Historisch Archief 1877-1940
No. 1634
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD YOOR NEDERLAND.
schrijver een deel van zijn eigen arbeid
los" maakt en uit het verband rukt," om
dan een ander, die zich aan het verband
heeft gehouden, van oppervlakkigheid te
betichten. De eenige weg tot eerherstel
van Mr. v. Str. bij hem zelf zou zijn, dat
hij onder twee oogen verklaarde anders te
hebben willen spreken dan hij het nu in
druk voor zich ziet. Immers dat verbindings
woordje, maar" is en blijft een strop! En
toch, ook dit, meenen wij, is hem eigenlijk
niet aan te bevelen. "Want handhaaft hij zich
op zijn tegenwoordig standpunt en' waren dus
de twee redenen" niet motieven mede voor
de stichting van den Mannenbond, dan heeft
hij, in zijn heele toespraak geen enkelen
anderen grond voor het oprichten dier
vereeniging gegeven, dan welke vervat is in
deze zijne woorden heel aan het slot: Vele
mannen zijn gemakkelijker te bereiken en
te beïnvloeden, door een organisatie van
uitsluitend mannen, dan door een
vereeniging, die ook vrouwen onder hare leden
telt". En dit is nu, als eenig argument, voor
iemand die alle oppervlakkigheid haat, toch
niet bijster suffisant!
3o. Wanneer mr. v. Str. zich er over
verwondert, dat wij, als hij ons onderhoudt
over het hmvelijksmateriaalvoor hoogstaande
mannen, ook aan de zedelijkheid, zedelijkheid
natuurlijk in den algemeenen zin, denken,
even als aan het intellect en de liefde,
alsmede aan het zedelijk karakter van de
ware beschaving, dan is dit, dunkt ons,
reeds een voldoende verklaring van zijn
verbazing, waar hij leest, dat wij, als
huwelijksmateriaal, de vrouw niet de mindere
van den man achten. Blijkbaar bewegen
zich in deze richting noch zijn stndielust
noch zijn opmerkingsgave. Immers hij zou
niet zich op een tooneelstuk beroepen, of
?bij de eenvoudige waarheden, die wij neer
schreven, van een feestrede en van frazes
gewagen! Dat wij intusschen de nadeelen
van de subjection of women" nooit hebben
ontkend, zal hij wel gelooven.
4o. Voorts willen wij er nog op wijzen,
dat de heer v. Straaten, het vrouwenkies
recht begeerende als een middel om voor
hoogstaande mannen'' een beter
huwelijksmateriaal te verkrijgen. in zijn rede het
steeds over ontwikkeling zonder meer had.
Wat ons deed schrijven, dat hij bij het
?woord ontwikkeling, ?waarschijnlijk" dacht
aan wetenschappelijke en politieke ontwik
keling, daar-er overigens voor den
hoogstaanden" man nogal keus was. Hjj schrijft
nu, dat hu niet weet, waar wij dit vandaan
haalden, daar hij alleen op algemeene" ont
wikkeling' het oog heeft gehad.
Wij meenden steeds, dat het eerste
gevolg van vrouwenkiesrecht zou zijn een
meer politieke ontwikkeling der vrouw.
Waarschijnlijk" zal Mr. v. Str. dat ook wel
met ons en de heele wereld eens zijn.
Maar nu schijnt hij er voor te vreezen het
kind bij zijn naam te noemen, waar hij
bezig is voor den hoogstaanden man een
geschikte vrouw te zoeken. Een politieke
vrouw, het klinkt hem in zijn voorzichtig
bedenken niet betooverend, en zoo redeneert
hij over algemeene ontwikkeling, als vergiste
hij zich in zijn eigen bedoelen.
En nu ten slotte:
5o. Hoe een ander in hetzelfde Nr. van
4 Oct., wat wij laffe leepheid" hebben ge
noemd, karakteriseerde als een treffend
voorbeeld van dat schitterend diplomatisch
beleid, onzen landgenooten aan-, of nog liever
ingeboren" zal mr. v. Str. wel gelezen
hebben.
De goede Oom Jodocus, in zijn aangename
ironie, noemde hem den slimmen vogelaar,
door welken zelfs de meest hardnekkige
misogynen in het net zullen komen l" En
waarlijk, het is moeilijk zich van spot te
onthouden, wanneer men een Bond ziet
imiiiiiniiMiiiii
hij dacht, maar in allen geval is het waar
schijnlijk dat toen Garcia de moeite deed
hem te komen vertellen dat het n uur
was, het in werkelijkheid niet later dan
twaalf uur is geweest. Als Garcia kon doen
wat hij te doen had, en teiug kon zijn op het
genoemde uur had hij blijkbaar een flink ant
woord als hij beschuldigd zou worden. Hier
had men dien onberispelijken Engelschman,
die klaar stond om voor elk gerechtshof te
zweren dat de beklaagde al den lijd thuis
was geweest. Het was een veiligheidsmaat
regel, als het ergste mocht gebeuren." ?
Ja, ja, dat begrijp ik. Maar nu, wat betreft
de verdwijning der anderen?"
Ik heb alle feiten nog niet, maar ik geloof
niet dat er onoverkomelijke moeilijkheden
zijn. Maar toch is bet verkeerd te
disputeeren vóór men alle gegevens heeft
Onwillekeurig verdraait men ze dan om ze
met zijn theorieën te doen kloppen."
En de boodschap ?"
Hoe luidde die? Onze eigen kleuren,
.groen en wit." Dat klinkt of het iets met
wedrennen te maken had. Groenopen, wit
gesloten." Dat is blijkbaar een signaal.
Middelste trap, eerste corridor, zevende
rechts, groene bie?." Dat is blijkbaar een
rendez-vous. Wij konden wel eens zien dat
er een jaloersche echtgenoot achter zat. Het
was blykbaar een gevaarlijke onderneming.
Ze zou niet gezegd hebben : God sta u bij"
als dat niet zoo geweest was. D... dat zou
ons op het epoor kunnen brengen."
De man wasén Spanjaard. Ik zou denken
dat D Dolores beteekent, een gewone
Spaansche vrouwennaam."
Goed, Wateon, heel goed, maar totaal
onaannemelijk. Een Spaansche zou aan een
Spanjaard in het Spaansch schrijven. Wel,
we kunnen alleen onze ziel in lijdzaamheid
bewaren tot die voortrefieliike inspecteur ons
komt halen. Intusschen kunnen wij dank
baar zijn voor ons geluk dat ons voor eenige
korte uren heeft bevrijd van de ondragelijke
vermoeienis der ledigheid."
Er was antwoord op Holmes telegram,
vóór de Surreysche ambtenaar was -terug
gekomen. Holmes las het en wilde het in
zijn notitieboek sluiten, toen mijn verwach
tende blikken hem opvielen. Hij wierp het
mij lachend toe.
WÜbewegen ons in hooge kringen"
zeide hij.
Het telegram was een lijst van namen en
adressen : Lord Harringby, The Dingle; Sir
George Ffolliott Oxhott Towers; Hynes Hynes
J. P. Purdey Place; James Baker Williams,
Forton Old Hall; Henderson, High Gable,
de. Joshuahstone, Nether Walsling."
stichten aan zulk een groot doel gewijd,
en de vergadering hoort openen met een
zoo onbeholpen toespraak, waarin elk woord
van geestdrift ontbreekt als ware het het
streven wat mannetjes bijeen te brengen,
die het aan de vrouwen eens zullen toonen,
dat er van een overtuiging zonder gloed
wel kracht kan uitgaan, en dat de strijd
voor recht voldoende gestreden kan worden,
als men maar met de lauwen zich vereeni
gen en zoeteH'kjes redeneeren wil.
Den zin en het doeltreffende van de
overige veelheid van woorden, laten wij
gaarne, zonder commentaar, ter beoordeeling
aan de lezers van ons artikel van 4 Oct. over.
D. K.
Uit hetNethedal, door FHANH VERSCHOREN.
Meindert Boogaardt Jr., Zeist 1908.
De titel klinkt idyllisch en men verwacht
stellig eenige landelijke tafreelen te midden
van een liefelijke natuur. Maar daar komt
niets van. Reeds het eerste verhaal,
Maandagvieren, beijvert'zich ons lluks en resoluut uit
dien waan te helpen, door het ongeval
vierkant en stevig op zijn poolen mee te
deelen, dat aan Maantje, den metselaar, over
kwam, die te veel borrels genevel" gebruikte
op een regenigen Maandag en dientengevolge
in allerlei malheur geraakte. In dit stukje,
zonder zweem van sentimentaliteit, is niet»
meer dan een episode gegeven uit een
werkmansleven, volmaakt onbelangrijk en gewoon
als gebeurtenis, doch zeer van belang om het
sober-waar opzetten van dat mansbeeld, de
klare levendheid van het gansene geval. En
wie dit leven om het leven niet te waar
deeren weet (gelijk men ook in den grootsten
bloei der Renaissance zich immers te goed
deed aan de tallooze figuurtjes, enkel om de
actie gemaakt) die zal van het overige werk
dezes echryvers ook niet veel genieten, want
het behelst voornamelijk deze soort levens
afbeelding, zonder meer. Met een zacht
plezier aan alle menschelyk doen, zonder
eenige moraal en zonder noemenawaard
wijsgeexig inzicht, ziet deze blijkbaar jonge auteur
het Leven aan, beeldt het half triestige, half
groteske weervaren van een onverschilligen
Vlaamschen werker, of?heel fijntjes het
ommezwerven van een besmoezeld en ver
waarloosd joggie op een voorstadskermis.
Ook hier nietJ van de conventioneele mee
warigheid, maar een glundere pret in het
krachtig en spontaan dierlijk uitleven van
dat kleine mensen en een even groot plezier
in die kermisdingen, de spullen, de kerels,
de atmosfeer zelve. Met Nonkel Sooi beproeft
dan de schrijver een nieuw recept. Hy' tracht
naar zoo iets als gevoelsverdieping, het geval
krijgt een ondergrond van sentiment en
wenscht daarom gewaardeerd te worden.
Doch het lukt niet: alleen de zuiver realis
tische gedeelten komen tot hun recht in deze
raar-sentimentelige historie van twee ver
vreemde gebroeders, die bij en door het ziek
bed van een geliefd kind en neefje wederom
verzoend worden.... Men heeft hier enkel
genoegen in de deugdelijke teekening van
dien koppigen bakker en zijn bedrijf, van het
zieke kind en zyn doen en acht de pathetische
verzoening noch bizonder, noch treffend.
Maar de schrijver, Frans Verschoren, gelijk
hq zich in dit boek vertoont, heeft nog een
andere zyde. Hg is niet alleen met wel
gevallen en talent een realist, hij kijkt niet
enkel tegen de dingen aan, maar ook er
doorheen, om zoo te zeggen. Gelyk de meesten
in die jonge Vlaamsche beweging en is
Dit is een zeer voor de hand liggende
manier om ons veld van werkzaamheden te
beperken," zei Holmes. Zonder twijfel heeft
Baynes, met zijn zin voor het systematische,
reeds een dergelijk plan uitgeroerd."
Ik begrijp je niet volkomen."
Wel, beste kerel, wij zijn al tot de con
clusie gekomen, dat de boodschap die Garcia
bij het eten ontving, een afspraak of een
rendez-vous wa?. Als nu de voor de hand
liggende lezing juist is, en iemand om deze
afspraak te houden de groote trap moet
opgaan en de zevende deur moet zoeken in
een gang, dan is het volkomen duidelijk, dat
het huis heel groot is. Het is ook duidelijk
dat dit huis niet meer dan een paar mijlen
van Oxhott verwijderd kan zijn, daar Garcia
in die richting liep, en, volgens mijn opvat
ting, hoopte tijdig in Wistaria Lodge terug
te zijn om gebruik te kunnen maken van
een.alibi, dat slechts tot n uur geldig kon
zijrj. Daar het aantal groote huizen dicht bij
Oxhott beperkt moet zijn, volgde ik de voor
hand liggende methode van te seinen naar
de agenten die Scott Eccles noemde en een
lijst daarvan te krijgen. Hier zijn ze in dit
telegram en het andere uiteinde van onzen
verwikkelde draad moet op n daarvan
uitkomen."
Het was bijna zes uur voor wij ons in het
mooie dorpje Esher in Surrey bevonden,
met inspecteur Baynes tot metgezel.
Holmes en ik hadden ons op een nacht
wegblijven voorbereid en vonden een com
fortabel logies in the Buil". Eindelijk gin
gen wij in gezelschap van den detective uit op
ons bezoek van Wistaria Lodge. Het was
een koude donkere Maarteche avond, met
een guren wind en een fijnen regen die ons in
het gezicht_s!oeg een stemming wekkend,
die paste bij den woesten weg dien wij moesten
gaan en het tragische doel waartoe die leidde.
II. De Tijger van San Pedro.
Een sombere tocht van een paar mijlen
in de koude voerde ons tot een hoog houten
hek vóór een duistere laan van
kastanjeboomen. De kronkelige, beschaduwde oprij
laan kwam uit op een laag, donker huis,
pikzwart zich afteekeneud tegen den
loodkleurigen hemel.
Uit het raam vóór, links van de deur,
kwam de glans van een zwak licht.
Er is een politie-agent in het huis ter j
bewaking," zei Baynes. Ik zal aan het venster j
kloppen." Hij stapte over het grasperk en j
tikte tegen de ruit. Ik zag door het besiepen j
glas flauwtjes dat een rnan opsprong uit een ;
stoel bij het vuur, en hoorde een schelle !
kreet in de kamer. Een oogenblik later had
het niet altijd zoo in de jeugd van een
literaire beweging? steekt ook in dezen
schrijver van prosaverhalen eenigszins de
poëet, de natuurpoëet. Hij ondervindt het
uiterlijke leven veel sterker dan de gewone
menschen, zoodat het voor hem bezield en
verpersoonlijkt wordt. Zijn meer kinderlijke
ontvankelijkheid ontroert hem, tot vanzelf
beelden, allegorieën ontstaan ... waarmee
tot nog toe zijn begrip" eigenlijk geen weg
weet. Getuige, het wel aardig opgezette en
zuiver-beeldend uitgewerkte spookgeval van
den torenwachter, dat echter als een nacht
kaars uitgaat zonder slot of dieperen zin. Men
voelt hier invloeden van Stijn Sheuvela en
Teirlinck, maar men voelt die nog veel meer
in zulke braniverhalen echte tafreelen a
la Streuvela ! als Zomerfeest en Walerkermis.
Of op wien anders aan Streuveïs zou dit
schallend begin geïnspireerd kunnen zijn 1
De Zon ! Van voor vier uren was ze den
hemel ingekropen en nu hing ze daar lustig
te laaien en te vlammen, hoog boven akker
en veld".
Maar ook verder dit hooggestemd vol te
houden, tegelijk monumentaal n beeldend
te zijn, gaat den jongen schrijver nog niet
goed af. Er komt ten slotte een raar opge
blazen stuk proza van, waar onnoouig détail
het geheel overwoekert en verduistert en al
te veel woorden toch niet den gewilden in
druk van volheid en grootheid voortbrengen.
Voorloopig lijken deze scort fanfares boven
zijn krachten te gaan, maar dat hier in dit
feestelijk zinlijke, in zulk blij en genietelijk
natuurverbeelden toch inderdaad Verschorens
kracht ligt, daaraan twijfelt niet wie zoo een
stukje als Op de Foor gelezen heeft. Dat is
een en al genot aan de felle levendheid van
die kermiswereld en-de figuur van dat
schooiersjong behoort daarin als een natuurlijk en
noodzakelijk complement. Hoe 't op de foor"
woelt en raast, hoe.'t er.ruikt in de
wafelkraam, hoe 't toegaat in de lutteursbarak",
krijgen we zoo duidelijk en smakelijk te
hooren in sjeuige Vlaamgche woorden, dat het
ons een bijna weelderig gevoel geeft. Jammer,
dat Verschoren meedoet aan dat opzichtige
gemaniereerde weglaten van het lidwoord,
zelfs als het ritme van zijn volzin het best
zou kunnen gebruiken ....
Hier is een stukje beschrijving van een
athleet, die met een zware, ijzerstaaf werkt.
Een barre" zegt de auteur en dit is terloops
opgemerkt een van de vreemdste en
vermakelijkste dingen in dit proza, dat men
tusschen zoo vele gewoon-Hollandsche zinnen
en woorden plotseling stoot op
Franschigheden als deae barre" of als camion"
lutteur", piste", lutte" enz. Men zou meenen,
dat een taal, zoo rjjk als waarvoor deze
schryver beschikt,; voor zulke zaken toch ook
nog wel een eigen terrn mocht overhebben.
Want die Frausche woorden staan eigenlijk
volstrekt niet aardig. Zij springen er hevig
uit, naar ons gevoel, in zinnen, die meestal
volkomen Hollandsen verloopen en brengen
niet bij tot dat losse, gemoedelijke en
gemeenzaam-plaatselijke accent teweeggebracht
o. a. door het gebruik Vin het lidwoord
(dat elders vaak ten onrechte versmade lid
woord) bij eigennamen. Zoo heet het jongetje
Krol en wordt de Krol genoemd of zelfs het
Krolleke... wat in deze losse en lustige
schrijverij allergenoegelijkst klinkt
Maar ik zon het stukje citeeren van den
sterken man", die met den staaf werkt.
Hier is 't :
De heer Muller, in rooden trui, sprong
vooruit, met sierlijk handgewuif, als] groet
voor publiek. Lenig boog zy'n lijf en zijn
vuist omknelde de zware barre. De vent
keek naar de dikke bollen en wipte, eventjes
maar, het logge spel omhoog, om te voelen
naar 't evenwicht. Maar dau ineens, met
forschen ruk omhoog, in krachtige rug- en
nekwending, zijn pooten krom geschoord
onder 't sterke lijf, steeg ijzeren barre de
lucht in. De Krol keek toe, met open mond;
zie nu, daar gingen de breed opengeplante
beenen met kleine schokstapjes toe; en nu
een bleek, ademloos politieagent de denr
opengedaan, in zijn bevende hand schudde
?de kandelaar.
Wat is er aan de hand, Walters?" vroeg
Baynes scherp.
De man veegde zijn voorhoofd met zijn
zakdoek en slaakte een diepen zucht alsof
hij gerustgesteld was.
Ik ben blij, dat u gekomen is, meneer. De
avond h lang gevallen en ik geloof niet dat
mijn zenuwen meer zijn wat ze geweest zijn."
Je zenuwen, Walters? Ik had niet gedacht
dat je er die op nahield I"
Wel, meneer, dit eenzame, stille huis
doet het 'na, en dat rare ding in de keuken.
En dan, toen u aan het venster klopte,
dacht ik dat hij teruggekomen was?"
Dat wie teruggekomen was?"
Het kan de duivel wel geweest zijn,
meneer. Voor het venster waa het."
Wat was er aan het venster, en wanneei?"
Het was zoowat twee uur geleden. Het
werd juist schemer. Ik zat te lezen in den
stoel. Ik weet niet, hoe het kwam, dat ik
opkeek, maar er was een gezicht dat naar
me keek door de onderste ruit. God, meneer,
wat was dat een gezicht! Ik zal het in mijn
droomen zien."
,,lvom, kom, Walters ! Dat is «een praat
voor een politieagent."
Dat weet ik, meneer, dat weet ik ; maar
ik ben er door geschokt, het baat niet dat
te ontkennen. Het was niet zwart, meneer,
en niet wit, maar een rare tint, als klei met
wat melk er door heen. Dan de grootte
het was tweemaal zoo groot als u TV' gedicht,
meneer! En zooals het er uitzag die
groote starende bolle oogen en die rij witte
tanden ala van een hongerig wild beest. Ik
zeg u meneer, ik kau geen lid bewegen, en
geen adem halen, tot het wegschoof en ver
dwenen was. Ik rende naar buiten, over het
plantsoen, maar er was goddank niemand."
..Als ik niet wist dat je een goede kracht
waart, Walters, zou ik je hiervoor een slecht
rapport geven. Al was het de duivel zelf,
eun politieagent op post moet nooit God
danken dat hij hem niet te pakken kon
krijgen. Ik denk dat dit alles geen visioen,
geen zenuwaandoening is geweest?1'
Dat is tenminste gemakkelijk vast te stel
len," zei Holmes, terwijl hij zijn zaklautaarntje
aanstak. Ja," berichtte hij, na een kort
onderzoek van het grasperk, .,een schoen
van no. 12, zou ik zoo zeggen. Als het alles
op dezelfde schaal was, als zijn voet, moet
hij zeker een reus zijn geweest."
Wat is er van hem geworden?"
Hij schijnt door de struiken van het plant
soen te zijn gedrongen en den weg op te zijn
gegaan."
draaide de barre rond, siingerz waaiend vooruit
en achteruit, cirkelend langzaam in de lucht
de groote bollen aanzwevend tot vlak bij
Krollekes kop, die opblikte en voorzichtigkes
achteruit kroop.
Het neerliggen en opstaan" viel forbaas
zijn schorstens daartusjchen in zware stilte.
Langzaam lenig gebeurde 't, zonder haperen,
het knielen en plooien en uitstrekken der
beenen, beweegloos het bovenlijf en stijf
uitgestoken arm ; en nu lag de sterke kerel,
plat, languit op den grond, zijn witte oogen
strak gewend naar hooge barre in
uitgestrekten rechterarm; hij rees terug op en
daar stond hij fier geplant op oplijnende
beenen, zacht golvend lange stevige dijen
naar 't lijf en struisch gewelfden borst, die
droeg den vierkanten kop achterover geknakt
in stierennek; en uitpuilend, strak omhoog,
den stoeren arm met knelvuist, ornprangend
de ijzeren barre; maar dan, met plotsen val,
bonkte de barre neer, in dofle dreun op de
piste..." (bl. 144).
Niet alles is zoo goed van beschrijving als
dit brokstukje, zeer zeker, maar het gaat er
toch altijd naar toe en het kunnen van
den schrijver ligt ongetwijfeld in deze
richting: het, gewoonlijk suggestief,uitbeelden
van de reëele wereld, en, in zijn beste, vat
baarste oogenblikken, de verbeelding dier
realiteit tot symbolen en allegorieën, een on
werkelijke eigen fantasie-wereld, die ook
uitdrukking kan zy'n van zachtzinnige, niet
al te ver strekkende ideeën.
Maar niet dat hij een denker, doch dat
hij op zijn manier ook wel een dichter vermag
te wezen, is de verdienste van dezen jongen
Vlaming en zijn jonge blijde stem te hooren
is bijwijlen een werkelijk genoegen. Als hij
maar oppassen wil voor al te groot doen en
voor sentimentaliteit, dan zal allengs de
ervaring des levens hem wel voorzien met
wat dieper inzicht en gevoel, zoodat &ijn werk
wint aan innerlijke belangrijkheid.
Want, al is de uiterlijke zinlijkheid nog
zoo bekorend, dat andere kunnen wij toch
op den duur niet missen in de literatuur
die onze volle belangstelling hebben zal.
FRANS COENSX.
HoMerd yerzen yan Willei Rloos.
Wij geven zeer gaarne plaats aan de vol
gende circulaire, die een hulde beoogt aan
een van Hollands grootste dichters, den
stichter en redacteur van de Nieuwe Gids,
Willem K.IOOS. RED.
L. S.
Wij hebben de eer u mede te deelen, dat
in het voorjaar van 1909 eene uitgave van de
schoonste gedichten van Willem Kloos, door
den diehter zelf gekozen, verschijnen zal. Het
boek, gedrukt op Japansch papier en verzorgd
door T. Nieuwenhuis, zal een portret van den
dichter bevatten, geëtst door Willem Witsen,
en uitgegeven wordsn door W. Versluys.
De prijs van het boek bedraagt ? 25.
Deze uitgave, waarmee de uitgever voor
zich zelven geen finantieele voordeelen be
oogt, is bestemd orn den dichter ter gelegen
heid van zijn 50e verjaring een blijk van
waardeering te geven.
Het zal ona aangenaam zijn te vernemen,
dat g\j een exemplaar dezer uitgave wenscht
te ontvangen, en wij verzoeken u in dat
geval nevensgaand biljet ingevuld terug te
zenden aan een der ondergeteekenden.
Dr. H. J. BOEKEN, Hilversum.
HERMAN GOETEK, Bussum.
T. NIEUWENHUIS, Amsterdam.
A. VAN" SCIIEXDEL,
W. VERSLUYS,
WILLEM WITSEN, .
40 cents per regel.
BOUWT te NUNSPEET
op de VELUWE.
Inlichtingen bij Ar t i", doorloopende
schilderijen-tentoonstelling aldaar.
Piano-, Orgel- en Muziekhandel
Meyroos «l? tialshoven,
ARNHEM, KONINGSPLEIN.
VLEUGELS en PIANO'S
? in Koop en in Huur.
REPAREEREN STEMMEN RUILEN.
Bij P. N. VAN KAMPEN &ZD.,
Amsterdam is verschenen:
D. STIGTER, De laatste
wijziging in het Oetrooi
depJavascheBaDk.fO.90,
VEILING.
Op Maandag 36 October
19O8, des avonds na zes uur, in
het Verkooplokaal Frascati", ten
overstaan van de Notarissen PO U W
& SCHULTZ, van een HUIS en
Erve, met afzonderlijk verhuurd
wordend Oiiderkuis, aan de
Westerstraat2l5,
op «len lioek vu n de Krom
mer l, Kadastraal bekend in Sectie
L, Xo. 2251, groot 38 Ceiitiareii.
Te bezichtigen Dinsdag, Don
derdag en op den Verkoopdag van
2 tot 4 uur.
W. HAAKSMA c.s., Makelaars.
Sanatorium voor Longlyders Erica"
1VWJSI&PEKT.
Uitsluitend eerste klasse. Het nieuwe gedeelte met Röntgen-inrichting,
biljartkamer, verwarmbare lighal enz. is l September 1.1. geopend. Geïl
lustreerde prospectus op aanvrage.
Telephoon Interc. ISTo. 10. Geneesheer Dr. H. SCHUT.
Nu," zei de inspecteur, met een ernstig,
nadenkend gezicht. Wie hij ook geweest is,
en wat hy ook vrou, voor het oogenblik is
hij weg en hebben we zaken van meer drin
genden aard te behandelen. Meneer Holmes,
nu zal ik u, met uw verlof, het heele huis
laten zien."
De verschillende slaap--en zitkamers hadden
bij een nauwkeurig onderzoek niets opge
leverd. Blijkbaar hadden de bewoners weinig
of niets meegebracht en was al het huisraad
tot de kleinste bijonderheden toe gelijk met het
huis overgenomen. Een massa kleeren, met het
merk Marx A Co, High Holborn, was achterge
laten. Telegrafische navraag was reeds gedaan,
en had aangetoond dat Marx niets van zijn
klant wist, dan dat hij een goede betaler was.
Wat kleinigheden,eenige pijpen,enkele romans,
waarvan twee in het Spaansch, een
ouderwetsche pinfire-revolver en een guitaar bevonden
zich onder de persoonlijke bezittingen.
Bij dit alles is niets," zei Baynes, die met
een kandelaar in de hand van de eene kamer
in de andere stapte. Maar nu, meneer Holmes,
vraag ik uw attentie voor de keuken."
Het waa een somber vertrek, hoog van
soldering, achter in het huis, met een
strooinat iu een hoek, die blijkbaar den kok tot
legerstede diende. De tafel was vol schotels
met restjes van eten en vuile borden de
ilébris van het maal van den vorigen avond.
Kijk dat eens," zei Baynes, wat zegt u
daarvan?"
Hij hield zijn kandelaar voor een zeer
ongewoon voorwerp dat achter op de
aanrechthank stond. Het was zoo rimpelig en
verschrompeld en verweerd dat het moeilijk
te zeggen viel, wat het geweest was. M"n
kon alleen zeggen, dat het zwart en leerachtig
i was en eenigo gelijkenis had met een
dwerg| achtige menscheugestalte. In het eerst dacht
ik, toen ik het bekeek, dat het een opgezet
negerkind was, en toen leek het weer een
erg kromme oude aap. En ten slotte bleef
ik in twijfel of het een dier of een mensch
was. Een dubbele gordel van witte schelpen
was om het middel gebonden.
Zeer interessant, waarlijk zeer interessant!"
zei Holmes, terwijl hij naar deze sinistere
reliquie keek. Nog iets?''
Zwijgend bracht Baynes ons naar den
gootsteen en hield zijn kandelaar op. De
leden en de romp van de een of andere
groote witte vogel, die op een woeste manier
in stukken gescheurd was met de veleren
er nog aan, lagen er over verstrooid. Holmes
wees op den kam op den afgetrokken kop.
Een witte haan," zei hij zeer interessant!
Het is werkelijk een zeer merkwaardige zaak."
Maar de heer Baynes had zijn griezeligste
vertooning voor het laatst bewaard.
Van onder den gootsteen haalde hij een
zinken emmer, die een groote hoeveelheid
bloed bevatte. Toen nam hij van de tafel
een schotel waarop kleine verbrande beende
ren lagen.
Men is hier aan het dooden en verbranden
geweest. Wij haalden dit alles uit het vuur.Wij
haalden er van morgen een dokter by. Hij
zegt, dat het niet van een mensch is."
Holmes glimlachte en wreef zich in de
handen.
Ik moet u gelukwenechen, inspecteur,
met de behandeling van een zoo bizonder en
instructief geval. Uw bekwaamheden schijnen
mij, en ik hoop u daarmee niet te krenken,
toch te goed voor wat u gewoonlyk te doen
vindt."
De kleine oogjes van inspecteur Baynes
glommen van plezier.
U hebt gelijk, meneer Holmes. Wij slapen
er bij in, hier in de provincie. Een geval
van dezen aard geeft iemand «ens een kans
om iets te bereiken, en ik hoop daar gebruik
van te maken. Wat zegt u van deze beenderen-''
Ik zou zeggen, dat ze van een lam, of
een geit zijn."
..En de witte haan?"
Merkwaardig, meneer Baynes, zeer merk
waardig. Ik zou zeggen, bijna nig."
Ja, meneer, er moeten heel vreemde
menschen met heel vreemde gewoonten in
dit huis geweest zijn. Een er van is dood.
Volgden zijn metgezellen hem en hebben zij
hem gedood? Als ze het deden, moeten wij
ze pakken, want elke haven is bewaakt.
Maar ik denk er anders orer. Ja, meneer,
ik denk er heel anders over."
U hebt dus een theorie?"
En ik zal die zelf uitwerken, meneer
Holmes. Ik ben het aan mijn eigen naam
verplicht. Uw reputatie is gemaakt, maar
ik moet de mijne nog verwerven. Ik zou
blij zijn als ik later kon zeggen dat ik dit
probleem zo ader uw hulp had opgelost."
Holmes lachte goedig.
Wel, wel, inspecteur," zei hij. Volg uw
eigen weg en ik zal den mijnen gaan. Als ik
iets bereik is het resultaat altijd tot uw
dienst, als u mij er om wilt vragen. Ik ge
loof dat ik alles heb gezien wat ik wenschte
jn dit huis, en dat mijn tijd elders beter
besteed kan worden. Tot weerziens en veel
succes!"
Ik kon zien aan verschillende dingen, die aan
ieder ander dan ik zouden voorbijgegaan zijn,
dat Holmes de zaak dicht op het spoor was.
(Slot volgt.}