De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1908 13 september pagina 3

13 september 1908 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

'No. DE AMSTERD AM'MER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. 't weck van .alle theoretiseerende filosofen .samen. II. Han Ryner -»- dat ook te lezen is als Heniy Ner denker en .stylist, schreef talryke romans, en veel philoeoüe oeuvre individualiste," zooals bij 't noemt. Van dit laatste gaf ik hierboven een .drietal titels?de drie werken, die ook naar des schrijvers oordeel, zj]n beste zy'B, Laten we ze eens inzien. Toen Psycbodorup, 'a philcwoof uit de school der Gynier, haar -bad verloren die hjj liefhad, besloot hij als een Bwerveling te gaan lever, «en vreemdeling voor allen en aan alles. Zoo beginnen Les VoyagesdePsychodore," Etranger 4 tout et d tous." Zoo iemand ziet de dingen on-bevangen en dat 't aardig en mér dan dat kan wezen naar zulk een onbevangen oordeel te luisteren, dat weten wel al degenen die kinderopmer kingen om zich hebben gehoord En dieper nog weten zy het, die zelf wel weer ineens 'es kinderen worden, en plots in 'n heel gewoon dagelijksch ding machtig het Mysterie voelen waarin al ons leven ligt. Zulk een kind is Psychodorus. Men voejt ? hoe ver dezeopvattingvanlevens-bemymering (mag ik aoo phüosofie" vertalen?) afstaat ?van t systeem, dat de zieligheid, de intui??tieve plaatste beneden 't hoog beleven der dingen in den geest"! Bij zoo groot-theoreifech-verschil echter meer blijdeovereenkomst in de practijk. De praktijk is voor beide: -waarheid spreken. Nn ie 't bei and, dat kindereneen dergelijke reputatie hebben. Een spreekwoord dat heel oud moet zyn, immers blijkbaar van voor , de uitvmdujg, -der filosofen dateert, noemt 'jjj§e kin^lji*>als zoodanig samen met een s^tndete ruljriek -wezens, die naar onze tegen'*-odrdige*''*ëtenechap zeer na aan 't genie '*&.'*au!t :$ifc', £n waarvoor de meest .in de - -waarheid ^meedoende" philosoof dus wel geen bezwaar kan hebben te worden gesub stitueerd. Kinderen en phüoscfen zeggen de waarheid" dus. Luisteren we dan wat naar Psychodorus, ,kind rrfilosoof. En tot meerdere waardeering «ij t maar dadelijk erbij gezegd: niet-lichtelijk getroubleerd ook. Als er dus nu geen waarheid komt I .Psychodorus .begint zijn reizen. Als hij honger had, at hij 't geen hem voor de hand kwam. Dikwijls werd hiertegen geprotestee;d door den een óf ander, die dat voedsel vol strekt niet neqdig had, maar er de eigenaar van, t>ew«er,de tézijn. Psychodorus hoorde de kreten niet. SÖTÜS stiet de heer van 't voedsel den Cynicus weg, die, uit zijn droom gewekt,, met, zijn -s.tok ..«leeg. .Maar slaven .snelden toe.' Ze grepen den brutalen kerel, i'die den honger beschouwde als een reden 1 om . ^t$"5ete'n;.~»Men -sleepte hem voor rechtbanEen.'Evenwel, hy' wist dat de ooren der rechters, toegestopt met 't wettenweefsel, ? niet meer :hooren kunnen en antwoordde niet op de vragen die hem werden gesteld. "Gewoonlijk hield men hem voor gek, en liet hem gaan. Andere keeren stopten ze hem weer "-eens voor een dag of wat in de gevangenis.... 