De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1908 22 november pagina 5

22 november 1908 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

Na 1639 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. oette's Moeder. Als 't waar is wat dikwijls, en vooral dooi feministen graag beweerd wordt, dat beroemde mannen altijd goede moeders hadden, dan mag zeker de moeder van Goethe wel in de eerste plaats genoemd worden, _als een bewijs van die bewering. Wat wy van haar weten, niet alleen uit de verschillende Goethe-biografiën, maar vooral uit het mooie werk Goethe's Mutter van Earl Heineman, is alles zoo heerlijk frisch en gezond, en haar brieven zijn vol spontane uitingen van haar helderen geest, die in het pessimisme den grootsten vijand der menschen zag. En al is het nu een beetje dweeperig overdreven om haar die glticklichste und herrlichste aller Mutter" te noemen, zooalg de schr.ver in zijn voorrede zegtv waar is zeker wat hy er op volgen laat*: die Frau mit dem f reien und e dl en Herben, mit dem ewig sonnigen Gemüth". Goethe zelf zegt van haar het bekende woord: Vom Vater hab ich die Statur Des Lebens ernstes Führen : Vom Mütterchen die Frohnatur Die Lust zu fabulieren." En haar Frohnatur was van de echte soort; die stoorde zich aan geen regen of zonneschijn. Altijd natuurlijk, waar en eenvoudig was zy. Een aardig voorbeeld hiervan vinden wij in den brief die zij aan baar zoon schryft over het bezoek van Madame de Staël in Frankfurt. Wat wil 'die vroftw van mij? Zij heeft mij gedruit alsof ik een molensteen aan mijn hals had hangen! Ik ging haar overal uit den weg ik heb in mijn leven nog geen a-b-c boek geschreven, en daar zal mijn genius mij ook in de toekomst wel voor bewaren." Geen zweem van zich willen laten voorstaan op de kennismaking met de beroemde vrouw, die haar zooals ook uit een ander schrijven blijkt, zeer onsympathiek was. Hoe haar huis, Casa Santa zooals Wieland het noemde, openstond voor alle vrienden . en vereerders van Goethe, en hoe die haar allen hoogachten en van haar hielden, blijkt uit tal van brieven. Telken* lezen wij over de heerlijke, onvergetelijke uren" die zij doorbrachten om de ronde taf,1! bij Frau Aja." O Casa Santa! Casa Santa!" eindigt een brief van den musicus Kranz. Geen wonder want het ieder zooveel mogelijk prettig en vroolijk te maken, te geven en mee te deelen was een genot voor haar, en zij vond orde en rust een eerste vereischte tot een genoeglijk leven. Ik doe altijd 't onplezierige wat ik op een dag te doen heb 't eerste", schri'ft zij aan Frau von Stein und ich Vertxhlucke den Teufel (naar den wijzen raad van vader Wieland) zonder hem eerst lang te bekijken". Alle zorgen en angst voor het onzekere waren haar even hinderlijk als alle gehuichel; aan de conventioneele leugen bezondigde zij zich zeker nooit en het eeuwige klagen over de slechtheid van de wereld was haar een gruwel..?Met morren en knorren komt niemand verder, en 't leven gaat zijn ge wonen gang en draait zijn machine, of wij lachen of huilen" zegt zij, en de woorden uit Götz von Berlichingeh." Opgeruimdheid is de moeder van alle deugden." zijn zeker van toepassing op haar. Ook als zij zorg of verdriet had was zij nooit moedeloos, en zou nimmer haar wapens neerleggen. Dan kwam haar: die Lust zu fabuliren" te hulp. Zij vertelde aan zichzelf tal, van wegen tot uitredding geduld maar! in mijn leven is al zooveel wonderbaarlijka gebeurd, dat ten slotte toch goed was. Ik zal maar denken dat dit de vierde akte is, de vijfde moet nog komen, en daarin komt allea weer goed terecht, en schrijft zij ergens anders ik zal wel zorgen dat ik bij de 5e akte geapplaudneerd, niet uitgefloten word."! Heel dikwijls werd in haar leven de 4e U I -T D B N A ^ U U 1% CCC. In den kikkerpoel. Een van die poelen niet ver van .de hoofd stad, die mij 's Zomers dikwijls aantrekt, om er te gaan studeeren en genieten is de Waechmeer, niet ver van Hilversum. Een klein half uur in omtrek. Dat is inderdaad in velerlei opzicht een belangwekkend plekje grond?. Het ligt midden op een groote heide, verborgen in een kring van heuvels.. Als het een niet al te droge zomer is, staat er geregeld water, wel niet zooveel als in 't voor- en i ajaar, maar toch is er altijd genoeg vocht, om er allerlei dieren te lokken. De hagedissen uit de buurt komen er drinken, verschillende amphibieën bergen er hun eieren; en heele scholen donderkopjes groeien er op tot groote salamanders, hei kikkers en gestreepte padden. Geregeld zie ik er ringslangen, en meestal broeden er een paar kieviten en tureluurs, die bij onze nadering met groot misbaar opvliegen en de lucht vullen met bun boos of angstig geschreeuw. Door een bot toeval heb ik er ook eens een kievitsnest met vier eieren gevonden. Of eerlijk gezegd, niet ik, maar een van de leerlingen, met wie ik op school wandeling was. Want ook voor een uitstapje met kin deren is het een aangewezen landje. De vochtige heide staat er al vroeg in het jaar vol bloemen, de mooie rose dopheide bloeit er van Pinksteren tot in September toe, wan neer de gewone struikheide het overneemt. Ook is de zwarte veenbodem aan den rand van het groote meer, den heelen zomer door, bespikkeld met de bloedroode schijfjes en ovaaltjes van zonnedauw. Die vliegenvangertjes te zoeken is tegenwoordig n van de grootste genoegens van de schooljeugd. Wie gelukkig is, vindt er ook de wilde Lobelia veel fijner van kleur en vorm dan de don kerblauwe, gekweekte soort. Natuurlijk moeten de jongelui zelf het meer ontdekken. Ge ziet er niets van op de groote heide, doordat het tusschen heuvels ligt, maar het wordt, na veel omzwerving door dik en dun, altijd gevonden door de pioniers; al gebeurt het, dat de heele troep een kwartier ten noorden of ten zuiden er langs heen trekt, zonder een spi>r ei van te zien. Even natuurlijk is het, dat de jongens en eveneens meisjes, vooral als het een heete zomerdag is, in een oogenblik gereed zijn om er te gaan pootjesbaaien. Ik heb er nooit een bezwaar in gezien het toe te laten; al twintig jaar geleden, ben ik akte gespeeld! Haar huwelijk was niet ge lukkig, en van de zes kinderen die zij had stierven er vier. Haar dochter Cornelia was somber en in zichzelf gekeerd, een vreemde vrouw van een gansch andere natuur dan de moeder.Wolfgang was Frau van Aja'a trots en haar alles, maar ook om en door hem had zij veel verdriet. In een anderen brief aan Frau von Stein schrijft zij: ik houd van de menschen en dat voelen zij dadelijk. Ik ga zonderpretensie door de wereld, houd tegen niemand zedepreeken, zoek altijd de goede zijden van de dingen op, en laat de kwade over aan Hem die 't beste weet hoe de scherpe punten moeten afgeslepen worden, en ik voel mij hier gelukkig en vroolijk bij." Telkens spreekt ook in haar brieven haar groote liefde voor het theater- Toen zij al overgrootmoeder was schrijft Henriette Schlosaer, haar kleindochter, dat groot moeder de helft van den tyd in het theater zit!" Behalve natuurlijk van de door Groszman, die in dien tijd zeer geroemd werd, opgevoerde stukken van haar zoon, waren het vooral ook de werken van Schiller, Lessing en Kotzebue die haar in verrukking brachten. Ook van Hamlet genoot zij, en vermakelijk en merkwaardig tegelijk om de nog onverminderde waarde is, wat zij na een opvoering van dit drama door de troep Hartman, over het publiek schrijft: de gunstige ontvangst van Hamlet heeft mijn meening over het publiek bijna verapderd, maar goed bezien was het alles niets dan nieuwsgierigheid. Eenige dagen geleden ontmoette ik een dame van de z.g. wereld die over Hamlet het oordeel velde, dat het niets dan een farce was! O! Gevatter! Gevatter! Hamlet eine Farce!!! Ich dacht e ich kriegte auf der Stelle ein Ohnmachtf' En in denzelfden brief even verder: Dat ia nu een geroep over onze eeuw en over deze verlichte tijden enz.: en toch is (een klein aantal uitgezonderd, dat het zout der aarde is) bij de heeren en dames alles so schal, so elend, so'verschobe",*overschiti>ipft. Hogoiit das ist ihr Labsal...." Is dat verschoben" niet goed? en de Hogout. En in een brief over een andere troep schrijft zij: Kr werd een zedestuk opgevoerd : Armoede en deugd". En hoewel het hundekalt" in de zaal was kreeg ik van anJSt zulke roode wangen alsof rr een vingerdikte verf op la^. De arme menschen huilden en grienden zoo erbarmelijk alsof hun de schroeven aan handen en voeten werden aangelegd, en vooral het op de knie vallen van een weldoener was attsnehmend iingatlich, und that allemal einen solchen Plotz da*z ich alle knieschelben fiir verloren gub het scherm viel eindelijk tot mijn groote opluchting," Na een opvoering van Götz van Berlichingen, schreef een kritikus in de courant dat hij een gesprek met de moeder van den dichter heeft gehad en nu begrijp ik" zegt hij, hoe Goethe geworden is wat hij is!" Hoe zij ook aan het hof en door koningin Louise geëerd en geliefd was is bekend, en door de wijze waarop zij hierover schrijft komt haar groote eenvoud misschien nog het meeste uit. Haar zoon is haar eenige trots, voor zichzelf laat zij zich op niets voorstaan, al de eer die haar bewezen wordt schrijft zij toe aan haar moeder zijn van Goethe. Aller aardigst kinderlijk is een beschrijving, in een brief aan Goethe, van een ontmoeting met koningin Louise, die haar een gouden ketting ten geschenke gaf, en haar dezen eigenhandig omdeed. De heele brief te copieeren is te lang, alleen deze kostelijke tirade er uit: die Köfligin liesz mich in ein anderes Zimmer rufen da kaïn aueh der Könic;, die Koningin ging in einem Schrank und brachte ein kostbares goldenes Halsseschmeide, und nun erstaune !!! Befestigte es um meinen Hals mit ihren eisenen Handen bis zu Thrilnen gerührt konnte ich nur schlecht danken. In diesem kostbahren Schmuckkam ich wieder ins /immer er met een klasse geweest, en sedert zoo om de paar jaar nog eens; het water is zornern nergens zoo diep, dat er gevaar is. En toch zal ik in 't ver.-olg nooit weer durven toestaan, al zou ik de mooie en voor kinderen zoo interessante plek niet gaarne vooroijgaac. Dat heeft twee redenen. Ten eerste ge beurde ons in dit jaar, wat nog nooit gebeurd is en wat ik dacht dat onmogelijk was: een kind zakte tot het midden wen in een kuil. Dat was nu wel niet se vaarlijk, maar wel lastig en onplezierig. Die kuil was f r vroeger beslist niet. Hoe iie ontstaan is, begrijp is niet, misschien door veenjjraven, naar hij is er. En ten tweede: terwijl de kinderen er dolle pret maakten op bloote voeten, plasten en jubelden vaa genot, raapte ik aan den kant eeu kleine KlakkenhuL*je op, van een bepaalde kleine soort poels:ak, iie ik er niet eerder vond; het topje was er afgebroken ; en dat ge;icht, onbeteekenend ale het u schijnen mag, bracht mij iets in gedachten, dat mij be letten zal, ooit weer de kinderen in die heerijke poel te laten ploeteren. Ook niet al worden er eerst stokken om de eeaige pas ontdekte ge vaarlijke plek gezet, zooals de jongens voor stelden. Misschien is het dwaasheid, maar de verantwoordelijkheid durf ik niet meer op mij nemen. Het kan, al is de kans een op honderd duizend, verkeerd atloopen. De geschiedenis is deze: het bedoelde poelslakje is een zoogenaamde waard of hospes voor een heel klein, merkwaardig, maar berucht diertje, een leverbotje. Ook de naam Waschmeer," die aanduidt dat daar schapen gewasschen worden of werden, rechtvaardigde mijn vermoeden, dat het slakje mogelijk door de gevaarlijke parasieten was geïnfecteerd. De zonderlinge en belangwekkende levens wijze van het beestje is misschien niet bij ieder zoo bekend als het behoorde te zijn. Wel weet ieder dat de botjes, eigenlijk platte wormpjes, een ziekte bij de schapen veroor zaken. Ze nestelen zich in de lever en vooral in galbuisjes, die er door opzwellen en verstopt raken; met het gevolg dat het schaap ziek wordt en in n regel sterft. Het kan een epidemie worden. Dat is al meer dan eens gebeurd; vooral in vochtige jaren en in het jaar op zoo'n natten zomer volgende, zoodat de echapenteelt totaal mislukte en ontzaglijke schade werd geleden. Erger nog is het.dat ook de mensch er door aangetast kan worden. Elk zoo'n leverbotje of leverwormpje legt eieren; want ze zijn mannetjes en wijfjes tegelijk. Komen de eieren met de uitwerpselen in het water of op vochtige plaatsen te recht en wo unser vortreffliche Herzog, und die drei Schwestern der Königin waren, die dann grosze Freude ob meiner prachtigen Verwandlung bezeigten." Tot in haar hoogen ouderdom bewaarde zij haar krachtigen, opgeruimden geest. Op vijfenzestig-jarigen leeftijd schreef zij : Er zijn toch veel vreugden op Gods wereld! Maar men moet de kunst van het zoeken verstaan dan vindt men ze zeker en men moet de kleine vreugden niet versmaden hoeveel worden er vertrapt omdat de menschen teveel in de hoogte kijken, en niet letten op wat hen voor de voeten ligt" En nog later schrijft zij: in de natuur verandert alles, niets blijft wat 't was; zou ik dan mijn leven tot een uitzondering willen gemaakt hebben, en morren omdat 't nu rondom mij eenzaam is als een kerk hof? Wie zal klagen dat 't niet altijd heldere maan is, en dat de zon 't heele jaar niet zooveel warmte geeft als in Juni ? Maar dankbaar genoten van wat mij nog blijft, en er niet aan gedacht dat alles zoo anders had kunnen zijn." Frau Aja is niet de eerste en niet de eenige die dezen eenvoudigen levensraad geeft, maar zeker niet velen brengen hem zoo het geheele leven door in praktijk. M. E. VAN DE VELDE PIJNAPPEF,. IIIIIHIIIIillllllllMIIHII iimmiiitiiiiiiui Katherine Ting Ity.?Eiija Yoga A cademie. Vatra Luminoata Regina Eliiabeta (Lichtende Haard Koningin Elizabeth) te Buchareet. De universeele Broederschap en het Theosopbisch Genootschap" heeft haar hoofdkwar tier voor de Vereenigde Staten, in Californië, te Point Lorna in Lomaland. Het Genootschap ia 1875 te New-York gesticht door H. P. Blavatsky, over wie Annie Besant in baar Lectures" ten onzent veel merkwaardigs meedeelde, William (J. Judge en anderen, werd in 1896 na den dood van Judge gereorganiseerd door de krachtige hand eener vrouw : Katherine Tingley. Katherine Tingley wijdt haar leven aan de menschheid. Beproefden, ongelukkigen, bekommerden, gevangenen, uit de gevangenis ontslagenen, ieder die lijdt, en steun zoekt, allen zonder uitzondering, worden door de moedige, onbaatzuchtige, edele vrouw gehol pen. Een tiental jaren geleden, koesterde zij een lievelings-denkbeeld: een hoofdkwartier over de wereld heen, stichten voor de Theosophische organisatie. Zij slaagde er in, gelden te verzamelen voor den aankoop van een groote uitgestrekt heid land op het voorgebergte, dat de Baai van San Diego van de Slille Zuidzee scheidt. Gebouwen, groote en kleine, voor allerlei doeleinden: ambachts- en landbouwseholeu, een drukkerij, een boekbinderij, inrichtingen voor photografie en graveerkunst, buizen voor onderwijzers, en vepr leerlingen, ver rezen op het doot.Kat3sèrine Tingley aan gekocht terrein. Het groote witte gebouw met koepel van paars glas, dat mijlen ver in den omtrek gezien wordt, is : de Rdja Yoga Academie, een onsectarische school voor jongens en meisjes. De resultaten van het onderwijs, verstrekt aan de Riija Yoga Academie, onder leiding van Katherine Tingley, de merkwaardigste vrouw van onzen tijd, zooals zij genoemd wordt, zijn in hóóge mate verrassecd. Een verslaggever van de Citizen," een in Palo Alto verschijnend blad, die de Academie bezocht, is n-en-a! lof, over h&ar wondervolle resultaten, en voor de leidsvrouw met haar phenomenaal organi seerend talent. Ongeveer 200 kinderen zijn aanwezig in de aula der Academie. De meisjes dragen roomkleurige jurken, witte kousen en mooie sandalen ; loshangend waar de geïnfecteerde schapen loopen, yebturt dat bij duizenden en duizenden te gelijk dan ontwikkelen :i<;h daaruit diertjes die volstrekt niet op leverbotjes gelijken, tn dragen don naatn van Redia, naar hun ontdek ker Red i. Het bovenste dopje vsn het eitje valt er af, en i:it hot toi netje bevrijdt zich eej beestje van 1/10 mVI , langwerpig rond :>ijna, als een peer ongeveer, en als een infuaiedier met .rilhaurtjes bezet. Daarna zwemt bet een poosje vrij en frank door het water. Komt een van die duizenden in aanraking met zoo'n poelslakje, en die kans is ni-t zoo heel klein, dan dringt bet naar bini:en. Het wringt zich (als het eens de ademopening binnen is, of tusschen voet en mantel Afraakte) langs de huid heen en houdt verblijf in het huisje van de slak. De t r il haartjes zijn nu nergens meer voor noodivj. Die worden weggedaan en het diertje groeit zoover, dat het met het bloote oog nog net even zichtbaar is. Nu vormen zich korrels in zijn lichaam, die groeien snel, en nemen ook de gedaante aan van peertjes, maar ze zijn voorzien van een darm en een boorwtrktuig. De gemeenschappelijke huid scheurt of lost op, en honderden van die nieuwe soort larven zijn vrij. Die dringen het lichaam van de slak binnen en nestelen zich bij ^oorkeur in de lever. Deze zit boven aan, dicht bij den top; zijn ze daar een poosje aan het vreten geweest, dan kan een zoo'n leverbotlarf weer uit elkaar vallen, en een groot aantal, weer andere vormen met een staait, zijn haar en n bloemenkrans op 't hoofd, vooral bij de grootere meisjes, maakt dit een bekoor lijk effect. De jongens zijn gekleed in wollen khaki, slobkousen en zwarte schoenen, militair in elk opzicht. De redacteur van de Citizen" was getroffen door de sereene uitdrukking op 't gelaat der leerlingen: De bekoring eener zoete onschuld lag op ieders gelaat; van pijn, zonde, ziekte, kwaad geweten, of booze gedachten, geen spoor. Op ie Iers wangen de bronze trek der gezondheid, levenskracht in elke gestalte." Drie uur toefde hij in de inrichting voor onderwijs, woonde als schoolopziener de lessen bij. Een jongens-orkeet met een dertigtal in strumenten speelde eenige klassieke mu ziekstukken. De uitvoering was verrassend schoon. Zestien kleuters van 7 tot 9 jaar voerden op volmaakte wijze zeer ingewikkelde figuur-dansen uit. Vijl kleintjes van 2 jaar zongen. Een van hen werd voor een kaart geroepen, - en wees de rivieren en landen aan die werden opgenoemd. ludien de reporter zich niet vergist in den leeftijd van dat kindje, dan kan mendegeogranschekenni8van?baby" als iets zeer buitengewoons beschouwen. Meisjes van 8 tot 11 lazen doode talen, en volgens deskundigen, waren de vertalingen zeer juist. Het rekenen uit 't hoofd door kinderen van 8?12 jaar wekte de hoogste verba-sing van "dea redacteur-schoolopziener, il y a de quoi. In dit jeugdige ooren gerikketik van 't volgend snel vuur: 37X8X9 gedeeld door 21 + 46, in 'c kwadraat 19, kubieke wortel, 5 X 29, wat krijgt ge?" President Richardson, die met den jour nalist de Riija Yoga school bezocht, kreeg een beetje argwaan over de verbijsterende onderwijs resultaten, Hij dacht aan: afgespro ken spelletjes, doorgestoken kaart. Hij richite zich tot iatherine Tingley, en vroeg verlof ook eens een vraag ain de leerlingan te mogen stellen. Gaarne, antw )ordde de leidsvrouw vrien delijk, dat zullen de leerlingen zeer aangenaam vinden. President Richardson wendde zich tot een beeldschoon zestienjarig meisje, een Cubaansche met prachtig, donker haar. Hij verzocht haar, een improvisatie te houden over: den vooruitgang van Cuba". Volkomen rustig stapte de Cubaansche naar 't podium, sloeg de oogen neer, stond heel even haar gedachten te verzamelen, glimlachte tegen haar toehoorders en gaf een ex-tempore dat 10 minuten duurde over den vooruitgang vanCuba, sinds de Amerikaansche invasie eeu tiental jaren her, over de vrije scholen, de hoogere opvatting van het geluk, dat Cuba te beurt was getallen door bekend te worden met den geest en de denkbeelden der Amerikanen. President Richardson en de verslaggever waren overtuigd. Zij complimenteerden Katherine Tingley zeegend: de resultaten van uw opvoedings-methode speak volumes". Onzelfzuchtigheid, zelfbeheersuhing, concentiatie, eergevoel en persoonlijke moed, zijn deugden die aan de leerlingen van het Tueosophisch hoofdkwartier te Point Lorna worden ingeprent. Van vrees is bij de opvoe ding en het leven van Katharine Tingley's geestverwanten en volgelingen geen spoor. Een heilstaat, die men voortdurend zou willen uitbreiden in die groote menschenmaatschappij saaingesteld uit heilzoekenden, mismoedigen en troost-bedelaars. * * -X,,Wanneer geven en weldoen het bijzondere voorrecht van vorsten en koningen is, dan wordt dat voorrecbt, wel op ongeëvenaarde wijze uitgeoefend door een koningin van Duitache afkomst, die niet alleen in heel Duitschland, maar over de gansche beschaafde wereld bekend staat onder den naam van Oarmen Sylva", aldus luidt de aanhef van Carolina van 'osterzee's artikel getiteld: geboren. Die groeien al weer aan en worden een halve m.M. ongeveer. Die derde vorm draagt de naam van Cercaria of Staartlarve. In dien vorm veriaten zéhet alakkenbuis. Maar hoe? Door de slat heenvreteu kunnen zij niet m^er. Is deze niet bezweken onder de aanvallen van de laatste larven of door een vogel uitgepikt, dan is er maar een mogelijkheid. Het topje van de spiraal van het puntige slakkenhuii'je moet afbreken, en dat gebeurt nu wel raak, maar natuurlijk niet geregeld. Toch i-i dat bun eenige kans; blijft de lop iaaf, dan gaan de.cercariën te gronde zon Ier hun levensloop te hebben volbracht. Want die is 110» lan^ niet uit. De larven aan wie hè: gelukt is uit de slak te geraken, kunnen met hun nieuwen staart uitstekend zwemmen ; ze leven weer vrij in het water; rhaar ook buiten het water kunnen ze bestaan blijven, als het er maar vochtig is. Ze kruipen, als hun het waterleven niet bevalt, of als de «lak buiten water was geraakt, of als de poel wat droog wordt, tegen de vochtige grasstengels op. Dan loopen ze echter ge vaar uit te drogen; maar daartegen zijn ze gewapend. Aan weers/Ajden van het 'lichaam heeft het dier een blaasje waaruit een vocht kan vloeien, dat 'n de lucht eenigszins verhardt. De cercaria omgeeft zich met dit vocht, rolt zich in of krimpt in; het vocht verhardt tot een schaal en de larve is weer een eitje gewor den ; dat aan de «rashalm zit vastgekleefd. Carmen Sylva ea de blinden" voorkomend in het November-nummer van het geïllus treerd maandschrift De Vrouw en haar Huil. Moge de thee. sof e Katherine Tingley de bewonderende aandacht trekken door een rein en welbesteed leven, niet minder doet dit Rumenië's vorstin, koningin Eliiabeth, bijgenaamd Landsmoeder".' De jammerlijkheid der veelvuldige oog ziekten door heriditeit, onreinheid en besmet ting, voorkomend in de Balkan Staten, heb ben Carmen 3ylva's gevoelig hart met groote, belangstellende deernis bewogen. In Rumeni wordt het aantal blinden op 20,000 geschat. In 't jaar 1896 werden ongeveer 10,000 sol daten blind tea gevolge eener ontzettende epidemie. Koningin Elizabeth stichtte in Bucharest het blinden-instituut Vatra Luminoata Lichtende Haard, waarvaa veel buitenlandsche bladen reproducties met belangwekkenden tekst gaven. Over de honderd blinden hebben een tehuis gevonden in deze koninklijke stichting. Doch de edelmoedige, werkzame Lands moeder" is niet tevreden met een tehuis, waar nog zoo luttel blinden zich kunnen scharen om de Vatra Luminoasa". Haar energie en organiseerend talent dry ven haar in de lichting van een menschlievend, grootsch plan: het stichten van een kolonie voor blinden. De vorstin wil terrein koopen aan de Adriatiscbe zee en daar stichten een blindenstad. Blinden van alle nationaliteiten zullen er samenkomen. Het aldaar onderwezen en uitgeoefend werk moet de bron uitmaken der verdiensten. Het Esperanto", de wereld taal, zal er beoefend worden, opdat blinden van verschillende nationaliteiten zich met elkaar kunnen onderhouden. De onmisbare factor voor de verwezenlijking van dit grootsche doel is: geld. Niemand zal hieraan twij felen of er zich over verbazen. Alles wat Carmen Sylva met haar vaardige pen verdient, en dat is niet gering, be steedt zij ten bate van hen, van blinden wier wèl-en-wee haar na aan 't harte ligt. Dat het wél der blinden, goddank een niet gering aandeel is, wanneer zij liefderijk ver zorgd worden, dat zij in den regel ohder gunstige omstandigheden een tevreden, ge lukkige, schalke, opgewekte natuur bezitten, wars van beklag, hebben wij dezer dagen in onze dagbladen kunnen lezen, in de kolommen prettig, lichtend van inhoud over de feestviering te Amsterdam, naar aanleiding van het honderd-jarig bestaan van het Blindeninstituut aldaar. Neen I jammeren en klagen, daarmee zijn blinden niet gebaat. Dankbaar ea vroolijk zijn mét hen, en nimmer beknib belen onze bijdrage waardoor wij bun haard kunnen maken tot Lichtenden Haard." Geldelijke steua, groot en klein, wordt dankbaar ontvangen door de directie der; Vatra Luminoasa Regina Elisabeta" te Bucharest. Voortdurend laat de koningin zich inlichten over de toegezonden bijdragen. Zij besnoeit haar nachtrust om in veel ge vallen eigenhandig te bedanken voor een gift. Ook zendt zij dikwijls als bedankje" aan den afzender of afzendster een brief kaart, voorzien van haar portret en handteekening. Steeds meer nadert de tijd, waarop wij, Nederlandsehe vrouwen, zoo gaarne onzen huiselijken haard maken tot 't middelpunt onzer zorgen, onzer koestering. De tijd, waarop lichtend ia onze baardstede, de ter mijn, waarop wij onze kleintjes willen ver rassen, een glans van tevredenheid verlangen te zien op 't gelaat onzer huisgenooten en vrienden. Ken vorstin doet een beroep op de hulp harer zusteren. Zij, de met bermelijn ge tooide, wendt zich om medewerking tot de geringste onder ons. Alle vrouwen worden door de Landsmoeder" verzocht haar te willen helpen in het verwezenlijken van haar grootsch ideaal. CAPRICE. Opeenvolgende gedaanten van een lever bot. 1. Volkomen leverbot. 2. Ei; 3. 1ste larve-vorm; 4. ingekapselde larve waarin zich Rediën vormen; 5. ontwikkelde Redia, waarin zich staartlarven vormen; 6. Kleine poelslakjes; 7. Cercaria (staartlarve); 8. ingekapselde cercaria, waaruit de leverbot te voorschijn komt. Daar komen de schapen; ze grazen de sten gels om den poel af tot op den grond, en ... met het voedsel gaat de ingekapselde cercaria naar binnen. Het maagzuur doodt hem niet, in zijn veilige schaal passeert hij de maag tot in de dunne darm ; daarin kruipt de gemas kerde larve uit zijn schulp; dringt de galbuis of een ander vat naar de lever binnen eri ontwikkelt zich eerst daar tot een leverbot. Die begint zijn noodlottig werk, met ver stopping en ontsteking tot gevolg en de dood tot slot. Maar voor het einde van het schaap, heb ben de leverbotjes als weer talrijke eieren gevormd en deze zorgen dat de schapen ellende niet uit de wereld komt. Krijgt een mensch een aantal van zulke haast onzichtbare cercariën naar binnen, misschien door de handen, die eerst bloemen plukten aan den poel en daarna ongewasschen het broodje naar den mond brachten wat immers op uitstapjes gebeurt dan ie daarmee de gelukkig haast onmogelijke mogelijkheid aanwezig, dat ook een mensch geïnfecteerd kan worden. En die is dan gedoemd tot een ont zettend lijden, dat, zoo goed als zonder uit zondering, ongeneeslijk is. Dan maar liever niet gaan pootjesbaaien" in zoo'n Waschmeerpoel. Komen daar evenwel geen schapen grasen en drinken, of worden ze er niet gewasschen. dan is er ook geen gevaar; dat spreekt. E. HBIMANS. CORRESPONDENTIE. A.. C. N. v. d. B. Dat uw harsdruppel op bet strand gevonden werd, kan allerlei onnaspeur lijke oorzaken hebben. Een feit is het, dat het nog al vaak voorkomt. De meest voor de hand liggende onderstelling is, dat de drop pels afkomstig zijn van het bout van pas geoouwde schepen. Met barnsteen hebben ze niets te maken. Het is gewoon broos hars, van de consistentie ongeveer van kolophonium of vioolhars. 8. v. S. Als mijn reisverslag af is, zal ik uw vraag en een aantal andere in een of meer opatellen beantwoorden. In een van de vol gende opstellen vindt u denk ik al wel be vredigende inlichtingen over firnsneeuw, wildheu e. d. Mw. B. S. G. Zend mij uw alpenplanten; als ze tamelijk gedroogd zijn, zal ik ze wel voor u kunnen determineeren. E. H».

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl