Historisch Archief 1877-1940
No. 1633
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
begroeten. Maar het yanzichzelf uitgaan,
steeds den horizon verbreedend, schijnt mij
een uitnemend paedagogisch beginsel, waar
't zich natuurlijk aansluit bij de denkwijze
van een aankomend mengch.
Wat de whrijver aan kennis van
mikroen makrokosmos, kennis door bespiegeling
.verkregen en aan lectuur getoetst, wat de
schrijver bierdoor voorheeft op den jongen
lezer, zal dezen ongetwijfeld, op deze wijze
toegediend, waarachtig ten goede komen.
IV.
Epictetusen de Christelijke moraal." Nog
voor een paar jaar heeft Prof. K. Kniper
een verhandeling over dit onderwerp voor
gedragen in de vergadering van de Konink
lijke Academie van Wetenschappen. 2) Die
verhandeling beieekende een terugkeer naar
-de vrijwel algemeen verlaten zienswijze, dat
Epictetns onder Christelijken invloed zou
hebben gestaan. En beeft aanleiding tot
heel wat geschrijf en gewrijf gegeven.
De resultante is: niets nieuws l Alleen ver
sterking van de waarheid, dat Epictetug' leer
met die van de Christenen in veel overeen
stemt. En in enkele punten deze overtreft in
consequentie.
Ook Han Ryner heeft Les Chrétiens et
les Philosopbes" samengebracht. En in
Christelqkheid en Philosophie nu, in leven en
leer, wint het Epictetns van al de anderen.
Ik «il mijn introductie van Han Ryner
ia dit blad ik geloof dat het tevens zyne
introductie in dit land is, besluiten met van
?dit fijn-huraoristisehe, dit diepzinnige en
geestige boek u iets te vertellen. Het is in
den vorm van samenspraken geschreven.
Epictetus wordt voor den praetor gebracht,
die hem meedeelt, dat Caesar de philosophen
uit Rome heeft verbannen. Natuurlijk ant
woordt de philosoof hem met philosofie I Een
klassiek msgistraatspergoon had nog niet de
moderne zakelijkheid van onze rechters er
ontspint zich een gesprek, waarin Epictetus
Biecht» de macht op zy'n uiterlijke omstan
digheden van den Caesar betoogt, terwijl
uiterlgke omstandigheden een waren philo
soof totaal onverschillig zijn. Caesar, die niet
die onafhankelijkheid van de omstandigheden
heelt bereikt, die nog- Inst heeft tot bevelen,
is jBoitefew vrij dan ha, de *eïbannene. Waarop
de praetor, dïrTc£> zoo gek niet is, ten slotte
antwoordt: ,,Waarom praat ge dan toch nog
tegen me? Ik voor mij lach met uw
woorden. Ge hebt mij met een dakpan verge
leken, die door naar beneden vallen, een
mensch kan dooden. Welnu, ik zou, ah ik
u was, niets tegen een dakpan zeggen t
Oaderga mij zooals ge de werking van een
steen zoudt ondergaan!"
Ge hebt gedeeltelijk gelijk," antwoordt de
phdlosoof. Op 't oogenblik komen mün woor
den niet meer tot u dan wanneer ge een
onbezield wezen waart. Maar sommige goorten
van doofheid zijn niets dan
langzaamheidvan-hooren. Over een poosje misschien, of
over tien jaar, zal mijn woord ineens iets
leveads voor u kunnen worden zal bet
in u den slapenden mensch wekken?Daarom
deden de goden mi) spreken. En nu vaarwel.
Ik verlaat dit land met onverschilligheid:
overal zal ik de goden vinden en Epictetus."
- In het vergende hoofdstuk treedt Arrianua
op, discipel van Epictetus, die mee wil gaan.
Samen na hebben zij talrijke curieuze ont
moetingen.
