De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1908 11 oktober pagina 3

11 oktober 1908 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1633 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. begroeten. Maar het yanzichzelf uitgaan, steeds den horizon verbreedend, schijnt mij een uitnemend paedagogisch beginsel, waar 't zich natuurlijk aansluit bij de denkwijze van een aankomend mengch. Wat de whrijver aan kennis van mikroen makrokosmos, kennis door bespiegeling .verkregen en aan lectuur getoetst, wat de schrijver bierdoor voorheeft op den jongen lezer, zal dezen ongetwijfeld, op deze wijze toegediend, waarachtig ten goede komen. IV. Epictetusen de Christelijke moraal." Nog voor een paar jaar heeft Prof. K. Kniper een verhandeling over dit onderwerp voor gedragen in de vergadering van de Konink lijke Academie van Wetenschappen. 2) Die verhandeling beieekende een terugkeer naar -de vrijwel algemeen verlaten zienswijze, dat Epictetns onder Christelijken invloed zou hebben gestaan. En beeft aanleiding tot heel wat geschrijf en gewrijf gegeven. De resultante is: niets nieuws l Alleen ver sterking van de waarheid, dat Epictetug' leer met die van de Christenen in veel overeen stemt. En in enkele punten deze overtreft in consequentie. Ook Han Ryner heeft Les Chrétiens et les Philosopbes" samengebracht. En in Christelqkheid en Philosophie nu, in leven en leer, wint het Epictetns van al de anderen. Ik «il mijn introductie van Han Ryner ia dit blad ik geloof dat het tevens zyne introductie in dit land is, besluiten met van ?dit fijn-huraoristisehe, dit diepzinnige en geestige boek u iets te vertellen. Het is in den vorm van samenspraken geschreven. Epictetus wordt voor den praetor gebracht, die hem meedeelt, dat Caesar de philosophen uit Rome heeft verbannen. Natuurlijk ant woordt de philosoof hem met philosofie I Een klassiek msgistraatspergoon had nog niet de moderne zakelijkheid van onze rechters er ontspint zich een gesprek, waarin Epictetus Biecht» de macht op zy'n uiterlijke omstan digheden van den Caesar betoogt, terwijl uiterlgke omstandigheden een waren philo soof totaal onverschillig zijn. Caesar, die niet die onafhankelijkheid van de omstandigheden heelt bereikt, die nog- Inst heeft tot bevelen, is jBoitefew vrij dan ha, de *eïbannene. Waarop de praetor, dïrTc£> zoo gek niet is, ten slotte antwoordt: ,,Waarom praat ge dan toch nog tegen me? Ik voor mij lach met uw woorden. Ge hebt mij met een dakpan verge leken, die door naar beneden vallen, een mensch kan dooden. Welnu, ik zou, ah ik u was, niets tegen een dakpan zeggen t Oaderga mij zooals ge de werking van een steen zoudt ondergaan!" Ge hebt gedeeltelijk gelijk," antwoordt de phdlosoof. Op 't oogenblik komen mün woor den niet meer tot u dan wanneer ge een onbezield wezen waart. Maar sommige goorten van doofheid zijn niets dan langzaamheidvan-hooren. Over een poosje misschien, of over tien jaar, zal mijn woord ineens iets leveads voor u kunnen worden zal bet in u den slapenden mensch wekken?Daarom deden de goden mi) spreken. En nu vaarwel. Ik verlaat dit land met onverschilligheid: overal zal ik de goden vinden en Epictetus." - In het vergende hoofdstuk treedt Arrianua op, discipel van Epictetus, die mee wil gaan. Samen na hebben zij talrijke curieuze ont moetingen. Yooieerst met Poreus. Poreus is een schat rijk senator. Eigenlijk heette hjj Caïas Trufer, matr zijn liederlijk leven, z\in gulzigheid en drankzucht, hadden hem den bijnaam vau het zwijn verschaft. Deze heer had de caprice" zich een volgeling van Epieurus te Boemen. De ware Epicuristen wilden iiiMiMiimiiliniiiiiiimiiiiiiiniiiiMiiiiiiiimiMimiiinimii Een ATQfitir yat Stató Holmes. Naar het Engelsch, ran A. COSAN DOYLE. Da zonderlinge ervaring van den heer John Scott Eccles. Ik vind in myn notitieboek aangeteekend, dat het een sombere en stormachtige dag was tegen het einde van Maait in het jaar 1892. Holmes had een telegram ontvangen terwijl wy aan de lunch zaten en had een antwoord neergekrabbeld. Hij zeide er niets over, maar de zaak bleef in zijn gedachten, want hij ging daarna met een nadenkend gezicht voor het vuur staan, zijn pijp rockend en nu en dan een blik werpend op het bericht. Op eens wendde hij zich tot mij met een ondeugende schittering in zijn oogen. Ik veronderstel, Watson, dat we jou moeten beschouwen als een letterkundige," zei hy'. Welke definitie zou je geven van het woord grotesk" ?" Vreemd, merkwaardig," stelde ik voor. Hij schudde het hoofd over mijn definitie." Er zit toch bepaald nog iets meer in," zei hij, een diepere aanduiding van het tragische en verschrikkelijke. Als je eens terugziet naar sommige van die verhalen, waarmee je een lang doch geduldig lijdend publiek hebt bezocht, zult je erkennen hoe dikwijls het groteske er tot het misdadige is genaderd. Denk maar eens aan die zaak van de roodharigen. Die leek grotesk genoeg in het begin, maar eindigde in een wanhopige poging tot inbraak. En dan was er die zeer groteske zaak van die vijf sinaasappel-pitten, die regelrecht leidde tot een moorddadige samenspanning. Het woord wekt mijn behxngatelling in hevige mate." Had je het daar dan ?" vroeg ik. Hij las het telegram voor. Had zooeven ongelooflijke en groteske ervaring. Mag ik u consulteeren ? Scott Ecctes, Postkantoor, C haring Cross." Een man of een vrouw?" vroeg ik. O, een man, natuurlijk. Geen vrouw zou ooit een telegram antwoord betaald hebben gezonden. Ze zou gekomen zijn." Wil je hem ontvangen?" Waarde Watson, je weet hoe ik mij ver veeld heb sinds we kolonel Carruthers achter slot en grendel hebben. Myn geest is als een race-machine, die zich stuk werkt, omdat ze niet gebruikt wordt voor het werk waar voor ze gemaakt werd. Het leven is banaal, de kranten onbelangrijk, stoutmoedigheid en romanceschjgnen voor al tijd uit de misdadigers wereld te zijn verdwenen. Hoe kun je my vragen of ik gereed ben tot het onderzoek van elk nieuw probleem, hoe onbeduidend natuurlijk niets van hem weten. Ver'der ontmoeten Epictetns Arrianus, een nietfilosoof, dat is te zeggen iemand die niet door 't dragen van de philosofenbaard zich als wy'sgeer aankondigde. Dat was Histo ricus. Zooals Epictetus zich buiten de machtssfeer van den praetor had verklaard op grond van zijn wijsheid, had Poreus 't zelfde te kennen gegeven op grond van zijn geld; en Historicus op grond van zijn bezit van heel 't verleden. Ik," had hij gezegd, bezit een toovervaartuig, waar gij noch Caesar van weten. Mijn onzichtbare boot voert mij over den oceaan der tijden, en wanneer ik wil, legt hij, tot glimlachende rust, aan bij de schoonste eeuwen, bij de bloeiendate eilanden." Nog ne ontmoeting. De schoone Serenns en de schoone Serena naderen, wier wederzijdsche liefde beroemd was in de stad. Ook zij zijn Epicuristen. Zij was bekend om haar geheugen, dat haar de talrijke verhandelingen van Epieurus uit het hoofd deed kennen. Hy heette eigenlijk Appius Domitillus, maar men noemde hem Serenus om zijn bemin nelijke kalmte en gelijkmatigheid. Zijn liefste had haar naam aan den zijnen geassimileerd. Wat hebt zij, Serenus, wel aan den prae tor geantwoord? vraagt Arianus. En Seienus antwoordt: ik heb gezegd, dat hij overal in de ballingschap van dwa ling en leed leeft, hij die Epieurus niet heeft begrepen. Maar dat ik overal den klaren tempel van waarheid en vreugde om mij heen kan boawen." En hij houdt een mooie ontboezeming over het schoone geluk dat de liefde geeft, en dat door geen enkel uiterlijk gebeuren is te breken. Epicletut. O jonge man, ge hebt edel ge sproken. Ge hebt nog eens wér ons getoond, dat Bpicnrus de zuster van Zeno is. Serenut. Waarom noemt ge hem zijn zuster en niet liever zijn broeder. Schijnt helden moed i/ minder moedig, wanneer hij met elegance is bekleed? Epictetus Ik houd er niet van dat een man de stola omkleedt. Ik hond er niet van, dat een hel i-terzelfder tijd een coquette is. Serena. I>e goden der Grieken hebben ook een uiterlijke schoonheid, Epictetus. Epictetus. De zwoegende Hephaistos is krenpeler dan ik, en Herakles zou den gordel van Aphrodite weigeren, o Sarena. Poreus. Ik zeg. ... Serena. Wanneer men van Epicurus spreek t, heeft Poreui slechts te zwijgen. Pareus. Onbeschaamde I... Epicurua is de herder van het genoegen. En ik, wel ik ben het beste varken van zijn kudde. Ik geniet, en |ik word dik, in plaats van me met lezen en droomen te vermoeien. Epicurus zou jelui berispen, maar mij zou bij prijzen. Hij zou me prijzen met afgunst, zeggende: Het vee dat graast, verteert en slaapt, is meerder dan de herder zelf, want het heeft niet de moeite zich een weg te zoeken. Historicus. Ge zijt, o Poreus, het voort brengsel van een vreemd tijdperk. Poreus. Vreemd ben je zelf. Vreemd, raar ben jelui hier allemaal. O l wat een verza meling armen en gekken... Ik ben de eenige wijze. En als Serena minder mooi was, zou ik weer in mijn draagstoel stappen, om uw dwaasheden niet meer te hooren. Serena. Voor 't eerst schaam ik .my er over en spijt 't me, dat ik mooi ben. Epictetui. Poreus is de straf van Epicurus. De leer van Epicurus is een tempel, maar met het uithangbord van een kroeg. De dronkaards komen er drinken en ruwe lie deren zingen, als in een taveerne. Sommigen zelfs laten viezigheden achter op den grond en bespatten de muren met hun braaksel. Serenus. Epicurus is niet verantwoordelijk voor Poreus. Als sommiger wrange vroomhet ook moge blijken ? Maar hier is onze cliënt, als ik mij niet vergig." Een afgemeten stap werd op de trap ver nomen en een oogenblik later werd een zwaarlijvig lang personage met grijze bakke baarden en een plechtstatige soort van degelijk heid over zich, binnengelaten. Zijn gansene levensgeschiedenis was te lezen in zijn stüve gelaatstrekken en pompeuze manieren. Van zijn slobkousen af tot zijn gouden bril toe was hy een conservatief, een lid van de Staats kerk, een goed burger, orthodox en con ventioneel in de hoogste mate. Maar de een of andere verbazing wekkende gebeurtenis had zijn aangeboren kalmte verstoord en sporen achtergelaten in zijn verwilderde haren, zijn door toorn roodgekleurde wan gen en zijn oploopende, opgewonden manier. Hij viel dadelijk met de deur in huis : Ik heb een allerzonderlingst en -onaange naamst avontuur gehad, meneer Holmes," zeide hij. Nooit van raijn leven ben ik in zulk een situatie geweest. Het geval is ver schrikkelijk onfatsoenlijk . verbazend er gerlijk. Ik sta erop, eenige verklaring te ver krijgen." Hij scheen op te zwellen en te blazen van boosheid. Ga als het u belieft zitten, mr.Soott Eccles," zeide Holmes, op een kalmeerenden toon. Mag ik u in de eerste plaats vragen, waarom u eigenlijk bij mij komt?" Wel, meneer, het kwam mij voor dat het geen zaak was die de politie aanging, en toch, als u de feiten gehoord hebt, zult u erkennen, dat ik het er niet bij laten kon. Particuliere detectives zijn een soort van menschen waar ik absoluut geen sympathie voor heb, maar toch, daar ik uw imam wel eens gehoord heb..." Precies. Maar, in de tweede plaats, waarom kwam u niet dadelijk?" Wat bedoelt u daarmee?" Holmes keek op zijn horloge. Het is kwart over twee," zei hij. TJw telegram werd ongeveer <5éa uur afgezonden. Maar niemand kan uw toilet en kleeiing aanzien zonder te zien dat uw verwarde toe stand al ontstaan is op het oogenblik dat u van morgen wakker werd." Onze cliënt streek zijn ongekamde haren glad en betastte zijn ongeschoren kin. U hebt gelijk, meneer Plolrnes. Ik heb geen oogenblik aan aiiju toilet gedacht. Ik was maar al te blij, dat ik uit zulk een huis vandaan kon komen. Maar ik heb overal geïnformeerd vóór ik tot u kwam. Ik ging naar de verhuurders, ziet u, en zij zeiden dat de heer Garcia zijn huur behoorlijk had betaald en dat alles in orde was met Wistaria Lodge." Kom, kom, meneer," zei Holmes lachend. TJ lijkt mijn vriend Watson wel, die de slechte gewoonte heeft zijn geschiedenissen van ach teren naar voren te vertellen. Orden uw ge dachten als het u belieft, en laat mij in de juiste volgorde de gebeurtenissen vernemen, die u zoo de deur uit joeg*n, ocgekaaid en ongeborsteld, met verlakte laarzen en scheef heid hard en onaangenaam aandoet, ben ik ook niet zoo onrecht vaardig om daar Epic tetus en Zeno de schuld van te ge yen. Het bederf van het beste is het ergste wat er is. Niets ia lager dan een Porcns, juist omdat niets hoi/ger is dan Epicurus. Epictetus. Men behoort veel hooger dan Epicurus eeu Socrate?, een Diogenes, een Zeno te stellen, en al diegenen wier edele woorden harmonieeren met edele daden. Serena. Ik vind het mooi, meer te geven dan men heeft beloofd, Epictetus. O coquette..., Het is mooier pre cies te geven wat men beloofd heeft. Serenus. Wilt ge my eens uitleggen waarom verscheidene stoïci van de onzen zijn gewor den, terwijl nooit een Epicurist stoïcus ge worden is ? We laten den lozer over zelf 't antwoord te zoeken, in eigen geest... en daarna, ter vergelijking, in Han Ryner. Ik citeerde maar eens een stukje van den aardigen dialoog, zoo goed in den klassieken toon: los en vormelijk. Klassiek naar den vorm; naar den inhoud niet geheel. Historicus bijvoor beeld, is in zijn opvattingen zeer modern. Ik haal, ter staving hiervan, een enkel ge zegde aan: Historicus. Serenus is ongetwijfeld een slecht Epicurist. Want hij is een Romein. Het epicurisme is een Attische bloem, te teer voor het harde klimaat ?an Rome. Hier overgeplant, is het als die bergroos, die op den top waar ze geboren is en thuishoort, geen doornen heeft, maar in onze tuinen stekelig wordt en prikt zooals de andere. Les Chrétient et, les Philoeophes. Waar blijven de Christenen ? Ze zijn in aantocht. Na eenige gesprekken in den schaduw van een boschje, terwijl Poreus zich geweldig te goed doet in de herberg met een paar nieuw aangekomen philosofen, naderen twee Chris tenen. Eén van hen is de praetor, die den philosofen hunne verbanning heeft meege deeld, sedert is bekeerd en den naam van Petrus aangenomen heeft. Deze Petrua nu overbiedt de philosofen : niet een kortstondig geluk hier beneden is voor Christi volgelingen weggelegd, maar een eeuwig geluk hierna maals. Op de wild opgewonden taal van een nieuw-bekeerde antwoordt Epictetus: O schacheraar. Ge hebt niet uielf veroverd. Ge hebt n verkocht. Maar is uw God laag genoeg om een dergelijken koop aan te ne men? Antwoordt gij my,Theophilus(de andere Christen). Eén van uw broedera heeft mij verteld, dat Jezus van Nazareth de wisselaars en kooplui uit den Tempel joeg, die daar handel dreven. Gelooft ge dat hij dien koop man en woekeraar in zijn kerk aanneemt ? TheopWus de andere Christen, antwoordt met beloften van heil en bedreigingen van verdoemenis. Maar in n bede stemmen ze ten slotte samen : Thcophilus: Dat uw wil, Heer, geschiede op de aarde zoowel als in den hemel. Epictetus : Dg hemel is in ieder onser. Het is mijn eigen taak te waken over mijn hemel en er Gods wil te doen. Tlieophiiut en Epictetus (samen): o God, Uw wil geschiede. Wie de Enquête sur la question religieust van den Mercure de Franee lazen hooren zij niet de moderne vroomheid die dearuit opklinkt als een weergalm van Epictetus woorden ? O God die 't beste van onszelven is dat Uw wil geschiede! Ik geloof, dat ik het bij deze inleiding tot Han Ryner's Christenen en Philosofen laten mag. Er volgt nog zooveel. De grotesk pijntoegeknoopt vest, om hulp en raad te zoeken!" Onze cliënt keek met een bedrukt gezicht naar zijn eigen ongewoon voorkomen. Het moet zeker een slechten indruk maken, meneer Holmes, en ik geloof niet dat mij mijn leven lang zoo iets gebeurd is. Maar ik zal u de geheele rare geschiedenis vertellen, en als ik dat gedaan heb, zult u zeker wel toegeven, dat er genoeg is voorgevallen om my te excuzeeren. Maar zijn relaas werd al dadelijk afgebroken. Buiten de deur werd eenig geruisch ver nomen, toen opende juffrouw Hudson de deur om twee stevige personen binnen te laten, die er eenigszins oilicieel uitzagen, en waar van de ne ons welbekend was als inspec teur Gregson van Scot!and Yard, een ener giek, moedig, en tot zekere hoogte bekwaam ambtenaar. Hij schudde Holmes de hand en stelde zijn kameraad voor als inspecteur Bayces van de Surreysche politie. Wij zijn samen op jacht, meneer Holmes, en het spoor lag in deze richting." Hij richtte ziju bulhonden-oogen op onzen bezoeker. ,,!? u do heer John Scott Eccles, van Popham House, Loe." Ja." Wij zijn n den ganschen morgen gevolgd." U ksvam hem zonder twijfel op het spoor door bet telegram?" zei Holmes. Juist meneer Holmes. Wij kregen de lucht op het postkantoor te Charing Cross en volgden die tot hier." Maar waarom volgt u mij? Wat wilt u?" Wij verlangen een verklaring, meneer Scott Eccles, aangaande de gebeurtenissen die voorafgingen aaa den dood van den lieer Aluysius Garcia, vaa Wistaria Lodge, nabij Esher, dezen nacht." Onze cliënt bad zich opgericht met starende oogen, ea elke kleur was uit zijn verbaasde gezicht geweken. Deo:!? Zei u dat hij dood was?" Ia, moneer, hij is dood.'' Maar hoa dan? Door een ongeluk?" Door moord, zoo waar als er ooit ter wereld een moord is geschied." Groote God l Dat is verschrikkelijk! U meeiït toch niet... U meent toch niet dat ik verdacht wordt?" Een brief van u werd in den zak van den doode gevonden, en wij weten daardoor dat u van plan was geweest den nacht in zijn huis door te brengen." Dat deed ik ook!" ,,\b zoo', hebt « dat gedaan?'1 En het ambtelijk notitieboek kwam voor den dag, Wacht e~cn, Gregson," zei Sherlock Iloimeg. Alles wat je verlangt is een een voudige verklaring, niet waar?" En het is mijn plicbt den heer Scott Eücles to waarschuwen, dat ze tegen hem kau worden gebruikt." De beer ccles was juist van plan ons alles te vertellen toen ge binnen kwaamt. Ik denk, Watson. dat een brandy en soda lïjke ontmoeting tusschen Theophilus en Poreus, wien de eerste de Goede Boodschap zal brengen. De tooneelen in de arena, waar men de Christenen voor wilde dieren wil werpen, en Historicus den rromen voorhoudt hoe martelaarschap zoeken beduidt, dat men tot eigen heil anderen wil brengen tot mis daad en eeuwige straf. Waar Epictetus op grandioze wijze allen redt, de ne ware kern toonend in allen godsdienst, zoodat de ver schillen in dogma en mythe onbeteekenend lijken. Dan Ie point de vue d' Historicus," dat een uiep-philosofisch determinisme blijkt te zijn. En door dit alles de vlotte geestigheid, de Romaansche fijnheid, die de diepzinnigste dingen zegt met een luchten of spottenden glimlach. De typige karakteristiek ook in personen en t ij d-beelding. Poreus is alty'd bascomique, maar onweerstaanbaar grappig bij wijlen Epictetus is altijd zacht-verheven. Allen spreken veel in beelden en vergelij kingen, maar die beelden, hos passen ze bij die ze gebruikt! O, 'n enkele maalneeratde schrijver wel eens in 'n speelsche opwelling vau dwaasheid, 'n loopje met ons b.v. waar de volksmenigte Epictetus naar voren roept, met 'n rythmisch Epictète, Epictète," dat iederen lezer glimlachend aan 't Air des Lampions doet denken.... Maar toch, we slaan dit boek niet toe dan met een innige en volkomen waardeering voor dezen completen geest, die ons zoo'n Epictetus-figuur, zoo'n hooggevoelenden mijmeraar wist te scheppen, en daarnaast als beelden en groepen om ijn troon den klaren Historicu», den schooneu Serenus en de lieflijke Serena. HüGO VAK SOLMEN. 1) Het Petit Manu-el individualiste noemt geen levenden. 2) Zie Versl. en Mededeel. Vierde Reeks. Zevende deel, blz 370. Bericliten. DE TuiERS-uiüLioTiiEEK. In het begin van het volgend jaar zal het Institut de France" te Parijs de Bibliothèque Thiers" openen. De belangrijke verbouwing van het interieur van het Hötel-Thiers aan de Place SaintGeorges isafgelooren. De voornaamste inhoud van de boekerij bestaat uit werken over de geschiedenis vau Frankrijk, waarover Thiers ongeveer 5000 deeleii had verzameld. HAF.CKKL'S BOEKEX OXGEWENSCHTE VREEMDE LINGEN ix RUSLAND. Volgens bericht aan het Leipager Tageblatt worden de werken van Ernst Haeckel te St.-Petersburg door de poli!ie in beslag genomen. 40 t;ts u tf per regel. NoTMal-Onilerldeeilin van ProfDrG. Eenige Fabrikanten W.BengerSöhne Stuttgarf Hoofddepót te AMSTERDAM: Kalverstr. 157 K. F. DEÜSCHLE-BENGER. hem geen kwaad zal doen. Nu, meneer, ik stel voor dat u geen notitie neemt van deze vermeerdering van gehoor en doorgaat met uw verhaal, precies alsof u daarin geheel niet gestoord waart." Onze bezoeker bad do brandy haastig op gedronken en zijn gelaat had zijn vroegere kleur weer aangenomen. Met een waatroiiwenden blik op het notitieboek van den inspecteur, kwam bij dadelijk met zijn vreemd verhaal voor den dag. Tk ben een vrijgezel," zeide hij, en daar ik van de gezelligheid houd, ga is met veel menscheii om. Daaronder bevindt zich het gezin van een vroegeren bierbrouwer,genaamd Melville, die woont in Albemarie Mansion Kensington. Het was bij hen aan tafel dat ik eenige weken geleden een jongen man ont moette, die Garcia heette. Hij was, naar ik vernam, van Spaanscbe afkomst, en op de een of an iere manier verbonden aan het gezantschap. Hij sprak perfect Engelsch, had zeer aangename manieren, en had zulk een knap uiterlijk als ik ooit van een man heb gezien. Hoe dan ook, dat jonge mensch en ik werden bepaald vrienden. Hij scheen zich van den beginne af tot mij aangetrokken te gevoelen, «n binnen twea dageu na onze eerste ontmoeting kwam hij mij te Lee opzoeken. .Wij kwamen van bet een op het ander en ten slotle inviteerde hij mij om een paar Oa^en in zijn huis WistariaLodge, tujschan Ksher en xhott door te brengen. Gisteravond ging ik naar Esber oru aan deze afspraak ;;evo)g te geven. Hij bad mij zijn huishouding beschreven, vóór ik daar heen ging. Hij woonde met een trouwen bediende, een landgenoot van hem, die voor ailes zorgde. Deze man sprak Engelsch en deed zijn huishouding. Dan was er een verwonderlijk goede kok, zei hij, een half-bloed dien hij op zijn reizen had opgepikt en die een uitstekend diner kon klaarmaken. Ik herinner mij, dat bij zelf opmerkte wat een rare huishouding dat was om in bet hartje van Surrey te vinden en dat ik het geheel met hem eens was, hoewel ze nog heel wal vreemier is gebleken dan ik dacht. Ik. reed naar het bnis ongeveer twee mijlen" zuidelijk van Esher. Het was tamelijk groot, lag ee» eind vau den weg af aan een kronkeïendo oprijlaan mot aan beide kanten hooge evergreen struiken. Het waa een oud bouwvallig huis, allerslechtst onderhouden. Toen bet rijtuig stil hield op da met gras begroeide laaa voor de door wind en weer verveloos geworden deur, begon ik te twijfelen of het wel verstandig van mij was een man te bezoeken dien ik zoo oppervlakkig keilde. Hij deed echter zelf open, en begroette mij met veel vertoon van hartelijkheid. Ik werd overgedragen aan de zorg van den knecht, een melankoliek, donker personage, die mijn valies opnam en mij naar mijn slaapkamer voorging. Er was iets drukkenda in het geheeie buis. Ons diner was een ii!e a !(:e heeft sedert 190 jaar eene onwan kelbare reputatie voor absolute zuiverheid en kwaliteit. Vraagt uwen wijnhandelaar naar proefflesschen. Prijzen van ? 8.5O tot /8.5O. Generaal-Agenten: Koopmans & Bruinier, Amsterdam. fiÜDüNTIP unnnn 11 c FABRIKANTEN VALTOfl ZONEN AMSTERDAM Verkrijgbaar bij: Hirsch en Cie., Ilofl., Leidscheplein. Actr. Schakel, tfofl.. Heiligen weg. H. Meyer, //o//., Koaingsplein. Au Bon Marclié, Kal verst raat. Mag. Meizershof, Nieuwendijk. E. H. Dik, Leidsehestrast 10. C. Nieuivenkanip Kottiug&Zooii, Galerij 29. Allen te Amsterdam. H. J. Loor, Lijnaiarkt 2.\, Utrecht. E. H. Koiisson & Co., M-ddelburg. BOUWT te NUNSPEET op de VELUWE. Inlichtingen bij .4 r t i", doorloopende schilderijen-tentoonstelling aldaar. en ofschoon mijn gastheer zijn best deed om onderhoudend te zijn, schenen zijn ge dachten voortdurend |af te dwalen en hij praatte zoo vaag en zoo wild, dat ik hem nauwelijks begreep. Hij trommelde voort durend met zijn vingers op tafel, beet op zijn nagels en gaf andere teekeceti van zenuw achtig ongeduld. Het diner zelf werd niet erg goed opgediend en was niet goed toebe reid en de sombere zwijgende knecht maakte ons door zijn aanwezigheid ook al niet opge ruimder. Ik kan u verzekeren, dat ik her haaldelijk i n den loop vandenavondgewenscht heb een of ander excuus te kunnen bedenken, om naar Lse terug te gaan. Eén ding komt mij in de herinnering, dat in verband kan staan met de zaak, waart aar de beide heeren hier onderzoek doen. Op dat oogenblik hechtte ik er geen beteekenis aan. Tegen het eind van het diner werd door den knecht een briefje gebracht. Ik merkte op, dat mijn gastheer, nadat hij het gelezen had, nog verstrooider en vreemder werd dan te voren. Bij gaf zelfs den schijn van de conversatie levendig te houden op en zat in gedachten verzonken, onophoudelijk cigaretten te rooken, maar zt-ide niets over den inhoud. Om elf uur ongeveer was ik blij naar bed te kunnen gaan. Eeu poosje later kwam Garcia aan mijn deur, de kamer was toen donker ??en vroeg of ik gescheld had. "Ik zeide van neen. Hij verontschuldigde zich dat hij mij zoo laat gestoord had en zeide dat het bijna n uur was. Ik sliep Jaarna in en bleef den geheelen nacht doorslapen. En nu kom ik tot het wonderlijke deel van mijn verhaal. Toen ik waSker werd was het klaar dag. Ik keek op mijn horloge en zag dat het bijna negen uur was. Ik had nog speciaal gevraagd om acht uur geroepen te worden en was zeer verbaasd over deze vergeetachtigheid. Ik sprong op en schelde om den knecht. Er kwam niemand. Ik schelde nog eens en nog eens, met heizelfde resultaat. Toen kwam ik tot de conclusie, dat de schel kapot moest zijc. Ik trok vlug mijn kleeren aan en haastte mij, in een zeer slechte stem ming, naar bsneden om wat heet water te bestellen. Gij kunt u mijn verbazing voor stellen, toen ik bevond, dat daarniercand was. Ik riep luidkeels in de gang. Geen antwoord. Toen liep ik van do eene kamer naar de andere. Alle waren verlaten. Mijn gastheer had mij den vorigen avond getoond wat zijn slaapkamer was, dus klopte ik op zijn deur. Weer geen antwoord. Ik draaide den knop om en ging binnen. De kamer was leeg (-n het bed niet eens beslapen. Hij was evenals de anderen weggegaan. De vreemde gast heer, de vreemde knecht, de vreemde kok, allen waren in den nacht verdwenen l Dat wag het eind van mijn bezoek aan Wistaria Lüdge." (Wordt vervolgd).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl