Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDEKLAND
red.a.oti<
berat ««n bflro«ffl«L
. W JLfaJSSIEÈTQ-.
Ultgrren: VAN HOLKEMA & WABENDOBF, Keizersgracht 333, Amsterdam.
Het antenmecht voor den inhoud van dit Blad wordt
?TWVttokonutig da wet van 28 Juni 1381 (Staatsblad No. 124).
p* S maanden f 1.50. fr. p. post f 1.65
foor bfil f* jaar, bfl Toordtbetaling, . mail »
10.Nommcn aan d* Kwaken Terkifigbaar 0.12V»
Zondag 20 December
Advertentiën van 1?5 regels f 1.25, elke regel meer f 035
Reclames per regel » 0.40
Annonce* uit Dnitsehlaod, Oottenrijlc en ZwiUerland worden nitalnitend aangenomen door d* firma
RUDOLF MOSSE te Keulen en door alle filialen dezer firma. De prij» per regel ie 40 Pfennig.
INHOUD:
VAN VERBE EN VAN NABIJ: Artikel
56»***. Waarom?, door Pedro.
Deugdverschaffing van overheidswege, door Jacob
Israël de Haan. SOCIALE AANGELE
GENHEDEN: Een stedendag, door 8.
FEUILLETON: Van twee heiligen, door
Johanna Diepenhorst. KUNST EN
LETTEREN: Muziek in de Hoofdstad, door Ant.
Averkamp. Middeleeuweche industrie, door
L. Knappert. Asmus Semper als jongeling,
door Otto Ernst, beoord. door Tr.
KruytHogerzeil. De oorsprong van... wat
berjjmden onzin, door C. J. Gimpel. Berichten
VOOR DAMES: Bericht van 't wetten-comit
?v. d.Intern. Vronwenr., door Johanna W. A.
Kaber. Ingezonden, d. A. Romkei-Ny'hoff.
Allerlei, door Caprice. UIT DE NATUUR,
door E. Heimans. De boerenhuizen in Ne
derland, met afb., door J. H. R. Ulrich von
Wilamowitz-Möllendorff, met portr., door C.
Greebe. Het tooneel van den
Venezuelaanechen opstand. Larensche Kunatb., d.
Plasacbaert. Romantiek etc., door Plasschaert
en Cornelis Veth. Over een merkwaardige
bijdrage tot de studie der
arbeiders-psychologie, door E. d'Oliveira Jr. De cacao-cnltuur
en -consumptie, met afb., door M. De
Franaehe vrouwen, door M. C. FIN.ENOEC.
KRONIEK Brieven van Oom Jodocus
XXXII. - INGEZONDEN. - DAMRUBRIEK.
SCHAAKSPEL. - ADVERTENTIES.
Art. 56****
Men moet den leden van
denAmsterdamsehen Raad, die het aandurfden zich
te verzetten tegen de aanneming van
het bekende sterretjes-artikel over on
zedelijke prenten en geschriften, deze eer
geven, dat zij de publieke opinie hebben
durven trotseeren op een oogenblik, dat
deze voor rede niet buitengewoon vatbaar
scheen.
De groote massa in Amsterdam, en
daaronder zonder twijfel het grootste
deel der z.g. weldenkenden, van alle
geloof of politieke overtuiging, was sedert
eenige maanden in steeds sterker mate
gebeten op de enkele onzedelijke uit
stallingen", die Amsterdam als alle
groote steden bevat. Deze, moreel ge
sproken, onwelriekende winkeltjes ge
noten de eer van een algemeene vijand
schap en... oplettendheid.
Dat gaat zoo als vóór een serieuzen
storm. De gedachten-atmosfeer is met
electriciteit geladen. Men ziet het bij
quaesties, die door de pers zijn voor
bereid en warm gehouden, quaesties van
betrekkelijk slechts luttel beteekenis,
maar waar de voorstelling prikkelend
van is en waar de massa houvast aan
heeft: dat zweept haar op! Is 't mevrouw
Steinheil" niet geweest en nog in
Frankrijk ? Daar was mengeling van alle
gepeperde ondeugden en verboden weelde
en tevens de prikkel van de deugdzame
en ook angstige verontwaardiging over
al die moorden in Frankrijk en daarmee
de zedelijke" eisch: behoud van de
doodstraf"! Het spande middelerwijl
tusschen Frankrijk en Duitschland. De
omstandigheden waren van hoogen ernst.
Oorlog was mogeljjk. Twee groote volken
gingen wellicht op elkaar af worden
gestuurd tot verschrikkelijke slachtingen.
Maar de aandacht was gewend naar
iets anders: mevrouw Steinheil", her
stel van de doodstraf", rotheid in de
hooge kringen"!
Het is de pers die dat doet, en oor
zaak is ook de neiging van de massa
op 't naastbijzijnde alleen te kijken,
door het dadelijk-begrijpelijke en het
kleurige zich te laten biologeeren, op
het kleine zich blind te staren en het
groote niet te zien.
Al is het een andere toon, het is bij
ons, in wezen, hetzelfde lied.
Terwijl de jammerlijkste onzedelijkheid
uit alle gaten van onze stad loert, en
de vooruitstrevender! de weinigen!
met de grootste moeite voor verbetering
van sociale toestanden hun best doen,
dat groote en bijna eenige middel om
werkelijk wat te verzedelijken", terwijl
het volhardende inspanning kost, den
Raad er toe te brengen allerlei schande
lijke krotten, waar vrouwen en mannen,
jongens en meisjes op n enkele kamer
moeten samenhokken, onbewoonbaar te
verklaren, is de aandacht van de heele
stad, stelselmatig, in de richting geleid
van enkele verachtelijke plaatjes en
vieze romans.
Geen bezadigde woordeii, in en buiten
den Raad, hebben den stroom van mis
plaatste deugdzaamheid kunnen keeren.
De heer de Vries had nauwelijks te
polemiseeren, hij had van te voren ge
wonnen spel.
Want de Raad heeft schijnt het
haar... nieuwen meester weer ge
vonden ...
Van Frankrijk wordt wel gezegd, dat
het een grillige vrouw is, die telkens
zoekt naar een nieuwen, krachtigen man,
haar ridder, haar male,
Heeft onze Raadsmeerderheid ook
behoefte aan zulk een flinken be
schermer", die haar door pootig" op
treden vrijen moet, en dan verder voor
haar kan denken en doen ?
Het schijnt niet anders te zijn, of
reeds rust het hoofd van deze lieflijke
jonge juffrouw op de breede borst van
wethouder de Vries, als op die van een
nieuwen verloofde...
Wij wenschen dit huwelijk veel geluk
maar weinig kroost.
Te oordeelen tenminste naar dit...
vóór-echtelijke kindje: 55****
Hier is het: Het is verboden af
beeldingen, teekeningen of geschriften,
die geschikt zijn om de zinnelijkheid van
de jeugd te prikkelen, ten toon te stellen
op zulk een plaats, dat zij van den
openbaren weg zichtbaar zijn of op voor
het publiek toegankelijke plaatsen ten
dienste van openbare middelen van
vervoer."
De oorspronkelijke bedoeling van dit
artikel is natuurlijk geen andere dan te
maken, dat eenige voor de kuischheid
(de bewuste kuischheid!) aanstootelijke
voorstellingen en boekenomslagen uit
een paar vitrines worden verwijderd.
Juristen, als Mr. Simons en Mr.
Israëls, hebben reeds tal van zeer ern
stige bedenkingen en van allerlei aard
tegen dit soort wetgeving te berde ge
bracht.
Er zijn echter zooveel kanten aan deze
zaak, dat men er telkens nieuwe aan
vindt! Zoo zouden wij voor ons willen
vragen: schiet het artikel niet eigenlijk
heelemaal zijn doel voorbij ?
Wat is n.l. geschikt", niet om: de
zinnelijkheid in 't algemeen te prikkelen,
maar om : de zinnelijkheid van de jeugd
te prikkelen"?
Dat zijn immers juist niét de voor
stellingen, die de grootste verontwaardi
ging en afkeer hebben gewekt bij ieder
van ons, die ze heeft gezien. Het zijn
juist niét de dingen, waar Mr. de Vries en
waar het Hbl. zich vooral aan geërgerd
hebben! De vuile dubbelzinnigheden, de
werkelijke liederlijkheden ontgaan ten
eenenmale onze jeugd". Ja, natuur
lijk , grensgevallen zullen er wezen.
Er zijn zeker ontuchtigheden, die het
beter ware, dat de jeugd niet begreep,
en die niettemin door een enkel kind
worden begrepen. Maar welke zijn, in 't
algemeen gesproken, hetgeen toch de
bedoeling moet zijn van het nieuwe
artikel, de afbeeldingen, teekeningen
of geschriften," die de zinnelijkheid kun
nen prikkelen van de jeugd"?
Voornamelijk vrij onschuldige, ja meest
al, wij zeggen dit met nadruk, juist de
voor ons ouderen zoowat geheel on
schuldige.
Mr. van den Bergh beriep zich, om
van de dwaasheden te spreken, waartoe
het artikel van zijn ambtsbroeder kon
voeren, op een mogelijke vervolging door
een stokvisch van een kantonrechter"
van een plaatje, dat ieder in de
Leidschestraat in een vitrine heeft kunnen zien
en waarop waren afgebeeld een jonge
man en een jonge vrouw, gezamenlijk
gezeten op een rijke sofa, en met groote
overtuiging zwelgende in de genoegens
van een blijkbaar zeer gerekte kus. Wel
nu zoo'n prentje, voor ieder die terug
wil gaan in zijn jeugdherinneringen, ?
zoo'n fatsoenlijk-erotisch prentje is juist
iets, dat de jeugd de prikkeling geeft,
welke het nieuwe artikel haar wil be
sparen. Het zijn juist zulke prentjes,
het zijn boeken met titels van juist dat
door ons ouderen onschadelijk genoemde
slag, die door een plichtbetrachtend
kantonrechter binnenkort moeten worden
veroordeeld. Een kantonrechter, die geen
stokvisch maar een nauwgezet man is,
kan niet anders, naar ons inzien, dan,
zoodra het artikel in werking treedt,
mét enkele heel weinige gemeene prentjes
ook vele zulke brave in den ban doen
en de meeste gemeene en alle zeer ge
meene, maar vooral de werkelijk lieder
lijke beschermen!
Wij zeiden het: dit is maar weer een
nieuwe kant van de quaestie. Zij bezit
er zoo eenige!
naar gauw genoeg
blijken zal.
Wij zijn aan de censuur-zotternij be
gonnen, en wij zijn er nog niet af.'
Een van de kenmerken van fanatieken
ligt in hun totale onverschilligheid voor
de droevige zoowel als de komieke ge
volgen van hun fanatieke daden en
daadjes. Het is Mr. de Vries zonder
twijfel om 't even .of door toepassing
van zijn vier-sterretjes-artikel de erger
lijkste en de malste dingen te gebeuren
staan. Hij meent het goede te hebben
gedecreteerd en met een kalm hart wacht
hij alles af, de debacle van zijn artikel
zoogoed als een mogelijk weldra los
barstend Homerisch gelach. Het Hbl.
verwacht dat gelach niet. Het is
goedgeloovig en goedgemutst. Mr. de Vries
verwacht het wellicht wel, hij geeft
er niet om.
Maar wij geven er wel om.
Wrj vinden het rond weg beschamend
voor onze stad, dat met een artikel,
waar zooveel ernstige bezwaren tegen
bestaan en dat zoo volmaakt onvoldoende
zal blijken om ook maar iets van het
beoogde kwaad te kéren, wij een prooi
zullen gaan worden van al de belachelijk
heden van de censuur naar Duitschen
trant. Wij behoeven nu toch waarlijk
niet te herhalen, dat wij met alle genoegen
zouden zien verdwijnen alle mogelijke
gemeene prentjes, boeken, winkels en
desnoods winkeliers. Maar van die ver
dwijning komt niets. Het kwaad zal zich
een beetje verplaatsen, en dan is het de
vraag: waarmee hebben we die ver
plaatsing betaald?
Met nieuwe en nu zeer gevaarlijke
politiebemoeienis op het overgroote gebied
van ons intellectueel en artistiek be
staan, en met een nieuwe hoeveelheid
pharizeeïsme in ons maatschappelijk
verkeer.
Met politiebemoeienis, die een be
schaafde natie tot het hoogst noodige
beperkt. In het Handelsblad, een onver
dachte getuige, stond ia 't Woensdag
avond-nummer onder Rechtzaken" een
lange lijst te lezen van politie-dwaasheden
voor n Kantongerecht vertoond op n
enkele zitting. Dat is opziehzelf geen
wonder, want de politie, als insti
tuut nu eenmaal noodzakelijk, is,
ook al staat haar een ,<?penbaar minis
terie bjj, klassiek en ongeëvenaard in
haar misvattingen. Die verslaggever dan
schrijft in een toon of hij zeggen wil:
dat is nu eigenlijk in wezen altijd zoo
en het is bar. Wij weten allen, dat hij
volkomen gelijk heeft. Welnu die ver
slaggever van het Handelsblad zal weldra,
zoodra 55**** in werking treedt, veel
onzinniger dingen kunnen beleven dan
tot nu toe. Hij moet ze dan maar flink
uitmeten. Het is zijn blad, dat met de
anti-prentjes-kruistocht begon!
Van pharizeeïsme spraken wij. Dat is
misschien nog het grootste euvel, waar
van onze gemeentelijke wetgever thans
nieuwen voorraad gaat binnenhalen, als
leden we niet reeds ten opzichte daarvan
aan overproductie! Het is in dit blad zelf,
toen de campagne tegen de winkeltjes
begon, uitvoerig betoogd, hoe het eigen
lijk een kouwe drukte was, waar zoo
veel verleiding in een groote stad de
jeugd bestormt, zóó'n enormen heibel"
op te zetten om die vier, vijf werkelijk
niet van de ergste factoren ! De schrijver
wees als op een ergen factor op al het
zinnenprikkelendeen-verslappende van de
groote ... kranten. Sedert hebben we de
klacht gelezen, in een soort zendbrief,
een curieus genoeg document!, van een
der heeren ... winkeliers zelf...!
Die groote broer daartegenover, zoo
klonk de wel grappig boudeerende stem,
plaatst advertenties van finantiëele on
dernemingen, waarvan' hij kan weten,
dat het zwendel is, en helpt zoo heele
families naar den kelder, waarvan de
dochters, door armoe gedreven, den
slechten weg kunnen opgaan, en op mij
laat hij al zijn verontwaardiging los...
om een paar onnette romans, die ik,
evenmin als hij zijn advertenties, te kijk
zet als doel, maar enkel als middel: om
te leven en geld te verdienen!...
Wij stellen niet, als deze klager doet,
de twee ondernemingen zoo gemoedelijk
naast elkaar!
Maar is er hier geen grond van waar
heid? Zit het kwaad niet overal en aan
alle kanten?
't Is thans niet een dagblad, maar
de gemeentelijke Wetgever zelf, die zich
in 't kleed hult van den zedemeester, en
op zijn beurt nu het eens niets kost
den hervormer speelt; die straks, als
men hem spreekt van nieuwe, in hóóge
mate zedelijkheid-bevorderende, belang
rijke quaesties, zelf voldaan achterover
leunt in zijn fauteuil en vraagt: of hij
niet reeds genoeg heeft gedaan?
Dat zal wellicht en 't is jammer
in nog sterker mate dan reeds het geval
is de geest worden van onze burgerij
óók: de geest van het alleen letten op
den gevel. Als maar een paar prentjes
weggaan, en de bordeelen officieel
nietmeer bestaan en zekere middelen van de
ramen vandaan zijn, staat het maatschap
pelijk leven zoo blank als een schoon
asfaltplein! Dan is de stad gereinigd!
Wie ernstig het groote wil doen moet
soms het kleine weten te laten Want
het pharizeeïsme klampt zich aan het
kleine, aan het uiterlijk, vast om, in
alle braafheid, het groote niet te zien.
Waarom?
Enkele vragen:
Waarom zijn aan de Cadettenschool, die
niets anders is dan een soort militaire
Hoogere burgerschool, behalve den
luitenant-kolonel directeur werkzaam?; l
luitenant-adjudant, l kapitein-commandant der
cadettencompagnie, 4 luitenants uitsluitend
voor de militaire opleiding, 2 hoofden van
onderwijs, waaronder l lector", 5
officierenen 7 burgerlaeraren?
"Waarom kan de hoofdcursus te Kampen
die rechtstreeks voor officier opleidt het
stellen zonder luitena»t-adjudant, kent deze
inrichting geen hoofden van onderwijs en
verrichten de officieren-leeraren daar tevens
alle diensten van huishoudelijken aard ?
Waarom geeft de hoogleeraar, hoofd van
onderwijs in de wiskundige vakken aan de
Koninklijke Militaire Academie, slechts een
8-tal uren les per week en klimt diens be
zoldiging tot niet minder dan f 4000 's jaars?
Waarom hebben sommige burgerleeraren
aan de Cadettenschool slechts 12
wekelijksche lesuren tegen een traktement van
f 2800 's jaars en waarom stijgt dat der
hoofden van onderwijs aldaar tot ? 3200,
waarvoor die grootwaardigbeidsbekleeders
eveneens slechts 12 wekelijksche lesuren
geven?
Zijn zulke bezoldigingen in verhouding
tot de praestatie?
Waarom verliezen de onderofficieren,
leerlingen van den hoofdcursus bij hunne
plaatsing aldaar de soldijverhooging waarop
zij wegens hun diensttijd recht hadden
verkregen, moeten zij zelf den wachtdienst
in het gebouw verrichten, terwijl deze n
bij de Cadettenschool n bij de Militaire
Academie aan beroepskader is opgedragen?
Waarom blijft de hoofdcursus gevestigd
te Kampen, waar absoluut gemis is aan
geschikt oefeningsterrein tot schade van de
practische vorming, de inrichting alles te
wenschen overlaat in alle opzichten en
bovendien de economie in het gezicht wordt
geslagen door de betaling door den Staat
aan de gemeente aan een veel te hooge
huur voor een zeer ondoelmatig gebouw?
Waarom wordt aan de leerlingen van den
hoofdcursus bestemd voor den Indischen
dienst geen onderwijs gegeven in de voor
hen zoo leerzame krijgsgeschiedenis ea blijft
eveneens voor hen de kennis van het Duitsch
en Engelsch een gesloten boek?
Waarom ontvangt de cadet in allerlei
vorm het grootste deel terug van de ove
rigens luttele bijdrage die steeds als macht
spreuk moet dienst doen om te trachten
zijne zoozeer bevoorrechte opleiding te
rechtvaardigen, terwijl de opleiding voor
den Indischen dienst zoovfel te Alkmaar
als te Breda toch ook gratis geschiedt?
Waarom ?
Omdat de zoo noodige schoonmaak in
het huis militair onderwijs" maar steeds
wordt uitgesteld en onze volksvertegen
woordiging zonder onderzoek telken jare
willig de gelden voteert tot onderhoud dier
dure woning, zonder ooit eens een kijkje
te nemen in het inwendige.
Een nauwgezette bezichtiging van dat
heilig huisje" zou ongetwijfeld tot de over
tuiging leiden, dat de zuinigheid ware
gediend door het afbreken daarvan en
het opbouwen van een nieuw met be
scheidener afmetingen.
Waarom stellen de heeren van het Bin
nenhof in deze geen enquête in, wat toch
hun recht is?
Ja, waarom? PEDRO.
Deugdverschafflng van
overheidswege.
Meen du-azen dweperij dan het dwepen
niet w tt lelijke afschaffing fan alle
verkeerdheid." G. J. P. J. BOLLASD.
Er is in onzen tijd een aansterkend streven
naar dwangbemoeiïng van de overheid, met
de genoegens en de deugden, gebreken van
volwassenen.
Ziethier. De geheelonthouders drijven
om de local option voor alcoholische dranken
in de Drankwet te krijgen. Als de regeering
voor dat drijvea zwicht, dan is er geen
enkele reden waarom de regeering metter
tijd ook niet zwichten zou voor een mogelijk
drijven van vegetariërs om de local option
voor vleescbgebruik in eene wet neer te
leggen. En op die wijze zou in iedere
gemeente iedere meerderheid iedere minder
heid kunnen berooven van ieder genot, dat
iedere meerderheid in strijd acht met hare
beginselen van goed en kwaad. Welk eene
heerschappij van de helft en een. Ik zeg:
iedereen moet zelf weten welke genoegens
hij als de zijne verkiest.
Onze vrijheid en ons hooger, geestelijke
leven zijn in gevaar. Wij kunnen niet
leven van deugden, die de onze niet zijn.
En men stuurt ons de overheid thuis om,
als een deurwaarder, de hatelijke dwang
bevelen der ofticieele Deugd ten uitvoer te
leggen, als het moet bij lijfsdwang.
Jaar op jaar, vooral bij de begrootingen
van Binnenlandsche Zaken en van Justitie,
wordt van de betrokken ministers uitbreiding
gevraagd van de bemoeiingen van de
Overheid in de richting, die ik daarevea
beschreef. Er vormt zich eene meerderheid,
waanzinnig van deugd, die ieder genot wil
verbieden, dat zij zelve niet noodig heeft.
Dat is de deugd, die voert tot razernij.
Hier ben ik met een verbazend voorbeeld.
Blijkens het laatste Kamerverslag, hebben
een aantal kamerleden hunne teleurstelling
te kennen gegeven omdat de Regeering;
niet van plan schijnt een wetsontwerp in
te dienen, strekkende tot het verbieden van
het gebruik van absinth. Welk eene parade
is dit zonder garnizoen! Er wordt in
Holland ongeveer niets geen absinth ge
bruikt en minder dan ergens zijn er in
Holland motieven om hun voor wie het
opdrinken van absinth een subtiel genoegen
is, dit genoegeöte ontnemen. Maar ja: nu
het de schatkist toch niets kost, wil men
gaarne eens als de brave paradeeren tegen
over het Fransche buitenland. In Zwitserland
en in Belgiëis het gebruik van de absinth.
verboden. In Frankrijk zal natuurlijk wel
eene vereeniging bestaan tot het verkrijgen
van eene dergelijke verbodsbepaling. Van
vereenigingenis alles en niets te verwachten.
Men roept vaak wraak over tyrannieke
vorsten, en men laat eene duldelooze
tyrannie door vereenigingen uitoefenen, alsof
dit een goed geoorloofd beroep ware.
Maar waarlijk, als de Tweede Kamerleden
eens in trouwe braaf willen zijn, waarom
zien ze dan niet te komen tot verbod van
alle alcoholhoudende dranken? Dwang en
welvaart. Nu ja: de schatkist. Maar als de
keuze staat tusschen het duivelsche geld
en de goddelijke deugd, dan zal de deugd
toch zeker voorgaan. Endegeheelonthouders
zouden zeker gaarne het tekort in de schat
kist stoppen. Als het waar was! Maar zóó
zijn de luidruchtige colporteurs voor de
dwangdeugd van staatswege niet. Hun liefste
spreekwoord betreft de verhouding tusschen
de goede riemen en eens anders leer.
Herinnert u De Standaard, eenen uiter
mate luidruchtigen colporteur
voorgedwon,gen staatsdeugd. Toen een heidensche
minister in het verleden jaar, het opium
gebruik in Indiëging bestrijden, wees De
Standaard op de belangen van de schatkist.
En De Standaard moest toen fellerwijze
worden terecht gewezen door de redactie
van dit Weekblad, die nu eenmaal zoo
onchristelijk is, dat zij de eerlijkheid laat
gaan voorde zoete winste. Maar De Standaard
zegt: Huichel nooit, als het niet noodig is."
De keuze tusschen dwang en vrijheid is
geene keuze, die alleen door het verstand
wordt beheersen r. Zij hangt samen met het
gehalte van het karakter, en tot op zekere
hoogte is zij dus geen onderwerp mogelijk
voor een logisch debat. Maar tegen
overheidsdwang zijn wel zuiver verstandelijke
argumenten aan te voeren ook. In de eerste
plaats deze, dat zij niets geeft dan moeite
met verbittering, en dat zij dikwijls verer
gert hetzelfde kwaad, dat zij wil be
strijden. Het genot laat zich noch binden,
noch opsluiten. Sluit nen weg af en het
genot breekt zich eenen anderen open. Sinds
in Belgiëde absinth verboden is, verkoopt
men in dat land een apéritif Duval van den
zelfden fabrikant afkomstig en dat alleen
in kleur, maar niet in smaak en inwerking
van absinth Duval verschilt.
Maar er is iets beters dan binden en
kooien van eens anders genot. Er is
eene symbiose van persoonlijk genot en
maatschappelijk belang, zooals er is eene
symbiose van misdaad en maatschappij.
Laat men deze tot stand brengen, zonder
dwang. Ja: voor eene meerderheid is er
niet iets gemakkelijkers dan een verbod.
La mort metphrases. Maar laat de vrome
meerderheid verbeteren.
Wie van oordeel is, dat ons volk te veel
geringe boeken leest, laat die het streven
steunen van hen, die boeken van hooger
gehalte binnen des volks bereik willen
brengen. Zoo jaagt men slechte boeken weg.
Zoo doet de heer L. Simons. En n, die
aldus werkt, is voor de samenleving meer
waard, dan eene Kamermeerderheid, die
bruutweg een aantal Hollanders, hoe gering
het zij, berooft van hun subtiel genot van
het drinken van absintb. Berooven van een
genot is berooven van een goed deel van
het leven. Maar voor deugdzamen is niet
geschreven, dat gij niet moorden zult.
Wie het bezoek aan drankhuizen wil
tegengaan, laat die medewerken tot het
stichten en prinselijk in stand houden van
openbare leeszalen, waarin geen andere
drank dan het eenvoudige, dorststillende
water te bekomen is. Maar nu let op: de
meerderheid van zedenpredikers, die stad
en lande wel willen regeeren met de grove
tuchtroede van hunne officieele zedelijk
heid, diezelfde meerderheid wil thans niet
medewerken tot de vervanging van een
onmaatschappelijk genot door een maat
schappelijk. De rechtsche partijen hebben,
om de woorden van prof. De Boer in het
November-nummer van De Beweging met
instemming aan te halen: de stemj/el van
de antithese op de openbare leeszalen ge
drukt". Omdat in die leeszalen nog andere
boeken zullen liggen dan het,ook door de chris
telijke jeugd zoo goed gekende, Aziatische
Boek, dat het verhaal bevat van Lot en zijne
dochters, van Juda en zijne schoondochter,
om nu slechts twee verhalen te noemen,
die mij vroeger meer dan andere afstootten,
toen ik een heidensche jongen was. Neen:
geene openbare leeszalen, waar boeken zul
len liggen, die pok voorkomen op de bekende
Italiaansche lijst van aanj»evelenswaardige
geschriften. Rechts is de leuze: Eer kroeg
J