Yooieerst met Poreus. Poreus is een schat
rijk senator. Eigenlijk heette hjj Caïas Trufer,
matr zijn liederlijk leven, z\in gulzigheid en
drankzucht, hadden hem den bijnaam vau
het zwijn verschaft. Deze heer had de
caprice" zich een volgeling van Epieurus
te Boemen. De ware Epicuristen wilden
iiiMiMiimiiliniiiiiiimiiiiiiiniiiiMiiiiiiiimiMimiiinimii
Een ATQfitir yat Stató Holmes.
Naar het Engelsch, ran A. COSAN DOYLE.
Da zonderlinge ervaring van den
heer John Scott Eccles.
Ik vind in myn notitieboek aangeteekend,
dat het een sombere en stormachtige dag
was tegen het einde van Maait in het jaar
1892. Holmes had een telegram ontvangen
terwijl wy aan de lunch zaten en had een
antwoord neergekrabbeld. Hij zeide er niets
over, maar de zaak bleef in zijn gedachten,
want hij ging daarna met een nadenkend
gezicht voor het vuur staan, zijn pijp rockend
en nu en dan een blik werpend op het bericht.
Op eens wendde hij zich tot mij met een
ondeugende schittering in zijn oogen.
Ik veronderstel, Watson, dat we jou moeten
beschouwen als een letterkundige," zei hy'.
Welke definitie zou je geven van het woord
grotesk" ?"
Vreemd, merkwaardig," stelde ik voor.
Hij schudde het hoofd over mijn definitie."
Er zit toch bepaald nog iets meer in,"
zei hij, een diepere aanduiding van het
tragische en verschrikkelijke. Als je eens
terugziet naar sommige van die verhalen,
waarmee je een lang doch geduldig lijdend
publiek hebt bezocht, zult je erkennen hoe
dikwijls het groteske er tot het misdadige
is genaderd. Denk maar eens aan die zaak
van de roodharigen. Die leek grotesk genoeg
in het begin, maar eindigde in een wanhopige
poging tot inbraak. En dan was er die zeer
groteske zaak van die vijf sinaasappel-pitten,
die regelrecht leidde tot een moorddadige
samenspanning. Het woord wekt mijn
behxngatelling in hevige mate."
Had je het daar dan ?" vroeg ik.
Hij las het telegram voor.
Had zooeven ongelooflijke en groteske
ervaring. Mag ik u consulteeren ? Scott
Ecctes, Postkantoor, C haring Cross."
Een man of een vrouw?" vroeg ik.
O, een man, natuurlijk. Geen vrouw zou
ooit een telegram antwoord betaald hebben
gezonden. Ze zou gekomen zijn."
Wil je hem ontvangen?"
Waarde Watson, je weet hoe ik mij ver
veeld heb sinds we kolonel Carruthers achter
slot en grendel hebben. Myn geest is als
een race-machine, die zich stuk werkt, omdat
ze niet gebruikt wordt voor het werk waar
voor ze gemaakt werd. Het leven is banaal,
de kranten onbelangrijk, stoutmoedigheid en
romanceschjgnen voor al tijd uit de misdadigers
wereld te zijn verdwenen. Hoe kun je my
vragen of ik gereed ben tot het onderzoek
van elk nieuw probleem, hoe onbeduidend
natuurlijk niets van hem weten.
Ver'der ontmoeten Epictetns Arrianus, een
nietfilosoof, dat is te zeggen iemand die niet
door 't dragen van de philosofenbaard zich
als wy'sgeer aankondigde. Dat was Histo
ricus. Zooals Epictetus zich buiten de
machtssfeer van den praetor had verklaard
op grond van zijn wijsheid, had Poreus
't zelfde te kennen gegeven op grond van
zijn geld; en Historicus op grond van
zijn bezit van heel 't verleden. Ik," had hij
gezegd, bezit een toovervaartuig, waar gij
noch Caesar van weten. Mijn onzichtbare
boot voert mij over den oceaan der tijden,
en wanneer ik wil, legt hij, tot glimlachende
rust, aan bij de schoonste eeuwen, bij de
bloeiendate eilanden."
Nog ne ontmoeting. De schoone Serenns
en de schoone Serena naderen, wier
wederzijdsche liefde beroemd was in de stad. Ook
zij zijn Epicuristen. Zij was bekend om haar
geheugen, dat haar de talrijke verhandelingen
van Epieurus uit het hoofd deed kennen.
Hy heette eigenlijk Appius Domitillus, maar
men noemde hem Serenus om zijn bemin
nelijke kalmte en gelijkmatigheid. Zijn liefste
had haar naam aan den zijnen geassimileerd.
Wat hebt zij, Serenus, wel aan den prae
tor geantwoord? vraagt Arianus.
En Seienus antwoordt: ik heb gezegd,
dat hij overal in de ballingschap van dwa
ling en leed leeft, hij die Epieurus niet heeft
begrepen. Maar dat ik overal den klaren
tempel van waarheid en vreugde om mij
heen kan boawen." En hij houdt een mooie
ontboezeming over het schoone geluk dat
de liefde geeft, en dat door geen enkel
uiterlijk gebeuren is te breken.
Epicletut. O jonge man, ge hebt edel ge
sproken. Ge hebt nog eens wér ons getoond,
dat Bpicnrus de zuster van Zeno is.
Serenut. Waarom noemt ge hem zijn zuster
en niet liever zijn broeder. Schijnt helden
moed i/ minder moedig, wanneer hij met
elegance is bekleed?
Epictetus Ik houd er niet van dat een man
de stola omkleedt. Ik hond er niet van, dat
een hel i-terzelfder tijd een coquette is.
Serena. I>e goden der Grieken hebben ook
een uiterlijke schoonheid, Epictetus.
Epictetus. De zwoegende Hephaistos is
krenpeler dan ik, en Herakles zou den gordel
van Aphrodite weigeren, o Sarena.
Poreus. Ik zeg. ...
Serena. Wanneer men van Epicurus spreek t,
heeft Poreui slechts te zwijgen.
Pareus. Onbeschaamde I... Epicurua is de
herder van het genoegen. En ik, wel ik ben
het beste varken van zijn kudde. Ik geniet,
en |ik word dik, in plaats van me met lezen
en droomen te vermoeien. Epicurus zou
jelui berispen, maar mij zou bij prijzen. Hij
zou me prijzen met afgunst, zeggende: Het
vee dat graast, verteert en slaapt, is meerder
dan de herder zelf, want het heeft niet de
moeite zich een weg te zoeken.
Historicus. Ge zijt, o Poreus, het voort
brengsel van een vreemd tijdperk.
Poreus. Vreemd ben je zelf. Vreemd, raar
ben jelui hier allemaal. O l wat een verza
meling armen en gekken... Ik ben de eenige
wijze. En als Serena minder mooi was, zou
ik weer in mijn draagstoel stappen, om uw
dwaasheden niet meer te hooren.
Serena. Voor 't eerst schaam ik .my er
over en spijt 't me, dat ik mooi ben.
Epictetui. Poreus is de straf van Epicurus.
De leer van Epicurus is een tempel, maar
met het uithangbord van een kroeg. De
dronkaards komen er drinken en ruwe lie
deren zingen, als in een taveerne. Sommigen
zelfs laten viezigheden achter op den grond
en bespatten de muren met hun braaksel.
Serenus. Epicurus is niet verantwoordelijk
voor Poreus. Als sommiger wrange
vroomhet ook moge blijken ? Maar hier is onze
cliënt, als ik mij niet vergig."
Een afgemeten stap werd op de trap ver
nomen en een oogenblik later werd een
zwaarlijvig lang personage met grijze bakke
baarden en een plechtstatige soort van degelijk
heid over zich, binnengelaten. Zijn gansene
levensgeschiedenis was te lezen in zijn stüve
gelaatstrekken en pompeuze manieren. Van
zijn slobkousen af tot zijn gouden bril toe
was hy een conservatief, een lid van de Staats
kerk, een goed burger, orthodox en con
ventioneel in de hoogste mate. Maar de
een of andere verbazing wekkende gebeurtenis
had zijn aangeboren kalmte verstoord en
sporen achtergelaten in zijn verwilderde
haren, zijn door toorn roodgekleurde wan
gen en zijn oploopende, opgewonden manier.
Hij viel dadelijk met de deur in huis :
Ik heb een allerzonderlingst en -onaange
naamst avontuur gehad, meneer Holmes,"
zeide hij. Nooit van raijn leven ben ik in
zulk een situatie geweest. Het geval is ver
schrikkelijk onfatsoenlijk . verbazend er
gerlijk. Ik sta erop, eenige verklaring te ver
krijgen." Hij scheen op te zwellen en te
blazen van boosheid.
Ga als het u belieft zitten, mr.Soott Eccles,"
zeide Holmes, op een kalmeerenden toon.
Mag ik u in de eerste plaats vragen,
waarom u eigenlijk bij mij komt?"
Wel, meneer, het kwam mij voor dat het
geen zaak was die de politie aanging, en toch,
als u de feiten gehoord hebt, zult u erkennen,
dat ik het er niet bij laten kon. Particuliere
detectives zijn een soort van menschen waar
ik absoluut geen sympathie voor heb, maar
toch, daar ik uw imam wel eens gehoord heb..."
Precies. Maar, in de tweede plaats, waarom
kwam u niet dadelijk?"
Wat bedoelt u daarmee?"
Holmes keek op zijn horloge.
Het is kwart over twee," zei hij. TJw
telegram werd ongeveer <5éa uur afgezonden.
Maar niemand kan uw toilet en kleeiing
aanzien zonder te zien dat uw verwarde toe
stand al ontstaan is op het oogenblik dat u
van morgen wakker werd."
Onze cliënt streek zijn ongekamde haren
glad en betastte zijn ongeschoren kin.
U hebt gelijk, meneer Plolrnes. Ik heb
geen oogenblik aan aiiju toilet gedacht. Ik
was maar al te blij, dat ik uit zulk een huis
vandaan kon komen. Maar ik heb overal
geïnformeerd vóór ik tot u kwam. Ik ging
naar de verhuurders, ziet u, en zij zeiden dat
de heer Garcia zijn huur behoorlijk had
betaald en dat alles in orde was met Wistaria
Lodge."
Kom, kom, meneer," zei Holmes lachend.
TJ lijkt mijn vriend Watson wel, die de slechte
gewoonte heeft zijn geschiedenissen van ach
teren naar voren te vertellen. Orden uw ge
dachten als het u belieft, en laat mij in de
juiste volgorde de gebeurtenissen vernemen,
die u zoo de deur uit joeg*n, ocgekaaid en
ongeborsteld, met verlakte laarzen en scheef
heid hard en onaangenaam aandoet, ben ik
ook niet zoo onrecht vaardig om daar Epic
tetus en Zeno de schuld van te ge yen. Het
bederf van het beste is het ergste wat er is.
Niets ia lager dan een Porcns, juist omdat
niets hoi/ger is dan Epicurus.
Epictetus. Men behoort veel hooger dan
Epicurus eeu Socrate?, een Diogenes, een
Zeno te stellen, en al diegenen wier edele
woorden harmonieeren met edele daden.
Serena. Ik vind het mooi, meer te geven
dan men heeft beloofd,
Epictetus. O coquette..., Het is mooier pre
cies te geven wat men beloofd heeft.
Serenus. Wilt ge my eens uitleggen waarom
verscheidene stoïci van de onzen zijn gewor
den, terwijl nooit een Epicurist stoïcus ge
worden is ?
We laten den lozer over zelf 't antwoord
te zoeken, in eigen geest... en daarna, ter
vergelijking, in Han Ryner. Ik citeerde maar
eens een stukje van den aardigen dialoog,
zoo goed in den klassieken toon: los en
vormelijk. Klassiek naar den vorm; naar
den inhoud niet geheel. Historicus bijvoor
beeld, is in zijn opvattingen zeer modern.
Ik haal, ter staving hiervan, een enkel ge
zegde aan:
Historicus. Serenus is ongetwijfeld een slecht
Epicurist. Want hij is een Romein. Het
epicurisme is een Attische bloem, te teer
voor het harde klimaat ?an Rome. Hier
overgeplant, is het als die bergroos, die op den
top waar ze geboren is en thuishoort, geen
doornen heeft, maar in onze tuinen stekelig
wordt en prikt zooals de andere.
Les Chrétient et, les Philoeophes. Waar blijven
de Christenen ? Ze zijn in aantocht.
Na eenige gesprekken in den schaduw van
een boschje, terwijl Poreus zich geweldig te
goed doet in de herberg met een paar nieuw
aangekomen philosofen, naderen twee Chris
tenen. Eén van hen is de praetor, die den
philosofen hunne verbanning heeft meege
deeld, sedert is bekeerd en den naam van
Petrus aangenomen heeft. Deze Petrua nu
overbiedt de philosofen : niet een kortstondig
geluk hier beneden is voor Christi volgelingen
weggelegd, maar een eeuwig geluk hierna
maals. Op de wild opgewonden taal van een
nieuw-bekeerde antwoordt Epictetus:
O schacheraar. Ge hebt niet uielf veroverd.
Ge hebt n verkocht. Maar is uw God laag
genoeg om een dergelijken koop aan te ne
men? Antwoordt gij my,Theophilus(de andere
Christen). Eén van uw broedera heeft mij
verteld, dat Jezus van Nazareth de wisselaars
en kooplui uit den Tempel joeg, die daar
handel dreven. Gelooft ge dat hij dien koop
man en woekeraar in zijn kerk aanneemt ?
TheopWus de andere Christen, antwoordt
met beloften van heil en bedreigingen van
verdoemenis. Maar in n bede stemmen ze
ten slotte samen :
Thcophilus: Dat uw wil, Heer, geschiede
op de aarde zoowel als in den hemel.
Epictetus : Dg hemel is in ieder onser. Het
is mijn eigen taak te waken over mijn hemel
en er Gods wil te doen.
Tlieophiiut en Epictetus (samen): o God, Uw
wil geschiede.
Wie de Enquête sur la question religieust
van den Mercure de Franee lazen hooren
zij niet de moderne vroomheid die dearuit
opklinkt als een weergalm van Epictetus
woorden ?
O God die 't beste van onszelven is
dat Uw wil geschiede!
Ik geloof, dat ik het bij deze inleiding tot
Han Ryner's Christenen en Philosofen laten
mag. Er volgt nog zooveel. De grotesk
pijntoegeknoopt vest, om hulp en raad te zoeken!"
Onze cliënt keek met een bedrukt gezicht
naar zijn eigen ongewoon voorkomen.
Het moet zeker een slechten indruk maken,
meneer Holmes, en ik geloof niet dat mij
mijn leven lang zoo iets gebeurd is. Maar ik
zal u de geheele rare geschiedenis vertellen,
en als ik dat gedaan heb, zult u zeker wel
toegeven, dat er genoeg is voorgevallen om
my te excuzeeren.
Maar zijn relaas werd al dadelijk afgebroken.
Buiten de deur werd eenig geruisch ver
nomen, toen opende juffrouw Hudson de
deur om twee stevige personen binnen te laten,
die er eenigszins oilicieel uitzagen, en waar
van de ne ons welbekend was als inspec
teur Gregson van Scot!and Yard, een ener
giek, moedig, en tot zekere hoogte bekwaam
ambtenaar. Hij schudde Holmes de hand en
stelde zijn kameraad voor als inspecteur
Bayces van de Surreysche politie.
Wij zijn samen op jacht, meneer Holmes,
en het spoor lag in deze richting." Hij richtte
ziju bulhonden-oogen op onzen bezoeker. ,,!?
u do heer John Scott Eccles, van Popham
House, Loe."
Ja."
Wij zijn n den ganschen morgen gevolgd."
U ksvam hem zonder twijfel op het spoor
door bet telegram?" zei Holmes.
Juist meneer Holmes. Wij kregen de lucht
op het postkantoor te Charing Cross en
volgden die tot hier."
Maar waarom volgt u mij? Wat wilt u?"
Wij verlangen een verklaring, meneer
Scott Eccles, aangaande de gebeurtenissen
die voorafgingen aaa den dood van den
lieer Aluysius Garcia, vaa Wistaria Lodge,
nabij Esher, dezen nacht."
Onze cliënt bad zich opgericht met starende
oogen, ea elke kleur was uit zijn verbaasde
gezicht geweken.
Deo:!? Zei u dat hij dood was?"
Ia, moneer, hij is dood.''
Maar hoa dan? Door een ongeluk?"
Door moord, zoo waar als er ooit ter wereld
een moord is geschied."
Groote God l Dat is verschrikkelijk! U
meeiït toch niet... U meent toch niet dat ik
verdacht wordt?"
Een brief van u werd in den zak van den
doode gevonden, en wij weten daardoor dat
u van plan was geweest den nacht in zijn
huis door te brengen."
Dat deed ik ook!"
,,\b zoo', hebt « dat gedaan?'1
En het ambtelijk notitieboek kwam voor
den dag,
Wacht e~cn, Gregson," zei Sherlock
Iloimeg. Alles wat je verlangt is een een
voudige verklaring, niet waar?"
En het is mijn plicbt den heer Scott
Eücles to waarschuwen, dat ze tegen hem
kau worden gebruikt."
De beer ccles was juist van plan ons
alles te vertellen toen ge binnen kwaamt. Ik
denk, Watson. dat een brandy en soda
lïjke ontmoeting tusschen Theophilus en
Poreus, wien de eerste de Goede Boodschap
zal brengen. De tooneelen in de arena, waar
men de Christenen voor wilde dieren wil
werpen, en Historicus den rromen voorhoudt
hoe martelaarschap zoeken beduidt, dat men
tot eigen heil anderen wil brengen tot mis
daad en eeuwige straf. Waar Epictetus op
grandioze wijze allen redt, de ne ware kern
toonend in allen godsdienst, zoodat de ver
schillen in dogma en mythe onbeteekenend
lijken. Dan Ie point de vue d' Historicus,"
dat een uiep-philosofisch determinisme blijkt
te zijn.
En door dit alles de vlotte geestigheid, de
Romaansche fijnheid, die de diepzinnigste
dingen zegt met een luchten of spottenden
glimlach. De typige karakteristiek ook in
personen en t ij d-beelding. Poreus is alty'd
bascomique, maar onweerstaanbaar grappig bij
wijlen Epictetus is altijd zacht-verheven.
Allen spreken veel in beelden en vergelij
kingen, maar die beelden, hos passen ze bij
die ze gebruikt! O, 'n enkele maalneeratde
schrijver wel eens in 'n speelsche opwelling
vau dwaasheid, 'n loopje met ons b.v.
waar de volksmenigte Epictetus naar voren
roept, met 'n rythmisch Epictète, Epictète,"
dat iederen lezer glimlachend aan 't Air des
Lampions doet denken....
Maar toch, we slaan dit boek niet toe dan
met een innige en volkomen waardeering voor
dezen completen geest, die ons zoo'n
Epictetus-figuur, zoo'n hooggevoelenden mijmeraar
wist te scheppen, en daarnaast als beelden en
groepen om ijn troon den klaren Historicu»,
den schooneu Serenus en de lieflijke Serena.
HüGO VAK SOLMEN.
1) Het Petit Manu-el individualiste noemt
geen levenden.
2) Zie Versl. en Mededeel. Vierde Reeks.
Zevende deel, blz 370.
Bericliten.
DE TuiERS-uiüLioTiiEEK. In het begin van
het volgend jaar zal het Institut de France"
te Parijs de Bibliothèque Thiers" openen.
De belangrijke verbouwing van het interieur
van het Hötel-Thiers aan de Place
SaintGeorges isafgelooren. De voornaamste inhoud
van de boekerij bestaat uit werken over de
geschiedenis vau Frankrijk, waarover Thiers
ongeveer 5000 deeleii had verzameld.
HAF.CKKL'S BOEKEX OXGEWENSCHTE VREEMDE
LINGEN ix RUSLAND. Volgens bericht aan
het Leipager Tageblatt worden de werken
van Ernst Haeckel te St.-Petersburg door de
poli!ie in beslag genomen.
40 t;ts u tf per regel.
NoTMal-Onilerldeeilin
van
ProfDrG.
Eenige
Fabrikanten
W.BengerSöhne
Stuttgarf
Hoofddepót te AMSTERDAM: Kalverstr. 157
K. F. DEÜSCHLE-BENGER.
hem geen kwaad zal doen. Nu, meneer, ik
stel voor dat u geen notitie neemt van deze
vermeerdering van gehoor en doorgaat met
uw verhaal, precies alsof u daarin geheel niet
gestoord waart."
Onze bezoeker bad do brandy haastig op
gedronken en zijn gelaat had zijn vroegere
kleur weer aangenomen. Met een
waatroiiwenden blik op het notitieboek van den
inspecteur, kwam bij dadelijk met zijn vreemd
verhaal voor den dag.
Tk ben een vrijgezel," zeide hij, en daar
ik van de gezelligheid houd, ga is met veel
menscheii om. Daaronder bevindt zich het
gezin van een vroegeren bierbrouwer,genaamd
Melville, die woont in Albemarie Mansion
Kensington. Het was bij hen aan tafel dat
ik eenige weken geleden een jongen man ont
moette, die Garcia heette. Hij was, naar ik
vernam, van Spaanscbe afkomst, en op de
een of an iere manier verbonden aan het
gezantschap. Hij sprak perfect Engelsch,
had zeer aangename manieren, en had zulk
een knap uiterlijk als ik ooit van een man
heb gezien. Hoe dan ook, dat jonge mensch
en ik werden bepaald vrienden. Hij scheen
zich van den beginne af tot mij aangetrokken
te gevoelen, «n binnen twea dageu na onze
eerste ontmoeting kwam hij mij te Lee
opzoeken. .Wij kwamen van bet een op het
ander en ten slotle inviteerde hij mij om
een paar Oa^en in zijn huis WistariaLodge,
tujschan Ksher en xhott door te brengen.
Gisteravond ging ik naar Esber oru aan deze
afspraak ;;evo)g te geven.
Hij bad mij zijn huishouding beschreven,
vóór ik daar heen ging. Hij woonde met
een trouwen bediende, een landgenoot van
hem, die voor ailes zorgde. Deze man
sprak Engelsch en deed zijn huishouding.
Dan was er een verwonderlijk goede kok,
zei hij, een half-bloed dien hij op zijn reizen
had opgepikt en die een uitstekend diner
kon klaarmaken. Ik herinner mij, dat bij
zelf opmerkte wat een rare huishouding dat
was om in bet hartje van Surrey te vinden
en dat ik het geheel met hem eens was,
hoewel ze nog heel wal vreemier is gebleken
dan ik dacht.
Ik. reed naar het bnis ongeveer twee
mijlen" zuidelijk van Esher. Het was tamelijk
groot, lag ee» eind vau den weg af aan een
kronkeïendo oprijlaan mot aan beide kanten
hooge evergreen struiken. Het waa een oud
bouwvallig huis, allerslechtst onderhouden.
Toen bet rijtuig stil hield op da met gras
begroeide laaa voor de door wind en weer
verveloos geworden deur, begon ik te twijfelen
of het wel verstandig van mij was een man
te bezoeken dien ik zoo oppervlakkig keilde.
Hij deed echter zelf open, en begroette mij
met veel vertoon van hartelijkheid. Ik werd
overgedragen aan de zorg van den knecht,
een melankoliek, donker personage, die mijn
valies opnam en mij naar mijn slaapkamer
voorging. Er was iets drukkenda in het
geheeie buis. Ons diner was een ii!e a !(:e
heeft sedert 190 jaar eene onwan
kelbare reputatie voor absolute
zuiverheid en kwaliteit. Vraagt
uwen wijnhandelaar naar
proefflesschen.
Prijzen van ? 8.5O tot /8.5O.
Generaal-Agenten:
Koopmans & Bruinier, Amsterdam.
fiÜDüNTIP
unnnn 11 c
FABRIKANTEN VALTOfl ZONEN AMSTERDAM
Verkrijgbaar bij:
Hirsch en Cie., Ilofl., Leidscheplein.
Actr. Schakel, tfofl.. Heiligen weg.
H. Meyer, //o//., Koaingsplein.
Au Bon Marclié, Kal verst raat.
Mag. Meizershof, Nieuwendijk.
E. H. Dik, Leidsehestrast 10.
C. Nieuivenkanip Kottiug&Zooii,
Galerij 29.
Allen te Amsterdam.
H. J. Loor, Lijnaiarkt 2.\, Utrecht.
E. H. Koiisson & Co., M-ddelburg.
BOUWT te NUNSPEET
op de VELUWE.
Inlichtingen bij .4 r t i", doorloopende
schilderijen-tentoonstelling aldaar.
en ofschoon mijn gastheer zijn best deed
om onderhoudend te zijn, schenen zijn ge
dachten voortdurend |af te dwalen en hij
praatte zoo vaag en zoo wild, dat ik hem
nauwelijks begreep. Hij trommelde voort
durend met zijn vingers op tafel, beet op
zijn nagels en gaf andere teekeceti van zenuw
achtig ongeduld. Het diner zelf werd niet
erg goed opgediend en was niet goed toebe
reid en de sombere zwijgende knecht maakte
ons door zijn aanwezigheid ook al niet opge
ruimder. Ik kan u verzekeren, dat ik her
haaldelijk i n den loop vandenavondgewenscht
heb een of ander excuus te kunnen bedenken,
om naar Lse terug te gaan.
Eén ding komt mij in de herinnering,
dat in verband kan staan met de zaak, waart aar
de beide heeren hier onderzoek doen. Op
dat oogenblik hechtte ik er geen beteekenis
aan. Tegen het eind van het diner werd
door den knecht een briefje gebracht. Ik
merkte op, dat mijn gastheer, nadat hij het
gelezen had, nog verstrooider en vreemder
werd dan te voren. Bij gaf zelfs den schijn
van de conversatie levendig te houden op
en zat in gedachten verzonken, onophoudelijk
cigaretten te rooken, maar zt-ide niets over
den inhoud.
Om elf uur ongeveer was ik blij naar bed
te kunnen gaan. Eeu poosje later kwam
Garcia aan mijn deur, de kamer was toen
donker ??en vroeg of ik gescheld had. "Ik
zeide van neen. Hij verontschuldigde zich
dat hij mij zoo laat gestoord had en zeide
dat het bijna n uur was. Ik sliep Jaarna
in en bleef den geheelen nacht doorslapen.
En nu kom ik tot het wonderlijke deel
van mijn verhaal. Toen ik waSker werd was
het klaar dag. Ik keek op mijn horloge
en zag dat het bijna negen uur was. Ik had
nog speciaal gevraagd om acht uur geroepen
te worden en was zeer verbaasd over deze
vergeetachtigheid. Ik sprong op en schelde
om den knecht. Er kwam niemand. Ik schelde
nog eens en nog eens, met heizelfde resultaat.
Toen kwam ik tot de conclusie, dat de schel
kapot moest zijc. Ik trok vlug mijn kleeren
aan en haastte mij, in een zeer slechte stem
ming, naar bsneden om wat heet water te
bestellen. Gij kunt u mijn verbazing voor
stellen, toen ik bevond, dat daarniercand was.
Ik riep luidkeels in de gang. Geen antwoord.
Toen liep ik van do eene kamer naar de
andere. Alle waren verlaten. Mijn gastheer
had mij den vorigen avond getoond wat zijn
slaapkamer was, dus klopte ik op zijn deur.
Weer geen antwoord. Ik draaide den knop
om en ging binnen. De kamer was leeg (-n
het bed niet eens beslapen. Hij was evenals
de anderen weggegaan. De vreemde gast
heer, de vreemde knecht, de vreemde kok,
allen waren in den nacht verdwenen l Dat
wag het eind van mijn bezoek aan Wistaria
Lüdge."
(Wordt vervolgd).