De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1908 13 december pagina 6

13 december 1908 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1642 Landhuis. De Tuinstad-tentoonstelling. II. Dat de aanvaarding van andere maat schappelijke gezichtspunten ooktot nieuwe kunstopvattingen aanleiding geeft, is eene bekende stelling. Zij zou ook ditmaal bewaarheid worden. Wat bij de villa kolonies van ouden stempel slechts al te zeer tot de vrome wenschen behoorde, het mede op den voorgrond staan, om niet te zeggen het overheerschen van artis tieke belangen bij de exploitatie, werd hier in sterke mate betracht. Bij deze tuinstadbewegingj zoo goed als bij de vestigingen, die er uit voort vloeiden of er mede verwant waren, is van den aanvang af ingezien dat niet alleen hygiënische eischen, dat niet alleen de voordeelen van coöperatie, niet alleen materialistisch getinte overwegin gen als lokaas op den voorgrond mochten staan. Begrepen werd dat het verzet tegen de oude toestanden zich vooral niet minder van een aesthetischen kant moest uiten, dat ook schoonheid een faktor behoorde te zijn zelfs van efen bescheiden levens geluk, en zulks te eer wijl toch de be grippen kunst en kostbaarheid geen ver band houden. Om voor dit besef nu het oog opnieuw te openen, heeft de tuinstadbeweging in al hare vertakkingen veel bijgedragen J. A. G. van der Steur, architect. door de kracht die uitgaat van de daar gegeten voorbeelden. Den kunstenaar, den architect meer in het bij zon der werd een nieuw arbeidsveld aangewezen. De uitgebreide, volledige taak om nieuwe steden te ontwerpen, waartoe de eigenlijke tuinstad-beweging zou leiden, zou in het gunstigst geval toch slechts zelden voorkomen. Op kleiner schaal, in de fabrieksdorpen in het bizonder, is echter reeds belangwekkend werk in deze richting tot stand gekomen. Welk een vooruitgang van opvatting valt op dat gebied te konstateeren! AVaar men een generatie te voren door gaans eerst in de laatste plaats zich tot den architekt zou hebben gewend, meenende dat schoonheid eigenlijk zou zijn een met overdaad gelijk te stellen uiterlijkheid des levens, ziet men thans hoe bouwmeesters, die tot de eerste in hun vak behooren, worden geraadpleegd. Namen als die van George & Peto of Theodor Fischer bijv. spreken. Dat getuigt wel in het algemeen van een levendig en ontwikkeld artistiek verantwoordelijkheidsgevoel bij de stich ters. Een voorbeeld, dat in het algemeen navolging verdient bij het bouwend pu bliek en instemming bij de architekten, die althans hier te lande, ten onrechte plegen te worden gehouden buiten het groote woning-vraagstuk. Oud Indisch Heerenhuis te Weltevreden. Een Indische tnisïow. Laat ik beginnen met een gewetensvraag. Jongedames, die naar Indiëgaat! Jonge vrouwtjes, die in Indiëzijt! Op uw eer en geweten, gezworen b\] uw volkotnene gratie, en met het blanke handje op den bescheidenlijk zwellenden boezem ik vermeet mij, u een gewetensvraag te doen: Bekruipen u, jongedame, die op het punt staat van te gaan, niet duizend kleine angsten (die natuurlijk dadelijk door uwen aanstaande weer worden weggezoend), als ge u 'n oogenblik verdiept in de vraag: Hoe zal ik daarginds, in dat verre, vreemde land, m'n plichten als huisvrouw nakomen? Hoe zal ik spreken met al die zwarte man nen en vrouwen (ze zijn niet zwart, maar dat doet er nu niet toe), over wie ik het huiselijk bestier zal krijgen?" En gij, jong vrouwtje in Indië, gij, die u met zoo volmaakt overbodigen angst in uw binnengalerij terugtrekt, als er een Arabier de zwarte voeten met de wijduitgespreide teenen in trampas gestoken uw erf betreedt en gluipend uw voorgalerij nadert; gij, die zoo smakelijk kunt lachen om d en koddigen Chinees, die op vijftig meter afstand al den hoed voor u afneemt en lachend tegen u knikt, lachend met zijn oogen en derzelver kraaievoeten; gij, die onder uw borduurwerk nog telkens met een licht schrikje opkijkt, als een uwer bedienden blootsvoets vlak achter u langs schuift; hebt ge al niet dikwijls in uw diepste bin nenste getwijfeld aan de mogelijkheid dat ge eenmaal uit al die sambals en katjangs en oer/angs (en al wat de donkere, rookerige Indische keuken meer aan mysteriën moge bsvatten) wijs zoudt worden? Twijfelt ge er niet met groote oprechtheid aan, dat ge hier in deze ganschelijk vreemde omgeving ooit den huisvrouwelijken scepter zult leeren zwaaien? Zeg het nu maar eerlijk, allebei: .la! Ja! Ja! En nu die bekentenis er uit is, wil ik u zeggen met welk doel ik deze regelen schreef: Ik schreef ze, om al die kleine angsten en zorgen als met n pennestreek te doen verdwijnen. Wat gij gevoelt en gevoeld hebt, hebben duizenden en duizenden vóór u gevoeld, vele jaren lang. Er zijn gelukkig altijd en overal op Java en ook daarbui ten lieve Indische vrouwtjes geweest, die de pas aange komen Hollandsche dames met raad en daad en een vroolijken lach hebben bijgestaan als enge len van hulpvaar digheid, en er zijn daar in die witte, openegalerijenvaak heel wat hechter vriendschapsban den gesloten dan in deze onze mistige landen mogelijk schijnt. Ik zou de uit Indiëterugge komen Hollandsche vrouw willen zien, die hoe zij overi gens over het mooie wonderland daar ginds moge denken niet het hart vol dankbaarheid heeft, als zij zich voor een Leerzaam is in dit opzicht eene ver gelijking tusschen kolqnies van arbeidswoningen als bijv. die troostelooze cit ouvrière te Mühlhausen, als de vroegere kolonies van Krupp, met eene der vele nieuwe stichtingen. Men behoeft van deze laatste nog niet eens voorbeelden te kiezen alsBournville en Port-Sunlight, fabrieksdorpen die aan hun uitermate welverzorgd uiterlijk een niet gering deel van hun opgang danken. Verwachtingen door zulke dorpen op gewekt, kunnen misschien in enkele bizondere omstandigheden worden be vredigd, zij zijn niet algemeen bereikbaar. Dergelijke stichtingen aus einem Gusz", die worden op- en doorgezet volgens het inzicht van een enkel per soon en naar een vast plan, oefenen door hun artistieke eenheid die de weer spiegeling is van hun beginsel eene krachtige werking. Waüneer wij dergelijke vestigingen bezichtigen, dan treft ons dikwijls hoe de ontwerpers den juisten toon voor eene eenvoudig-landelijke bouwwijze wisten te treffen. Geen streven naar stijlimitatie, maar ongezochte ontwikkeling der vor men uit de eischen van het gebruik, in aansluiting bij eene van ouds beproefde techniek. Op waarheid, degelijkheid en eenvoud als fundament, wordt een nieuwe bouwkunst opgetrokken welke zich har monisch vereenigt met de omgeving en zich aansluit bij het bestaande. William Morris heeft ergens den vol genden raad gegeven die hier, naar een Duitsche vertaling, zij overgenomen. Zorg er voor dat de landhuizen weervast, sierlijk en huiselijk blijven en waar het noodig is, bouw daar nieuwe; maar waarom bij den bouw van zulke land huizen de slechtste huizen uit de leelijke voorsteden eener moderne stad ten voor beeld genomen ? Zelfs heden nog kan men, door degelijk en niet opdringend te bouwen, door goed materiaal te nemen, dat zich natuurlijk aanpast bij destreek en te zorgen dat de bewoner voldoende ruimte van beweging en tuin heeft, bou wen en nauwelijks aan de schoonheid van het landschap of' der oude huizen daarin afbreuk doen. Ik hoop inderdaad dat de nieuwe echte bouwkunst eerJer zal uitgaan van zulke noodzakelijke, be scheiden bouwwerken, dan van de meer of minder hoogvliegende probeersels in bewuste stijlbeoefeniug". Deze raad van Morris kon aan menige nieuwe vestiging in artistieken zin tot richtsnoer hebben gediend. De verzameling duits :he, engelsche en amerikaansche prenten der tentoonstel ling is eigendom der Deutsche Gartenstadtgesellschaft" die haar sinds geruioogenblik de tallooze lieve verschijningen voor den geest haalt liefst in sarong en kabüai , die haar eertijds zoo gul en vriendelijk hebben terzijde gestaan, toen zij geen- raad wist met haar bevelen aan kokki, kebo", spen en djait en met zacht-ver'wilderde oogen stond te staren naar de tallooze nambalans, ikan-soorten en in verscheiden heid van kleuren voor hare oogen uitge strekte a/am-pooten. Voorwaar, er was wél hulpe, en groot is onze erkentelijkheid jegens onze zusters daar aan de overzij. Maar.... Nog nooit heeft iemand ter waereli al die zorgen en zorgjes als met een tooverslag kunnen doen verdwijnen. Door n enkele daad. En dat is nu gebeurd! Och, het lag zoo voor de hand: een boek schrijven, waarin onze Indische vrouwen en moeders alles, alles kunnen vinden wat zij noodig hebben te weten. Het lag zóó voor de hand zoo is de mensch nou eenmaal , dat niemand er naar omketk. Ja, wel schreef de een eens dit, de ander dat. Wel vernamen we zoo nu en dan eens 'u hap en 'n snap van 't een en van 't ander. Er verschenen over Indiëkasten vol Brieven", romans, tooneelstukken, novellen, schetsen. Zelfs was daar wel 'n enkele keer eens iets goeds bij. Maar een algemeene blik op het praetische leven in den meest uitgebreiden zin van het woord werd ons nooit gegeven. Het ging met die boeken vaak als met de verlofgangers: wat de een vertelde, heet de ander weer liegen, 't. Was voor de arme menschen, die om inlichtingen vroegen, om er tureluursch van te worden. En nu verschijnt me daar plotseling een boek, dat, als 't niet eerder verdwijnt, er over 1000 jaar nog wezen zal: Ons Huis in Indiö". Het is geschreven door mevrouw Tuinierswoning. men tijd laat circuleeren. Zij werd hier uitgebreid met een hollandsche afdeeling. Om deze bijeen te brengen, moest de opvatting ruimer en algemeener worden gesteld. Een tuinstad" of iets dat er op lijkt, kan ons land niet aanwijzen en zal het wellicht ook nooit kunnen aan wijzen. Als men de engelsche, duitsche en hollandsche toestanden vergelijkt, ligt de konklusie voor de hand dat wat ginds mogelijk, hoewel bezwaarlijk is, hier naar alle waarschijnlijkheid wel utopie zal blijven. De Nederlandsche afdeeling bestaat dan ook in hoofdzaak uit kleine particu liere landhuizen en gelijksoortige bouw werken, voorts bevat zij enkele tuinmans woningen, optrekjes en dergelijke, die nog het meest in het kader der expositie vallen. Daarbij konden nog gevoegd worden enkele specimen van arbeiders woningen en kolonies daarvan, als het Delftsche Agnptapark en hetSnouckvan Loosenpark te Enkhuizen, stichtingen wel iswaar van minder artistieke beteekenis dan vele verwante buitenlandsche. Beweegt deze Nederlandsche af leeling zich nu ook al misschien eenigszins ter zijde van het engere terrein der tuinstad, zij doet toch in vergelijking uitkomen dat onze burgerlijke architecteur in het H. Reus, architect. algemeen eigenschappen bezit, die vooral wat den woningbouw betreft, zeker niet onder doen voor de buitenlandsche, en met name de Engelsche waarop veler oog nog zoo bij voorkeur gevestigd is en blijft. Moge deze tentoonstelling er iets toe bijdragen dat in ruimeren kring dia eigenschappen steeds meer waardeering vinden en ons publiek meer rondom zich ziet en minder in bladen als The Studio of Deutsche Kunst und Dekomtion bladert. Het is voor eene natuurlijke ontwik keling der architektuur, van het kunst begrip in het algemeen, onverdeeld toe te juichen dat ook in verband met de economische en sociale ideeën welke in deze dagen zoozeer het oor en de aan dacht plegen te hebben, het gevoel voor kunst, bouwkunst en woningkunst meer in het bijzonder, op den voorgrond der algemeene belangstelling wordt gebracht. De weg van overtuiging door het voor beeld is wel de beste en het is voorna melijk wijl de tuinstad-tentoonstelling zoovele van dergelijke voorbeelden te zien geeft, dat ik haar in den aanhef als belangrijk durfde voorstellen. J. H. W. LELIMAN, Architekt. Amsterdam, 3 Dec. 1908. Woning van een Inlandsen ambtenaar in Midden-Java. Paalwoningen |aan het Matauna-rreer (Celebes). J. M. J. Catenius-van der Meijden, wel bekend uit haar kookboeken. In Indiëzelf zal dit boek in een oogenblik uitverkocht zijn. Men zal daar den waardevollen inhoud weten te apprecieeren. Maar ook en vooral! Hollandsche dames, die naar Indiëgaat, lést dit verbijsterend volledige boek!. L'iest het en bestudeert het vóór gij uwe toebereidselen tot de groote reis maakt. Laat u door deze terzake kundige, prettige raadgeefstar den weg wijzen in het labyrinth van vragen, die zieti elk oogenblik aan u zullen opdoen. Ik verzeker u : deze schrijfster kriit den weg ! En als ge 't boek gele zen hebt, zult ge weten dat zij een hart van goud heeft. Een dubbele reden om u in vol ver trouwen aan haar ON er te geven. Een beschrijving van dit boek te ge ven ? Een over/icht van den inhoud? Dat kan il< niet. Dat kan niemand. J)ie inhoud is zóó rijk, zóó uitgebreid on op elk stuk weer yóó verdeeld in onderdeelen, dat er yeeri beginnen aan zou zijn. Mevrouw Catenius liadde kunnen doen wat liet Waarenhaus Wertheim" te Berlijn doet: Dui zend guldon uitlo ven aan hem, die iets vraagt wat er niet voonadig is (niet in dit boek behandeld wordt); men zou door in 't oneindige te gaan raden geen bosje iiinang kunnen verdienen. Maar zoo onbescheiden is de schrijfster niet. Op de laatste bladzij van haar boek ia zij dezelfie eenvoudige huismoeder als op de eerste bladzij. En het is gek, maar: wat in lk ander boek van nog weinig» bekende schrijvers als een pedanterie zou worden opsrenomen het opnemen van een portret voorin! doet" het hem hier al dadelijk. Men behoeft het eenvoudige, knappe gelaat maar aan te zien om te weten dat men een flinke vrouw voor zich ziet, in wier oogen ein Herz" ligt. liet is alsof die oogen den lezer toelachen: Hier ben ik. ik wou wel even met u pralen, want ik heb u wat te zeggen''. En dan steekt ze van wal! Asjeblieft!! Over kleeren. Over luchtverversching. Over de ziel van een inlander. Over geborduurde pantoffels. Over huwelijksgeluk. Over Japansche matten. ()ver recepties Over de indeeling van een goedamj. Over tafeldekken. Over spaarzaamheid. Over moderne bouworde. Over salirissen van bedienden. <) ver jaloezie. Over de uren, waarop inen zich baadt. ()ver geitenvleesch. Over het muntstelsel. ()ver dansavonden. Over bloemengieters. Over rouwkleeren ikrip of zwarte zijde). Over koorts-thermometers. Over het begrip diefstal. Over Indische kippen. Over schoonmoeders. Lieve lezeres, spaar mij, ze heeft het overal overl /e zou duizend gulden

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl