Historisch Archief 1877-1940
'No.
DE AMSTERD AM'MER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
't weck van .alle theoretiseerende filosofen
.samen.
II.
Han Ryner -»- dat ook te lezen is als Heniy
Ner denker en .stylist, schreef talryke
romans, en veel philoeoüe oeuvre
individualiste," zooals bij 't noemt. Van dit laatste
gaf ik hierboven een .drietal titels?de drie
werken, die ook naar des schrijvers oordeel,
zj]n beste zy'B,
Laten we ze eens inzien.
Toen Psycbodorup, 'a philcwoof uit de
school der Gynier, haar -bad verloren die hjj
liefhad, besloot hij als een Bwerveling te
gaan lever, «en vreemdeling voor allen en
aan alles.
Zoo beginnen Les VoyagesdePsychodore,"
Etranger 4 tout et d tous." Zoo iemand
ziet de dingen on-bevangen en dat 't
aardig en mér dan dat kan wezen
naar zulk een onbevangen oordeel te luisteren,
dat weten wel al degenen die kinderopmer
kingen om zich hebben gehoord En
dieper nog weten zy het, die zelf wel weer
ineens 'es kinderen worden, en plots in 'n
heel gewoon dagelijksch ding machtig het
Mysterie voelen waarin al ons leven ligt.
Zulk een kind is Psychodorus. Men voejt
? hoe ver dezeopvattingvanlevens-bemymering
(mag ik aoo phüosofie" vertalen?) afstaat
?van t systeem, dat de zieligheid, de
intui??tieve plaatste beneden 't hoog beleven der
dingen in den geest"! Bij zoo
groot-theoreifech-verschil echter meer blijdeovereenkomst
in de practijk. De praktijk is voor beide:
-waarheid spreken.
Nn ie 't bei and, dat kindereneen dergelijke
reputatie hebben. Een spreekwoord dat heel
oud moet zyn, immers blijkbaar van voor
, de uitvmdujg, -der filosofen dateert, noemt
'jjj§e kin^lji*>als zoodanig samen met een
s^tndete ruljriek -wezens, die naar onze
tegen'*-odrdige*''*ëtenechap zeer na aan 't genie
'*&.'*au!t :$ifc', £n waarvoor de meest .in de
- -waarheid ^meedoende" philosoof dus wel
geen bezwaar kan hebben te worden gesub
stitueerd. Kinderen en phüoscfen zeggen de
waarheid" dus.
Luisteren we dan wat naar Psychodorus,
,kind rrfilosoof. En tot meerdere waardeering
«ij t maar dadelijk erbij gezegd: niet-lichtelijk
getroubleerd ook.
Als er dus nu geen waarheid komt I
.Psychodorus .begint zijn reizen. Als hij
honger had, at hij 't geen hem voor de hand
kwam. Dikwijls werd hiertegen geprotestee;d
door den een óf ander, die dat voedsel vol
strekt niet neqdig had, maar er de eigenaar
van, t>ew«er,de tézijn. Psychodorus hoorde
de kreten niet. SÖTÜS stiet de heer van 't
voedsel den Cynicus weg, die, uit zijn droom
gewekt,, met, zijn -s.tok ..«leeg. .Maar slaven
.snelden toe.' Ze grepen den brutalen kerel,
i'die den honger beschouwde als een reden
1 om . ^t$"5ete'n;.~»Men -sleepte hem voor
rechtbanEen.'Evenwel, hy' wist dat de ooren der
rechters, toegestopt met 't wettenweefsel,
? niet meer :hooren kunnen en antwoordde
niet op de vragen die hem werden gesteld.
"Gewoonlijk hield men hem voor gek, en
liet hem gaan. Andere keeren stopten ze
hem weer "-eens voor een dag of wat in de
gevangenis....
's Avonds ging P*ychodorus gelijk met d?
zon ter i-ust» Wanneer hy vrij was, was zijn
bed' de kaït van de weg of de bodem van
een droge stroom.
En zoo, altyd zwijgende, ging hij. Hij zag
m«ar heele gewone dingen, maar voor zijn
geest warèhet eeuwige symbolen.
Na drie jaren -beginnen zijn wonderbare
ontmoetingen.'Achtten-twintig zijn het er,
dte elk een afzonderlek hoofdstuk vormen.
Ce.'titels van dié'hoofdstukken zijn: Les
Enraeinés (Lrs 'Saiu-Yeux) Les Rétrogrades
(aè« Sommet gliitanty 'LeDésfrt(LeDieuvisible)
Les Voiles d'Isis (Les Pitaniates identiques)
i*« phémères (Les Imvnorfttt^O ma mère, -lu
e» mon pi>e (La Fonctiety-fjjts Taureavx (Les
Statvei] Les 'Faniome®(-Ê*%fcpi<,«ewa)
L'lMerralle (Une biurre de eligióri) Les Amourevx
(La Mauïaiie Meute) Les Nuai,es (Les Grands
'Vivants (L'Enfer) Le, Lieutertant-de Philippe
? (Le Suicidt) Les Etages (Les Dicèphalea} Le
, dernier toyage.
Les JEnracinés waren in den grond gewor
telde geslachtlooze, onsterfelijke reuzen, met
, een levensbeschouwing, bepaald door de
beperktheid^iuinnèr horizon. Mea denkt ir
beeren. Op het eind van die maand kwam
hy op een avond meer ontstemd thuis
dan ooit.
Clamp sprong vandaag heelemaai uit zijn
vel," zeide hij, terwijl hij zijn hoofd schudde
tegen de koekjes die zijn vrouw 's middags
met veel zorg en moeite had klaar gemaakt.
Zijn taal was gruwel ijk. Ik moet morgen naar
Perryburn tusschen twee haakjes ik zal
laat thuis komen, Kate en als ife <fe. zaak
niet tot zijn tevredenheid in orde^b-reng,
krijg ik mijn ontslag. Dat is een reu V' Hij
zonk achterover in zijn stoel en'kremnde.
Je bent alleen maar een beetje bedrukt,
Torn," zei zijn vrouw, glimlachend en poogde
een van haar eigen koetjes te eten zonder
dat het haar in de keel bleef steken.
Het zal wel terecht komen, lieve man!"
Thomas kreunde alweer. Je hebt een
haas getrouwd, Kate," zuchte hij. Een haas l"
Ze deed moeite om te lachen en zei: We
zullen er wel doorheen komen, beste. Maar
je moet je zejf niet meer een haas noemen."
De heer damp was bezig aan een aange
naam werk: het opstellen van een dreigbrief
aan een armen stakker die aan een van zijn
cliënten de som van drie pond, twaalf shilling
en «If penoe -schuldig was, toen de kan
toorjongen binnen kwam met de boodschap
dat er een dame was om hem te spreken.
Clamp bad een afschuw van alle vrouwen die
geen cliënten weren en die duldde hij dan nog
maar noode en stuurde gewoonlijk Humphry
op ze af. Maar heden was zyn klerkafwezig.
Wie is ze? Wat komt ze doen?" beet bij
den jongen toe, die pas in dienst .WAS. Clamp's
kantoorjongens waren altijd pas in dienst.
Haar naam," de jongen glimlachte
is mevrouw Haas."
Wjaarom. grinnek je, idioot ?"
Neem me niet*kwaJy'k, meneer. De naam,
meneer..."
Lummell Wat wil ze?"
Ze zei dat het «en -privéaangelegenheid
was, meneer", zei de jongen, nu ernstig ge
noeg geworden.
Is hel een dame."
Ik geloof van wel, meneer?"
bij aan de krekelschool uit De Kleine Johannet.
Psychodorus vertelt hun, dat hun grenzen
maar schijn a ij D. Achter hun bergen gaat
het leven verder, niet ,veel 'Velschillend ?an
wat bij hen is. Kreten en «teenen beant
woorden la simplicitéblessante de la vérité".
Men had de streken achter die bergen met
de paradijzen en de hel van het hiernamaals
gevuld I
Dit zoo geresumeerd, schijnt 'n wei-aardig
allegorietje. Maar wie het oorspronkelijke
leest, zal genieten van de fijne uitwerking;
de geestige consequenties in de teekening
van 't uiterlijk dezer vastgewortelden". En
men bedenke toch eens hoezeer de prikke
ling van telkens weer verrassende bekoring
meewerkte om den feitelijken inhoud tot
iets levends te maken in des lezers geest.
Het is de Bomaansche beminnelijkheid, die
zich moeite wil geven om wat men heeft te
zeggen, aangenaam te zeggen een soort
van neiging tot behagen, die zeker ver staat
boven 't zwaar-imponeerend doen met
seequipedalia verba" van onze Oostelijke na
buren.
Het is mij onmogelijk ook maar nigen
indruk te geven van de fijne voordrachtswij ze,
waarmee ons deze glimlachende waarheden
wor.ien aangeboden. De herinnering van
Psychodorus' gestorven geliefde waart als een
teere lichtglans door al de peinzingen van zijn
philosophengeest.
Een van de l'astgeu'ortelden bad zijn denk
beelden over 't we;en der zon gezegd en
hierdoor was in Ptychodorus deze peinzing
opgebloeid : Uw ziel, verdwenen liefste, is
een verborgen zon voor tny, maar die andere
regionen doorkruist. En de tijdsduren van
het Avondgebied zijn clyeeïsch noch infer
naal, maar ze verschillen weinig van de tij len
van 't oosten, en van de tijden van het
noorden, en van de tijden van het zuiden."
Ah ! la phrase trangé. Ze kwam aan als
een milde vrouwe en die in hare ne hand
e troostende waarheid aanbrengt; maar
dra werd het gelaat vijandig, de andere hand
stak een groote leege zak toe en een gebie
dend gebaar eischte dat men die vulde.
Paychodorus sprak dikwijls tot haar als
tot een onbekende die glimlachend en
vleiend tot u is gekomen maar dan zich
zonder voldoende reden aan uw voetstappen
hecht, en in wien men eindelijk een vijand
gaat vermoeden."
Dan volgt in de vloeiende taal van Psycho
dorus altijd door zonder vermoeid te maken,
beeldend tn philoeofeerend Pgychodorus
is een Griek! zijn peinsen over die ge
dachte. Tot de vreemde helderheden van
nacht en droom hem 't begrijpen brachten.
Ja philosophen van-heden, 't begrijpen in
'n Droom! Maar 't ontwaken vervaagde weer
voor een poos de helderheid.
Dan komt Psychodorus, in 't land der
blinden". Niet om er koning te zijn, maar
om door de noodzakelijke beperktheid beter
te begrijpen, Hij ondervraagt op handige
wijze n der Sani-Yevx over ruimte en tijd.
De Ruimte kan men niet kennen, is 't resul
taat van den blinde de tijd is de
verbindingt lijn der momenten.
En Prychodorus, de oogen missende die den
tijd zien, zooals de blinde de oogen mist voor
tijd n ruimte tastte in de durende on
eindigheid met handen van herinnering en
vóór-kennis, maar kon niet treden uit de lijn
die de verschillende momenten verbond.
Doch kracht van meditatie deed hem ten
naasten bij vatten wat de tijd is voor het
wezrn dat onmiddellijk staat boven den
aardscben menecb.
Neen," peinsde hij, de dunr is niet een
simpele lijn zonder diepte of breedte. Ver
schillende gedachten?zijn gelijktijdig in mij en
i k verwerkelijk in een zelfden tijd verschillende
daden. Ik adem en tegelijk s'aat mijn hart.
Mijne hadden houdeïj^een voorwerp vast,
mijne laroen kauwen spijzen en mijn oogen
zien een landschap, zonder dat mijn geest
ophoudt 'te denken. Waar zouden zooveel
gelijktijdige gebeurtenissen plaats vinden, zoo
niet op de breedte en in de diepte van 't
oogenblik? 't Eene uur schijnt mij langer dan
't andere, omdat ik minder haar breedte heb
gekend. Zoo is mijn mantel, in tweeën ge
vouwen, voor mijn verschalkte oogen langer
dan mijn mantel als hij wijd is uitgespreid.
Lang pchijnt mij de tijd vooral gedurende
de handeling. Het gevoel en de gedachte
maken hem diep. Als niets hem bezet houdt,
zie" ik alleen maar zijn eentonige lengte. Maar
Stommeling! kan je niet zeker van je
zaak zijn? Is het een collectante?"
Ik weet het niet, meneer!"
Maak dat j e wegkomt, onbruikbare lummel!
Zeg haar dat ik haar niet kan. . . Neen,
wacht eens. Laat haar binnen! En verlaat
dit kantoor aan het eind van de week!'
Woedend grommende, legde Clamp den
onafgeschreven brief op zij, in de hoop dat
zijn bezoekster een schuldenares zou zijn die
om genade kwam smeeken. Hij was in een
kostelijke stemming om eens flink optespelen.
De jongen liet tle dame binnen, zette een
stoel -voor haar neer, en ging weg.
Goeden morgen", zei de dame.
Morgen, mevrou-w" antwoordde de advo
caat, niet eens opstaande en eventjes
llauwtjes buigende. Ze za-g er niet uit als een
wanhopige debiteur, en bad ook niet den
gewonen voorraad tractaatjes van de collec
tante b\j zich. Aan den anderen kant zag
hij haar niet aan voor een mogelijk rijke
cliënte. Waarschijnlijk kwam ze slechts om
een onbeduidend advies.
Ik hoor, mevrouw", begon hij, , dat uw
naam ..."
O, laat dat voor het oogenblik maar
loopen", zeide zij rustig. Ik wou u juist
vragen, waarom' u niet opstaat, als er een
dame binnenkomt,".
Eenige seconden lang kon de advocaat
niets doen dan staren. Toen werd zijn vaal,
gladgeschoren gelaat purper.
Neem mij niet kwalijk!" stotterde hij.
Maar wat..."
Ik neem het niet kwalijk" zei de dame
kalm. Kaar u moet er voortaan om denken".
Het purperrood werd vervangen door de
bleekheid van drift.
Wat komt u doen?" schreeuwde hy schor,
op den toon waarvoor vele mannen beefden.
Wat wilt u. Wie is u?''
Maak u toch niet driftig, meneer!"
Zijn blik moest haar doen sidderen, maar
zij hield haar vaste grijze oogen op hem
gevestigd, terwijl een flauwe glimlach, die
hem in de war bracht, haar lippen krulde.
Wat wilt u dan toch?" vroeg hij op
ruwen toon. U schijnt hier onder valsche
waarom zou ik van n uur zeggen dat het
leeg is en van een ander dat 't vol is, als
gij, uren, niet dieper en breede vaten waart,
waarin wij gebaren, overpeinzingen, smarten
en vreugden gieten?
Zoo mijmerde Paychodorus, uitgestrekt op
het zand.
En zijn vinger trok, bijna werktuigely'k,
twee vormen. De beide teekeningen stelden
de teergetiefde voor, zooals hij baar eenmaal
zag in het licht van de zon, zooals< hij
haar menigmaal weerzag in het licht van
den droom. Maar n van die twee portretten
gaf haar de face" l'autre disait la grace
fine de son profil. En als Psychodorus het
werk van zijn vinger had beschouwd, sprak
hij tot de teergeliefde: Dit beeld toont maar
n van Uwe oogen. En toch roept het de
twee lichten van \Jw gelaat voor mij terug.
De ruimte is de face" van God, de tijd is
het profiel van God. Ik ben niet zoo dom
om God minder oneindig te achten wanneer
ik hem hier , dan wanneer ik hem daar
aanschouw....
En daar mijrm rt Psychodorus voort over
de mogelijkheid van meer nog dan drie
dimensies.
En zoo wordt in dit boek van mijmering,
dit werk van poète doubléd'un penseur"
voortgepeinsd, al abstracter en wonder
baarder ... en eleganter. Poète, doubléd'un
penseur" ... we herhaalden de oude
woordverbinding, die uit verwondering is ontstaan.
Maar al lezende lijst in plaats van die ver
bazing, voor ons nieuw et heelander inzicht.
We voelen dat deze man niet zoo'n fijn denker
zon zijn, dis hij niet zoo'n grooter dichter was.
Een gunstig en sierlijk-gestyleerd einde
vertelt hoe het verbaal van Psychodorua'
ondervindingen kwamen tot Han Ryner,
barbare hybride", zoon van een
Noorweegschen vader en een Catalaansche moeder.'
Hij vertaalde het in het landstaaltje dat de
Franschen uit een barbaarsch dialect, Latijn
genaamd, heoben getrokken. En toen in
de hoop geprezen te worden om zijn vinding
rijkheid of om de fouten, die zijn geringe
kennis van 't Griekseh hem had doen maken,
verborgen te houden, vernietigde dj plagiaat
pleger'toude werk. Dank zij dien beiispelijken
toeleg, hechten de lezers die van originec4e
gedachten en vernuftige vindingen houden,
groote waarde aan zijn middelmatig werk.
Onder die lezers behooren wij ook Et
a?ec enthousiasme P
HuGO -VAN SOLMKN.
Een f woord.
Geachte Heer Rentburg,
Het doet mij genoegen dat gij het wat
de ho-ofdzaak aangaat zoo geheel met mij
eens zij t. De hoofdzaak van mijn
GrootNederland-artikel is mijn critiek op uw
vertaling. En daar hebt gij niets op aan
te merken. Trouwens ten deele wist ik
dit al. Immers in uw Errata achter het He
deel vind ik uw vergissingenindeFrarcescada
Kimini-epizode volgens mijn aan wij zingen in
Het Vaderland hersteld.
Gij komt alleen op tegen enkele mijner
aanmerkingen op u w Toelichtingen. Laat ik uw
bedenkingen punt voor punt nemen.
l. Uw Toelichting by den naam Philalethes.
Ik vroeg me ook daarbij af: voor welke lezers
zijn deze aanteekeningen bestemd? Gij zegt
van Philalethes niets anders dan dat hij een
?groot Duitsch commentator" was. Voortdurend
wordt hij door u geciteerd. Had nu de lezer
geen recht om te weten (blijkens uw
aarteekening zet ge zelf zijn onwetendheid
voorop I) wanneer die groote commentator
leefde, wie hij was, en dat hij ook een be
roemde Dan te- v e r t a l i n g gaf. Waarom
van mij verondersteld dat ik 't alleen wenechte
omdat achter Philalethes zich een koning
schuil» hield ? Zou ik van u mogen veronder
stellen dat gij 't daarom alleen met opzet
verzweegt ?
Ik ben me bewust uw Toelichtingen even
welwillend en waardeerend" behandeld te
hebben, om uw eigen woorden te gebruiken,
als uw vertaling.
Ware het anders, ik zou stellig niet gezwegen
hebben over uitspraken als bijv. dl. I blz. 19:
Voor den aanvang van den tocht langs
den Louteringsberg roept hij ook de Muzen
aan, maar in het bijzonder Calliope (de
Schoon Oogige) om haar heerlijke
stem"
2. De Veltro- en Graal-kwestie.
voorwendsels binnengekomen te zijn, en als
u uw gedrag niet kunt . . ."
Och wat, malligheid! Ik kwam hier om
eens te zien hoe u werkelijk waart, meneer
Clamp. Ik had gehoord dat u heel
verschrikkeliji waart, maar u is alleen maar ruw en
schreeuwerig".
Gek., gek moet je wezen!" Hij stak zijn hand
uit om de schel op zijn lessenaar te drukken.
Kom, wees nu toch verstandig!"
Hij gaf een woesten slag op de bel.
Wat een slecht humeur!"
De advocaat kromp van woede in elkaar,
maar zweeg. Hij wist niets meer te zeggen.
De jongen kwam binnen.
Laat die... die dame uit!"
Ja meneer." De jongen keek vol ver
wachting naar de dame, die hem met een glim
lach beloonde, maar die zich niet verroerde.
Laat die dame uit!!"
De jonge keek met steeds grooteren angst
naar de dame.
Sta niet te staren, idioot!" brulde Clamp,
Hoor je niet wat ik je zeg? Laat die dame uit!"
Maar _ ze wil niet, meneer."
Laat haar uit, of ik zal.."."
Maar hier overwon toch de drift van den
jongen zijn vrees voor den patroon.
Doe het zelf, oude blaaskaak!" gilde hij
en maakte dat hij weg kwam.
De dame was een beetje bleek geworden,
maar hield haar oogen op den advocaat
gevestigd. Deze stond op, ging weer zitten en
stond weer op.JHij zag er uit of hij barsten zou.
,.Zoudt u niet liever het raam open doen
en de politie roepen?" vroeg zy.
..Als je geen vrouw waart..."
Als ik een man was, zoudt u waarschijnlijk
erg woeste en dwaze woorden gebruiken.
Maar meer zoudt u niet doen. O, neen! Ik
ben in 't geheel niet bang voor u, meneer
Clamp. Maar ik geloof dat u bang voor mij
is l U denkt dat ik gek ben, omdat ik mij
niet laat overbluffen door uw malle drukt».
U moet heusch probeeren uw slecht humeur
te bedwingen en betere manieren te leeren.
Wat een slecht voorbeeld hebt u daar aan
dien armen jongen gegeven, die juist is
weggegaan! Geen wonder dat bij zich eindelijk
Ik begryp zeer goed dat gy uw zelfstandig
gevormde meening op dit punt liefhebt.
Maar moet ik mijn indruk verzwijgen, dat
gij wat te veel tegelijk wilt bewijzen,? Is uw
eisch niet wat autoritair dat, wie niet al uw
argumenten direct te weerleggen weet waar
trouwens een boekdeel mee gemoeid kon
zijn nu ook maar ja en amen zeggen moet ?
Trouwens de wyze waarop gij betoogt is
soms zoo overstelpend, dat het moeite
kost uw logica te blijven controleeren. En
dat die wel eens van verdachte zuiverheid
k, kan ik, ook 'niet-ingewijden, aantoonen
door de behandeling van punt
3. Gy handhaaft uw meening dat Dante
zyn Helletocht voorstelt als geschied in 1301.
Ik heb u aangetoond dat, vasthoudend: 1.
half Mei 1245 als tijdstip van Dante's ge
boorte; 2. Dante's eigen meening dat het
midden van 't menschelijk leven valt in het
35ste jaar; 3. 25 Maart als den begin-datum
der gefingeerde helletocht, dit de 25ste
Maart van 1300 zyn moet. Eenvoudig omdat
Dante een jaar later niet meer in zyn 35ste,
maar in zijn Suste jaar zou geweest zijn.
Gij geeft dat alles toe en zegt: Hier heb
ik mij dus haast l jaar vergist met den leef
tijd van Dante, want op 25 Mei 1301 is hy'
haast, op 2 maanden na, 86 jaar. Goed."
Dat goed" vind ik kostelijk!
Maar," vervolgt gy', op die plaats heb
ik voorzichtigheidshalve nog slechts onder
steld, dat hij de Reis deed in 1301."
Mag ik u even aan uw eigen woorden
herinneren? Gij schreeft:
Ik verwerp de onderstelling dat de reis
gefingeerd is in 1300 ..."
Klinkt dit voorzichtig-onderstellend, of
apodictisch ?
Doch verder.
Mij geeft gij toe dat gij u vergist hebt
dat biijft de hoofdzaak. Nu gooit gy'het over
een.anderen boeg, voert mij mee naar zang
XXI en citeert deze verzen uit uw vertaling:
Juist gist'ren zijn er vijf uur meer verloopen,
Toen voor twaalfhonderd zea en zestigjaren
Gebeurde, wat die brug tot puin moest sloopen.
Gij zegt nu :
Die gebeurtenis gisteren (25 Maart) vóór
1206 jaren was Christus' dood. Er waren
1206 voorbij gestreken, om. En daar we uit
zijn (Dantes) Convivio zeker weten, dat bij
meende, dat Christus 34 jaar heeft geleefd,
waren er dus, toen hij (Dante) zich op
26 Maart daar in de Hel bevond, 34 + 1266
jaar 1300 jaar voorbij. Toen was het dus
26 Maart 1801, den dag daarvoor, waarop
de Reis begon: 25 Maart 1301.;'
Dit lijkt zoo afdoende mogelijk.
Jammer voor uw betoog dat gij weer
precies dezelfde vergissing begaat als die
gij boven erkend hebt.
Let maar op. Ik citeer met opzet uw eigen
vertaling vaii de plaats uit de Convivio,
waarop gij u beroept.
Onze Verlosser Jezus Christus ging op
de beste wijze over tot een ander leven. Hij,
die in het 34ste jaar van zijn bestaan (op
aarde) sterven wilde..."
Al genoeg.
Hoe oud menfei Kensburg is iemand
ia het 34ste jaar van ?ijn bestaan?
Vergeef me de onnoozele vraag ze dient
gedaan.
Xog gén 34 jaar, niet waar ?
Hoe kondt gij als Dante-kenner trouwens
veronderstellen dat hij op zulk een gewichtig
punt rnet de Kerk verschillen zou ?
Volgers Dante ook is Christus op zijn 34e
jaar, <ï. i. toen hij 33 jaar oud was, gekruisigd.
De becijfering wordt'du? 33 + 1266 jaar
1299 jaar voorbij. En zoo komen we, ook
langa dien weg weer tot 1300.
Ik voor mij »ind dat nu niet zoo heel erg.
Honderden hebben met mij van de schoon
heden der Dlvina Commedia kunnen genieten,
in den waan dat do gefingeerde tocht door
Hel, langs Louteringsberg naar Paradijs in
1£03 begon.
Maar voor u w appreciatie is het, dunkt
me, doodend !
Gij zegt: het is absoluut onmogelijk de
Commedia mathematisch te reconstrueeren,
als men dit (juiste getal) niet zeker weet,
noch een groot deel der symboliek ervan te
begrijpen."
En er valt aan mijn becijfering, geloof ik,
niet te tornen.
Wat na?
Ik zie maar ón uitweg voor u. En die
is : terug te komen op uw wat hooghartige
verzette. Uw leeftijd en uw goede zaak zijn
heuech geen excuus voor uw gedrag. Ziezoo!"
Haar handen beefden een beetje, maar ze
vouwde ze op haar schoot samen.
Clainp liet zich in zijn stoel vallen.
Wat.. . wat .drommel wilt u toch?" zei
hij knorrig.
Nu, zie eens, meneer Clamp, daar vergist
u zich alweer! ... Maar ik zal niet zoo
ineens al te streng met u zijn. Ik zal uw
vraag beantwoorden. Ik wil een compagnie
schap en een behoorlijke behandeling voor
myn man."
'?Wat? uw man? Wie is dat?"
De Heer Thomas Humphry."
Een paar seconden doodelijke stilte. Toen
brulde de advocaat het uit.
Zoo, dat was dus de reden van uw
onbeschaamden truc. Als je geen vrouw was ..."
Onzin. Malligheid. Kletspraat! zei mevrouw
Humphry en voegde er bij: dat is een
citaat, meneer P
Clamp greep de armleuningen van zijn stoel.
Zijn stem was heesch, toen hy' zei:
De heer Thomas Humphry verliest zijn
betrekking over een maani, mevrouw. En
u moogt u zelf danken lij mag u daarvoor
bedanken. Vandaag over een maand!"
Juist. Vandaag over een maand zal hij
hier vandaan gaan of u moet het blijven
voor hem verkieselijker weten te maken.
Ik mag zeggen, dat hij niets van mijn be
zoek van heden weet, en ik zou u niet raden
het hem te zeggen. Hij ia een heel zacht
man, maar hij kan zijn geduld verliezen, en
dan is hij verschrikkelijk. Hij praat niet, hij
handelt en volgt daarbij mijn raad. Hij
zal zeker bij u vandaan gaan als hij hoort
van ons gesprek. En het zou mij spijten
als een oud man nu, u is niet werkelijk
?oo oud alleen bleef met een zaak die
verliep. U kunt de zaak niet zelf besturen,
ziet u, en als Humphry zelf een kantoor
begint, zullen de beste klanten ik bedoel
cliënten naar hem toegaan. Het is alleen
maar omdat u oud wordt, dat Hnmphry zich
die behandeling laat welgevallen. Maar zyn
geduld zal eens uitraken".
Zulk een onbeschaamdheid " begon de
o/uclatms
40 centB per regel.
heeft sedert 190 jaar eene onwan
kelbare reputatie voor absolute
zuiverheid en kwaliteit. Vraagt
?uwen wijnhandelaar naar
proefflesschm.
Prijzen van f «.5O M f 8.5O.
Oeneraal-Agenten:
Koopmans &. Bruinier, Amsterdam.
Eenige
FabrikaBtea
V/.BengerSëhne
Stuijgart
Hoofddepót te AMSTERDAM: Kalyerstr. 157
K. F. DEÜSCHLE-BENGEE.
riEDEHLAPIDSOIE INDUSTRIE DER
MATUUR WOLLEN ONDERGOEDEREN
fiDDÜNTIP IEDER STUK DAT KRIMT
imnnii l IL WORDT TERUGGENOMEN
FABRikflirrtK VAtTOn ZONEN HMSTERDSM
> -iimjguaar bij :
Hirsch en Cie.,. ffofl., Leidscheplein.
Adr. Schakel, Hofl., Heiii^enweg.
H. Jleyer, Hofl., ^Koningsplein.
Au Bon Marcké, Kalverstraat.
lag. I4eizershof, Nieuwendijk.
E. H. Dik, Leidschestraat 10.
C. Nieuwenkamp Kotting & Zoon,
Galerij 29.
Allen te Amsterdam.
H. J. Loor, Lijnmarkt 2A, Utrecht.
E. H. Boasson & Co., Middelburg.
BOUWT te NTJNSPEET
op de VELUWE.
Inlichtingen bij Arti", doorloopende
schilderyen-tentoonstelling aldaar.
heer Clamp, en hield op. Hij voelde zich
hulpeloos.
Noch Humphry noch ik zsijn geheel
zonder middelen, meneer Clamp", merkte
zij nog op achteloozen toon op,. U moet
uzelf niet wijsmaken dat u ons kunt verslaan.
Als u getrouwd waart zoudt u den toestand
beter begrijpen. IK vraag u alleen te doen
wat billijk is. Houd op met dat snauwen en
toorfopeen praktische manie», dat u
dentwintigjarigen dienst van Humphry waardeert."
Het gelaat van den heer Clamp tconde nu
zulk een uitputting, dat zij bijna medelijden
met hem had. En opeens voelde zij zich zelf
uitgeput.
Wel" zei ze, opstaande. Ik heb alles ge
zegd, wat ik wilde zeggen, en misschien een
beetje meer, meneer Clamp. Ik zal dit ge
sprek geheel vóór mij houden, tenzij u het
anders wenscht. Een brief die om 5 uur op
de post gedaan wordt zal myn man vanavond
nog bereiken. Ik verwacht hem ongeveer
om negen uuf thuis. Mag ik hopen .. . ?"
Maar de advocaat scheen zijn stem verloren
te hebben. Zijn lippen bewogen, misschien
had hy' gedachten die hy'niet durfde te uiten.
En ik denk dat u dien jongen maar ver
geven moest. Ik voel mij daar een beetje
verantwoordelijk voor. Hij zal zeker excuus
vragen, als u hem daar een goeden kans op
geeft. Tracht iedereen een kans te geven,
meneer Clamp en het zal u |niet spijten".
Zij was onder het spreken de deur ge
naderd en verdween by' het laatste woord.
Clamp stond heel langzaam op.
Wel, ik mag gehangen worden !" zei hij
halfluid. Wat een onbeschaamdheid en
hoe drommels kranig 1..."
Thomas Humphry kwam dien avond van
zyn zending terug, moe en'terneergeslagen.
Ik ben niet geslaagd", zei hy'. Clamp zal
morgen dol zijn. Heidaarl wat beteekentdit
briefje?' Hij openda het op zyn bord, las
het, en zonk in zyn stoel terug.
Kate P zei hij schor en gaf het haar.
En mevrouw Humphry, die hevige hoofdpijn
had, lachte op een zenuwachtige-manier en
barstte toen in tranen uit.
'"?'