De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1908 27 december pagina 5

27 december 1908 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

s* Na 1644*4 D E.-' s T D: 4'U iDs. t MARIE JUNOIUS, ex-presidente van bet Natio naal Barean voor Vrouwenarbeid," deze week overleden. iiiiiiiiiiimiini itiiiiiiiifiiniiiiiiitiiiiiiitiiiiiii IIIIHIIIIHinHIII Ook in de kleinere Duitsche steden, dia>, waar men nog te v«el tot heden vast zat in den bodem van 't verleden, ook daar begint leven te komen onder de vrouwen, en ook mannen worden daar gevonden, die'c durven wagen, openlijk voor sociale verbetering op te treden. Zoo ben ik onlangs tegenwoordig ge weest bij de eerste openbare vergadering van den te Freiburg in den Breisga'i gestichte Kaüferligua" die, dank 't kranig werken van eenige wakkere vrouwen, waaronder in de eerste plaats Anna Freifrau (Barones) Schuier von Senden, reeds dadelijk kon aankondigen, dat zy niet alleen met een vijftigtal leden baar eerete bijeenkomst mocht houden, doch dat ook reeds twee corporaties, Frauenbildung" en Franenstimmrecht" tot den bond toegetreden zyn. Door dr. Wolflf, die tot de wording van ge noemde ligua in Zwitserland veel heeft bijge dragen, werd 't doel van den bond uiteengezet en er Vooral op gewezen, hoe het koopen" is een handeling, sterk ingrijpend in 't sociale le ven der gemeenschap. Dat derhalve de kooper groote verantwoordelijkheid daarmee op zich laat en niet langer de verplichtingen, die met deze handeling samengaan, ma. f negeeren. Qni sommes nous?" vroeg een dame tijdens de in Gerieve nu kortelings plaats gehad hebbende internationale bijeenkomst. En 't antwoord luidde daar; Tont Ie monde." .?Met weinige woorden dus aangetoond, dat een ieder, óók de armste, dagelijks de han deling van koopen y.errichtend.de verplichting d test té? gevoelen; teze-hanaelmg, 200 riïti mopelyk te doen zijn een, die ten loste komt van anderen. Waar door 't schier niet meer bestaan van persoonlijke voeling tnsschen afnemer en producent, waar ook bij de groote verkoopsinrichtingen maar al te zeer de verkoopers (eigenaren dier ondernemingen) deze rol van machtige, onzichtbare wezens tegenover het publiek ep zich genomen hebben, het personeel, diarentegen, dat met het publiek in aanraking komt, veeleer als een iets", dan als 'niemand wordt Leschouwd, daar moet ingegrepen worden ter verbetering. En deze verbetering wordt door den bond beoogd. lltllHlllllfMIIIMMinilMllttlllllllllllllMIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIItlllllMUIIMII UIT DB NATU U I}. De doodshoofdvlinder. Er was een tyd, dat de kleuren en vormen van planten en dieren, de volle opmerkzaam heid trokken van de menschen; dat was in de goede oude tyden, toen de groote massa van het volk nog in de overtuiging verkeerde, dat alles wat dier of plant heette, alleen be stond ter wille en ten bate van den menscb. Het kwam er nog maar op aan, uit de teeke nen, uit de signatuur, op die schepselen gegrift, op te maken in welk opzicht zy den menscb. van nut konden zyn. En daar nu de materieele menschen door alle eeuwen heen het meeste belang hebben gesteld in drieërlei zaken, zyn voortplanting, zyn geld en zyn kwalen, werd het meest gezocht naar de middelen om daaraan of daaraf te komen. Een dier of plantje dat uiterlijk of innerlijk maar iets vertoonde dat een aanwijzing scheen te geven van zyn doel op aarde, kwam in aan zien en gebruik als middel tegen onbeant woorde liefde, of onvruchtbaarheid of moei lijke geboorten, om verborgen schatten op te sporen, of als geneesmiddel. Een paar ronde knollen aan den wortel, de vorm van een stengel die iets van een menschengedaante had, een paar stippen op een bloem of insect die op oogen leken, een goudachtig waas op een takje, een blad in den hartvorm, het waren allemaal teekenen van* het doel, waarvoor ze geschapen waren. Een geheel andere aanduiding gaven een zwarte kleur en sommige teekenen op dieren en planten, waaruit met eenige fantasie iets op te maken viel, dat op bloed vlekken of op een of ander deel van het mensen e] |j k geraamte leek, dat waren zoovele aanwijzingen van een verband tnsschen de dood en bet leven, en de dragers ervan werden als boden beschouwd uit het geheimzinnig rijk der dooden. Het steikst sprekende teeken van dit genre draagt wel de doodshoofdvlinder. Waar die groote donkere avond vlinder binnenvloog en den doodskop op jdjn rag vertoonde, daar was de boodschap gebracht van een spoedig aanstaand sterfgeval. Voor ons moderne menschen hebben zulke dingen hun beteekenis verloren. Wel is er in de tweede helit van de vorige eeuw een andere leer der tignatuur ontstaan. Opnieuw ig aan de klenrteekening, aan elk uitsteeksel elk bijzon der gevormd orgaan een beteekenis toegekend, maar in geheel anderen zin. Niet als bovennatuurlijke aanwijzing van het nut van plant of dier voor den menteh, maar als een dienstig iets voor het individu of voor Kooper» en verkoopers ze moeten nog worden opgevoed ten eind» 't bestaan' (in beider kwaliteit) onderling zich zod dragelijk mogelijk te maken. Daartoe zyn allerlei wegen, die echter allen naarmate zulks door 't oogenblik wordt verlangd moeten worden gekozen. a. Men kome ter kooping niet kort vóór het sluitingsuur, waardoor het personeel gedwongen wordt over den tijd te blijven. b. Men vermy'de op Zondag te koopen 1). c. De kooper verlange een behoorlijken rust-etenstyd voor het personeel. d. Men zorge, zoo veel zulks mogelijk ia, dat bestellingen, zoodanig worden gedaan, dat van overwerken, nachtarbeid enz. geen sprake zq, en drukke in dit opzicht zyn bepaalden wensch tegenover den patroon uit. e. Men trachte door 't opplakken van (daartoe reeds bestaande) zegels, briefbestel lingen etc. op Zondag te voorkomen. De Freiburger afdeeling liet dien avond zulke opplakzegeli circuleeren, Dezen luiden: Met 't oog op den Zondagsrust van het postpersoneel, de bestelling eerst op Maandag te verrichtenn. 2). Natuurlijk hebben deze zegels behalve 't genoemde, evenzoo ten doel, den ontvanger. voor het Zondags-rnst-principe te winnen. Nieuw," dus dr. Wolff, is de idee niet. Alleen deze heeft zich. nu in de laatste jaren meer los gemaakt van andere bewegingen, waarvan ze een onderdeel uitmaakte, kan, als-persoon-voor-zich" nu optredend, oneindig meer kracht ontwikkelen. Niet alleen echter de kooper, ook de verkooper moet toetreden tot den bond. Zul ken verplichten zich, de normale rechten van hun personeel te erken nen en die in acht te nemen. Schilden aan de magazijnen (werkplaatsen,kleinere winkels) en z.g.n. witte lijsten" moeten den kooperbondslid toonen, by' wien hy zyn inkoopen moet doen. In tegenstelling met de tot heden bestaande coöperative winkelvereenigingen (Consumverein) heeft deze bond slechts altruïstische beweegkracht, d.w.z. dat men als bondslid slechts anderen ten nutte wil zyn, hun positie wil verbeteren. Door sterke toename van 't ledental hoopt de bond zyn bemoeing ook uit te breiden tot: loonskwesties, tot: 't vacantie-vraagstuk tot 't doen in achtnemen van gezondheids maatregelen in zake arbeidsruimte, zitplaat sen in magazijnen enz. voorts hoopt dan ook de bond by sociale conflicten de bemid delaar tusschen partyen te kunnen zijn. In de Vereenigde Staten werd in 1891 de eerste dusdanige bond opgericht. Tien jaar later is Parij g gevolgd. In 1906 volgden Engeland, Italië, Zwitserland. Duitschland trad in 1907 met den eersten bond op, doch telt nu reeds meerdere onderafdeelingen met meerdere duizenden leden. Een wei-gunstig téeken was het tijdens de vergadering zich alg lid aangeven van de Freiburger Lebensbedürfnie- undProduktions verein; waarbij door den vertegenwoordiger dier vereeniging werd aangestipt, dat reeds menig onderdeel van 't door den band ver langde, door deze corporatie werd in acht genomen. . .. - ? ' VBOUWKE. 1) In Duitschland zyn des Zondags op vastgestelde uren vaak 2 X daags de winkels geopend, wordt ook expeditie en bestelwerk verricht. 2) Men weet, dat in Belgiëduedanige zegels in anderen vorm reeds dienst doen. 06 mouw m de Japansclie. In de Figaro wy'dt Charles Laurent een aaidig stukje aan de belangrijke rol die de mouw speelt in het leven der Japansche vrouwtjes. De mouw van de Japansche japon," de soort, voor de plant of het dier zelf. Ook als er met geen mogelijkheid het individueel of specifiek nut kon worden aangetoond of zelfs maar een verklaring kon worden be dacht, geloofde men (en dat was nu de weten schappelijke en als gevolg de intellectueele menscb) aan een dienst, aan de nuttigheid van elke vorm, elke kleur van elk detail aan het lichaam der levende wezens. Ook dat was, nu wel geen bijgeloof, dan toch een geloof; en ook dit geloof aan doel matigheid van alle onderdeelen zonder onder scheid en van alle bijzonderheden van het lichaam is alweer aan het tanen. De over drijving heeft ook hier schade gedaan aan het juiste inzicht. Er is te veel verklaard wat door gebrek aan feitenkennis nog niet voor ver klaring ryp was. 'En hoe ongaarne ook, voor enkele al vernuftig verklaarde feiten, welke verklaring evenwel geen stand hield tegen den drang der kritiek, moeten wy voorloopig althans weer terug naar de ouderwetsche spelingin der natuur. Dat alles kwam ons gisteravond in ge dachten, toen ik een levenden doodshoofds vlinder voor me had. Ik had juist een levende pop van het zelfde dier, bruin, beweeglijk, een pink dik en lang, weggegeven, omdat ik zoo weinig tijd en gelegenheid heb tot zegt hu, is iets Ievends; «üneemt deel aan alle vreugde en leed, zij geeft aan verlegen meisjes een iouding; zjj is «en Vriendin aan wie men zyn geheimen vertelt." < Als het Japaneche meisje inog heel klein is, wordt er een groote plooi in de mouwen van haar kimono gelegd) die er. pas nitge haald wordt als het kleine meisje tot vrouw gepromoveerd, is. Dan begint er voor de Japanfiche een nieuw leven züwordt stil, Verlegen, ernstig, zij verlaat haar helgeklenrde japonnen voor sombergetinte, en dit is zoowa het symbool van haar nieuwe, eentonige en verdrietige leven. Nu wordt de-^nwuw haar toevlucht, de bescheiden 'vriendin, die door alle Japansche dichters verheerlijkt is.. Daar ik mijn geliefde niet zien kan, zon ik willen dat de maan miJA van tranen; seb.it terende mouwen kon weerkaatsen." Ik betreur het wegvliedende voorjaar niet want mijn mouwen zajn nog doortrokken van de geur der prnimenbloesems " Dit zyn een paar voorbeelden van de veledie Ch. Laurent aanhaalt om het belang van de Japansche mouw te bewijzen. Voor de Japansche vrouw is de liefde h eenige belangrijke in haar leven, voor den man echter is de liefde een prettige afleiding van zyn dagelyksche beslommeringen, niets meer. In Japan bestaat de 'liefdesverklaring ook niét daar laat lieidtezich t»dsn z\ spreekt zich niet "uit. '-.-',' Mijn liefde, is gelijk de rivier waarvan de oppervlakte bevroren is, maar het water blijft stroomen onder den ijslaag": Mijn liefde is gelyk aan die bergplanten, die hoog en verlaten groeien, dooi niemand gekend". Ten slotte nog iets over de mouw der geisha's. De mouw is een beetje de ziel der geisha, ze zou niet kannen dansen zónder haar tot den grond reikende mouwen, die als zy' danst, leed, liefde, schaamte of lachen moeten uitbeelden een geisha zonder mouwen zou geen geigha meer zijn. Maar als de Japansche vrouw oud wordt, maakt ze haar mouwen hoe langer hoe korter. De ouderdom is het gelukkigste tijdperk van haar leven, dan mag zy.commandeeren en met autoriteit spreken, iedereen luistert aan dachtig naar haar, maar haar korte mouwen worden dan niet meer doorplengd van tranen, want in haar lange triestige leven is het hart der Japansche ongevoelig .geworden. Slechts op haar doodsbed, gekleed in een wit zijden kio.ono vindt zij de lange mouwen uit haar jeugd terug, die haar, als getrouwe vrien dinnen, volgen in den dood. M. IIIIIIUlmlMMH Portretten van Franscbe tooneelspeelttere. "'Minnebrieven van 'Alfred de Muaset en Oeorge Sand. --* Russische maatregelen. Suiker ah detwfecfle-middel. Plvmpudding. - . ? ?' *?? De Centrale Bond der Versieringskunsteu te Pary'8 heeft een tentoonstelling gehouden van portretten van beroemde Fransche tooneelspeelsters. De galery opent met Adrienne Lecouvreur, beroemd door haar schoonheid, haar talent en tragisch eind. Mededingster van de her togin van Bouillon, werd zy' 't slachtoffer van de wraak der mede-minnares. Op last der hertogin werd niet middeneenwsche, laag hartige sluipmoordenaarsmanier, aan de onge lukkige Adrienne Lecouvreur een vergif tigde ruiker aangeboden. Ook Sophie Arnonld, de beroemde opera zangeres, heeft haar blijvende plaats onder opkweeken en omdat eerst tegen Juli de ont popte vlinder te verwachten is. En toen ik thuis kwam van een bijeenkomst van Entomologen stond er een doos op tafel met een pas ontpopte doodshoofdvlinder (op 19 Dec. in plaats van in Juli), die een kennis my stuurde. Dat is in vele opzichten een zonderling en raadselachtig dier, zoo'n doodshoofdvlinder. Niet om dat lugubere teeken op zyn borst stuk ; dat varieert nog al, en is soms zoo onduidelyk, dat er alleen met zeer veel goeden wil een doodskop in te zien is; iets dat denkelijk niet meer beteekenis heeft voor het dier, dan het gezicht in de maan voor de maan zelf. Het is een subjectief iets, zoo'n voorstelling uit een figuur van stippen en streepjes. Er is veel meer merkwaardigs aan het dier en in zyn levenswijze op te merken. Het is geen inlandgch dier en toch is deae, hier voor my, al de vierde die my in dit jaar wordt toegezonden. Dr. J. Th. Oudemans vertelde gisteravond nog, dat hy' eens, tegen belooning van een kwartje per stuk, om toe zending van de poppen van doodshoofd vlinders had verzocht en dat hij in een paar weken honderden kwartjes had uit te betalen; de meeste poppen kwamen uit Zeeland, en bijna zonder uitzondering van aardappelvelden. de vrouwelijke- beroemdheden gevonden Sophie Arnonld was talentvol, schoon, en zóó gevat, dat haar tydgenooten haar speelsch vernuft vergeleken by het diplomatiek geni van Talleyrand. Prachtige portretten van mlle George, die de heldinnen-rollen in Victor Hugo's roman tische drama's creëerde; en van mlle Mars onder Napoleon I, de beroemde vertolkster van Corneille en Molière. Mlle Mars, eer lijke, hoog-staande kunstenares, degelijke ietwat bekrompen vrouw, was zóó onafschei delijk van 't tooneel, dat zy haar eigen roem zou overleefd hebben, ware zij niet op uit nemend kiesche en tactvolle wijze, voor di grievend leed behoed, door de zachtmoedige droefgeestige, teere tooneelspeelster-dichteres madame Desbordes?Valmore. Sainte-Beuve daelt hieromtrent in een van zyn onvolprezen Nouveaux Lundis' het volgende mee: Ce fut Mme Valmore qui puisa un jour tout son courage dans sou amitiépour aller dire & Mlle Mars cette fatale parole que Ie public commencail il lui murmnrer- depuis qnelqne temps: II n'y a plus a tarder; Ie moment est plus que venu, il faut vous retirer." Mlle .Mars nam den goeden raad ter harte, volgde hem op, en was er dankbaar voor. Een trekje, dat voor haar pleit, en, dat mijlen ver verwijderd is, van de haar ten laste; gelegde bekrompenheid. Doch, de moei lijke opdracht was in goede handen bij de beminnelijke, fijngevoelige dichteres, die, opgeleid voor muzikalé-dramatieche kunst, na haar twintigste jaar niet meer kon zingen. Zy had een aangrijpende liefde-smart door geworsteld,en kon daarna haar eigen zangstem niet meer hooren: Als ik me-zelf hoor zingen, barst ik los in tranen," zei de jeug dige artiste, die als tooneelspeelster een woelig leven van reizen-en-trekken leidde. Toen haar naam als dichteres was doorgedrongen, vond zij 't een verademing, zich geheel aan de letteren te mogen wijden. In de jongste aflevering van het Amerikaansch Tijdschrift: The Metropolitan Maga zine, zijn de 9 eerste minnebrieven verschenen van Alfred de Musset, in 1833 aan de Fran sche romancière George Sand geschreven. Achtereenvolgens zal de gansche correspon dentie tusschen Elle et Lui gevoerd, in The Metropolitan Magazine" worden overgenomen. Of het nu inderdaad de volledige briefwis seling zal zy'n? Volgens dea verzamelaar dea heer Felix Décori, is het la correspondance complete, integrale" doch, dezelfde eliket was als lokaas op den brievenbundel geplakt, toen die, in 1904 door E. Deman te Brussel in 't licht werd gegeven. Aan den geoefenden speurblik van onzen bekwamen en betrouwbaren kritikus W. G. van Nouhuys, was 't by' het verschijnen van deze correspondentie niet ontgaan, dat er leemten in de briefwisseling werden aange troffen. Van Nouhuys wy'dt in zijn leerzamen bun del: Van over dfl Grenzen, ^Studiënj'.eii, Critieken," een schitterend artikel;:-^JÜB en Hij" aan de uitgave dezer minnebrieven; ' " Hoogst sympathiek is de ridderlijke, hoffe lijke, kiesche en keurige wijze, waarop onze Nederlandsche auteur het licht laat vallen op George Sand, de zoo vaak miskende vrouw, wier handel-en-wandel scherp gegispt door Jan-en-Alleman, het mikpunt was van erbar melijk veel gepraat en lasterlijke aantijging. Van Nouhuys koos Zij en Hij" als titel voor zy'n artikel, in navolging van George Sand's werk Elle et Lui." Naar aanleiding van de Amerikaansche uitgave dezer minnebrieven, kan ik niet na laten, allen vrouwen de lezing van Van NouDoodshoofdvlinder. Het is zoo goed als zeker, dat elk jaar een {root aantal doodshoofdvlinders uit ZuidEuropa naar onze zooveel noordelijker streken tomen reizen, om hier hun eieren aan aardapjelplanten vast te hechten. De eieren komen lit, de rupsen eten aardappelloof en worden volwassen, verpoppen, maar van de vlinders tornt nooit iets te zien; de poppen schijnen onze winters niet te overleven. Ook de enkele, die als uitzondering vóór den winter ontpopt, ^ te gronde. Bovendien leveren de kunst matig door warmte in het leven gehouden joppen, steeds vlinders op die organischiteriel zyn. Wat beteekent dat trekken dan? Is het een poging van de soort, om zijn gebied naar iet noorden uit te breiden? Het lykt wel zoo; hetzelfde wordt inden laatsten tijd opge merkt by' verschillende vogelsoorten, die in iet zuiden van Europa thuis behooren en langaam maar gestadig noordwaarts opdringen. Iets minder onverklaarbaar is het feit, dat [e rups van den doodshoofd vlinder uitsluitend ip aardappelloof wordt aangetroffen. Op de vraag waarvan de rups dan moet eten, die och al in Europa leefde vóór de aardappel>lant hier ingevoerd werd, kan misschien iet feit antwoord geven, dat een wijziging het specifieke voedsel, ook bij zulke ex clusieve eters als deze rups, meer is waargenomen. De rups is, hoe wel niet dikwijls, ook gevonden op Boksdoorn, ook een Nacht schade, een plant dus van dezelfde familie als onze aardappel, en die in Zuid-Europa veel voorkomt. De rups kanindertijd van deze plant op aardappels zijn overgegaan en zich op de laatste gespecialiseerd hebben. Iets zeer opmerkelijks is het ook niet, dat deze vlinders wel in byeenkorven zyn aangetroffen. Ik heb er eens een ter determinee ring ontvangen die rondom met byenwas besmeerd was. Misschien hadden de bijen den indringer gedood en getracht hem op hun wij ze een wassen doodkist te be zorgen. Het groote monster naar buiten transporteeren konden zy natuurly'k niet, en bun instinct dreef hen, het lijk in te metselen; zoo zonden de ontbindingsgassen hen niet deren. De zucht naar honing en andere geurige zoetig heid is meer vlinders eigen; en de doodshoofdvlinder is een woest, roekeloos zoeker er naar. Wie er een voor zich heeft, in huys' minutieuse karakterstndie van George Sand, aan te bevelen. *** De meedoogenloos bespotte schoonmoe der^1 uit de Duitsche Ilitgende Blatter is een dotje, een snoesje, vergeleken, bij de schoon moeder in den Rnssischen hoerenstand. Prof. Otto Schrader doet een boekje open over de patriarchale zeden, het ruw geweld heerschend onder Russische boeren. De Russische boer heeft zijn kinderen, zelfs zy'n gehuwde zonen en dochteren, duchtig onder de plak. De jonggehuwde vrouw,, die bij het aartgyaderlyk gezin, krachtens .haar echtverbintenis, wordt ingelijfd, heeft het hard te verantwoorden. Zij wordt volslagen als vreemde beschouwt, en mans-moeder" is belast met de opvoeding der jonge vrouw. Schoonmama spookt vóór dag-en dan w. Met groot misbaar maakt zy haar aangehnwd* dochter wakker, en ziet toe, dat deze haar dagtaak onmiddelyk begint. De Russische schoonmoeder wordt aange duid als: de booze", de knorrige", de kwaadaardige", de oude duivelin",?de wreed» slang". De jonge man verdedigt en bemint zijn vrouwtje, naar Tartaren trant. Hij voedt haar handtastelijk op. Geen praatjes, slagen. De Russische boerinnetjes zijn er. zoo aan ge» wend dat hun echtgenooten tot haar zedelijk heil, haar met de zweep striemen, dat zij de gard beschouwen als 'f attribuut passend bij zijn heerschersnatuur, Wenn man von mir geliebt will sein musz man mich en canaille behandeln.... Russische boerinnetjes gaan hierin accoord met Heine. Leugenachtigheid, snoepachtigheid, het ver wen van haar wangen, wat zfl gaarne doen, luiheid, ontrouw, alles straft de Russische boer op gevoelige wijze. Wijkt hu hierin van de traditie af, en zoekt hij verbetering door zachtmoedig optreden en redeneeren, dan schaamt zyn wettige zich ov«r hem en vindt haar echtgenoot laf" en onmanlijk". In Frankrijk is het onder alle standen gebruikelijk, in ziekenkamers suiker te bran den, een gewoonte, die door medici meestal als onschuldig bijgeloof wordt beschouwd. Professor Trilbert, rau het Institut Pas teur, te Parijs, heeft nu echter geconstateerd, dat zich bij het verbranden van suiker, een verbinding van mierenzunr en acetrleen water stof ontwikkelt, welke zeer sterke antiseptische eigenschappen bezit. Prof. Trilbert liet 5 gram suiker onder een glazen klok van 10 liter inhoud verbranden, terwijl de ontwik kelde dampen en gassen daarna werden afge koeld. Er werden in open glasbuisjes bacillen van allerlei besmettelijke ziekten in de klok gebracht, en, na verloop van een half uur ?was er geen «nkele microbe tee«¥a leren. ~ De heilzame werking ? van verbindende suiker kannen wij dus alt een feitaattBemen. Wij mogen er aan gelooven, zonder verdacht te worden van Bretonsch bijgeloof, dat siddert voor la vache ronsse," Ie loup garou" en ,1e feu-follet." CAPBICB. ?uststand met saamgescho ven vleugels, de doncere voorvleugels over[de lichtgele achter vleu gels en het dikke zware geel met blauw ;eringde achterlijf geheel verborgen, staat verbaasd, als het dier wil gaan vliegen en zijn jonte kleuren toont. Wie zich het dier voor stelt in rust op een boomstam met donkere schors, vindt de verklaring aannemelijk, dat die donkere, inderdaad schorskleurige bovenvleugels het dier, dat negen en negen hon derdste van zijn levenstijd in dien stand doorbrengt, van groot nut z\jn, om zich te verbergen voor zijn vijanden. De vlinder verdwijnt letterlijk voor ons oog als hij zich op een boomstam neerzet, een natuurverschijn sel dat algemeen geldt voor zeer vele vlin ders, en dat tot de nabootsingsverschijnselen of mimicry wordt gerekend. Toch zijn er ook al bedenkingen gerezen tegen deze verklaring vandedonkeretintderbovenvleugels van vlin ders. De vijanden van de vlinders einden ze toch wel op den reuk afgaande; en de overdryvers n deze andere richting zonden gaarne alle rerschynselen,die onder de naam van mimicry worden saamgevat, als nuttelooze toevalligleden opgevat zien. Maar dit gaat ook alweer liet op; niet overdrijven en zorgvuldig de evensgeschiedenis nagaan is de eenige weg om een verklaring te vinden. Iets heel bijzonders by onzen vlinder is n gezang, dat mij toen ik het voor het eerst hoorde, geweldig deed schrikken. Wie verwacht ook een liedje van een vlinder. Iet zonderling geluid is een luid gepiep en gefluit door elkaar, dat aan het andere eind van de kamer duidelijk hoorbaar is. Waartoe het dient,en bij welke gelegenheden n de natuur hu zijn deuntje piept, weet ik liet; bij my in de kamer onder een stolp >egint hij 's avonds als het warm wordt in het vertrek. Ook wordt vertelt dat hij zingt >ls hij in een bijenkorf komt. Behalve over dat geluid, zoo ongewoon voor een vlinder, kan iemand die het dier aanvat ich nog verwonderen over iets anders; rlinders zy'n koudbloedige dieren, zooals ieder weet, en ge verwacht dan ook als ge er een in de vlucht vangt geen warmte; zoo'n groote vlinder evenwel wordt wel heel duidelijk warm wanneer hy vliegt, en dat doet hij, evenala de andere Onrusten of Pijlstaarten, met wie hij n familie vormt, met groote onstuimigheid. Ala ge hem in de vlucht vangt of met de hand uit een terrarium neemt, waarin hij zich vliegend bewoog, dan is het of ge een vogeltje of een muis in de hand houdt, zoo warm is dan de vlinder. E. HBIMANS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl