Historisch Archief 1877-1940
No. 1644
DE AMSTERDAMMER WE EK B LA D YOOE NEDERLAND.
voerenden is afirez'g; bjj heeft zijn hoofd
voortdurend in zijn boek. Colonne is een
routinier, geen dirigent par droit de naissance".
Niettemin was net interessant hem
hier aan het werk te zien, al zon het
slechts zijn om kennis te maken met de
?wgze waarop in de Franache hoofdstad de
werken worden opgevat, die hier ook zoo
dikwjjf» tot uitvoering komen.
ANT, AVERKAMP.
De Spreuken van Jent» S-iraeh, nit het
Hebreeowseh vertaald door dr. J. C.
MATTHES sm dr. JOHS. DYSHRINCK,
'sGravenbage 1908.
Het is een waar genoegen om meer
dan n reden het hierboven genoemd
boekeke van XX en 159 bladzijden aan te
kondigen. I>aar ia allereerst het feit, dat twee
verdienstelijke mannen, die een eervollen
naam bezitten op het gebied der
Oud-TestamentisChe studie, nadat ze door het bereiken
van den zeventigjarigen leef tijd het ambtelijk
leren vaarwel gezegd hebben, nog o eer lust
en moed en kracht genoeg beschikken om
een ernstig wetenschappelijk werk aan te
vatten en zoo voortreffelijk te 7olbrengen.
Hier is een hartelijke geinkwengch alleszins
op z\jn plaat*.
Onze volijverige Dyssrinck, bekend ook op
het terrein van stichtelijke literatuur, op letter
kundig gebied en op dat der kunstgeschie
denis, keert hier terug tot een vroegere
liefde. Hy gaf in 1870 een vertaling der
Spreuken van Jeans Sirach uit. En nadat
hy d*ze ook opgenomen had ia zjjn
Apokriefe Boefeen des Ouden Verbonds", in 1874
verschenen, zendt hij nu, na b\jna 40 jaren,
opnieuw een overzetting der spreuken van
den Siracide in het licht, daarin bijgestaan
door proi. Mattb.es.
Die eerste uitgave was bewerkt naar de
Orieksche vertaling van Sira3h's kleinzoon.
Er was toen, in 1870, geen andere tekst
bekend. Maar thans kon hij op den titel
doen drukken Uit het Hebreeuwsch ver
taald", d. w. z. twee derden ongeveer, nl.
1056 verzen van de 1616, waaruit het geheel
bestaat, die thans in bet Hebreeuwsch bekend
zijn. Want sinds Ib96 zijn telkens nieuwe
fragmenten van 't oorspronkelijk
Hebresuwsche geschrift nit een geniza, d. i. een kamer
van oude handschriften, van een synagoge
te Caïro aan 't licht gekomen. Het eerst
kreeg Mrs. Agnes Smith Lewis eenige frag
menten in haar bezit. Later ook anderen.
Een Joodsch geleerde als Schechter herkende
ze aanstonds Sedert 1900 is echter het zoeken
naar meer stukken vruchteloos gebleken.
En nu hesloten Matthes en Dyserinck om
niet te wachten totdat wellicht de heele
Sirach in de oorspronkelijke taal terugge
vonden zou zyn, maar te geven wat ze beaat* n:
zooveel het kon uit het Hebreeuwfch, de
rest naar het Griekscb, waai mede men zich
tot dusverre bad moeten tevreden stellen.
Instructief is, ook voor niet-geleerden, de
inleiding van 17 bladzijden, om te zien wat
er aan een werk, als ons hier wordt aange
boden, vastzit. Vooral aan prof. dr. Rudolf
Smend te Gottingen verklaren onze
overzetters veel verschuldigd te zijn. Zijn vertaling
met inleiding en commentaar noemen zij
een reuzenarbeid". Doch hoofdzaak ia, dat
ne nu in goed Nederlandscb, van de hand
van twee kundige geleerden, gecontroleerd
door een derde, den heer Hillesum, conser
vator der Bi'oliotheca Kosenthaliaua, een
vertaling hebben van Jezus Sirach's wijsheid,
die altijd nog waard is gelezen te worden.
Een voortreffelijk boek voor studenten in
de theologie,' die nie; verzuimen mosten
daarbij het oorspronkelijke te raadplegen,
al zij h«t slechts voor het Hebreeuwgc'a naar
de handige uitgave van prof. H. L. Strack,
Die Sprüche Jesus', dei Salines Siraclis, Leipzig
1903, waarbij een kleine woordenlijst is
gevoegd. Maar niet minder voor het beschaafd
publiek. Luther zei er van: Es ist ein
nützlich Bnch fur den gemeinen Mann, denn
ging hij zacht de voordeur weer nit en
haastte zich terug naar 't hotel.
Nu ?" vroegen een half dozijn nieuws
gierige stemmen en n van hen voegde er
aan toe, en wat zeiden ze wel ?"
Frank schudde zyn hoofd en liet zich op
de dichtst bijzijnde stoel nedervallen.
Ik ... ik heb er hun niets van gezegd,"
stamelde hij zacht.
Er niets van gezegd?" riep Ella uit.
Frank, joegen, wat scheelt hen? waren ze
ziek? ze zijn toch niet te veel geschrokken,
toen ze jou zagen?"
Frank's oogen schitterden: Neen, dat nu
juist niet," zei h\j, ze waren aan 't feest
vieren."
Aan 't feestvieren?" herhaalde weer een
koor vau stemmen.
Ja en ze hadden een kerstboom en ijs en
pepermuntjes en ze waren aan 't dansen,"
somde Frank buiten adem op.
Allen praatten door elkaar, tot Ella's stem
overheerschte: Frank Bertram, wat ter wereld
meen je toch? wie doen al die dingen?"
vroeg ze.
Vader en moeder," antwoordde Frank,
en zijn lippen vertrokken zich zenuwachtig.
En oude oom Titn en verscheiden anderen
wareüer te gast."
Maar Frank, hoe kunnen ze teg^n zoo
iets?" riep Ella uit. Hemel... vader is niet
ver «an de tachtig en ... maar Mabel, Mabel,
kindlief," viel ze zichzelf in de rode en ze
keek haar nichtje verwijtend aan blijf
toch van dat pakje af, 't zijn de presenten
voor grootva en grootmoe."
Mabel aarzelde, zichtbaar oproerig. In elke
handt hield ze een grijs wollen mail en om
haar goudblond kopje draaide ze net als een
muts een bouffante.
Daar klonken uitroepen van twee mannen
en Ned kwam haastig naar voren: och
hemel, Ella," zei hij teleurgesteld, dat zijn
toch niet jou .presenten?"
Ja zeker, wraarom niet:" vroeg Ella.
Wél, ik heb ook muilen, weet je. Ik kan
nooit iets anders verzinnen. Och en ze
zyn practisch in elk geval. Maar, me dunkt,
jij badt wel iets anders..."
Nu, 't doet er ook minder toe; moeder is
een schat en ze zal er niet om geven, dat
ze twee paar krijgt."
Maar wel, als er drie paar komen opdagen,"
bromde Frank.
Even zwegen ze mismoedig, maar toen
barstten ze allen in lachen uit.
Ella kon 't eerst weer praten, 't Is al te
gek natuurlijk, maar daarom niet getreurd.
Moeder zal 't net zoo goed als een grap op
vatten als wij. Och, weet je, ik geloof, dat
anch alle sein Fleiss ist, daas er einen Burger
oder Hausvater gottesfürehtig, fromm und
klug mache". En een matf van den nieuweren
tijd, Dr. N. Schmidt, die deze spreuken in
1903 in het Engelsen vertaald uitgaf (London,
J. M. Dent and Co.), schreef er »an:
Ecclegiastiens is the most complete textbook
on morals preserved from Hebrew antiqaity.
It giveg more detailed direction frban any
pther book in the Bible as to proper conduct
in different circnmstances". Er is in onze
dagen een ontwaken van belangstelling in
godsdienstig- zedelijke vraagstukken. Aan de
behoeften, hier door ontstaan, willen ook
onze vertalers voldoen.
Bij de Gereformeerde Protestanten is het
boek weinig bekend, al hebben onze
StatenOverzetters het wel vertaald, doch niet van
kantteekeningen" voorzien. Luthersche pre
dikanten kunnen den tekst hunner prediking
aan dit geschrift ontleenen. En onze
RoomschKatbolieke Christenen hebben ook dit boek
in de rij hunner Heilige Schriften, met andere
zoogenaamde apokriefen".
Waarons is dit boek niet in de rij der
kanonieke" boeken opgenomen, en heeft
het 't slechts tot de grens der kanoniciteit
gebracht? Vroeger was men met het ant
woord op die vraag spoedig gereed: omdat
het lang (meer dan twee eeuwen) na Ezra
geschreven is, die den ianon heette vast
gesteld te hebben. Nu geven deskundigen
dat antwoord niet meer. Moge kort na
Ezra de Wet (en. a w. de eerste vijf Bijbel
boeken) gekanoniseerd zijn, toen Sirach's
kleinzoon na 132 vóór Chr. de spreuken van
zijn grootvader in het Griekscb vertaalde,
was, zeker reeds een halve eeuw geleden,
de tweede bundel, die der Profeten, tot
kanoniek gezag gekomen, maar van een derde
groep gewaagt hij in zijn voorrede als van
een onbepaalde grootheid, de overige schrif
ten" (zie blz. 2). EQ m die derde groep,
welker heiligverklaring eerst tegen het einde
der eerste eeuw na Chr. haar beslag kreeg,
zijn wel de Salomonische" spreuken opge
nomen, doch niet die van Sirach. Thans
meenen vele onderzoekers, dat de samen
stelling van het boek, genaamd de Spreuken
van Salomo", niet zoo heel lang vóór het
schrijven van Sirach's boek heeft plaats gehad,
gelijk de voorrede van ons bijbelsch
Spreukenboek (Hoofdstuk l?9) dan ook in geest en
strekking niet zooveel van Sirach verschilt.
En tot in de derde eeuw na Chr. worden
spreuken van Sirach door verschillende rabbi's
als Bijbelwoorden aangehaald. Evenvvel,Rabbi
Akiba (gestorven 135 na Chr.) verzekert reeds:
Wie Ben Sira of andere Cnisonim (d. z.
apokriefeo) leest, heeft geen aandeel ia de
toekomende wereld."
Blijkbaar heeft de strengere richting in de
Joodsche scholen de kanonisatie tegengehou
den. Waarom? Ziehier eenige vermoedens.
Het boek stond niet op den naam van een
beroemd man der oudheid, zooals Prediker,
dat wellicht jonger dan Sirach is, en Daniël,
dat in 165 vóór Chr. geschreven werd. Het
bevatte ook niets over geliefde geloofsstukken
der schriftgeleerden als engelen-, satans- en
opstandingsleer. En eindelijk kon het tegen
over de Salomonische" spreuken niet op
geheele oorspronkelijkheid bogen. De schrij
ver, die zijn naam niet verbergt, erkent ook
openlyk, dat hij zijn wijsheid door studie
van de Wet en van andere heiligs geschriften
verworven heeft. Terwyl het oudere
spreukenboek, blykens zijn samsnstelling meer een
verzameling is van bestaande spreuken, uit
meer of minder oude dagea, is Sirach's boek
blijkbaar opzettelijk vervaardigd, het werk
van den auteur zelf. De schrijver noemt zich
een die achter de wijngaardeniers naleest"
(Hoofdstuk 33:17).
Het is thans niet te vreezen, dat Rabbi
Akiba's waarschuwing velen weerhouden zal
ooi kennis te maken met het kostelijk geschrift,
dat ons nu door de goade z6rgen van den
uitgever Martinu? Nyhoff in zoo keurigen
vorm wordt aangeboden. Er is sinds Sirach's
dagen heel wat in maatschappij en staat en
ze er eigenlijk niets om geefr, wat we haar
meebrengen, oude menschen hebbei) zoo
weinig behoeften, moet je denken."
Wil ik jullie eens wat zeggen?" zei Frank
met onvaste stem: ik geloof dit we o as
daarmee danig vergisserj."
..Vergissen? waarmee vergissen?"
Met de meening, dat oude menschen niets
om zoo ietsgevec. Zie eens hier ze hebben
nu thuis een feestje en dat feestje hebben
ze geheel zelf georganiseerd. Ze hebben 't
das ook geheel naar huu eigen wenschen
ingericht en je moet niet denken, dat ze er
zitten met een kopje kollia of een breikous.
Neen, ze zijn aan 't dansen en ze eten rose
pepermuntjea en roomijs. Hunne oogen
schitteren en moeders wangen gloeien als
die van een jong meisje en als jullie nu
meent, dat ik die wakkere, jeugdige outjds
en bruine bouffante en een pa.w muilen ga
vereeren, dan heb jullie 't ^lad mis, want
ik denk er niet meer over. '
Maar. wat moeten '-ve dan in ;s hemels
naam doen ?" zuchtte .K!ln.
We gaan iets anjers k>,o;,en, vanavond,
lier in 't dorp" verklaarde Frank beslist
,en morgen vroeg gaan \ve er heen om 't
hen aan te bierlen."
Maar . . . wat dan 'f'
[k heb er geen iliiiw besef van' ant
woordde Frank met een luchtige handbe
weging. Misschien een diamanten haarspel-i.
mogelij fc een nieuw gezelschapsspel, ik weet
er niets van; maar n ding weet ik, dat 't
in gén, in gén geval muilen of een bouf
fante zullen zijn."
Het was later dan gewoonlijk, toen Samael j
Bertram en zijn yrou w op dien Kerstmorgen I
opstonden. Al hadden de oude masten een '
beetje opgespeeld door de ro--e peperurintjöj !
en het ijs en al waren de oule beenen eun !
beetje stram door de ongewone beweging
van den vorigen avond, noch Samusl, noch !
Lydia wilden 't erkennen. j
Nu hebben we dan toch onzen boom gehad' |
lachte Samuel. terwijl hij zich een beetje l
stjjf in de kleeren werkte. l
N'i, óf we, Samuel! ' babbelde Lydia
vroolijk en was 't niet gezellig? Juffrouw
Hopkins zei, dat ze nog nooit in haar leven [
zoo in haar schik geweest was."
En oom Tim en grootvader (jowing dan;
ze waren nog zoo vlug als krekeitjes en ze
lieten oude Piet driemaal hetzelfde deuntje
herhalen, voordat ze van ophouden wilden
hooren."
Ja en... maar Heer "in den hemel,
Samnel, wat is 't al laat," viel Lydia angstig
in, terwijl ze naar de klok keek.
Toe gauw oudje, je zult je moeten haasten
huisgezin veranderd. En veel van zjjn wfize
lessen kan thans in letterleken zin niet meer
worden opgevolgd. Maar er staat nog menige
waarschuwing en vermaning in, die altijd
geldig blijft, en met een weinig goeden wil
kan men de kern der wijze lessen uit de
ondheid ook voor onze toestanden pasklaar
ma^en.
Mij komt het voor, dat de lijn der ont
wikkeling, die naar het Christendom heen
voert, den Siracide voor een groot deel
voorbij gegaan is, en veel meer te zoeken
ia bij de schriftgeleerden, die in meerdere of
mindere mate tegenover hem en b.v. tegen
over den auteur van Prediker stonden. Doch
een schat van levenswijsheid heeft hij on
getwijfeld ons nagelaten, van gezonde, frissche
levenswijsheid, waaraan vooral onze tijd
groote behoefte heeft; men leze o.a. het 30e
hoofdstuk, over de gevolgen van vertroeteling,
den schat der gezondheid, waarschuwing tegen
het toegeven aan droefheid en tobberij.
Doch waar zou ik eindigen, als ik uit den
rijken inhoud ging mededeelen ? Kome het
boekske in veler handen. Dat is de beste
beloonin» ook voor den moeizamen arbeid
van onze vaderlandsehe geleerden. Ea het
zal niet nalaten den aandachtigen lezer tot
groot voordeel te strekken.
Leiden. G. WILDEBOER.
Vers la Sérésina (1812) d'après des
documents nouveaux par Ie General-major
B. R. F. VAN VLIJMEN, Membre de la
seconde chambre des réprésentants des
Pays-Bas. Paris, libr. Pion ^nrrit
et Co., Amsterdam libr. C. L. van
Langenhuysen.
'' Over bovenstaand werk werd mij verzocht
in dit Weekblad een kort woord te zeggen.
't Is eene bekende waarheid, die ook bij
eene boekbeoordeeling geldt, dat het niet
altijd gemakkelijk is kort te zijn, in dit geval
echter wel. Immers, waar een
krygshistorisch werk door een Nederlander in de
Fransche taal geschreven binnen weinig tijd
eene tweede uitgave mag beleven, daar
spreekt de waarde van dat werk voor zich
ze! ?e.
Niet velen beschikken over den noodigen
tijd, gevoelen roeping of hebben lust om
zich door kennismaking, studie en vergelij
king van de talrijke daaromtrent bestaande
bronnen een juist denkbeeld te scheppen
van het in 1812 afgespeelde stuk wereld
geschiedenis. De groote verdienste nu van
de hier besproken pennevrucht is, dat by
een kort bestek zonder overtollige détails
toch ieder belangstellende zich zonder moeite
kan indenken in het bijna mysterieuze ver
loop van den Fransch-Russischen veldtocht,
waarin, niettegenstaande het voor hem
ongunstige gevolg, Napoleon's genie evenzeer
schittert als in zijne met den besten ailoop
gevoerde oorlogen.
De door den schrijver gebezigde bronnen
zijn een waarborg voor de echtheid van
schildering der voorgevallen feiten en onder
deze niet het minst de menigvuldige mémoi
res, waaruit door hem een schat van bij
zonderheden is geput. Deze laatste vooral
geven licht, daar waar bij buitenlandsche
aohrijvers of omtrent hunne verhalen over
1812 nog twijfel bestaat, of wel zij bevestigen
de door hen uitgesproken meeningen. De
kennismaking met die bijzonderheden, hoe
aangenaam ook, leidt onwi'lekeurig tot de
verzuchting, hoe jammer het is, dat in het
algemeen van de talrij e nog bestaande
mémoir2s er nog zoo vele niet zijn geworden
gemeen goed van de geschiedvorschers, dat
ze maar al te dikwijls als een renteloos
kapitaal verborgen liggen, om te eeciger
tij l door niet belangstellenden of ondeskun
digen te worden verscheurd of verbrand:
een feit, dat meermalen door die vorschers
met een gevoel van leedwezen of ergernis
wordt waargenomen.
Even klaar als de voorstelling van het
orn den boom uit de voorkamer weg te krijgen,
vóór de kinders er zijn. Ik zou voor geen
geld in de wereld willen, dat ze wisten, hoe
dwaas we geweest zijn, voor geen geld !"
Samuel gaf geen antwoord, maar men kon
duidelijk zien, welk een haast ook hij maakte.
Och kom," mompelde hij, er steekt toch
ook eigenlijk niets in. Maar pas op," riep
hij triomfantelijk, terwijl hij zich bukte en
een klein dingetje van den grond opraapte :
ze zullen er achter komen, als je die
peperniuntjes niet beter verbergt!'1
De boom en de pepermuntjes waren nog
maar nauwelijks verdwenen uit de voor
kamer, toen Frank binnenkwam.
Ze komen zoo dadelijk allemaal," lachte
hij vroolijk tot antwoord op de verwonderde
vragen, waarmee hij begroet werd. Eu we
hebben de kinders ook meegebracht, 't Zal
me een huis vol wij u!"
En 't blyek inderdaad een huis vol te zijn
en etu vroolijk troepje mf.-teeo. De meisjes"
gingen a'.s gewoonlijk dadulijk het opperbevel
in de keuken voeren en xe dreven het kleine
moedertje naar binnen om er te sjeuaten
van de jonge.us," en de kinderen, terwijl het
eten werd toebereid. Fu na 't uien gingen
ze allen om 'i vuur zitten en werden er
spelic.tjo:- gt;U'in;i ;;a verhaaltjes verteld.
Maar nu." zei Frank, toen het donker
wa« ge\vordt'il en (ie lampf-n aar/gstoktiii, j
heb ik een nieuw spelletje bedacht, waar
vader en moeder niets van mogen weten tot
liet geheel in orde is.'1 Ki dit 'zeggende,
geleidde hij niet, vee! plii:hlpli'gin.;i;u de beide
oudjes riaar de keuken.
Xeg vadar, 't is vandaag net even prettig
als «.'interen op ons feestje," lluisterde Lydia
opgewonden, terwijl ze in 't donker zaten
te wachten.
Uut düul;'" mij ook. En heb js wel opge
merkt Lydia, dat zo heelemaal niet vroegen,
of 't ons ook te veel vermoeide?"
Ta en ze drongen er zelfs niet op aan,
dat we een dutje zouden gaan do;-'n. Is dat
niet aardig'.' Zeg Samuel, ik... ik geloof,
dut ik straks zelfs blij zal zijn met mijn
muilen!" lachte ze.
Klaar!" riep Frank en hij wierp de deur
van de voorkamer wijd open.
De oude oogen waren even verblind door
't vele licht en staarden :oen voor zich
uit in groote verbazing. Voor het vuur stond
een laag tafeltje rnet een stoel aan iedere
kant. Het tafeltje zelf was overdekt met een
wit servet, dat heel verdacht allerlei heuvels
en dalen vertoonde, die de schatten er onder
deden vermoeden. Om de tafel heen stonden
de vier kleinkinders geschaard al even vroolijk
verloop van den veldtocht is, even juist
zijn de beschouwingen daaraan ala Epilogue
toegevoegd, beschouwingen, waarmede elkeen,
die van 1812 eene studie heeft gemaakt en
meermalen in gedachten over de Niemen,
de Dnieper en de Moskowa naar de Berezina
is meegemarcheerd, zich voor het
overgrootete deel wel zal kunnen vereenigen. Eindelijk
was het eene vaderlandsche gedachte van
den schrijver, om in een Appmdice de groote
daden toen door de vroegere Hollandsche
soldaten verricht, nogmaals aan het Fransche
publiek kenbaar te maken. Moge ook het
Nederlandsche, waarvoor zooveel van den
heldenmoed en de opoffering en van de
hooge militaire deugden en eigenschappen
der vaderen in het duister ligt, dat gedeelte
van 's schrijvers arbeid lezen.
Ik moest kort zijn, daarom nog alleen
eene betuiging van voldoening, dat ik heb
mogen gevolg geven aan het mij gedane
verzoek, om een belangrijk en goed werk
als het bovengenoemde onder de algemeene
aandacht te brengen.
Generaal WÜITEKMANN.
Omntgppyen weita van FlanM
La première Tentation de Saint Antoine
(1849-1859), publiépar LOUIS BERTRAND
Paris 1903. E. W. *ISCHER, Etudes sur
Flaubert inédit. Leipzig 1908.
De correspondentie van Flaubert, die zoo
vele toespelingen bevat op werken aan
Madame Bova'y voorafgegaan, maakte een
volledige litteraire biographie van den grooten
schrijver zeer wenschelijk. Aan dit verlangen
is thans voldaan door den Hr. E. W. Fischer,
die in Fransche vertaling te Leipzig Htudes
sur Viaulert inédit heeft doen verschijnen, te
kostbaarder daar de nicht van den romancier,
Mme. Caroline Franklin-Grout voor de eerste
maal verlof heeft gegeven tot nauwkeurige
nasporingen in de papieren die de werken
uit de jeugd van haren com bevatten. Al de
bladzijden geschreven van zijn dertiendejaar
tot 1851 bevonden zich daar réunis en cahier
avec une devise pompeuse, hyperbolique et
la date piécise sur la couverture." In zyn
eerste studie geeft de Hr. Fischer er een
catalogus van.
Het vroegste handschrift dagteekent van
September 1835, bestaat uit zes bladzijden
en heeft tot titel: Mort du, duc de Guise. De
antithese bloeit erin, en menige hoogdravende
volzin is werkelijk fraai gebouwd, vooral ala
men bedenkt dat hij die ze schreef, nog
maar een kind was; b.v. deze: (de hertog
valt stervend op het bed van Hendrik III)
il fallait donc que ce lit honteux, témoin
djs débauches du roi, vtt mourir en un seul
homme toute la gloire du siècle." Van 1836
dateert : Deux mains sur u*e. couronne
ou Pendant Ie quinziime sic de, episode
de Cnarks VI, waarover de Hr. Fischer
het stilzwijgen bewaart; L'n parfum a sentir
ou les lialadhiK, conte philotophiqne moral ou
immoral, ad lilitum, 't verhaal van het lijden
van de vrouv van een acrobaat, van wie de
wreede maatfcbappij niet houdt, omdat ze
rood haar heeft, en die eindelijk in de Seine
springt. Het is het eerste van Flauberts
talrijke verhalen, waarin hallucinaties voor
komen. Dan volden een Petite Chronique
normande, die, naar de heer F. zegt, weinig
belangrijk is, en een korte vertelling la Femme
du n.onlf., waarin lyrische ontboezemingen
over den dooi voorkomen, en die reeds, zoo
men wii, een voo'proef geeft van de Tentation.
De volgende werken dompelen ons geheel
onder in den ro jiantitchen rommel. De
onderwerpen zijn akelig en schrikwekkend,
de wijze van voorstellen is griezelig. Reeds
de titels; la Pesie de Florence, Bibliomanie,
Rage et impuiitante, la Dervdère htnre, Une
lefon d'lditoire naturelle, Ie Béte d'Enfer, Pasnion
et vertu, Loy» XI, drama in 5 bedrijven en
in proza, Agonie», la Dana de» morti, Ivre
et mort, Mémoires d'un fou, Smarter, vieux
mystére, zouden voldoende zjjn ter aanwijzing
dat wij ons in omstreeks 1830 bevinden.
Flaubert heeft ze van 1837?1840 geschreven.
Zonder datum worden nog door den heer F.
opgegeven: Etudet sur Eabelai»; een klein
blijspel in verzen: la Découverle de la Vaccine,
dat onvoltooid bleef; een pantomime Pierrot
au séraü, suivi de l'apotheose de lierrot dam
Ie Paradis de Mahomet, en eindelyk een aan
Goethe gericht gedicht in alexandrijnen. Van
1840?1845 volgen de werken elkander met
minder snelheid op, maar zijn omvangrijker:
No'-embre, fragments de style quelcorque
(1842), een eerste Education Sfnlimen/.ale,
maar die zeer veel verschilt van de later
gepub'iceerde, en door den heer F. als
40 c«nts par regel.
BOUWT te NUXSPEET
op de VELÜWE.
Inlichtingen bij Ar t i", doorloopende
schilderijen-tentoonstelling aldaar.
tocKunvs
o e Ken
Vraag 14 daagsch Bulletin van nieuwe
Holl.. Fransche, Eng. en Duitsche boeken.
Geregelde toezending gratis.
Nu is het tijd U te abonneeren op
ELSEVIER'*
Geïllustreerd Maandschrift.
Dit mooiste Nederl. Geïll. Tijdschrift be
spreekt geen gebeurtenissen van voorbijgaand
belang, maar geeft per jaar voor f 12.50 in
bijna 1000 bladz. artikelen en platen van
blijvende waarde; het is daarom iets om te
bezitten en te bewaren.
Uitg.-M. ELSEVIER" teA'damenbd.Boekh.
Piano-, Orgel- en Muziekhandel
Meypwos & lialshoven,
ARNHEM, KONINGSPLEIN.
VLEUGELS en PIANO'S
in Zoop en in Huur.
REPAREEKEN STEMMEN RUILEN.
Werken van L. E.
SILHOUETTEN, 3e druk.
Onder de Republiek.
Prijs ?2.90, gebonden ?3.50.
Uitgaven van VAN HOLKEM V &
WARENDORF, Amsterdam.
Koopt UITSLUITEND BOTER OXOER B
l>e STAAT GAKANDRURT U een ONVKBVALSCHT product.
Botcrlmiidel XUIDLABEX", REGULIERSGBACHT 27. TELEFOON 8935.
kijkend ala hunne bezielde oudere. En op
nieuw met een plechtstatige buiging geleidde
Frank zijn vader en moeder naar de hen
wachtende stoelen, waarna op een jolig een...
twee... drie I" het servet van het tafeltje
werd afgenomen.
Van verbazing heerschte er een oogenblik
volkomen stilte, toea haalde Lydia diep adem.
Samuel, riaiauel, ze hebben presentjes voor
ons meegebra ht," riep ze verheugd, het zijn
Ie muilen en de bouii'inte?, waar ze nette
pakjes van hebben gemaakt in wit papier,
met ronde lintjes er om heen en dat voor
ons, vader !''
J u uen hoek bij den schoorsteen klonk
plotseling een snik en een vrouw zocht naar
iaar zakdoek. Achter haar keerden twee
mannen zich haastig om en liepen naar 't
raam, maar de oude man en het vrouwtje
merkten er niets van. Ze hadden alles oin zich
jeeu vergelen, behalve de heerlijke gedachte,
dat daar verrassingen voor hen waren bereid.
e/eudi- oude handen bevoelden de vreemd
gevormde en vreemd er uitziende pakjes en
streelden zacht d;; rood-zijden lintjes.
Kn jias toen do kleinkinders ongeduldig
vroegen: waarom maakt u de pakjes niet
3eu3 open?" dnrflen ze 't wagon een enkel
imje los te strikken. Toen straalden de oude
oogen bij liet gezicht van de verbazende
dingen, die er uit te voorschijn kwamen :
ee:i mooi kanten ahmvlije en een llescbje
odeur; een vergrootglas en een kistje vijgen;
dadel?, rozijnen, noten, suikergoed en een
klein ek-clri.-'.cli zaklauUiarntje, dat liubt bracht
in het donkerste hoekje van de kamer, als
men raaar even met de duim op een knopje
drukte. Dan waren er boeken, zulke als Ella
en Frank en N «i graag !a«;n c-n er was een
mooi kiein klokje voor ue sciioursteantnantel,
maar neigeus... nergens een spoor van grijs
woik'ii iiniileu of een bouüunie.
Ter. laatste waren ze Allemaal opsngemaakt,
geen enkel rood lintje bleef vastgestrikt. In
volle glorie stond daar het tafeltje vol met
presenten, en half begraven onder papier
en rood lint zaten daar de verbaasde, maar
overgehikkige ouijes.
Lydia'is lippen openden zich, maar de
bevende dankbetuigingen bleken haar in de
keel steken, toen haar oog viel op een klein
rose pepermuntje op den grond.
,,Neen, neen... we mogen ze niet aan
nemen," riep ze zenuwachtig, we hebben liet
niet verdiend. We zijn zoo slecht en ondank
baar geweest en gisterenavond hadden we .. .
hadden we..." Ze hield zich hulpeloos stil
en keek haar man aan.
Vader, toe... vertel jij 't maar ! stamelde ze.
Samuel schraapte zijn keel.
Nu. weet je, wij... ja... gisterenavond...
wij ... we hadden ..."
We ... we hadden een feestje om . .. om
oox eens iets voor onszelf te hebben," bracht
Lydia ten a'.otte uit, en dus ... och heden
neen... we hebben geen reuht op al dat
moois."
Frank kromp in een; hij werd heel bleek,
terwijl hij sijne zuster haastig een veelzeg
gende blik toewierp, maar door uiterste in
spanning zei hij met vaste heldere stem:
Een feestje ? Mooi zoo I Dat mag ik
hoorea. En is 't gezellig geweest?"
Samuel's lippen beefden, Lydia keek hem
sprakeloos aan. Deze hartelijke instemming
met hunne dwaasheid was hun nog onbe
grijpelijker, dan dat ze 's middags niet voort
durend tot een dutje of rustig gaan zitten
waren aangespoord.
Eu nu is 't vanavond immers weer feest ?"
ging Frank plagend voort.
VVat die cadeautjes betreft," hij maakte
een luchtige beweging naar de tafel, iie
zult u natuurlijk aannemen. We hebben ze
immers met zorg voor u oeiden uitgezocht,
elke kleinigheid er van. Denk eens aan, hoe
teleurgesteld we zouden zijn, als u ze niet
wondt hebben. Ze zijn touh wel naar den zin ?"
Naar onsen zin?'' riep Lydia en bij de
gesmoorde enik in hare stem moesten drie
mannen en drie vrouwen zich met alle macht
beheersehen om hun ontroering meester te
blijven. O... we zijn er zoo verrukt van:"
Niemand sprak. De kieinkinders keken
alien een beetje verlegen om zich heen.
Ella, Frank en Ned bewogen zich onrustig
heen en weer en durfden elkaar niet aankijken.
Lydia bloosde en werd toen bleek.
Ja, natuurlijk, als... als jullie ze bepaald
voor ons hebt uitgezocht," begon ze weifelend
en ze keek beurtelings naar de ontroerde
ge;',i''hten van hare kin leren.
Dat deden we heuscii," was Let besliste
antwoord.
Toen richtten hare blikken zich weer naar
l-et tafeltje en haar oog bleef rusten op liet
klokje, het kanten shawltje en het flt-schje
odeur. Expres voor ons gekocht ?" mompelde
ze zacht en plotseling verhelderde zich haar
gelaat.
Welnu, dan zullen we ze maar aannemen,
ie 't niet?" zei ze bevende van ontroering:
dan zullen we 'c maar doen, of we 't verdiend
hebben, of niet, wat zeg jij anders, va ier ?"
Dat heot u zeker l" verklaarde Frank en
dit keer trachtte hij niet eens de snik te
onderdrukken die zijn stem deed trillen.
O," zuchtte Lydia verrukt en om heviger
ontroering te voorkomen, zei ze: Kom vader,
jij ... me dunkt je rnoeej; maar eens een
vijg presenteeïen, wil je?"*