Historisch Archief 1877-1940
No. 1642
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Ipheid en ««dwongen g»ertigbeid, die den
literairen producten eigen was, toen men uit
gebrek aan eigen aandoenlijkheid niets van
het gewone leven bizonder belangrijk vond
en meende het liever in dito eigen armzaligen
geest te moeten zoeken. Daarvan bebben bet
naturalisme en de tachtigers" ons inder
daad een tijd lang verlost. Op den duur is
toen de bewondering voor het woord gezakt
en beeft men begrepen, dat de «in verwaar
loosd werd
Maar thans ziet het er vaak weer zoo uit
als vóór tachtig en vindt men in den stroom
Y*B nieuwe letteien heelemaal geen cultuur"
meer, maar een sloidig, banaal en ijdel ge
babbel, meest niet gebeel zonder zin, wel is
waar, maar toch zonder zinmn" en vol
van nuttelooze, tot op den draad gesleten
woorden, weerzinwekkend van gewoonheid.
Zie nu echter hoe deze voorname auteurs
boven die schamele menigte staan. Zg ver
zorgen het woord met liefdevolle aandacht,
lij kiezen het teekenend, maar niet
bniteneporig, gelijk by den opzet van zoo een lang
verhaal past en rij vermyden vooral het
overbodige en du * indruk schadende. Als
men het heel" van heel smal en heel
lang" nitiondert, schijnt in deze scène geen
woord te veel of niet op zijn plaats te staan.
Alles volgt in de noodzakelijke orde der
rustig zich ontvouwende innerlijke ziening
van net gebeuren, en tipte op de teenen v»n
. zijn lenige linnen slofien", zachte turkoois",
matblcmk achoudertje", omberkleurig
okseltje", zijn zoo eenige proeven van goedge
troffen verwoording van klare en vaste
ver, be»)dinga voor s telling.
Doch tevens hebben de auteurs den zin
niet verwaarwaarloosd, die nergens opvallend
«fwykt van de gewone Hollandsche syntaxis
en echter een frischheid en lenigheid bezit,
een ruimte en voortvarendheid, een vast
heid van greep, gel\jk wonderwel past voor
een werk van langen adem, van breeden
opxet en dat een wijd stuk leven gaat
omvademen.
Des te meer jammer waarlyk dat Een huit
tol memchen zoodanig een werk niet is.
Wie een verhaal opstelt van een groot
huis in Parys met al zijn bewoners, moet
«ich niet verwonderen, als de lezer terstond
aan Pot Bomlle denkt, en dan vervolgens
aan, dien zin uit Scbeltema's bovengenoemd
boek: dat naturalisme nu kwam naar Holland
en verkleinde en verfijnde zich," een zin die
ala voor dit speciaal ge val geschreven schijnt.
Tegenover dien algemeenheidstitel, met den
garkastifch karakteriseerenden achterklank:
Pot Bouille, kozen deze echry'vers, met fijne
onderscheiding, het voorzichtig neutrale: Een
hin» vol menschen, aldus niets meer belovende
dan een verhaal van menschen, die in n
huis samen wonen. Maar zij zullen zich daar
mede dan ook bewust zijn geweest, dat
door dit huis" al een zeer los verband wordt
aangeduid en aldus de breed-opgevatte"
roman uiteen valt tot een bundel... novel
len ..., schetsen..., zelfs krabbels en
instantanéetjes... ja, vooral instantanéetjes, of
genretchüderijtjes, al» men dat liever wil.
Er zijn hier vier of vijf verhalen van
grooter uitgebreidheid, episodes uit aet
burgerlijk leven van Parijs, die eigenlijk
«onder redelyken grond in kleine stukken
gesneden en onder elkaar gemengd zijn als
een literaire huzarenshi, zeer ten nadeele
van hun eigen fijnen smaak. Daarnaast vin
den wij eenige ontworpen verhalen, echte
schetsen" en dan die tallooze tafreeljes"
en beschrijvinkjes, in zuiver natnralistischen
liefde door het onbeteekenend détail gegeven
en die soms waarlyk al te veel tot het in
ventaris acbtige naderen. En midden in het
boek als een brutaal klein hors d'oêuvre, een
losse en lollige, een sappige en dol vermakely ke
historie van vier drinkebroers, die op Aller
zielen een dag uit zy'n. Een wonderlijk boek
alzoo, dat met al zy'n talent toch de gebreken
van het naturalistische soort verbijsterend
doet uitkomen. Men kan toch niet anders
aannemen of de auteurs vonden dat huis"
al verband en eenheid genoeg en achtten
het volmaakt geoorloofd een boek de wereld
in te eenden dat allen uiterlyken schijn heeft
van een degelijken roman, maar achteraf
enkel een verzam.dwe.rk blijkt te zy'n, een
Huis vol Koman-materiaal", een
Voorraadgchuur van Eealistische Romanmotieven",
esn Schetsboek van Parijsche Hollanders"
of hoe men het ook noemen wil. Zoo forsch
en keurig tevens, zoo fijn en strak omsloten
de taal en stijl zich voordoen, zoo loslyvig,
zoo volstrekt anarchistisch en
brutaal-nonchalant staat het met de compositie.
De auteurs beschrijven alles, omdat zij
bly'kbaar alles even belangrijk vonden (hetgeen
niet zeggen wil dat zij 't ons altyd belangrijk
weten te maktn) en zoo blijkt de titel ook
in dit opzicbt teekenend. Want dat huis" en
't samenwonen in dat huis, is hun geenszins
een uiterlijke en onbelangrijke toevalligheid,
maar 't wordt tot iets essentieels, tot iets
stemming,hoe verhevener haar woordenkeus).
Ik heb grooten lust, haar een beetje met
mijn klimop te gaan kastijden; met stillen
weemoed donk ik er aan, hoe ze, df>n dag
van mijn examen zei: U moet morgen maar
eens heelemaal niels doen, juürouw, want u
ziet zoo bleek." Toen verbeeldde ik me, dat
ze toch wel hart voor ons had. En nu gunt
ze ons niet eens een pretje! Wat kan 't me
toch schelen l
Quasi luchthartig antwoord ik.: Morgen,
o nee, dan moeten we uitslapen van van
avond.'
Maar ik merk met bitterheid, dat, ze wel
degelijk een slechten invloed heeft gehad op
my'n feeststemming.
Gelukkig komt Berth gauw thuis, met de
bloemen.
Die is nog meer gegriefd, want toen de
taart kwam, vroeg juü'rouw Snoek haar, of
ze ging trouwen.
Stel je voor, ala je nog drie jaar moet
wachten!'
Toch lucht het ons op, onze wederzijdsche
harten by elkaar uit te storten, en als de
gasten komen, zingen we:
We zijn nu ons geweten,
Weer heelemaal vergeterj."
Bram.nogal nieuwsgierig uitgevallen, rraagt,
wat we daarmee bedoelen; maar Berth zegt:
strakjfS, als je zoet bent."
Bram is de eenige manspersoon; hij mag
voornamelijk komen, omdat hij zoo goed
piano speelt, plagen we.
Het -wordt een gezellige avond.
Eerat kletsen we nog wat na, over onze
examens en bespreken onze grootscbe plan
nen voor de toekomst: welke
liefhebberijcolleges we nu zullen gaan loopen enz.
van dieper en haait mysterieuse beteekeuia
die.... iy alleen maar verzuimen ons nader
te doen kennen. Dit nu is karakteristiek
voor het naturalisme, het echte en zeer
verwerpelijke, dat zoo maar ongeschoeid en
in hemdsmouwen het leven in tijgt, niet om
het te pakken precies waar het interessant is,
maar om het te pakken waar men het grijpen
kan, in de vage verwachting dat het wel
interessant zal blyken.
Dit in uiterste kleinigheden gaande
beschrjjven der tuintjes, die gedetailleerde
opname der appartementen van mlle
Lefournier, docteur VaUncy en Carpentier, de
tuinschilderingen van het Luxtmbourg, de
Paryeche wandelingen, de in alle Technische
by'zonderheden gaande studie van het
hoedenwinkeltje van Mme Dutoit, om maar een paar
voorbeelden te noemen... het is alles
blootelijk pour l'amour de l'art., om het plezier
van beschrij'.-en alleen, want wij maken
nauwelijks meer dan vluchtig kennis
met M Ut Lffuurnier en Ie docteur Valency,
terwy'l voor den indruk der gebeurtenissen
de speciale kennis des concierge's loge, juf
frouw Dutoit's hoedenzaak, van al de
bloemranden in het Luxembourg enz. ons zeer
ontbeerlijk is. Waarbij nog deze ver
zwarende omstandigheid komt, dat sommige
beschrijvingen wel minutieus en precieus,
maar weinig suggestief zijn. Zy zijn te lang
en te nauwkeurig blijkbaar om een totaal
beeld te ge'en. Terwy'l anderen weer als 't
ware in n alag raak zijn.
Dat is 'c, het ongelijke in de beeldende
kracht van het boek, trots al de liefde en
gestage zorg aan de bewerking gewy'd! Men
bespeurt wel degelijk bet verschil van hand
in de verschillende hoofdstukken en zelfs
in n hoofdstuk. Zoo heb ik een zacht ver
moeden dat het bezoek van Jozette en Mlle.
Villetard aan het mutée Cluny grootendeels
door den hetr Scharten?Antink geschreven
is en de historie van de drinkebroers door
mevrouw. Indien ik het mis heb, tant pis pour
mori.... Zoo heb ik zelfs het idee dat de
geheele Jozette figuur door ....
Maar neen l dat is wel een bedenksel en
vormsel van de auteurs te zamen....
Jozette is een cocotte, moet men weten,
meer bepaald een Parijs-Fransche variatie
van de soort, iets dat men in de veertig
jaren der vorige eeuw een grisette" noemde
en waarvan men vreesde, dat het sedert,
met dien meer naieven tijd, verdwenen zou
zyn. Menigeen zal het dus aangenaam vinden
uit dit boek te vernemen dat het type nog
altijd bestaat, al was het dan nooit zoo
poëtitch als Mnssei en Murger het maakten.
i>och Scharten-Antink zien het nog zoo,
zien haar nog zoo: als een bevallig, zorg
zaam, snoezig huishoudstertje, tevreden als
zij maar mag liefhebben en een hél klein
plekje om te leven open vindt. Zoo zien en
gevoelen zij hun Jozette diep in hun
Hollandsche hart. Maar daar hun verstand wel
weet, dat dit niet voldoende is, dat een
grisette" toch geen kostschoolmeipje kan
zyn, die een idylle met een Hoogeren Burger
beleeft, doen zy een waardeerbare poging,
een bepaald resoluten stap, naar de rauwe
realiteit." Hu! Jozette heeft n.l. een ver
leden", een verleden van Montmartre, Moulin
Euuge en de cancan" en zoo... Ook is zij
eerst met" Tnierry geweeat, een anderen
schilder, Ivoor zy met Aristide ging." Kn
vóór Thierry heeft zy'... Doch staken wij
deze penibele bekentenissen. Jozette zelf
gruwt er van in haar tegenwoordig idyllisch
leventje en alleen een wild flikkeringetje"
in haar oogen, zoo nu en dan, toont ons
wat voor heleen cocotte-vuur onder die asch
van burgerlijke deugd smeulende is. Anders
zouden wij n.), glad vergeten, dat wij met
een cocotte te doen hebben, als wij zien
welk een beïoorlijk huisvrouwtje zij is, hoe
eenvoudig en weini^-eischend, hoe zij zelfs
een naturalistisch-artistieken kijk heeft op
dat oude buur j offert je, Mlle Villetard, die
zij lijden mag, met al haar kleine gebrekjes
en humeurigheidjes, omdat het zoo'n curieus
figuurtje is:
Ik verzeker u: menige cocotte zou tot zulk
een objectieve waardeering niet in staat zijn en
dat oude velletje execrabei" hebben gevon
den. Maar Jozette sympathiseert in zoover
met de auteurs, die aan dat bedaagde
exgouvernantetje een der best geziene en
schilderachtigste figuren van hun boek hebben
gevonden. Het bemeli^e, het precieuaige en
zelfs pretentieuse van zoo een klein, ver
droogd alleen-leventje, niet zijn microscopi
sche zorgjes, begemetjes, schrikjes,
genietinkjea, deden zij ons aardig meegevoelen.
Ook de schuwheid en afkter van liefdever
houdingen en van mannen in het algemeen.
Mlle Villetard is inderdaad een van de best
geslaagde poppetjes op deze Sinterklaastafel,
waar vele waardeerbare figuurtjes als ook
groepen", byeenataan. Mme Leyuï:nne is een
ander levensvol scbeppinkje, baast nog beter
begrepen dan mlle Villetard, in elk geval
veel ingewikkelder van persoonlijkheid, zoo
iemand die men, wat grovelyk-materialistigch
met den term tiysterioa [aanduiden] kan, het ?
geen dan beteekent, dat men lichamelijke
zwakheid en zenuwovergevoeligheid, ro
maneske emotiezucht en theoretische"
zinnelykheid, ijdelheid en gebrek aan levenslust,
alles achter elkaar, of ook wel alles tegelyk,
bij zoo een mensen vinden kan.
SchartenAntink hebben haar volmaakt levend we
ten te maken, al zien wij haar evenals de
overige personagiën en dat is een eigen
aardigheid van hun schrijven zoo goed
als niet in haar uiterlijke verschy'ning voor
OES. Maar wy kennen haar van binnen uit,
en zoo gaat het met de anderen ook, wier
wezen ons gemeenzaam wordt, al zouden wy
hen ook niet herkennen by'een lijfelijke ont
moeting, trots de zorgvuldige portretteering.
Een zeer verdienstelijke groep" is die der
Lourty's, de familie van den Erotomane".
De gansche droeve episode van dit kommer
vol levende gezin met het wrang-wreede
einde vormt een der beste van het boek.
Jozette's fragment is een ander goed ge
deelte, ofschoon de naïeve conceptie van dat
cocottefiguurlje er immer zeker onwezenlijk
heid aan verleent.
Scheppingen van de tweede orde zijn dan
de jonge schilders, beiden zeer vaag, zy het
ook niet onjuist gegeven. Maar aan 't slot
worden Cé'eatin, voor zijn leeftyd en soort,
toch wel wat erg levenawy'ze overwegingen
opgedrongen. Ook de sehirnmetjes" zijn wel
een aardig groepje, zoo uit de verte gezien
En zoo zou men verder kunnen gaan met
allerlei hier te pryaen, daar an zu zweifeln",
allerlei... omdat er nu eenmaal geen geheel
te waardeeren valt. De auteurs hebben 't zoo
gewild, men moet hun werk nemen voor wat
het is, en blij zijn met het kleurige en
fleurige, het lief of wreed-aandoenlijke,
dat bij stukjes en beetjes van deze bladzijden
uitgaat, en ons te meer aantrekt, wijl het
uit zoo vreemde omgeving komt.
Maar ten slotte is dit toch maar kleine
kunst... en bovendien te veel ineen? daarvan.
FRANS COKNEN.
Berth wil lii worden van de roeiclub, de
tooneelclub en de zarjgïereemging. We voor
spellen haar allemaal een justkuur over 'n
paar maanden,
Geen nood," zegt ze, ik, heb vergeten, dat
ik van tij I tot tij i me ook 's morgens op 't
uitslapen ga toeleggen."
He, uitslapen, wat een verrukkelijk voor
uitzicht," zuchten we allebei van genot;
kijken elkaar aan ; denken bei ien aan juf
frouw Snoek en zingen weer:
We hebben Jaar ons geweten
Heelemaal vergeten."
Wat is diu toc'a v >or "een ding?" ^.cu.'t
Bram.
Maar hij krijgt slechts een koekje tot ant- i
woord. i
Heb je je mu/.iek meegebracht. Mie;?" '
Ja, ik wil dolgraag eens /.iuten," i'.egt j
Mies, ..maar" (met eer. sctuchtij; ? blik naar j
de deur) kan dat hier?' ;
Arme Mies, zij gaat gebukt on'ler een j
hoofdpij rij n il rouw.
O ja, alles mag hier" (iriomfituteüjk',..
Nu, dan hebbeu jullie 'i wel uetrollei:."
We gaan erg opbiujdrr. o;er on/.e entre! ?
achtige juü'rouw, gededltelKs. oos o:a cns
zelf te overtuiger.
Oen dag vuor mijn exame",'' vertelt Bent;.
was ik de wanhoop nuhij. Ik. Jkvl-.tn guvs-l,
of ik niets meer wist, ik WH-» o- van '-e;:
ir.vachtij;heiil. Toen kwum i"e dal goeis mo'.-'u1;
aanzetten met een y.enn >v(irau.':, een mijnheer
die voor dokter studc-c-i Je. iut'.l hem vroeger
ook eens laten klaa^mak^u. 'iet was k'
.:.'met iets raars e- in; de iue!;t i'.i'nüi wa> u;
vieec-elijk. \V'e goten het da lebjk v/e/, i u l
fonteintje. Maar toen merkten ive, d«t h.-.t
kopje aoo schoon was, dat je kon ziel:, dai
Het BeetMnü,
WII.I.KM HUTSCHENRUIJTER. Het
Beethovenhuis, met teekeningen voor het ontwerp
van H. P. Beriage Nzn. S. L. van
Looy, Amsterdam.
In een weldadig aandoenden, warmen toon
en met klaren, helderen stijl, houdt de schrijver
in dat boekgke van een kleine honderd blad
zijden druks, een pleidooi voor de stichting
van ,het Beethovenhuis", dat hij zich voor
stelt te zien verrijzen in een der hoogst
gelegen gedeelten van het schoone
Kennemer'and. Reeds de weg daarheen," zoo gaat de
schrijver vosrt, voerende door een landschap
van bizondere bekoring, zal bij den toehoor
der de stemming wekken, verwant aan die
waarin Beethoven zijn werk schiep. Is men
echter aan het einddoel van dezen pelgrims
tocht gekomen, dan ontplooit zich op eenmaal
voor het oog een ver-gezicht, dat overwel
digend van afwisseling, doch desniettemin van
klassieke rust en orn zy'n grcoteche uitge
breidheid zich oplossend in het oneindige,
ala het zinnebeeld is van Beethoven's kunst."
Schijnbaar toevallig is het denkbeeld tot
oprichting van een Beethoven-tempel bijna
gelijktijdig ook by andere mannen opgekomen.
De schrijver maakt gewag van een artikel
van Dr. Paul Marsop. van plannen door den
Münchener architect Ernst Haiger onder den
titel die "/iedergebuit des Tempels aus dem
Geiste der Beelhovenschen Symphoniën"
gepubliceerd en van een geschrift.van F. Garas,
Temple , la Pensee, dédiéa Beethoven."
Wat beoogen al deze mannen en ook de
heer Hutsehemuyter? Zij willen in het
kunstgenieten zuivering brengen, door het oog te
vrijwaren tegen de profane indrukken, welke
het tegenwoordig concertwezen in zoo ruime
mate biedt en die zoo bij uitstek er toe
bijdragen het muzikaal denken en voelen te
vertroebelen. Daartoe willen zij in de eerste
plaats de instrumentalisten voor het oog van
den toehoorder verbergen, opdat het thans in
de openbare muziek-baoefening zoo storend op
den voorgrond tredend persoonlijk element
de aandacht niet tot zich trekke en aldus
de indruk, dien het kunstwerk vermag te
geven, niet.worde verzwakt".
De schrijver treedt in een uitvoerige be
schouwing van de voorwaarden waaraan de
reproductie van een kunstwerk moet beant
woorden, zij zal slechts dan" zegt hij, vol
doen aan de eischen welke door de kunst
daaraan wo/den gesteld, wanneer zij haar
oorsprong vindt in de onbaatzuchtige behoefte
van den uitvoerenden kunstenaar, de schoon
heden van het werk waarvan hij zelf geheel
is vervuld, ook aan anderen te openbaren.
Slechts dan wanneer de voordracht uit dezen
innerlijken drang geboren wordt, zal zij ook
door den hoorJer als een zuivere kunstuiting
worden gevoeld'".
er niet uit gedronken waa. Dat ging natuurlijk
niet. We bebrjen toen er« geknoeid, om het
een leeggedionken uiterlijk of hier innerlijk
te geveu; s-uiker en chocolade rijn gewreven,
een beetje melk er bij een heel gedoe. Er
ging wel een ha!f uur mee heen, maar ik
\vaa m ij c. heelt examen verseten."
Kom Mies, nu asn 't '.iugen."
Mies kan nooit velen, dat het publiek dicht
om haar heen zit; we v-erhuiiden dus alle
maal naar een hoek vau de k-amer, zoo ver
moiïeiijk van haar af.
Bram aan <ie piano.
Mies, reji'jrto-.re was !iaa<t niueput, toen
Oor ineen* smeekte: Och Mies, nog wat uit
de ('armer..''
,.\Ve-!;:ft. dii heb ik niut gestudeerd."
,.1'Ht hindert niet, <lau doen we allemaal
mee. ' roei>t i 'or opge'vonden. (Zelf heef', ze
hiK-a-mail sTtic-n stem, maar ze is met Mies
den vi-ri'-ou avond naar de <''armen ge-veest, t
Bram heeft hem ook ras gehoord en zie.a l
mnedi<i, oiji e<-aJ voorbeeld te geven, met v?el
tO.'i?ren en
Schoone en ware woorden!
Wanneer de schryver dan het verkeerde
in ons concertleven en in de samenstelling
van , de meeste concertprogramma's gispt,
dan meent hij in de stelling van eeii Duitsch
schryver Het muzikale leven staat in het
teeken van het Geschaft" de diagnose te
vinden van de heerschende kwaal.
De schrijver wil dan ook de niterlyke
omgeving van de plaats waar muzikale kunst
geboden wordt, in overeenstemming hebben
met den ernst en de heiligheid van het
kunstwerk. Een citaat van den architect
Beriage In niets blijkt zoozeer de
ingezonkenheid der architektuur in de waardeschat
ting als kunst, als bij de uitvoeringen van
werken der toonkunst" vormt hiervoor zijn
uitgangspunt.
Voorwaar een ideaal standpunt, naar welks
verwezenlijking ieder vurig moet verlangen.
Toch moet de practische zijde niet over het
hoofd geüen worden en daarover wordt door
den Hutschenruyter slechts weinig gerept.
Dat het orchest aan de allerhoogste eischen
moet voldoen, wordt door hem duidelijk in
het licht gesteld. Doch speelt de acustische
gesteldheid van de zaal en de persoonlijkheid
van den dirigent niet een voorname rol by
het herscheppen van een kunstwerk?
Bij het lezea van des schrij vers boek d waalden
mijne gedachten voortdurend naar den B
rgerreuth-heuvel by Bayreuth. Daar in
derdaad bevindt zich het Wagner-theater te
midden van een rustig, bekoorlyk landschap;
maar het gebouw voldoet uitwendig en in
wendig volstrekt niet aan eenigszins beschei
den architectonische eischen. Wat het echter
in zeldzame mate bezit, dat ia een prachtige,
schier weergalooze acustiek en deze vormt
bijna uitsluitend de superioriteit van de
Bayreuther opvoeringen boven die van andere
steden.
Ten opzichte van de persoonlykheid des
dirigenten leert ons de geschiedenis der laatste
jaren te Bayreuth zeer veel. Voorts ook dat het
wel en wee eener uitvoering in hooge mate
afhangt van de qnaliteiten der dirigenten.
Ik vermoed wel dat de heer Hutschen
ruyter het hierin met my eens zal zyn. Al
leen wilde ik even in het licht stellen dat
een mooi, stemmingsvol gebouw, zooals wy
dat zeker van Beriage kunnen verwachten,
eii een rustig schoone omgeving, nog geen
waarborg is voor een ideaal genieten van
een kunstwerk, wanneer niet een voortref
felijke acustiek en die vormt in het Beet
hoven-huis zeker een zeer moeilijk op te
lossen probleem den muziekvriend tege
moet komt.
En dan de dirigent en-quaestie. Bij
Wagner's werken kan mtn nog spreken van tra
ditie. Maar hoe menigmaal wijken de mee
ningen omtrent de juiste wedergave van
Beethoven's e.ornpositiën van elkander af.
Wie moet beslissen welke opvatting de juiste
is en onder wiens leiding dus Beethoven het
zuiverste wordt weergegeven?
Ik raad echter iedereen aan het boek van
den heer Hutschenruyter te lezen. Het is
gesproten uit een onbaatzuchtig gemoed en
gedicteerd door em warm en edel gevoel
om misstanden in ons kunstleven uit den weg
te ruimen. Daarbij komen er talrijke voortref
felijke denkbeelden iu voor over Beethoven
en over de kunstbeoefening in het algemeer.
In onzen prozaïschen lijd van f nel leven en
veel afdoen, verkwikt het zich eenigen tijd te
mogen bezig houden met ideeën op idealen
grondslag gebaseerd.
Tegen het eir.de van zijn boekske zegt de
schrijver: tiet Beetho?en-Huis, gesticht en in
stand gehouden door de gemeenschap vjjfor
de gemeenschap, ?6ó dat voor allen zonder
onderscheid de deuren wijd geopend staan,
ziedaar van de verwezenlijking het ideaal.
Hoewel onder de bestaande maatschappelijke
verhoudingen eeri zoodanige verwezenlijking
niet te verwachten is, mag toch dit iieaal niet
worden beschouwd als een utopie, sedert op
het gebied der beeldende kunsten het beginsel
kosteloos kunstgenot voor allen" gehuldigd
wordt." De schrijver doelt hier op onze musea.
Het vraagstuk der verwezenlijking kan door
n kunat-maecenas met een enkele pen-be
weging tot oplossing worden gebracht. Onge
twijfeld een stoute verwachting! Toch mag
aan de mogelijke vervulling daarvan wel
even door hen worden gedacht, die gelooven
dat een tempel der kunst, waar Alle Men
schen werden Brüler" zulk een overtuigende
en welluidende uiting vindt, aan de verbroe
dering der menschheid zeker niet minder
bevorderlijk zal zijn, dan die andere tempel
aan de befordering van den vrede gewijd,
waarin slechts de muziek der diplomaten-taal
weerklinkt."
Moge dit geschrift oorzaak zyn, dat een
Maecenas zich aangetrokken voelt een schoone
en edele stichting tot stand te brengen.
Het boekje is versierd met een zevental
goed gereproduceerde teekeningen en platte
gronden van de hand des heeren Beriage.
ANT. AVEBKAMP.
Berichten,
CLARA VIEBIG heeft een nieuw Eiffel-drama
voltooid, dat den titel Das letzte Lied"
draagt. Het werk zal in een der Berljjnsche
schouwburgen worden opgevoerd.
EEN DÜITSCHE MAECENAS. De uitgever
Karl Trübner te Straatsburg schonk aan het
Genootschap van Wetenschappen in die stad
250.000 Mark; aan het Straatsburger Kunst
museum een gely'ke som, benevens een aan
tal kostbare schilderstukken van italiaaneche
en nederlandsche meesters; 30.000 Mark aan
de Straatsburger Volksbibliotheek en aan
het onderhteuningsfonds voor duitsche
boekverkoopers 14.000 Mark.
EEN SHAKESPSARE-WOORDENBOEK. Zooeven
verscheen in een deel van ruim 700 blad
zijden een verklarende woordenlijst van ver
ouderde vormen en verschillende
beteekenissen van woorden door Shakespeare ge
bruikt. Het is de vrucht van zestien-jarigen
arbeid van den Schot John Foster, wiens
doel het was den lezer van Shaekespeare's
werken een geschikte, vertrouwbare gids te
verstrekken omtrent de juiste meening van
verschillende door hem gebruikte woorden
en uitdrukkingen.
SVEN HEDIN'S NIEUWSTE REISBESCIIRIJ?ING.
Het werk, dat dr. Sven Hedin over zijne
onlangs volbrachte ontdekkingsreis in het
hart van Aziëzal uitgeven, zal een aanzien
lijken omvang hebben.
In verschillende postzendingen heeft hij
in de laatste weken aan zijn verwanten in
Stockholm uit Simla en uit Singapore een
aantal aanteekenboeken van tezamen orgeveer
zesduizend bladzijden gezonden. Men ver
wacht in volgende zendingen no» meer copie
alsmede een aantal kaarten en echetskaarten,
die hij gemaakt heeft. Een der zendingen
bevat een pbotographie van een door Hedin,
op groote eebaal gemaakte kaart van het
geheele gebied, waardoor bij is getrokken.
Het origineel daarvan zal hy gebruiken bij
de voordrachten welke hij in het begin van
het volgend jaar in Stockholm en in Londen
zal houden.
*C cent» p»r regel.
BOUWT te NUNSPEET
op de VELUWE.
Inlichtingen bij Ar t i", doorloopende
schilderijen- tentoonstelling aldaar.
tocKunrrs
o e Ken
op elK g-ebied
Vraag 14 daagsch Bulletin van nieuwe
Holl.. Fransche, Eng. en Duitsche boelten.
Oercjtelde toezending gratis. ^^
Werken van L. E.
SILHOUETTEN, oe druk.
Onder de Republiek.
Prijs ?2.90, gebonden ? 3.50.
Uiteraven van VAX HOLKEM i. i
WAKEXDORF, Amsterdam.
Piano-, Orgel- en fluziekliandel
Meyroos tV iialshovrn,
ARNHEM, KONINGSPLEIN.
VLEUGELS en PIANO'S
in Koop en in Huur.
EEPAKEEEEX STEMMEN RUILEN.
Hoopt riTSI/FITESD BOTER OXDER RIJKSCONTROLE.
De STAAT OARAXDEERT U een OSVERVALSCHT product.
Botcrhandel SB UI »I, A REK", REGULIERSGRACHT 27. TELEFOON 8935.
Door een geheimzinnige kracht, die van
de deur schijnt uit te gaan, aangetrokken,
draaien we, midden in de liberté", onze
hoofden om daar staat met neergeslagen
blikken, geduldig wachtend, een beeld van
stille gelatenheid in haar groenzwart
merino-je, jullrouw Snoek.
Ue libertéjreüindipd zijnde, spreekt ze op
hollen urafloon: ..Juii'roufv de Stoppel is er."
,.O, pgt u maar dat ik niet thuis ben."
l)ora de Stoppel staatin hoogegunst bij juflr.
Snoek.Ze het f. ecii poos met rne samen ^e A-er kt,
hoewel ze pas over een jaar examen doet.
Z_> wou hel een" handig afneuzen, hoe ik
het aanlei. D<iarV'jor kwam ze lederen mor
gen prooies <:p tijd, met e-.-n <apül boeken.
Het wai w! c-e n g-.frie wvrkdwans; "want
ik Lel) :«.o in^okankerd ''t :a;:d aan haar, dat
ik nooit iii verzr-cidnu; kvrarr, ook maar een
miciuut te !;VL-en .lnürmnv Snn.-k li^chornvi
I.'ora nis iv;jti ;;ofie gHiiin-', aan H:<: i!i voor
namelijk .ijn s:agen te, danken !::b
Ik had i'i;ra nog uut gesproken na't. exa
men ; '/.e kwam iiii: zeker een- ilink. u:lrer--!'M.
Juür. Snoek h::.'!': -!R,i;>,k:j!it K-- \frïian^.i,diep
verwijtend naii v.'J '/.»>ï.';o.p een-: ..Jr.:!"<>ir,v
iie S 01 :?(.-! v:-.- U--' rt n d«^ ' U '! ?"ir;i:!- merken."
Nijd;;.'. >'i\'<- .'".-i;'!1 eerst" :u n:a'ii'eit ten
aaniiï.'nru \';ill ?:.''!? r .:.?!. lè-.'U'.- vh:<!,, ttT» tj ?-v'?
Ze blijft echter onverbiddelijk.
Zal ik 't zegden?" vraagt Bram.
Mijnheer, ( olechtig), denk u om den naam
van de dames."
Of ik, of ik" bieden ze allemaal aan.
Ik ben verstomd, verplet, verslagen; kijk
radeloos naar Berth maar deze zingt, in
haar lichtzinnigheid, zachtjes tegen Bram:
We hadden ocs geweten
Heelemaal vergeten."
Eureka, eureka," roept Bram verheugd uit.
Aan hun heb ik ook geen steun, wat moet
ik toch beginnen?
Het is echter een groote waarheid, dat
vele moeilijkheden zich zelf oplossen.
Dora, die /.ich niet gauw uit \ veld laat
slaan, komt in eigen perpoon maar een? kijken
of ik thuis ben en treedt plotseling, zonder
't antwoord op haar tikkeu af t o wachten
binnen.
Si -;ek:e af.
ten d'indsch stilzwijgen valt op de
vt-rzaïvieide naer.isr'e.
het kun haast r-\-A anders, of iets van de
situatie meet wel tut Dor.i doordi mgen.
D'jca uie'.s daarvan is aan J: aar iicniiiiu' te
%vspeü!<:ü. /" at-ett 01*5 i'iltm;uil bcdsa-'d een
hiin:! en ir;',at sittfii.
..VViit k«a; i.' <<<:t:!i'" vraüK ik nor^eh.
ouu'at 'k Jiies --pintend ;::e kijkei', i:i'rhü-:, ik:
,h:ilV'>i]iy Sn<i(-s richt, lir.nr blikktn . '.-'V
op mi;. V;'"':;'i::e:''- (.m den "oldor; .-'-j'.';.!i iie'
">:? -.i'il en :..-,;! ? ;ic!itjeJ, kairii, r;;a;u' v.ist. ., -.,-^:
l i' !>:??.bei'!- er een grapje ?. ? t:-. .i.ï::;-ik
,.1. ;..-u .r, .'.< kan '<:;?!: ;;\ ?? '( ?-?.??!,
(lat ik iet thuis ben !"
..ie f l'.eiteeren ti.ei je iximen, en <-e:M
hojrei] boe je 't ;;eb;H hebt," zt-gf ?/.??
<!nodl--ak. Ik /al mijn goed ra;\ar afdueü. '?. is
j.:o- wr. r m."
L" i t is 'ie pret, belulve voer B'i'.rii. die
iï:,i,;.r ai ioor. :-e fr a's juü'roinv Snot k er bij
is. tot groile benauwdheid vaa Berth en mij,
voor ;;\t.'i .eif neuriet:
'/,-? i adden hun geweten
ileelemaal vergaten.