De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1908 8 november pagina 8

8 november 1908 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

8 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. 168* B«r«tte *nlk eww epidemie ia dien *üd uity daa brftaddo men groot* etroo?uren «p de itrataa ten einde des dwapkring te zuiYeren,;doen dit wag buiten de uitjchrüving van «ededagen «oowctt de eenige remedie. Men ,: beschouwde 'dergelijke epidemieën dan «ok meestal ais ea «trof Goda voor de zonden dei volks, «f voor de steeds toenemen de weeldeen \jde1 beid,en de Staten-Generaal of de GewestelHte Staten wisten doorgaans niets beters te doen dan door bet uitschrijven van bededagen de Voorzienigheid te verbidden. Dat de kerken dan vooral vol waren, wat zeker de besmetting niet tegen hield, laat zich denken. Sedert echter de medische wetenschap meer en meer vooruitging, begon men over de oorzaken dezer ziekten na te denken en was', weldra op middelen bedacht om die te keeren niet alleen, maar ook zooveel zooveel mogelijk te verhoeden. En toen men.eenmaal op de gedachte was gekomen, dat de besmettelijke ziekten ongemerkt uit de besmette havens konden worden over gebracht, ja, de kiemen dier ziekten zelfs in de lading konden schuilen, was «l spoedig het quarantaine-stelsel het aangewezen voorbehoedmiddel. Een Placaat" van 7 Augustus 1743, b Jacobus Schel t u*, den drukker en uitgever van de Staten Generaal gedrukt, deed ons zien, dat bet quarantaine-stelsel in dat jaar althans werkelijk werd toegepast. Of dit toen voor de eerste keer was, blijft echter nog ern open vraag, daar ons geene vroegere ordonnantie in handen kwam en dit zeldzame boekje ons alleen bekend is uit het exemplaar, hetwelk de Universiteits-Bibliotheek te Amsterdam daarvan bezit. 1) 't Zal dus. niemand verwonderen, dat, toen dit boekje ons deze week door een toeval in banden kwam, wij den inhoud te belangrijk vonden om dien niet uit historisch oogpunt in wijder kring bekend te maken* waarom wüdien dus beknopt hieronder weergeven. * M * Het stuk begint met de vermelding, dat de Staten-Generaal geüi-formeert zijn", dat de besmettelijke ziekte (vermoedelijk choleraasiatica) zich te Messioa geopenbaard heeft en vandaar reeds naar de kust van Galabrie en Barbaryeisovergeplant. In Messina vooral had de ziekte tal van menseden weggealeept en het stond te voorzien, dat de ziekte zich ook tot de overige MiddellaridBche-Zeehavens zou uitbreiden. Wij nu dreven een levendigen handel met de havens der Middellandsche Zee en van de Levant, zoodat het niet te verwon deren i», dat onze re^eering op middelen bedacht was om de besmetting hier te voor kómen. De Staten-Generaal bepaalden dan ook, dat voorloopig voor den tijd van zes maanden geen schepen uit d'e besmette havens hier binnen mochten vallen, noch ook die, welke de besmette havens hadden aangedaan. Mochten zij dit toch doen, dan zouden schip en lading worden verbreid efl de gèheele equipage met den dood wor den gestraft; zoo ook de eigenaars der schepen of de afzenders der lading, kortom allen, die tot het binnenloopen in Nederlaridsche havens eenige ordre", netlij dan direct of indirect, hadden gegeven. Een afdoend middel alzoo om het uitzenden van Schepen naar hier te voorkomen/mita de daders zóq voegt het plakkaat er bij hier te Lande sullen kunnen werden a'gterhaalt." ; Ook de loodsen werden met den strop bedreigd. Zij werden scherpe! ijk vermaand om geen schepen, die de besmette havens had den aangedaan, hier binnen te loodsen; dtden zij het wel, dan zou de doodstraf op ben onmiddellijk worden toegepast. ''Schepen uit de onbesmette havens van de Levant en de Middellandsche Zee moch ten hier evenmin oinnenloopen. Hadden zij echter eene bepaalde lading voor onze* havens in, zoo mochten zij binnengeloosd worden, mits naar do ir de Aimiraliteit aan ge/e v en zeehavens en de daar afge zonderde ligplaatsen. Niemand, ook de loods niet, mocht dan van boord gaan en evenmin zou het van boord brengen van eenig goed, welk dan pok, geoorloofd zijn. Op de minste overtre ding dezer bepalingen stond alweder de doodstraf. De kapitein van zulk een schip moest voorts eene volledige lijst van alle inhebbende goederen inleveren en in een tweede lust opgave doen van al zijne onderhebbenden en passagiers, waarop van ieder de staat van gezondheid gedurende de reis werd vermeld. Deze tweede lijst, waarop ook de op reis gestorvenen met de oorzaak van ziekte en dood moesten worden vermeld, zou door den schipper, stuurman en chirur gijn gezamenlijk worden geteekend en op de eene of anlere wijze van boord worden gehaald. Bij de ladinglijst moesten de cognossementen worden gevoegd. Op poene van arbitraire correctie werd den schippers gebod* n om alle verklaringen, attestatiën, of welke schriftelijke stukken ook, eerst in een bad van a/u j n te dompe len, ten einde de besmetting ook door deze stukken tegen te gaan. En eindelijk bepaalde het plakkaat, dat de schepen, komende uit het Kijk van Na pels, de Pouille, en alle andere lauden en Staten buiten Calabrien, tot het selve 11 ij k beboorende,Maltba,of van plaatsen geleegen op de kusten van Barbaiijen [de onbesmette havens der besmette landen of kusten dus], of die op de voorz. plaatsen waren aaugeweest, zouden moeten houden eene quarantaine van veertig daagen, en de schepen, komende van Venezia, Santé, Cepbaloqia, St. Mauro, Corfu, of eenige andere eilanden geleegen in de Middelland sche Zee, te reeckenen van het naauw van de Straat van Gib-nltar tot op de hoogte .van de kust van Morea, en de westhoek van het eiland Candia, of die opdevoorsz. plaatsen, [de onbesmette havens van niet besmette landen en kusten du*,] waren aangeweest, een quarantaine van twintig daagen, ter plaatse die baar zou werden aangeweesen bij het Collegie ter Admira liteit, alwaar BIJ zouden zyn ingekomen, welke daagen zouden werden gereeukent van den dag van het inkoomen der schee pen. En indien bij expiratie van deselve quarantaines eenige auspicie van besmet ting onder de ophebbende manschap, 1) In Knuttefs Catalogus der PamflettenVerzameling van de Koninklijk* Bi liotbeekin den Haag wordt dit boekje niet vermeld. passagiers, of ingelaaden goederen mogte werden gevonden, zou de quarantaine vóór loodanige scheepen bühet College van de Admiraliteit van het District w[o]rden geprolongeert, soo lang sulks noodig [«on] worden geoordeeld." Deed zich chter gedurende den voorge schreven termijn van quarantaine niets voor, wat op een begin of op kiemen der bedoelde besmettelijke ziekte geleek, dan zonden de schepen mogen opvaren naarde plaats hunner bestemming en daar mogen lossen, of hare lading daarheen met lich ters opzenden, mits de goederen, voor soo veel die geëmbaleert of gepakt [waren] in takken, stroo, stroomatten, korven, of andersiots, van de voorschreeve embalage [zouden] werden ontbloot en in nieuwe sakken of vaten overgestort," De oude verpakking zou dan met het begin van de ebbe buiten boord moeten worden gegooid en gesonken, of verbrand, soo als büde Collegiëa ter Admiraliteit ieder in haar District [zou zijn] geordonneert." Dit is in het kort de inhoud van bet plakkaat op de Quarantaine van 1743' We leeren er uit, hoe reeds in de 18 eeuw in onze havens scherpe maatregelen tegen be smetting werden genomen, waarvoor onze bevolking, die nog in de voorgaande eeuw door allerlei epidemieën herhaaldelijk geteisterd was, de regeering bijzonder dank baar mocht zijn. Mochten de straffen tegen de overtreders gestreng zijn en zelfs op «eer kleine over tredingen, die wij hier, om niet te uitvoerig te worden, niet nebben gememoreerd, even goed als op de ove'ige de doodstraf staan, men vergete niet, dat in een tijd, toen men geen kunstmiddelen ter ontsmettiog kende en afzondering de eenig afdoende maat regel was, zulke gestrenge straffen werkelijk vereischt werden. In dit opzicht mocht de regeering der Republiek terecht meenen, dat haar niet voor niets het zwaard in handen was ge geven; door den dood van den overtreder te eischen, kon zy wellicht het leven van een groot deel harer bevolking, zoo niet al redden, dan toch rekken. Het leven rekken is ook al, wat de wetenschap ooit vermogen zal te doen; een blijvende plaats is geen onzer beschoren. Maar te hebben ingezien, dat mea langs alle mogelijke wegen moet trachten een menschenleven zoo lang mo gelijk te behouden en een land zoo scherp mogelijk voor epidemieën dient te behoeden, is reeds meer dan genoeg om ook te dien opzichte de regpering onzer eenmaal zoo Hoogmogende Republiek de eer na te geven, dat zij voor dien tijd en met de toen beperkte middelen met het belang der bevolking wel degelijk rekening heeft ge houden. A m s t., 18 Sept. 1906. HENDR. C. DIKKREE. Fabels. ./Vaar het Enyeltch, van B. L. STBVBNSON. I. De twee lucifers. Er wal eens een reiziger in de wouden van Californië, in het drooge seizoen, als de wind sterk en warm is Hij had een heel eind ge reden, en was moe en hongerig, en hij steeg van zjjn paard om een püpje te rooken. Maar toen hy in zjjn zatt voelde, vond bij slechts twee lucifers. Hu streek de eerdie af, maar er kwam geen vuur Dat is een mooie toestand!" zei de reiziger. Ik sterf van verlangen naar een trekje, heb maar u lucifer over, en ben zeker, dat ook die geen vuur zal gevent Was ooit iemand zoo ongelukkig?" En toch," dacht de reiziger, veronderstel dat ik deze lucifer aansteek, en myn pijpje rook, en dat dan uitschud in het gras dan zon het gras vuur kunnen vatten, want het is zoo dri'Og als tonder, en terwijl ik de vlam men vóór mg uit doof, zou len ze om my heen kunnen loopen en achter my voortgaan, en ginds eikenboscbje aantasten, voor ik het kon bereiken, zou dat in vlammen zijn opgepa<"i: aan den anderen kant van het boscLje ie i i een pijnboom met mos begroeid; die zou oofc onmiddellijk tot boven aan toe in lichterlaaie staan; en hoe snel zou de wind de vlam van dien langen toorts dan opnemen en slin geren door het hoogst brandbare woud l Ik hoor reeds hoe oogenbltkkelvjk de vereenigde ptemmen van wind en vuur door het dal loeien. Ik zie mij zelf rennend om mijn leven te redden, en de vliedende ?uurmaesa die m opjaagt en inbaalt tusschen de heuvels,ik zie dit liefelijk hosch dagen lang branden, het vee geroosterd, de bronnen opgedroogd, de farmer geruïneerd en zyn kinderen broodeloos ge worden ! Hoe ontzaglijk veel staat op het oogenblik op het spel l" Dit zeggende streek hij de lucifer af ze gaf geen vuur... . Goddank l" zei de reiziger, en stak de pijp weer in zyn zak. II. De duivel en de herbergier. Eens logeerde een duivel in een herberg, waar niemand ? hem kende, want het waren lieden, wier opvoeding »erwaarlooed was. Hij was altijd op kwade streken uit, en wist een tyd lang iedereen te verschalken. M«ar eindelijk Het de heroergier den duivel nagaan en betrapte hem op heeterdaad. De herbergier haalde een eind touw voor den dagNu ga ik je een pak ransel geven," zei de herbergier. Je hebt het recht niet, boos op me te zijn," zei de duivel. Ik ben maar een duivel, en het ligt nu eenmaal in mijn aard, kwaad te doen." Is dat zoo?" vroeg de herbergier. Waarachtig, ik verzeker het je", zei de duivel. Je kunt werkelijk niet anders dan kwaad doen?" vroeg de herbergier. In het geheel niet," zei de duivel, het zon een nuttelooze wreedheid zijn, iemand als my af te ranselen.!" Dat zou het ook," zei de herbergier. En bg maakte een strop en hing den duivel op. Ziedaar!" zei de herbergier. III. De man en zijn vriend. Een man twistte met zijn vriend. Ik heb mij zeer in u vergist,1' zeide man. n de vriend trok een leelijk gezicht tegen hem en ging weg. Kort daarna stierven beiden en kwamen voor den groeten vrederechter in den hemel. Het begon er slecht uit te zien voor den vriend, maar de man zelf bleek een goed rapport te hebben en vatte meer en meer moed. Ik vind bier iets aanzeteekend omtrent een twist," zeide de rechter, in zijn notities kijkende, wie van u had ongelijk?" Hy," zeide de man. Hy sprak kwaad van müachter myn rug." Zoo zijol" zei de rechter. En hoe sprak hij van andere messenen?" O, hu had ai tijd een booze tong," zeide de man. ? En toch koost ge hem tot vriend?' riep de rechter uit." Goede man, we kunnen hier geen dwazen gebruiken." Dus werd de man in de diepte geworpen, en de vriend lachte hardop in bet donker en bleef nog om voor andere beschuldigingen terecht te staan. IV. De trekpaarden en het r ij paar d. Twee trekpaarden, een ruin en een merrie, werden naar Samoa vervoerd en in dezelfde wei gelaten met een rijpaard Ze waren nog al bang het te naderen, want zy zagen dat het een rijpaard was, en vermoedden dat het nie' tot ze zou spreken. Nu had het rijpaard nog nooit zulke groote schepsels gezien. Dat moeten groote* lui zyn," dacht het, en naderde ze beleefd. Meneer en mevrou'w," zei het, ik hoor, dat u uit de koloniën komt. Ikbrengumy'o vriendelijke groeten en neet u hartelijk wel kom in de eilanden." De ko'onisten keken het van terzy'de aan en hielden tamen raad. Wie mag hy zyn?" zeide ruin. Hy scby'nt verdacht beleefd," zei de merrie. Hy kan niet veel bizonde'S zijn, zei de ruin. Geloof maar vast, dat het maar een in boorling is," zeide merrie. Toen wendden ze zien tot bet rypaard. Loop naar den drommel!" zeide de ruin. Ik verbaas me over je onbeschaamdheid, menschen van onzen stand aan te spreken l" riep de merrie uit. Het rijpaard verwijderde zich. Ik hnrl srpüik." '.ei hpt. bet ziin ffroore hii." ? ||« lp ? !? ? j|e F. 450.?F. 500. EN 725. GULDEN COMPLETE MODERNE WONINGINRICHTINGEN IEDER BESTAANDE UIT SALON - EETKAME R EN SLAAPKAMER VRAAGT PRIJSCOURANTEN. MEUBILEERING MY. H O L L A N D" AMSTERDAM - TELEF. 6974 N.Z. VOOnB.W. 274 O/H. N. ». D. o.. 5f= ?i?P BLOEMENDAAL. £IE*G IK:, $ ± Villa opgetroaken in Gementip ConstriiHie en met toepassing van 4l Koll's PATENT HOUTEN KOLOMHEN. Bouwt Uwe Huizen, Villa's, Magazijnen enz. in Cementine Constructie. ARTISTIEK, BRANDVRIJ, HYGIËNISCH, ONVERWOESTELIJK. Vraagt ons plaatwerk : Voorbeelden van Cementine Constructie. Koll's Patent Ameiikaansche houten kolommen voor binnen-en buiten werk in allen aten en stylen, voor Colonadt s, Loofgangen, Zonne w ijzers, enz Eene zeldzame collectie Srayrna-en Perzische Tapijten, (onder garantie van echtheid), prachtig van dessin en in de meest courante maten, zoomede foyers-anliqne, galeries, kameeHasschen, Oostersche kleedjes, lappen rnz. Een en ander gebruikt ter versiering der Arena. b\j gelegenheid der Lustrumfeesten te Delft en te Zutfen op 31 Aug. j.l., en het Koninklijk bezoek aan Zaandam, wit flans tep uiterst lire prijzen OPSERUIMD. Van beden af dagelijks te bezichtigen. P. C PATCRELS, Telepboon 4541. BOKÓT 128. De Zaanlandsche Zilversmederij K AL, VERSTRAAT 51, Amsterdam. SPUISTRAAT Den Haag. Specialiteitszaak in Zilver van Antieke Stijlbewerking, Tafel- en Dessert zilver en Zeeuwsch Knoopzüver. JN J. O. SCmjjL.jL.EH,, Plein 99<»i -t- -H -+ -+ -+ 's-Gravenhage. K- C- SNBLTJES. KOPERGIETERY KOPERSLAGERY KOPERWERKEH ? NAAR? MODEL OF'-TEEKEhinG ELECTRO-GALVANI5CME - INRICHTING =sss= KENNEMMER5TRAAT?N g l HAARLEM w 'T BINNENHUIS Inrichting tot meubeleering en versiering der woning RAADHUISSTRAAT 48-50 * AMSTERDAM * Filiaal: KUNSTZA \L KLEIJKAMP, Zuidblaak, Rotterdam. J H. W. van Delden f MAKELAAR IN KANTOOR DAMRAK 28?30. KAMER N» 2 IE ETAGE. 10?12 en 1?4. AMSTERDAM. TELEFOON 85fi2. Meubelfabriek Nederland". J. A. HU1Z1NGA. BINNEN BETIMMERINGEN, BEHANGEKIJ, MODELKAMERS. Groningen. WESTERSINGEL. FRANCO LEVERING. TELEF. 118. Alp. Kist- en SIERKUNSF Nieuwe Spiegelstr. 32. Stadhonderskade'64. KUNSTVOORWERPEN, ANTIQUITEITEN, Meubelen enz~ BUDOLF ELION & Co OP 6tB°W.PELIX MERITIS" KEIZERSGRACMT-32<f . 2SO7 D.DEB1ÈVREBIESMRT ACHTER ST. PIET EB 16 -:- -:- Utreclit -:- -:MAGAZIJN VAN COMPLETE MEU BELEERINQ EK STOFFEERINQ = VERHUIZINGEN, TRANSPORTEN, SPECIALE AFDEEL1NQ AJSTIQUI TEITEN EN KUNSTVOORWERPEN KUNSTHANDEL Wei G. DOBENS ft ZOON. RUK1N & AHSTEBD11L TWAALF ETSES DOOR AST. BEEKZIN v. ABGïEEfl. PHOTOGRAVUREU, K. OUDE EK MODERNE M. ESTERS, KL'üRDRUKZEfl, KLEURETSEN, ETSEM, lOPLflHAAGSCH POROkffi, ENCADBEMEniEN.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl