Historisch Archief 1877-1940
r
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD V-OOR NEDERLAND.
No. 1636
padiveld bizonder geleden, b.v., zooals-veel
voorkomt, doordat muizen zich eraan hebben
te goed gedaan. Wat zou nu gebeuren als
de oogst privaat eigendom was, zooah de
heer Lulofs beweert? De gezinnen met
goeden oogst zouden «aar believen, elk naar
zijn hart sprak, en dus dikwijls heelemaal
niet, het gezin, dat het zoo ongelukkig
trof, een deel padi geven. Zóó gebeurt
echter niet. Het oude familiehoofd gaat in
de gezinnen rond en bepaalt de bijdrage,
onder algemeen accoord. De vrekkigste
Maleier die geen cent zou afstaan van zijn
particulier bezit, verzet zich tegen dit deelen
niét, omdat het begrip: dit komt van het
faoaüiegoed, dit is in wezen familiegoed,
hem is ingeboren. Het familiegoed is voor
den Maleier als een moeders pappot ' te
midden van 's levens wisselende kansen.
Daar is altijd wat te eten, en voor alle
kinderen gelijkelijk, oud of jong, rijk of
arm. Zóó moet men het familiebezit zien.
Punt 2 luidt: Sumatra's Westkust behoort
tot het rechtstreeks bestuurd gebied van
Nederlandsen Indië. Bewijs: Slechts de
gemeentelijke autonomie werd naar het
schijnt, den Maleiers gelaten.
Men kan dat gemakkelijk achteraf zeggen,
niettegenstaande een geweldenaar als
Michiels en alle daarna gekomen bestuurs
ambtenaren van eenige beteekenis de West
kust hebben behandeld als een niet recht
streeks bestuurd gebied! Men kan gemak
kelijk komen met de hypothese van die
louter gemeentelijke autonomie", waar
het gezag ter Westkust van ouds bijna
uitsluitend berustte bij de ----
gemeentehoof Jen! Maar men vergeet dan dat't PI.
Pandjairg uitdrukkelijk stipuleerde, dat wij slechts
regeerden in overeenstemming met de ver
gaderingen dier gemeentehoofden, zooals
wij de sultanaten regeeren in overeen
stemming met de sultans
Welke zia mag het nu hebben ons voor
te werpen, dat de Maleiers toeh wel nooit
meer de bevoegdheid bezaten b v. verdragen
te sluiten met vreemde mogendheden ?
Bezaten of bezitten die de sultanaten? En
soo niet, zijn die dan door ons rechtstreeks
bestuurd" gebied?
Pont 3. Het belangrijkste, door den heer
Lulofs vooraan behandeld : De adat erkent
de aansprakelijkheid van familiegoed tot
betaling eener opgelegde schuld. Bewijs:
de verplichting tot betaling van boete, door
de Maleische overheid opgelegd.
Slechts een volkomen misvatting van de
.beteekenis der Maleische adat kan den
geachten inzender er toe brengen in deze
quaestie ons en ons niet alleen, maar
ook den Raad van Justitie te Padangl
te bestrijden.
Als men den heer Lulofs leest krijgt men
dezen indruk: Voor enkele gevallen erkent
de adat de aansprakelijkheid van het familie
goed, dat dus executabel is, d. w. z. ver
kocht kan worden met geweld. Nu is
er n zoo'n geval, dat sterk lijkt op
schuld uit belasting: de boeteschuld uit
misdrijf. Welnu, lo. deze boeteschnld
lijkt heelemaal niet op belastingschuld en
2o. het familiegoed is nooit executabel.
Het familiebezit is een onaantastbare
stichting, tot conserveering van de
matriarIJllJllllllllJllllunillllHIIIIIIIIIIIIIHIIIIimillllllHIIIIIMIIIIHIMIIItlllllllll
Een ATontnEr m Sierteelt Holmes.
Naar het Engelsch, van A. COSAN DOYLE.
(Slot).
Ze zijn weg, meneer Holmes. Za vertrok
ken met den laatsten trein. De dame is los
gebroken en ik heb haar beneden, in een
rijtuig meegebracht."
uitmuntend, Warner I" riep Holmes uit,
terwijl hij opsprong, Watson, de gapingen
worden snel aangevuld l"
Ia het rijtuig was een vrouw, half bezweken
van overspanning. Haar scherpgeteekend,
uitgeteerd gezicht vertoonde de sporen van
een onlangs gebeurde ramp. Haar hoofd
hing willoos op de borst, maar toen zij het
ophief en haar flauwe oogen naar ong keerde,
zag ik, dat haar pupillen donkere plekken
waren midden in de breede grijze iris. Zij
was beneveld door opium.
Ik bewaakte het hek, juist zooals u mij
aanriedt, meneer Holmes," zei onze gezant,
de ontslagen tuinman. Toen het rytuig
uitreed, volgde 'ik het naar het station. Zij
was als een slaapwandelaarster; maar toen
ze trachtten haar in den trein te krygen,
kwam zij tot bewustzijn en stribbelde tegen.
Ze drongen haar in de coupé. Zij worstelde
er zich weer uit. Ik hielp baar, duwde haar
in een rijtuig en kwam hier. Ik zal nooit
dat gezicht vergeten voor het venster van
de coupé, toen ik haar meevoerde. Ik zou
niet lang meer leven, als hij zijn zin kreeg,
die zwartoogige, nijdige, gele duivel."
Wij droegen haar de trap op, legden haar
op de sofa; een paar koppen van de sterkste
kofiie bevrijden haar brein weldra van de
beneveling door de opium. Baynes was door
Holmes ontboden en de toestand werd hem
vlug uitgelegd.
Wel, meneer, u hebt juist de getuigen
voor mij gevonden die ik noodig heb," zei de
inspecteur met warmte, terwijl hij mijn vriend
de hand drukte. Ik was van den beginne
af op het zelfde spoor als u."
Wat! Hadt u Henderson op het oog?"
Wel, meneer Holmes, toen u in de struiken
van het plantsoen op High Gable kroop, zat
ik in een van de boomen en aug u beneden.
Het ging er maar om wie het eerst de ge
tuigenis zou verkrijgen."
Waarom arresteerde u dan den mulat?"
Baynes grinnikte. Ik was er zeker van
dat Henderson, zooals hij zich noemt, voelde
dat hij verdacht werd en zich stil zou houden
en niets doen, zoolang hij dacht dat hij in
gevaar verkeerde. Ik arresteerde den ver
keerde om hem te doen gelooven, dat wij
hem niet meer in het oog hielden. Ik wist
dat hij dan waarschijnlijk er van door zou
gaan en wij de gelegenheid zouden krijgen
om Miss Burnet te bereiken."
Holmes legde zyn hand op den schouder
van den inspecteur.
U zult 't ver brengen in uw beroep. U
hebt instinct en intnitie," zei hij.
Baynes kreeg een kleur van gemoegen.
, Ik liet een man in politiek de geheele
week aan het station wachten. Waar de lui
van High Gable ook naar toe gaan, hij zal
ze in het oog houden. Maar hij moet in
zware verzoeking zijn gewee*t toen Miss
chale familie ingesteld, religieus van karak
ter, onaantastbaar in den zin vooral ook
van onschendbaar. Het familiebezit vertegen
woordigt niet alleen de nalatenschap der
voorouders (we zouden moeten zeggen:
vpormoeders), het is vervuld van de geesten
dier vereerde dooden, het is daarom
poesaka." Nooit ofte nimmer 2) kan dus een
stuk dier harta worden verkocht. Tijdelijk
verpanden, onder algemeene toestemming
der de familie vormende gezinnen, voor
zaken het geluk of het aanzien der familie
betreffende, dat is mogelijk. Zoo was die
verpanding mogelijk als het gold een voor
onteerend misdrijf opgelegde boete te betalen
om het aanzien der familiegroep,
indiscrediet gebracht door een van haar leden, te
kunnen herstellen. Dat dit niets heeft te
maken met iets als belastingschuld -zal
duidelijk zijn.
* * ">
Onafhan>|'ijk van onze polemiek met
den heer Lulofs willen wij even wijzen op
een nieuwe voorstelling van zjken, te vinden
bij sommige verdedigers van het
regeeringsbeleid ten opzichte der Westkust.
Langzamerhand inziende, dat de openlijke
aansprakelijk-verklaring van hetMaleisehe
familiebezit niet verdedigbaar is, zoeken zij
heil in de ordonnantie zelf en verklaren
te goeder trouw, wij gelooven het gaarne,
dat die ordonnantie in de praktijk het
familiebezit onaangetast laat....
De regeeringen in Indiëen Nederland
zouden de bedoeling gehad hebben ... dat
familiebezit zooveel als nigzins mogelijk
te ontzien!
In de eerste plaats is dit reeds onjuist,
alleen al omdat een enkel artikel in de
ordonnantie ingevoegd, en luidende:
Het familiebezit wordt nimmer geëxe
cuteerd", voldoende ware geweest en meteen
van die bedoeling een tastbasr bewijs hadde
gegeven. Inplaats van dit te doen is door
invoeging van art. 19 de executie in laatste
instantie onvermijdelijk maakt. Dit is zeer
duidelijk door den heer De Waal van
Anckeveen, die genoemd wordt een der
beste kenners (zoo niet de allerbeste) van
de Maleische adat, uiteengezet, dadelijk na
de publicatie van de verordening aan de
Westkust.
Hieruit volgt", besloot in dit Artikel de
schrijver, dat de harta pantjarian van den
mamak den aangeslagene voor de familie
en de harta poesaka der familie volgens
art. 137 en 138 Sumatra Reglement geëxe
cuteerd kunnen worden voor de voldoening
van belasting en boete, een ingrijpen in de
maleische instellingen, dat zeker niet goed
gekeurd kan worden".
Wij laten daar het verregaand onbillijke
systeem om, met wederinvoering van het
door ons in '74 terecht verlaten solidariteits
beginsel, een oud familiehoofd in zijn eigen,
meestal geringe goederen aasprakelijk te
stallen voor het geheel! Men zou een burge
meester aansprakelijk kunnen gaan stellen
voor de schulden der gemeente, of een
2) Het is een paar maal voorgekomen,
dat men van den diepgevoelden regel durfde
afwijken, waar de verkoop een eer kon
schijnen voor de harta zelf.
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMMIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIHIUUIIIIIIIIH
Burnet zichbevrydde.Intusschen,nw mannetje
heeft haar opgepikt en alles loopt goei af.
Wij kunnen niemand arreateeren zonder haar
getuigenis, dat is duidelijk, en hoe eerder
wij een verklaring van haar hebben, hoe beter."
Zij knapt ieder oogenblik meer op," zei
Holmes, een blik op de gouvernante slaande.
Maar vertel me eens, wie is die Henderson ?"
Henderson," antwoordde de inspecteur,
is Dnn Murillo, eens genaamd de tijger
van San Pedro."
De tijger van San Pedro! De geheele ge
schiedenis van den man schoot mij op eens
te binnen! Hij was bekend geworden als de
liederlijkste en bloeddorstigste tyran die ooit
een land regeerde dat doorging voor een
beschaafd rijk. Sterk, zonder vrees, energiek,
had hij kracht genoeg om tien of twaalf jaar
lang zy'n hatelijke ondeugden op te
dringen aan een volk dat zich voor hem
kromde* Zijn naam was de schrik van heel
Centraal-Amerika. Aan het eind van dien
lyd was er een algemeene opstand tegen hem.
Maar hij was even listig als wreed en bij het
eerste gerucht van komende moeilijkheden
had hu in stilte zijn schatten aan boord van
een schip gebracht dat bemand was met
aanhangers die hem toegewijd waren. Den
volgenden dag bestormden de oproerlingen
een leeg paleis. De diktator, zijn beide kin
deren, zijn secretaris en zyn rijkdom waren
alle ontsnapt. Van dat oogenblik af was hij
verdwenen en zijn identiteit was een onder
werp dat niet in de Europeesche pers be
sproken werd.
Ia, meneer, Don Murillo, de tijger van
San Pedro," zei Baynes. Als u het na wilt
zien, zult u vinden dat de kleuren van San
Pedro groen en wit zijn, juist zooals in het
briefje staat, meneer Holmes. Henderson
noemde hij zich, maar ik spoorde zijn iden
titeit op, van Parijs over Rome en Madrid
naar Barcelona, waar zyn schip in 'SU aan
kwam. Zij hebben al dien tijd naar hem
uitgekeken voor hun wraakplannen, maar
eerst nu onlangs hebben ze hem ontdekt."
Men ontdekte hem een jaar geleden," zei
miss Burnet, die recht op was gaan zitten
en nu aandachtig het gesprek volgde. Reeds
eenmaal is een aanslag op zijn leven gedaan,
maar de een of andere booze geest heeft hem
beschermd. En nu weer is het de edele,
ridderlijke Garcia, die viel en het monster
bleef beveiligd. Maar er zal een ander komen
en weer een ander, tot dat eens recht zal
worden gedaan, dat is zoo zeker als dat de
zon morgen op zal komen." Zij sloeg de
magere handen in elkaar en haar uitgeteerd
gezicht werd wit door den hartstocht van
haar haat.