's Avonds ging P*ychodorus gelijk met d? zon ter i-ust» Wanneer hy vrij was, was zijn bed' de kaït van de weg of de bodem van een droge stroom. En zoo, altyd zwijgende, ging hij. Hij zag m«ar heele gewone dingen, maar voor zijn geest warèhet eeuwige symbolen. Na drie jaren -beginnen zijn wonderbare ontmoetingen.'Achtten-twintig zijn het er, dte elk een afzonderlek hoofdstuk vormen. Ce.'titels van dié'hoofdstukken zijn: Les Enraeinés (Lrs 'Saiu-Yeux) Les Rétrogrades (aè« Sommet gliitanty 'LeDésfrt(LeDieuvisible) Les Voiles d'Isis (Les Pitaniates identiques) i*« phémères (Les Imvnorfttt^O ma mère, -lu e» mon pi>e (La Fonctiety-fjjts Taureavx (Les Statvei] Les 'Faniome®(-Ê*%fcpi<,«ewa) L'lMerralle (Une biurre de eligióri) Les Amourevx (La Mauïaiie Meute) Les Nuai,es (Les Grands 'Vivants (L'Enfer) Le, Lieutertant-de Philippe ? (Le Suicidt) Les Etages (Les Dicèphalea} Le , dernier toyage. Les JEnracinés waren in den grond gewor telde geslachtlooze, onsterfelijke reuzen, met , een levensbeschouwing, bepaald door de beperktheid^iuinnèr horizon. Mea denkt ir beeren. Op het eind van die maand kwam hy op een avond meer ontstemd thuis dan ooit. Clamp sprong vandaag heelemaai uit zijn vel," zeide hij, terwijl hij zijn hoofd schudde tegen de koekjes die zijn vrouw 's middags met veel zorg en moeite had klaar gemaakt. Zijn taal was gruwel ijk. Ik moet morgen naar Perryburn tusschen twee haakjes ik zal laat thuis komen, Kate en als ife <fe. zaak niet tot zijn tevredenheid in orde^b-reng, krijg ik mijn ontslag. Dat is een reu V' Hij zonk achterover in zijn stoel en'kremnde. Je bent alleen maar een beetje bedrukt, Torn," zei zijn vrouw, glimlachend en poogde een van haar eigen koetjes te eten zonder dat het haar in de keel bleef steken. Het zal wel terecht komen, lieve man!" Thomas kreunde alweer. Je hebt een haas getrouwd, Kate," zuchte hij. Een haas l" Ze deed moeite om te lachen en zei: We zullen er wel doorheen komen, beste. Maar je moet je zejf niet meer een haas noemen." De heer damp was bezig aan een aange naam werk: het opstellen van een dreigbrief aan een armen stakker die aan een van zijn cliënten de som van drie pond, twaalf shilling en «If penoe -schuldig was, toen de kan toorjongen binnen kwam met de boodschap dat er een dame was om hem te spreken. Clamp bad een afschuw van alle vrouwen die geen cliënten weren en die duldde hij dan nog maar noode en stuurde gewoonlijk Humphry op ze af. Maar heden was zyn klerkafwezig. Wie is ze? Wat komt ze doen?" beet bij den jongen toe, die pas in dienst .WAS. Clamp's kantoorjongens waren altijd pas in dienst. Haar naam," de jongen glimlachte is mevrouw Haas." Wjaarom. grinnek je, idioot ?" Neem me niet*kwaJy'k, meneer. De naam, meneer..." Lummell Wat wil ze?" Ze zei dat het «en -privéaangelegenheid was, meneer", zei de jongen, nu ernstig ge noeg geworden. Is hel een dame." Ik geloof van wel, meneer?" bij aan de krekelschool uit De Kleine Johannet. Psychodorus vertelt hun, dat hun grenzen maar schijn a ij D. Achter hun bergen gaat het leven verder, niet ,veel 'Velschillend ?an wat bij hen is. Kreten en «teenen beant woorden la simplicitéblessante de la vérité". Men had de streken achter die bergen met de paradijzen en de hel van het hiernamaals gevuld I Dit zoo geresumeerd, schijnt 'n wei-aardig allegorietje. Maar wie het oorspronkelijke leest, zal genieten van de fijne uitwerking; de geestige consequenties in de teekening van 't uiterlijk dezer vastgewortelden". En men bedenke toch eens hoezeer de prikke ling van telkens weer verrassende bekoring meewerkte om den feitelijken inhoud tot iets levends te maken in des lezers geest. Het is de Bomaansche beminnelijkheid, die zich moeite wil geven om wat men heeft te zeggen, aangenaam te zeggen een soort van neiging tot behagen, die zeker ver staat boven 't zwaar-imponeerend doen met seequipedalia verba" van onze Oostelijke na buren. Het is mij onmogelijk ook maar nigen indruk te geven van de fijne voordrachtswij ze, waarmee ons deze glimlachende waarheden wor.ien aangeboden. De herinnering van Psychodorus' gestorven geliefde waart als een teere lichtglans door al de peinzingen van zijn philosophengeest. Een van de l'astgeu'ortelden bad zijn denk beelden over 't we;en der zon gezegd en hierdoor was in Ptychodorus deze peinzing opgebloeid : Uw ziel, verdwenen liefste, is een verborgen zon voor tny, maar die andere regionen doorkruist. En de tijdsduren van het Avondgebied zijn clyeeïsch noch infer naal, maar ze verschillen weinig van de tij len van 't oosten, en van de tijden van het noorden, en van de tijden van het zuiden." Ah ! la phrase trangé. Ze kwam aan als een milde vrouwe en die in hare ne hand e troostende waarheid aanbrengt; maar dra werd het gelaat vijandig, de andere hand stak een groote leege zak toe en een gebie dend gebaar eischte dat men die vulde. Paychodorus sprak dikwijls tot haar als tot een onbekende die glimlachend en vleiend tot u is gekomen maar dan zich zonder voldoende reden aan uw voetstappen hecht, en in wien men eindelijk een vijand gaat vermoeden." Dan volgt in de vloeiende taal van Psycho dorus altijd door zonder vermoeid te maken, beeldend tn philoeofeerend Pgychodorus is een Griek! zijn peinsen over die ge dachte. Tot de vreemde helderheden van nacht en droom hem 't begrijpen brachten. Ja philosophen van-heden, 't begrijpen in 'n Droom! Maar 't ontwaken vervaagde weer voor een poos de helderheid. Dan komt Psychodorus, in 't land der blinden". Niet om er koning te zijn, maar om door de noodzakelijke beperktheid beter te begrijpen, Hij ondervraagt op handige wijze n der Sani-Yevx over ruimte en tijd. De Ruimte kan men niet kennen, is 't resul taat van den blinde de tijd is de verbindingt lijn der momenten. En Prychodorus, de oogen missende die den tijd zien, zooals de blinde de oogen mist voor tijd n ruimte tastte in de durende on eindigheid met handen van herinnering en vóór-kennis, maar kon niet treden uit de lijn die de verschillende momenten verbond. Doch kracht van meditatie deed hem ten naasten bij vatten wat de tijd is voor het wezrn dat onmiddellijk staat boven den aardscben menecb. Neen," peinsde hij, de dunr is niet een simpele lijn zonder diepte of breedte. Ver schillende gedachten?zijn gelijktijdig in mij en i k verwerkelijk in een zelfden tijd verschillende daden. Ik adem en tegelijk s'aat mijn hart. Mijne hadden houdeïj^een voorwerp vast, mijne laroen kauwen spijzen en mijn oogen zien een landschap, zonder dat mijn geest ophoudt 'te denken. Waar zouden zooveel gelijktijdige gebeurtenissen plaats vinden, zoo niet op de breedte en in de diepte van 't oogenblik? 't Eene uur schijnt mij langer dan 't andere, omdat ik minder haar breedte heb gekend. Zoo is mijn mantel, in tweeën ge vouwen, voor mijn verschalkte oogen langer dan mijn mantel als hij wijd is uitgespreid. Lang pchijnt mij de tijd vooral gedurende de handeling. Het gevoel en de gedachte maken hem diep. Als niets hem bezet houdt, zie" ik alleen maar zijn eentonige lengte. Maar Stommeling! kan je niet zeker van je zaak zijn? Is het een collectante?" Ik weet het niet, meneer!" Maak dat j e wegkomt, onbruikbare lummel! Zeg haar dat ik haar niet kan. . . Neen, wacht eens. Laat haar binnen! En verlaat dit kantoor aan het eind van de week!' Woedend grommende, legde Clamp den onafgeschreven brief op zij, in de hoop dat zijn bezoekster een schuldenares zou zijn die om genade kwam smeeken. Hij was in een kostelijke stemming om eens flink optespelen. De jongen liet tle dame binnen, zette een stoel -voor haar neer, en ging weg. Goeden morgen", zei de dame. Morgen, mevrou-w" antwoordde de advo caat, niet eens opstaande en eventjes llauwtjes buigende. Ze za-g er niet uit als een wanhopige debiteur, en bad ook niet den gewonen voorraad tractaatjes van de collec tante b\j zich. Aan den anderen kant zag hij haar niet aan voor een mogelijk rijke cliënte. Waarschijnlijk kwam ze slechts om een onbeduidend advies. Ik hoor, mevrouw", begon hij, , dat uw naam ..." O, laat dat voor het oogenblik maar loopen", zeide zij rustig. Ik wou u juist vragen, waarom' u niet opstaat, als er een dame binnenkomt,". Eenige seconden lang kon de advocaat niets doen dan staren. Toen werd zijn vaal, gladgeschoren gelaat purper. Neem mij niet kwalijk!" stotterde hij. Maar wat..." Ik neem het niet kwalijk" zei de dame kalm. Kaar u moet er voortaan om denken". Het purperrood werd vervangen door de bleekheid van drift. Wat komt u doen?" schreeuwde hy schor, op den toon waarvoor vele mannen beefden. Wat wilt u. Wie is u?'' Maak u toch niet driftig, meneer!" Zijn blik moest haar doen sidderen, maar zij hield haar vaste grijze oogen op hem gevestigd, terwijl een flauwe glimlach, die hem in de war bracht, haar lippen krulde. Wat wilt u dan toch?" vroeg hij op ruwen toon. U schijnt hier onder valsche waarom zou ik van n uur zeggen dat het leeg is en van een ander dat 't vol is, als gij, uren, niet dieper en breede vaten waart, waarin wij gebaren, overpeinzingen, smarten en vreugden gieten? Zoo mijmerde Paychodorus, uitgestrekt op het zand. En zijn vinger trok, bijna werktuigely'k, twee vormen. De beide teekeningen stelden de teergetiefde voor, zooals hij baar eenmaal zag in het licht van de zon, zooals< hij haar menigmaal weerzag in het licht van den droom. Maar n van die twee portretten gaf haar de face" l'autre disait la grace fine de son profil. En als Psychodorus het werk van zijn vinger had beschouwd, sprak hij tot de teergeliefde: Dit beeld toont maar n van Uwe oogen. En toch roept het de twee lichten van \Jw gelaat voor mij terug. De ruimte is de face" van God, de tijd is het profiel van God. Ik ben niet zoo dom om God minder oneindig te achten wanneer ik hem hier , dan wanneer ik hem daar aanschouw.... En daar mijrm rt Psychodorus voort over de mogelijkheid van meer nog dan drie dimensies. En zoo wordt in dit boek van mijmering, dit werk van poète doubléd'un penseur" voortgepeinsd, al abstracter en wonder baarder ... en eleganter. Poète, doubléd'un penseur" ... we herhaalden de oude woordverbinding, die uit verwondering is ontstaan. Maar al lezende lijst in plaats van die ver bazing, voor ons nieuw et heelander inzicht. We voelen dat deze man niet zoo'n fijn denker zon zijn, dis hij niet zoo'n grooter dichter was. Een gunstig en sierlijk-gestyleerd einde vertelt hoe het verbaal van Psychodorua' ondervindingen kwamen tot Han Ryner, barbare hybride", zoon van een Noorweegschen vader en een Catalaansche moeder.' Hij vertaalde het in het landstaaltje dat de Franschen uit een barbaarsch dialect, Latijn genaamd, heoben getrokken. En toen in de hoop geprezen te worden om zijn vinding rijkheid of om de fouten, die zijn geringe kennis van 't Griekseh hem had doen maken, verborgen te houden, vernietigde dj plagiaat pleger'toude werk. Dank zij dien beiispelijken toeleg, hechten de lezers die van originec4e gedachten en vernuftige vindingen houden, groote waarde aan zijn middelmatig werk. Onder die lezers behooren wij ook Et a?ec enthousiasme P HuGO -VAN SOLMKN. Een f woord. Geachte Heer Rentburg, Het doet mij genoegen dat gij het wat de ho-ofdzaak aangaat zoo geheel met mij eens zij t. De hoofdzaak van mijn GrootNederland-artikel is mijn critiek op uw vertaling. En daar hebt gij niets op aan te merken. Trouwens ten deele wist ik dit al. Immers in uw Errata achter het He deel vind ik uw vergissingenindeFrarcescada Kimini-epizode volgens mijn aan wij zingen in Het Vaderland hersteld. Gij komt alleen op tegen enkele mijner aanmerkingen op u w Toelichtingen. Laat ik uw bedenkingen punt voor punt nemen. l. Uw Toelichting by den naam Philalethes. Ik vroeg me ook daarbij af: voor welke lezers zijn deze aanteekeningen bestemd? Gij zegt van Philalethes niets anders dan dat hij een ?groot Duitsch commentator" was. Voortdurend wordt hij door u geciteerd. Had nu de lezer geen recht om te weten (blijkens uw aarteekening zet ge zelf zijn onwetendheid voorop I) wanneer die groote commentator leefde, wie hij was, en dat hij ook een be roemde Dan te- v e r t a l i n g gaf. Waarom van mij verondersteld dat ik 't alleen wenechte omdat achter Philalethes zich een koning schuil» hield ? Zou ik van u mogen veronder stellen dat gij 't daarom alleen met opzet verzweegt ? Ik ben me bewust uw Toelichtingen even welwillend en waardeerend" behandeld te hebben, om uw eigen woorden te gebruiken, als uw vertaling. Ware het anders, ik zou stellig niet gezwegen hebben over uitspraken als bijv. dl. I blz. 19: Voor den aanvang van den tocht langs den Louteringsberg roept hij ook de Muzen aan, maar in het bijzonder Calliope (de Schoon Oogige) om haar heerlijke stem" 2. De Veltro- en Graal-kwestie. voorwendsels binnengekomen te zijn, en als u uw gedrag niet kunt . . ." Och wat, malligheid! Ik kwam hier om eens te zien hoe u werkelijk waart, meneer Clamp. Ik had gehoord dat u heel verschrikkeliji waart, maar u is alleen maar ruw en schreeuwerig". Gek., gek moet je wezen!" Hij stak zijn hand uit om de schel op zijn lessenaar te drukken. Kom, wees nu toch verstandig!" Hij gaf een woesten slag op de bel. Wat een slecht humeur!" De advocaat kromp van woede in elkaar, maar zweeg. Hij wist niets meer te zeggen. De jongen kwam binnen. Laat die... die dame uit!" Ja meneer." De jongen keek vol ver wachting naar de dame, die hem met een glim lach beloonde, maar die zich niet verroerde. Laat die dame uit!!" De jonge keek met steeds grooteren angst naar de dame. Sta niet te staren, idioot!" brulde Clamp, Hoor je niet wat ik je zeg? Laat die dame uit!" Maar _ ze wil niet, meneer." Laat haar uit, of ik zal.."." Maar hier overwon toch de drift van den jongen zijn vrees voor den patroon. Doe het zelf, oude blaaskaak!" gilde hij en maakte dat hij weg kwam. De dame was een beetje bleek geworden, maar hield haar oogen op den advocaat gevestigd. Deze stond op, ging weer zitten en stond weer op.JHij zag er uit of hij barsten zou. ,.Zoudt u niet liever het raam open doen en de politie roepen?" vroeg zy. ..Als je geen vrouw waart..." Als ik een man was, zoudt u waarschijnlijk erg woeste en dwaze woorden gebruiken. Maar meer zoudt u niet doen. O, neen! Ik ben in 't geheel niet bang voor u, meneer Clamp. Maar ik geloof dat u bang voor mij is l U denkt dat ik gek ben, omdat ik mij niet laat overbluffen door uw malle drukt». U moet heusch probeeren uw slecht humeur te bedwingen en betere manieren te leeren. Wat een slecht voorbeeld hebt u daar aan dien armen jongen gegeven, die juist is weggegaan! Geen wonder dat bij zich eindelijk Ik begryp zeer goed dat gy uw zelfstandig gevormde meening op dit punt liefhebt. Maar moet ik mijn indruk verzwijgen, dat gij wat te veel tegelijk wilt bewijzen,? Is uw eisch niet wat autoritair dat, wie niet al uw argumenten direct te weerleggen weet waar trouwens een boekdeel mee gemoeid kon zijn nu ook maar ja en amen zeggen moet ? Trouwens de wyze waarop gij betoogt is soms zoo overstelpend, dat het moeite kost uw logica te blijven controleeren. En dat die wel eens van verdachte zuiverheid k, kan ik, ook 'niet-ingewijden, aantoonen door de behandeling van punt 3. Gy handhaaft uw meening dat Dante zyn Helletocht voorstelt als geschied in 1301. Ik heb u aangetoond dat, vasthoudend: 1. half Mei 1245 als tijdstip van Dante's ge boorte; 2. Dante's eigen meening dat het midden van 't menschelijk leven valt in het 35ste jaar; 3. 25 Maart als den begin-datum der gefingeerde helletocht, dit de 25ste Maart van 1300 zyn moet. Eenvoudig omdat Dante een jaar later niet meer in zyn 35ste, maar in zijn Suste jaar zou geweest zijn. Gij geeft dat alles toe en zegt: Hier heb ik mij dus haast l jaar vergist met den leef tijd van Dante, want op 25 Mei 1301 is hy' haast, op 2 maanden na, 86 jaar. Goed." Dat goed" vind ik kostelijk! Maar," vervolgt gy', op die plaats heb ik voorzichtigheidshalve nog slechts onder steld, dat hij de Reis deed in 1301." Mag ik u even aan uw eigen woorden herinneren? Gij schreeft: Ik verwerp de onderstelling dat de reis gefingeerd is in 1300 ..." Klinkt dit voorzichtig-onderstellend, of apodictisch ? Doch verder. Mij geeft gij toe dat gij u vergist hebt dat biijft de hoofdzaak. Nu gooit gy'het over een.anderen boeg, voert mij mee naar zang XXI en citeert deze verzen uit uw vertaling: Juist gist'ren zijn er vijf uur meer verloopen, Toen voor twaalfhonderd zea en zestigjaren Gebeurde, wat die brug tot puin moest sloopen. Gij zegt nu : Die gebeurtenis gisteren (25 Maart) vóór 1206 jaren was Christus' dood. Er waren 1206 voorbij gestreken, om. En daar we uit zijn (Dantes) Convivio zeker weten, dat bij meende, dat Christus 34 jaar heeft geleefd, waren er dus, toen hij (Dante) zich op 26 Maart daar in de Hel bevond, 34 + 1266 jaar 1300 jaar voorbij. Toen was het dus 26 Maart 1801, den dag daarvoor, waarop de Reis begon: 25 Maart 1301.;' Dit lijkt zoo afdoende mogelijk. Jammer voor uw betoog dat gij weer precies dezelfde vergissing begaat als die gij boven erkend hebt. Let maar op. Ik citeer met opzet uw eigen vertaling vaii de plaats uit de Convivio, waarop gij u beroept. Onze Verlosser Jezus Christus ging op de beste wijze over tot een ander leven. Hij, die in het 34ste jaar van zijn bestaan (op aarde) sterven wilde..." Al genoeg. Hoe oud menfei Kensburg is iemand ia het 34ste jaar van ?ijn bestaan? Vergeef me de onnoozele vraag ze dient gedaan. Xog gén 34 jaar, niet waar ? Hoe kondt gij als Dante-kenner trouwens veronderstellen dat hij op zulk een gewichtig punt rnet de Kerk verschillen zou ? Volgers Dante ook is Christus op zijn 34e jaar, <ï. i. toen hij 33 jaar oud was, gekruisigd. De becijfering wordt'du? 33 + 1266 jaar 1299 jaar voorbij. En zoo komen we, ook langa dien weg weer tot 1300. Ik voor mij »ind dat nu niet zoo heel erg. Honderden hebben met mij van de schoon heden der Dlvina Commedia kunnen genieten, in den waan dat do gefingeerde tocht door Hel, langs Louteringsberg naar Paradijs in 1£03 begon. Maar voor u w appreciatie is het, dunkt me, doodend ! Gij zegt: het is absoluut onmogelijk de Commedia mathematisch te reconstrueeren, als men dit (juiste getal) niet zeker weet, noch een groot deel der symboliek ervan te begrijpen." En er valt aan mijn becijfering, geloof ik, niet te tornen. Wat na? Ik zie maar ón uitweg voor u. En die is : terug te komen op uw wat hooghartige verzette. Uw leeftijd en uw goede zaak zijn heuech geen excuus voor uw gedrag. Ziezoo!" Haar handen beefden een beetje, maar ze vouwde ze op haar schoot samen. Clainp liet zich in zijn stoel vallen. Wat.. . wat .drommel wilt u toch?" zei hij knorrig. Nu, zie eens, meneer Clamp, daar vergist u zich alweer! ... Maar ik zal niet zoo ineens al te streng met u zijn. Ik zal uw vraag beantwoorden. Ik wil een compagnie schap en een behoorlijke behandeling voor myn man." '?Wat? uw man? Wie is dat?" De Heer Thomas Humphry." Een paar seconden doodelijke stilte. Toen brulde de advocaat het uit. Zoo, dat was dus de reden van uw onbeschaamden truc. Als je geen vrouw was ..." Onzin. Malligheid. Kletspraat! zei mevrouw Humphry en voegde er bij: dat is een citaat, meneer P Clamp greep de armleuningen van zijn stoel. Zijn stem was heesch, toen hy' zei: De heer Thomas Humphry verliest zijn betrekking over een maani, mevrouw. En u moogt u zelf danken lij mag u daarvoor bedanken. Vandaag over een maand!" Juist. Vandaag over een maand zal hij hier vandaan gaan of u moet het blijven voor hem verkieselijker weten te maken. Ik mag zeggen, dat hij niets van mijn be zoek van heden weet, en ik zou u niet raden het hem te zeggen. Hij ia een heel zacht man, maar hij kan zijn geduld verliezen, en dan is hij verschrikkelijk. Hij praat niet, hij handelt en volgt daarbij mijn raad. Hij zal zeker bij u vandaan gaan als hij hoort van ons gesprek. En het zou mij spijten als een oud man nu, u is niet werkelijk ?oo oud alleen bleef met een zaak die verliep. U kunt de zaak niet zelf besturen, ziet u, en als Humphry zelf een kantoor begint, zullen de beste klanten ik bedoel cliënten naar hem toegaan. Het is alleen maar omdat u oud wordt, dat Hnmphry zich die behandeling laat welgevallen. Maar zyn geduld zal eens uitraken". Zulk een onbeschaamdheid " begon de o/uclatms 40 centB per regel. heeft sedert 190 jaar eene onwan kelbare reputatie voor absolute zuiverheid en kwaliteit. Vraagt ?uwen wijnhandelaar naar proefflesschm. Prijzen van f «.5O M f 8.5O. Oeneraal-Agenten: Koopmans &. Bruinier, Amsterdam. Eenige FabrikaBtea V/.BengerSëhne Stuijgart Hoofddepót te AMSTERDAM: Kalyerstr. 157 K. F. DEÜSCHLE-BENGEE. riEDEHLAPIDSOIE INDUSTRIE DER MATUUR WOLLEN ONDERGOEDEREN fiDDÜNTIP IEDER STUK DAT KRIMT imnnii l IL WORDT TERUGGENOMEN FABRikflirrtK VAtTOn ZONEN HMSTERDSM > -iimjguaar bij : Hirsch en Cie.,. ffofl., Leidscheplein. Adr. Schakel, Hofl., Heiii^enweg. H. Jleyer, Hofl., ^Koningsplein. Au Bon Marcké, Kalverstraat. lag. I4eizershof, Nieuwendijk. E. H. Dik, Leidschestraat 10. C. Nieuwenkamp Kotting & Zoon, Galerij 29. Allen te Amsterdam. H. J. Loor, Lijnmarkt 2A, Utrecht. E. H. Boasson & Co., Middelburg. BOUWT te NTJNSPEET op de VELUWE. Inlichtingen bij Arti", doorloopende schilderyen-tentoonstelling aldaar. heer Clamp, en hield op. Hij voelde zich hulpeloos. Noch Humphry noch ik zsijn geheel zonder middelen, meneer Clamp", merkte zij nog op achteloozen toon op,. U moet uzelf niet wijsmaken dat u ons kunt verslaan. Als u getrouwd waart zoudt u den toestand beter begrijpen. IK vraag u alleen te doen wat billijk is. Houd op met dat snauwen en toorfopeen praktische manie», dat u dentwintigjarigen dienst van Humphry waardeert." Het gelaat van den heer Clamp tconde nu zulk een uitputting, dat zij bijna medelijden met hem had. En opeens voelde zij zich zelf uitgeput. Wel" zei ze, opstaande. Ik heb alles ge zegd, wat ik wilde zeggen, en misschien een beetje meer, meneer Clamp. Ik zal dit ge sprek geheel vóór mij houden, tenzij u het anders wenscht. Een brief die om 5 uur op de post gedaan wordt zal myn man vanavond nog bereiken. Ik verwacht hem ongeveer om negen uuf thuis. Mag ik hopen .. . ?" Maar de advocaat scheen zijn stem verloren te hebben. Zijn lippen bewogen, misschien had hy' gedachten die hy'niet durfde te uiten. En ik denk dat u dien jongen maar ver geven moest. Ik voel mij daar een beetje verantwoordelijk voor. Hij zal zeker excuus vragen, als u hem daar een goeden kans op geeft. Tracht iedereen een kans te geven, meneer Clamp en het zal u |niet spijten". Zij was onder het spreken de deur ge naderd en verdween by' het laatste woord. Clamp stond heel langzaam op. Wel, ik mag gehangen worden !" zei hij halfluid. Wat een onbeschaamdheid en hoe drommels kranig 1..." Thomas Humphry kwam dien avond van zyn zending terug, moe en'terneergeslagen. Ik ben niet geslaagd", zei hy'. Clamp zal morgen dol zijn. Heidaarl wat beteekentdit briefje?' Hij openda het op zyn bord, las het, en zonk in zyn stoel terug. Kate P zei hij schor en gaf het haar. En mevrouw Humphry, die hevige hoofdpijn had, lachte op een zenuwachtige-manier en barstte toen in tranen uit. '"?'

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl