Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1633
men nog rekening houden met de niet onbe
langrijke hoeveelheden, die nog onder weg
zyn. Derhalve is een meer dan gewone hoe
veelheid, oude wol aog in de eerste hand,
terwijl op l dezer de veilingen van nieuwe
wol (1808/9) te Adelaide reeds zijn begonnen.
Ondanks dit groote aanbod, hebben de
prezen zich by de jongste veilingen vrij goed
gebonden en zijn alleen de mindere kwali
teiten + 5 % gedaald, terwijl de betere
soorten zich op het prijsniveau van de
Juliveiling hebben kunnen handhaven. Daarbij
dient in aanmerking genomen, dat bij de
5e veiling meestal ieder jaar eenige druk
op de pryzen wordt geoefend om de nieuwe
wol aan de oversseesehe markten goedkoop
machtig te worden. Ook ditmaal is deze
methode in practijk gebracht, maar tot dusver
heeft ze, ondanks de minder gunstige statis
tische positie van het artikel, weinig kwaad
gedaan, 't Is dan ook minder bet prijs-niveau,
dan wél de groote voorraad van fabrikaten
en halffabrikaten in Engeland, gevoegd bij
den aanzienlijken voorraad van grondstof in
de eerste hand, die by den
weinig-bemoedigenden stand van zaken in 't algemeen de
vooruitzichten voorloopig minder rooskleurig
maken.
Ook de toestand der katoen-nijverheid laat
te wenschen. Op dit terrein beheerscht de
reusachtige uitsluiting te Lancashire thans
grootendeels de markt-positie.
In Engeland is in den loop der laatste
jaren het aantal weefgetouwen enorm ver
meerderd en die kolossale uitbreiding moest
noodzakelijk tot overproductie leiden, toen
op de hoogconjunctuur van 1905 en 1908 in
het laatst van 1907 een belangrijke vermin
dering van den afzet volgde.
De spinnerijen probeerden de loonen te
verlagen, waarmede de werklieden geen ge
noegen namen; de uitsluiting, waartoe de
werkgevers daarop overgingen, duurt nu reeds
eenige weken, waardoor ongeveer 100.000
mannelijke en vrouwelijke arbeiders werkloos
zijn. Spoedig zullen de wevere gebrek aan
garen hebben en aangezien het aantal arbei
ders in de weverijen veel grooter is dan in
de 'spinnerijen, dreigt bet leger der
werkloozen te verdubbelen, misschien te verdrie
voudigen, indien de strijd niet spoedig wordt
by'gelegd. En als gevolg van den stilstand,
zullen ook de bleekerijeu, drukkerijen en
appreteer-inrichtingen gedwongen worden den
arbeid te staken, zoodat de grootste tak van
nijverheid, niet alleen in Engeland, maar in
het algemeen, ernstig wordt bedreigd.
_0p de katoen-prijzen hebben de gebeurte
nissen te Lancashire tot dusver aog een naar
verhouding geringen druk uitgeoefend; de
noteering is nl. van 19 tot 30 September 11.
slechts van 5.45 d. tot 5.26 d. gedaald. Mis
schien zou de prijsverlaging van meer
beteekenis zyn geweest, wanneer de berichten
omtrent den oogst in Amerika riet bepaald
ongunstiger waren geworden.
. Want nadat men in Augustus 11. de op
brengst nog op 14 mülioaa balen, zelfs daar
boven, had geraamd, terwijl de grootste oogst
tot dusver IS'/j millioen balen had opge
leverd, is men allengs tot een schatting vaa
circa ll'/2 millioen, dua ongeveer als de
vorige oogst, teruggegaan. En al is deze tijd des
jaars nog te vroeg voor een onvoorwaardelijk
betrouwbare becijfering van de opbrengst,
toch hebben de minder hooge verwachtingen
cenigen invloed uitgeoefend.
Misschien zou de industrie een verdere
t er u g zang van de katoen-prijzen niet onaan
genaam zijn, vooral in Duitschland, waar de
spinners nog altijd het nad«el ondervinden
van eea ongunstige verhouding van de prijzen
der grondstof en die van de garens, zoodat
thans, ook ai is voor hen de toestand door
de uitsluiting in Engeland eenfgermate beter
geworden, de verkoop van garens met eenigg
zins loone&de winst haast onmogelijk is.
Een meer langdurige staking van het bedrijf
in Engeland zou allengs in dit land den aan
wezigen voorraad garens en geweven goed
uitputten en dan zouden voor de concur
renten van het vasteland de export-vooruit
zichten beter worden. Maar dit weten de
Brieven van Oom Jodocns.
XXYI.
ngelsche belanghebbenden evengoed en als
de nood aan den man komt, zullen zij wel
een middel weten te vinden om den
loonstrijd te doen eindigen en de buitenlandsche
concurrentie te beletten vasten voet op hun
terrein te verkregen.
9/10 '08. V. D. S.
Waarde Neef!
Toen ik verleden week in een onzer
groote en fatsoenlijke dagbladen las, dat
de redactie geërgerd was door jouw toon"
in een polemiek met haar, toen kon en
mocht ik een zucht niet weerhouden.
Immers, zij het ook met een bloedend
hart, ik moest die klacht beamen. Ea
daar ik nu eenmaal van mijn hart geen
moordkuil maak zelfs niet als het
bloedt v/il ik in mijn haast vader
lijke correspondentie je wel eens enkele
wenken geven over den toon, den goeden
of nog liever den gekuischten toon.
Ik ga daar met te meer ijver toe over
waar ik weet, dat gij met en op dien toon
niet alleen staat, dat de slechte, de ver
keerde toon zich op vele plaatsen doet
hooren; en ik doe het zelfs met vreugde
nu ik gelezen heb dat Burgemeester en
Wethouders van Amsterdam ala vurige
verdedigers van den goeden toon kracht
dadig zijn opgetreden, en onder toe
juiching van alle goedgezinden in den
lande zeker zullen blijven optreden. Zoo
is dus niet slechts het euvel gesignaleerd
NIEUWE UITGAVE».
De Khimono, benevens twee. andere
OostIndische verhalen, door CREUSESOL. 's Gra
ven hage, G. C. T. van Dorp & Co.
Van den Spiegel die niet loog, door C. J.
VAN GBEL.
Dt duistert Macht, door L. H. A. DEABBE.
Beide: Amsterdem, D. Buya Dzn.
Karin Michaëlii, Gyda. Uit het Deensch,
bewerkt door EMY THOMAS.
De verovering van Jeruzalem. Roman door
MYHIAM HABRY. Beide: Zalt-Bommel, H. J.
van de Garde & Co.
The Life of Tolsloy, First Fifty Years, by
Aylmer Maude. London, Archibald Constable
and Co. Ltd.
De Revisor, Comedie in vijf bedrijven, van
N. W. GOGOLJ. Uit het Russisch, door JOSIXE
C. TEEMAAT. Amsterdam, Maas & Van
Suchtelen.
De groole maatschappelijke verschijnselen.
Algemeene bibliotheek der Samenleving. De
Volksvertegenwoordiging, naar HKLLMUTH vos
GERLACH, bewerkt door H. PYTTEKSKN TZN.
Amsterdam, Cohen Zonen.
Prostitutie en Meisjeshandel, door dr. OTTO
HENNK AM RHYN, vertaald door W. A. VROEGOP.
Aan onze jonge mannen." Verslag van
een tweetal toespraken tot de leerlingen der
hoogste klassen van Gymnasium en H. B.
School, door dr. H. CAKNEGIETER TZN. en
dr. D. SKOKCK HENKEMANS.
De persoonlijkheid -van Jezus Christus, door
dr. A. H. HAENTJES,
Alle drie: Baarn, Hollandia-drukkerij.
In de oude en nieuwe wereld, door J. VAX
BOMMEL, geïllustreerd. Amsterdam,
Nederlandsch Jongelings Verbond.
Het leven van Johannes Calvijn in zijn tiji,
door L. PENNING, afl. l, compleet in 20 afl.
Rotterdam. J. M. Bredée.
Het L'ind ontwoekerd aan de Zee. Causerie
over Holland, door M. J. BEÜSSE, verlucht
door J, B. HEUKELOM. Uitgegeven door de
Hollandsche IJzeren Spoorweg Mij., bij W.
L. & J. Brugse.
Het ktterkundig leven van Frankrijk. Studiën
en Sshetsen, door prof. A. G. VAN HAMKT,, vierde
serie. Amsterdam, P. N", van Kampen & Zn.
MARIE ROBEF.T HALT. Wie vjil die kan.
Bewerkt door GERARD KELLER.
Bandteekening van JAN SLUÏTLIÏS, 4e druk. Almelo,
W. Hilarius Wzn.
Lotus Serie", No. 5 : Het Mysterie van den
dood, door een leerling. Baarn,
Hollandiadrukkery.
De getchiedenis van den Ooievaar, door TANTE
WILLY. Met een titelplaat en 25 figuren in
den tekst. Utrecht, Van der Heide &
Leydenroth.
Graf Z'ppelin und sein Luft&ckiff.
LuxugAusgabe in 26 Vollhildern und einem Portriït
des Bunders. Nürnberg, Zerreis & Co.
Over luchtvaart, door W. H. C<>OL. Met tal
rijke afo. Haarlem, H. D. Tjeenk Willink &
Zoon.
Grieksch Woordenboek, door dr. A.H. G. P.
VAN DEN Es. (Je, geheel herziene en verbe
terde druk.
Zedelijke Opvoeding, door I. KOOISTRA. 6e,
veel vermeerderde druk.
Onderwijs en Opvoeding. Beknopt leerboek
voor kweek- en normaal scholen, door H.
SCHEEPSTRA. 4e, vermeerderde druk.
De. Ntderlandsche taal. Een studie en
repetitieboek voor eandidaat-hoofdonderwijzers,
door E. EI.IPMA.
Eng'lsclte Spraakkunst, voor Schoolgebruik,
door P. R'iOHDA. Deel I. Met een kaartje van
Londen, 23e druk. Deel II 7e druk. Deel I
supplement, lüe druk.
Engelsch leeiboek, door C. GRONDUOÜD en
J. BOURBA. Deel I, 8e druk.
maar zijn tevens de geneesheeren opge
staan.
Kijk eeas gij zijt nog jong?even jong
wellicht als de heeren Gulden, Burik en
Smit, je collega's, de redacteuren van liet
Prinsenhof?en gij begrijpt dus misschien
nog niet wat de goede'' toon waard is.
iN'iet alleen omdat ze de muziek maakt,
zonder welke wij het niet stellen kunnen,
maar ook omdat zij ons bewaart voor
de narighedeu van de werkelijkheid. AYij
leven nu eenmaal in een maatschappij
waar een wijze Voorzienigheid rijken en
armen, meerderen en minderen heeft
geplaatst. De eerste leeren uit deze
tegenstelling, dat zij zich niet moeten
verhoovaardigen, de laatste» dat tevreden
heid met het bescheiden deel het rijkst
bezit beschaamt. Er is dus geen reden
tot verbittering, doel: veeleer tot
wederkeerige dankbaarheid. Die harmonieuze
verhouding kan men echter slechts be
waren wanneer men minder let op do
daden dun op de woorden en du? bovenal
den goeden toon bewaart, wanneer men
elkander wederkeer!g toespreekt met ach
ting. Bij meerderen onderling zou het nog
zoo erg niet schaden, wanneer men al eens
de wellevendheid uit hef oog verloor, men
weet immers toch wel wat men aan elkan
der heeft, l Let gevaar schuilt hier echter
in het slechte voorbeeld, dat men den
minderen geeft. Daarom bedroefde mij zoo
de klacht over jouw slechten toon door
de Nieuwe Courant. Misschien, zoo
huiverde ik, staat mijn eigen bloedver
want door zijn voorbeeld mede schuldig
aan het kwaad dat in de persorganen
der minderbedeelden helaas zoo welig
woekert!
Want wat vergeeflijk moge zijn bij
de betergestelden, wordt een maatschap
pelijk kwaad bij hunne minderen, daar
het alle harmonie tusschen de verschil
lende standen bederft. Een kwaad te
schromelijker, te bedroevender waar het
zoo ten eenenmale ongegrond is. Een wijze
oudvaderlandsche spreekwijze luidde:
Wiens brood men eet diens woord men
spreekt". Zoo behoort het! En wanneer
dat vergeten wordt, dan wordt er niet
slechts uit hot oog verloren, dat het een
Hoogere Beschikking is die ieder mensch
Volledige leercursus der ngelsche taal, door
P. VALKHOFP, Ie Stukje. 13e, herziene druk.
Nederlandsche taaioefeningen, door TII.
KUYPER. 2e deeltje, Oefeningen. 3e, herziene druk.
Ons lichaam en onze gezondheid, door dr.
VITUS BEÜINSMA. 3e, herziene druk. Met 42 afb.
Uit de kennis der natuur, leesboekje voor de
lagere scheol,door dr. Virus BRÜISSMA. Met afb.
Buiten Nederland. Een eenvoudig leerboekje
der aardrijkskunde van Europa en de
werelddeelen, door E. Bos, 5e druk.
Alle bij: Groningen, P. Noordhoff.
Meneer Focus als Globe-Trotler, door F. DE
SINCLAIR. Geïllustreerd, door CHRIS KKAS Kzs.
Amsterdam, Van Holkema & Warendorf.
Inhoud van Tijdschriften.
De Nieuwe Gids, afl. 10: De maanden van
zomer an herfst, door Karel van de Woestyne.
Smeulend vuur, door Louis Carbin. Uit
Engeland, door Hein Boeken.
Sentimenteele geschiedenissen, door J. Steynen. De
oorsprong der Napoleontische legende, door
R. van Genderen Stort. Eenzaamheid,
Schemering, Zwanen, Kermis, door
Plagechaert. Iets over Ne7roae in letteren,
door J. de Meester. Gesprekken, door A.
Moresco. Vlaamsche Kermis, Frans Ver
schoren. Literaire Kroniek, door W. Kloos.
De XXe Eeuw, 10e au.: Verklaring, door
J. Everts J r. Bijdrage tot de levensge
schiedenis van Baruch d'Espinoüa, door Dr.
W. Meyer. Moewe jaren, door Dr. A.
Aletrino. Uit het leven van Frank
Rozelaar", door L. van Deyssel. Het witte
Lam, door Selly de Jong. De heilige Tocht,
door Ary Prins. Kleine Prozastukken, door
P. H. Eitter Jr. Buitenland-ch Staatkundig
Overzicht door Chr. Nuys.
De Beweging. Oct. '08: Een Staatskommissie
voor de Spellingkwestie? door Dr. C. G. N".
de Voogt. Adam, door Karel van de
Woeslijne. Ehijnvis Feith, door J.
Koopmans. Het Al Eenig leven, door Nico van
Suchtelen. Gedichten, door Geeiten
Gossaert. Sociale Hygiëne, door Is. P. de
Voogt. Boeken, Menechen en Stroomingen:
Hedendaagsch Tooneelspel, door Albert
Verwey. Boekbeoordeelingen, door Is. P.
de Voogt en Prof. Dr. T. J. de Boer.
Onze Eeuw. Afl. 10: Een herinnering uit
de Preanger, door C. M. Vissering. Het
eerste internationale Vrij handelscongres, door
Jhr. Mr. H. Smïssaert, Het gedicht van
Heeiodus over den Arbeid, door Prof. Dr. IC.
Kuiper. Een Eederijker uit den tijd den
hervorming, door Prof. Dr. J. W. Muller.
Verzen, door Geerten Gossaert. Holland
in de Muziek, door Dr. J. de Jong.
Groot Nederland, Oei. 'OS: KaEbloem, (slot),
door J. A. Simons?Mees. Hoe Loki ontstond,
door Marcellus Emants, Jan van Hout,
door J. Koopmans. Orer een blauwe en
een roode diamant, door Jacob Israël de
Haan. Verzen van vV. Graadt van Roggen.
Witte Zomernachts-droomen in Noorwegen,
(slot), door G. Simons. Literatuur.
Europa, afl. 10: Verzen van L. S.
Hylsrua. Helene Lapidactb. Berusting, door
Swarth. Hollandsch Avondland, door Daan
van der Zee. Het litteraire leven in
Nederland, door Herman Robbers. Verzen,
door Hendrika Boer. De indringer, door
Maurice Maeterlinck. ??? 'n Reveillon, door
Torn Scbilperoord. Do Ondergang, door
Willem van Eooijeu. Maanlicht in de
Dessa, door Clara van Bergen. Dina van
Eooien, door J. de Meeste".
Vragen van den Dag. Afl. 10: Dr. H. Blink,
W. C. H. Staring en de Oude Garde. Een
blik op de Studie van Nederland en Neder
landsche toestanden in het midden der
negentiende eeuw. Alexi*. Uit de geschie
denis van de Courant H. W. Heuvel.
Kinderspelen in het Oosten van Gelderland
en Oïerijsel. De tegenwoordige
Walvischvangst. Bibüographie. Volkswijsheid
over het weer (Dr. A. Beet»). De trek der
vogels en de hoogte van bet vlieden. (Naar
C. Schenking). _ Voorlichting vaa de jeugd
op het gebied van het geslachtsleven.
plaatst in zijne plaats en stand, manr
wordt ook de deugd der dankbaarheid
als het ware met voeten getreden. Waar
bleven al die niet of weinig bedeelden,
indien hunne meerderen eens ophielden
hun werk te verschaffen, weigerden hun
gelegenheid te bieden door arbeid een,
soms helaas slechts schamel, stuk brood
te verdienen? Nog erger, waar bleef de
maatschappij, die toch voor het grootste
gedeelte uit minderbedeelden bestaat,
indien de rijkeren en verstandigere;! xich
niet inspanden om de gansehe maat
schappelijke en politieke machine geregeld
en tot aller voordeel en nut te doen
gaan? Indien wij het roer, dat wij en
onze vooroiidercn nu reeds eeuwen in
handen hebben eens niet in handen
Ith'l'lcii, wat kwam er, vragc ik, van dien
broozen huik terecht?
Tegenover ui die \crdienston hebben
wij toch wel recht op eeuige waardeer ing
en althans op wellevendbcid, zou ik
meenen! Het is toch wezenlijk al erg
genoeg, dat onze ondergeschikten, onze
minderen: ambtenaren,onder wijzers,
wevken dienstboden van alle soorr, meenen
klachten te hebben, moeten zij bij liet
uiten daarvan nu ook nog de perken der
wellevendheid te buitengaan, en een taal
gebruiken, die wij zelfs after-dinnerniet
zouden dulden ? "Waar moei', ja waar
gaat dat heen? Alie gez>ig, alle begrip
VO.H pezag verdwijnt. Xu weer deze
Amsterdamsche gemeente-ambtenaren!
In plaats van dankbaar te zij u, dat
zij, na, waarschijnlijk op onze kosten
onderwijs te hebben genoten, eene be
trekking hebben die hun, zoo zij matig
in hun cischen blijven en oefening
in matigheid sterkt het karakter! een
onbekommerde boterham, en zelfs som
wijlen boter en kaas daarbij waarborgt,
pensioen geeft en buitendien jaarlijks
eenige dagen verlof met behoud van loon,
beginnen zij met een vereeniging op te
richten en een blaadje uit te geven om
hun klachten te kunnen luchten. In plaats
van hun meerderen, van wie toch hunne
promotie afhangt, en die toch door aan hen
dagelijks werk en zelfs steeds mér werk
op te dragen, blijk geven hen en hun
arbeid te waardeereu, op onderdanige
Eijen Haard, Het sterven van de herin
nering, naar het Fransch van Henri Bernier.
Een levendig plekje in West-Friesland
(Enkhuizen), door P. Fransen Jz?met afb.
Anna van Schoonhoven, van J. Verspronck,
door Jer°. de Vries, (bij de plaat). De
berisping, door Johan de Vries. J. C.
Verspronck, Portret van Anna van Schoon
hoven, Gerards dochter, naar de schilderij
in het bezit der firma J. Goudstikker te
Amsterdam. P. N. Muller, f, in memoriam,
door M. C. Calkoan, n*et portret, Georg
Jacob Holyoake, door Henri van de Mandere,
met afb. Kinderhuisje, door Helene Schoffer,
met afb. Uit de herinneringen van een
postambtenaar, De Ster, door N. K.
Feuilleton. Het Balkan-gevaar. Dr.
Siren Hedin terug. 4000 mijl door Tibet.
De eerste vliegende Persvlieg. Van de
Londencche Tentoonstelling. De nieuws
posüarieYwi. ? Een pas in den handel
gekomen briefkaart van Turkije, uitgegeven bij
gelegenheid van de constitutie. Automobiel
wee, alles met afb.
5e Jaargang. 11 October 1908.
ReX: C. H. BROEE.KAMP, Damrak 59 Amst.
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
betreffende, te richten aan bovenstaand adres.
No, 121. Eindspel van den auteur K. C. de
Jonge, opgedragen aan den heer A. D.
Querido, Amsterdam,
Zwart (2 schijven.)
Wit (3 schijven.)
Oplossingen moeten binnen 14 dagen
wordea opgezonden aan bovenstaand adres. (De
hoof d varianten opgeven is voldoende.)
Oplossing van pr. No. 120 van den auteur:
Wit: 33-L>9, 28-22, (zwart 8-13, want op alke
andere zet -wint wit snel), 22-17, S6-31, 30-33,
35:4,29-23,4:3!
Een in alie opzichten schoen probleem.
Vooral de ;>et 28-22, waardoor zwart als 't
ware zijn eigen dood/onnis moet
onderteekenen, getuigt van veel studie.
Oplossing van het bladprobleem Eaphaël,
W34-30, 40-ül, 4944,25:34!
Eenvoudig, schoon en toch weder studius;
een waar zinnebeeld van het damspel. Niet
genoeg kunnen dergelijke stellingen bestu leert
worden, daar zij de oefening zeer bevorderen
en een heldere kijk geven op de linesses, welke
zoo veelvuldig in bet damspel voorkomen.
UIT DE DAMWERELD.
Dat in Frankrijk op damgebied niet alias
couleur de rose'' is. konden wij dezer dagen
opmaken uit een roudgezonden circulaire
aan de dammers. Volgens sommige steit M.
Weiss als wereldkampioen, tegenwoordig wel
wat te hooge eischen bij zijn spel. Andere
zijn wederom van meening, dat Weiss Ie veel
het epel gebruikt als middel om geld te
winnen, enz.
Hoe het ook zij, waar eea beroepspeler Ie
hooge eischen gaat stellen, voor bij zich met
wijze to behandelen, met vriendelijke
attenties te omringen, on op wellevende
wijze tegemoet t'i komen, spreken zij
over hen als hun gelijken, wagen zij het
met kritiek en zelfs niet blaam te komen,
in het geheel niet gedachtig aan de tweede
zoo verstandige oudvaderlandsche spreuk:
,,Wat do heeren wijzen ?niuc-U-n do gekken
prijzen".
Xeen ik ben het volkomen met burge
meester van Leeuwen eens, dat het den
mindere reeds slecht staat als hij andere
meen in gen heeft dan zijn meerdere, maar
dat het hem allerminst past die ook nog
te uiten op een manier die dien meerdere
onwelgevallig moet zijn. En nier minder
dan bij ambtenaren is dat bij onderwijzers
zoo verkeerd. Indien zij reeds, die de
aankomende jeugd moeten opvoeden, zóó
allen eerbied uit het oog verliezen voor
liet gezag als uit hun bondsorgaan en
uit hun. adressen blijkt, hoe zal dan die
jeugd-zelvo zijn, zoo licht tot navolging
geneigd? lïestüjongen, ik houd bij de
gedachte alleen reeds mijn hart vast.
Het onderwijs immers is het eenige dat
in staat is den minderbedeelde de deug
den zijner meerderen in te prenten, hem
goede vormen en wellevendheid te leeren.
En komt hij nu bij onze onderwijzers
enkele braven niet te na gesproken
niet bij den duivel te biecht ? Vf;;ar vindt
men dan ook nog den welleveudcn werk
man, die dagelijks na volbrachten arbeid
vergenoegd het in e i; recht Economische
Liedje van Betje Wolf;' aanheft:
'k Weet dikwijls niet hoe ik het best begin,
Mijn vrouw is zwak, dit moot mijn hoop]
[vermindren,
't Is vee! zoo ik des weeks vijf gulden win,
Geen ziekte of pijn moei dan mijn werk]
[verhindren ;
Ik wagt, met vreugd, in Mai. mijn agtste kind:
En evenwel 'k heb brood voor viouw en]
[k iuclren!
Wat leer ik des? D.U hij die God bemint
Het ga hoe 't ga, van God nooit wordt]
[vergeten ;
Dat die Hem zoekt Ifem ongetwijfeld vindt:
'k Heb mij getrcuw in mijn beroep gekweten;
Ea ben ik niet bedeeld met overvloed?
'k Heb brood om. met mijn huisgezin te]
[eeteni"
anderen wil meten, zal hierdoor het damspel
in 't minst niet verhoogd worden. Laten wy
daarom hopen, dat Holland nog lang hiervan
verschoond blyve. Wij misgunnen anderea
volstrekt niet de professionele, wien het
slechts te doen is om 'geld te winnen. Wy
beschouwen daar tegenover het damspel
uitsluitend als aangename ontspanningJNiet,
dat wy tegen het aanbieden van prijzen zijn;
in geen geval. Maar zoolang deze bestaan
in medailles of kunstvoorwerpen, zal de eer
om te winnen ste«d3 het hoogste ideaal zijn.
Wel zullen er altijd gevonden worden, die
hierin minder kieskeurig zijn, en de behaalde
prijs weder iu geld omzetten, ais de gele
genheid zich daarvoor aanbiedt; maar hij,
die eeniggzins prijs stelt op het gewonnen
souvenir, gaat er niet toe over, dit weder
te verzilveren. Het kleinste voorwerp, be
haald in een wedstrijd, zal voor hem van
even groote waarde zijn, als de sommen
gelds, welke den beroepspeler wordt uitge
keerd, terwijl in de meeste gevallen deze
gedachtenis nog aanwezig is, als reeds lang
het metaal de revue is gepasseerd.
Tijdens het Intern. Concours te Romans,
is in Frankrijk ook een Alg. Dambond opge
richt, niet aanvankelijk vijf groote
vereenigingen, te weten: Ie Damier Péageois (L.
Hennemann, pres.); Ie Damier Lyonnais (F.
J. Bolzé, pres.); Ie Damier Grenoblois (H.
Laurent, pres.); Ie Damier Eouennais (E.
Lieubray, pree.); Ie Damier
l'Ialoie-Venaissin (Séguret, pres.). De Bond draagt den
naam : Fédération des Damistes Francais, (F.
D.D.F.). De damclubs ran Valenee, Parijs,
Ninies, Lansargues, Nice, Marseille, Luie,
Bordeaux, Amierjs, Toulouse, Vienne, Arras,
Cambrai enz., zijn of toegetreden, of hebben
reeds toezegging gedaan. Te samen tellen deze
vereenigingen 1600 fi 2000 leden.
Zondag 4 Oct. 1.1. hield de Nat. Dambond
zijn 2a jaarvergadering te Amsterdam, Caf
de Karseboom". O. ra. werden de twee af
tredende bestuursledn, de heeren VV. Vjjnen
J. de Heer Az., bij acclamatie herkozen. Het
belangrijkste besluit op deze vergadering ge
nomen, is dat tot oprichten van een bonds
orgaan. De bestaande damtijdscLriften het
Damspel" en de Damkunsl' zullen dan wor
den opgeheven.
Als punt O, kwam de a.9.
kampioenswedstrijd ter sprake. 14 deelnemers hebben in
geschreven, te weten: Pb. L. Battefeld, F.
Beulma, H. 3. v. d. Brotk, J. de Haas, F.C.
Hemmes, H. Hoogland, S. Kan, H. Koperberg,
J. Mijer, Pippijn, D. Schipper, C. G. Vervloet,
VV. Vijn, A. C. van Wageningen.
WEDSTRIJD VOOR PROBLEMISTEN.
Wij vestigen nog eens de aandacht op den
wedstrijd voor problemisten, uitgeschreven
in de rubriek van 10 Aug. 1.1. Als prijzen
worden hiervoor uitgelooid:7oor het schoonste
en moeielijkste eindspel, een kunstvoorwerp
(zelf te koopen), ter waarde van ? 7.50. Voor
het schoonste en moeielijkste probleem, een
idera ter waarde van ? 6. Voorts twee pre
mies ter waarde van ? 3.50 en ? 2.50, voor
de twee opvolgende problemen. Do voor
waarde, waaronder kosteloos wordt deelge
nomen, vindt men in boyengenoemde rubriek.
Op aanvrage geven wij nog gaarne nadere
inlichtingen. De inzending van een of twee
eigengemaakte composities, moet geschieden
vóór l November a.s.
In deze wedstrijd blijven wij luiten mede
dinging.
NATIONALE SIMULTAAN-WEDSTRIJD.
PER CORRESPONDENTIE.
A. z 7-12, w 34-30.
B. z 14-20, w 25:14, z 9:20, w 31-26.
C. z 12-18, w 41-36.
D. z 5-10, w 30-33.
E. z 14-20, w 25:14, z 9:20, w 31-20,
F. z 14-20, w 26:1 7, z 11:31, w 36:27.
G. z 10 14, w 34-30.
H. z 14-20, w 25:14, z 9:20, w 31-26.
Zwart moet spelen.
Xog hier en daar gelukkig is hot in
den ambtenaarsstand anders, en kan men
daar dit lied uit volle borst hooren als ook
dat andere dat eindigt:
Elk, die getrouw r.ijn pligt betragt
In zijnen levenssiand
Leeft ook tot nut van zijn geslagt
En ook voor 't Vaderland.
De menEch is't die'zijn plaats vereert
Maar niet de plaats den mensch",
Dit heeft mij mijn Patroon geleert.
Ik vind die les naar wensen.
Die dankbaar leefr, die leeft tevreoa
Voor al wat God hem gaf:
Zoo gaan mijn daagjes vrolijk heen,
Zoo ziiige ik tot aan 'tgrt-f!"
en daarom is het zoo treffend ontslag te
Amsterdam mij zoo welkom. Het zal tot
een waarschuwing strekken en velen
terughalen van het hellend vlak waarop
zij zich reeds bevinden. De heer van
Leeuwen redt niet slechts den toon, hij
redt ook het corps der ambtenaren. Moge
hij zoo voortgaan, nio ge hij er in slagen alle
rotte appelen uit de mand te verwijderen.
zoodat de nieuwe generatie geheel be
antwoordt aan de eenig juiste opvatting
van het ambtenaarsleven, van het leven
van eiken mindere trouwens,het beproefde
Pruisische: dienen en zwijgen".
"Welk een kracht ten goede, welk een
werklust, welk een feu sacrézal er zoo
doende van dat corps kunnen verwacht
worden. En hoe zal van zulk een ge
zonde kern uit overal weder die aan
gename wellevendheid, die waarlijk goede
toon algemeen worden, en de harmonie
tusscheu de standen zich herstellen,
zoodat wij er niet zoo voortdurend aan
behoeven herinnerd te worden dat er
nu eenmaal tegenstellingen moeten zijn.
Laat ons beschaafden en ontwikkelden,
laat vooral de Pers in goeden toon voor
gaan. Ja, mocht ik een wapenschild voor
haar ontwerpen, ik plaatste op een lelie
blank veld: een gekuischte toon in
deszelfs natuurlijken kleur."
Je OÜ.M
L