De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1908 1 november pagina 2

1 november 1908 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

r DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD V-OOR NEDERLAND. No. 1636 padiveld bizonder geleden, b.v., zooals-veel voorkomt, doordat muizen zich eraan hebben te goed gedaan. Wat zou nu gebeuren als de oogst privaat eigendom was, zooah de heer Lulofs beweert? De gezinnen met goeden oogst zouden «aar believen, elk naar zijn hart sprak, en dus dikwijls heelemaal niet, het gezin, dat het zoo ongelukkig trof, een deel padi geven. Zóó gebeurt echter niet. Het oude familiehoofd gaat in de gezinnen rond en bepaalt de bijdrage, onder algemeen accoord. De vrekkigste Maleier die geen cent zou afstaan van zijn particulier bezit, verzet zich tegen dit deelen niét, omdat het begrip: dit komt van het faoaüiegoed, dit is in wezen familiegoed, hem is ingeboren. Het familiegoed is voor den Maleier als een moeders pappot ' te midden van 's levens wisselende kansen. Daar is altijd wat te eten, en voor alle kinderen gelijkelijk, oud of jong, rijk of arm. Zóó moet men het familiebezit zien. Punt 2 luidt: Sumatra's Westkust behoort tot het rechtstreeks bestuurd gebied van Nederlandsen Indië. Bewijs: Slechts de gemeentelijke autonomie werd naar het schijnt, den Maleiers gelaten. Men kan dat gemakkelijk achteraf zeggen, niettegenstaande een geweldenaar als Michiels en alle daarna gekomen bestuurs ambtenaren van eenige beteekenis de West kust hebben behandeld als een niet recht streeks bestuurd gebied! Men kan gemak kelijk komen met de hypothese van die louter gemeentelijke autonomie", waar het gezag ter Westkust van ouds bijna uitsluitend berustte bij de ---- gemeentehoof Jen! Maar men vergeet dan dat't PI. Pandjairg uitdrukkelijk stipuleerde, dat wij slechts regeerden in overeenstemming met de ver gaderingen dier gemeentehoofden, zooals wij de sultanaten regeeren in overeen stemming met de sultans Welke zia mag het nu hebben ons voor te werpen, dat de Maleiers toeh wel nooit meer de bevoegdheid bezaten b v. verdragen te sluiten met vreemde mogendheden ? Bezaten of bezitten die de sultanaten? En soo niet, zijn die dan door ons rechtstreeks bestuurd" gebied? Pont 3. Het belangrijkste, door den heer Lulofs vooraan behandeld : De adat erkent de aansprakelijkheid van familiegoed tot betaling eener opgelegde schuld. Bewijs: de verplichting tot betaling van boete, door de Maleische overheid opgelegd. Slechts een volkomen misvatting van de .beteekenis der Maleische adat kan den geachten inzender er toe brengen in deze quaestie ons en ons niet alleen, maar ook den Raad van Justitie te Padangl te bestrijden. Als men den heer Lulofs leest krijgt men dezen indruk: Voor enkele gevallen erkent de adat de aansprakelijkheid van het familie goed, dat dus executabel is, d. w. z. ver kocht kan worden met geweld. Nu is er n zoo'n geval, dat sterk lijkt op schuld uit belasting: de boeteschuld uit misdrijf. Welnu, lo. deze boeteschnld lijkt heelemaal niet op belastingschuld en 2o. het familiegoed is nooit executabel. Het familiebezit is een onaantastbare stichting, tot conserveering van de matriarIJllJllllllllJllllunillllHIIIIIIIIIIIIIHIIIIimillllllHIIIIIMIIIIHIMIIItlllllllll Een ATontnEr m Sierteelt Holmes. Naar het Engelsch, van A. COSAN DOYLE. (Slot). Ze zijn weg, meneer Holmes. Za vertrok ken met den laatsten trein. De dame is los gebroken en ik heb haar beneden, in een rijtuig meegebracht." uitmuntend, Warner I" riep Holmes uit, terwijl hij opsprong, Watson, de gapingen worden snel aangevuld l" Ia het rijtuig was een vrouw, half bezweken van overspanning. Haar scherpgeteekend, uitgeteerd gezicht vertoonde de sporen van een onlangs gebeurde ramp. Haar hoofd hing willoos op de borst, maar toen zij het ophief en haar flauwe oogen naar ong keerde, zag ik, dat haar pupillen donkere plekken waren midden in de breede grijze iris. Zij was beneveld door opium. Ik bewaakte het hek, juist zooals u mij aanriedt, meneer Holmes," zei onze gezant, de ontslagen tuinman. Toen het rytuig uitreed, volgde 'ik het naar het station. Zij was als een slaapwandelaarster; maar toen ze trachtten haar in den trein te krygen, kwam zij tot bewustzijn en stribbelde tegen. Ze drongen haar in de coupé. Zij worstelde er zich weer uit. Ik hielp baar, duwde haar in een rijtuig en kwam hier. Ik zal nooit dat gezicht vergeten voor het venster van de coupé, toen ik haar meevoerde. Ik zou niet lang meer leven, als hij zijn zin kreeg, die zwartoogige, nijdige, gele duivel." Wij droegen haar de trap op, legden haar op de sofa; een paar koppen van de sterkste kofiie bevrijden haar brein weldra van de beneveling door de opium. Baynes was door Holmes ontboden en de toestand werd hem vlug uitgelegd. Wel, meneer, u hebt juist de getuigen voor mij gevonden die ik noodig heb," zei de inspecteur met warmte, terwijl hij mijn vriend de hand drukte. Ik was van den beginne af op het zelfde spoor als u." Wat! Hadt u Henderson op het oog?" Wel, meneer Holmes, toen u in de struiken van het plantsoen op High Gable kroop, zat ik in een van de boomen en aug u beneden. Het ging er maar om wie het eerst de ge tuigenis zou verkrijgen." Waarom arresteerde u dan den mulat?" Baynes grinnikte. Ik was er zeker van dat Henderson, zooals hij zich noemt, voelde dat hij verdacht werd en zich stil zou houden en niets doen, zoolang hij dacht dat hij in gevaar verkeerde. Ik arresteerde den ver keerde om hem te doen gelooven, dat wij hem niet meer in het oog hielden. Ik wist dat hij dan waarschijnlijk er van door zou gaan en wij de gelegenheid zouden krijgen om Miss Burnet te bereiken." Holmes legde zyn hand op den schouder van den inspecteur. U zult 't ver brengen in uw beroep. U hebt instinct en intnitie," zei hij. Baynes kreeg een kleur van gemoegen. , Ik liet een man in politiek de geheele week aan het station wachten. Waar de lui van High Gable ook naar toe gaan, hij zal ze in het oog houden. Maar hij moet in zware verzoeking zijn gewee*t toen Miss chale familie ingesteld, religieus van karak ter, onaantastbaar in den zin vooral ook van onschendbaar. Het familiebezit vertegen woordigt niet alleen de nalatenschap der voorouders (we zouden moeten zeggen: vpormoeders), het is vervuld van de geesten dier vereerde dooden, het is daarom poesaka." Nooit ofte nimmer 2) kan dus een stuk dier harta worden verkocht. Tijdelijk verpanden, onder algemeene toestemming der de familie vormende gezinnen, voor zaken het geluk of het aanzien der familie betreffende, dat is mogelijk. Zoo was die verpanding mogelijk als het gold een voor onteerend misdrijf opgelegde boete te betalen om het aanzien der familiegroep, indiscrediet gebracht door een van haar leden, te kunnen herstellen. Dat dit niets heeft te maken met iets als belastingschuld -zal duidelijk zijn. * * "> Onafhan>|'ijk van onze polemiek met den heer Lulofs willen wij even wijzen op een nieuwe voorstelling van zjken, te vinden bij sommige verdedigers van het regeeringsbeleid ten opzichte der Westkust. Langzamerhand inziende, dat de openlijke aansprakelijk-verklaring van hetMaleisehe familiebezit niet verdedigbaar is, zoeken zij heil in de ordonnantie zelf en verklaren te goeder trouw, wij gelooven het gaarne, dat die ordonnantie in de praktijk het familiebezit onaangetast laat.... De regeeringen in Indiëen Nederland zouden de bedoeling gehad hebben ... dat familiebezit zooveel als nigzins mogelijk te ontzien! In de eerste plaats is dit reeds onjuist, alleen al omdat een enkel artikel in de ordonnantie ingevoegd, en luidende: Het familiebezit wordt nimmer geëxe cuteerd", voldoende ware geweest en meteen van die bedoeling een tastbasr bewijs hadde gegeven. Inplaats van dit te doen is door invoeging van art. 19 de executie in laatste instantie onvermijdelijk maakt. Dit is zeer duidelijk door den heer De Waal van Anckeveen, die genoemd wordt een der beste kenners (zoo niet de allerbeste) van de Maleische adat, uiteengezet, dadelijk na de publicatie van de verordening aan de Westkust. Hieruit volgt", besloot in dit Artikel de schrijver, dat de harta pantjarian van den mamak den aangeslagene voor de familie en de harta poesaka der familie volgens art. 137 en 138 Sumatra Reglement geëxe cuteerd kunnen worden voor de voldoening van belasting en boete, een ingrijpen in de maleische instellingen, dat zeker niet goed gekeurd kan worden". Wij laten daar het verregaand onbillijke systeem om, met wederinvoering van het door ons in '74 terecht verlaten solidariteits beginsel, een oud familiehoofd in zijn eigen, meestal geringe goederen aasprakelijk te stallen voor het geheel! Men zou een burge meester aansprakelijk kunnen gaan stellen voor de schulden der gemeente, of een 2) Het is een paar maal voorgekomen, dat men van den diepgevoelden regel durfde afwijken, waar de verkoop een eer kon schijnen voor de harta zelf. IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMMIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIHIUUIIIIIIIIH Burnet zichbevrydde.Intusschen,nw mannetje heeft haar opgepikt en alles loopt goei af. Wij kunnen niemand arreateeren zonder haar getuigenis, dat is duidelijk, en hoe eerder wij een verklaring van haar hebben, hoe beter." Zij knapt ieder oogenblik meer op," zei Holmes, een blik op de gouvernante slaande. Maar vertel me eens, wie is die Henderson ?" Henderson," antwoordde de inspecteur, is Dnn Murillo, eens genaamd de tijger van San Pedro." De tijger van San Pedro! De geheele ge schiedenis van den man schoot mij op eens te binnen! Hij was bekend geworden als de liederlijkste en bloeddorstigste tyran die ooit een land regeerde dat doorging voor een beschaafd rijk. Sterk, zonder vrees, energiek, had hij kracht genoeg om tien of twaalf jaar lang zy'n hatelijke ondeugden op te dringen aan een volk dat zich voor hem kromde* Zijn naam was de schrik van heel Centraal-Amerika. Aan het eind van dien lyd was er een algemeene opstand tegen hem. Maar hij was even listig als wreed en bij het eerste gerucht van komende moeilijkheden had hu in stilte zijn schatten aan boord van een schip gebracht dat bemand was met aanhangers die hem toegewijd waren. Den volgenden dag bestormden de oproerlingen een leeg paleis. De diktator, zijn beide kin deren, zijn secretaris en zyn rijkdom waren alle ontsnapt. Van dat oogenblik af was hij verdwenen en zijn identiteit was een onder werp dat niet in de Europeesche pers be sproken werd. Ia, meneer, Don Murillo, de tijger van San Pedro," zei Baynes. Als u het na wilt zien, zult u vinden dat de kleuren van San Pedro groen en wit zijn, juist zooals in het briefje staat, meneer Holmes. Henderson noemde hij zich, maar ik spoorde zijn iden titeit op, van Parijs over Rome en Madrid naar Barcelona, waar zyn schip in 'SU aan kwam. Zij hebben al dien tijd naar hem uitgekeken voor hun wraakplannen, maar eerst nu onlangs hebben ze hem ontdekt." Men ontdekte hem een jaar geleden," zei miss Burnet, die recht op was gaan zitten en nu aandachtig het gesprek volgde. Reeds eenmaal is een aanslag op zijn leven gedaan, maar de een of andere booze geest heeft hem beschermd. En nu weer is het de edele, ridderlijke Garcia, die viel en het monster bleef beveiligd. Maar er zal een ander komen en weer een ander, tot dat eens recht zal worden gedaan, dat is zoo zeker als dat de zon morgen op zal komen." Zij sloeg de magere handen in elkaar en haar uitgeteerd gezicht werd wit door den hartstocht van haar haat. Maar hoe raakte u in dit geval betrokken, miss Burnet?" vroeg Holmeg. Hoe kan een Engelsche dame meedoen aan zulk een moord dadige zaak?'' Ik doe er aan mede, omdat er geen andere manier bestaat om recht te verkrijgen. Wat bekommert zich de Engelgche wet om de stroomen bloeds jaren geleden in San Pedro vergoten of om de scheepslading schat ten die deze man heeft gestolen? Voor u schijnen het misdaden begaan op een andere planeet. Maar wij weten het. Wij hebben de waarheid door smarten en lijden geleerd. Voor ons is er geen duivel in de hel zoo erg als Jaan Murillo en geen vrede in het leven terwijl zijn slachtoü'ers .nog roepen om wraak." Ik twijfel er niet aan," zei Holmes, ..of hy was als gij zegt. Ik heb gehoord dat hij directeur voor de schulden der vennootschap! Maar wij komen op de treurige ordon nantie en de zonderlinge verdediging, die zij geniet, weldra terug. Mannenbond voor Vrouwen kiesrecht. De heer d. K. maakt eenige aanteekeningen bij mijn antwoord op de critiek, waaraan hij mijn toespraak bij de oprich ting van den Mannenbond voor Vrouwen kiesrecht onderworpen had. Ik zie uit die aanteekeningen allereerst, dat hij mijn ant woord evenmin als mijn toespraak begrepen heeft of heeft willen begrijpen. Ik zie er volkomen van af verder moeite te doen om dezen heer te overtuigen, te meer waar ik na al zijn schampere persoonlijke opmerkiugen debat met hemniet verder wensch; ter inlichting van die lezers van De Am sterdammer, die in het onderwerp belang stellen en na de repliek ook de dupliek wenschen te vernemen, dienen de volgende aanteekeningen bij de aanteekeningen des heeren d. K. lo. De heer d. K. ontkent, dat hij van mijn toespraak slechts enkele uit het verband gerukte deelen gelezen heeft; hij zegt, dat zijn verleden een voldoenden waarborg tegen zulk een lichtzinnigheid biedt; nu is zulk een beroep op 't eigen verleden zeer ge vaarlijk ea vooral bij den heer d. K. zeer bevreemdend; juist 't feit, dat hij meent zieh op zijn precedenten te moeten beroe pen, zal wel bij velen de gedachte doen opkomen, dat om 't eens bijzonder zacht uit te drukken men bij hem geen ge volgtrekkingen meer uit die precedenten mag maken. Hoezeer de heer d. K. hier in 't ongelijk is, blijkt trouwens o.a. ter stond daaruit, dat hij de lengte van mijn toespraakje" op ruim een half kolommetje" stelt, terwijl deze toespraak b.v. in 't Haagsche Weekblad een enkelvoudige en een dubbele feuilletonrubriek vulde. 2o. Het door den heer d. K. in 't No. van dit blad van 4 Oct. geciteerde deel van mijn toespraak bevat r.iet de motiveering ^ van de oprichting van een sperMtn Man-' nenbond voor Vrouwenkiesrecht, maar de verklaring van de deelneming ook van man nen aan den strijd voor 't verkrijgen van vrouwenkiesrecht, de adstrueering van 't be lang o.ok van mannen bij 't invoeren dezer hervorming en 't constateeren mede naar aanleiding hiervan, dat ook mannen in de beweging voor vrouwenkiesrecht op hun plaats zijn. Het door den heer d. K. thans geciteerde begin mijner toespraak bevat evenmin een motiveering van de oprichting van een Mannenbond; ik gebruik hier 't woord beweging en dit woord is volgens onze taal wel op de beweging coor vrouwen kiesrecht (dus een algemeen begrip), niet echter op den Mannenbond (een yereeniging) toepasselijk. Eerst veel later in mijn toe spraak, na de mannen op hun plaats in de beweging voor vrouwenemancipatie gewezen te hebben, ga ik er toe over't nut van een' i*l>eri<ilen Mannenband te bespreken; ik ont wikkel dan de gronden voor de stichting iHiiimimiiiiNHiimiiuiuiiiiiimiiiml een wreedaard was. Maar in hoeverre is u daardoor getroffen ?" Ik zal u alles vertellen. De politiek van dezen duivel was, onder het een of ander voorwendsel, ieder te vermoorden, die de verwachting wekte dat hij eens een gevaarlijk mededinger zou kunnen worden. Mijn echt genoot ja, mijn ware naam is signora Viutor Durando was gezant van San Pedro t e Londen. Hij ontmoette mij en huwde mij hier. Edeler man heeft nooit op aard geleefd. Ongelukkigerwijze hoorde Murillo van zijn groote verdiensten, riep hem onder het een of ander voorwendsel terug en liet hem doodschieten. Als het ware met een voorgevoel van lijn lot, had mijn man geweigerd mij mee te nemen. Zijn bezittingen werden ver beurd verklaard en ik bleef achter met een klein jaargeld en een gebroken hart. Toen kwam de val van den tyran. Hij ontsnapte juist zooala u beschreef. Maar de velen, wier leven hy vernietigd had, wier naaste en liefste verwanten door hem waren gemarteld en gedood, wilden het er niet bij laten. Zij vormden te zamen een bond, die nooit zou worden opgeheven tot het werk gedaan zou zijn. Het was mijn taak, nadat wij in de vermomming van Henderson den gevallen despoot hadden ontdekt, een van zijn gezin te worden en de anderen van zijn bewegingen op de hoogte te houden. Dit kon ik doen, doordat ik de positie van gouvernante in zijn familie wist te verkrijgen. Hij dacht weinig, dat de vrouw die bij elk maal tegenover hem zat, de vrouw was wier man hij zoo maar zonder vorm fan proces de eeuwigheid had ingestuurd. Ik lachte tegen hem, deed mijn plicht bij zijn kinderen en wachtte verder af. In Parijs werd een aanslag gedaan, die mislukte. Wij reisden in een ongeregelde route nu eens hier, dan eens daarheen door Europa, om de vervolgers kwijt te raken en koerden ein delijk naar dit huis terug, dat hij bij zijn eerste kotast in Engeland had gehuurd. Maar hier wachtten de uitvoerders der gerechtigheid ook al. Wetende dat hij daar zou terugkeeten, wachtte Gaicia, die de zoon is vanden vorigen hoogsten dignitaris in San Pedro, met twee vertrouwde gezellen van nederigen stand, alle drie aangevuurd d.oor dezelfde wraakgedachten. Overdag kon hij weinig doen, want Murillo had alle moge lijke voorzorgen genomen, en ging nooit uit dan met zijn satelliet Lucas, of Lopez, zooals hij genoemd werd in de dagen van zijn groot heid, 's Nachts echter sliep hij alleen, en de wreker zou hem kunnen vinden. Op zekeren avond, die vooruit vastgesteld was, zond ik mijn vriend de laatste instruc ties, want de man was altijd op zijn quivive ea sliep telkens in een andere kamer. Ik zou zorgen dat de deuren open waren, en het signaal van een groen of wit licht in een kamer over de oprijlaan zou aangeven of alles veilig was, dan wel of de aanslag liever moest worden uitgesteld. Maar alles liep ons tegen. Op de een of andere manier [ had ik de verdenking opgewekt van Lopez, den secretaris. Hij kroop achter mij aan en j sprong op mjj af, juist toen ik het briefje ! klaar had. Hij en zijn meester sleepten mij j naar mijn kamer, en hielden zitting over mij | als over een verraadster die op heeterdaad i betrapt was. Zij zouden zeker op de plaats ! hun mssseu in mijn lichaam hebben gestoken, : alg zij geweten hadden hoe de gevolgen van ; de daad to ontkomen. Eindelijk, na veel van zulk een speciale vereeniging, en wijs op de verschillende vormen van politieke actie, die van een specialen Mannenbond zullen kunnen uitgaan; het feit, dat sommige man nen 't best .door een uitsluitend uit mannen bestaande organisatie voor 't vrouwenkies recht te winnen zijn, is slechts n der motieven voor de oprichting en is'in mijn toespraak niet voorop, maar achteraan ge plaatst. Dit alles had ook de heer d. K. bij nauwkeurige lezing van mijn geheele toespraak kunnen ontdekken. 3o. De heer d. K geeft hier wat ik schreef volkomen onjuist weer. Ik schreef niet mij er over te verwonderen, dat deze heer bij 't begrip hoogstaand" ook aan zedelijkheid dacht, maar merkte veeleer op dat een idealist" als de heer d. K., die, als hij «t over beschaving heeft, de zedelijkheid zoo op den voorgrond stelt, toch wel weten zal, welke verderfelijke gevolgen de tegen woordig bestaande afhankelijkheid voor vele vrouwen, gehuwde zoowel als onge huwde heeft, en dat de vele resultaten van de subjection of women", de onderdruk king der vrouw, van de getrouwde vrouw in de eerste plaats, hem toch wel bekend zullen zijn, en dat daarom de opgetogen tirade van den heer d. K. over de tegen woordige Nederlandsche vrouw mij ver baasde. 4o. De volkomen willekeurige gissingen des heeren d. K. over wat ik met ontwik keling" bedoeld zal hebben, verdienen uit den awd der zaak geen verdere bespre king; de heer d. K. tuurt zich blijkbaar blind op 't allereerste gevolg van de invoe ring van vrouwenkiesrecht, de politieke, ontwikkeling en het blijkbaar niet voldoende op de geheele ommekeer in 't leven der vrouw, die een gevolg van deze hervor ming zijn zal. 5o- De in de aanteekening.des heeren De K. sub 5 voorkomende vriendelijke op merkingen laat ik natuurlijk evenals zijn overige opmerkingen van persoonlijken aard voor wat zij zijn. De lezer oordeele ook hier! Ten slotte wil ik er nog op wijzen, dat het naar mijn meening voor de lezers van dit blad zeer belangwekkend zijn zou te vernemen, waarom de heer De K., die zich zoo smalend uitlaat over een' Mannenbond met onder zijn leien ook mannen, die voor alsnog van een vrouwenkiesrechtorganisatie met vrouwelijke leden geen lid wenschen te worden, later, na invoering van't vrouwen kiesrecht, de mannen afzonderlijk mannelijke afgevaardigden en de vrouwen afzonderlijk vrouwelijke afgevaardigden wil laten kiezen en dus een eendrachtige samenwerking tusschen de mannelijke en vrouwelijke leden van 't kiezerscoi'ps niet wenscht. Mr. E. W. VAX STKAATEX. De heer van Straaten schijnt nog te hopen, dat hij zijn figuur wel redden zal, als hij maar door blijft praten. Welnu, wie gunt hem niet zoo'n kansje ? Deze heer is begonnen met, zonder een enkel be-icijs, ons te beschuldigen uit het verslag van zijn speech slechts enkele losse, uit het verband gerukte deelen te hebben gelezen". Wij meenden, dat hij als heen en weer gepraat, kwamen zij tot het besluit, dat een moord op mij te gevaarlijk was. Maar zij besloten zich voor altijd van Garcia te ontdoen. Zij hadden mij een prop in den mond gestopt, en Murillo draaide mijn arm tot ik hem het adres gaf. Ik zweer, dat zij mijn arm hadden kunnen afbreken, als ik had begrepen wat dit voor Garcia beteekende. Lopez adresseerde den brief, dien ik had geschreven, zegelde dien met zijn manchetknoop, en zond toen den bediende, Joséer mee weg. Hoe ze hem hebben vermoord, weet ik niet, behalve dat het Muriilo's hand was, die hem neersloeg, want Lopez was gebleven om mij te bewaken. Ik geloof dat hij tusschen de struiken, waardoor het pad zich kronkelt, moet hebben gewacht en hein doodgeslagen heeft toen hij voorbij kwam. Eerst waren ze van plan hem het huis te laten binnenkomen en hem dan te dooden als een betrapt inbreker; maar zij kwamen overeen, dat als zij in een onderzoek zouden worden gewikkeld hun eigen identi teit opeens in het publiek zou worden gegeopenbaard en zij open zouden staan voor volgende aanvallen. Met den dood van Garcia kon de vervolging ophouden, daar zulk een dood anderen bevreesd kon maken voor de taak. Alles zou goed voor hen zijn afgeloopen, als het niet geweest was dat ik wist wat zij hadden gedaan. Ik twijfel er niet aan, of er waren oogenblikken dat mij a leven aan een draad hing. Ik werd in mijn kamer opgesloten, met de vreeselijkste din gen bedreigd, barbaarseh mishandeld om mijn energie te doen verzwakken zie deze steek in mijn schouder en de kneuzingen van onder tot boven op mijn armen en een prop werd in mijn mond gestopt bij de eene gelegenheid toen ik trachtte uit het raam te roepen. Vijf dagen duurde deze wreede gevangenschap met nauwelijks voedsel genoeg om in het leven te blijven. Dezen middag werd mij een goede lunch gebracht, maar dadelijk nadat ik gegeten had, voelde ik, dat ik bedwelmd was. Ik herinner mij, dat ik in een soort van droom half geleid, half gedragen werd naar een rijtuig. In den zelfden toestand werd ik in den trein ge duwd. Eerst toen, toen de wielen bijna in bewoging waren, begreep ik plotseling dat ik mijn vrijheid zelf in de hand had. Ik sprong er uit, zij trachtten mij terug te trek ken, en was het niet geweest door de hulp van dezen goeden man, dan zou ik nooit los hebben kunnen komen. Nu ben ik, god dank, voor altijd buiten hun bereik." Wij hadden allen in gespannen aandacht naar dit merkwaardig verhaal geluisterd. Het was Holmes die de stilte verbrak. Onze moeilijkheden zijn nog niet voorbij," zei hij, het hoofd schuddend. Onze politie taak is geëindigd, maar onze rechtstaak be gint pas." Juist," zei ik. Een handig advocaat kon dit wel verklaren als een daad van zelfver dediging. Er mogen honderd misdaden op den achtergrond zijn, maar het is slechts voor deze dat ze kunnen worden vervolgd." Kom, kom," zei Baynes opgewekt, ik houd de wet nog niet voor zoo kwaad. Zelf verdediging is nog iets anders dan iemand in koelen bloede te lokken met het doel hem te vermoorden, welk gevaar men ook van hem vreest. Neen, neen, we zullen allen gelijk krijgen als we de bewoners van High (i-able op de volgende zitting van de recht bank zien. fatsoenlijk man zulk soort.van wapens be neden zich behoorde te achten, en beriepen ons op ons verleden als ernstig journalist. En nu? Men kan het in zijn stuk lezen. In plaats van zijn verontschuldigingen aan te bieden of iets dat naar een argument zweemt bij te brengen, zet hij in zijn verlegenheid er nog een grove aardigheid op, met geen ander gezag dan dat van zijn eigen advocatennaam. Want als hij dan komt met zijn opmer king, dat wij de lengte van zijn toespraak op ruim een half kolommetje hebben ge steld, terwijl deze in 't Haagsche Weekblad veel meer plaats heeft gevorderd, weet hij zelf precies evengoed als wij, dat wij spra ken van het door onsgevolgd kranten-cerslag. En ook dat wij op de kortheid van dat ver slag wezen, om te doen uitkomen, hoe lichtzinnig we zouden hebben gehandeld, indien wij zelfs uit dit relaas maar enkela losse of uit het verband gerukte deelen zoo leerde immers de infame beschuldiging! zouden hebben gelezen. Met zulk soort van advoeaterijtjes be helpt Mr. v. Straaten zich, waar hij te weinig fatsoenlijk man is, om hatelijke woorden, die hij niet kan waarmaken, terug te nemen; en durft dan nog, na ons in onze eer als journalist te hebben aangetast, zich beklagen, over schampere persoonlijke opmerkingen". Een fijn model als debater! Maar wij gaan nog even verder. Ons was verweten, dat wij uit het verband gerukte deelen, in oppervlakkigheid, een verkeerden zin hadden toegeschreven. Wij gaven daarop een BETOOQ dat wij juist de bedoelde deelen in nauw verband met het voorafgaande hadden opgevat, en voegden het bewijsstuk daarbij. Het was zoo duidelijk mogelijk voor ieder die lezen, en het gelezene, naar de wetten van taal en stijl, begrijpen kan. Van dit betoog was in mr. v. Str.'s zoo genaamde dupliek geen woord. Het is als hadden wij het niet geschreven. Toch had immers een tegenbetoog het onze behooren te weerleggen; er moest dus aangetoond worden, dat wij het door ons geciteerde in 't blad van 4 Oct. buiten verband met bet daaraan voorafgaande hadden uitgelegd, en was, gelijk nu blijkt, mr. v. Str. daar toe niet in staat, zoo schoot bem als eerlijk man niets andeis over dan te erkennen, dat hij zijn woorden ten onzen opzichte van oppervlakkigheid e.n nietgelezen-hebben almede behoorde terug te nemen. Maar dit *iel hem te zwaar. Ondanks dit alles, de schijn moest worden gered. Wij geven hier nogmaals het door ons aangehaalde: -,De benaming waarmede ik u bjj mijn korte inleidende toespraak moet aanspreken mijne heeren", is reeds geschikt bij dezen of genen verwondering te verwekken *), een verwondering des te grooter, waar wij hier samengekomen zijn voor een beweging, zoo molern en.., zoo feministisch als die voor vrouwenkies recht; men is 't immers in de laatste jaren zoozeer als vanzelfsprekend gaan beschouwen in vereenigingen en vergaderingen naast De geschiedenis leert echter, dat er nog een korte tijd moest voorbij gaan vóór de tijger van San Pedro zijn verdiende loon zou krijgen. Sluw en stoutmoedig als zij waren, wisten hy en zijn metgezel hun vervolger het spoor bijster te maken door een pension in Edinontownstreet binnen te gaan en het door een achterdeur di« op Curzon Square uitkwam te verlaten. Van dien dag af werden zij in Engeland niet meer gezien. Ongeveer zes maanden later werden de markies van Montalda en Signor Rulli, zijn secretaris, beiden vermoord in hun kamers in het hotel Escurial te Madrid. De misdaad werd aan nihilisme toegeschreven en de moorde naar nooit gearresteerd. Inspecteur Baynes bezocht ons in Baker Street met een gedrukte beschrijving van het donkere gelaat vanden secretaris, en de heerechzuchtige trekken, de magnetische zwarte oogen en de borstelige wenkbrauwen van zijn heer. Wij konden het niet betwijfelen of de gerechtigheid was hoe wel laat, dan toch eindelijk gekomen. Een chaotische zaak, waarde Wafson," zei Holmes by het rooken van een pypje, des avonds. Het zal je niet mogelijk zijn ze te beschrijven in den beknopten vorm die je zoo lief is. Ze strekt zich uit over tweeërlei gebied, betrsft twee groepen geheimzinnige menschen, en is bovendien nog gecompli ceerd door de hoogst-reapectabele aanwezig heid van onzen vriend Scott Eccles, wiens deel er aan toont dat wijlen Garcia zin voor intrige en een wel-ontwikkeld instinct van zelfbehoud bezat. Het is alleen daarin merk waardig, dat wij en onze waardige mede werker de inspecteur, te midden van een warnet van mogelijkheden, ons vast hebben weten te houden aan de hoofdzaken en zoo geleid zijn door het krommende en bochtige pad. Is er eenig punt, dat je nog niet dui delijk ig? Het doel van de terugkeer van den mulat den kok?" ,.Ik denk dat dit vreemde schepsel in de keuken daar schuld aan bad. De man was een volmaakte wilde uit de bosschen in het binnenland van San Pedro, en dit was zijn jetiih. Toen zijn metgezel en hij gevlucht waren naar een of andere vooraf vastgestelde schuilplaats zonder twijfel reeds ingeno men door een bondgenoot had deze hein overgehaald zulk een compromittant stuk meubel maar achter te laten. Maar het hart van den mulat bleef er aan hangen, en hij werd er den volgenden dag naar toe getrok ken, toen hij, het terrein verkennende door het venster, den politie-agent Walters in bewaking van het huis vond. Hij wachtte nog drie dagen en toen bracht zijn vroom heid of bijgeloof hem er toe nog eens te beproeven, en hij liep in den val. Ik bracht een morgen door in het Britsch museum om te zien wat de verscheurde vogel, de emmer bloed en de verkoolde beenderen beteekenden. De ware Voodoo-aanbidder onderneemt nooit iets belangrijks zonder zekere offers te brengen, die zijm onzindelijke godheden vriendelijk moeten stemmen. Onze wilde vriend schijnt zeer orthodox geweest te zijn. Het geval is grotesk, Watson" zei Holmes, terwijl hij zijn notitieboekje langzaam dicht deed, maar, zooals ik reeds heb mogen opmerken, is slechts n stap van het groteske tot het verschrikkelijke.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl