Historisch Archief 1877-1940
No. 1635
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
is en wel liet lichtendek. Hier is een der
.zoeklichten geplaatst; het andere staat op
den torpedo-richttoren.
Op het lichtendek heeft men een mooi
uitzicht over het geheele schip, immers we
z\jn ongemerkt drie verdiepingen boven het
opperde k gekomen:, ten tdek, brug, lichten
dek. En daar het ppperdek zelf al vry hoog
boven het water ligt, hebben we van hier
uit een prachtig gezicht over de geheele
omgeving. Men zegt, dat admiraal Togo
z\jn vloot bestuurde, staande op het lichten
dek, dus op een plaats, waar hij totaal on
beschermd was!
We hebben nu een kijkje genomen op
en boven het opperdek. Bij de bespreking
van wat er onder ligt, zullen wij wat vlugger
te werk ? gaan, omdat het meeste minder
typeerend voor een oorlogsschip is en de
machines zich er allerminst voor leenen in
bijzonderheden te treden.
Een belangrijk verdedigingsmiddel is ook
de verdeeling door waterdichte beschotten.
Immers, is de huid op een plaats doorboord,
dan zou het schip, wanneer het lek groot
genoeg was, zinken. Zijn de waterdichte
beschotten nu gesloten, dan loopt slechts
een gedeelte vol en het drijfvermogeu neemt
niet merkbaar af. Niet alleen op oorlogs
schepen, maar ook op passagiersbooten is
dit toegepast en ongetwijfeld is bij aan
varingen e. d. reeds menige groote ramp
daardoor voorkomen. En Zeppelin's
luchtschip, voor militaire doeleinden gebouwd,
was immers verdeeld in gasdichte cellen,
zoodat bij doorhoren door een vijandelijke
projectiel, de geheele bol niet vernield
zou zijn. Zware, ijzeren, met caoutchouc
goed sluitend gemaakte deuren, brengen
op de Friesland de verdeeling tot stand.
Boren het pantserdek zijn 6 schotten, er
?onder negen.
Van het opperdek naar beneden gaande,
komt men achtereenvolgens op het
kuildek, het tusschendek en het koebrugdek.
Het kuildek heeft wel iets van een huis.
Men heeft er een gang met verschillende
kamers, die natuurlijk, wanneer ze geen
hut" of kajuit" zijn, een anderen
teehnischen naam hebben.
Onder de kampagne, achteruit dus, in de
punt van het schip is de kajuit, d. i. de
woning van den kommandant. De
kommandant van een schip en die van een oorlogs
schip meestal een kapitein ter zee, die
den rang heeft van kolonel en ook met
kolonel wordt aangesproken in het bij
zonder is op zijn schip een soort van koning.
En dit moet wel, waar hij de verantwoordelijk
heid heeft voor ruim 300 menschenlevens
meer dan 3 millioen gulden eene
en
in zekere
zwaarder
omkan
verantwoordelijkheid, die
standigheden nog veel
worden.
De grootte en inrichting van de kajuit,
vergeleken met de hutten der officieren,
geven een denkbeeld van de hoogte, waarop
de kommandant aan boord staat. Wanneer
de kommandant aan de eene zijde van het
dek wandelt, zullen de anderen zich naar
de andere zijde begeven. Ook heeft -de
commandant eene afzonderlijke trap. De
kajuit bevat twee kamers, de vóórkajuit
en de achterkajuit, een slaaphut en een
badkamer.
Verder vindt men hutten voor de officieren,
hutten voor de adelborsten die elk twee
of drie adelborsten herbergen de
longroom het gemeenschappelijk verblijf van
de officieren de voorlongroom (de nor")
dat van de adelborsten hutten van
hofmeester (gamelle hut) en schrijvers;
het verblijf van de onderofficieren boots
man (sergeant), schipper (sergeant-majoor)
en opperschipper (adjudant-onderofficier) en
gelijk gegradueerden bij andere diensten
verblijf der bemanning en het zoogenaamd
Javanen-logies, waar in Indiëde Inlanders
en in Holland vaak de mariniers verblijf
houden.
Alles is electrisch verlicht en daardoor
zien de verschillende verblijven er vooral
's avonds echt gezellig uit. De vensters of
patrijspoorten kunnen geopend worden. Zij
bevinden zich een eind boven het water,
wat natuurlijk niet verhindert, dat bij ruw
weer water naar binnen kan komen; ook
over het opperdek komt dikwijls een zee".
Het tusschendek wordt afgebroken door
het machinehoofd. Hier houden de machi
nisten verblijf; er zijn hutten en een ge
meenschappelijk vertrek. Achteraan bevindt
zich de hektorpedolanceerinriehting,
voor? aan de boeglanceerbuis.
Whitehead's vischtorpedo is we zeiden
het reeds een door eigen kracht zich onder
water voortbewegende helsche machine.
Men had vroeger spar-torpedo's die werden
bevestigd aan een langen vooruitstekenden
stok of spar en zoo tegen het vijandelijke
schip werden gebracht. Nog niet zoo heel
lang geleden telde onze vloot nog ver
scheidene spar-torpedobooten.
De torpedo heeft eene lengte van 4 M.
en een middellij n van 45 cM., loopt aan de
uiteinden puntig toe en heeft aan het eene
uiteinde de schroeven, waarmede zij wordt
voortbewogen. Tevens bevinden zich daar
een soort van roertjes, die automatisch wer
ken, zoodat, wanneer de torpedo door de
een of andera omstandigheid uit de goede
richting wordt gebracht, hetzij in horizon
talen of in vertikalen zin, zij zich zelf herstelt.
Het geheel is verdeeld in drie afdeelingen,
waarvan de voorste een lading van 90 K.G.
schietkatoen bevat, de middelstede machines,
die door in de torpedo aanwezige geperste
lucht worden gedreven en de achterste de
ballastkamer is. Aan de punt bevindt zich
een slaghoedje met knalkwik, dat ontploft
en daardoor ook het schietkatoen tot explosie
brengt, zoodra het tegen een voorwerp botst.
IIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIlnlIMIIIIIMlHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIlnlIlllllltllllllllHII
Om eenige trefkans te hebben, moet de
torpedo gelanceerd worden op een afstand
van hoogstens 800 a 1000 M. van het
doel.
Het lanceeren geschiedt met
torpedokanonnen of laneeerbuizen, die daarin van
elkander verschillen, dat het torpedokanon
wél en de lanceerbuis niet kan draaien,
zoodat bij de laatste het gansche schip ge
richt moet worden. Voorts onderscheidt men
boven- en onderwaterlanceerinrichtingen.
Op de Friesland nu zijn twee
bovenwaterlanceerbuizen: de hekbuis, die recht achter
uit- en de boegbuis, die recht vooruitsteekt.
De hekbuis wordt gericht van den
torpedorichttoren uit, de boegbuis in den
kommandotoren.
Door het lanceeren wordt aan de torpedo
een geringe aanvangssnelheid gegeven. Het
geschiedt met geperste lucht, doch de
iarichting maakt het ook mogelijk er een
zwakke kruitlading voor te gebruiken. De
torpedo glijdt dan in de buis naar beneden
en valt in het water. Tegelijk begint de
machine automatisch te werken en de torpedo
schiet onder water op zijn doel af. De
torpedo is een verschrikkelijk wapen, maar
heeft dit nadeel, dat men zeer dicht moet
naderen om te kunnen lanceeren, zóó dicht,
dat de vijand het schip reeds lang in den
grond heeft kunnen boren. De kleine
torpedobooten moeten de groote schepen dan ook
besluipen. Het laat zich licht begrijpen
welk ontzaglijk voordeel de onderzeeboot
hierbij heeft. Onze eenige onderzeeboot
(Onderzeeboot I) heeft dit dan ook bij de
manoeuvres getoond en het zal niet lang
duren, of meerdere onderzeeërs zullen voor
ons land gebouwd worden.
De twee machines van de Friesland zijn
door een overlangsch schot waterdicht van.
elkander gescheiden en werken geheel onaf
hankelijk van elkaar, waardoor het mogelijk
is, zelfs al is een machine vol water
geloopen, met de andere door te werken. Ook
in de ketelruimen is dit het geval.
Behalve door de besproken pantsers wordt
het schip nog beschermd door de
kolenruimen, die zóó aangebracht zijn, dat ze
een niet te versmaden pantsering vormen.
Een kruiser met zijn betrekkelijk groote
snelheid en die bovendien lang moet kunnen
varen zonder een kolenstation aan te doen,
heeft daarvoor groote kolenruimen noodig,
wat natuurlijk een belemmering is voor
een ruime, luchtige inrichting van het schip.
Op deze wijze weet men er dus nog partij
van te trekken en zoo van den nood een
deugd ie maken. De brandstofruimte be
draagt voor de Friesland, Holland, Zeeland
en Utrecht 1000 M3., voor de Gelderland
930 en voor de Noordbrabant 950 Ml
Echter wordt deze ruimte slechts gevuld,
wanneer het noodzakelijk is; de normale
kolenvoorraad is pi.m. 450 M3. Bij
voordeelig kolengebruik (de snelheid is dan 9,7
mijl) kan met de maximum-voorraad 4500
mijl worden afgelegd; hu de grootste vol
te houden dienstvaart (16 mijl) 2250 mijl.
De machines ontwikkelen ruim 10000
indicateuren paardekracht en werken op twee
schroeven.
En hiermede nemen wij afscheid van de
Friesland. Wij hopen eenigszins een beeld
te hebben gegeven van enkele dingen, die
men op een oorlogsschip aantreft. En vooral,
dat deze schets er sommige lezers toe zal
brengen meer belangstelling te hebben voor
onze vloot dan men gewoonlijk in Neder
land aantreft. B. B. F.
Verbetering: In de eerste kolom van
bl. 7, in het artikel Onze Marine II", regel
72, maakte de zetter van een vraagstuk een
waagstuk en een kolom verder in den op
twee na laatsten regel maakte h\j wat
gevaarlijker is van een baMerij een
ba^erij.
IIIMIMIIIHMIlmlII
lllmiMIlllllllllllllMIIIM
IGroen's moeder.
Een oeije oTer Groei m Prinsterer
en zijn mimi O
Het is een bont boekje, dat mr. de
Vries ons te lezen geeft als voorbereiding
op de uitvoerige biografie van den grooten
staatsman, die hij bezig is te schrijven
en waarvoor hij alvast bescheidenlijk
reclame maakt. Een bont boekje, en zelfs
1) Mr. Groen van Prinsterer in zyne
omgeving door mr. T. de Vries. A. W.Sythoff's
Uitgevers Maatschappij Leiden 190».
bij wijlen een beetje een
mal boekje ook, geschreven
als het is in een kinderlijk
stamelenden stijl en soms
met een bijna volslagen
gebrek aan onderscheidingsvermogen
voor de trekken die belangrijk zijn voor
de kennis der omgeving en die welke
alle diepere beteekenis missen. Wanneer
wij bijvoorbeeld, wil ik zeggen, overtuigd
moeten worden van den christelijken
eenvoud van mevrouw Groen, dan is er
toch wel iets beters dan een verhaal hoe
een Haagsche
dienstbode
haar eens voor
de naaister!
aanzag en op
de mat liet
wachten, ter
wijl zij toch,
naar onze
schrijver komt
verhalen,
dochter was
van een bur
gemeester van
Groningen en echtgenoot van een der
rijkste ingezetenen van 's Gravenhage,
iemand door koningin Sophie zelf op
haar buiten te Wassenaar opgezocht!
Inderdaad, dat is een manier van ge
schiedenis vertellen, waarbij Groen-zelf
bedenkelijk zou hebben gekeken. En
zoo is er meer, dat noodt tot lichten
spot. Ik wil nog slechts de
koekebakkerslijstjes noemen, waaruit ons somwijlen
de gezichten van ernstige professoren en
brave predikanten aanzien!
Maar het zou toch een verkeerden
indruk van het boek geven als wij op
deze manier doorgingen. Bij al zijn
vreemde allures heeft het toch een kern,
die meer waird is dan die uiterlijke
dingen, een kern die het juist betreuren
doet, dat er zulke dingen zijn die de
aandacht van haar afleiden. Die kern
is een groote liefde voor Groens begin
selen en een groote, eerbiedige bewon
dering voor Groens zoo
bijzondere persoonlijkheid,
welke beide te zamen den
schrijver in staat hebben
gesteld het geduldwerk te verrichten van
het verzamelen van al de in dit boek
bijeengebrachte gegevens, maar bovenal
om de persoonlijkheid van zy'n held
inderdaad te zien als domineerende figuur
in een zeer uitgestrekte omgeving. Een
der overwegingen die tot het maken van
dit boek aan
leiding gaven
was deze, dat
het heel wat,
op zich zelf
wetenswaar
dige dingen,
maar die in de
biografie bal
last zouden
zijn, mede
deelt om ze
straks in die
biografie te
kunnen w
gMevrouw Groen.
laten. Uitmuntende gedachte! Moge de
biografie.'zoo aanstonds dan ook inderdaad
slecht i geven wat van dit kleiner werkje
als de goede kern wordt gevonden.
Waarlijk, Groen moet in de breede
kringen van ons volk weer worden in
geleid. Rechts en links leeft bij de
meerderheid slechts zijn naam en met
heel algemeene trekken het beginsel,
waarvoor hij leefde. De man die jure
suo" en door Groen als zoodanig erkend,
Groen's vader.
tBuitenverbhjf: Vreugde en Rust" te Voorburg, geboortehuis van
Mr. G. Groen van Prinsterer.
Groen omstreeks 1823.