Historisch Archief 1877-1940
No. 1633
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
DAMEjS.
Een lienwe sciiosl voor Tronwen-aröeiil.
Met l October is te Rotterdam een
nieuwe, door particulieren gestichte school
voor vrouwen-arbeid" geopend, waarvan de
voorbereiding heel eenvoudig en stilletjes
is in zyn werk is gegaan en waarop ook
thans nog, vlak na de opening door
de opvallende bescheidenheid van stichters
de aandacht zoo goed als niet is gevestigd.
Toch is, niet slechts voor Rotterdam, maar
voor het ambachts-onderwys en speciaal voor
het onderwas aan meisjes uit arbeidende
klasse in het algemeen, deze nieuwe school
van groote beteekenis te achten.
Hét is een school met een sociale strekking
en een sociaal karakter bij uitnemendheid,
en in vele opzichten als een proef te be
schouwer, waarvan het resultaat met belang
stelling moge worden afgewacht.
De titel is: School voor vrouwen-arbeid"
maar ik geloof, dat met deze benaming voor
de bedoelde school eigenlijk óf te veel, ofte
weinig wordt gezegd.
Wat dan is het wel voor 'n school.
Men weet, dat algemeen gevoeld wordt de
leemte die er in de geledingen van ons lager
en voortgezet lager onderwijs bestaat voor
de meisjes uit de arbeidende klasse op den
leeftijd van 12 tot boven 15 a 16 jaar, den
leeftijd gedurende welken zij zoo in hooge
mate ontvankelijk zijn voor indrukken, zoo
wel ten goede als ten kwade. Het is voor
meisjes van de arbeidende klasse juist op
dien leeftijd die voor1 hun verder leven zoo
goed als beslissend is, omdat dan een keuze
moet worden gedaan voor het beroep.
Voor de jongens bestaat, te Rotterdam
zoowel als in andere steden, de
ambachtsschool. Maar wat bestaat er van dien aard
voor de meisjes? Een deel gaat zich verhu
ren als dienstmeisje", om zoo voor dienst
bode te worden opgeleid. Maar de meesten
bereiken die functie niet, wijl hen het slen
ter Ie ven met de kinderen op straat en de
veelal niet zeer zachtzinnige behandeling
niet bevalt, en ze gaan op atelier of fabriek.
Atelier of fabriek! En wat wacht hen
daar ? Leeren ? Zeker, ze zullen op den duur
wel ietg leeren. Maar juist gedurende de
jaren dat ze eigenlijk het meest moesten lee
ren, worden ze als locpmeisjes voor
hoedenwinkels en naaisters-ateliers of als
boodschappertjes in warenhuizen het meest afgejakkerd.
Terwijl ze, van de school gaande naar
de tabaks-, koffie-, confectie-, tricot- en soort
gelijke werkplaatsen, komen in een omgeving,
die niet zelden voor hun zedelijk peil, (door
de gesprekken, de twisten en de grapjes der
ouderen) allerverderfelijkst, en voor haar
gezondheid in hooge- mate nadeelig ia.
Ik behoef dat niet nader aan te toonen:
ieder die, hetzij als lid eener school- of
armenzorg- of buurtcommissie, hetzij uit eigen
ondervinding, met het volksleven" in onze
grootere steden op de hoogte is, weet dat,
en de verslagen der arbeids-inspectie zijn
overmld van bladzijden, waarop het lijden
dezer fabrieks- en atelier-meisjes in sobere
cijfers en feiten staat opgeteekend
En wat is het verdere, en ergste gevolg?
Dat de meisjes, geëxploiteerd door allerlei
ondernemingen, gedurende 9 of 10 of l L uur
per dag, niet meer de gelegenheid erlangen,
op behoorlijke wijze zich eenigszins voor te
bereiden voor de taak die op den duur wel
de belangrijkste voor hun leven, en die voor
geheel de maatschappij van zoo groot gewicht
is: hun taak als huisvrouw, als verzorger
van 't gezin, als verzorgster en opvoedster
van de kinderen.
UIT DE N A T U U
CCXCIV. Rozebottels en Vijgen.
In dezen zomer zat ik op een snikheeten
dag in den trein met Italiaansche werklieden.
Een paar ervan haalden een papieren zak
voor den dag, en gingen er bollen uit opdie
pen, die ik op 't eerste gezicht voor gekookte
zoete appels hield.
Ze waren zoo groot als een kindervuist,
afgeplat als mandarijnen en even als by ge
kookte appels en overrijpe pruimen, was de
groene schil hier en daar gebarsten en puilde
de geleiachtige inhoud naar buiten. De lui
smulden dat ze kreunden, en likten hun
zwarte baard met langgerekte tong. Ook de
conducteur kreeg een aanbod om mee te
doen, maar by bedankte, en ik ook; het was
mij een te sappig, een te onbekend materiaal.
Ook de manier van eten vond ik wat on
smakelijk.
Tot mijn verwondering hoorde ik, dat het
fichi, vygen waren. Natuurlijk kende ik wel
versche vygen, uit onze comestible-winkels
van gezicht en van smaak; ook was ik al
eens als getuige geroepen, om te constateeren
dat in een Amsterdamschen tuin echte vygen
rijp konden worden; maar dat waren van die
mooi gevormde peervormige vruchten; veel
kleiner en niet zóó ry'p en week, of je kon
ze wel aanpakken zonder sappige vingers te
krijgen.
.tiigenlyk was het dom, mij te verwonderen;
want ik spoorde door het land waar de vygen
groeien; maar ik kwam uit het Noorden en
wie denkt dan dadelijk aan vijgen; een dag
later heb ik ze ry'p en half ry'p langs den
weg aan de hoornen zien zitten.
Nu is een vyg voor iemand die plantkunde
studeert, een van de merkwaardigste en be
langwekkendste vruchten, die er bestaan; en
ik was bly, nu eindelijk eens in de gelegenheid
te zijn, althans iets van dat wonderlijk ont
staan van de vygen met eigen oogen te zien.
Ook wie nog nooit een versche vyg geopend
heeft, weet van de gedroogde wel, dat het
binnenste vol geel-witte pitjes zit; en ieder,
die weet dat het een vrucht is, houdt natuuryk
de taaie vijg met zy'n eene hard knopje voor
het vruchtvleesch en de witte pitjes voor de
zaden. Dat is voor een populair begrip van
een vrucht ook heel goed en voldoende; het
zon pedant zy'n, iemand, die er zelf niet aan
twijfelt of naar een uitleg vraagt, te willen
wijs maken dat een vijg evenals een aard
bei of een peer, geen vrucht is; doch slechts,
om in de schoolboeken-taal te bly'ven, een
schijn vrucht. Dat zou bespottelijk zyn, en de
ongevraagde uitlegger verdiende het, als hy
uitgelachen werd.
Wie evenwel niet geheel onnoozel is op
het stuk van botanie, en juist naar de ver
klaring van de vijgevrucht vraagt, heeft
kans een uiteenzetting te hooren, die hem
Nietwaar, hier roer ik aan het
ontzaggelijke vraagstuk van de volksellende, het
lage peil van de volksontwikkeling, de
ruwheid en verwaarloozing waarvan zoo
duizenden arbeidsgezinnen blijk geven, een
vraagstuk 't welk vaat zit aan heel den
socialen toestand der arbeidersklasse. En
zóó breed behoeft dit vraagstuk niet te
worden aangesneden in dit verband. Doch
elke stap die niet alleen de meisjes uit
de arbeidende klasse de gelegenheid wil
geven om na het verlaten van de lagere
school, nog iets mér te leeren behalve het
gewone onderwij *, en speciaal iets meer te
leeren van den belangrijken, dagelykschen,
arbeid die hen voor haar verdere leven als
dagely'ksche nuttige dagtaak is opgelegd,
maar ook de ouder» financieel te hulp wil komen
om het gebruik maken van die gelegenheid te
vergemakkelijken, is onder de gegeven omstan
digheden, m.i. in hooge mate toe te juichen.
Het wijst den weg aan, dien op den duur
de overheid, wil zij ook de kinderea der
armen doen profiteeren van kennis en
verheffenden arbeid, zal hebben in te slaan.
En nu weer het Rotterdamsche voorbeeld.
Er bestaat te Rotterdam sedert 1885 een
industrieschool voor meif-jes met 5 jarigen
cursus, gesticht door particulieren waaraan
thans de Gemeente een jaarlijksche subsidie
geeft van f 8625. De bedoeling van deze
school is steeds geweest: meisjes uit den
arbeidenden en den kleinen burgerstand in
de gelegenheid te stellen, zich allerlei be
kwaamheden eigen te maken, waarmee zij
in het latere leven beter gewapend met kennis
den stry'd van het bestaan zjuden voeren.
Maar langzamerhand is deze school geworden
eene zeer gezochte, betrekkelijk goedkoope
inrichting voor onderwijs in allerlei nuttige
vakken niet zoozeer voor kinderen van
arbeiders, dan wel uit de burgery', en niet
altijd de slechtst gesitueerden onder deze.
Dat wil niet zeggen dat het onderwijs dier
school daarom voor die kringen en voor
velen ook buiten Rotterdam, niet zeer nuttige
vruchten zou dragen, maar ... voor de arbei
derskinderen bleek de 5 jarige cursus niet
mogelijk te volgen, omdat de ouders zoolang
niet de. eventueele verdiensten der meisjes
kunnen ontberen. Jammer natuurlijk, maar
een feit, waarmee het karakter eeuer school
dient rekening te houden.
Thans hebben zich een 8-tal personen
vereenigd, met als voorzitter mr. W. Baartz
en als secretaresse mej. W. H. Dutilh, die
uit particulieren bron de beschikking hebben
over en som van ? 100,000.?Door welwillende
medewerking van het gemeentebestuur beeft
de vereeniging de beschikking gekregen over
eene lokaliteit aan de Nieuwe Haven. Daar
is thans gesticht een School voor vrou
wenarbeid" met drie-jarigen cursu». De school
is bestemd voor meisjes uit de arbeidende
klasse, die, de gewone lagere school
doorloopen hebbende, nog verder onderwy's
kunnen ontvangen in nuttige handwerken,
koken en strijken en verder in huishoud
kunde, voedingsleer en gezondheidsleer. Niet
meer, maar ook niet minder dus, dan noodig
is, ja een eisch is, voor het dagelijksch leven
in gezin en maatschappij.
Eenigerlei examen, van welken aard ook,
zal voor de toelating niet gevorderd worden.
Slechts een bewijs van ontslag van de lagere
school is daarvoor voldoende. En melden
zich mér aan dan de 42 waarvoor voorloopig
plaats is, dan gaan de jongsten vóór.
Het schoolgeld zal bedragen ? 6 per jaar.
Maar zij, die, hoewel niet onvermogend,
niet in staat zyn, dit bedrag geheel te be
talen, kunnen daarvan voor de helft worden
veel te ingewikkeld lijkt, om waar te kunnen
wezen.
Het gemakkelijkst kunt ge een vyg begrij
pen, als ge even wilt nakijken, hoe een
rozebpttel in elkaar zit; die vindt ge nu aan alle
rozelaars. Snijd een zoo'n mooi vaasje in de
lengte open. Op den bodem en tegen den
wand ziet ge gele knopjes zitten, niet waar?
Dorre verdroogde draadjes, er boven op,
komen samen in de kleine nauwe mond van
het flescbje; en daar boven aan den hals,
rondom die nauwe opening, hangen de vijf
sierlijke rozenkelk-slippen naar omlaag; dat
is de soms zoo heerlijk mooie
rozenbottelhalskraag.
?Dat er binnen in het roode flescbje gele
knopjes zitten, verwondert u niet; zaden zegt
ge, pitten natunrly'k, net als in druiven of
appels en peren. Maar rakel nu eens even
uw schoolkennis van plantkunde op, als ge
wilt,
Op die gele dingetjes in de rozenbottel
ziet ge immers draden, draden met knoppen;
dat zyn de stijlen met de stempels; (ook bij een
roos zelf is onder de bloemen in de groene
dop, die immers later tot bottel wordt, dat
alles al duidelijk zien).
Als die draden stijl en stempel zijn, kan
het gele knopje wel niet anders dan het
resteerende derde lid van een stamper wezen;
zooals ge u herinnert heet dit deel: het
vruchtbeginsel. En als dit vruchtbeginsel
volwassen wordt,heet het natuurly'k de vrucht,
daarin bevinden zich een of meer zaadjes.
Ergo: de gele dingetjes in de rozebottels
zyn de vruchten van de roos, vruchten die
in dit geval nu eens geen vleezig omhulsel
om het zaadje hebben gevormd. Ze blijven
byeen, gelijken op zaden, en laten de functie
van vogellokkers over aan de bottel; dat
is de kelk met den bloembodem waarin
zy gezamenlijk rusten. Dit gemeenschap
pelijk omhulsel, dit fleschje (bottel
bouteille) wordt rood en sappig, en in het oogval
lend en lekker; de vogels pikken het weg en
zoo geraken de zaadjes, alias de
rozevruchten, toch verspreid, ver van de moederplant;
wat in den regel van nut is.
Die gele pitjes van de vy g nu zyn, j uist als
by rozenbottels, de eigenlijke vruchten; elk
met n zaadje, dat de geheel e nietige vrucht
vult. De eigenlijke vijg is niets dan een zakje,
dat de vruchten omsluit.
Maar nu is er een groot verschil tusschen
beide planten, en wel in het bloemenlever,
dat aan de vruchtvorming voorafgaat, name
lijk de bestuiving. Dat verschil is ook al
uitgedrukt in den vorm: by' de bloem van de
roos en ook by' de jonge rozebottel ziet ge
nog dnidelyk, dat de gezamenlijke stempels
den mond, dat is de opening van het fleschje
alty'd geheel afsluiten; bij de vijg staat die
mond soms open, soms is ze gesloten. Wel is
het maar een klein gaatje, maar toch is er
tijdelyk een open verband tusschen de bui
tenlucht en het binnenste van een vijg. Dit
ontheven, voor kinderen van onvermogenden
is geen schoolgeld verschuldigd".
En ziedaar de bepaling waarop ik straks
het oog had: Aan onvermogenden kan, uit
een daartoe op te richten fonds, wanneer het
Bestuur meent dat daartoe termen bestaan,
eene tegemoetkoming worden verleend van
£1 per week, ten einde hen in staat te stellen,
mne kinderen de school te laten.bezoeken".
Zoo is dus de gelegenheid geopend, voor
ouders die dit noodig hebben, de voornaamste
moeilijkheid om hun kinderen iets te laten
leeren, uit den weg te ruimen, en rekening
gehouden met de werkely' ke socia Ie toestanden!
Den weg gewezen aan de overheid, door een
practisch voorbeeld, hoe eenigermate aan de
kinderen uit de arbeidersklasse kan worden
vergoed, wat de sociale m is tanden jegens
hen misdoen!
Als directrice is benoemd mej. W. Broese
van Groenou. Haar wacht een mooie en dank
bare taak !
S.
De Vrouw en haar Huis. Feestmaaltijd bij
Rattle-snake-Peter. Modes. De vrouw
een raadsel.
In het afwisselend Oktober-nummer van het
geïllustreerde maandschrift voor dames: de
Vrouw en haar Huis", komen o. m. twee
artikelen voor, die met belangstelling zullen
worden gelezen, te weten: Dienstboden in
Japan", door H. H. Hz., en Huishoudelijk
boekhouden", door A. H. van Wijlen.
De schrijfster van Dienstboden in Japan",
geeft aardige staaltjes over Westersche lomp
heid, en Oostersche hoffelijkheid van dienst
doend personeel.
Het verwondert mij, dat de schrijfster het
min of meer ongepast vindt, dat dienstmeisjes
tegenwoordig inlichtingen vragen over de
meesteres, aan wie zij haar diensten aanbieden.
Dit is niet meer dan billijk; meisjes die dit
verzuimen, handelen onverstandig. Informeert
de meesteres niet naar 't dienstmeisje? Vor
dert zij niet van haar: mondelinge of schrif
telijke getuigenissen? Doet het gros der
huisvrouwen bij een eerste samentreffen met
de sollicitante, haar niet een verhoor
ondergaan, als ware zij voor de vierschaar
gedaagd?! Billijk zou het wezen, dat elke
bescheiden en onbescheiden vraag der mees
teres, aan het dienstmeisje het recht ver
leende, óók vragen te doen, op den man
af, aan de vrouw, onder wier dak zy beoogt
te werken.
Trouwlustigen met een beperkt inkomen,
kunnen na lezing van Huishoudelijk boek
houden" onverwijld hun schreden wenden
naar den ambtenaar van den burgerlijken
stand.
Begrooting voor een jong gehuwd paar
met een inkomen van ? 2000", is een gerust
stelling voor hen, die wel gaarne 's levens
lasten zouden willen deelen met den man of
't meisje hunner keuze, doch die huiverachtig
de geldkwestie wikkend 'en wegend, den
trouwdag naar verre, soma onbereikbare toe
komst verschuiven.
Zij kunnen met een gerust geweten in 't
huwelijkaschuitje stappen, mits: beide uit
stekende financiers zijn, en, zij elkander zóó
liefhebben, dat de overschrijding van den
uitgetrokken post: 45 gulden voor
onvoorgaatje in de vijg, als die nog niet grooteris
dan een erwt, heeft tot de oplossing gevoerd
van het vijgenraadsel, en het is nog pas
eenige jaren geleden, dat die gevonden is.
Wel was al lang bekend dat de vijgen wel
degelyk bloeien, al blijven de bloemen hun
heele leven voor ieders oog verborgen. In
zoo'n groen erwtje, dat later de vijg zal worden,
bevinden zich de bloemen; en nog wel in drie
vormen: bovenaan meeldraad bloempjes, onder
aan stamperbloemen en daartuischen in: een
bloemvorm, die veel op de stamperbloempjes
lijkt, maar een veel korteren stempel heeft. De
figuurtjes hierbij geven het duidelijk aan..
En na komt het merkwaardigste. In zoo'n
kleine vy'gebloem leven nog veel kleiner
wespjes; de wijfjes van deze leggen hun eieren
in de vruchtbeginsels. Daartoe steken ze hun
legboor in de stempel, boren hun
leginstrument door de styl heen, en zoo bereikt het
eitje de plaats in het vruchtbeginsel waar
het bloemeneitje ligt.
Maar, en hier komt het op aan: die legboor is
te kort om, door de stempel van de langsty'lige
bloempjes heen, het vrucht beginsel te berei
ken; alleen by' de andere stamperbloempjes
gelukt het; alleen daarin ontwikkelt zich
het wespenei tot een larve, en de wand brengt
een zacht weefsel voort, als voedsel voor het
jonge diertje; met andere woorden het wordt
een gal.
De larve van de vygenwesp verpopt zich in
dit bij zondere galbloempje.Erkomen natuurlijk
mannetjes en wijfjes; de mannetjes kruipen da
delijk uit hun galkamer, het zijn ongevleugelde
gele diertjes; de wy'fjes, die bruin en grooter
zy'n en vleugels bezitten, blijven binnen; ze
worden binnen in die kamer door de man
netjes bevrucht; waarop deze sterven.
Nu gebeurt er weer iets wonderly'ks:
tegelyk dat de wijfjes zich gereed maken om
op hun beurt hun kluis te verlaten en weer
ziene uitgaven" geen .harde woorden ontlokke
aan de teleur gestelde echtelingen.
Van de Vrouw en haar Huis" gesproken.
In my'n kroniek van 13 Sept. jl. maakte
ik melding van: Kunsthand weven, en deelde
mede dat: mej. T. J. Gorter te Haarlem
woont, dat moet zy'n te Laren.
Mej. T. J. Gorter is voornemens in den
aanstaanden winter lessen in handweven te
geven, en by' genoegzame deelneming, zou zij
voor deze aantrekkelijke industrie, te
Amster lam, gaarne een cursus openen.
# *
*
Uit Amerika komen de verrassingen! Zoo
ook het bericht over het slangen-diner, by het
restaurant Peter Grubers, bijgenaamd
Rattlemake-Peter, te Rochester in den staat
NewYork.
Gebraden ratelslang! 't is om van te rillen.
Peter Grubers, die eenigen ty'd gelogeerd
had by zijn collega-slangenvanger: Harry
Daviee, uit Denver (Colorado) heeft ter eere
van zijn gastheer, een slangen-diner gegeven.
Achttien gasten waren genoodigd. De eetzaal
van het restaurant zag er uit, om kippevel
te krijgen.
Slangenhuiden als tropheeën langs de wan
den. Midden op den teestdiscb, als pièce de
milieu: een glazen kom met een levende
ratelslang er in. Opgezette reptielen voor
tafel-decoratie; om ieder bord kronkelden
kleine, onschadelijke slangetjes.
De hoofdschotel bestond uit gebraden slang
met botersaus. Voorts werden rondgediend:
gestoofde waterslang met olijven en augurken;
gerookte python met eiersans; ter vervan
ging van roastbief, roast-boa-constrictor met
jonge groenten. Ratelslangen waren in stuk
ken gesneden, gepaneerd en gebakken.
Wantrouwend en vol afschuw bekeken de
gasten, de verschillende slangen-gerechten.
De gastheer gaf het goede voorbeeld en
at smakelijk van het slangenvleesch, dat hij
als delicatesse roemt.
Harry Davies, de eeregast, tastte dapper
toe, en smulde aan gestoofde waterslang.
Zien eten, doet eten.
De gasten trommelden al hun moed bij
elkaar, proefden alles en waren 't er over
eens, dat de gebraden ratelslang het lekkerst
was. Zoozeer viel deze spy's in den smaak,
dat Peter Grnbers van alle kanten gevraagd
werd om 't recept; een verzoek, waar hij niet
op in ging. Voorloopig wil hij dit gerecht
behouden als: plat de la maison.
De Paradys-slang zal wel niet gedroomd
hebben, dat hóar nazaten bestemd waren,
de tongen te streelen van E?a's nakomelingen.
De triomf van de ligne directoire, is een
voldongen feit voor het aanstaand winter
seizoen.
Het omvangrijke der modieuse vrouw zul
len zy'n: kapsel en hoed. De zwarte hoed van
reusachtigen omvang, genre merry Widow,
is de modehoed.
Breede, niet gefriseerde struisveeren zijn
nog steeds in trek.
Naast den volumineusen, ronden hoed ver
nieuwt de gracieuse filten, peluche, fluweelen
en bonten toque weer voor den winter haar
oude rechten.
De ligne directoire schrijft voor: vermin
dering van dessous" en vermijden van breede
mouwen.
Lange, aansluitende mouwen behooren zoo
wel bij de directoire robe, als by den mantel.
De mantelmouwen zy'n versierd met
geplisseerde kanten, over de hand vallend, en ter
eieren te gaan leggen, beginnen de
stuifmeelbloempjes boven in het vijgenfleschje
hun doosjes te openen, het stuifmeel komt
vrij, en meteen opent zich het fieschje met
een fljn gaatje, net groot genoeg om een
wijfjes wesp door te laten.
By hun doortocht passeeren deze wijfjes de
stuifmeelbloemen en ze nemen aan hun lichaam
allicht wat van dit bevruchtende poeder mee.
Het zijn zwakke diertjes; ver kunnen ze
niet vliegen en langer dan een paar dagen
leven ze niet. Bloeien er in de buurt andere
vygebloemen, dan zoeken ze die dadelijk op;
zulke bloemen die op bezoek wachten, openen
nu ook eventjes de poort in het vy'gefleschje
op een kiertje; de wespjes wringen zich naar
binnen en trachten hun eitje in de vijge
bloempjes te leggen. Het gaatje in de
vijg is zoo klein, dat ze hun vleugeltjes
aan de poort moeten laten; die breken ge
regeld af by het binnendringen; ze heb
ben ze immers ook verder niet noodig.
Haar levenstaak is afgeloopen, zoodra het
eitje op de zelfde wijze, als haar moeder het
deed, in de galbloemen van het vjjgeftesehjeis
gedeponeerd.
Daarmee is dan tevens de vy'gebloem be
stoven; de wijfjes-wespen immers hadden uit
hun geboortevijg stuifmeel meegenomen.
Wordt geen stuifmeel overgebracht dan
groeit de vijg, de wilde althans, niet verder,
en valt als klein knikkertje af. In
ZuidEuropa en Klein-Azië, het vaderland van de
vygen, gebeurt dit merkwaardig bestuiven
van de vijgen in den regel in drie perioden,
met een rustpoos er tusschen: in het voorjaar,
in den zomer en in den herfst. De wespjes, die
in den herfst uit de eieren komen, blyven den
winter over in de gedaante van poppen. In
't voorjaar v'iegen deze wijfjes uit en bestuiven
de andere vygen, die dan bloeien en rijpen.
Die voorjaarsvygen heeten in Italiëprojlchi:
L Rozebottel, jong, nog met bloemblad en enkele meeldraden, in de bottel
de jonge vruchten. 2. Een vyg (caprificus) in bloei. a. Meeldraadbloempje,
b. Stamperbloempje, c. Galbloempje. d. Vygengalwesp. Alles vergroot.
hoogte van 20 centimeters, aan den buiten
kant der mouw oploopend.
Het doodeenvoudige tailor-made costuum,
is na een strijd van vier jaar in eere hersteld.
Voet vrij e rokken heeten wel modieus, doch
modiste en couturier ontraden die, aan haar
clientèle, omdat, ontegenzeggelijk de langere
rok veel beter kleedt, en, de modieuse vrouw
steeds het mooie boven het praktische stelt.
Serge gegarneerd met soutache is de gelief
koosde combinatie voor wintertoiletten. La
note noire, die hél schuchter zich aankon
digde in de demi-saison kleeding, zal in den
aanscaanden winter op den voorgrond treden
met profusie van soutache-garneering.
Blauw serge met artistieke motiven van
zwarte soutache, bruin en groen tweed"
met zwarte sontache zullen opgang maken.
Canard, bruin en groen in allémogelijke
nuances, zijn op 't oogenblik gangbare kleu
ren. By 't kiezen van een tint, doet men
verstandiger, te rade te gaan met persoonlijken
smaak, en met de wetenschap van 't geen 't
beste past bij ons uiterlijk, dan met grillige
mode-voorschrift en.
P.S. Mejonkvrouw v. S. te 's Gravenhage.
Hartelijk dank ! Het door u genomen abonne
ment op Het Gehoor ten bate van den dooven
Struggkr for Ufe stemt hem dankbaar.
Over 't traditibneel-raadselachtige in het
wezen der vrouw, kwamen my dezer dagen
eenige merk waardige aphorismen onder't oog:
Het grootste raadsel voor de vrouw, is:
wadrom zij voor mannen een raadsel is.
Bernard Shaw.
De vrouw, wordt eerst dé,n een raadsel
voor ons, wanneer zy ophoudt vrouw te
zyn." V i 11 i e r s.
Wie de vrouw een raadsel genoemd heeft,
kent de vrouwen niet." Charles Blunt.
Wanneer de vrouw voor ons een raadsel
is, dan hebben wij mannen haar zoo ge
maakt." V e r l a i n e.
De vrouw is een raadsel, dat zich in den
mantel der schoonheid gehuld heeft.1'
Morris.
Van de al dan niet raadselachtige vrouw,
nemen wij afscheid, om de eindelooze
Sphinxontleding te sluiten, met een pnicht-woord
der overdenking dubbel waard, van de heer
lijke schrijfster van Adam Bede," Daniel
Deronda," The Mill on the Floes" e. a.
Het is niet gemakkelijk vrouw te zyn;
de minste vrouwen verstaan die kunst."
George Eliot
CAPEICE.
Zoete macaroni: 100 gr. macaroni, l liter
melk, 80 gr. suiker, 60 gr. boter, 60 gr.
sultana rozijnen.
Bereiding: Kook de macaroni zachtjes gaar
in de melk. Voeg als de massa gaar is, de
suiker en de boter toe, alsmede de rozijnen,
die goed gewasschen en even opgeweld zy'n.
Plaats alles dooreen geroerd in vuurvast
schoteltje, bestrooi met paneermeel, en laat
in den oven lichtbruin worden.
de zomervijgen mammoni, de wintervijgen
mamme en alle drie samen caprifichi.
Dit zy'n niet da groote echte eet- of
handvy'gen, die bij ons als Smyrna-vijgen, meest
in gedroogden toestand, worden gegeten.
Deze zijn van een ras, dat uitsluitend vrou
welijke bloempjes in de vijg bezit. Hieruit
volgt, dat zij alleen bevrucht kunnen worden,
indien er in de buurt, en nog wel heel dichtbij,
een wild vygeboómpje of hout-vijg, de bo
venbedoelde caprifico, staat.
In den regel groeit de Smyrna-vyg ook wel
zonder bestuiving en bevruchting geheel uit,
maar dan schijnt de vijg niet zoo fijn en zoet
van smaak en niet zoo duurzaam te zyn. Ook
is het aantal vruchten per boom dan geringer.
Die fijne voorjaars-Smyrna-vy'g, die ook weer
een bijzondere naam draagt: Fiore, kan alleen
bevrucht worden door de mamme (de
wintervorm) van de caprifichi, dit blijkt uit de
levensgeschiedenis van het wespje, die ik u
zooeven geschetst heb.
En nu is het een eeuwenoud gebruik: tak
ken van caprifichi in den vijgeboom te hangen;
dit noemt men: de caprificatie; de
uitvliegende wespen bestuiven dan de bloemen
van de echte en beste voorjaarsvyg de Fiore
(bloem), en de groote mooie zuidvruchten
die er door ontstaan, worden heel duur
betaald.
Zonder precies te weten, hoe de vork aan
den steel zat, hebben de oudekweekers dus het
rechte middel getroffen. Eerst in de laatste
tien jaren is het naadje van de kous bekend
geworden en dat naadje heeft de slimme
Amerikanen schatten opgebracht.
Er groeiden sedert een paar honderd jaar
Smyrna-vygen in Californië, door Spaansche
geestelijken daarheen overgebracht; maar de
kwaliteit was niet die van de oorspronkelijke
Europeesche en Aziatische soort; een proef met
kunstmatige bestuiving bewees, dat het alleen
lag aan het gemis van bevruchting; evenals
dat het geval was bij de vanille-kweekery
op Java. De wespjes overbrengen was het
eenige middel om te kunnen concurreeren
met de Europeesche markt. Maar dat heeft
heel wat voeten in den aard gehad; het leven
van de diertjes is zoo kort en de weg van
Italiënaar Californiëzoo lang.
Natuurlijk is het gelukt. Wat gelukt een
Amerikaan niet? Een knap en slim natuurkun
dige die aan het zoölogisch station in Napels
studeerde, werd er op afgestuurd. Hij vischte
uit hoe het stond met de wintergeneratie van
het vijgenwespje (Blastophaga grossomm) en
zond ze in theelood naar Californië.
Dat is een boeiende, haast romantische
natuurhistorische handels- en cultuurgeschie
denis. Wie die mooi en uitvoerig beschreven
wil zien, moet het maar opzoeken in een
boek, dat ik twee jaar geleden al by u aan
bevolen heb: Naar Californiëvan Prof.
Hu'go de Vries." Er is al een tweede druk van.
E. HBIMANS.