Maar hoe raakte u in dit geval betrokken,
miss Burnet?" vroeg Holmeg. Hoe kan een
Engelsche dame meedoen aan zulk een moord
dadige zaak?''
Ik doe er aan mede, omdat er geen andere
manier bestaat om recht te verkrijgen. Wat
bekommert zich de Engelgche wet om de
stroomen bloeds jaren geleden in San Pedro
vergoten of om de scheepslading schat
ten die deze man heeft gestolen? Voor u
schijnen het misdaden begaan op een andere
planeet. Maar wij weten het. Wij hebben de
waarheid door smarten en lijden geleerd.
Voor ons is er geen duivel in de hel zoo erg
als Jaan Murillo en geen vrede in het leven
terwijl zijn slachtoü'ers .nog roepen om wraak."
Ik twijfel er niet aan," zei Holmes, ..of
hy was als gij zegt. Ik heb gehoord dat hij
directeur voor de schulden der vennootschap!
Maar wij komen op de treurige ordon
nantie en de zonderlinge verdediging, die
zij geniet, weldra terug.
Mannenbond voor Vrouwen
kiesrecht.
De heer d. K. maakt eenige
aanteekeningen bij mijn antwoord op de critiek,
waaraan hij mijn toespraak bij de oprich
ting van den Mannenbond voor Vrouwen
kiesrecht onderworpen had. Ik zie uit die
aanteekeningen allereerst, dat hij mijn ant
woord evenmin als mijn toespraak begrepen
heeft of heeft willen begrijpen. Ik zie er
volkomen van af verder moeite te doen
om dezen heer te overtuigen, te meer waar
ik na al zijn schampere persoonlijke
opmerkiugen debat met hemniet verder wensch;
ter inlichting van die lezers van De Am
sterdammer, die in het onderwerp belang
stellen en na de repliek ook de dupliek
wenschen te vernemen, dienen de volgende
aanteekeningen bij de aanteekeningen des
heeren d. K.
lo. De heer d. K. ontkent, dat hij van
mijn toespraak slechts enkele uit het verband
gerukte deelen gelezen heeft; hij zegt, dat
zijn verleden een voldoenden waarborg tegen
zulk een lichtzinnigheid biedt; nu is zulk
een beroep op 't eigen verleden zeer ge
vaarlijk ea vooral bij den heer d. K. zeer
bevreemdend; juist 't feit, dat hij meent
zieh op zijn precedenten te moeten beroe
pen, zal wel bij velen de gedachte doen
opkomen, dat om 't eens bijzonder zacht
uit te drukken men bij hem geen ge
volgtrekkingen meer uit die precedenten
mag maken. Hoezeer de heer d. K. hier
in 't ongelijk is, blijkt trouwens o.a. ter
stond daaruit, dat hij de lengte van mijn
toespraakje" op ruim een half
kolommetje" stelt, terwijl deze toespraak b.v. in
't Haagsche Weekblad een enkelvoudige en
een dubbele feuilletonrubriek vulde.
2o. Het door den heer d. K. in 't No.
van dit blad van 4 Oct. geciteerde deel van
mijn toespraak bevat r.iet de motiveering ^
van de oprichting van een sperMtn Man-'
nenbond voor Vrouwenkiesrecht, maar de
verklaring van de deelneming ook van man
nen aan den strijd voor 't verkrijgen van
vrouwenkiesrecht, de adstrueering van 't be
lang o.ok van mannen bij 't invoeren dezer
hervorming en 't constateeren mede naar
aanleiding hiervan, dat ook mannen in de
beweging voor vrouwenkiesrecht op hun
plaats zijn. Het door den heer d. K. thans
geciteerde begin mijner toespraak bevat
evenmin een motiveering van de oprichting
van een Mannenbond; ik gebruik hier 't
woord beweging en dit woord is volgens
onze taal wel op de beweging coor vrouwen
kiesrecht (dus een algemeen begrip), niet
echter op den Mannenbond (een yereeniging)
toepasselijk. Eerst veel later in mijn toe
spraak, na de mannen op hun plaats in de
beweging voor vrouwenemancipatie gewezen
te hebben, ga ik er toe over't nut van een'
i*l>eri<ilen Mannenband te bespreken; ik ont
wikkel dan de gronden voor de stichting
iHiiimimiiiiNHiimiiuiuiiiiiimiiiml
een wreedaard was. Maar in hoeverre is u
daardoor getroffen ?"
Ik zal u alles vertellen. De politiek van
dezen duivel was, onder het een of ander
voorwendsel, ieder te vermoorden, die de
verwachting wekte dat hij eens een gevaarlijk
mededinger zou kunnen worden. Mijn echt
genoot ja, mijn ware naam is signora Viutor
Durando was gezant van San Pedro t e
Londen. Hij ontmoette mij en huwde mij hier.
Edeler man heeft nooit op aard geleefd.
Ongelukkigerwijze hoorde Murillo van zijn
groote verdiensten, riep hem onder het een
of ander voorwendsel terug en liet hem
doodschieten. Als het ware met een voorgevoel
van lijn lot, had mijn man geweigerd mij
mee te nemen. Zijn bezittingen werden ver
beurd verklaard en ik bleef achter met een
klein jaargeld en een gebroken hart. Toen
kwam de val van den tyran. Hij ontsnapte
juist zooala u beschreef.
Maar de velen, wier leven hy vernietigd
had, wier naaste en liefste verwanten door
hem waren gemarteld en gedood, wilden het
er niet bij laten. Zij vormden te zamen
een bond, die nooit zou worden opgeheven
tot het werk gedaan zou zijn. Het was mijn
taak, nadat wij in de vermomming van
Henderson den gevallen despoot hadden
ontdekt, een van zijn gezin te worden en de
anderen van zijn bewegingen op de hoogte
te houden. Dit kon ik doen, doordat ik de
positie van gouvernante in zijn familie wist
te verkrijgen. Hij dacht weinig, dat de vrouw
die bij elk maal tegenover hem zat, de vrouw
was wier man hij zoo maar zonder vorm fan
proces de eeuwigheid had ingestuurd. Ik
lachte tegen hem, deed mijn plicht bij
zijn kinderen en wachtte verder af. In
Parijs werd een aanslag gedaan, die mislukte.
Wij reisden in een ongeregelde route nu eens
hier, dan eens daarheen door Europa, om
de vervolgers kwijt te raken en koerden ein
delijk naar dit huis terug, dat hij bij zijn
eerste kotast in Engeland had gehuurd.
Maar hier wachtten de uitvoerders der
gerechtigheid ook al. Wetende dat hij
daar zou terugkeeten, wachtte Gaicia, die
de zoon is vanden vorigen hoogsten dignitaris
in San Pedro, met twee vertrouwde gezellen
van nederigen stand, alle drie aangevuurd
d.oor dezelfde wraakgedachten. Overdag kon
hij weinig doen, want Murillo had alle moge
lijke voorzorgen genomen, en ging nooit uit
dan met zijn satelliet Lucas, of Lopez, zooals
hij genoemd werd in de dagen van zijn groot
heid, 's Nachts echter sliep hij alleen, en
de wreker zou hem kunnen vinden.
Op zekeren avond, die vooruit vastgesteld
was, zond ik mijn vriend de laatste instruc
ties, want de man was altijd op zijn
quivive ea sliep telkens in een andere kamer.
Ik zou zorgen dat de deuren open waren, en
het signaal van een groen of wit licht in
een kamer over de oprijlaan zou aangeven
of alles veilig was, dan wel of de aanslag
liever moest worden uitgesteld. Maar alles
liep ons tegen. Op de een of andere manier [
had ik de verdenking opgewekt van Lopez,
den secretaris. Hij kroop achter mij aan en j
sprong op mjj af, juist toen ik het briefje !
klaar had. Hij en zijn meester sleepten mij j
naar mijn kamer, en hielden zitting over mij |
als over een verraadster die op heeterdaad i
betrapt was. Zij zouden zeker op de plaats !
hun mssseu in mijn lichaam hebben gestoken, :
alg zij geweten hadden hoe de gevolgen van ;
de daad to ontkomen. Eindelijk, na veel
van zulk een speciale vereeniging, en wijs op
de verschillende vormen van politieke actie,
die van een specialen Mannenbond zullen
kunnen uitgaan; het feit, dat sommige man
nen 't best .door een uitsluitend uit mannen
bestaande organisatie voor 't vrouwenkies
recht te winnen zijn, is slechts n der
motieven voor de oprichting en is'in mijn
toespraak niet voorop, maar achteraan ge
plaatst. Dit alles had ook de heer d. K.
bij nauwkeurige lezing van mijn geheele
toespraak kunnen ontdekken.
3o. De heer d. K geeft hier wat ik
schreef volkomen onjuist weer. Ik schreef
niet mij er over te verwonderen, dat deze
heer bij 't begrip hoogstaand" ook aan
zedelijkheid dacht, maar merkte veeleer op
dat een idealist" als de heer d. K., die, als
hij «t over beschaving heeft, de zedelijkheid
zoo op den voorgrond stelt, toch wel weten
zal, welke verderfelijke gevolgen de tegen
woordig bestaande afhankelijkheid voor
vele vrouwen, gehuwde zoowel als onge
huwde heeft, en dat de vele resultaten van
de subjection of women", de onderdruk
king der vrouw, van de getrouwde vrouw
in de eerste plaats, hem toch wel bekend
zullen zijn, en dat daarom de opgetogen
tirade van den heer d. K. over de tegen
woordige Nederlandsche vrouw mij ver
baasde.
4o. De volkomen willekeurige gissingen
des heeren d. K. over wat ik met ontwik
keling" bedoeld zal hebben, verdienen uit
den awd der zaak geen verdere bespre
king; de heer d. K. tuurt zich blijkbaar
blind op 't allereerste gevolg van de invoe
ring van vrouwenkiesrecht, de politieke,
ontwikkeling en het blijkbaar niet voldoende
op de geheele ommekeer in 't leven der
vrouw, die een gevolg van deze hervor
ming zijn zal.
5o- De in de aanteekening.des heeren
De K. sub 5 voorkomende vriendelijke op
merkingen laat ik natuurlijk evenals zijn
overige opmerkingen van persoonlijken aard
voor wat zij zijn. De lezer oordeele ook hier!
Ten slotte wil ik er nog op wijzen, dat
het naar mijn meening voor de lezers van
dit blad zeer belangwekkend zijn zou te
vernemen, waarom de heer De K., die zich
zoo smalend uitlaat over een' Mannenbond
met onder zijn leien ook mannen, die voor
alsnog van een vrouwenkiesrechtorganisatie
met vrouwelijke leden geen lid wenschen
te worden, later, na invoering van't vrouwen
kiesrecht, de mannen afzonderlijk mannelijke
afgevaardigden en de vrouwen afzonderlijk
vrouwelijke afgevaardigden wil laten kiezen
en dus een eendrachtige samenwerking
tusschen de mannelijke en vrouwelijke leden
van 't kiezerscoi'ps niet wenscht.
Mr. E. W. VAX STKAATEX.
De heer van Straaten schijnt nog te
hopen, dat hij zijn figuur wel redden zal,
als hij maar door blijft praten.
Welnu, wie gunt hem niet zoo'n kansje ?
Deze heer is begonnen met, zonder een
enkel be-icijs, ons te beschuldigen uit het
verslag van zijn speech slechts enkele
losse, uit het verband gerukte deelen te
hebben gelezen". Wij meenden, dat hij als
heen en weer gepraat, kwamen zij tot het
besluit, dat een moord op mij te gevaarlijk
was. Maar zij besloten zich voor altijd van
Garcia te ontdoen. Zij hadden mij een prop
in den mond gestopt, en Murillo draaide mijn
arm tot ik hem het adres gaf. Ik zweer, dat
zij mijn arm hadden kunnen afbreken, als
ik had begrepen wat dit voor Garcia
beteekende. Lopez adresseerde den brief, dien
ik had geschreven, zegelde dien met zijn
manchetknoop, en zond toen den bediende,
Joséer mee weg. Hoe ze hem hebben
vermoord, weet ik niet, behalve dat het
Muriilo's hand was, die hem neersloeg, want
Lopez was gebleven om mij te bewaken. Ik
geloof dat hij tusschen de struiken, waardoor
het pad zich kronkelt, moet hebben gewacht
en hein doodgeslagen heeft toen hij voorbij
kwam. Eerst waren ze van plan hem het
huis te laten binnenkomen en hem dan te
dooden als een betrapt inbreker; maar zij
kwamen overeen, dat als zij in een onderzoek
zouden worden gewikkeld hun eigen identi
teit opeens in het publiek zou worden
gegeopenbaard en zij open zouden staan voor
volgende aanvallen. Met den dood van Garcia
kon de vervolging ophouden, daar zulk een
dood anderen bevreesd kon maken voor de
taak. Alles zou goed voor hen zijn
afgeloopen, als het niet geweest was dat
ik wist wat zij hadden gedaan. Ik twijfel er
niet aan, of er waren oogenblikken dat mij a
leven aan een draad hing. Ik werd in mijn
kamer opgesloten, met de vreeselijkste din
gen bedreigd, barbaarseh mishandeld om
mijn energie te doen verzwakken zie deze
steek in mijn schouder en de kneuzingen
van onder tot boven op mijn armen en
een prop werd in mijn mond gestopt bij de
eene gelegenheid toen ik trachtte uit het
raam te roepen. Vijf dagen duurde deze
wreede gevangenschap met nauwelijks voedsel
genoeg om in het leven te blijven. Dezen
middag werd mij een goede lunch gebracht,
maar dadelijk nadat ik gegeten had, voelde
ik, dat ik bedwelmd was. Ik herinner mij,
dat ik in een soort van droom half geleid,
half gedragen werd naar een rijtuig. In den
zelfden toestand werd ik in den trein ge
duwd. Eerst toen, toen de wielen bijna in
bewoging waren, begreep ik plotseling dat
ik mijn vrijheid zelf in de hand had. Ik
sprong er uit, zij trachtten mij terug te trek
ken, en was het niet geweest door de hulp
van dezen goeden man, dan zou ik nooit
los hebben kunnen komen. Nu ben ik, god
dank, voor altijd buiten hun bereik."
Wij hadden allen in gespannen aandacht
naar dit merkwaardig verhaal geluisterd. Het
was Holmes die de stilte verbrak.
Onze moeilijkheden zijn nog niet voorbij,"
zei hij, het hoofd schuddend. Onze politie
taak is geëindigd, maar onze rechtstaak be
gint pas."
Juist," zei ik. Een handig advocaat kon
dit wel verklaren als een daad van zelfver
dediging. Er mogen honderd misdaden op
den achtergrond zijn, maar het is slechts
voor deze dat ze kunnen worden vervolgd."
Kom, kom," zei Baynes opgewekt, ik
houd de wet nog niet voor zoo kwaad. Zelf
verdediging is nog iets anders dan iemand
in koelen bloede te lokken met het doel
hem te vermoorden, welk gevaar men ook
van hem vreest. Neen, neen, we zullen allen
gelijk krijgen als we de bewoners van High
(i-able op de volgende zitting van de recht
bank zien.
fatsoenlijk man zulk soort.van wapens be
neden zich behoorde te achten, en beriepen
ons op ons verleden als ernstig journalist.
En nu?
Men kan het in zijn stuk lezen. In plaats
van zijn verontschuldigingen aan te bieden
of iets dat naar een argument zweemt bij
te brengen, zet hij in zijn verlegenheid er
nog een grove aardigheid op, met geen
ander gezag dan dat van zijn eigen
advocatennaam.
Want als hij dan komt met zijn opmer
king, dat wij de lengte van zijn toespraak
op ruim een half kolommetje hebben ge
steld, terwijl deze in 't Haagsche Weekblad
veel meer plaats heeft gevorderd, weet hij
zelf precies evengoed als wij, dat wij spra
ken van het door onsgevolgd kranten-cerslag.
En ook dat wij op de kortheid van dat ver
slag wezen, om te doen uitkomen, hoe
lichtzinnig we zouden hebben gehandeld,
indien wij zelfs uit dit relaas maar enkela
losse of uit het verband gerukte deelen
zoo leerde immers de infame beschuldiging!
zouden hebben gelezen.
Met zulk soort van advoeaterijtjes be
helpt Mr. v. Straaten zich, waar hij te weinig
fatsoenlijk man is, om hatelijke woorden,
die hij niet kan waarmaken, terug te nemen;
en durft dan nog, na ons in onze eer als
journalist te hebben aangetast, zich beklagen,
over schampere persoonlijke opmerkingen".
Een fijn model als debater!
Maar wij gaan nog even verder. Ons was
verweten, dat wij uit het verband gerukte
deelen, in oppervlakkigheid, een verkeerden
zin hadden toegeschreven. Wij gaven daarop
een BETOOQ dat wij juist de bedoelde deelen
in nauw verband met het voorafgaande
hadden opgevat, en voegden het bewijsstuk
daarbij. Het was zoo duidelijk mogelijk
voor ieder die lezen, en het gelezene, naar
de wetten van taal en stijl, begrijpen kan.
Van dit betoog was in mr. v. Str.'s zoo
genaamde dupliek geen woord. Het is als
hadden wij het niet geschreven. Toch had
immers een tegenbetoog het onze behooren
te weerleggen; er moest dus aangetoond
worden, dat wij het door ons geciteerde in
't blad van 4 Oct. buiten verband met bet
daaraan voorafgaande hadden uitgelegd,
en was, gelijk nu blijkt, mr. v. Str. daar
toe niet in staat, zoo schoot bem als
eerlijk man niets andeis over dan te
erkennen, dat hij zijn woorden ten onzen
opzichte van oppervlakkigheid e.n
nietgelezen-hebben almede behoorde terug te
nemen. Maar dit *iel hem te zwaar.
Ondanks dit alles, de schijn moest worden
gered.
Wij geven hier nogmaals het door ons
aangehaalde:
-,De benaming waarmede ik u bjj mijn korte
inleidende toespraak moet aanspreken mijne
heeren", is reeds geschikt bij dezen of genen
verwondering te verwekken *), een verwondering
des te grooter, waar wij hier samengekomen
zijn voor een beweging, zoo molern en..,
zoo feministisch als die voor vrouwenkies
recht; men is 't immers in de laatste jaren
zoozeer als vanzelfsprekend gaan beschouwen
in vereenigingen en vergaderingen naast
De geschiedenis leert echter, dat er nog
een korte tijd moest voorbij gaan vóór de
tijger van San Pedro zijn verdiende loon zou
krijgen. Sluw en stoutmoedig als zij waren,
wisten hy en zijn metgezel hun vervolger
het spoor bijster te maken door een pension
in Edinontownstreet binnen te gaan en het
door een achterdeur di« op Curzon Square
uitkwam te verlaten. Van dien dag af werden
zij in Engeland niet meer gezien. Ongeveer
zes maanden later werden de markies van
Montalda en Signor Rulli, zijn secretaris,
beiden vermoord in hun kamers in het
hotel Escurial te Madrid. De misdaad werd
aan nihilisme toegeschreven en de moorde
naar nooit gearresteerd. Inspecteur Baynes
bezocht ons in Baker Street met een gedrukte
beschrijving van het donkere gelaat vanden
secretaris, en de heerechzuchtige trekken, de
magnetische zwarte oogen en de borstelige
wenkbrauwen van zijn heer. Wij konden het
niet betwijfelen of de gerechtigheid was hoe
wel laat, dan toch eindelijk gekomen.
Een chaotische zaak, waarde Wafson,"
zei Holmes by het rooken van een pypje,
des avonds. Het zal je niet mogelijk zijn ze
te beschrijven in den beknopten vorm die
je zoo lief is. Ze strekt zich uit over tweeërlei
gebied, betrsft twee groepen geheimzinnige
menschen, en is bovendien nog gecompli
ceerd door de hoogst-reapectabele aanwezig
heid van onzen vriend Scott Eccles, wiens deel
er aan toont dat wijlen Garcia zin voor
intrige en een wel-ontwikkeld instinct van
zelfbehoud bezat. Het is alleen daarin merk
waardig, dat wij en onze waardige mede
werker de inspecteur, te midden van een
warnet van mogelijkheden, ons vast hebben
weten te houden aan de hoofdzaken en zoo
geleid zijn door het krommende en bochtige
pad. Is er eenig punt, dat je nog niet dui
delijk ig?
Het doel van de terugkeer van den mulat
den kok?"
,.Ik denk dat dit vreemde schepsel in de
keuken daar schuld aan bad. De man was
een volmaakte wilde uit de bosschen in het
binnenland van San Pedro, en dit was zijn
jetiih. Toen zijn metgezel en hij gevlucht
waren naar een of andere vooraf vastgestelde
schuilplaats zonder twijfel reeds ingeno
men door een bondgenoot had deze hein
overgehaald zulk een compromittant stuk
meubel maar achter te laten. Maar het hart
van den mulat bleef er aan hangen, en hij
werd er den volgenden dag naar toe getrok
ken, toen hij, het terrein verkennende door
het venster, den politie-agent Walters in
bewaking van het huis vond. Hij wachtte
nog drie dagen en toen bracht zijn vroom
heid of bijgeloof hem er toe nog eens te
beproeven, en hij liep in den val. Ik bracht een
morgen door in het Britsch museum om te
zien wat de verscheurde vogel, de emmer
bloed en de verkoolde beenderen
beteekenden. De ware Voodoo-aanbidder onderneemt
nooit iets belangrijks zonder zekere offers
te brengen, die zijm onzindelijke godheden
vriendelijk moeten stemmen. Onze wilde
vriend schijnt zeer orthodox geweest te zijn.
Het geval is grotesk, Watson" zei Holmes,
terwijl hij zijn notitieboekje langzaam dicht
deed, maar, zooals ik reeds heb mogen
opmerken, is slechts n stap van het
groteske tot het verschrikkelijke.