De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1908 15 november pagina 2

15 november 1908 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAM M ER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1638 ik de wjjze, ik de vooruitziende, ik de drieste, ik de..., die thans nog den moed" heb mij zelf bij de volkeren aan te dienen als dengene, die het vertrou wen schond door andere mogendheden in mij gesteld. Het Raadsel! meer voegt het ons niet te zeggen. "Waar ligt bij een karakter, als dat -van dezen Hohenzollern op een troon de grens tusschen Vaderlandsliefde en eigenliefde; ziedaar een hoofdvraag waarop ieder wel het antwoord zal schuldig blijven. En tot welke noodlottige gevolgen kan een verwarring dier twee leiden, bij iemand van zij a wilskracht en eerzucht, van zijn jacht op het opzien barende, van zijn gebrek aan eerbied voor verhouding en maat, yau zijn geloof in eigen hooge ontwikkeling en veelzijdige begaafdheid, en vooral bij iemand van zijn automobilistische natuur, den gejaagden Reisekaiser, steeds de hand uit strekkende om wereldpolitiek te voeren? Maar .ah men dan nu met onbetwijfelbare zekerheid weet, dat zij n Vaderlandsliefde het ideëele niet eert, en zijn intellect door de openbaarmaking van het inter view zioh zóó pover heeft betoond, dat zelfs zijn vrienden zulk een onnoozeïheid verbijsterend achten wie vreest dan niet, hier in het Westen, den woeligen en rumoerigen buurman, die onder den naam van vredeskeizer nu reeds zooveel jaren achtereen Europa in een soort van oorlogsspanning heeft gehouden. Intusschen voor ons Nederlanders, ten minste voor hen, die nog een waarschu wing -noodig hadden, bracht dit interview niets dan goeds. We kunnen thans, zonder voor anti-duitschgezind te worden ge scholden, constateeren, dat de vriendelijkieden van den Oranjevorst," tot nu ons bewezen, zijn als het Kruger-telegram, dat de zwakken vervulde van hoop en moed; maar we weten dan bovendien, dat daarop dagen kunnen volgen, waarin het innige gevoel voor een persoon, en het politieke inzicht, een andere periode doen aanbreken, zelfs tegen de wenschen van het Duitschen volk in. Gewaarschuwd door den Keizer zelf! En de Duitschers, die behalve al het overige, ook het inconstitutioneele te ver teren hebben? Terecht heeft Singer het politieke .Duitschland reeds verweten, dit ongeval is ten slotte uw eigen werk. Immers aan niemand hunner was het onbekend, hoe te Berlijn, voor heel het land, per soonlijk werd geregeerd; dat men trots Constitutie en Rijksdag leefde onder een Pruisisch regime; gemuilband door een wet op Majosteitsschennis, onder een persoonlijk gouvernement, gelijk het niet anders kon toegepast als een instrument tot sterking van Vor&tenvergoding en Heiischenverslaving, waarbij de vrijheid dei» geestes, de kritiek wordt versmoord. Elk woord van bitterheid, dat zij thans spreken, al klinkt het nog zoo luid, het mag niet lang naklinken, want het is een aanklacht tegen hen zelf. Wie verwacht van het huidig politiek Duitschland door een opvoeding van eeuwen, misschien wel ook tengevolge van een ingeboren neiging, als ethnologische bijzonderheid, verzonken in hoogheidsvereering en gezagsaanbid ding, zoodat de hervormende geest van de Eransche revolutie schier geen vat op hen heeft gehad thans een door tastend optreden, een radicale zuivering van den tot in den grond bedorven toe stand? Hoe men een ni< gevermot yoor zon eerste boet Naar het Franse!/, van VÉLIX JAHYEK. Jongeling, die de nooejfi ambitie in u voelt, een tweede Balzac te worden, leen mij het oor, om het droevige avontuur te vernemen van den jongen Edmond en laat het uw onervaren hart voorbereiden op de teleur stellingen van de toekomst. Hij zag er uit als melk en l loed, onze jonge vriend, en wasén weinig droefgeestig en droomerig aangelegd, bescheiden, als alle degelijke mannen en welwillend tegen zijne medemensehen, het kenmerk van verheven geesten. Hij telde pas twintig jaren, inaar zijne kennis was groot en zijn geest vervuld van ernst ; de adel van zijne ziel was hij zich bewust ; hij voerde reeds eece wel ver sneden pen en zag vol verrukking neder op het papier, waarop hij zijne teedere gevoelens en zijne poëtische droomerijen uitstortte. Van de vellen, waarain hij zijne gedachten toevertrouwd had, betwistten onderscheidene elkander den voorkeur. Onder meer had hij een compleeten roman geschreven, het eerste groote werk, dat zijn geest had voortgebracht, het zuiverste spiegelbeeld van zijne jeugd, doorgebracht aan den boezem der deugj, verloopen zoet en liefelijk als een helder beekje, zacht kabbelend over de gladde steenen, onder de lachende schaduwen van het geboomte. Deze roman, evenals de Paul en Virginie opgesteld naar aanleiding van eene delicate waarneming van een gevoel, dat de auteur in zijne kindsheid bezielde, ademde in zijn geheele wezen eene reinheid, waardoor de meest geblaseerde ontroerd zou zyn. Hier volgt in enkele woorden de stof. Denk u bjj het korte relaas, dat ik u er van geef, beurtelings den eenvoudigen en breeden stijl van Nodier en den uitgezochten goeden smaak der eerste brieven van Rousseau en gij kunt in uw geest het kle'ne drama opbouwen, gelijk de jeugdige dichter het heeft voort gebracht en zooals het noodzakelijk is, dat En de goede Michel... zoo aan Prügel gewoon ? Zeker, hij is er wel een beetje beduusd van; maar n nacht slapens... en het hindert hem al niet meer. D. K. Een kleine vergissing. In het nummer van de Deutsche Wochenzeitung, dat j.l. Zaterdag verscheen, stond op de eereplaats eerrklein stukje over den misstap" van Wilhelm II. De redacteur van dit (te A'msterdam verschijnend) week blad schreef, dat de Duitschers in den vreemde de politieke ontsporingen van den Keizer op nog smartelijker wijze voelden dan de Duitschers thuis, want zij moeten de uitingen van leedvermaak, die andere naties te hooren geven, weerloos onder gaan. In dit opzicht," vervolgt de redac teur, heeft de Hollandsche pers het ons gemakkelijk gemaakt, geen enkel voor naam blad heeft zich over den keizerlij ken faux pas" op een bitteren of beleedigenden toon geuit. Daarvoor was anders reden genoeg; immers de Keizer heeft den shag toegebracht, die den bloedeigen broeder, den Boer, nedervelde. De sym pathieën voor Keizer Wilhelm moeten dus diep wortelen in het Nederlandsche volk, dat het hem stilzwijgend deze daad vergeeft. Dit mag ons Duitschers hier tot troost strekken." Hoezeer het ons smart sldus te moeten spreken, voelen wij ons verplicht de Deutsche Wochnizeitung deze troost te ontnemen. Is er werkelijk n Duitscher, vragen wij overigens, die meent of die zich op den mouw laat spelden, dat van de sympathie, welke hier in sommige kringen voor Wilhelm mag hebben be staan, nog een greintje over is? Voelt de Duitscher, die bovenstaande dwaas heden verkondigde, niet het beleedigende van de onderstelling ? Wanneer een machtig, maar wellicht niet geheel toe rekenbaar man er zich op heeft beroemd, dat hij het onlangs heeft aangelegd op het leven van uw bloedeigen broeder" en gij zwijgt uit een overigens bedenke lijk respect, uit zwakheid of om welke reden ook; is het dan niet wat erg verre gaand, als een knecht van dien heer u zoetsappig danken komt voor uw ,,diepwortelende sympathie" voor deii mede plichtige aan den doodslag ? Wij begrijpen zeer goed, dat zelfs monarchistisch gezinde Duitschers, die het hart een bétje hoog dragen, zoo spoedig mogelijk hun compromittantcn Keizer zouden willen verwisselen voor een anderen, waarvoor ze niet steeis iu angst en beven hoeven te zitten en dien ze kunnen achten. Waar wij weten, dat er zulke zijn, en met dezen inzien, dat het Duitsche volk in 't algemeen zijn wensch nog niet durft stellen boven den wil des Keizers, gevoelen wij sympathie en een zeer krachtige sympathie voor dat deel van het Duitsuhe volk, il.i. voor het (monarchistisch of niet) van eigen waarde zich bewuste en vrijheidlievende. Maar niet voor hen, die op lakei-achtige wijze verheugd zijn, als hun meester maar sympathieën" behoudt, wat die meester ook voor zots en slechts rnag hebben bedreven. Mooie man of blindeman ? ,jCfe n'fstpas a ntus d'é!ei~er des Ephlaltts." Als men er zich langzamerhand niet aan gewend had, diplomatiek gedoe op niet zeer hoogen prijs te stellen ? de ont hullingen omtrent de rol door Duitsch land in den Boerenoorlog gespeeld, kun nen uitmuntend dienen om iemand de gij het kent, voor het vervolg van dit verhaal. Eveiine heeft hare kindsheid eu de eerste jaren harer maagdelijkheid doorleefd onder de hoedo harer moeder; hare ziel, rein van elke slechte gedachte, vrij van die godsdier.s'.ige bijgeloovigheden, heeft nog hoogere neigingen gekregen door hare standvastige kinderliefde en in het beoefenen van liefdadig heid jegens de minder bedeelden. Orne auteur spint deze beschrijving van liet karakter der hoofdpersoon b;eed uit en doet de zedelijke grondwaarheden heider op den voorgrond treden, alles in het voordeel van de wetten der natuur tegenover de conventioneele be grippen der samenleving. Maar weldra, in de ver vulling harer plich ten, zal het jonge meisje den beker vinden, waaruit zij het 'gif tot zich za! nemen. Zij voelt zich aangetrokken met eenf neiging, waaraan geen' weerstand is te bieden, tot een' der ongelukkiger, die wolJra in liefde overgaat. Ontsteld o/er de onrust van haar hart, begaat zij de zwakheid, aan den biecht stoel toe te vertrouwen de bange vrees, die haar vervult, en in opvolging van den raad, dien zij daar krijgt, ziet zij, in het vervolg geheel en al af van in persoon de liefdadig heid te beoefenen. En nu komt weder eene stelling, door onzen auteur, met zijn har', van goud, dapper verdedig!, ten gunste van do wetten der natuur tegen de instellingen dezer wereld. Op dit eenvoudig weefsel waren kinder liefde, diep besef van plicht en een rein, uitgezocht geluk tot een schoon geheel ge borduurd. Niets dan bevalligheid en zoete liefelijkheid ; ah men het verhaal las. was het, als voelde men zich door het liefelijke avond windje streelen, als hoorde men het gemurmel van het .heldere beekje onder het riet en de teedere plantjes. Na langen tijd zijn eerste geesteskind bij zich gehouden te hebben, werd Edmond, door pijnlijken geldnood, gedwongen het aan de wereld te vertoonen. Op een' morgen dan verliet hij zijn dakkamertje, zijn schat zorg vuldig met zich voerende. Hij klopt aan bij den eersten uitgever, vervolgens bij een' tweeden, daarna bij een' derden en krijgt de overtuiging, dat verdere stappen in die rich ting nutteloos zijn. Hij probeert het bij de Siècle, de Pres»,', weet ik het, bij welke dagjuiste waarde van dit gescharrel te doen inzien zou men reden gehad hebben zich te verbazen over wat de afgevaar digde van Nijmegen Maandag naar aan leiding van Atjeh in de Kamer beweerde. De heer Van Gispen vond het noodig de militaire excessen van sommige onzer soldaten te verdedigen en in de eerste plaats af te breken wat daaromtrent door het trio", de heeren De Stuers, Thomson en Van Kol, gezegd was, op grond van allerlei feiten omtrent door onze soldaten en helaas ook aanvoerders gepleegde wandaden. Het dwingen van Atjehers om als gids Ie dienen en het afmaken van die menschen als zs niet hun plicht doen", aldus een der verslagen, heeft tot velerlei beschouwingen aanleiding gegeven. De legercommandant vindt dat (dwingen enz.) onregelmatig, maar zegt, dat het best gaat als men maar over die on rechtmatigheid heen is. Inderdaad is dit een ongelukkige uiting van den leger commandant; jammer ook omdat ze volmaakt overbodig wa?. Ter vredesconferentie toch hebben ver schillende landen, ten aanzien van het zelfde punt, voorbehoud gemaakt, nl. Oostenrijk, Duitschland, Engeland, Rus land en Japan; landen die eventueel aanvallende oorlogen zullen hebben te voeren. Een verbod om personen van een bezet laad tot gidsendiensten te verplichten, is nog niet aangenomen. De Fransche generale staf neemt ook aan dat het geoorloofd is, gelijk talrijke geleerde schrijvers/' Goed beschouwd zal er wel een ge leerde schrijver te vinden zijn en een generale staf', die praktijken als concen tratiekampen, dumdums, vergiftigen van drinkwater, schieten op het roodo kruis ook geoorloofd noemen, als de oorlogsnoodzaalc" dit meebrengt. Het zou ons allerminst verwonderen. Wij nemen verder aan, dat die genoemde landen, staven en schrijvers goede rede nen hebben gehad voorbehoud te maken op dit punt, dat zij het bevorderen van landverraad, met als nige andere keuze den kogel, zeer behoorlijk vinden. Dan toch a-'(l y .'«????' liet <;«.v land niet mede i<' doi'ii nun znVt *elnnut/<jlii'rfe)i. En wel hierom. Bij de bespreking ter laatste Vredescont'erontie van de herziening van de wetten eu gebruiken bij den landoorlog (lle coinm. Ie onder-commissie 24 Juli) kwam ook de gidsenkwestie ter tafel. Oostenrijk was o.a. tegen, omdat niet van alle lauden goede kaarten bestaan, en, waar die bestaan, men er 's nachts nog niet op lezen kan! Nrederlaiid I.KT \\v.\. XKDKKLAM»! stelde een nieuw artikel voor luidend: lli'f i:- /??rWA'/i tb' li''>''iliïii>i! ciïii een be:t'!ti' laiid^r ?<'/.' /?- </iri/i'j>n "i/iücltfiiii/en te (v/'.<//v7,7,v/,' !n'f.r<'//i'Hili' iuni i-i/jen l/'f/cr of di' m-t/eiliyiiiy.-'ini'lili'lt'ii fdii Inin railrrlaiiil." Da XJ-:I>E!;I,.V.\I).-<-UK gedelegeerde wees er op, dat krachtens de bijkans overal bestaande iands wetten do aldus gepreste gids voor deze keuze staat: Doet hij wat hem bevolen wordt, dan wordt hij door zijn eigen landgenootim geguilloti neerd, opgehangen of' tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld; weigert hij dan wordt hij gefusilleerd...." Mij noemde voorts een dergelijke dwang immoreel in </'?' hnor/xte iiiafe en^prak toen de woorden hier als motto gekozen : Wij moeten geen Ephialtes 'een bekend Grieksch landverrader) kweeken. H. ij beriep zich ten slotte op de woorden van den Russischen gedelegeerde zelf', het voorafgaande jaar op do Conferentie van bladen niet al. maar stoot overal het hoofd, omdat hij nog niet bekend is. Zijne bescheiden geldmiddelen veroorloven hem niet, orn dy uitgave op eigen kosten te watten, hij wint raad in bij zijm; goede vrienden, die hem als eeiüge uitkomst verwijden naar de direc teuren van dj geïllustreerde blaadjes. Nu'begeeft hij zich naar zoo'u blaadje, de Fincr>. en toont verlegen zijn werk. De direc teur, die gebrek heeft aau feuilletons, door loopt vluchtig den roman en, hèsa aan het jongemeusch teruggevende, zegt hij: Jlijnheer wij iiillen heó we! met elkaar vinden, ik plaaU uw roman; gij krijgt dan een halven stuiver per regel, maar moet dadelijk eenige noodzakelijke wijzigingen aanbrengen, want overmorgen moeten vij met de uitgave ten begin maken. Maar . . . welke wij.óigiiijieii ... U kunt hem toi'h we! nemen, zooals bij in! Dat kan immers uitt, om de illustraties. Heeft u al eena voor een geïllustreerd blad gewerkt ? N'een, mijnheer, maar u belast u toch met de gravures er voor te. laten maken ? Urarure* er cjor !?' l'ilfu i:i'i!:er'' Die heb ik a!. ik begrijp er niets van l 't Is toch doodeenvoudig, wacht maar j even. j En de directeur klom op een trapje, tot Lij de bovenste plank kon bereiken, waar hij een pak afnam, het naar beneden bracht eu op de tafel legde voor het jongemensch. dat verstomd was over hetgeen hij hoorde en hoogst nieuwsgierig om het vervolg te weten. Kijk een?, mijnheer, uw manuscript beslaat tien nummers; we moeten twee gra vures per nummer hebben; hier zijn tien houtsneden, die om de twee bladzijden in uw verhaal moeten. Maar omdat de vijf bovenste moeten dienen voor den roman van mijnheer Uroleurot, die de volgende week begint, en de drie, die er op volgen, aan mijnheer Barbassin beloofd zijn, voor zijn feuilleton van den lüsgten, zult u genoodzaakt zijn, u in het gebruik maken van uwe houtsneden te rege len naar de volgorde, waarin ge ze in het pak vindt. Maar, mijnheer... Nu, mijn waarde heer, als u vindt, dat Genève gesproken: dat dergelijke ge dwongen diensten niet moeten gevorderd worden, indien men ze vrijwillig kan krijgen, en dat men meestal voor geld alles zal te weten komen wat men wenscht. Alleen bij hooge uitzondering moet men tot deze monsterachtige bedreiging zijn toevlucht nemen. Welnu, terwijl een Nederlandsen gede legeerde zoo sprak ter conferentie, voor het oog van de geheele wereld, zien wij nu het treurige verschijnsel, dat het Gouvernement, door hem vertegenwoor digd, niet alleen zijn vijand voor die hoogst immoreele en monsterachtige keuze stelt", doch dat in 's Lands verga derzaal een geacht lid opstaat om zulke daden in bescherming te nemen, onder op zien naar den Fetisch oorlogsnoodzaak". Hoe is dit met elkaar te rijmen? Hebben onze regeerders hun gedele geerde in 1907 geinstrueerd aldus te spreken om voor de oogen van de wereld de mooie man te spelen"? Des neen, hebben zij geweten dat terzelfder tijd waarop hun gedelegeerde zoo sprak, in naam der Koningin werd bedreven op Atjeh wat op het Binnenhof werd bestempeld met den naam van immoreel en monsterachtig"? De keuze tusschen: mooie man of blindeman, lijkt zeer zwaar. Edoch een derde mogelijke zie ik niet.... Den Haag, 11 No v. '08. J. II. A. Maatschappij Zeeland. Dag na dag wordt de beslissing in zake de te bestellen booten door de Maatschappij Zeeland uitgesteld. Tegelijkertijd gaan er geruchten, die zeggen, dat de bestelling in Engeland zal worden gedaan, ja zelfs dat sedert lang de bestelling aau eenu Engelsche werf is toegezegd! Wij kunnen nog steeds niet aannemen, dat deze geruchten waarheid.bevatten. Vlak na debatten over werkloosheid, die een diepen indruk hebben nagelaten in alle rangen van de natie, zou eene zoo bij uitstek Nederlandsche onder neming als de Maatschappij Zeeland het eigen volk den rug toekeeren ? Wij gelooven dat een krachtige propa ganda om du Ztoiand in*'! i/< lijl.'e munt te betalen, in .Nederland mot warmte zou worden ontvangen.... Wij gelooven, dat de Commissarissen van deze Maatschappij, die voor 't meerendeel bekende Jlollandsche namen dra gen, niet gaarne overal zouden worden vermeld als honorarium-trekkend van een onderneming, die zóó anti-nationaal zou handelen. Wij gelooven zelfs, dat zij de droevige uitvluchten, die voor redenen worden gegeven, niet zullen willen accep teeren, en dat de Maatschappij een ontslagname van deze heeren, voorzoover ze Nederlandsen voelen, moet kunnen te gemoet zien. Ons dunkt, dat op ie<l r in deze e.'n beroep van pas is. Kenltoii miHIi', m>'iif\ai\ do Maatschappij, dat is 't wat men verwacht, en wat men, nietwaar, verwachten mag. in fle Hooiïstail, Een bijzonder sterken inürnk heeft ditmaal de derd;; acte van Tristan und looide" op het niet iiaat, laten we dan ons onderhoud ein<iig<?n. Neen, volstrekt niet, ik zal met het giootshv genoegen aan uw verlangen voldoen; alleen, ie begrijp absoluut niets van wat u zegt. Ik dacht toch, dat ik mij duidelijk uit drukte Dit zijnde Benige houtsueden, die ik op het oo;>eiiblik beschikbaar heb ; die moeten we dus gebruiken. Ik voor mij begrijp niets vaa do tegenwerpingen, die g'j maakt. De andere heereu hebben zooveel noten niet op bun' zacj'. Ik heb plaats in (Je kolommen van mija blad; uw werk staat mij wei aau; ik accep teer het; omdat het geïllustreerd moet zijn, geef ik u de gravures, waarover ik beschik ken kan. Nou is het toch uw taak, om ze zoo goed mogelijk aan te- wenden. Kn dat is dan toch oo'n diepzinnig werk uiet, zou ik denken, want iedereen doet her. l' bent de eerste, die daartegen wat in te brengen hebt! Overigens, mijn w.iarde, als u soms mijn aan bod niet redelijk vindt. . . O, mijnheer, ik accepteer het gaarne, haastte zich de ongelukkige jonge man te zeggen, die zoo zoetjes a»\n een beetje begon te bekomen van de ontsteltenis over dit onaangename iarweitje, dat hem wachtte. Hij vond het raadzaam, niet op zijn stuk te blijven staan, want hij voelde, dat deze gunstige gelegenheid, om zijn' roman te plaatsen, hem ging ontglippen. ? Wat kan mij het ook eigenlijk schelen, zeide hij bij zich zelf, waarom ik niet, als al de ande ren het ook doen? Hij vertrok, den uitgever duizendmaal be dankende en met de belofte, den volgenden dai; het eerste hoofdstuk te komen alleveren. Onderweg kwamen zijne gedachten in op stand; hij was veiontwaardigdoïer zulk eene hatelijke speculatie, dis ware kunstenaars, die in nood verkeerden, dwong, dergelijke condities te aanvaarden. Maar eindelijk kwam hij tot kalmte. Thuis gekomen, was het eerste, dat hij deed, het pak openen, om zich nauwkeurig rekenschap te geven van de veranderingen, die hij in zijn' roman moest maken, om de gravures te kunnen aanwenden. Hier volgt eene opgave van de onderwer pen, in de orde, waarin zij in het pak lagen. De lezers kunnen daa beoordeelen, hoe goed mij gemaakt, bij de laatste opvoering der Wagnervereeniging. Het feit dat Forchhammer-Trwtan daarin zooveel meer praesteerde dan in de eerste en tweede acte, toen hij beslist beneden de verwachtingen bleef, alsook dat Karwenal van Eooy ons het trouwhartige van die, wel is waar bescheiden maar toch zoo mooie Wagner-figuur zoo juist wist uit te beelden, moge hiertoe veel hebben bijgedragen, zeker is het dat het aangrijpende van Wagner's tragoedie hiervan wel de hoofdoorzaak ge weest is. Reeds dadelijk treft ons het diep weemoe dige voorspel, dat door Wagner's lied lm Treibhaus" op woorden van Mathilde von Wesendonck, ook in de liederenlitteratuur blijft voortleven; dan die ,,i i-.m.ito 'YtisV' door den haer Krüger zoo mooi op den engelschen hoorn gespeeld ; voorts de vreugde van Kurwenal als hij zyn dood gewaanden heer hofcrt stamelen Wo bin ieh"; maar bovenal die tot viermalen toe herhaalde hartstochtelijke uitingen van den in ijltoestand verkeerenden held. De eerste maal met die reminiscentiën aan de tweede acte; bij im weiten Reich der Weltennacht" en Isolde noch im Reich der Sonne". Geweldig treft ons het Verflachter Tagmit deinem Schein ! Wachst du ewig meiner Pein ?'' Daarna die t weede losbarsting van koortsigen hartstocht, w.anneer Tristan eerst zijn trouwen Kurwenal prijst als zijn Schild und Schirm in Kampf und Streif, zu Lust und Leid ihm (mir) stets bereit" en met den geweldigen climax op de woorden das Schift', dort streicht es am Riff". Dan, ten derden male, als Tristan zijn geheelen levensloop in verband brengt met de traurige Weise" die van het tooneel af weerklinkt; als hij verhaalt van zyn jeugd, van de Aerztin" die zijn wonde, hem door Morold geslagen, genas; van den draük, den furchtbaren, den er (icb) selbst gebraut" en dan de eangrijpende vervloeking van dien drank. Vervolgens weder een inzinken, tot dat ten slotte het beeld van Isolde voor het oog van Tristan verrijst wie sie selig, hehr und milde wandelt durch des Meer's Gefilde", en hij Kurwenal heftig dwingt uit te kijken naar het schip, dat hij in zijn verbeelding reeds neeft gezien, voordat het door den herder ij opgemerkt. Wie wordt dan niet ontroerd wanneer die lijdende man zich van zijn leger verheft, zijn wonde openrukt en Isolde stervende tegemoet ijlt? Dat alles, een drama & part, werd door Foichhanmer en van Rooy zóó schoon ge speeld, dat iedereen daarvan een grootschen, diepen indruk moest krijgen. Forchhamtner's stem heeft in het piano iets dat bijzonder geschikt is om een klagenden, lijdenden indruk te maken, dat kwam hier goed te pas; bovendien miste hij ook niet den glans van de hooge tonen. Echter het meest heeft hij mij getroffen door zijn prachtvol spel. Een zeldzaam meeleven van het gebaar met de geiongen woorden en nergens een te veel aan actie; nooit een overschrijden van de grenzen, waardoor een noodlottige overdrij ving zou ontstaan. Van Rooy was eveneens uitmuntend; naast den lijdenden held gaf Kurwenal een toonbeeld van mannelijke kracht te aan schouwen, en in zijn stem, zijn accent wist bij dat trouwhartige, sympathieke te leggen dat deze rol in zoo bijzondere mate eigen ia en dat ik door niemand mooier heb hooren weergeven dan door den te vroeg ontslapen Fritz Plank; maar Van Rooy kwam dezen nabij. Heeft dus de derde acte als harmonisch afgerond geheel den meesten indruk gemaakt, de heldin van het feest was ontegenzeggelijk mevrouw Maitha Lelller-Burckard alslsilde. Zij had niet het koninklijke gebaar van een Rosa Sucher, maar haar stem misschien is er wel nooit een Isolde geweest die, zooals zij, tot het laatste toe frischheid paarde aan kracht en teederheid. Elke menschelijke uiting deze zoo rijke partij stond haar ten dienste. Verontwaardiging, smart, aan doening, teederheid, hartstocht, voor al deze psychische toestanden wist zij den juisten toon te treffen. Hoe jammer, dat Tristan haar in de tweede acte niet beter ter zijde stord. Forchhammer was hierin bepaald slecht. Onvergeeflijk was zijn rnankeeren bij de woorden: Hab ich dich wieder? Kann ich mir tranen?'1 Deze scène mislukte totaal zij pasten bij het werk van den jongen auteur, een werk, waarvan hij de gegevens toch niet aanmerkelijk mocht wijzigen: No. 1. Een dief tusschen twee gendarmes. No. 2. (Quasimodo op zijne klok. 1) No. o. Een mijnheer, in een' kelder, wor stelende tegen het water, waarschijnlijk BrasRouge uit de Myntèrea de Paris. 2) No. 4, Eene jongo vrouw, bijna geheel naakt, in eene kooi, en een mijnheer met eene bril op, die haar met de oogen scheen te verslinden; ongetwijfeld Jaques Ferrand en Césily. 3} No. 5. Een beer, dansende bij de tonen van eene fluit. No. G. Een oud vignet van een titelblad, voorstellende een' man, erg schunnig in de kleeren. No. 7. Jacht op een' tijger, in de maag delijke wouden van Amerika. No. 8. De domkerk van Keulen.. No. 9. Eene vlakte, waarop kudden weiden. No. 10. Adam en Eva in het paradijs hier op aarde. In evenveel tijd, als de lezer noodig had, om kennis te nemen van hetgeen deze illu straties behelsden, had de ongelukkige jonge auteur gelegenheid gevonden, om met de stuipen van schrik op het lyf op den vloer neer te storten, vervolgens weer op te slaan en. terwijl hij zijn hoofd thans met beide handen vasthield, vroeg hij zich af. of hij gek was geworden. Maar de werkelijkheid trad op voor het oog van zijn geest, in den persoon van zijn' directeur. Als een beu!, levering vragende van de bestelde waar, op straöe van voor goed de eenige deur te sluiten, die hij passeeren moest, om de goede ren af te zetten, van welker opbrengst hij thans in zijn levensonderhoud moest voorzien. Hij zond een schietgebedje ten hemel, opende vervolgens zijn handschrift, greep eene pen en begon aan eene opdracht, die hem op het eerste gezicht moeilijker toesffheen dan de werken van Hercules. Maar naarmate hij er mee opschoot, scheen 1) Personage uit Notre Dame de Par:.', een' roman van Victor Hugo. 2) Roman van Eugène Sue. 3) Personage uit de Mystères de Paria.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl