De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1908 25 oktober pagina 7

25 oktober 1908 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 1635 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. is en wel liet lichtendek. Hier is een der .zoeklichten geplaatst; het andere staat op den torpedo-richttoren. Op het lichtendek heeft men een mooi uitzicht over het geheele schip, immers we z\jn ongemerkt drie verdiepingen boven het opperde k gekomen:, ten tdek, brug, lichten dek. En daar het ppperdek zelf al vry hoog boven het water ligt, hebben we van hier uit een prachtig gezicht over de geheele omgeving. Men zegt, dat admiraal Togo z\jn vloot bestuurde, staande op het lichten dek, dus op een plaats, waar hij totaal on beschermd was! We hebben nu een kijkje genomen op en boven het opperdek. Bij de bespreking van wat er onder ligt, zullen wij wat vlugger te werk ? gaan, omdat het meeste minder typeerend voor een oorlogsschip is en de machines zich er allerminst voor leenen in bijzonderheden te treden. Een belangrijk verdedigingsmiddel is ook de verdeeling door waterdichte beschotten. Immers, is de huid op een plaats doorboord, dan zou het schip, wanneer het lek groot genoeg was, zinken. Zijn de waterdichte beschotten nu gesloten, dan loopt slechts een gedeelte vol en het drijfvermogeu neemt niet merkbaar af. Niet alleen op oorlogs schepen, maar ook op passagiersbooten is dit toegepast en ongetwijfeld is bij aan varingen e. d. reeds menige groote ramp daardoor voorkomen. En Zeppelin's luchtschip, voor militaire doeleinden gebouwd, was immers verdeeld in gasdichte cellen, zoodat bij doorhoren door een vijandelijke projectiel, de geheele bol niet vernield zou zijn. Zware, ijzeren, met caoutchouc goed sluitend gemaakte deuren, brengen op de Friesland de verdeeling tot stand. Boren het pantserdek zijn 6 schotten, er ?onder negen. Van het opperdek naar beneden gaande, komt men achtereenvolgens op het kuildek, het tusschendek en het koebrugdek. Het kuildek heeft wel iets van een huis. Men heeft er een gang met verschillende kamers, die natuurlijk, wanneer ze geen hut" of kajuit" zijn, een anderen teehnischen naam hebben. Onder de kampagne, achteruit dus, in de punt van het schip is de kajuit, d. i. de woning van den kommandant. De kommandant van een schip en die van een oorlogs schip meestal een kapitein ter zee, die den rang heeft van kolonel en ook met kolonel wordt aangesproken in het bij zonder is op zijn schip een soort van koning. En dit moet wel, waar hij de verantwoordelijk heid heeft voor ruim 300 menschenlevens meer dan 3 millioen gulden eene en in zekere zwaarder omkan verantwoordelijkheid, die standigheden nog veel worden. De grootte en inrichting van de kajuit, vergeleken met de hutten der officieren, geven een denkbeeld van de hoogte, waarop de kommandant aan boord staat. Wanneer de kommandant aan de eene zijde van het dek wandelt, zullen de anderen zich naar de andere zijde begeven. Ook heeft -de commandant eene afzonderlijke trap. De kajuit bevat twee kamers, de vóórkajuit en de achterkajuit, een slaaphut en een badkamer. Verder vindt men hutten voor de officieren, hutten voor de adelborsten die elk twee of drie adelborsten herbergen de longroom het gemeenschappelijk verblijf van de officieren de voorlongroom (de nor") dat van de adelborsten hutten van hofmeester (gamelle hut) en schrijvers; het verblijf van de onderofficieren boots man (sergeant), schipper (sergeant-majoor) en opperschipper (adjudant-onderofficier) en gelijk gegradueerden bij andere diensten verblijf der bemanning en het zoogenaamd Javanen-logies, waar in Indiëde Inlanders en in Holland vaak de mariniers verblijf houden. Alles is electrisch verlicht en daardoor zien de verschillende verblijven er vooral 's avonds echt gezellig uit. De vensters of patrijspoorten kunnen geopend worden. Zij bevinden zich een eind boven het water, wat natuurlijk niet verhindert, dat bij ruw weer water naar binnen kan komen; ook over het opperdek komt dikwijls een zee". Het tusschendek wordt afgebroken door het machinehoofd. Hier houden de machi nisten verblijf; er zijn hutten en een ge meenschappelijk vertrek. Achteraan bevindt zich de hektorpedolanceerinriehting, voor? aan de boeglanceerbuis. Whitehead's vischtorpedo is we zeiden het reeds een door eigen kracht zich onder water voortbewegende helsche machine. Men had vroeger spar-torpedo's die werden bevestigd aan een langen vooruitstekenden stok of spar en zoo tegen het vijandelijke schip werden gebracht. Nog niet zoo heel lang geleden telde onze vloot nog ver scheidene spar-torpedobooten. De torpedo heeft eene lengte van 4 M. en een middellij n van 45 cM., loopt aan de uiteinden puntig toe en heeft aan het eene uiteinde de schroeven, waarmede zij wordt voortbewogen. Tevens bevinden zich daar een soort van roertjes, die automatisch wer ken, zoodat, wanneer de torpedo door de een of andera omstandigheid uit de goede richting wordt gebracht, hetzij in horizon talen of in vertikalen zin, zij zich zelf herstelt. Het geheel is verdeeld in drie afdeelingen, waarvan de voorste een lading van 90 K.G. schietkatoen bevat, de middelstede machines, die door in de torpedo aanwezige geperste lucht worden gedreven en de achterste de ballastkamer is. Aan de punt bevindt zich een slaghoedje met knalkwik, dat ontploft en daardoor ook het schietkatoen tot explosie brengt, zoodra het tegen een voorwerp botst. IIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIlnlIMIIIIIMlHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIlnlIlllllltllllllllHII Om eenige trefkans te hebben, moet de torpedo gelanceerd worden op een afstand van hoogstens 800 a 1000 M. van het doel. Het lanceeren geschiedt met torpedokanonnen of laneeerbuizen, die daarin van elkander verschillen, dat het torpedokanon wél en de lanceerbuis niet kan draaien, zoodat bij de laatste het gansche schip ge richt moet worden. Voorts onderscheidt men boven- en onderwaterlanceerinrichtingen. Op de Friesland nu zijn twee bovenwaterlanceerbuizen: de hekbuis, die recht achter uit- en de boegbuis, die recht vooruitsteekt. De hekbuis wordt gericht van den torpedorichttoren uit, de boegbuis in den kommandotoren. Door het lanceeren wordt aan de torpedo een geringe aanvangssnelheid gegeven. Het geschiedt met geperste lucht, doch de iarichting maakt het ook mogelijk er een zwakke kruitlading voor te gebruiken. De torpedo glijdt dan in de buis naar beneden en valt in het water. Tegelijk begint de machine automatisch te werken en de torpedo schiet onder water op zijn doel af. De torpedo is een verschrikkelijk wapen, maar heeft dit nadeel, dat men zeer dicht moet naderen om te kunnen lanceeren, zóó dicht, dat de vijand het schip reeds lang in den grond heeft kunnen boren. De kleine torpedobooten moeten de groote schepen dan ook besluipen. Het laat zich licht begrijpen welk ontzaglijk voordeel de onderzeeboot hierbij heeft. Onze eenige onderzeeboot (Onderzeeboot I) heeft dit dan ook bij de manoeuvres getoond en het zal niet lang duren, of meerdere onderzeeërs zullen voor ons land gebouwd worden. De twee machines van de Friesland zijn door een overlangsch schot waterdicht van. elkander gescheiden en werken geheel onaf hankelijk van elkaar, waardoor het mogelijk is, zelfs al is een machine vol water geloopen, met de andere door te werken. Ook in de ketelruimen is dit het geval. Behalve door de besproken pantsers wordt het schip nog beschermd door de kolenruimen, die zóó aangebracht zijn, dat ze een niet te versmaden pantsering vormen. Een kruiser met zijn betrekkelijk groote snelheid en die bovendien lang moet kunnen varen zonder een kolenstation aan te doen, heeft daarvoor groote kolenruimen noodig, wat natuurlijk een belemmering is voor een ruime, luchtige inrichting van het schip. Op deze wijze weet men er dus nog partij van te trekken en zoo van den nood een deugd ie maken. De brandstofruimte be draagt voor de Friesland, Holland, Zeeland en Utrecht 1000 M3., voor de Gelderland 930 en voor de Noordbrabant 950 Ml Echter wordt deze ruimte slechts gevuld, wanneer het noodzakelijk is; de normale kolenvoorraad is pi.m. 450 M3. Bij voordeelig kolengebruik (de snelheid is dan 9,7 mijl) kan met de maximum-voorraad 4500 mijl worden afgelegd; hu de grootste vol te houden dienstvaart (16 mijl) 2250 mijl. De machines ontwikkelen ruim 10000 indicateuren paardekracht en werken op twee schroeven. En hiermede nemen wij afscheid van de Friesland. Wij hopen eenigszins een beeld te hebben gegeven van enkele dingen, die men op een oorlogsschip aantreft. En vooral, dat deze schets er sommige lezers toe zal brengen meer belangstelling te hebben voor onze vloot dan men gewoonlijk in Neder land aantreft. B. B. F. Verbetering: In de eerste kolom van bl. 7, in het artikel Onze Marine II", regel 72, maakte de zetter van een vraagstuk een waagstuk en een kolom verder in den op twee na laatsten regel maakte h\j wat gevaarlijker is van een baMerij een ba^erij. IIIMIMIIIHMIlmlII lllmiMIlllllllllllllMIIIM IGroen's moeder. Een oeije oTer Groei m Prinsterer en zijn mimi O Het is een bont boekje, dat mr. de Vries ons te lezen geeft als voorbereiding op de uitvoerige biografie van den grooten staatsman, die hij bezig is te schrijven en waarvoor hij alvast bescheidenlijk reclame maakt. Een bont boekje, en zelfs 1) Mr. Groen van Prinsterer in zyne omgeving door mr. T. de Vries. A. W.Sythoff's Uitgevers Maatschappij Leiden 190». bij wijlen een beetje een mal boekje ook, geschreven als het is in een kinderlijk stamelenden stijl en soms met een bijna volslagen gebrek aan onderscheidingsvermogen voor de trekken die belangrijk zijn voor de kennis der omgeving en die welke alle diepere beteekenis missen. Wanneer wij bijvoorbeeld, wil ik zeggen, overtuigd moeten worden van den christelijken eenvoud van mevrouw Groen, dan is er toch wel iets beters dan een verhaal hoe een Haagsche dienstbode haar eens voor de naaister! aanzag en op de mat liet wachten, ter wijl zij toch, naar onze schrijver komt verhalen, dochter was van een bur gemeester van Groningen en echtgenoot van een der rijkste ingezetenen van 's Gravenhage, iemand door koningin Sophie zelf op haar buiten te Wassenaar opgezocht! Inderdaad, dat is een manier van ge schiedenis vertellen, waarbij Groen-zelf bedenkelijk zou hebben gekeken. En zoo is er meer, dat noodt tot lichten spot. Ik wil nog slechts de koekebakkerslijstjes noemen, waaruit ons somwijlen de gezichten van ernstige professoren en brave predikanten aanzien! Maar het zou toch een verkeerden indruk van het boek geven als wij op deze manier doorgingen. Bij al zijn vreemde allures heeft het toch een kern, die meer waird is dan die uiterlijke dingen, een kern die het juist betreuren doet, dat er zulke dingen zijn die de aandacht van haar afleiden. Die kern is een groote liefde voor Groens begin selen en een groote, eerbiedige bewon dering voor Groens zoo bijzondere persoonlijkheid, welke beide te zamen den schrijver in staat hebben gesteld het geduldwerk te verrichten van het verzamelen van al de in dit boek bijeengebrachte gegevens, maar bovenal om de persoonlijkheid van zy'n held inderdaad te zien als domineerende figuur in een zeer uitgestrekte omgeving. Een der overwegingen die tot het maken van dit boek aan leiding gaven was deze, dat het heel wat, op zich zelf wetenswaar dige dingen, maar die in de biografie bal last zouden zijn, mede deelt om ze straks in die biografie te kunnen w gMevrouw Groen. laten. Uitmuntende gedachte! Moge de biografie.'zoo aanstonds dan ook inderdaad slecht i geven wat van dit kleiner werkje als de goede kern wordt gevonden. Waarlijk, Groen moet in de breede kringen van ons volk weer worden in geleid. Rechts en links leeft bij de meerderheid slechts zijn naam en met heel algemeene trekken het beginsel, waarvoor hij leefde. De man die jure suo" en door Groen als zoodanig erkend, Groen's vader. tBuitenverbhjf: Vreugde en Rust" te Voorburg, geboortehuis van Mr. G. Groen van Prinsterer. Groen omstreeks 1823.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl