De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1908 27 december pagina 3

27 december 1908 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1644 DE AMSTERDAMMER WE EK B LA D YOOE NEDERLAND. voerenden is afirez'g; bjj heeft zijn hoofd voortdurend in zijn boek. Colonne is een routinier, geen dirigent par droit de naissance". Niettemin was net interessant hem hier aan het werk te zien, al zon het slechts zijn om kennis te maken met de ?wgze waarop in de Franache hoofdstad de werken worden opgevat, die hier ook zoo dikwjjf» tot uitvoering komen. ANT, AVERKAMP. De Spreuken van Jent» S-iraeh, nit het Hebreeowseh vertaald door dr. J. C. MATTHES sm dr. JOHS. DYSHRINCK, 'sGravenbage 1908. Het is een waar genoegen om meer dan n reden het hierboven genoemd boekeke van XX en 159 bladzijden aan te kondigen. I>aar ia allereerst het feit, dat twee verdienstelijke mannen, die een eervollen naam bezitten op het gebied der Oud-TestamentisChe studie, nadat ze door het bereiken van den zeventigjarigen leef tijd het ambtelijk leren vaarwel gezegd hebben, nog o eer lust en moed en kracht genoeg beschikken om een ernstig wetenschappelijk werk aan te vatten en zoo voortreffelijk te 7olbrengen. Hier is een hartelijke geinkwengch alleszins op z\jn plaat*. Onze volijverige Dyssrinck, bekend ook op het terrein van stichtelijke literatuur, op letter kundig gebied en op dat der kunstgeschie denis, keert hier terug tot een vroegere liefde. Hy gaf in 1870 een vertaling der Spreuken van Jeans Sirach uit. En nadat hy d*ze ook opgenomen had ia zjjn Apokriefe Boefeen des Ouden Verbonds", in 1874 verschenen, zendt hij nu, na b\jna 40 jaren, opnieuw een overzetting der spreuken van den Siracide in het licht, daarin bijgestaan door proi. Mattb.es. Die eerste uitgave was bewerkt naar de Orieksche vertaling van Sira3h's kleinzoon. Er was toen, in 1870, geen andere tekst bekend. Maar thans kon hij op den titel doen drukken Uit het Hebreeuwsch ver taald", d. w. z. twee derden ongeveer, nl. 1056 verzen van de 1616, waaruit het geheel bestaat, die thans in bet Hebreeuwsch bekend zijn. Want sinds Ib96 zijn telkens nieuwe fragmenten van 't oorspronkelijk Hebresuwsche geschrift nit een geniza, d. i. een kamer van oude handschriften, van een synagoge te Caïro aan 't licht gekomen. Het eerst kreeg Mrs. Agnes Smith Lewis eenige frag menten in haar bezit. Later ook anderen. Een Joodsch geleerde als Schechter herkende ze aanstonds Sedert 1900 is echter het zoeken naar meer stukken vruchteloos gebleken. En nu hesloten Matthes en Dyserinck om niet te wachten totdat wellicht de heele Sirach in de oorspronkelijke taal terugge vonden zou zyn, maar te geven wat ze beaat* n: zooveel het kon uit het Hebreeuwfch, de rest naar het Griekscb, waai mede men zich tot dusverre bad moeten tevreden stellen. Instructief is, ook voor niet-geleerden, de inleiding van 17 bladzijden, om te zien wat er aan een werk, als ons hier wordt aange boden, vastzit. Vooral aan prof. dr. Rudolf Smend te Gottingen verklaren onze overzetters veel verschuldigd te zijn. Zijn vertaling met inleiding en commentaar noemen zij een reuzenarbeid". Doch hoofdzaak ia, dat ne nu in goed Nederlandscb, van de hand van twee kundige geleerden, gecontroleerd door een derde, den heer Hillesum, conser vator der Bi'oliotheca Kosenthaliaua, een vertaling hebben van Jezus Sirach's wijsheid, die altijd nog waard is gelezen te worden. Een voortreffelijk boek voor studenten in de theologie,' die nie; verzuimen mosten daarbij het oorspronkelijke te raadplegen, al zij h«t slechts voor het Hebreeuwgc'a naar de handige uitgave van prof. H. L. Strack, Die Sprüche Jesus', dei Salines Siraclis, Leipzig 1903, waarbij een kleine woordenlijst is gevoegd. Maar niet minder voor het beschaafd publiek. Luther zei er van: Es ist ein nützlich Bnch fur den gemeinen Mann, denn ging hij zacht de voordeur weer nit en haastte zich terug naar 't hotel. Nu ?" vroegen een half dozijn nieuws gierige stemmen en n van hen voegde er aan toe, en wat zeiden ze wel ?" Frank schudde zyn hoofd en liet zich op de dichtst bijzijnde stoel nedervallen. Ik ... ik heb er hun niets van gezegd," stamelde hij zacht. Er niets van gezegd?" riep Ella uit. Frank, joegen, wat scheelt hen? waren ze ziek? ze zijn toch niet te veel geschrokken, toen ze jou zagen?" Frank's oogen schitterden: Neen, dat nu juist niet," zei h\j, ze waren aan 't feest vieren." Aan 't feestvieren?" herhaalde weer een koor vau stemmen. Ja en ze hadden een kerstboom en ijs en pepermuntjes en ze waren aan 't dansen," somde Frank buiten adem op. Allen praatten door elkaar, tot Ella's stem overheerschte: Frank Bertram, wat ter wereld meen je toch? wie doen al die dingen?" vroeg ze. Vader en moeder," antwoordde Frank, en zijn lippen vertrokken zich zenuwachtig. En oude oom Titn en verscheiden anderen wareüer te gast." Maar Frank, hoe kunnen ze teg^n zoo iets?" riep Ella uit. Hemel... vader is niet ver «an de tachtig en ... maar Mabel, Mabel, kindlief," viel ze zichzelf in de rode en ze keek haar nichtje verwijtend aan blijf toch van dat pakje af, 't zijn de presenten voor grootva en grootmoe." Mabel aarzelde, zichtbaar oproerig. In elke handt hield ze een grijs wollen mail en om haar goudblond kopje draaide ze net als een muts een bouffante. Daar klonken uitroepen van twee mannen en Ned kwam haastig naar voren: och hemel, Ella," zei hij teleurgesteld, dat zijn toch niet jou .presenten?" Ja zeker, wraarom niet:" vroeg Ella. Wél, ik heb ook muilen, weet je. Ik kan nooit iets anders verzinnen. Och en ze zyn practisch in elk geval. Maar, me dunkt, jij badt wel iets anders..." Nu, 't doet er ook minder toe; moeder is een schat en ze zal er niet om geven, dat ze twee paar krijgt." Maar wel, als er drie paar komen opdagen," bromde Frank. Even zwegen ze mismoedig, maar toen barstten ze allen in lachen uit. Ella kon 't eerst weer praten, 't Is al te gek natuurlijk, maar daarom niet getreurd. Moeder zal 't net zoo goed als een grap op vatten als wij. Och, weet je, ik geloof, dat anch alle sein Fleiss ist, daas er einen Burger oder Hausvater gottesfürehtig, fromm und klug mache". En een matf van den nieuweren tijd, Dr. N. Schmidt, die deze spreuken in 1903 in het Engelsen vertaald uitgaf (London, J. M. Dent and Co.), schreef er »an: Ecclegiastiens is the most complete textbook on morals preserved from Hebrew antiqaity. It giveg more detailed direction frban any pther book in the Bible as to proper conduct in different circnmstances". Er is in onze dagen een ontwaken van belangstelling in godsdienstig- zedelijke vraagstukken. Aan de behoeften, hier door ontstaan, willen ook onze vertalers voldoen. Bij de Gereformeerde Protestanten is het boek weinig bekend, al hebben onze StatenOverzetters het wel vertaald, doch niet van kantteekeningen" voorzien. Luthersche pre dikanten kunnen den tekst hunner prediking aan dit geschrift ontleenen. En onze RoomschKatbolieke Christenen hebben ook dit boek in de rij hunner Heilige Schriften, met andere zoogenaamde apokriefen". Waarons is dit boek niet in de rij der kanonieke" boeken opgenomen, en heeft het 't slechts tot de grens der kanoniciteit gebracht? Vroeger was men met het ant woord op die vraag spoedig gereed: omdat het lang (meer dan twee eeuwen) na Ezra geschreven is, die den ianon heette vast gesteld te hebben. Nu geven deskundigen dat antwoord niet meer. Moge kort na Ezra de Wet (en. a w. de eerste vijf Bijbel boeken) gekanoniseerd zijn, toen Sirach's kleinzoon na 132 vóór Chr. de spreuken van zijn grootvader in het Griekscb vertaalde, was, zeker reeds een halve eeuw geleden, de tweede bundel, die der Profeten, tot kanoniek gezag gekomen, maar van een derde groep gewaagt hij in zijn voorrede als van een onbepaalde grootheid, de overige schrif ten" (zie blz. 2). EQ m die derde groep, welker heiligverklaring eerst tegen het einde der eerste eeuw na Chr. haar beslag kreeg, zijn wel de Salomonische" spreuken opge nomen, doch niet die van Sirach. Thans meenen vele onderzoekers, dat de samen stelling van het boek, genaamd de Spreuken van Salomo", niet zoo heel lang vóór het schrijven van Sirach's boek heeft plaats gehad, gelijk de voorrede van ons bijbelsch Spreukenboek (Hoofdstuk l?9) dan ook in geest en strekking niet zooveel van Sirach verschilt. En tot in de derde eeuw na Chr. worden spreuken van Sirach door verschillende rabbi's als Bijbelwoorden aangehaald. Evenvvel,Rabbi Akiba (gestorven 135 na Chr.) verzekert reeds: Wie Ben Sira of andere Cnisonim (d. z. apokriefeo) leest, heeft geen aandeel ia de toekomende wereld." Blijkbaar heeft de strengere richting in de Joodsche scholen de kanonisatie tegengehou den. Waarom? Ziehier eenige vermoedens. Het boek stond niet op den naam van een beroemd man der oudheid, zooals Prediker, dat wellicht jonger dan Sirach is, en Daniël, dat in 165 vóór Chr. geschreven werd. Het bevatte ook niets over geliefde geloofsstukken der schriftgeleerden als engelen-, satans- en opstandingsleer. En eindelijk kon het tegen over de Salomonische" spreuken niet op geheele oorspronkelijkheid bogen. De schrij ver, die zijn naam niet verbergt, erkent ook openlyk, dat hij zijn wijsheid door studie van de Wet en van andere heiligs geschriften verworven heeft. Terwyl het oudere spreukenboek, blykens zijn samsnstelling meer een verzameling is van bestaande spreuken, uit meer of minder oude dagea, is Sirach's boek blijkbaar opzettelijk vervaardigd, het werk van den auteur zelf. De schrijver noemt zich een die achter de wijngaardeniers naleest" (Hoofdstuk 33:17). Het is thans niet te vreezen, dat Rabbi Akiba's waarschuwing velen weerhouden zal ooi kennis te maken met het kostelijk geschrift, dat ons nu door de goade z6rgen van den uitgever Martinu? Nyhoff in zoo keurigen vorm wordt aangeboden. Er is sinds Sirach's dagen heel wat in maatschappij en staat en ze er eigenlijk niets om geefr, wat we haar meebrengen, oude menschen hebbei) zoo weinig behoeften, moet je denken." Wil ik jullie eens wat zeggen?" zei Frank met onvaste stem: ik geloof dit we o as daarmee danig vergisserj." ..Vergissen? waarmee vergissen?" Met de meening, dat oude menschen niets om zoo ietsgevec. Zie eens hier ze hebben nu thuis een feestje en dat feestje hebben ze geheel zelf georganiseerd. Ze hebben 't das ook geheel naar huu eigen wenschen ingericht en je moet niet denken, dat ze er zitten met een kopje kollia of een breikous. Neen, ze zijn aan 't dansen en ze eten rose pepermuntjea en roomijs. Hunne oogen schitteren en moeders wangen gloeien als die van een jong meisje en als jullie nu meent, dat ik die wakkere, jeugdige outjds en bruine bouffante en een pa.w muilen ga vereeren, dan heb jullie 't ^lad mis, want ik denk er niet meer over. ' Maar. wat moeten '-ve dan in ;s hemels naam doen ?" zuchtte .K!ln. We gaan iets anjers k>,o;,en, vanavond, lier in 't dorp" verklaarde Frank beslist ,en morgen vroeg gaan \ve er heen om 't hen aan te bierlen." Maar . . . wat dan 'f' [k heb er geen iliiiw besef van' ant woordde Frank met een luchtige handbe weging. Misschien een diamanten haarspel-i. mogelij fc een nieuw gezelschapsspel, ik weet er niets van; maar n ding weet ik, dat 't in gén, in gén geval muilen of een bouf fante zullen zijn." Het was later dan gewoonlijk, toen Samael j Bertram en zijn yrou w op dien Kerstmorgen I opstonden. Al hadden de oude masten een ' beetje opgespeeld door de ro--e peperurintjöj ! en het ijs en al waren de oule beenen eun ! beetje stram door de ongewone beweging van den vorigen avond, noch Samusl, noch ! Lydia wilden 't erkennen. j Nu hebben we dan toch onzen boom gehad' | lachte Samuel. terwijl hij zich een beetje l stjjf in de kleeren werkte. l N'i, óf we, Samuel! ' babbelde Lydia vroolijk en was 't niet gezellig? Juffrouw Hopkins zei, dat ze nog nooit in haar leven [ zoo in haar schik geweest was." En oom Tim en grootvader (jowing dan; ze waren nog zoo vlug als krekeitjes en ze lieten oude Piet driemaal hetzelfde deuntje herhalen, voordat ze van ophouden wilden hooren." Ja en... maar Heer "in den hemel, Samnel, wat is 't al laat," viel Lydia angstig in, terwijl ze naar de klok keek. Toe gauw oudje, je zult je moeten haasten huisgezin veranderd. En veel van zjjn wfize lessen kan thans in letterleken zin niet meer worden opgevolgd. Maar er staat nog menige waarschuwing en vermaning in, die altijd geldig blijft, en met een weinig goeden wil kan men de kern der wijze lessen uit de ondheid ook voor onze toestanden pasklaar ma^en. Mij komt het voor, dat de lijn der ont wikkeling, die naar het Christendom heen voert, den Siracide voor een groot deel voorbij gegaan is, en veel meer te zoeken ia bij de schriftgeleerden, die in meerdere of mindere mate tegenover hem en b.v. tegen over den auteur van Prediker stonden. Doch een schat van levenswijsheid heeft hij on getwijfeld ons nagelaten, van gezonde, frissche levenswijsheid, waaraan vooral onze tijd groote behoefte heeft; men leze o.a. het 30e hoofdstuk, over de gevolgen van vertroeteling, den schat der gezondheid, waarschuwing tegen het toegeven aan droefheid en tobberij. Doch waar zou ik eindigen, als ik uit den rijken inhoud ging mededeelen ? Kome het boekske in veler handen. Dat is de beste beloonin» ook voor den moeizamen arbeid van onze vaderlandsehe geleerden. Ea het zal niet nalaten den aandachtigen lezer tot groot voordeel te strekken. Leiden. G. WILDEBOER. Vers la Sérésina (1812) d'après des documents nouveaux par Ie General-major B. R. F. VAN VLIJMEN, Membre de la seconde chambre des réprésentants des Pays-Bas. Paris, libr. Pion ^nrrit et Co., Amsterdam libr. C. L. van Langenhuysen. '' Over bovenstaand werk werd mij verzocht in dit Weekblad een kort woord te zeggen. 't Is eene bekende waarheid, die ook bij eene boekbeoordeeling geldt, dat het niet altijd gemakkelijk is kort te zijn, in dit geval echter wel. Immers, waar een krygshistorisch werk door een Nederlander in de Fransche taal geschreven binnen weinig tijd eene tweede uitgave mag beleven, daar spreekt de waarde van dat werk voor zich ze! ?e. Niet velen beschikken over den noodigen tijd, gevoelen roeping of hebben lust om zich door kennismaking, studie en vergelij king van de talrijke daaromtrent bestaande bronnen een juist denkbeeld te scheppen van het in 1812 afgespeelde stuk wereld geschiedenis. De groote verdienste nu van de hier besproken pennevrucht is, dat by een kort bestek zonder overtollige détails toch ieder belangstellende zich zonder moeite kan indenken in het bijna mysterieuze ver loop van den Fransch-Russischen veldtocht, waarin, niettegenstaande het voor hem ongunstige gevolg, Napoleon's genie evenzeer schittert als in zijne met den besten ailoop gevoerde oorlogen. De door den schrijver gebezigde bronnen zijn een waarborg voor de echtheid van schildering der voorgevallen feiten en onder deze niet het minst de menigvuldige mémoi res, waaruit door hem een schat van bij zonderheden is geput. Deze laatste vooral geven licht, daar waar bij buitenlandsche aohrijvers of omtrent hunne verhalen over 1812 nog twijfel bestaat, of wel zij bevestigen de door hen uitgesproken meeningen. De kennismaking met die bijzonderheden, hoe aangenaam ook, leidt onwi'lekeurig tot de verzuchting, hoe jammer het is, dat in het algemeen van de talrij e nog bestaande mémoir2s er nog zoo vele niet zijn geworden gemeen goed van de geschiedvorschers, dat ze maar al te dikwijls als een renteloos kapitaal verborgen liggen, om te eeciger tij l door niet belangstellenden of ondeskun digen te worden verscheurd of verbrand: een feit, dat meermalen door die vorschers met een gevoel van leedwezen of ergernis wordt waargenomen. Even klaar als de voorstelling van het orn den boom uit de voorkamer weg te krijgen, vóór de kinders er zijn. Ik zou voor geen geld in de wereld willen, dat ze wisten, hoe dwaas we geweest zijn, voor geen geld !" Samuel gaf geen antwoord, maar men kon duidelijk zien, welk een haast ook hij maakte. Och kom," mompelde hij, er steekt toch ook eigenlijk niets in. Maar pas op," riep hij triomfantelijk, terwijl hij zich bukte en een klein dingetje van den grond opraapte : ze zullen er achter komen, als je die peperniuntjes niet beter verbergt!'1 De boom en de pepermuntjes waren nog maar nauwelijks verdwenen uit de voor kamer, toen Frank binnenkwam. Ze komen zoo dadelijk allemaal," lachte hij vroolijk tot antwoord op de verwonderde vragen, waarmee hij begroet werd. Eu we hebben de kinders ook meegebracht, 't Zal me een huis vol wij u!" En 't blyek inderdaad een huis vol te zijn en etu vroolijk troepje mf.-teeo. De meisjes" gingen a'.s gewoonlijk dadulijk het opperbevel in de keuken voeren en xe dreven het kleine moedertje naar binnen om er te sjeuaten van de jonge.us," en de kinderen, terwijl het eten werd toebereid. Fu na 't uien gingen ze allen om 'i vuur zitten en werden er spelic.tjo:- gt;U'in;i ;;a verhaaltjes verteld. Maar nu." zei Frank, toen het donker wa« ge\vordt'il en (ie lampf-n aar/gstoktiii, j heb ik een nieuw spelletje bedacht, waar vader en moeder niets van mogen weten tot liet geheel in orde is.'1 Ki dit 'zeggende, geleidde hij niet, vee! plii:hlpli'gin.;i;u de beide oudjes riaar de keuken. Xeg vadar, 't is vandaag net even prettig als «.'interen op ons feestje," lluisterde Lydia opgewonden, terwijl ze in 't donker zaten te wachten. Uut düul;'" mij ook. En heb js wel opge merkt Lydia, dat zo heelemaal niet vroegen, of 't ons ook te veel vermoeide?" Ta en ze drongen er zelfs niet op aan, dat we een dutje zouden gaan do;-'n. Is dat niet aardig'.' Zeg Samuel, ik... ik geloof, dut ik straks zelfs blij zal zijn met mijn muilen!" lachte ze. Klaar!" riep Frank en hij wierp de deur van de voorkamer wijd open. De oude oogen waren even verblind door 't vele licht en staarden :oen voor zich uit in groote verbazing. Voor het vuur stond een laag tafeltje rnet een stoel aan iedere kant. Het tafeltje zelf was overdekt met een wit servet, dat heel verdacht allerlei heuvels en dalen vertoonde, die de schatten er onder deden vermoeden. Om de tafel heen stonden de vier kleinkinders geschaard al even vroolijk verloop van den veldtocht is, even juist zijn de beschouwingen daaraan ala Epilogue toegevoegd, beschouwingen, waarmede elkeen, die van 1812 eene studie heeft gemaakt en meermalen in gedachten over de Niemen, de Dnieper en de Moskowa naar de Berezina is meegemarcheerd, zich voor het overgrootete deel wel zal kunnen vereenigen. Eindelijk was het eene vaderlandsche gedachte van den schrijver, om in een Appmdice de groote daden toen door de vroegere Hollandsche soldaten verricht, nogmaals aan het Fransche publiek kenbaar te maken. Moge ook het Nederlandsche, waarvoor zooveel van den heldenmoed en de opoffering en van de hooge militaire deugden en eigenschappen der vaderen in het duister ligt, dat gedeelte van 's schrijvers arbeid lezen. Ik moest kort zijn, daarom nog alleen eene betuiging van voldoening, dat ik heb mogen gevolg geven aan het mij gedane verzoek, om een belangrijk en goed werk als het bovengenoemde onder de algemeene aandacht te brengen. Generaal WÜITEKMANN. Omntgppyen weita van FlanM La première Tentation de Saint Antoine (1849-1859), publiépar LOUIS BERTRAND Paris 1903. E. W. *ISCHER, Etudes sur Flaubert inédit. Leipzig 1908. De correspondentie van Flaubert, die zoo vele toespelingen bevat op werken aan Madame Bova'y voorafgegaan, maakte een volledige litteraire biographie van den grooten schrijver zeer wenschelijk. Aan dit verlangen is thans voldaan door den Hr. E. W. Fischer, die in Fransche vertaling te Leipzig Htudes sur Viaulert inédit heeft doen verschijnen, te kostbaarder daar de nicht van den romancier, Mme. Caroline Franklin-Grout voor de eerste maal verlof heeft gegeven tot nauwkeurige nasporingen in de papieren die de werken uit de jeugd van haren com bevatten. Al de bladzijden geschreven van zijn dertiendejaar tot 1851 bevonden zich daar réunis en cahier avec une devise pompeuse, hyperbolique et la date piécise sur la couverture." In zyn eerste studie geeft de Hr. Fischer er een catalogus van. Het vroegste handschrift dagteekent van September 1835, bestaat uit zes bladzijden en heeft tot titel: Mort du, duc de Guise. De antithese bloeit erin, en menige hoogdravende volzin is werkelijk fraai gebouwd, vooral ala men bedenkt dat hij die ze schreef, nog maar een kind was; b.v. deze: (de hertog valt stervend op het bed van Hendrik III) il fallait donc que ce lit honteux, témoin djs débauches du roi, vtt mourir en un seul homme toute la gloire du siècle." Van 1836 dateert : Deux mains sur u*e. couronne ou Pendant Ie quinziime sic de, episode de Cnarks VI, waarover de Hr. Fischer het stilzwijgen bewaart; L'n parfum a sentir ou les lialadhiK, conte philotophiqne moral ou immoral, ad lilitum, 't verhaal van het lijden van de vrouv van een acrobaat, van wie de wreede maatfcbappij niet houdt, omdat ze rood haar heeft, en die eindelijk in de Seine springt. Het is het eerste van Flauberts talrijke verhalen, waarin hallucinaties voor komen. Dan volden een Petite Chronique normande, die, naar de heer F. zegt, weinig belangrijk is, en een korte vertelling la Femme du n.onlf., waarin lyrische ontboezemingen over den dooi voorkomen, en die reeds, zoo men wii, een voo'proef geeft van de Tentation. De volgende werken dompelen ons geheel onder in den ro jiantitchen rommel. De onderwerpen zijn akelig en schrikwekkend, de wijze van voorstellen is griezelig. Reeds de titels; la Pesie de Florence, Bibliomanie, Rage et impuiitante, la Dervdère htnre, Une lefon d'lditoire naturelle, Ie Béte d'Enfer, Pasnion et vertu, Loy» XI, drama in 5 bedrijven en in proza, Agonie», la Dana de» morti, Ivre et mort, Mémoires d'un fou, Smarter, vieux mystére, zouden voldoende zjjn ter aanwijzing dat wij ons in omstreeks 1830 bevinden. Flaubert heeft ze van 1837?1840 geschreven. Zonder datum worden nog door den heer F. opgegeven: Etudet sur Eabelai»; een klein blijspel in verzen: la Découverle de la Vaccine, dat onvoltooid bleef; een pantomime Pierrot au séraü, suivi de l'apotheose de lierrot dam Ie Paradis de Mahomet, en eindelyk een aan Goethe gericht gedicht in alexandrijnen. Van 1840?1845 volgen de werken elkander met minder snelheid op, maar zijn omvangrijker: No'-embre, fragments de style quelcorque (1842), een eerste Education Sfnlimen/.ale, maar die zeer veel verschilt van de later gepub'iceerde, en door den heer F. als 40 c«nts par regel. BOUWT te NUXSPEET op de VELÜWE. Inlichtingen bij Ar t i", doorloopende schilderijen-tentoonstelling aldaar. tocKunvs o e Ken Vraag 14 daagsch Bulletin van nieuwe Holl.. Fransche, Eng. en Duitsche boeken. Geregelde toezending gratis. Nu is het tijd U te abonneeren op ELSEVIER'* Geïllustreerd Maandschrift. Dit mooiste Nederl. Geïll. Tijdschrift be spreekt geen gebeurtenissen van voorbijgaand belang, maar geeft per jaar voor f 12.50 in bijna 1000 bladz. artikelen en platen van blijvende waarde; het is daarom iets om te bezitten en te bewaren. Uitg.-M. ELSEVIER" teA'damenbd.Boekh. Piano-, Orgel- en Muziekhandel Meypwos & lialshoven, ARNHEM, KONINGSPLEIN. VLEUGELS en PIANO'S in Zoop en in Huur. REPAREEKEN STEMMEN RUILEN. Werken van L. E. SILHOUETTEN, 3e druk. Onder de Republiek. Prijs ?2.90, gebonden ?3.50. Uitgaven van VAN HOLKEM V & WARENDORF, Amsterdam. Koopt UITSLUITEND BOTER OXOER B l>e STAAT GAKANDRURT U een ONVKBVALSCHT product. Botcrlmiidel XUIDLABEX", REGULIERSGBACHT 27. TELEFOON 8935. kijkend ala hunne bezielde oudere. En op nieuw met een plechtstatige buiging geleidde Frank zijn vader en moeder naar de hen wachtende stoelen, waarna op een jolig een... twee... drie I" het servet van het tafeltje werd afgenomen. Van verbazing heerschte er een oogenblik volkomen stilte, toea haalde Lydia diep adem. Samuel, riaiauel, ze hebben presentjes voor ons meegebra ht," riep ze verheugd, het zijn Ie muilen en de bouii'inte?, waar ze nette pakjes van hebben gemaakt in wit papier, met ronde lintjes er om heen en dat voor ons, vader !'' J u uen hoek bij den schoorsteen klonk plotseling een snik en een vrouw zocht naar iaar zakdoek. Achter haar keerden twee mannen zich haastig om en liepen naar 't raam, maar de oude man en het vrouwtje merkten er niets van. Ze hadden alles oin zich jeeu vergelen, behalve de heerlijke gedachte, dat daar verrassingen voor hen waren bereid. e/eudi- oude handen bevoelden de vreemd gevormde en vreemd er uitziende pakjes en streelden zacht d;; rood-zijden lintjes. Kn jias toen do kleinkinders ongeduldig vroegen: waarom maakt u de pakjes niet 3eu3 open?" dnrflen ze 't wagon een enkel imje los te strikken. Toen straalden de oude oogen bij liet gezicht van de verbazende dingen, die er uit te voorschijn kwamen : ee:i mooi kanten ahmvlije en een llescbje odeur; een vergrootglas en een kistje vijgen; dadel?, rozijnen, noten, suikergoed en een klein ek-clri.-'.cli zaklauUiarntje, dat liubt bracht in het donkerste hoekje van de kamer, als men raaar even met de duim op een knopje drukte. Dan waren er boeken, zulke als Ella en Frank en N «i graag !a«;n c-n er was een mooi kiein klokje voor ue sciioursteantnantel, maar neigeus... nergens een spoor van grijs woik'ii iiniileu of een bouüunie. Ter. laatste waren ze Allemaal opsngemaakt, geen enkel rood lintje bleef vastgestrikt. In volle glorie stond daar het tafeltje vol met presenten, en half begraven onder papier en rood lint zaten daar de verbaasde, maar overgehikkige ouijes. Lydia'is lippen openden zich, maar de bevende dankbetuigingen bleken haar in de keel steken, toen haar oog viel op een klein rose pepermuntje op den grond. ,,Neen, neen... we mogen ze niet aan nemen," riep ze zenuwachtig, we hebben liet niet verdiend. We zijn zoo slecht en ondank baar geweest en gisterenavond hadden we .. . hadden we..." Ze hield zich hulpeloos stil en keek haar man aan. Vader, toe... vertel jij 't maar ! stamelde ze. Samuel schraapte zijn keel. Nu. weet je, wij... ja... gisterenavond... wij ... we hadden ..." We ... we hadden een feestje om . .. om oox eens iets voor onszelf te hebben," bracht Lydia ten a'.otte uit, en dus ... och heden neen... we hebben geen reuht op al dat moois." Frank kromp in een; hij werd heel bleek, terwijl hij sijne zuster haastig een veelzeg gende blik toewierp, maar door uiterste in spanning zei hij met vaste heldere stem: Een feestje ? Mooi zoo I Dat mag ik hoorea. En is 't gezellig geweest?" Samuel's lippen beefden, Lydia keek hem sprakeloos aan. Deze hartelijke instemming met hunne dwaasheid was hun nog onbe grijpelijker, dan dat ze 's middags niet voort durend tot een dutje of rustig gaan zitten waren aangespoord. Eu nu is 't vanavond immers weer feest ?" ging Frank plagend voort. VVat die cadeautjes betreft," hij maakte een luchtige beweging naar de tafel, iie zult u natuurlijk aannemen. We hebben ze immers met zorg voor u oeiden uitgezocht, elke kleinigheid er van. Denk eens aan, hoe teleurgesteld we zouden zijn, als u ze niet wondt hebben. Ze zijn touh wel naar den zin ?" Naar onsen zin?'' riep Lydia en bij de gesmoorde enik in hare stem moesten drie mannen en drie vrouwen zich met alle macht beheersehen om hun ontroering meester te blijven. O... we zijn er zoo verrukt van:" Niemand sprak. De kieinkinders keken alien een beetje verlegen om zich heen. Ella, Frank en Ned bewogen zich onrustig heen en weer en durfden elkaar niet aankijken. Lydia bloosde en werd toen bleek. Ja, natuurlijk, als... als jullie ze bepaald voor ons hebt uitgezocht," begon ze weifelend en ze keek beurtelings naar de ontroerde ge;',i''hten van hare kin leren. Dat deden we heuscii," was Let besliste antwoord. Toen richtten hare blikken zich weer naar l-et tafeltje en haar oog bleef rusten op liet klokje, het kanten shawltje en het flt-schje odeur. Expres voor ons gekocht ?" mompelde ze zacht en plotseling verhelderde zich haar gelaat. Welnu, dan zullen we ze maar aannemen, ie 't niet?" zei ze bevende van ontroering: dan zullen we 'c maar doen, of we 't verdiend hebben, of niet, wat zeg jij anders, va ier ?" Dat heot u zeker l" verklaarde Frank en dit keer trachtte hij niet eens de snik te onderdrukken die zijn stem deed trillen. O," zuchtte Lydia verrukt en om heviger ontroering te voorkomen, zei ze: Kom vader, jij ... me dunkt je rnoeej; maar eens een vijg presenteeïen, wil je?"*

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl