Historisch Archief 1877-1940
Na 1639
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
oette's Moeder.
Als 't waar is wat dikwijls, en vooral
dooi feministen graag beweerd wordt, dat
beroemde mannen altijd goede moeders
hadden, dan mag zeker de moeder van
Goethe wel in de eerste plaats genoemd
worden, _als een bewijs van die bewering.
Wat wy van haar weten, niet alleen uit
de verschillende Goethe-biografiën, maar
vooral uit het mooie werk Goethe's Mutter
van Earl Heineman, is alles zoo heerlijk
frisch en gezond, en haar brieven zijn vol
spontane uitingen van haar helderen geest,
die in het pessimisme den grootsten vijand
der menschen zag. En al is het nu een
beetje dweeperig overdreven om haar die
glticklichste und herrlichste aller Mutter" te
noemen, zooalg de schr.ver in zijn voorrede
zegtv waar is zeker wat hy er op volgen
laat*: die Frau mit dem f reien und e dl en
Herben, mit dem ewig sonnigen Gemüth".
Goethe zelf zegt van haar het bekende
woord:
Vom Vater hab ich die Statur
Des Lebens ernstes Führen :
Vom Mütterchen die Frohnatur
Die Lust zu fabulieren."
En haar Frohnatur was van de echte
soort; die stoorde zich aan geen regen of
zonneschijn. Altijd natuurlijk, waar en
eenvoudig was zy. Een aardig voorbeeld
hiervan vinden wij in den brief die zij aan
baar zoon schryft over het bezoek van
Madame de Staël in Frankfurt. Wat wil
'die vroftw van mij? Zij heeft mij gedruit
alsof ik een molensteen aan mijn hals had
hangen! Ik ging haar overal uit den weg
ik heb in mijn leven nog geen a-b-c boek
geschreven, en daar zal mijn genius mij
ook in de toekomst wel voor bewaren."
Geen zweem van zich willen laten voorstaan
op de kennismaking met de beroemde
vrouw, die haar zooals ook uit een ander
schrijven blijkt, zeer onsympathiek was.
Hoe haar huis, Casa Santa zooals Wieland
het noemde, openstond voor alle vrienden
. en vereerders van Goethe, en hoe die haar
allen hoogachten en van haar hielden,
blijkt uit tal van brieven. Telken* lezen
wij over de heerlijke, onvergetelijke uren"
die zij doorbrachten om de ronde taf,1!
bij Frau Aja."
O Casa Santa! Casa Santa!" eindigt een
brief van den musicus Kranz. Geen wonder
want het ieder zooveel mogelijk prettig en
vroolijk te maken, te geven en mee te
deelen was een genot voor haar, en zij
vond orde en rust een eerste vereischte tot
een genoeglijk leven.
Ik doe altijd 't onplezierige wat ik op
een dag te doen heb 't eerste", schri'ft zij
aan Frau von Stein und ich Vertxhlucke den
Teufel (naar den wijzen raad van vader
Wieland) zonder hem eerst lang te bekijken".
Alle zorgen en angst voor het onzekere
waren haar even hinderlijk als alle gehuichel;
aan de conventioneele leugen bezondigde
zij zich zeker nooit en het eeuwige klagen
over de slechtheid van de wereld was haar
een gruwel..?Met morren en knorren komt
niemand verder, en 't leven gaat zijn ge
wonen gang en draait zijn machine, of wij
lachen of huilen" zegt zij, en de woorden
uit Götz von Berlichingeh." Opgeruimdheid
is de moeder van alle deugden." zijn zeker
van toepassing op haar.
Ook als zij zorg of verdriet had was zij
nooit moedeloos, en zou nimmer haar wapens
neerleggen. Dan kwam haar: die Lust zu
fabuliren" te hulp. Zij vertelde aan zichzelf
tal, van wegen tot uitredding geduld maar!
in mijn leven is al zooveel wonderbaarlijka
gebeurd, dat ten slotte toch goed was. Ik
zal maar denken dat dit de vierde akte is,
de vijfde moet nog komen, en daarin
komt allea weer goed terecht, en schrijft
zij ergens anders ik zal wel zorgen dat
ik bij de 5e akte geapplaudneerd, niet
uitgefloten word."!
Heel dikwijls werd in haar leven de 4e
U I -T D B N A ^ U U 1%
CCC. In den kikkerpoel.
Een van die poelen niet ver van .de hoofd
stad, die mij 's Zomers dikwijls aantrekt, om
er te gaan studeeren en genieten is de
Waechmeer, niet ver van Hilversum. Een
klein half uur in omtrek.
Dat is inderdaad in velerlei opzicht een
belangwekkend plekje grond?. Het ligt midden
op een groote heide, verborgen in een kring
van heuvels.. Als het een niet al te droge
zomer is, staat er geregeld water, wel niet
zooveel als in 't voor- en i ajaar, maar toch
is er altijd genoeg vocht, om er allerlei dieren
te lokken. De hagedissen uit de buurt komen
er drinken, verschillende amphibieën bergen
er hun eieren; en heele scholen donderkopjes
groeien er op tot groote salamanders, hei
kikkers en gestreepte padden. Geregeld zie ik
er ringslangen, en meestal broeden er een paar
kieviten en tureluurs, die bij onze nadering
met groot misbaar opvliegen en de lucht
vullen met bun boos of angstig geschreeuw.
Door een bot toeval heb ik er ook eens een
kievitsnest met vier eieren gevonden.
Of eerlijk gezegd, niet ik, maar een van de
leerlingen, met wie ik op school wandeling
was. Want ook voor een uitstapje met kin
deren is het een aangewezen landje. De
vochtige heide staat er al vroeg in het jaar
vol bloemen, de mooie rose dopheide bloeit
er van Pinksteren tot in September toe, wan
neer de gewone struikheide het overneemt.
Ook is de zwarte veenbodem aan den rand
van het groote meer, den heelen zomer door,
bespikkeld met de bloedroode schijfjes en
ovaaltjes van zonnedauw. Die
vliegenvangertjes te zoeken is tegenwoordig n van
de grootste genoegens van de schooljeugd.
Wie gelukkig is, vindt er ook de wilde Lobelia
veel fijner van kleur en vorm dan de don
kerblauwe, gekweekte soort.
Natuurlijk moeten de jongelui zelf het meer
ontdekken. Ge ziet er niets van op de groote
heide, doordat het tusschen heuvels ligt,
maar het wordt, na veel omzwerving door dik
en dun, altijd gevonden door de pioniers; al
gebeurt het, dat de heele troep een kwartier
ten noorden of ten zuiden er langs heen
trekt, zonder een spi>r ei van te zien.
Even natuurlijk is het, dat de jongens en
eveneens meisjes, vooral als het een heete
zomerdag is, in een oogenblik gereed zijn
om er te gaan pootjesbaaien.
Ik heb er nooit een bezwaar in gezien het
toe te laten; al twintig jaar geleden, ben ik
akte gespeeld! Haar huwelijk was niet ge
lukkig, en van de zes kinderen die zij had
stierven er vier. Haar dochter Cornelia was
somber en in zichzelf gekeerd, een vreemde
vrouw van een gansch andere natuur dan
de moeder.Wolfgang was Frau van Aja'a trots
en haar alles, maar ook om en door hem
had zij veel verdriet.
In een anderen brief aan Frau von Stein
schrijft zij: ik houd van de menschen en
dat voelen zij dadelijk. Ik ga zonderpretensie
door de wereld, houd tegen niemand
zedepreeken, zoek altijd de goede zijden van de
dingen op, en laat de kwade over aan Hem
die 't beste weet hoe de scherpe punten
moeten afgeslepen worden, en ik voel mij
hier gelukkig en vroolijk bij."
Telkens spreekt ook in haar brieven haar
groote liefde voor het theater- Toen zij al
overgrootmoeder was schrijft Henriette
Schlosaer, haar kleindochter, dat groot
moeder de helft van den tyd in het theater
zit!" Behalve natuurlijk van de door
Groszman, die in dien tijd zeer geroemd
werd, opgevoerde stukken van haar zoon,
waren het vooral ook de werken van Schiller,
Lessing en Kotzebue die haar in verrukking
brachten. Ook van Hamlet genoot zij, en
vermakelijk en merkwaardig tegelijk om
de nog onverminderde waarde is, wat zij
na een opvoering van dit drama door de
troep Hartman, over het publiek schrijft:
de gunstige ontvangst van Hamlet heeft
mijn meening over het publiek bijna
verapderd, maar goed bezien was het alles
niets dan nieuwsgierigheid. Eenige dagen
geleden ontmoette ik een dame van de z.g.
wereld die over Hamlet het oordeel velde,
dat het niets dan een farce was! O! Gevatter!
Gevatter! Hamlet eine Farce!!! Ich dacht e
ich kriegte auf der Stelle ein Ohnmachtf'
En in denzelfden brief even verder: Dat
ia nu een geroep over onze eeuw en over
deze verlichte tijden enz.: en toch is (een
klein aantal uitgezonderd, dat het zout der
aarde is) bij de heeren en dames alles so
schal, so elend, so'verschobe",*overschiti>ipft.
Hogoiit das ist ihr Labsal...." Is dat
verschoben" niet goed? en de Hogout.
En in een brief over een andere troep
schrijft zij: Kr werd een zedestuk
opgevoerd : Armoede en deugd". En hoewel
het hundekalt" in de zaal was kreeg ik van
anJSt zulke roode wangen alsof rr een
vingerdikte verf op la^. De arme menschen
huilden en grienden zoo erbarmelijk alsof
hun de schroeven aan handen en voeten
werden aangelegd, en vooral het op de
knie vallen van een weldoener was
attsnehmend iingatlich, und that allemal einen
solchen Plotz da*z ich alle knieschelben fiir
verloren gub het scherm viel eindelijk tot
mijn groote opluchting,"
Na een opvoering van Götz van
Berlichingen, schreef een kritikus in de courant
dat hij een gesprek met de moeder van den
dichter heeft gehad en nu begrijp ik" zegt
hij, hoe Goethe geworden is wat hij is!"
Hoe zij ook aan het hof en door koningin
Louise geëerd en geliefd was is bekend, en
door de wijze waarop zij hierover schrijft komt
haar groote eenvoud misschien nog het
meeste uit. Haar zoon is haar eenige trots,
voor zichzelf laat zij zich op niets voorstaan,
al de eer die haar bewezen wordt schrijft zij
toe aan haar moeder zijn van Goethe. Aller
aardigst kinderlijk is een beschrijving, in een
brief aan Goethe, van een ontmoeting met
koningin Louise, die haar een gouden ketting
ten geschenke gaf, en haar dezen eigenhandig
omdeed. De heele brief te copieeren is te
lang, alleen deze kostelijke tirade er uit:
die Köfligin liesz mich in ein anderes
Zimmer rufen da kaïn aueh der Könic;,
die Koningin ging in einem Schrank und
brachte ein kostbares goldenes
Halsseschmeide, und nun erstaune !!! Befestigte
es um meinen Hals mit ihren eisenen
Handen bis zu Thrilnen gerührt konnte
ich nur schlecht danken. In diesem
kostbahren Schmuckkam ich wieder ins /immer
er met een klasse geweest, en sedert zoo om
de paar jaar nog eens; het water is zornern
nergens zoo diep, dat er gevaar is.
En toch zal ik in 't ver.-olg nooit weer
durven toestaan, al zou ik de mooie en voor
kinderen zoo interessante plek niet gaarne
vooroijgaac.
Dat heeft twee redenen. Ten eerste ge
beurde ons in dit jaar, wat nog nooit gebeurd
is en wat ik dacht dat onmogelijk was: een
kind zakte tot het midden wen in een kuil.
Dat was nu wel niet se vaarlijk, maar wel
lastig en onplezierig. Die kuil was f r vroeger
beslist niet. Hoe iie ontstaan is, begrijp is
niet, misschien door veenjjraven, naar hij is
er. En ten tweede: terwijl de kinderen er
dolle pret maakten op bloote voeten, plasten
en jubelden vaa genot, raapte ik aan den
kant eeu kleine KlakkenhuL*je op, van een
bepaalde kleine soort poels:ak, iie ik er niet
eerder vond; het topje was er afgebroken ; en
dat ge;icht, onbeteekenend ale het u schijnen
mag, bracht mij iets in gedachten, dat mij be
letten zal, ooit weer de kinderen in die heerijke
poel te laten ploeteren. Ook niet al worden er
eerst stokken om de eeaige pas ontdekte ge
vaarlijke plek gezet, zooals de jongens voor
stelden. Misschien is het dwaasheid, maar de
verantwoordelijkheid durf ik niet meer op mij
nemen. Het kan, al is de kans een op honderd
duizend, verkeerd atloopen.
De geschiedenis is deze: het bedoelde
poelslakje is een zoogenaamde waard of hospes
voor een heel klein, merkwaardig, maar
berucht diertje, een leverbotje. Ook de naam
Waschmeer," die aanduidt dat daar schapen
gewasschen worden of werden, rechtvaardigde
mijn vermoeden, dat het slakje mogelijk door
de gevaarlijke parasieten was geïnfecteerd.
De zonderlinge en belangwekkende levens
wijze van het beestje is misschien niet bij
ieder zoo bekend als het behoorde te zijn.
Wel weet ieder dat de botjes, eigenlijk platte
wormpjes, een ziekte bij de schapen veroor
zaken. Ze nestelen zich in de lever en vooral
in galbuisjes, die er door opzwellen en verstopt
raken; met het gevolg dat het schaap ziek
wordt en in n regel sterft. Het kan een
epidemie worden. Dat is al meer dan eens
gebeurd; vooral in vochtige jaren en in het jaar
op zoo'n natten zomer volgende, zoodat de
echapenteelt totaal mislukte en ontzaglijke
schade werd geleden. Erger nog is het.dat ook
de mensch er door aangetast kan worden. Elk
zoo'n leverbotje of leverwormpje legt eieren;
want ze zijn mannetjes en wijfjes tegelijk.
Komen de eieren met de uitwerpselen in het
water of op vochtige plaatsen te recht en
wo unser vortreffliche Herzog, und die
drei Schwestern der Königin waren, die
dann grosze Freude ob meiner prachtigen
Verwandlung bezeigten."
Tot in haar hoogen ouderdom bewaarde
zij haar krachtigen, opgeruimden geest. Op
vijfenzestig-jarigen leeftijd schreef zij :
Er zijn toch veel vreugden op Gods
wereld! Maar men moet de kunst van het
zoeken verstaan dan vindt men ze zeker
en men moet de kleine vreugden niet
versmaden hoeveel worden er vertrapt
omdat de menschen teveel in de hoogte
kijken, en niet letten op wat hen voor de
voeten ligt"
En nog later schrijft zij: in de natuur
verandert alles, niets blijft wat 't was;
zou ik dan mijn leven tot een uitzondering
willen gemaakt hebben, en morren omdat
't nu rondom mij eenzaam is als een kerk
hof? Wie zal klagen dat 't niet altijd
heldere maan is, en dat de zon 't heele
jaar niet zooveel warmte geeft als in Juni ?
Maar dankbaar genoten van wat mij nog
blijft, en er niet aan gedacht dat alles zoo
anders had kunnen zijn."
Frau Aja is niet de eerste en niet de
eenige die dezen eenvoudigen levensraad
geeft, maar zeker niet velen brengen hem
zoo het geheele leven door in praktijk.
M. E. VAN DE VELDE
PIJNAPPEF,.
IIIIIHIIIIillllllllMIIHII
iimmiiitiiiiiiui
Katherine Ting Ity.?Eiija Yoga A cademie.
Vatra Luminoata Regina Eliiabeta
(Lichtende Haard Koningin Elizabeth)
te Buchareet.
De universeele Broederschap en het
Theosopbisch Genootschap" heeft haar hoofdkwar
tier voor de Vereenigde Staten, in Californië,
te Point Lorna in Lomaland.
Het Genootschap ia 1875 te New-York
gesticht door H. P. Blavatsky, over wie
Annie Besant in baar Lectures" ten onzent
veel merkwaardigs meedeelde, William (J.
Judge en anderen, werd in 1896 na den dood
van Judge gereorganiseerd door de krachtige
hand eener vrouw : Katherine Tingley.
Katherine Tingley wijdt haar leven aan
de menschheid. Beproefden, ongelukkigen,
bekommerden, gevangenen, uit de gevangenis
ontslagenen, ieder die lijdt, en steun zoekt,
allen zonder uitzondering, worden door de
moedige, onbaatzuchtige, edele vrouw gehol
pen. Een tiental jaren geleden, koesterde zij
een lievelings-denkbeeld: een hoofdkwartier
over de wereld heen, stichten voor de
Theosophische organisatie.
Zij slaagde er in, gelden te verzamelen
voor den aankoop van een groote uitgestrekt
heid land op het voorgebergte, dat de Baai
van San Diego van de Slille Zuidzee scheidt.
Gebouwen, groote en kleine, voor allerlei
doeleinden: ambachts- en landbouwseholeu,
een drukkerij, een boekbinderij, inrichtingen
voor photografie en graveerkunst, buizen
voor onderwijzers, en vepr leerlingen, ver
rezen op het doot.Kat3sèrine Tingley aan
gekocht terrein.
Het groote witte gebouw met koepel van
paars glas, dat mijlen ver in den omtrek
gezien wordt, is : de Rdja Yoga Academie, een
onsectarische school voor jongens en meisjes.
De resultaten van het onderwijs, verstrekt
aan de Riija Yoga Academie, onder leiding
van Katherine Tingley, de merkwaardigste
vrouw van onzen tijd, zooals zij genoemd
wordt, zijn in hóóge mate verrassecd.
Een verslaggever van de Citizen," een
in Palo Alto verschijnend blad, die de
Academie bezocht, is n-en-a! lof, over
h&ar wondervolle resultaten, en voor de
leidsvrouw met haar phenomenaal organi
seerend talent.
Ongeveer 200 kinderen zijn aanwezig in
de aula der Academie.
De meisjes dragen roomkleurige jurken,
witte kousen en mooie sandalen ; loshangend
waar de geïnfecteerde schapen loopen,
yebturt dat bij duizenden en duizenden te gelijk
dan ontwikkelen :i<;h daaruit diertjes die
volstrekt niet op leverbotjes gelijken, tn
dragen don naatn van Redia, naar hun ontdek
ker Red i.
Het bovenste dopje vsn het eitje valt er
af, en i:it hot toi netje bevrijdt zich eej
beestje van 1/10 mVI , langwerpig rond :>ijna,
als een peer ongeveer, en als een infuaiedier
met .rilhaurtjes bezet. Daarna zwemt bet een
poosje vrij en frank door het water. Komt
een van die duizenden in aanraking met zoo'n
poelslakje, en die kans is ni-t zoo heel klein,
dan dringt bet naar bini:en. Het wringt zich
(als het eens de ademopening binnen is, of
tusschen voet en mantel Afraakte) langs de
huid heen en houdt verblijf in het huisje van
de slak. De t r il haartjes zijn nu nergens meer
voor noodivj. Die worden weggedaan en het
diertje groeit zoover, dat het met het bloote
oog nog net even zichtbaar is.
Nu vormen zich korrels in zijn lichaam, die
groeien snel, en nemen ook de gedaante aan van
peertjes, maar ze zijn voorzien van een darm
en een boorwtrktuig. De gemeenschappelijke
huid scheurt of lost op, en honderden van
die nieuwe soort larven zijn vrij. Die dringen
het lichaam van de slak binnen en nestelen
zich bij ^oorkeur in de lever. Deze zit boven
aan, dicht bij den top; zijn ze daar een poosje
aan het vreten geweest, dan kan een zoo'n
leverbotlarf weer uit elkaar vallen, en een groot
aantal, weer andere vormen met een staait, zijn
haar en n bloemenkrans op 't hoofd, vooral
bij de grootere meisjes, maakt dit een bekoor
lijk effect.
De jongens zijn gekleed in wollen khaki,
slobkousen en zwarte schoenen, militair in
elk opzicht.
De redacteur van de Citizen" was getroffen
door de sereene uitdrukking op 't gelaat der
leerlingen: De bekoring eener zoete onschuld
lag op ieders gelaat; van pijn, zonde, ziekte,
kwaad geweten, of booze gedachten, geen
spoor. Op ie Iers wangen de bronze trek der
gezondheid, levenskracht in elke gestalte."
Drie uur toefde hij in de inrichting voor
onderwijs, woonde als schoolopziener de
lessen bij.
Een jongens-orkeet met een dertigtal in
strumenten speelde eenige klassieke mu
ziekstukken. De uitvoering was verrassend
schoon. Zestien kleuters van 7 tot 9 jaar
voerden op volmaakte wijze zeer ingewikkelde
figuur-dansen uit. Vijl kleintjes van 2 jaar
zongen. Een van hen werd voor een kaart
geroepen, - en wees de rivieren en landen aan
die werden opgenoemd. ludien de reporter
zich niet vergist in den leeftijd van dat kindje,
dan kan mendegeogranschekenni8van?baby"
als iets zeer buitengewoons beschouwen.
Meisjes van 8 tot 11 lazen doode talen, en
volgens deskundigen, waren de vertalingen
zeer juist.
Het rekenen uit 't hoofd door kinderen
van 8?12 jaar wekte de hoogste verba-sing van
"dea redacteur-schoolopziener, il y a de quoi.
In dit jeugdige ooren gerikketik van 't
volgend snel vuur: 37X8X9 gedeeld door
21 + 46, in 'c kwadraat 19, kubieke
wortel, 5 X 29, wat krijgt ge?"
President Richardson, die met den jour
nalist de Riija Yoga school bezocht, kreeg
een beetje argwaan over de verbijsterende
onderwijs resultaten, Hij dacht aan: afgespro
ken spelletjes, doorgestoken kaart. Hij richite
zich tot iatherine Tingley, en vroeg verlof
ook eens een vraag ain de leerlingan te mogen
stellen.
Gaarne, antw )ordde de leidsvrouw vrien
delijk, dat zullen de leerlingen zeer aangenaam
vinden.
President Richardson wendde zich tot een
beeldschoon zestienjarig meisje, een
Cubaansche met prachtig, donker haar. Hij verzocht
haar, een improvisatie te houden over: den
vooruitgang van Cuba".
Volkomen rustig stapte de Cubaansche
naar 't podium, sloeg de oogen neer, stond
heel even haar gedachten te verzamelen,
glimlachte tegen haar toehoorders en gaf een
ex-tempore dat 10 minuten duurde over den
vooruitgang vanCuba, sinds de Amerikaansche
invasie eeu tiental jaren her, over de vrije
scholen, de hoogere opvatting van het geluk,
dat Cuba te beurt was getallen door bekend
te worden met den geest en de denkbeelden
der Amerikanen.
President Richardson en de verslaggever
waren overtuigd. Zij complimenteerden
Katherine Tingley zeegend: de resultaten van
uw opvoedings-methode speak volumes".
Onzelfzuchtigheid, zelfbeheersuhing,
concentiatie, eergevoel en persoonlijke moed,
zijn deugden die aan de leerlingen van het
Tueosophisch hoofdkwartier te Point Lorna
worden ingeprent. Van vrees is bij de opvoe
ding en het leven van Katharine Tingley's
geestverwanten en volgelingen geen spoor.
Een heilstaat, die men voortdurend zou
willen uitbreiden in die groote
menschenmaatschappij saaingesteld uit heilzoekenden,
mismoedigen en troost-bedelaars.
* *
-X,,Wanneer geven en weldoen het bijzondere
voorrecht van vorsten en koningen is, dan
wordt dat voorrecbt, wel op ongeëvenaarde
wijze uitgeoefend door een koningin van
Duitache afkomst, die niet alleen in heel
Duitschland, maar over de gansche beschaafde
wereld bekend staat onder den naam van
Oarmen Sylva", aldus luidt de aanhef van
Carolina van 'osterzee's artikel getiteld:
geboren. Die groeien al weer aan en worden
een halve m.M. ongeveer. Die derde vorm
draagt de naam van Cercaria of Staartlarve.
In dien vorm veriaten zéhet alakkenbuis.
Maar hoe? Door de slat heenvreteu kunnen
zij niet m^er. Is deze niet bezweken onder
de aanvallen van de laatste larven of door
een vogel uitgepikt, dan is er maar een
mogelijkheid. Het topje van de spiraal van
het puntige slakkenhuii'je moet afbreken, en
dat gebeurt nu wel raak, maar natuurlijk
niet geregeld. Toch i-i dat bun eenige kans;
blijft de lop iaaf, dan gaan de.cercariën te
gronde zon Ier hun levensloop te hebben
volbracht.
Want die is 110» lan^ niet uit. De larven
aan wie hè: gelukt is uit de slak te geraken,
kunnen met hun nieuwen staart uitstekend
zwemmen ; ze leven weer vrij in het water;
rhaar ook buiten het water kunnen ze bestaan
blijven, als het er maar vochtig is. Ze kruipen,
als hun het waterleven niet bevalt, of als
de «lak buiten water was geraakt, of als de
poel wat droog wordt, tegen de vochtige
grasstengels op. Dan loopen ze echter ge
vaar uit te drogen; maar daartegen zijn ze
gewapend.
Aan weers/Ajden van het 'lichaam heeft het
dier een blaasje waaruit een vocht kan vloeien,
dat 'n de lucht eenigszins verhardt. De
cercaria omgeeft zich met dit vocht, rolt zich
in of krimpt in; het vocht verhardt tot een
schaal en de larve is weer een eitje gewor
den ; dat aan de «rashalm zit vastgekleefd.
Carmen Sylva ea de blinden" voorkomend
in het November-nummer van het geïllus
treerd maandschrift De Vrouw en haar Huil.
Moge de thee. sof e Katherine Tingley de
bewonderende aandacht trekken door een
rein en welbesteed leven, niet minder doet
dit Rumenië's vorstin, koningin Eliiabeth,
bijgenaamd Landsmoeder".'
De jammerlijkheid der veelvuldige oog
ziekten door heriditeit, onreinheid en besmet
ting, voorkomend in de Balkan Staten, heb
ben Carmen 3ylva's gevoelig hart met groote,
belangstellende deernis bewogen. In Rumeni
wordt het aantal blinden op 20,000 geschat.
In 't jaar 1896 werden ongeveer 10,000 sol
daten blind tea gevolge eener ontzettende
epidemie.
Koningin Elizabeth stichtte in Bucharest
het blinden-instituut Vatra Luminoata
Lichtende Haard, waarvaa veel buitenlandsche
bladen reproducties met belangwekkenden
tekst gaven. Over de honderd blinden hebben
een tehuis gevonden in deze koninklijke
stichting.
Doch de edelmoedige, werkzame Lands
moeder" is niet tevreden met een tehuis,
waar nog zoo luttel blinden zich kunnen
scharen om de Vatra Luminoasa". Haar
energie en organiseerend talent dry ven haar
in de lichting van een menschlievend, grootsch
plan: het stichten van een kolonie voor
blinden. De vorstin wil terrein koopen aan
de Adriatiscbe zee en daar stichten een
blindenstad. Blinden van alle nationaliteiten
zullen er samenkomen. Het aldaar onderwezen
en uitgeoefend werk moet de bron uitmaken
der verdiensten. Het Esperanto", de wereld
taal, zal er beoefend worden, opdat blinden
van verschillende nationaliteiten zich met
elkaar kunnen onderhouden. De onmisbare
factor voor de verwezenlijking van dit
grootsche doel is: geld. Niemand zal hieraan twij
felen of er zich over verbazen.
Alles wat Carmen Sylva met haar vaardige
pen verdient, en dat is niet gering, be
steedt zij ten bate van hen, van blinden
wier wèl-en-wee haar na aan 't harte ligt.
Dat het wél der blinden, goddank een niet
gering aandeel is, wanneer zij liefderijk ver
zorgd worden, dat zij in den regel ohder
gunstige omstandigheden een tevreden, ge
lukkige, schalke, opgewekte natuur bezitten,
wars van beklag, hebben wij dezer dagen in
onze dagbladen kunnen lezen, in de kolommen
prettig, lichtend van inhoud over de
feestviering te Amsterdam, naar aanleiding van
het honderd-jarig bestaan van het
Blindeninstituut aldaar. Neen I jammeren en klagen,
daarmee zijn blinden niet gebaat. Dankbaar
ea vroolijk zijn mét hen, en nimmer beknib
belen onze bijdrage waardoor wij bun haard
kunnen maken tot Lichtenden Haard."
Geldelijke steua, groot en klein, wordt
dankbaar ontvangen door de directie der;
Vatra Luminoasa Regina Elisabeta" te
Bucharest. Voortdurend laat de koningin
zich inlichten over de toegezonden bijdragen.
Zij besnoeit haar nachtrust om in veel ge
vallen eigenhandig te bedanken voor een
gift. Ook zendt zij dikwijls als bedankje"
aan den afzender of afzendster een brief
kaart, voorzien van haar portret en
handteekening.
Steeds meer nadert de tijd, waarop wij,
Nederlandsehe vrouwen, zoo gaarne onzen
huiselijken haard maken tot 't middelpunt
onzer zorgen, onzer koestering. De tijd,
waarop lichtend ia onze baardstede, de ter
mijn, waarop wij onze kleintjes willen ver
rassen, een glans van tevredenheid verlangen
te zien op 't gelaat onzer huisgenooten en
vrienden.
Ken vorstin doet een beroep op de hulp
harer zusteren. Zij, de met bermelijn ge
tooide, wendt zich om medewerking tot de
geringste onder ons. Alle vrouwen worden
door de Landsmoeder" verzocht haar te
willen helpen in het verwezenlijken van
haar grootsch ideaal.
CAPRICE.
Opeenvolgende gedaanten van een lever bot.
1. Volkomen leverbot. 2. Ei; 3. 1ste larve-vorm; 4. ingekapselde larve waarin zich
Rediën vormen; 5. ontwikkelde Redia, waarin zich staartlarven vormen;
6. Kleine poelslakjes; 7. Cercaria (staartlarve); 8. ingekapselde
cercaria, waaruit de leverbot te voorschijn komt.
Daar komen de schapen; ze grazen de sten
gels om den poel af tot op den grond, en ...
met het voedsel gaat de ingekapselde cercaria
naar binnen. Het maagzuur doodt hem niet,
in zijn veilige schaal passeert hij de maag
tot in de dunne darm ; daarin kruipt de gemas
kerde larve uit zijn schulp; dringt de galbuis
of een ander vat naar de lever binnen eri
ontwikkelt zich eerst daar tot een leverbot.
Die begint zijn noodlottig werk, met ver
stopping en ontsteking tot gevolg en de
dood tot slot.
Maar voor het einde van het schaap, heb
ben de leverbotjes als weer talrijke eieren
gevormd en deze zorgen dat de schapen
ellende niet uit de wereld komt.
Krijgt een mensch een aantal van zulke
haast onzichtbare cercariën naar binnen,
misschien door de handen, die eerst bloemen
plukten aan den poel en daarna ongewasschen
het broodje naar den mond brachten wat
immers op uitstapjes gebeurt dan ie daarmee
de gelukkig haast onmogelijke mogelijkheid
aanwezig, dat ook een mensch geïnfecteerd kan
worden. En die is dan gedoemd tot een ont
zettend lijden, dat, zoo goed als zonder uit
zondering, ongeneeslijk is.
Dan maar liever niet gaan pootjesbaaien"
in zoo'n Waschmeerpoel. Komen daar evenwel
geen schapen grasen en drinken, of worden
ze er niet gewasschen. dan is er ook geen
gevaar; dat spreekt.
E. HBIMANS.
CORRESPONDENTIE.
A.. C. N. v. d. B. Dat uw harsdruppel op bet
strand gevonden werd, kan allerlei onnaspeur
lijke oorzaken hebben. Een feit is het, dat
het nog al vaak voorkomt. De meest voor de
hand liggende onderstelling is, dat de drop
pels afkomstig zijn van het bout van pas
geoouwde schepen. Met barnsteen hebben ze
niets te maken. Het is gewoon broos hars,
van de consistentie ongeveer van
kolophonium of vioolhars.
8. v. S. Als mijn reisverslag af is, zal ik uw
vraag en een aantal andere in een of meer
opatellen beantwoorden. In een van de vol
gende opstellen vindt u denk ik al wel be
vredigende inlichtingen over firnsneeuw,
wildheu e. d.
Mw. B. S. G. Zend mij uw alpenplanten; als
ze tamelijk gedroogd zijn, zal ik ze wel voor u
kunnen determineeren.
E. H».