De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1908 27 december pagina 2

27 december 1908 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1644 minier moeilijk ijjn. Niet dat zich ook voor hem geen moeilijkheden lullen voordoen, maar daar Gedeputeerde Staten, burge meester*, rijkafatndbouwieeraren, het Landbouw-Coinitéenz. kun medewerking zullen verleenen, zijn die moeilijkheden in 't alge meen niet onoverkoomlük. Zonder twijfel is het een belangrijk over zicht over de ontginning van woeste gronden, doch behalve, dat het te veel algemeen heden bevat, geeft 't zo D weinig over de werkverschaffing. Telt het gehael ongeveer 75 pagina's, de mede deelingen over werk verschaffing zijn hier en daar in enkele regels vervat. Zoo op pag. 11: In de eerste plaats geeft de ontginning aan vele handen werk. Daardoor heeft zij velerwege bijgegedragen tjt rijzing van den loonstandaard en vooral tot het verminderen der werk loosheid gedurende den winter". We zouden zoo gaarne overzichten gehad hebben, zoo volledig mogelijk, die toonden aan hoeveel handen werk verschaft werd; hoeveel loon gemiddeld uitbetaald werd, vroeger en thans; in welke mate de werkloosheid verminderd i« enz. We vinden wel hier en daar enkele gegevens, doch meest in algemeene be woordingen. Zoo deelt de rijkslandbouwieeraar uit Groningen mee, dat in het Zuidehjk Westerkwartier de arbeiders vroeger 25 a 30 per dag in den winter verdienden met dorseken ea nu op de ont ginningen voor niet-heele dagen ?0.65 a f 0.85. Over Friesland vinden we zelfs geen ejjfers. Vooreerst vereiaeht het aanmaken van den grond veel handenarbeid, hetgeen vooral aan die arbeiden ten goede komt en«.", bijna geen arbeider of hij houdt een c f meer koeien" (op de heide in den ZuidOosthoek van Friesland), terwijl er voor 20 jaar op de Surhnisterreenster en Drogehamsterheide slechts zaer weinig koeien werden gehouden, zullen er op het oogenblik in totaal 'n tweeduizend voorkomen. Deze zijn meest het eigendom van den arbeiders- en den zeer kleinen boerenstand. Door dien vooruitgang zyn ook de zeden veel verzacht". Men ziet in menig opzicht belangrijke mededeelingen (economische toastand-zeden historisch materialisme!), maar over den omvang van werkverschaffing door ontginning weinig. Zoo gaat 't door met de andere i>rovincies. Uit Drenthe: «Arbeiders ziet men'door noeste vljjt en ijzeren volharding dikwijls na een reeks van moeilijke jaren vooruit gaan tot welgestelde kleuters". Door werkverschaffing ? Neen, door zuivelfa brieken, coöperatiever inkoopvereenigingen, boeren-leanbanken enz. Uit Gelderland: De invloed op de ekonomische toestanden openbaart zich in de grootere welvaart van de bevolking; de armoede is veel verminderd en in sommige wijken zelfs geheel verdwenen onder de boerenbevol king. De kleine boeren met l si 3 koeien, die vroeger door dagloonerswerk bijver dienste moesten maken voor net onder houd van het gezin, -zijn /eer vooruit gegaan enz. Ook boerenknechten hebben zich meermalen eenige perceelen wossten groad weten te verschaffen, om in de ont ginning het loon voor hunnen arbeid te vinden". Van Utrecht slechts dit: Alleen werd in enkele gemeenten door de ont-* ginning de werkloosheid tegengegaan, terwijl vele schapenkoppels werden afgeschaft". (In welke gemeenten, in welke mate? enz. G.). Noord- en Zuid-Holland en Zeeland melden letterlijk niets. Maar uit NoordBrabant komt daarentegen eene treffende mededeeling: Zoo wordt met de ontginning ook niet zelden tevens werkverschaffing beoogd. Armen en behoeftigen kunnen vaak juist in het voor hen zoo nijpende jaargetijde op de gemeente-ontginning werk vinden. Dat deze sociaal een groote rol kan spelen, moge hier geïllustreerd worden door de twee volgende, door den Rijkslandbouwleeraar medegedeelde voorbeelden. Het is eenige jaren geleden, dat er een Toen yater e» moeder optant kwam Natu- het Engelsclt, van ELEASOK A. POSTER. Weet je wel, dat 'tal gauw weer kerstmis is, moeder?" aei de oude man en hij leunde achterover in zpn stoel met een zonder baar berustend zuchtje. Ja, Samuel, ik weet het," antwoordde «ijn vrouw en ze keek hem over hare bril leglazen onderzoekend aan. Samuel deed echter net of hij dit niet merkte. Hm," mompelde hij, ik heb nu al tien bouffantes gekregen. En hoevesl paar van die gehaakte wollen muilen kreeg ju wel ? zeg? Och Samuel," vermaande zij zacht. 't Kan me niks schelen," viel Samuel plotseling heftig uit en hij ging rechtop zitten: me dunkt we zouden wel eens iets anders willen hebben dan muilen en bouf fantes. Dat we nu niet juist meer zoo jong zün als vroeger, is nog geen teeken dat we alle fleur in 't leven verloren hebben!" Maar Samuel, ze zijn goed en vriendelijk en ze willen ons toch ook wel iets geven," zuchtte Lydia, en " Ja, ik weet wel, dat ze goed en vrien delijk zijn," viel Simuel toornig in. We hebben drie kinders en ze brengen ons alle drie geregeld hun kerstpresent. Dat is ge woonte geworden, net als 't naar bed gaan 's avonds", voegde hij er aan toe, en ze staan er al even weinig by stil," eindigde hij boog. Heer in den hemel, Samuel, hoe kun je nu zoo praten," viel het vrouwtje tegenover hem in. Omdat 't waar is," hield Samuel vol. Ze koopen een paar muilen en een bouffante, die stoppen ze in hun tasch en klaar is 't; in 't volgend jaar doen ze precies 't zelfde en klaar is 't weer." Natuurlijk, ik weet wel, dat ik ondank baar ben en zoo al meer," erkende hij prik kelbaar, maar ik kan er niets aan doen! Ik heb er over gepiekerd sinds verleden jaar kerstmis en nu kan ik 't niet langer verkroppen. Zie eens, moeder, we zijn toch waarachtig nog niet stokoud, ik ben zes en zeventig en jij nog maar drie en zeventig en beide zijn we zoo vlug als water. Wonen we hier niet op ons eentje en doen we alle werk, zoowel buitens- als binnenshuis, niet voornamelijk zelf?" Ja," knikte ze bedeesd. Nu, en is er dan niets te bedenken, conflict ontstond tnsschen de gemeente Deurne en eena op haar gebied te Helenaveen werkzame tur&trooiselfirma. Deze gaf uit rancune aan eenige honderden werk lieden gedaan met het doel om zoodoende de gemeente in een moeilijk parket te brengen. Op een goeden morgen ziet de Burgemeester van Denrne dan ook een leger van werkloozen voor het gemeentehuis in een min of meer manifesteereude houding. Spoedig was er evenwel eene oplossing ge vonden, daar het gros werkzaam gesteld kon worden op de ontginningen van de gemeente. Een ander geval is van meer reeenten aard en heeft zich het vorig jaar afgespeeld in de gemeente Asten, waar een firma, die aan talrijke gezinnen brood verschafte, hare fabrieken moest stopzetten. Dit zou een groote ramp voor het dorp tengevolge hebben gehad, indien de ontslagen werk lieden niet op de gemeente- ontginningen werk hadden kunnen vinden". Ook in Limburg hebben de gemeenten door haar grondbezit te ontginnen de econo mische ontwikkeling ten platte lande kunnen bevorderen. Pagina 64 brengt in enkele zinsneden in zeer algemeene bewoordingen de resumptie; nader toegelicht door enkele voorbeelden. Zonder deze in bijzonderheden te beoordeelen is de mededeeling omtrent Ha vel te, dat daar de groote armoede van voor eenige jaren is geweken, niet geheel juist. Niet tegenstaande de ontginningen van particu lieren en de wegenverbetering als werk verschaffing door de gemeente in den winter, moest de gemeente Havelte van 3400 zielen f 3000 jaarlijks aan armwezen uitgeven. Havelte behoort dan ook tot de noodlijdende gemeenten. De hoofdelijke omslag Iaat dan ook maar ?300 voor aftrek noodzakelijk levensonderhoud toe; daarvan wordt ge heven ? 2.11, terwijl het percentage pro gressief werkt, zoodat de hoogstaangeslagene 8% pCt. betaalt. Slechts van 17 per sonen gaat het inkomen boven de ?2000. Groote armoede is er dan misschien niet meer, maar armoede in elk geval wel. Aan het rapport zijn drie bijlagen gevoegd. Bijlage I is een gemeentewijs overzicht der yan 1897?1907 plaats gehad hebbende ontginning." Compleet is dit overzicht, geloof ik, niet geheel. Wat Frieslind be treft zou ik het aanvullen met Engwierden, Oostdongeradeel, Hinloopen; wat Gelder land betreft met Dreumel en Elburg; Overijsel z>u ik willen aanvullen met Hoornaar, Abbenbroek en Heenvliet; Zee land met Borselen, Sas van Gent enz. In 457 gemeenten kwam in 1907 nog 562,524 H. A. woeste grond voor, nadat van 1897 tot en met 1907 reeds 36 600.43 H. A. was ontgonnen in ruim 320 seineenten (een oppervlakte van ongeveer 2 maal de Haar lemmermeer). Bijlage II geeft een overzicht van de werkzaamheden der Nederlandsche Heidemaatschappij van 1889-1907. In 1890 be taalde zij ?125 aan arbeidsloon, in 1907 rond ?418,000, terwijl zij in 190(1 voor ruim ?81,000 aan kunstmest, boom , gras-, kla verzaden, plantsoen enz. verstrekte. Bijlage III, die provinciesgewijj een over zicht geeft van het gemeentelijk grondbezit, bewijst, dat de gemeenten de werkeloosheid door ontginning nog stevig kunnen be strijden. Tegenover een totaal gemeentelijk grondbezit van 54549.8ÏII. A. in cultuur zijnde gronden stiat nog een oppervlakte van 88.842.28 H. A. aan woeste gronden. Brabant staat met een i 0,000 bunders bovenaaa, dan volgt Limburg met 20,000, Gelder land met 10000 eriz. Zoo de gemeenten niet om werk te verschaffen al tot ontginning mogen overgaan, dat dan de te verwachten waardevermeerdering van haar bezit ze daartoe moge dringen. Want het rapport bevat ook enkele klinkende cijfers over finantiëel-gunstige resultaten voor grond bezitters, die de ontginningen met overleg hebben aangepakt. Ten bewijze hiervan dozo waar je met kerstmis zin aan zoudt hebben, behalve aan muilen? en 't mooiste is nog, dat je nooit van die leeüjke gehaakte dingen draagt l" Lydia voelde zich niet op haar gemak. Och natuurlijk Samuel, zulke muilen zijn erg geschikt en ... ." Och kom," vleide Samuel, stel je nu eens voor, dat «re weer kinders waren en aan 't kerstengeltje gingen zeggen, wat we wenschten, waar zou jij dan om vragen?' Lydia lachte. Hare wangen kleurden zich en de gedachte aan de dagen van vroeger bracht glans in hare oogen. Je zoudt me maar uitlachen, vent, ik zou 't je niet graag vertellen !" Ik zal niet lachen." Maar 't is zoo bespottelijk," weifelde ze en ze bloosde nu bepaald : ik een oude vrouw !" Natuurlijk," gromde Samuel dadelijk. 't Is immers toch al bespottelijk, als wij iets anders - willen hebben dan muilen of bouffantes l Kom zeg op oudje." Nu dan . . . een . . . een kerstboom." Een boom?" was Samuel's verraste ont boezeming. Zie je wel, ik wist, dat je nie uit zoudt lachen," zei Lydia beschaamd en ze nam haar breiwerk weer op. Lachen ? waarachtig niet," verzekerde Samuel beslist. ...Ik... ik wou immers zeif juist ook zoo graag weer eens een boom hebben." Zie je, 't is alleen dit maar," vergoelijkte Lydia haastig, ze geven ons wel wat natuur lijk, maar ze maken er zoo niets geen werk van, ze zullen er nog niet eens een net pakje van maken met een rood lintje er om heen gestrikt, of zoo iets. Ze gaan even in onze slaapkamer en ze leggen 't er zoo maar neer, in een bruin papier gewikkeld en wij vinden 't, als ze weg zijn. Ze meenen 't goed, maar o ik heb zoo schoon genoeg van die saaie gehaakte dingen I Natuurlijk weet ik best, dat er van een boom geen sprake is, ik ge loof zelfs, dat ik 't niet eens in ernst meen, maar ik zou eens iets anders, iets moois en... en iets opwekkends willen hebben, weet je. En dan nog iets, ik zou zin hebben aan roomijs en aan die kleine rose en witte pepermuntjes. Samuel, kon je je nog voor stellen, hoe beeldig zoo'n zakje met pepermuntjes tusschen die groene takken stond ? En ... lieve hemel" brak ze ademloos af en liet zich in haar stoel terugvallen, wat ben ik aan 't doorslaan, ik lijk wel kindsch l" Even antwoordde Samuel niet. Groote rimpels kwamen op zijn voorhoofd en met de rechterhand steunde hij zijn achterhoofd, aanhaling: .De stijging in de koopprijzen van heideveld wijzen hierop trouwen» ook. Was de koopprgc vroeger ? 25?? 100 per H. A., tegenwoordig is hij gestegen tot ?150 a ?400 per H. A.. De ontginningskosten bedragen ?75 tot ?200 per H. A. en na eenige jaren exploitatie is de grond prijs ?600 tot ?800 per H. A." Waarlijk zulke werkverschaffing mag niet filantropisch heeten, maar is productief. Haarlem, 13Dec 1908. J. GERKITSZ. MnM in de Hoofdstad De afgeloopen week stond in het teeken der Fransche kunst. Het was Edouard Co lonne, de bekende dirigent uit Parij», die er onze aandacht voor vroeg. Laat ik beginnen met de bespreking van de uitvoering van Toonkunst" U. zaterdag avond, waar la Damnation de Fanst" van Berlioz, ten gehoore gebracht werd, omdat deze componist alle andeie, ook de latere Franeche toondichters in de schaduw stelt en zijn dramatische legende dan ook belangrjjker is, dan alle andere werken die wy in de afgeloopen week gehoord hebben. Tengevolge van de herhaalde uitvoeringen, die de heer Tierie in de laatste jaren heeft gegeven van de Damnation de Faust" mag men wel spreken van een zekere populariteit die dit werk hier ter stede geniet. Voor mij is het dan ook de meest vol komene en com plete compositie van Berlioz. In zyn Re quiem" en tot op zekere hoogte ook in zijn Te Denm" moge meer muzikale logica steken en afgerondheid in den vorm, het niterlijke en mondaine karakter der muziek kan mij op den duur mj deze gewijde stof niet bevredigen. In zijn Roméo eympbonie heeft Berlioz schoonheden van den eersten rang neerge-, legd; maar de samenstelling der onderdeelen is zoo grillig en er komen in de muziek zoovele bizarre dingen, dat men toch verre de voorkeur geeft aan la Damnation de Faust." Het is waar de <;ourse il l'abime" en het Pandoemoniurn ', in de taal die vol gens Seedenborg door de duivelen en de veroordeelden in de hel gesproken wordt(!!), zijn ook bizar, doch aU tegenstelling tot de overtalrijke plaatsen, waar inderdaad zuivere en mooie muziek geboden wordt, kan uien die paar nummers EO» wel accepteerer. Schoone muziek inderdaal wordt ons ge boden in bijna alle andere nummers en niet alleen is die muziek schoon, maar ook karak tervol en fritch; boeiend door haar prikke lende rhyïhmiefe-, zooals gean ander vo;k ah h«t Fransche dieaamvendt en door haar instru mentatie, nu eens teeder, dau we Ier verblin dend, maar altijd raak en overeenkomstig de situatie van bet oo^enblik. Daarbij moet aienin het oog houden den tijd waarin deze muziek is geschreden, in 1845, heUelfJe jaar dus dat Wagners Tannbiuiaer voor het eerst .vsrd opgevoerd en toen Liszt zijn eymphonische Diclitungen noa met had Kpcoiriponeerd ; en dan mag men i^-rust beweren dat Je kunst van erlioz en niet het minst zijn in strumentatie een geheel modern effect maakt. Begrijpelijk is het dan ook da' Liszt, aan wieii de Faust is opgedragen, hoogelijk in genomen was met dit meesterwerk van Fransche kunst. Zeker was het eigenaardig dat thans de leiding berustte bij den man, die te Parijs Berlioz' muziek popuiair gemaakt heeft. Xaar ik meen heeft Colonne pi. m. 150 maal de Faust uitge Toerd. Men ma^ dus in zekeren 2111 aan zijn opvatting autoriteit toekennen. Vele temoi neemt Colonne sneller dan men hier zooals hij altijd deed, wanneer hij in diepe gedachten was. Toen helderde zijn gezicht op. Je bent heelemaal niet kindsch," riep hij opgewonden uit, en ik zelf evenmin ! Ea wat meer is. je zult een boom hebben en roomijs en pepermuntjes en al dat spul." Och tieer in den hemel, Samuel,'' stamelde Lydia. Nu wat ik je zeg. 't Kan o zoo best; we doen 't den avond vóór Kerstmis. De kinders komen pas op den eersten Kerstdag en zoo zullen ze er niets geen last van hebben bij hun bezoek; 't is alles achter den rug als ze komen. En we zullen er zelfs een feestje van maken," ging hij opgewekt verder. De Hopkinsen en oude juffrouw Newcomb en oom Tim en grootvader Gowing, we zullen ze allemaal vragen en je zult esns zien, hoe graag ze 't aannemen!" Samuel is 't niet al te mal?" riep Lydia ongeloovig, maar verheugd uit. Zou 't we zenlijk gaan?'' Ik zal zelf voor een boom zorgen," dacht Samuel hardop, en we koopen zoo'n beetje van die schitterende spullen om hem te versierea." Lu ik neem wat rose en wit tarlatan voor zakjes," vulde Lydia tevreden aan : het rose voor de witte pepermuntjes eu het witte voor de rosen. Samuel, zal 't geen grap zijn?" Kn wie haar zoo hoorde, zou meenen, dat ze zeventien in plaats van drie en zeventig was! Een week voor Kerstmis schreef Ella de eenige dochter van Samuel den vol genden brief aan elk van haar beide broers: het is mij ingevalhn, dat 't een uitstekend idee zou zijn, als we er toe konden besluiten dit jaar een beetje meer tijd aan vader en moeder te be steden, als wij hen weer ons gewoon kerstbezoek brengen. Hoe zou je er over denken, als we de kinderen meenamen en er zoo een echte familie-réunie van maakten? Me dunkt, we konden er den dag vóór Kerstmis om vier uur wel zijn en als we dan tot twee dagen er na bleven, was 't een heel bezoek. Hoe denk je hierover? Vader en moeder worden oud, wie weet hoe kort we hen nog maar inogen houden en dit zal huu zeker wel plezier doen. Alleen moeten we 't erg kalm aanleggen en er voor zorgen, dat 't hen niet te druk wordt " De brieven werden haastig verzonden eu bijna per ommegaande kwamen de antwoor den. Een warme instemming met het plan en de vaste belofte van medewerking, onderteekend Frank" en Xed". Wat op ieders weg ligt, wordt echter wel eens door allen verzuimd en zoodoende gete lande gewend ia; ontegenzeggelijk wint het werk daardoor; het verkrijgt grooter levendigheid en houdt de aandacht meer gespannen. Alleen ten opzichte van het Trio in F. in het tweede deel, sou ik eenig voor behoud willen maken; in een dergelijk snel tempo gaat de duidelijkheid verloren; daar moet de eiach van de practijk tot een matiger tempo manen. Maar behoudens dit nummer, moet ik erkennen van het tweede deel nooit zoo'n grooten indruk gekregen te hebben. Dat men vier solisten had uitgenoodigd die door en door vertrouwd waren met Colonne's opvatting, strekte der uitvoering mede tot groot voordeel. In de eerste plaats noem ik Marcella Pregi, de Marguerite-party, die, naar ik vernam voor de 136ste maal zong. Deze voortreilelijke zangeres beschikt nog steeds over een heerlijk orgaan. Slechts hier en daar was de stem wat scherp en viel er een geringe detonatie waar te nemen. Maar de stijl van mej. Pregi is uitstekend. Haar chanson gothique" zooals Berlioz de ballade van den koning in Thule noemt, en nog meer d'amour l'ardente flamme" (Meine Ruh' ist hin) verschaften haar een storm van toejuichingen. Niet minder uitstekend was de Faustpartij bezet door den heer Caseneuve. Thans kwamen zijne voortreffelijke qnaliteiten nog meer uit dan onlang i in de zaal van het Paleis voor Volksvlijt. Inderdaad mag het gemak, waarmede deze zanger zijn partij beheerscht, bewonderenswaardig genoemd worden. De hoogste falset-tonen klonken even mooi als de lage- en middentonen en door zijn prachtige dictie en mooie duidelijke uitspraak mag hij als voorbeeld gesteld worden aan allen die zich hier te lande met Fransche vocale muziek bezig houden. Enkele afwqkingen van de gewoonlijk gevolgde uitspraak moeten vermoedelijk toegeschreven worden aan zijn zuidelijke afkomst. Onze voormalige landgenoot, de heer Jan Reder zong de Mephisto-partij. Deze zanger beschikt over een mooi klinkend bariton geluid en ook zijn uitspraak verraadt nau welijks dea geboren Hollander. Ia de lage tonen zou de stem nog iets voller kunnen klinken, dan zou de Serenade" zeker nog meer effect gemaakt hebben. Of nu de heer Reder het Mephisto-type niet wat meer had kunnen onderstrepen ? Een te veel is zeker niet goed; het mag geen charge wor den, maar m.i. was er toch wel wat te ?eel soberheid in zyn voordracht. De heer Paul Eyraud liet in dat opzicht der Brauder-party niets te kort komen; maar het orgaan van desen zanger klinkt niet zoo edel als .dat van zijn Holiandschen collega, De koren hielden zich Hink en slagvaardig onder vreemde leiding. Het groote mannen koor der soldaten en studenten had nog wat sterker bezet kuanen zijn; vooral dat der soldaten; maar er werd mooi gezongen. In het beroemde koor Dors heureux Faust", een prachtstuk van klank en stemming, en ook in het vreedzaam uitklinkende slotkoor, hadden de daoies vooral nog veel meer piano kunnen zingen. Oader de leiding van den heer Mengelnerg zoulen de nuanceeringen zeker wel beter in acht genomen zijn, al zouden misschien de tetnpi niet dien indruk gemaakt hebben, dien men thans kreeg. He; orchest, ook de solisten daaruit, heeft meesterlijk de partitie weergegeven. Da Racoczy-marsch verwekte daverende toejui chingen. Twee dagen te voren dirigeerde de heer Colonne het abonnements concert iti het Concertgebouw. Zoo ooit, dan washet thans goed gezien een uitsluitend Fransch pro gramma samen te stellen. Wie toch mag beter in staat geacht worden Fransche compositiëu tot in dun kern te doorgronden, dan een man die zich dagelijks bsiig houdt met die conjpositiën? Het hoof tniimmer was de svuiphonie van César Franck, een wers dat hier reeds her haaldelijk ten gehoore kwam. Ook thans beurde het, dit niemand den ouden Samuel Bertram en zyu vrouw op de hoogte bracht ? an het veranderde plan, ieder in de meening, dat een van de anderea het gedaan zou hebben. Wat de presenten betreft," peinsde Ella, toen ze twee dagen voor Kerstmis haastig de stad inging, om inuoopen te doen, ik kan nooit iets voor hen bedenken. Maar ik geloof, dat ik ten slotte toch maar 't beste doe voor moeder weer wollen muilen en voor vader een warme bouffante te nemen; dat komt altijd te pas." De dag voor Kerstmis brak aan. 't Was helder en koud. Er was afgesproken, dat Ella met haar man en de tweelingen een uur vroeger zou aankomen, dan de trein, waarmee Ned met zijn vrouw en de kleine Mabel, te gelijk met Frank en zijn gezin zou komen. Maar Eil.v's trein was laat, zóó laat, dat hij pas vijf minuten vroeger aankwam dan de andere uit het Noorden en zoo was er een vroolijke begroeting van de drie vereenigde families op het perron van het kleine dorpgstation. Wel, 't is ten slotte nog een bestiering, dat onze trein zoo laat was," zei Ella. 't Treft mooi, nu kunnen we allen met elkaar thuis komen. Nu is 't werkelijk een jolig troepje," zei Ned, terwijl hij de fleurige gezichten rond orn hem optelde. \Ve zijn met oiis tienen." Denk eens aan hoe verlangend ze thuis zullen zitten uitkijken!" lachte Frank. Die goede oudjes I wat zullen vaders oogen stralen en wat zal moeder aan de banden van haar muts zitten trekken. Maar wat ik zeggen wou: ze weten toch natuurlijk dat we vandaag al komen':" } Daar was een oogeublik van stilte. Toen ! zij Ella ontsteld : ! Wat'!.... heb jij.... heb jij 't hun dan i niet geschreven ?" i Ik? neen heelemaal niet," zei Frank, ik dacht natuurlijk, dat jij 't zoudt doen. Maar misschien deed Ned 't...." ] Hij hield op eu keek zijn broer vragend aan. Ned schudde zijn hoofd: ik deed 't even min,'' zei hij. ' Maar dan .... dan weten ze er niets van. Dan hebben ze er niet 't flauwste vermoeden van," zei Ella nog verschrikter. Welnu, wat zou dat ? vooruit maar ! 't komt ; er ook eigenlijk niet op aan," lachte Ned. i Er niet op aankomen 1" wierp Ella hem lieftig tegen. Ned, Bertram, wat meen je vielen er de voortreffelijke hoedanigheden van op te marken en tevens ook de minder goede qualitriten. Onder de eewte reken ik de mooie en «prekende motieven, de» samen hang der drie deelen onderling, ten gevolge van het gebruik der motieven in alle drie de deelen en de voortreffelijke, kleurenrijke instrumentatie. Minder goed hebben mij thans wederom bevallen een zekere breed sprakigheid en zucht om in herhalingen te vervallen. De interpretatie ditmaal week niet sterk af van vroegere uitvoeringen, of tiet moest z}jn door een meer op den voorgrond treden van het koper. Het kwam mij voor dat Colsnne overigens een groote voorliefde heeft voor deze instrumentengroep, want in het eerste nummer van het programma, Berlioz' ouverture Ie carnaval romain" was het alsof den dirigent de woorden: Sonnez trompettes, sonnez musettes, sonnea gais tambourins" uit Benvennto Cellini voor den geest zweefden, zooals hij het koper voor den dag liet komen. (Men weet dat de motieven van genoemde Ouverture voor komen in de opera Beavenuto Cellini). In het tweede deel ven het programma ontmoette men de namen Dupont, Debussy, Faure en Duka?. Zondert men l'Apprenti soicier" van laatstgenoemde nit, een werk dat reeds lang en dikwijls voorkomt op onze concertgebouw-programma's en dat zich door z^jn prikkelende rhythmiek en 'geestige instrumentatie vrienden heeft verworven, dan moet aan het Prélude d'un Faun e" van Debussy den eerepalm worden toegekend. Ziedaar een werk dat zich kenmerkt door iets aparts. Debussy is een zoeker en tot op zekere hoogte thans reeds een vinder, zeker gaen navolger. Zijn bedoeling is stem ming te verwekken door kleur, meer dan door lijn. Het ligt voor de hand dat onder werpen van een droomerig karakter als dit: les désirs, les rêves du Faune dans la chaleur d'un oprès-midi" uit een gedicht van Stephane Mallarmé, zich beter leenen tot een dergelijke behandeling dan heroïsche stoffen. Dupout is jonger maar minder begaafd; zijn talent is meer eclectisch aangelegd dan zelfstandig zoekend; doch het meest spreekt de invloed van Debussy uit zijn werk. Van les Heures dolentes" werden twee nummers uitgevoerd. La mort rode" is realistisch en wet juist geschetst. Het tweede nummer Des enfants jouent dans Ie jardin" doet ons verschillende populaire melodieën hooren, welke echter door de instrumentatie min of of meer op verminkte wijze tot ons komen. Gabriël Fauréis de oudste dezer vier compo nisten, maar ook de zoetsappigete. Hij behandelt dezeifde onderwerpen als Debussy, n.l. Pelleas et Mélissande" maar anders, meer ouderwetseb, wat bij Maeterlinek's drama niet te pas komt. Slechts in het eerste nummer kon hij mij boeien, in de beide andere waa hij mij te onpersoonlijk en had hij slechts de minder goede eigenschappen der Fransche componisten, zonder de betere qualiteiten daartegenover op de balans te kunnen leggen. Zelden heeft een dirigent beter gelegenheid gehad hier te kunnen toonen wat hij vermag te praesteeren dan Elouard Colonne. Een orchestconcert van werken met welker stijl en manier hij door en door vertrouwd is en een kooruitvoering van een compositie die hij reeds 150 maal heeft gedirigeerd. Daarvoor stonden hem ten dienste hef prach tige Concertgebouw-orchest, het voortreffelijke koor van Toonkunst" en een viertal solisten. zooals hij ze zelf te Parijs niet beter heeft. Over het algemeen heb ik van de leiding van Colonne geen hoogen dunk gekregen Het is exact en accuraat in de vaststelling zijner tempi; hij is eerlijk en oprecht in zijn op matting; hij zal geen Colonnetjea trachten toe te voegen aan hetgeen de componisten zelf in hunne werkt n legden; maar hij is voor mij geen enthousiast, geen imponeerend dirigent; hij sleept niet mede; hij inspi reert zijn troepen niet; hij geefc ze niet eens aan; het fluïdum tusschen dirigent en uitwel, dat t zou durven wagen om daar onverwacht niet ons tienen binnen te komen stormen, bij die arme oudjes ? Daar is geen questie van, hoor !'' Maar Lila, ze verwachten ons morgen met ons zessen," viel ook Frank hem bij. Best mogelijk, maar dat is heel iets anders dan vandaag al met ons tienen." Dat wee~, ik wél, maar jullie vrouwen doet toch met elkaar alle werk," zei Ned. 't Werk ? maar 't is immers ook niet om 't weri!" bromde Ella bijna, voel je dan niet, dat 't om de opwinding is, het zou hen immers veel te druk zijn ? We moeten iets anders verzinnen. Kom, laat ons 't rustig eveu in de wachtkamer gaan overleggen." Pas na lang heen en weer gepraat konden ze 't eens worden en werden de plannen vastgesteld. Er zoo maar op los trekken en het huis stormenderhand binnen dringen was beslist onmogelijk, hoewel Ned opmerkte, dat de goede oudjes toch stellig bij 't vuur zouden zitten dommelen en hun aankomst niet eens zouden opmerken. Neen, het was verstandiger en zoo werd met algeneene stemmen besloten dat Frank vooruit zou gaan om aller komst voor te bereiden en dat de anderen zoolang in het kleine hütel bij 't station zouden wachten. De avonl was al gevallen, toen Frank het tuinhekje voor 't welbekende huis van de Bertrams openstootte. Hij wou juist aan de bel trekken, toen zijn opgewekt verlangend gezicht op eens de grootste verbazing toonde: van binnen klonk helder en duidelijk het geluid van een viool. Hoe? wat beteekent dit?' mompelde hij binnensmonds en deed zacht de vooideur open. De gang was bijca donker, maar de kamer op zij was schitterend verlicht, alsof alle lampen uit 't heele huis er opgestoken waren. Hij stond dus zelf in de schaduw en niemand had hem hooren binnenkomen eu zoo kon hij door de half open deur bijna de heele kamer overzien. In de verste hoek van de kamer stond da groote, eeuwig groene boom, schitteren i van kaarsen en blinkende sterren; vol gehangen met kleine zakjes van wit en roae tarlataa en andere versierselen. Er dichtbij zat een oude man viool te spelen en zoo oud als hij was, scheen hij geheel op te gaan in het deuntje, dat hij speelde. Midden in de kamer dansten twee grijsaards een lustige hopsasa, buigende en wuivende tegen elkaar, da; 't een aard had. Drie oude vrouwtjes en nog een andere oude man zaten er fleurig naar te kijken en onderwijl roomijs te lepelen of pepermuntjes te knabbelen. En tusscheu allen door drentelde de meesteres van 't huis, de oude Ly lia zelf, met gloeiende wanden, maar klaarblijkelijk volkomen op haar dreef en l >or en door vergenoegd. Een tijdje lang stond de man in de gan^ er in stille verbazing naar te kijken, toen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl