Historisch Archief 1877-1940
No. 1641
DE AMSTERDAMMER WEEKBLADVOÓR NEDERLAND.
Fransen machtig was. Dat de aitvoering in
deie taal voor bet publiek geen bezwaar wa?,
bewees het feit dat alle plaatsen zoowel voor
den Zondag ala voor den Dinsdag bezet waren.
Het Concertgebouw-orchest was als steeds
wondermooi van klank, zoowel de verschil
lende solo instrumenten als het geheele
ensemble gaf enorm veel te gf nieten.
De koren klonken ook zeer mooi en be
schaafd. Alleen scheen mij het mannenkoor
te zwak tegenover het zooveel sterker bezette
vrouwenkoor. V«rr de tenoren kon ik menig'
?aaal n iel s h oor en. Het kan misschien aan
beveling verdierven, de plaatsing van het
mannenkoor eenigszins anders in te richten;
f ;de heeren wat hooger te plaateen of wel
meer naar voren. Misschien ook lae het
«an mijn plaats dat het tenorengeluid mij
?iet zo) bereikte als gewenscht was.
De heer Emile Caseneuve zong de partij
van Wilhelm met al de charme van, zijn
fraaie n, echt franecfaen zang. Zijn stem is
niet forsch, maar zij draaft goed en het is
«en genot naar zijn voordracht te luisteren,
die getuigde van groote ervaring en artis
ticiteit.
Mevrouw A. Reballio Siewe mag onmid
dellijk raast hem genoemd worden. In het
tweede tableau L'Amour' was zij hem vol
komen ebenbürtig". Vandaar dat deze scène
veel indruk maakte. Ook in haar tweede
solo, in het vierde tableau, mocht mevrouw
Reballio zicb terecht luide toejuichingen
?verwerven.
Mej-trifrouw Jeanette Molabergen zong zeer
verdienstelijk de kleine party van de Moeder
*n 'de heer Arnold Spoel saet kernachtig
stemgeluid en Teel gezag de kleinere bas
partijen.
Mejuffrouw Marie Landi en de heer Johan
de Veer vervulden de twee pianopartijen op
artistieke wijze en de dirigent, de heer Ant.
E. Tierie, gaf door zijn levendige direcüe
bezieling aan de uitvoering. Enkele tem pi
waren misschien iets haastig, zoo o. e. dat
van de w&lf, maar aan den totaalindruk
schaadde dit niet.
Mejuffrouw Elena Gerhardt was de soliste
«op het laatste abonnementsconcert in het
Concertgebouw. Vóór de pauze drofg zij
Mederen voor van Hugo Wolf, na de pauze
van Bicbard Stranss.
Het komt mij voor dat de stem van mej.
©«hardt niet goed gevormd ie. In het
kopetem-register en ook in het mezzo, voce over
den geheelen stemomvang, klinkt het orgaan
mooi, maar niet zoodra wordt het mezzo forte
«of het forte. aangewend, c f de stem verliest
taa,r aanslag, de resonans ontbreekt en zooals
rdit gewoonlijk gaat, schromelijk detoneeren
is er het gevolg van. Behoudens een zeer
hinderlijk sp- en afsleepen van den toon,
toonde raej. Gerhardt wel begrip van voor
dracht te hebben. Maar ... on i eigen land
heeft tientallen van zangeressen aan te
wgaen die ook moo-i voordragen eo ... zuiver
zingen.
Het orehest gaf het meest te genieti n.
Een mooie reproductie van het concert van
Handel, dat ik naar aanleiding van het
Caecilia concert nog pas heb besproken, dan
Salomé's Tanz" v*n Strauss dat than* in
al zijn orchestglans kon schitterer, meer nog
d*n bij een uitvoering van het lager gelegen
orchest eener operavoorstelling; voorts een
ballet-suite Caase-Noisettfc" van
Techaikowsky, wel zeer aangenaam klinkende,
maar overigens weinig beteekenende muziek;
, ten siotte -de reeds vroege* uitgevoerde
Mili JLr- en Kriegsmarsehen van Strauss.
De heer Mengelberg en zijn voortreffelijke
ecfaare hebben de eer van den avond op
gehouden. ANT. AVKSKAMP.
MmmilllMIHIIIIIItmlIIMIIWIimiirlllUIHIHIIIimiriHmlIIIIIIHNIINnM
GDSTAAF VEBMEERSCH, Nozomer. Moderne
Drukken en Herdrukken. Uitgave
Meindert Booga«rdt Jr. 1908.
Gustaaf Vermeereeh hetft twee lomana
geschreven: De Last" en Manu en wetten",
bet eerste verscheen in 1904, het volgende
boek reeds een jaar daarna. Het hierboven
vermelde is zijn derde werk. Het is geen
roman, doch eer een groote novelle, daar
bet werkje slechts n enkel plan heeft. (Een
roman, daarentegen, is een samenschikking
vwn in elkander overgaande zielstoestanden
v»n ten of meer personen)
Een spoorwegbeambte komt wonen in een
klein Vlaamsen stadje, nest van woekerende
achterklep en fanatiek Katholicisme. Het is
iemand van eenige, primaire beschaving, die
ijverig in Jules Verne leest. Een droomerig
en diep zoo bedoelde de schrijver hem te
geven karakter. De vrouwen en meisjes
v*n die plaats draaien om hem been. Hij
voelt zich slechts aangetrokken door een
oudachtig meisje, dat samen met een zuster
woont, diéaan hysterie lijdt, welke ten siotte
in waanzin overgaat. Als hjj haar vraagt met
h*m te trouwen, weigert zij, hoewel zij zijn
kalme genegenheid deelt, om baar «ieke zuster
vrg van al hun zondetjea tegenover Vader en
Moeder en Gerda. Maar jonge, als ei ut zelf
kwam! Verleden jaar was 't goed gegaan,
was er niets gebeurd. Maar je kunt nooit
weten. Sint Nicolaas weet alles en
Pieterman had een grooten griezeligen zak: bij zich,
hul Van verwachting klopten de hartjes, van
verwachting en angst, en toen daar opeens
hevig het gelold van een harde schel klonk
en dadelijk daarop het rommelend gerammel
van een ketting, toen bonsden de hanjesen
de groot-open kinderoogen, boven de
roodroode wangen, keken de ouderea aan en toen
naar de deur.
Deze stond half openen plotseling regende
het, als vriendelijke voorboden van den goed
gezinden heilig, al zoetigheden, guikerbonen e i
suikererwten, in alle kleuren, en pepernoten,
die neêrtikten op 't vloerzeil. De kinderen,
beduusd en verschrokken, werden door Moe
der en Gerda wat naar voren gedrongen, zoodat
ze daar 'gedrietjes alleen en los kwamen te
staan, maar ze durfden niet grabbelen, keken
naar de open denr, vanwaar het wonder
lijke kwam.
En toen daar de hooge Sint plechtstatig
verscheen, rustig de geheele deuropening vul
lend met zijn wijden flnweelen mantel van rood
ea goud over 't wit-kanten onderkleed, met
op 't vriend'lijk oud hoofd den hoogen mijter
en in de hand den gouden bisschopsstaf, toen
zij hem zoo vredig en vriendelijk lachend
daar zagen, verzachtten zich hun oogen, al
klopten de hartjes nog wel, en al zagen ze wit
om de neusjes, de genepen stemmetjes durfden
toch zacht Dag, Sinniklaaa" te roepen.
De bisschop knikte goedig en maakte een
breed groetgebaar met de hand, die de
wijde mantelmouw meevoerde met het rijke
witte pelswerk van binnen.
niet alfaen te moeten 1ste», en boete te doen
voor haar gedrag, dat niets anders dan een
schuchtere liefdeshandel was. Hij wil heen
gaan uit bet stadje, doch besluit dat het
dapperder is te blijven en hare opoffering te
deelen.
Kenmerkend is d« verandering, die de
geest van VermeerEch in dit laatste werkje
schijnt te hebben ondergaan. Er zijn elemen
ten in, die, hebben zij ook in de vorige werken
latent geleefr, zich thans eerst toonen.
Of deze «en gewin kunnen heeten? Voor
den karsïenaar voorloopig zeker niet. In de
beide vorige werken was leven, rhythmus,
plastische neiging. De psyche van een meifje
in Manaenwetten" was niet vlak aangezien
en in de zuivere richting begrepen. Leven
gaat voor alles in het kunstwerk. Leven der
zielen, of leven der lichamen alleen (als dit
in den beperkten zin in een kunstwerk mogelijk
zou EJJD): er moet leven zijn, voortstuwende
kracht, rbythmu?. Het we)k was voortdurend
onbeholpen en onvast, in de beschrijvingen
was geen lijn, en geen schifeking, er was in
deze verhalen een overlading van leelijkeen
onbeteekende details, doch de rbythmus van
het leven stokte er. niet. En wij kunnen
nooit vergeten dat het onbeholpene zijne
bekoring heeft: de gelukkige vondsten, de
toevalligheden, die dikwerf de zuiverste
zielsgaven van zulk een schrijver zijn. De levende
weergave van een onbelangrijke werkelijkheid
was bet bereikte in dat werk dat is niet
genoeg om er «l .te lang by stil te staan
de drang mar diepte, fle diepdoorleefde
wee«aoed qp *n enkele plaats, een strakke frase
eoma die meer beroerde dan enkel het ding
zooate «en ieder bet riet, waren de beloften
van «en zuiverder schoonheid daarbij.
Nu heeft Vermeersch een anderen toon
ingezet, die, al deed zij dit werkje mislukken,
hem op den duur wellicht eigener zal blijken.
HU Leeft zicb rekenschap van zij n eigenaard
gegeven. Deze rekenschap schijnt het gevolg
te zijn van de intellectueele ontwikkeling van
dezen natuurschrijver. Doch de overgang van
het onbeheerschte en onbewuste naar het
bewuste en het doel-berekende eiecht inden
kunstenaar een gevaarlijke kentering. Dit
werkje heeft alle teekenen van zulk eene
kentering in bijni alle meeningen. Heel dit
verhaal is ietwat vaal en krachteloos ge
schreven : doch wij ontwaren den drang
erin om de dingen, inplaats van door de
om Echrijving, met het eenvoudige enkele
woord dichter in hun wazen te raderen.
Doch Vermeersch gaf zich te weinig moeite;
wil men de . dingen met een enkel woord
verbeeidsn, dan behoort zulk een aanduiding
belangrijk, concentreerend te zijn, het vaste
punt als 't ware waarrond wij at het onge
zegde voelen zweven, aanwezig weten.
Eigenaaidiger openbaart deze kentering
zich in de wijze waarop Vermeerech zijne
menschen ziet. Er is een (romantisch, te
heeten) neiging naar meer diepte, om de
menechenziel als samenkomst van veel
geheims, verbonden met alle ruimten en tijden
te zien doch doordat deze meening een
vooropgestelde is geweest, hebben zijne figu
ren minder dan in zijn vorige werken het
leven, de natuur. Deze meening is tendenz
geworden, zij is niet n met het leven.
Het oorspronkelijke mysticisme van
Vermeersch gemoed schijnt zicb thans in een
zeker aantal spirit is tiecbe theoriën te hebben
vastgezet, en vastzetting is versteening. Het
heeft er thans veel van, alsof Vermeerech,
overtuigd van het geheimzinnige wezen van
den meuBcb, in tal van vage definities, dit,
naait de vluchtig beschreven realiteit, tracht
te omschrijven, inplaats van ons het gevtel
van deze geheimzinnigheid te ge?en, op de
wijze des kunstenaars, door zijn afbeelding
n.l. Er is ieti pedantisch in dit streven; een
waan van beter-weten zou men kunnen
zeggen. De bewustheid of zelf beheereching
van den zuiveren kunstenaar is anders. Deze
behoadt aUqd de ingetogen bescheidenheid
tegenover de schoone verschijnselen, en hun
onbegrepen oorsprong».
Een voorbeeld van de wijze, waarop Ver
meersch zijne psychologische theoriën geeft:
Zijn vrouw kende de zaak en wist van de
gastvrouw welk een leventje Stiena had. De
vrouw was daarop medelijdend aan Stiena
beginnen denken (begonnen te denken, C.),
en deze, die in haar bed lag, voor alle in
vloeden ontvankelijk, dacht: die vrouw Y»n
Theodoor lijkt mij een goeds ziel, ik zal wtl
soms tot bij haar gaan,... ik moet tot bij
haar gaan.
En dat verlangen klom tot noodzaak door
de levendige voorstelling die ze kreeg van
Theodoors vrouw en van haar beminnelijk
doen."
Men ziet dat hier in plaats van de eigenlijke
psychologie, redeneering geboden wordt, en
wel, daar er hier van iets on-zinlij fes sprake
is, spiritistische redeneering. De: e i< het, die
het gan*che werk een fijne en niet dadelijk
te ontdekken schijn v?n onechtheid geeft.
Wel, kleine man, kom je Sint Nicolaas
niet eens een handje geven 1" Op den staf
statig steunend trad hij een weinig op de
kinderen toe en stond daar nu hoog en alleen
en vriendelijk in 't midden der kamer. Je
mag wel," moedigde hij menschelijk aan.
Gerda legde Wimpie's even terugtrekkend
handje in de hand van den heiligen kinder
vriend. Daar bleef het veilig en
warmgekoesterd rusten in de witte wol. Eu er
werd gevraagd, of Wimpie zoet was geweest
dit jaar en of hij wel altijd zijn eitje bad
willen eten en 't ventje biechtte alles op, al
zijn misdadighederj, waar de bisschop dan
goelijk boos om dee en belofte van beter
schap vroeg en als de vrede gesloten was,
streelde hij het ventje en vroeg hem om ziju
liedje, dat het kind daad'lijk opzei. Het
klonk zoo wonderlijk fijntjes en allen zwegen
heel stil en luisterden met zachte liefde naar
dat zuiver geloovige en dankbare
kinderstemmeije:
Sinnieklaaeje bonne bonne bonne,
Gooi wat in mijn leege tonne,
Gooi wat in mijn laarsje,
Dank u, Sinnieklaafje.
En 't jonkske, bedremmeld, ging naar zijn
moeder, die hem. knuffelde en trotsch en
dankbaar opkeek naar haar man, die naast
haar zat.
Nu werd ook het kleine meisje toege
sproken en ondervraagd en kreeg haar be
rieping. Sinterilaas wist alles en zei, dat
de jokkentjes op 't voorhoofd te lez^n ston
den en dat Mientje nooit meer mocht snoepen,
maar, toen er waterlanders dreigden, ver
zachtte Sint zijn toon van verstoordheid en
bestraffing tot een van milde tevredenheid
en mededoogen. Maar 's rneisje's liedje
Wat de heer Vermeersch gelooft, wordt óns
niet geloofwaardig gemaakt. In zulk een geval
ik herhaal willen wij het gevoel van
deze geheimzinnige sympathie ontvangen.
Er blijkt hier een zeker gemis aan
kunstenaareernst. .
Heel deze uitweiding zou geen nut hebben,
ware Vermeersch een onbelangrijk schrijver
geweest. Dat is niet zpo, Zyn vroegere werken
beloven meer, en ook thans heeft deze
miggroei een goeden grond, inzijnrteds vroeger
zich toonenden, mystischen aanleg. Ook is
er in dit boek aan zuivere afbeelding
allereerst iets te vinden, en ook te midden
van het mystigche gestamel bloeien wel
enkele zielsvoller woorden open. Doch deze
laatste staan verdwaald.
W.at de uitwerking van dit verhaaltje
botreft: ze is ietwat omslachtig. Voortdurend
hinderend is de voorgewende beheersching
van het psychologische geval. De waanzin
van de zutttr lijkt te zeer bedacht, te
zeer bestudeerd, en te weinig concentree
rend beschreven. Levend slechts dunkt
mij de aanduiding van de eenvoudige liefde
van Stiena, schoon ook hier de schrijver te
naïeflijk toont te weien wat hij wil.
Vermeersch moet het vroegere
levenerhythme in zijn werk weder terugvinden, den
drang om zuiver af te beelden, wil een ver
dieping van uitzicht hem als kunstenaar een
winst worden.
Zijn Hollandsen zou men zich aannemelij
ker van syntaxis en spelling wenschen.
DIRK COSTEE.
Berichten.
ScjIEIJVKES-nONOKAEIA IS VROEGERE DAGEN.
In de Revue des deux Mondes een belangrijk
artikel van den Vicomte d'Avenel over den
maaischappelijsen toestand van kunstenaars,
dichters en schrijvers aindi de tijden der
troubadours. Uit zijn van ijverige studie
getuigend opstel (aten wij volgen wat daarin
gezegd wordt over schrijvers uit de 17e en
i8e eeuw.
Eeu rijk geworden auteur was Boileau;
hij liet een kapitaal vaa 28ü.O(iO francs na,
benevens een beaitirig in Auieuü. Lafontaine
stierf arm. Toen zijn einde naderde, maande
hem zijn biechtvader om te bidden en vroeg
aalmoezen voor de armer. Lafontaice ant
woordde: Aalmoezen kan i; niet geven
want ik bezit niets, maar mijn uitgever heeft
juist een nieuwe uitgave van mijn fabelen
gereed waarvan ik honderd exemplaren krijg;
ik geef zo u en gij kunt ze voor de armen
verkoaper." Corueille wilde van de opbrengst
zijner werken leven; dat gelukte hem echter
zio slecht dat bij zijn dood een kapitaal van
60.000 francs alsmede een huis in Rcuaau,
eens zyn eigendom, er bij waren opgeteerd.
Raeine kreeg in 't begin voor *ijn stukken
twee tooneelspelers-aandeelen van elke op
voering naderhand kreeg hij een grooter
aandeel. In 1665 ontving hij van den koning
een jaarlijksche toelage van 2000 frai c»,
welke na Andromaque" tot 2600, na de
Plaideurb" op 4000 en bij zyn huwelijk in
1677 op 7000 francs gebracht werd. Boven
dien verkreeg hij een ontvangersplaats wel se
hem 7800 francs opleverde, terwijl zijn vrouw
eenzelfde inkomen meebracht, zoodat hy geen
financieele zorgen had.
Later werd hij t^tïistoriograaf van frank
rijk benoemd op eenjsalarie van 14000 franc?.
Daarna moest hij den koning op zijn veld
tochten vergezellen, waarvoor hij in zesjaar
145.000 francs ontving. Bjj zijn dooi hadden
Ricine en zijn vrouw te zamen 55.COO francs
inkomen en liet hij een aanzienlijk vermogen
na; wat hu daarvan echter met zijn
tooneelstukken verdiend bad was zeer gering.
De eenige van de zeventiende eeuwsche
schrijvers die, naar men meent, van zijn
stukken leefde, wa« Molière. Het is echter
moeielijk na te gaan wat hij daarmede en
wat hjj als schouwburg-directeur verdiende.
Voltaire verdiende wel veel als schrijver,
maar meer nog door geld tegen hooge rente
aan allerlei voorname personen te leenen en
door als een beursotan zijn geheele leven
lang te speculeren in allerlei ondernemingen.
Bij zyn dood bedroeg zijn inkomen, volgens
door hem zelf vastgestelde opgave 350.000
francs. Rouaseau kreeg bij de opvoering te
Fontainebleau van zijn Levin du village"
van den konit g een geschenk van 5400 francs
en van Madame de Pompadour 2700 francs,
bij de opvoering te Parijs 2700 francs be
nevens 1125 francs voor de partituur, zoodat
dit werk, waaraan hij zes weken gearbeid
had, hem 11.925 francs opleverde. Zijn
Dictionnaire de musique" bood hy den uitgever
aan voor 10.460 francs of voor 5.400 francs
in cottanten benevens een levenslange
jaa*jkscbe uitkeering van 600 francs. De uit
gever koos het laatste en betaalde hem
gedurende twaalf jaren tot z'rjn dood per
jaar 600 francs.
Daarginds komt de stoomboot
Van Spacje weer aan
werd niet feilloos opgezegd en terug weór
bij Moeder, borg ze 't roode hoofdje aan
Moeder's borst.
Jan, ferme bengel van 10, ging nu, uit
zichzelf, op den Sint toe, stak durvend zijn
band al uit. Maar ernstig keek de bisschop
met zijn heldere blauwe oogen uit bet
witgebrauwde en -gebaarde gelaat den knaap
in de brutale kijkers.
Geloof jij niet, dat Sinterklaas bestaat,
mijn jongen?" klonk de diepe en ernstige
stem.
De knaap stond daar nu zoo klein tegenover
dien hoogen en matigen indmkwelskenden
bisschop, wiens stem niet kwaad of dreigend,
maar zacht-verwijtend had geklonken. Zoo
los en zoo verlaten, zoo hulpeloos en zonder
houiing stond het kereltje daar EU, wijl zijn
brutaal uitgestoken jongenehand heenzonk
lacgs 't nu oneigenlijke jongenslic'uaam.
Jij hebt aan je broer Diclc gezegd, dat
Sint Nicolaas niet bestond, dat jij van al die
praatjes geea snars geloofde...."
't Was ontzettend, de grond zorsk weg
onder /ijn voeten, zijn hoofd voelde hij om
hoog gaan. Als Sint Xicolaas hem aan zou
pakken, zou hij om Dick schreeuwen. Och God,
was Dick in aar hier. 't Zweet kwam op zijn
voorhoofd.
Maar uu legde de verge vensgezin de Sint
zoo echt vertrouwelijk, zooals moeder wel
dee, ijn hand op Jau'g hoofd.
En wat zei je broer toen, weet je dat nog?"
En stotterend, alleen verstaanbaar voor
den bisschop kwam het eruit, wijl de kleintjes
haast luet ademden van aEgst en ontzetting
en naar den vreeselij ken zak keken, die Sint
Van zijn andere werken ontving hjj voor
de Nouvelle Héloise" 4860 francs, voor zijn
Contract social" 2200 fraccs, voor de Lettres
eur les spectacles" 1620 francs; alles na
langdurige onderhandelingen met de uitgevers.
Voor zijn Emile" wilde hij 20,000 francs
hebben; verkreeg echter niet meer dan 7000
francs. Voor het eigendomsrecht van zijn
gezamenlijke werken vroeg hij een lijfrente
van 3UOO francs; nadat de onderhandelingen
daarover waren afgesprongen wilde hij met
2200 franks genoegen nemen maar kon ten
slotte niet meer dan 1400 francs voor zich
en 600 francs voor Thérèse Le Vassenr be
dingen. Rousseau zag zich verplicht zijn
bibliotheek te verkoopen, derussischekeizerin
Katharina II kocht haar voor 110,000 francs,
maar liet er hein het levenslang gebruik van.
liet de ontvangst kon hij zijn schulden
beta'en, maar moeat van 2700 francs jaarlijks
leven. Ztktr een armzalig inkomen voor den
mao, die door geheel Europa beroemd wap.
Zijn eeuw kende hem. maar betaalde hem
niet. Dan was Didtrot er beter aan toe; zijn
Encyclopaedie bracht hem 450.000 francs op.
BOEKVERKOOPINO TE LEIDEN. Bij de firma
Burgersdijk en Nierrrans, te Leiden, zal op
16 tot 18 December as. eene boekverkooping
plaats hebben, welke zich uitsluitend beweegt
op het gebied der geneeskunde, scheikunde,
technologieën natuurkunde. Achtereenvolgens
zullen verkocht worden tal van standaard.
werken, tijdschriften, plaatwerken, zeldzame
uitgaven en curiosa over geschiedenis der
geneeskunde (waarbij gezochte uitgaven der
geneeskundige klassieken en merkwaardige
werkjes), anatomie, physiologie, bacteriologie,
chirurgie, obstetrie, laryngologie, psychiatrie,
interne geneeskunde, hygiëne,
veeartsenijkunde, echeikuLdige wetenschappen,
pharmacie, suikerindustrie, natuurkunde,
wiskucde, sterre.kunde, ingenieur»- en
krijgsweten-chap, natuurlijke historie, vogels en
insecten, jacht en visscherij, plantkunde,
tuinbouw, tabak, agricultuur, delfstofkunde,
mijnwezen, enz. enz. Tot s'ot eene verzameling
geneeskundige instrumenten, compleet skelet,
microscopen, boekenkast en andere varia.
De catalogus ia verkrijgbaar en de boeken
zijn 14 en 15 December te zien.
De Beweging. Der. '08 : Het Al-Eenig Leven,
door Nico van Suchtelen. Elementen, door
Albert Verwey. Shelley's Prometheus
Ontboeid (vertaald) door Alex. Gutteling. De
Positie v»n Nederland in de Internationale
Politiek, door L. L. C. M. van O ut hoorn.
Sociale Hygiëne, door I. P. de Vooyp.
Boeken, menschen en stroomingen, door
Albert Verwey. BoeKbeoordeelingen.
Groot Nederland. Dee. '08: Frederik van
Eeden, Y&brand. Karel v. d. Woestyne,
Verzen. Dr. ,7. L. Walch, Humanist en
Curisten in (ie XVII eeuw (sloO. Snze
la Chapelle-Bcobol, Fientjes moeder.
H. van Loon, Het einde. - Dramatische
Kunst. Literatuur.
De Katholiek. Dee. '08 : Francis Thompson,
door H. VVismons. Jorb Karl Huysmans,
door Louis B. M. Lammers. Cyrillo
Methodiana, do jr Dr. Jos. Schrijnen. O 'er
Bijbel en hybelkunde, door J. van den Dries.
Sociologisch overzicht, door J. D. J.
Aengenent. Droom vaart, door E. van
Kroonenburg.
Pro en Contra. Xn. 9: Gedwongen
winkelslnitini?, Pro: M. H. G. Tb. Fiedeldy
Dop. Contra: S Oeenik.
Jeugd. 12e all. M. C. Kooy van Zeggelen.
K'eine Oeke. Mooie boeken voor groot
en klein. H. K. Onze Sport. Vreemd
en Eigen. Drukte in de wereld. Beatrix
Potter, De kleermaker van Gloucester. B.
van Hasselt, bij de plaat. Waarheid en
fantasie.
De Vrouw en haar Huif. No. 8. Goud en
groen, door C. A. Worp. Sinterklaas, door
A. de Haas. Sinte Maarten, door J.
Kerkmeijer-Bakker. Een Frar.sche artiste,
door L. A. Kleine Huisgenooten, door
D*. A. J. M. Gaijeatne. Het kapsel van
voorheen en thans, door H. K. v. G.
Kinderkleeding voor Oost-Indië. Hoe
kinderen den Kerstboom vergieren, door
M. J. Franken?Ooeter. Plumpudding,
door Martine Wittop Koning. Een praatje
over briefschrijven, door C. W. E. Twee
woorden, door Marie. Bij de jaar wisseling,
door J. J. Meijer. Elck wat wils. Wat
men ziet en leest. Ingezonder. Bericht
over patronen.
Nieuw Vrouwenleven, Maandblad voorDanwg:
Hoofdartikel: Limonade eo Melk,door dr. W.
F. Hesselink. Rubriek voor Heeren: Van
de Taal en Letterkundige Congressen gespro
ken, door mr. Frans Coenen. Met Sint
Nicolaas. Cosmopolitische Caramels, door
Mimosa. Kunst: H. van In ge n (met twee
reproducties naar zijn werk), door J. H.
Geerlingc. Tentoonstelling van Schilderijen van
Ed iard EConing in de kunstzaal van Jac. de
Vries z. Boeken- en bladennieuwp.
Hotels en pensions in binnen- en buiten
land. Allerlei. Buitenlandsch Overzicht,
door H. Grefe van Oosterzee. Feuilleton.
Eigen Haard, Kitly, door M. J. Salverda de
Grave?Herders ;hóe, III.?O pen Hare biblio
theken, Ginder en hier, door J. D. C. Dokkum,
IV, slot, met afb. Teleurstelling, door Han
Hage, II. Jhr. mr. Cornelis Henrick Backer,
t 19 Juli 1825?9 November 1908, door mr. A.
Telders, met portret. Het nieuwe Bankge
bouw van Labouchère, Oyens & Co., te Am
sterdam, met afb Feuilleton. Tuinsteden.
N. V. Het Tooneei". Marcel Myin.
Voordrachten over Indië. Hoogwater in
Helle^oetsluis, met afb.
40 teate v*r regtl.
BOUWT te NUNSPEET
op de VELUWE.
Inlichtingen bij Arti", doorloopende
schilderijen-tentoonstelling aldaar.
tocKunrs
oenen
op elk g-ebied
Vraag 14 dasfjsch Bulletin van nieuwe
Huil.. Fransche. Eng. en Duitsche boeken.
Geregelde toezending gratis.
Werken van L. E.
SILHOUETTEN, 3e druk.
Onder de Republiek.
Prrjs ?2.90, gebonden ?3.50.
Uiteavpn ^an VAX HOLKEM t &
WAREXDORF. Amsterdam.
Eenige
Fabrikanten
W.BengerSöhne
Stuttqart
Hoofddepót te AMSTERDAM: Kalverstr. 157
E. F. DEUSCHLE-BENGER.
Vulpotlood
Dit is het
potlood, dat alt|(d
puntig blijft zonder
dat het ooit geslepen of gedraaid behoeft
te worden. .-*j
Ook gekleurde, prachtig dun en stevig,
elegant, eenvoudig en onverrlytbaar. Overal
te rerkrijgen. Prijs OO cent.
Koopt UITSLUITEND BOTER OMDEB RIJKSCONTROLE.
De STAAT GARANDEERT U een ONVERVAL.SCHT product.
Boterbaudel ,.ZUIDLAREDf'% REGULIERSGRACHT 27. TELEFOON 8935.
bij zicb had, wijl de ouderen zich op de
lippen beten, en vermeden elkander aan te
zien om 't niet uit te proesten.
Dat Sinterklaas bestaat, als je eraan ge
looft."
Goed onthouden en geloof je nu, dat Sint
Nicolaas bestaat?"
Vol heilige overtuiging, klein van ontzag
zei de groote jongen, in snikken uitbrekend:
Ja, Sinnikiaas l"
En Sint gaf hem een ferme hand en streek
hern over 't' hoofd, streek met zijn kriebelige
wollen want de tranen van de leuke
jongenswangen, liet hein het liedje zeggen, daar hij
recht op had. Maar dit klonk beverig en
geheel verslagen, het liedje van den grooten
bengel:
Zie, de maan schijnt door de hoornen,
't Avondje van Sint Niklaas.
Nu stonden de drio kinderen dicht bijeen
met de ruggen tegen de tafel, met een ge
voel van verlichting, omhoog kijkend naar
den schitterenden bisschop, hun aller ?riend
nu, en zij wacht t en rustig af. Niemand hoefde
mee naar Spanje.
Zi; wisten, hoe 't nu verdor gaan zon. Sint
Nicolaas zou ieder een hand geven, zou han
denvol lekkers Btrooien. Daar stonden ze nu
op te wachten, of ze er recht op hadden.
Maar nu gebeurde het vreemde. De Sint
riep het groote meisje, riep Gerda tot zich.
Er kwam een verwondering o Ter allen, men
keek elkaar aan, maar begreep niet. Ook het
mei?je en de ouders waren niet op hun gemak.
En Sint, met weifelende stem en zachter
nu, herhaalde zijn verzoek en de kinderen
hielden van verbazing elksür bij de hand,
de mondjes open, zagen 't met ontzetting
aaa, hoe groote zus naar den Sint toeging
MimiiMiliim
en voor hem b!eef staan. En Sint Nicolaas
weer met zijn gewone langzaam-plechtige
stem vroeg: En heeft Gerda geen kwaad
gedaan dit jaar?"
b u zon er iets vreeselijks gebeuren, dachten
de kinderen. Maar ook de moeder wist niet,
wat dit beduiden moest en greep de hand
van haar man, hield die vast.
't Meisje, half in spel voor de kinderen,
half in ernst, door dit onverwacht optreden
zich werkelijk klein voelend en onder den
indruk, antwoordde met onvaste stem:
Neen Sint Niklaas, heusch niet l"
Toen nam de Sint de hand van 't meisje
in de zijne en zei zacht, maar goed verstaan
baar voor die 't begrepen: Sint Niklaas wel,
Gerda, vergeef me." En 't meipje blij en op
gelucht, liet zich nemen tegen zijn borst; Jan,
schrikkend van zijn eigen er zoo maar
uitgtflapte woorden, riep: o Moe, Gerda heeft
Sint Niklaas gezoend l"
En allen lachten om den jongen, Vaderen
Moeder, de kinderen en de bisschop zelf, lach
ten om de vreemde Sinterklaas-ve'tooning.
Maar 't vreemdste van al was, dat Sint
vertrok zonder om zijn slotliedje te vragen,
zonder nog eens ta strooien. Gerda deed hem
uitgeleide.
En't was op aansporen van demoeder, d:.e
straalde van blijdschap, dat ze hun liedje den
Koedeu heilige na7,ongen en kinderlijk zong
Moeder's stem mee:
Sint Niklaas, goed heilig man,
Trek je besten tabberd an.
De kinderen bleven langer op dan ooit te
voren. Toen Dick na een kwartiertje bieren
kwam, vertelden ze ora strijd van het bezoek,
van 't vreemde slot en dat Gerda Smterklaa-r
zoomaar had gezoend.