet is volkomen: weigering van gehoorzaamheid, meubels worden verbrijzeld, barricades opge richt, en een ultimatum wordt gezonden aan de directrice met demededeeling: Indien u niet met ons wilt onderhandelen, komen wy' Mme Saint-Jérome (de gehate meesteres) halen, en wij zullen haar zweepslagen geven aan de vier hoeken van het klooster." Men treedt in onderhandeling, de leidsters worden gestraft en na enkele dagen is alles weer in orde. Doch zeer kort daarna komt een meisje om een gunst verzoeken en om zich te doen gelden, begint ze aldus: Ik heb geen deel genomen aan den opstand..." Maar Mme de Bochechouart valt haar in de rede: Ah! zool werkely'k niet?" glimlacht minachtend en draait het kind den rug toe, zonder zelfs haar verzoek aan te hooren. ? Dergelijke trekken dragen niet weinig by tot de studie der zeden van dat tijdperk. Ze helpen ons om de moreele pbysionomie van de vrouwen der achttiende eeuw van ver schillende zy'den te beschouwen. De een heeft ze hoog opgehemeld, de ander veracht ze, voor allen zyn ze raadselachtig door bet vreemd ingewikkelde van baar karakter. Lichtzinnig zijn die vrouwen zoo veel als men wil, van den godsdienst behouden ze het decor, onverschillig mag men ze noemen tegenover hare plichten, zoowel die van het huwelijk, als die van het moederschap, maar wat ze allen hebben, beter dan alles wat haar ontbreekt, is een diep gevoel van rechtvaar digheid, een edele hoogmoed, en al die gevoe lens van waren adel, die iemand niet kan leeren, maar die hem zyn aangeboren. Men juicht de revolutie toe «B sy die er aan deel nemen, doch «ok i%,,faet jjpdffl» kamp vindt men heldenmoed. Dégeraffineerde mondaines van het hof van Lodéwij k'XV'ontpoppen zich als heldinnen; wat in deboadoirszorgelooze lichtzinnigheid was, wordt in de kerkerholen eene hooghartige opgeruimdheid, een dappere minachting voor het lijden, de ellende en den dood en eene heele generatie ziet men als plotseling overgaan van de weekheid der epicuriërs tot de geaardheid van het stoïcisme. H. H. lllllllllllllllllinillllllllllllllllMIIHIIIIMIMIIIIIIHIIIlllllllllllllllllllMIIIIII Lilian Langtry. Sywiel-jubileatn. Professor Vera Dantschakoff. Mannen beweging op Madagatcar. De Engelsche tooneelspeelster, meer bekend om haar gratie en schoonheid, dan om haar kunstopenbaringen, Lilian Langtry, bygeiiiiiMiiiiiiiiimiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiimttlrtiiiiiiiiiiniHiiiiiMMiiiiHMiii firnvelden, en hoe de steil afstortende gletscherbeken snel afwisselend rood en groen kleurden; sterrenfonkelend sprongen ze langs de steile bergcnuren over uitstekende rots punten of schoven ze neer over holten en holten, met zoo duidelijk waterbewegen, dat ik mij een oogenblik verwonderde, niets te hooren van het gekletter. Heel kort duurde dat kleurengpel ginds in de verre hoogte; terstond er na werd het heele dal overgoten met helder tintenrijklichtjeventjes gloeiden ook de steile duizend meter-muren / naamd de Lelie van Jersey" werd in 1854 te St. Bavior geboren. Lilian Langtry is das een vrouw van 51 jaar; maar even als ko ningin Alexandra van Engeland, als de koningin-weduwe van Italië, Margherite van Savoye, en als de vorstinnen der vocale en der dramatische kunst: Adelina Patti en Sarah Bernhard, heeft ook de Lelie van Jersey zich een eeuwige jeugd gezworen. Zooals zij dezen zomer, bq de rennen van Ascot in Engeland, verscheen, gekleed in wit kanten robe, op 't hoofd een groote, witte bergere met witten sluier, was zij niet alleen een vrouw van 34 jaar, maar een mooie 34-jarige. Züwas onder haar tallooze vrienden van Engeland's high life, de heldin van den dag. Men zei haar, dat zij zich twintig jaar ververgiste met haar geboortejaar. Toen men haar vroeg, wat zij toch deed, om zóó j eng. dig, zóó slanken gracieuste blijven, beloofde zij een artikeltje te schrijven, waarin zij haar geheim om jong te blijven, zou meedeelen. En, waarlijk la promesse d'artiste, was nu eens geen promesse bleue l Be lelie hield woord. Haar leefregel komt in veel opzichten over een met dien van barones Cederström (Adelina Patti). Lang slapen, veel baden, slapen met open ramen, veel en geregelde lichaamsbeweging, sobere maaltijden. Beide schoone vrouwen zy'n er in geslaagd door die leefwijze een onverwoestbare gezondheid te genieten, en een jeugdig, bekoorlijk uiterlijk te behouden. Het spreekt van zelf, dat de voorschriften van een Adelina Patti, en een Lilian Langtry, in hoofdzaak kunnen gevolgd worden door vrouwen, wier levensweg door 't gelukzonnetje beschenen, en gekoesterd wordt. Sloven en ploeteraarsters, hebben geen tijd zooveel zorgen aan haar lichaam te besteden. Die zijn oud vóór haar tijd. Mevrouw Langtry zegt: 's morgens om 8 uur, drink ik een kop thee of chocolade, nooit koffie. Dan lees ik brieven en couranten, de kritieken niet te vergeten. Dan neem ik een volslagen koud bad. Dat staalt het lichaam, verhoogt het weerstandsvermogen. Dan kleed ik mij heel dunnetjes aan, en doe gedurende 75 f minuten gymnastiek. Nooit langer, maar ik maak lichaamsbewegingen, waarbij alle spieren in werking komen, borst en longen zich uitzetten. Ik draag geen knellende kleeren en pen my niet. Myn huid poeier ik een beetje. Ik wasch mijn gezicht met heerlijk zeepsop en warm water. Mets, geen zalfj'es, geen schoonheidsmiddeltjes kunnen water en zeep vervangen, 's Avonds, vóór ik naar bed ga, neem ik een warm bad, gebruik dan weer veel. Zelfs slaap ik met open raam, kleed me zelf. Nooit helpt mij een kamenier, ook niet aan mjjn kapsel. By weer-en-wind ga ik er op uit, leg iederen dag een afstand van IX kilometer af, in een pas, die de meeste vrouwen niet kunnen by houden. Loopen maakt slank, voorkomt kortademigheid. Na de wandeling heb ik honger, dan ontby'tik. Nooit eet ik alleen. Altijd heb ik een of meer gasten, mijn digestie-gasten, zooals ze schert send genoemd worden. Aan tafel worden bj] mij alle treurige gesprekken, het vertellen van narigheden vermeden. Prettige, zonnige kout. Een vrouw die schoon wil blijven, moet in alles en in iedereen het zonnige opzoeken. Lilian Langtry's meening is, dat een vrouw haar teint en haar gelaatsuitdrukking moet verzorgen. Niet tobben, nooit aan 't verleden denken, z$ zelf zegt: ik heb geen gisteren, leef slechts bij den dag van heden." Nooit moet een vrouw zich aan naargees tige overpeinzingen overgeven. Bg 't slapen gaan moet zij aan prettige, schoone dingen denken. Tobberijen, het denken orer ver drietelijkheden, maakt het gezicht oud en bekommerd. Een vrouw moet ook niet al te veel spreken, anders krijgt zij rimpels om den mond. Niet bij kunstlicht lezen. Minstens eens in de maand een tandarts raadplegen. Geen goudvulltngen in de tanden laten doen, een met goud gevulde vrouwenmond is grotesk, zy moet aandringen op porseleinvulling. De handen moet zij uitstekend ver zorgen; de vingers lenig houden door klavierspel. Ten slotte: loopt! loopt l looptl lltMIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIUIMMIIIIinilll in het westen hel rood op; toen kwam overal scherp licht tegen zwarte echaduwuit;alles nam diepte aan, het dicht bij zijnde schoof achteruit en het dal werd dubbel zoo breed en lang. Óók dat duurde niet lang. Een wittige damp, schijn baar stoffelijk als uiterst fijn poeder of meel, maar paarlmoerachtig glanzend, drong uit het oosten het dal binnen, vulde de zwarte schaduwdiepten op, omhulde de lichtplekken, zoodat ik met mijn kijker niet verder meer kon zien dan met de oogen alleen. Dat meel was licht, gebroken zonnelicht, denk ik; want de zon was nog niet zoo ver boven de ooster-bergkam gerezen, dat de hoogste sparretoppen verlicht werden; het heele dal lag vol van die zijdeachtig glanzende lichtstof; dit schitterend schouwspel duurde minstens een kwartier, toen schoof een goudgele zonne schijn langs de kale rotsen omlaag tot aan de sparren, het daalde stadig en snel, opkleurend de hellende weiden tot helder groen, en bereikte eindelijk de daken van de huizen in het dal. Daar rees de vuurbol boven een naaldscherpe bergkam uit, en de zilverglans van den lichtnevel was weg; niet de fijne nevel zelf, die nu veel doorzichtiger was, die vulde het dal tot op den bodem, verzachtte de kleuren, verdoezelde de lijnen van de rots punten, en er ontstonden sehenaerachtige verten. Het gigantische van de bergnatuur verdween, het werd er zoo liefelijk, zoo vol atmosfeer, net zoo mooi als in ons eigen land. Intusschen was het levendig gewerden in het dal, een trein vertrok van het station, omnibussen en een auto brachten gasten in grauwe mantels en kleurige hoofdsluiers. Ook in 't hotel was de dag begonnen. Ik had gerust vroeg kannen uitgaan, en was dan de eenige niet geweest. Er kwamen nu al luidjes thuis, die al om half zes hadden ontbeten, om kennissen naar den trein te kunnen brengen; maar alles ging er heel rustig en stilletjes toe. Ook mijn kinderen waren al veel vroeger op geweest dan ik dacht en hadden al even goed genoten van hun eersten mooien mor gen in Zwitserland. En zoo stonden we klaar voor onzen eersten tocht. Die zou alleen den morgen in beslag nemen; afspraak wag de eerste keer niet hooger te gaan dan een paar honderd meter, om aan het stijgen te wennen; eerlijk gezegd zag ik er tamelijk tegen op; al ben ik nog Geen gezonder beweging voor vrouwen, als wandelen in de open lucht. Zonder de Lelie in alles te volgen, zijn toch wenken door haar gegeven, die men niet versmaden moet, te weten: het opzoeken der zonnige kantjes, het tobben vermijden. * * * Het Berliner Tageblatt maakt melding van een eigenaardig sport-jubileum. De 73-jarige Frau Choralist Schneider, uit Neiss viert haar zilveren rijwiel-feest. Zy was in Duitschlandde eerste vrouw, die zich op een driewieler waagde. Het krasse oudje maakt nog groote fietstochten; EU doet op 't rijwiel voor geen jongen man onder. Frau Schneider heeft haar gouden bruiloft reeds lang achter den rug. Op 48-jarigen leeftijd begon zy haar rijwielsport. Over haar ervaringen als wielrydster heeft zy aanteekeningen gemaakt. Toen haar medicus haar op 't rijwiel zittend ontmoette, hield hy' haar staande, en, vroeg of zy haar verstand ver loren had. Haar familieleden geraakten met haar in onmin; haar vrienden enkennissen namen een koele gereserveerde houding aan. Frau Schneider beweert, dat er heel wat zedely'ken en physieken moed toe behoorden, om het wielrijden niet op-te-geven. Huurkoetsiers sloegen haar met hun zweep; mannen en vrouwen slingerden haar zulke ergerlijke taal naar 't hoofd, dat zy, ondanks haar 48 lentes, bloosde. Kinderen wierpen haar met vuil. Haar 91-jarige vader lag ziek te Neisse. Zij bezocht hem herhaaldelijk op 't rijwiel. Zij vertelde hem haar wederwaar digheden. De oude man liet zich voor 't venster van zyn ziekenkamer dragen, om zyn moedige dochter te zien wielrijden. Hij spoorde haar aan, door f e gaan, deze nieuwe sport niet te laten varen, overtuigde haar, dat het rijwiel een toekomst had. En nu, op haar jubileum, zal zij de helderziendheid van haar vooruitstrevenden vader ongetwij feld dankbaar gedenken. *** Sedert een paar maanden bezit Rusland zijn eerste universiteit-professors. Het heeft geduld en volharding gekost, dr. Vera Dant«chakoff als privaatdocente te Moskan ge plaatst te krijgen. Vera Dantschakoff studeerde en promo veerde in de medicijnen, was twee jaar prosector en chef van het laboratorium te Jekaterinoslaw. In de internationale medische wereld is de kranige Russin geen onbekende. Op ver schillende, wetenschappelijke congressen, o. a. te Genève, Berlijn en Boston, hield zfl voor drachten. Voor Isegrim Möbius, den nyddas, die een schampere brochure scureef over de intellectueele minderwaardigheid der vrouw, is eene Vera Dantschakoff een wezen, dat hem de verbolgen hairen te berge zal doen rijzen. Zo a de Frausche regeering van Madagascar beducht zyn, dat de inwoonsters vanTananariva ook zullen dingen naar vrouwenkies recht? Althans zij verleent plots een groot privilegie aan de vrouwen: zy zijn vrijge steld van belasting. Wangunst van de zijde der Madagascar-mannen. Ter wille van het geld, verlangen zij animal-porte-jupe" te worden l Zy°laten hun glanzende, zwarte lokken groeien, trekken vrouwen-kleeren aan, en verhuren zich bij Europeesohe families als dienstboden. Deze operette-dames noemt men in Tananariva: sharimbary. Ten bate der schatkist van Madagascar en tot geriefelijkheid der verkleede stumperig, is 't te wenschen, dat de Fransche overheid spoedig het relletje der sharimbary zal weten te onder» drukken. CAPBICB. aan de zonnekant van de vijftig, voor een vlakla&der is het een raar ding, als je zoo onderaan staat en met het hoofd in den nek ergens heel steil boven je een speelgoedhuisje ziet, waar je wezen moet. Het lijkt gewoonlijk een klein eindje, als je evenwel de igohy psency'fers in Westertorens omzet, zitten er toch gewoonly'k een stuk of 6, 7 op. Maar ik merk, dat ik u nog heelemaal niet gezegd heb, waar we in Zwitserland beland zgu. Een enkele alpinist onder u zal wel den Titlis herkend hebben uit mijn venster prentje van de vorige week; een minder bereisd lezer, die Zwitserland alleen van de school en de kaart kent, weet in den regel van een Titlis niet veel te vertellen; en van het En gelberger dal, dat door die kolos beheerscht wordt, evenmin. Hoe wij er toe gekomen zyn uit de hon derden dalen in de Alpen, juist dit plekje voor onze eerste studiereis in Zwitserland te kiezen weet ik zelf niet precies meer. My'n dochter had er haar vriendin over hoaren spreken, die er hoog van opgaf; mijn zoon had in Baedeker bij de opsomming der wan deltochten om Engelsberg een paar maal de aanduiding Reiene Flora l" zien staan en ik had toevallig gelezen van een berg, daar in de buuit die geologisch op zijn kop staat. Ook de fauna moest er ry'k zijn, o.a. veel zwarte landsalamanders, zangvogels en mormeldieren. Maar den doorslag gaven twee andere din gen; ten eerste de naam beviel my: Engel berg, dat klinkt zoo gewoon Hollandsch, en de rivier die door het dal stroomt en er de schoonheid aan geeft, heet zoo sober mogelijk de Aa; precies als een watertje in my'n geboorteplaats; en dan... Engelberg is immers historisch. Ik kon me eerst niet herinneren, waar ik den naam eerder had gehoord, toch wist ik wel van ouds dat er een Engelberg in Zwitserland moest zijn; maar toen ik er even de kaart op na sloeg, ging mij een haast uitgedoofd lichtje op: Engelberg ligt midden in het klassieke Zwitserland van Schiller's Wilhelm Teil, op de grens van ri en nterwalden. Niet ieder die lust heeft ons op onze tochten te volgen, heeft zijn schoolatlas nog by' de hand; de ligging ten opzichte van algemeen bekende plaatsen, ziet u al vast uit bygaand kaartje; de bijzonderheden, die er bij hooren een volgenden keer. E. HEIMANS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl