De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1908 18 oktober pagina 7

18 oktober 1908 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 1634 DE AMSTERDAM M EU \VEEKBLA1) VOOR N E l) URL AND. geschut) omdat de vuarsnelhaid groot is en vooral, omdat , men bij een beschikbaar gewicht meer kanonnen kan aanbrengen dan zwaardere. Sterke zoeklichten zullen heel veel torpedo-aanvallen verijielen en ee zyn dan ook op ieder schip aanwezig. Op de Friesland zullen wij er twee aan treffen. Als projectielen gebruikt men pantser' kogels, pantser halfpantser en gewone granaten, granaatfcartetsen en kartetsen. De pantserkogels en tegenwoordig ook de pantsergranaten hebban geen gpringlading, die wel aangebracht is in de andere projec tielen. De p&ntserkögels en pantsergranaten werden gebruikt tegen Ware pantsers half pantser-granaten tégen lichtere (schilden ?enz.) terwijl de granaten verwoestingen moe ten aanrichten in onbeschermde deelen. Granaatkartetsen en kartetsen worden weinig gebruikt. De eerste zijn zóó samengesteld, dat -ze op een bepaalden tyd na het af v-uren als het ware een r uur mond vormen en een'kogelregen verspreiden. De Russisch-Japansche oorlog is een succes .geweest voor de brisante .granaten, die ook vergiftige gassen ver spreidden. Daoht men eerst, dat het vooral noodzaketijk was, pantsers te doorboren, de Japanners beschoten vooral ongepantjerde gedeelten en men vertelt, dat de slag bij Tsjoetsima was beslist, voor de Japanners hun zware stukken gebruikt hadden. In den laatsten tijd ia men er op uit, het kaliber te vergrootea. Al» licht geschut gaat men nemen stukken van 5 en 10, in plaats van 3, 7 en 7.5 oM., het 12 cM. heeft als middelbaar- afgedaan en vooral 16.5 en 19 cM. maken opgang, terwijl het zware geschut, na van 43, zelfs 45 oyL. tot 24 oM. gedaald te zijn, weer tot 30,5.cM. is toe genomen. r Van achter naar voor bestaat het opper dek uit deze gedeelten; kajupagne, halfdek, loopplank en bak. De kampagne en de bak liggen iets hooger dan het middengedeelte. De kampagne en hei halfdek zijn meer in het bijzonder de plaatsen, waar de kommandant en de officieren zioh ophouden en zonder' noodzaak zullen geen anderen zich daar begeven. Midden op de kampagne staat het 15 cM. kanon, het retraite-stuk. Het zal echter niet alleen bij een retraite dienst kunnen doen, want .bet kan 260°gedraaid, of, zooals de term luidt, gebakst worden. Men kan dus niet alleen een doel ermee beschieten, dat zich op zij van het schip bevindt, maar zelfs -een dat het schip vóór is. Ook het voorste 15 cM. kanon, het jaagstuk heef c een schootsveld van 260 graden. Het hangt natuurlijk voor een groot deel af van de plaatsing der stukken, welk voordeel men «r van zou hebben en een oordeelkundige opstelling zal zelfs een minder zwiar be wapend schip een voordeel kunnen geven tegenover een tegenstander die, schoon over meer geschut beschikkend, door een minder goede plaatsing slechts een klein deel er van kan gebruiken. Zooveel mogelijk kanon nen tegelijkertijd Baar eenzelfden kant te kunnen afvuren, geeft ean schip een groote gereohtswaarde en het waagstuk, hos dit te bereiken, heeft den technici al 'heel wat hoofdbrekens gekost. Er wordt dan ook bijna geen nieuw type gebouwd, of de opstelling der kanonnen verschilt van die van het voorgaande. Dat dit weer verband houdt met de te volgen gevechtstaktiefc, spreekt vanzelf; het zal daaraan liggen, of men er vooral op uit is een sterk vuur te kunnen ontwikkelen in de kielrichting, dan wel uit 'de fireede zijden. . ' Achter het retraiteatuk bevindt zich een munitie-aanvaerkoker, die, door middel van een electrische lift, de munitie voor dit kanon uit de onder het pantserdek gelegen munitiebergplaatsen aanvoert. Het aan het opperdek zichtbare deel is een gepantserde, ongeveer een halve meter hooge cylinder, door een kap gesloten. Op elk schip en op een oorlogsschip in het bijzonder moet men rekening houden met de kans, dat iets defect raakt, hetzij -vanzelf,'1 zooals dit in het dagelijksch leven heet, hetzij en dit natuurlijk alleen op een oorlogsschip door vijandelijk vuur. Er is dan ook voor gezorgd, dat voor de voornaamste functies réservetoestellen zijn. De munitieliften kunnen nu, behalve door electrische beweegkracht ook met de hand bewogen worden, wat wel niet zoo vlug zal gaan, maar to;h altijd gemakkelijker en sneller dan het aandragen van de patronen, waartoe men zijn toevlucht zal moeten nemen, als de handlift ook niet meer kan werken. Voor alle kanonnen zijn zulke munitiekokers. Sommige stukken van een zelfde kaliber en die dicht bij elkander staan, worden uit een zelfde lift bediend. Meer naar achter op de kampagne ziet men den koekoek, waar de kajuit van den kommandant licht door ontvangt, en er vóór eenige spreekbuizen, waarop we later terug zullen komen. Verder davids voor de vletten (de bekende ijzeren palen, waar mede de sloepen binnen en buiten boord worden gebracht), een lichte trossenspil (elk touw heet aap boord tros, lijn, garen of endje"), heel achteraan een viaggestok en aan stuurboord een reddingsboei, voorzien van Holmes' reddingslicht. Dit laatste is een apparaat, dat met de reddingsboei valt. Het bestaat uit calciumphosphaat dat, zoodra het in zee komt, gaat branden en op deze wijze den drenke ling en de equipage de plaats aanduidt, waar de boei ligt. Aan bakboord bevindt zich een lood om de diepte te bepalen, Thomson's lood. Dit berust op de chemische werking en daar mee gepaard gaande verkleuring van zee water op zilverzouten. Hoe dieper het appa raat nu komt, des te grooter druk ondervindt het. het zeewater dringt er dieper in en de verkleuring neemt toe. Door vergelijking langs een daarvoor bestemd latje vindt men dan onmiddellijk de diepte. De kampagne is niet omgeven door een verschansing, maar door een reeling, d.i. een klein ijzeren hekje, uit enkele stangen bestaande. Ook op den bak bevindt zich een reeling, terwijl het halfdek en de loop plank een verschansing hebben, waarvan een gedeelte kooienverschansing" is, omdat de kooien of hangmatten der bemanning hierin overdag geborgen worden, nadat ze eerst gesjord" d.w.z. op een bepaalde manier gerold en gebonden zijn. Halfdek ea loopplank nu, worden door koekoeken, sehoorsteenen, luehtkokers e.d. die zich in het midden bevinden, gescheiden in twee breede paden aan stuurboord en bakboord, die weer hier en daar met elkaar in verbinding staan. De loopplank, vroeger ook wezenlijk slechts een loopplank is nu een gewoon stuk van het opperdek. In die paden bevinden zich de kanonnen van 12 cM., 7.5 cM. en 3,7 cM. Ze zijn gewoonlijk alle naar voren gericht, maar soms, om te pronken, bij feestelijke gelegenheden, doet men ze recht naar buiten steken. Dicht bij de kampagne bevindt zich op het halfdek een huisje, waar de officier van de wacht aanteekeningèn kan maken en dat tevens als bergplaats voor zwemvesten en verschillende nautische instrumenten dient. . Voor het handloggen," de vaart van het schip bepalen, wórdt een driehoekig plankje gebruikt, dat aan de hoekpunten zóó met touwtjes verbonden is, dat het rechtop in het water staat en door den grpoten weer stand zoo goed als onbeweeglijk, wanneer het eenmaal buiten het zog is gekomen. In het daaraan bevestigde touw zijn op be paalden afstand knoopen gelegd, die men door de handen laat gaan en gedurende een bepaalden tijd telt. Hiermee is de snel heid bepaald. Nu is een der drie naar de hoekpunten loopende touwtjes bij de plaats waar ze samen komen aan het hoofdtouw verbonden door middel van een houten pen, die in een gat past. Door een ruk aan het touw wordt die pen er uit getrokken en het binnen halen van het plankje, dat nu nog slechts aan twee hoeken getrokken wordt en du 3 plat op het water komt te liggen, geschiedt heel gemakkelijk. Op dit huisje volgen eenige koekoeken, o.a, van de longroom, het verblijf der officieren en een mast, de groote top, zooals hu genoemd wordt. En hier, bij dit rudimentair overblijfsel van wat eens de machtige, trotsch met doek getooide voortstuwer van het schip was, hier wordt het je wel heel duidelijk, dat de tijden veranderd zijn! Twee kale raas, een strak langs den mast gespannen jacobsladder" is alles, wat er van het want over is. En het zeil o, wreede spot! dat er als een koker om gebonden is, dient... om den mast te beschermen tegen het roet in de schoorsteenen / We loopen nu een trap naar beneden, naar het kuildek voorbij, evenals de aehterlaadkanonnen van 7 M cM., die daar staan en stappen, langs de koekoeken van de machinekamer gaande, de loopplank op. Maar even kijken we nog door in den wand van den koekoek aangebrachte poortjes naar beneden en zien daar in de diepte een rooster. Dit is een pantserrooster van het machinehoofd. De machines steken gedeel telijk boven het pantserdek uit en ze zouden dus geheet onbeschermd zijn als dit niet op een andere wijze geschiedde. In dit pantserdek is een rechthoekig gat. Bijna loodrecht hierop (ze hellen iets naar binnen) loopen aan de vier zijden pantserplaten naar boven, die weer gedekt worden door een plat, horizontaal rooster, waardoor dus lucht en licht naar beneden kan komen. Op de loopplank vindt men aan de kanten weer kanonnen, in het midden minutieliften, een electrische lier, kombuizen voor bemanning en officieren en de batterij. Daartusschen weer een trap naar beneden en vooruit een tweeden mist, den voortop. (Slot volgt.) Ver betering. tln het artikel Onze Marine I" komen eenige zinstorende fouten vcor: Onder de illustraties. De Tromp is niet een pantserdefcschip maar een pantserschip, terwijl de Gelderland een pantserate&schip is en niét een pantserschip. In de laatste kolom, regel 53 staat het cijfer 41. Dit moet vervallen. In regel 79 wacht van pantser kruisers gezegd: maar dit is maar een tusschenvorm." Men leze: maar dit is meer een tusschenvorm. A. K. P. F. R. van Hasselt, f Na als talentvol ingenieur van af 1862 tot 1874, bjj den bouw van Staatsspoorwegen te zyn werkzaam geweest, trad de heer v. Hasselt in het laatstgenoemde jaar in dienst der H. IJ. S. M. en bleef die maatschappij met onverdroten y'ver en plichtsbetrachting dienen tot o o den dag van zijn dood, 10 October j.K Gedurende dat 34-jarig tijdvak is zijn invloed óp de Nederlandsche spoorwegpolitiek grooter geweest dan van iemand zijner tydgenooten. Hoewel, naar gelang van zijn opklimming tot hoogere rangen, zijn ingenieurstalenten meer en meer op den achtergrond traden, tersyl daarentegen zijn uitnemende scherp zinnigheid als zakenman, evenals zijn groote menschenkennis, hem steeds meer waardeering bezorgden bleef zyn technische kennis toch steeds de basis van zijn kunnen en slagen In n opzie it echter bleef zijne kennis beneden de eisenen zyner hooge betrekkingen. Opgevoed als ingenieur voor den aanleg van spoorwegen, ging hij later over tot hunne exploitatie, zonder daartoe te zijn voorbereid, in een tijd, dat de organisatie der spoorwegen nog geheel andere eischen stelde dan later. En zoo kwam het, dat v. H.., hoewel zich meer en meer vormend tot exploitant, niet het minst ook in commercieelen zin, waarvoor hij alle eigenschappen bezat, toch steeds slechts een goed exploitant zou blijven ia den meer beperkten zin des woords. Want v. tlasselt heeft, bij al zijn groote gaven, steeds in al zijn doen en laten zijn gebrek aan kennis getoond van de technische economie der spoorwegen. Hij is in deze steeds gebleven een kind van den tyd, van zijn vorming, toen men nog geen denkbeeld had van de hoogere orga nisatie der spoorwegen van het verband van hun wijze van aanleg en van hun soort met hun exploitatie. De kennis van de organisatie en van de exploitatie der spoorwegen, in verband met hun technische economie, bleef hem in menig opzicht ontbreken. Van dit gebrek aan kennis dragen de spoorwegovereenkomsten van 1890, waarvan v. H. een der groote medewerkers was, de duidelijkste sporen. De fout dezer overeenkomsten is geene andere, want in ieder ander opzicht zijn ze te beschouwen als voorbeelden van goede wetgeving, vooral in de regeling der zoo exceptioneele voorwaarden van concurrentie. Maar deze andere kwaliteiten, zelfs gesteund door politieke en andere invloeden konden de principieele fout, waarop ik ook vroeger herhaaldelijk wees, niet goed maken en hier door alleen is het mogelijk geweest, dat, in een tyd vak van vroeger ongekenden bloei A. K. P. F. K. van Haeselt f. en verkeersontwikkeling, onze spoorwegen steeds meer moesten verzwakken. De verkeerde spoorwegovereenkomsten van 1890 werkten tot nu toe hoofdzakelijk nadeelig naar binnen op de maatschappijen zslve, die steeds meer en meer oader dien invloed ver zwakken en waarvan de Staat later by' event. naasting ook de nadeelige finantieele gevol gen sterk zal ondervinden: Op de ontwikkeling van handel en nijverheid werden de nadeelen van het tegenwoordige stelsel minder gevoeld, dank zy de commercieel* activiteit op veler lei gebied der spoorwegmaatschappijen, al is het niet tegen te spreken, dat Onder een beter exploitatie stelsel de gunstige invloed hier nog veel 'grooter had kunnen zijn, van die activiteit komt weder een groot deel der eer aan v. Hasselt, die zyn geheele leven gewijd heeft aan de bevordering van die belangen. In dit opzicht was hjj een man van snelle flinke besluiten, een man van de daad en een man van groote lijnen. Amersfoort, 13 October 1908. T. SANDERS. Amsterdam irache Kunsthandel. i. II. Arntzeniug. Het werk van Fl. Arntzenius won niet nu het in grooter getal gezien werd. De onderwerpen zijn: stadsgezichten, strandscènes, markten, draaimolens, ry'tuigen die stationeeren, stillevens, landschapstudies en soms een portret. Het stadsgezicht is beter geschilderd door Breitner. Er is in de Arntzenins' niets van de woeste kleur die soms vroeger in een Breitner was; er is niets in de Arntzenins' van die hartstochtelijke drift die woedend, woedend zich uit over een onderwerp als deze. Op zijn best bezit het werk eenige fijnheid : ik herinner me een kleine aquarel die hier niet was; of iets meer ruimte, in een aquarel laatst op de Teekenmaatschappij. De strandecenes zijn beter geschilderd door Isaae Israëls en soms door Abkeringa. Isaac Israëls die in alles, tot in het onmatige toe, de beweging zoekt (niet voldoende tot raat gebracht) en het verschieten, het een oogenblik van licht, bereikt juist door zyn gulle «n toch niet grove kleur een bekoring, a^j ze niet van langen duur, voor het oog en voor de zinnelijkheid van het gezicht. Akkeringa's strandgezichten zijn veel zwakker dan die van Is. Israëls als kleur. Ze zijn zeker soms niet beter als vroe gere Verveers. De schaduwen van Akkeringa lijken iets op het zand geplakt, maar er is ten minste eenige zeebries te vinden door en in de ruimte om de figuren heen. De strandgezichten van Arntzenius hebben op zijn hoogst een vrij fijn gekleurd figuurtje tusschen alles in. Meer niet, De kleur mist leven; het gevoel voor ruimte kwam nut. De markten zijn beter gemaakt door Th. Mesker. De kleur van dete is meer solide en met meer innigheid. De draaimolens zijn niet alleen door Tholen beter gemaakt. Het gege ven: stationneerende rijtuigen was een tijd een bij voorkeur gezocht werk voor de Zwart. Het gaf hem gelegenheid om het dralen van kleuren in het duister van een regendag te doen gelukken. De landschapstudies en de enkele met een heistelling er op, wijzen den onderganen invloed uit. In de ondergaande zon, een van de meest te waardeeren dingen hier, vindt ge desnoods wat van Poggenbeek. De schilderijtjes die ik wou noemen en die het meest me hier deden zien wat hij nog kon zijn : het Stilleven, Visschen ; een zelf portret getiteld een vroolyk mensch" en nog eens een stilleven : Op den schoorsteen. De visschen, schol enz. hebben ook door den tyd een zekere volte van kleur die hij zelden beaat; in het zelfportret is een lach eenigszins geobserveerd. Het stilleven op den schoorsteen is te vlak ; er is te weinig nuan ceering in de ontroeringen. Alles te saam dunkt het me dat meer zorgvuldigheid, nauwlettender arbeid, hem noodig wordt. Albert Hahn. Teekêningen. De macht van de kunstvolle weergave van de ontroering kan zoo groot zijn in een politieke, in de satyrieke prent, dat de teekening de hoofd zaak is, en het onderschrift slechts voor de minder goede verstaanders van teekeningen bygevoegd wordt. Van uit het standpunt der schilderkunst is dit aoort de eerste. De prent kan zoodanig arm van teekeoing zijn, dat ze alleen door onze zucht om te zien wat geschreden werd (het geestige onderschrift) dat ae alleen door die zucht om te zien iets beduidt. Een derde wy ze is een middensoort. Noch teekening munt verwonderlijk uit, noch is 't onderschrift fel, hondsch, scherp, of van die allerzeerst te eeren delicate fijnheid die gratieus schermend daar raakt waar ze wil, maar beide te saam vormen ze een voldoende geheel om te verwerven wat het wil. Want de politieke prent, de maker van de politieke prent is dikwijls een teekenaar van en voor een party een zaak die zijn kunstgevoel van tyd tot tyd moet be-engen. De enkel satyrieke teekenaars zijn vrijer. Zóó hoont de Simplicissimus alle maatschappelijke pose, hoe schoon van kracht schijnbaar, hoe schoon van verwen schynbaar, en zoo hoont de teekenaar Forain de fagades van het Mondaine De invloeden in bet werk van Hahn te vinden, zyn bovenal de Simplieissismusteekenaara, en hier en daar Steinlen. Hy mist van de simplicissimus-teekenaars de wijdte die een groot land alty'd geeft aan die 't minnen of haten, hij mist van 3teinlen de verteederde gevoelige gratie. Toch is hij op 't oogenblik de beste teekenaar van de politieke prenten die bezig is. De teekening is bij hem dikwyls minder dan de meening uitgedrukt in het onderschrift, de kracht der kunst-uiting is dikwijls ge ringer dan de soms onjuiste, sentimenteele idee, die het party genootschap mee-brengt. Maar als portret-karikatuur ig de Veegens te waardeeren, die iets heeft, niettegenstaande zyn schrander zien, van een oudhoen; de Ondernemer, de kop en de handen die zich wryven is een der ruimstgeziene prenten van wie hier zyn; in de kaak van den vent is een zekere grootheid gevonden. Aan de staats ruif is de dood-eenvoudige maar juiste voor stelling van een dikwyls gebruikt beeld, terwijl de figuren in actie zyn;- het verschil tasschen den eenen hoogen kop, en de bende Ry'ksverzekering-joagelingen is weergegeven, hoe wel de manier |van zulke toestanden zien, niet nieuw is; de Vuist (No. 17) lukte niet; de gedachte [overtreft de teekening in: Wy willen commandeurs kruizen: (?de Christus die zijn kruis, moe, verder draagt") en de andere, in kamerjas die het commandeurs kruis won; de Sjah van Perziëis als ornament interessant gevonden; op het Binnenhof is van een fijner ironie dan gewoonlijk; Neemt uw kruis op, de stoet van naar boven kijkende kerels aankomend met hun borst vooruit, etc. zyn zeker van de meest geslaagde politieke prenten die wij hebben. In 't algemeen is Hahn's teekening te steunen door het onder schrift, wil hy een voldoende effect bereiken. Manuel Barthold. Het werk van Hahn en van F. Arntzenins was bekend, dat van Bartfaold nieuw. Het is niet moeilijk te zien dat beide Hollanders het werk van dezen Barthold overtreffen. De gegevens zyn de gewone Binnenhuizen het Binnenhuis dat den Hollanders zoo gewoon is geworden dat ze meenen geen geest meer noodig te hebben om het te maken; dat ze gelooven dat het buitenland altijd door zal gaan met het meest willekeurig Dutch Interior te zoeken. En toch is er van het Binnenhuis eiken dag opnieuw een spel vol wondren te maken, zoo de schil ders niet het schema volgden, door voor gangers gegeven, maar opnienw uitzagen van uit de vensters van hun geest. Het Binnenhuis is geestelijker te zien. De innigheid van veel liefde kan het doorschemeren. In de hoeken en gaten kan dwalen voor den geest die het vond, veel lachen en dat eene gebaar dat u het meest ontroerde, het kan u lij ken dat de glorie daarvan schuil ging, maar niet voor uwe oogen, in de welving van een fauteuil, of in de plooi van een gordijn. En is het wonderlijk, verliefd te zyn op een schilderij dat in nw kamer hangt, met de reep-schaduw die er achter ligt als de zon op uw tafel schijnt, en de dofste bloem diep te vlammen begint in de vaas en over de vaas waarin ze staat? Is het u verwonderlijker dan my om allerlei phantomen te zien, 's avonds, alleen, in de plooien der gordijnen, en ly ken die figuren van rijke zijde die er op staan niet eer Chineesche dieren en Japansche monsters dan een tuil van bloemen, ietwat gestyliseerd? Is het u nooit gebeurd om over wat simpele matten en een veelkleurig, goed koop Oosterseti kleed een paar uur van uw leven schijnbaar te verliezen, inderdaad te winnen wy'l ze voortdurend vol rijkdommen zyn? Is het u nooit gebeurd dat in het Binnenhuis, waarin ge zaat, een omgevallen zuil van licht leek te liggen, van uit het venster, door uw raam, tot op den vloer? Heeft iiW eigen innigheid u nooit by de hand genomen en u voor een spel van kleuren op een witte? deur stil doen «taan, en leek een deurknop u nooit gefatsoeneerd naar de hand van uw moeder? Het lijkt me toe dat het Binnenhuis u dan nooit een waarheid zal zijn.... Het Binnenh'uis van den heer Bartbold mist innigheid. Het is volgens het ons lang zamerhand zeer gewone schema. Het houdt geen geestelijke diepte in zijn kleur, noch zwier van den geest in zyn teekenen. Zy'n figuren zijn niet van eenig meesterschap. Het nut van dezen te introduceeren lijkt me niet groot, noch de verdienste van dezen gevonden te hebben, van eenig belang. De gewone Hollandsche kleuratmospheer is er zelfs niet in. PLASSCIUERT. De yemis fler Villa Borgtee. Italiëheeft een wet, waarbij de uitvoer verboden is van alle oude kunst. Slechts een enkele keer glipt er iets door de mazen of geeft de regeering om de een of andere reden vrijstelling. Dit laatste is het geval geweest met de Venus Borgheie, aldus genaamd omdat dit kunstwerk deel uitmaakte van de collecties der alom bekende Villa Borghese. Indien men dien naam noemt gaat ieders hart open, die gelegenheid had Rome te bezoeken en daardoor ook de stichting van den kardinaal Scipio Borghese, neef van paus Paal V. Niet minder dan den Romenaar is het park voor den vreemdeling een heerlijke wandeling, terwijl het daarin gelegen Statuenkasino" aan kunstbehoeften voldoet. Daarin zyn zoowat bijeengebracht, ook uit andere villa's, de meest sprekende kunst werken, aangevuld door de vondsten by verschillende opgravingen. Jammer genoeg, dat de eigenlijke antiken-verzameling door vorst Camille Borghese, een nazaat van den stichter, in 1806 aan zyn zwager keizer Napoleon is verkocht. Zeer zeker bevindt zich bet beroemdste en beate te Parijs. Toch zijn er nog vele voorname stukken, zooals de Anakreon", in 1835 in de naby beid van de Monte Calvi" opgegraven. Ook de Venus Borghese zou er gebleven zijn, indien niet de ttaliaansche regeering de leer was toegedaan geweest, dat de eene dienst den anderen waard is. De tegenwoordigeHamburgsche bezitter bad zich vrygevig getoond voor de Italiaansche kunstverzamelingen, en daardoor verkreeg hij toestemming om het kunstwerk, dat uit de Borghese-verzameling reeds in andere handen was overgegaan 1) over de grenzen te doen trekken. Als eenige herinnering liet de Itali aansche regeering voor de afreis, uitmuntende photographieën op de ware grootte maken, welke in het By kf archief in bewaring- zijn gesteld. Des te meer was dit over de grenzen gaan voor de kunststndie gelukkig, omdat tot heden de Venus Borghese niet i a afgiet sel of in photographie onder aller oog was gebracht Thans is dit geschiedt. Deze heerlijke Grieksch-marmeren Venus romp is afkomstig van de Campagna. De juiste vind-plaats is niet aan te wijzen, hoe zeer vorst Felice Borghese daarnaar ook onderzoek in de archieven heeft gedaan, doch dit verhoogt of vermindert niet de waarde van het kunstwerk (hoog 1.01, breed 0.65 en diep 0.44 M.) dat voor zichzelf spreekt. De krachtige bouw van deze Venus, wier kleed in de bevalligste plooien de buste bedekt en toch laat raden, wekt ieders bewon dering. Ook in de afgietsels door gebroeders Micheli te Berlijn in den handel gebracht. Toch evenwel is er nog twijfel omtrent de oorspronkelijke bewerking. Professor Romanelli te Rome 2) meent in het hoofd een lateren tyd (100?150 vóór Chr.) te zien dan in het lichaam, waarvan hy den tyd schat op 250?300 vóór Christus; daarin gaat professor Schreiner tot op zekere hoogte mede, waar hij als zyn meening uitspreekt, dat de tyd der bewerking valt in de eerste of tweede eenw voor Christus. Grieksch marmer en Grieksch werk is het kunstwerk in elk geval, zooals ook de pro fessoren Tren te Dresden, en Schreiber te Leipzig veronderstellen. Als men de Venus-romp (sie de afbeel ding) 3) goed beschouwt, dan komt men er gereedelij k toe om de bewering te kunnen toegeven, dat de romp eerder op een onderstuk heeft gerust, m. a. w., zooals professor Brinkmann glaubt, dasz die Figur Bieb. auf einen unbekanntenGegenstandgestutzthabe." De 101 genommerde afgietsels zullen een maal zeldzaam zyn; de vorm toch is ver nietigd. Voor Musea inzonderheid, maar vooral voor kunstliefhebbers, is de vrijgevigheid te prijzen, waarmede de tegenwoordige bezitter van het origineel, het fraaie werk onder veler bereik brengt, ter wy'l de firma Micheli lof verdient voor zijn onberispelijken arbeid. A. J. SBBVAAS VAN ROOYEN. 'g Gravenhage, 9 Sept. 1908. 1) Een groot deel der verzameling is fideicommis-goed en kan dus niet verkocht worden. 2) Ook professor Kekuléis van hetzelfde gevoelen. 3) Onzen dank aan de heeren Micheli voor 't afstaan der cliché. Vereenipg Het Boel" Amsterdam. Deze vereeniging is het zeer natuurlijke gevolg van de, in de laatste jaren ten onzent ontwaakte belangstelling voor het boek als product van kunstnijverheid. Wie geen vreem deling is tegenover het werk en de bedoelin gen van direct of indirect met de grafische vakken betrokken voorstanders eener rationeeler boekdrukkunst, heeft deze vereeniging verwacht. Misschien is de oprichting verhaast door de kennismaking met het in 1908 te Brussel geopende Musée du Livre," een instelling, welke op zeer gelukkige wy'ze de samenwer king heeft bereikt van sierkunstenaars, typo grafische- en bibliografische vakmenschen. Het ligt in de bedoeling ook in ons land de belangstellenden in de constructie van het Boek te vereenige a, om de ontwikkeling der boekdrukkunst te bevorderen, en deze kunst, die thans een vrij lagen rang inneemt onder De Venus der Villa Borghese.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl