Historisch Archief 1877-1940
D P: A M S i E K D A M M E R W K K K B L A D V O O R H E D E R L A N D.
Ho. 1145
blik »p fcjjna elk gibied vat het recht
gehezicd wordt, sci^pit Mr. ian Hout*» te
gevaarlijk. Daarin ligt een nogal krasse
bescfculdtfing tagen de dienstboden, die ik
onmogelijk als wél doordacht en aldus be
doeld kan veronderstellen. Maar ten slotte
zou ik den schrijf er willen vragen of hij
de Hollandsche voorzichtigheid ook zoover
wil drijven schriftelijke overeenkomsten aan
te gaan met den melkboer, den kleermaker,
do; waseh-»TOiiw, den barbier ? Ik zou wiUea
?vetgtn, ef Mr. vaa Hautea niet eea
bewijsHsiodel" moet hebben. Zijn barbier kon eens
beweren, dat het abonnement voor een
Itoogeren prijs was aangegaan. OP, zoo vraag
ik weer, zij u het dan, toch alleen de dienst
boden, die zoo onbetrouwbaar zijn dat de
schrijver wapenen tegen haar moet ver
schaffen ?
Al heeft ie dienstbode die uit den dienst
is weggezonden, de schadeloosstelling juist
berekend gevonden en zonder eenig protest
te den zak gestoken,, dan i» de meester er
B»g niet finaal af, aldus Mr. Van Houten.
Imacra art. 1689* geeft de dienstbode die
mgeezaBdea is, het recht om verdere
vetgawding m reeate te roiderwa indien zulks
Mét zoodanige bijzondere omstandigheden
fe gepaaid gegaan, dat de berokkende schade
niet kan geaebt worden door de ontvangen
ag' te avjn vergoed". Welke
De dienstbode moet dan toeh
dat neer schade geleden is dan
is vergoed en dat er zulke
buitea£*WOB8 omstandigheden bestaan. E a wil de
?emter zelfs d« k au» om door deze actie
-besprongen te worden, cou peeren, wél dan
fcut< hij een kwitantie ? teekenen, waarin
?iolledig en finaal gekwiteerd en afstand
gedaan wordt van elke verdere rechtsvor
dering ter zake der geëindigde dienstbe
trekking. Ea waaneer de Schrijver mij
antwoordt, dat dit alles toch iiiet in den
?weg staat aas de mogelijkheid dat de
meester?steeds met allerlei acties ter zake
r arbeidsovereenkomst besprongen wordt,
dan vraag ik of die mogelijkheid thans niet
ftvengoed bestaat, en of wij niet dag ia
dag uit er aan blootstaan met evenveel
acties besprongen te worden als het aantal
rechtshandelingen dat wij verrichten. Dat
?Wij niettemin bijna nooit.net slachtoffer van
xalke Prozesslustigkeit" worden, spreest
boekdeelen. De bezwaren van Mr. v. H.
«put uit art. 1639 s zijn m. i. dan ook
leuter denkbeeldig.
' Op bldz 8 betoogt de schrijver dat de
Dringende redes ' om de dienstbode te ont
daan, den meester of de huisvrouw weer
geheel machteloos maken. Gemis aan ge
schiktheid voor haar werk levert alleen
reden voor wegzending op indien dit in
ernstige mate" het geval blijkt; dronken
schap of ander liederlijk gedrag alleen
indien de dienstbode zich ondanks waar
schuwing daaraan overgeeft; beleedigingen
en bedreigingen van den meester of zijne
huisgenooten alleen als bet beleedigen
grovelijk", het dreigen op ernstige wijze
geschiedt; dienstweigering moet hard
nekkig' zyn. Alleen by zulke en dergelijke
verzwaarde kwalificaties stelt de wet de
wettigheid der redenen van wegzending
buiten twijfel."
Anders is men geheel afhankelijk van
de appreciatie van den rechter of vanden
werkgever redelijkerwijze gevergd kan
worden de dienstbetrekking te laten voort
duren.''' Ik zie in gedachten vele huis
vrouwen, die het geschrift van Mr. van
Houten gelezen hebben, reeds handen
wringend staan en vele anderen de ge
balde vuistjes opheffen tegen die mannen
in de Tweede en in de Eerste Kamer,
die destijds vóór deze wet gestemd hebben.
Houdt u echter rustig dames. Het zal zoo'n
yaart niet loopen. Mr. van Houten heeft
ook- hier weer een zwarte kool gebruikt.
De wetgever heeft een algemeene omschrij
ving vooropgezet van wat onder dringende
redenen" moet worden verstaan, en
daarnatwaalf rubrieken handelingen opgenoemd,
die onder alle omstandigheden dringende
redenen" opleveren. De rechter zal dus in
geval van geschil moeten beslissen of van
n redelijkerwijze gevergd kon worden de
dienstbetrekking te laten voortduren". Dat
ook het enkele feit van dronkenschap, een
voudige beleediging enz. wel degelijk rede
nen tot wegzending kunnen opleveren, weet
Mr. van Houten uit de geschiedenis der
wet tenminste evengoed als schrij ver dezes.
IDE
DOOR
PEET BOETSER.
I.
Achtentwintig millimeter, las de professor
«f van den barometer die buiten het raam
hing en den luchtdruk aangaf welke in
de atmosfeer heerschte.
Het schip bevond zich dus zeer hoog,
zelfs veel hooger nog dan de barometer
aangaf, want de professor, die naijverig was
op het succes van dezen tocht en de resul
taten ervan zooveel mogelijk trachtte te
?verkleinen, had met opzet het instrument
voortdurend vervalscht. Reeds den eersten
dag dat zij opstegen had hij de schaal vier
millimeter doen dalen, den daaropvolggnden
dag weer, enzoovoort, zoodat thans, den
?vijfden dag na hunne opstijging, de baro
meter achttien en een halven millimeter
meer druk aanwees, dan er in werkelijk
heid was.
Maar het leed nu echter geen twijfel
meer, of de Helium" aldus had de lord,
de ondernemer van dezen tocht, zijn schip
genoemd bereikte langzamerhand haar
einddoel en naderde de grens der luchtlaag
welke de aarde omgeeft. En dat dit zoo was
bleek dan ook bovendien, behalve uit de
instrumenten, die niet logen, uit alles wat
men vanuit het schip waarnam en zag,
want in alles deed zich de nabijheid van
het ledige Heelal, het Niets, waarin al het
aardsche en menschelijke ophoudt, gevoelen.
Zoo had het vriendelijke licht der zon
buiten plaats gemaakt voor sen sombere
duisternis van weinig doorschijnend blauw,
dat, hoewel het midden op den dag was,
alle uitzicht volkomen benam. Dat blauw,
welks tint herinnerde aan dien van den
aomernacht, werd dieper en ondoordring
baarder naarmate men hooger keek, de
Eeuwige Ruimte in. Maar naarmate men
»[n eïk geval,." zegt h$j, .kunnen den
reehter de gegeven» voor zijn beaJis«ng
in den regel slechts verschaft worden door
getuigenissen vaa gezinsleden, die daarvoor
allicht aren in de getuigenkamers en rechts
zalen onzer kantongerechten moeten zit
ten." "Wél, wél, dat is dan toch een argu
ment. Een stelling ongeveer even
pyramidaal als' deze dat de privaateigendom afge
schaft moet worden om processen o ver eigen
domsrecht te voorkomen. Risum teneatis,
amiei.
De schrijver vindt voorts de bepaling
omtrent verpleging en geneeskundige be
handeling van inwonende dienstboden bij
ziekte en ongeval, in beginsel niet billijk
voor de meesters. Hij is van meening dat
de plichten jegens een zieke dienstbode,
mt den aard geen rechtsplichten lijn, doch
bepaald worden door eischeri van humaniteit.
Mr. van Houten is veel te bekwaam jurist
dan dat hij niet zou weten, dat eenvoudig
niet te zeggen valt wat uit den aard wél
of niet een rechtsplicht i* Zoodra de wet
een verplichting erkent of schept, is deze
een rech splicht. Ten hoogste zou rnea
kunnen beweren, dat dergelijke plichten
als de hier bedoelde buiten het door
den wetgever bestreken gebied behoorden
te blijven en een humanitair karakter be
hoorden te behouden. Ik deel deze laatste
o p vattin K niet, en acht integendeel erken
ning van het beginsel in de wet toe te
juichen. Daarover kan echter ik erken
het gaarne verschil van meeuing be
staan, en wat ik nog lierer toegeef is, dat
de uitwerking van het beginsel in de wet
veel te algemeen en onnauwkeurig heeft
plaats gehad. Dat echter een element van
onzekerheid zou schuilen in de toevoeging
in het wetsartikel, dat de verplichting des
meesters bestaat, voorzooverre daarin uiet
uit anderen hoofde is voorzien," kan ik met
het oog op de geschiedenis doij wet niet toe
geven. Al hebben ook Je bloedverwanten
of de ouders der dienstbode de toezegging
gedaan haar in geval van ziekte te ver
plegen, dan komt toch de verplichting ten
laste des meesters, indien zij op het kritieke
moment haar in den steek later.
Gevaar voor simulatie, omdat het toch
haast al te verleidelijk (is) door beroep op
eenige ziekte, waarvan de niet-aanwe«igheid
of onbeduidendheid zelfs door geen arts kan
worden geconstateerd, eens een tijdje de
rollen in de huishouding om te keeren en
in plaats van te bedienen, zich krachtens
art. 1638y te laten bedienen", is weer een
schrikbeeld, dat den huisvrouwen een rilling
over de leden zou kunnen j igen. Zeker,
zoo'n geval zal zich wel eens voordoen,
evenals onder do tegenwoordige wetgeving
een dienstbode ook wel eens ziekte zal
simuleeren. Tegenover de veronderstelling
van Mr. van Houten, dat de dienstbo ieu
door gemis van plichtsbesef' zii'h nu maar
aU regel zullen gaan ziek houden, plaats
ik de mijne, dat te dezen aanzien de toe
standen niet veranderen zullen.
De bepaling, dat de gereedschappen die
de dienstbode gebruikt, zoodanig moeten
zijn, en omtrent het verrichten van den
arbeid zoodanige regeling en aanwijzing
moeten getroffen worden, dat zij tegeu lijf,
eerbaarheid en goed zoover beschermd is,
als redelijkerwijze in verband met den aard
van den arbeid gevorderd kan worden,
vindt Mr. van Houten blijkbaar ook al
weer niet billijk. De dienstb)de moet zelf
de noodige voorzorgen in acht nemen, daar
zij wél, daarentegen de meester niet
dagelijksch toezicht op alles kan houden, wat
zij gebruikt. Volkomen juist. Als de mees
ter echter gedaan heeft wat redelijker wijze
van hem gevorderd kan worden in verband
met den aard van den arbeid zal hij ook
volgens de wet vrij uitgaan.
Omtrent het getuigschrift hangt mr. van
Houten al weder een donkere schilderij op.
Het is eenvoudig onjuist, dat als de keuken
meid slecht heeft gekookt, mevrouw niet
goed zou doen door te zeggen, dat zij niet
koken kan, onvoorzichtig zou handelen,
door te vermelden dat de dienstbode niet
netjes werkte. Indien dat inderdaad het
geval is, heeft mevrouw het volste recht
indien de dienstbode althans een getuigenis
omtrent haar wijze van werken wenscht
zulks te vermelden. Maar waarvoor me
vrouw zal moeten oppassen is, dat zij tegen
beter weten i'1 onjuiste merledeelingen in
het getuigschrift opneemt Welnu, -win zal
meer naar beneden blikte in de ontzettende
diepte welke het luchtschip van de aarde
scheidde, werd de atmosfeer lichter, hel
derder, werd het blauw ijler, glanzende ; en
diep omlaag, waar de lucht dicht genoeg
was om de stralen der zon in hun hoogst
mpgelijken gloed om te zetten, weerkaatste
zij het licht met een verblindenden glans,
in welken het schelle blauw tot stekend
wit verbleekte.
En datzelfde verschijnsel, die wondere
overgang van duisternis in licht, welke tot
oorzaak had de groote ijlheid der lucht op
deze duizelingwekkende hoogte, welke het
Niets van het Heelal, dat wel door licht
stralen doorkruist wordt, doch zelf'niet licht
is, naderde, herhaalde zich nog eens in het
schip zelve. Want temidden van het mystieke
blauw dat het luchtschip om?af, schitterden
de vertrekken, welke door de bemanning
der Helium" gebruikt werden, van den
schoonsten zonneschijn. In deze ruimten
moesten immers menschen leven en had
men dus gezorgd voor een kunstmatigen
toevoer van zuurstofrijke lucht en overal
waar de nauwelijks zichtbare stralen der
zon de bijna lucht- en lichtloozo atmosfeer
verlieten en door de ruiten in deze volop
met lucht gevulde kamers binnen drongen,
werden zij omgetooverd in schitterende
bundels licht, die de Helium" deden
gloeien als van een inwendigen, verterenden
brand, welks gloed echter niet door den
duisteren, blauwigen hemel rondom haar
weerkaatst werd.
Dit fantastische schouwspel van licht en
duisternis maakte echter noch de aandacht,
noch de bewondering van den geleerde
gaande. De zaak was, dat de professor,
althans op wetenschappelijk gebied, een
besliste vijand was van den Ijrd die dezen
tocht ondernomen had. Hij beschouwde dezen
als een kwakzalver en had hem poksteeis
als zoodanig behandeld, doch hij was na
ijverig op den naam dien de lord bij het
publiek had verkregen en de eenige reden
waarom hij dezen tocht dien hij krank
zinnig noemde medemaakte, was dan ook
de hoop hem volmaakt te zien mislukken.
In deze hoop was hij echter teleurgesteld,
tegen dit voerschrift bezwaar kunnen heb
ben ? D» doar mr van Houten aangeprezen
voorzichtigheid" wordt door niets geboden.
De wet wil slechts een eerlijk getuigschrift.
Wanneer ik, na deae kantteekeningen op
het gpschriftje gemaakt te hebben nog eens
het door den schrijver geconcipieerde
Model Contract" inzie, dan herhaal icmyn
vraag of de schrijver nu in gemoede meent,
dat zoo'n schriftelijk stuk de verhoudingen
tussehen meesteressen en dienstboden zal
kunnen beheerschen. Indien men al ter
wille der rechtszekerheid een schriftelijk
stuk mocht weflschen, dan zullen misschien
de bepaling omtrent den duur, die omtrent
het loon PU die o:ntrent de opzegging van
den dienst op korten termijn van eenig be
lang kunuen zijn. Totaal overbodig eu zin
ledig zij'i al de andere bepalingen Speciale
afspraken omtrent het ver iehten der werk
zaamheden, gelijk mede omtrent weinig
gebruikelijke werkzaamheden op Zondagen,
zijn tevoren onmogelijk te maken. Omtrent
de Zondagaarbeid geeft de wet zelf een
voorschrift, luidende dat werkzaamheden,
die uit den aard van den arbeid voortvloeien
op Zondag verricht motten worden. De
keukenmeid zal dus op Zondag moeten
koken, het dienstmeisje de gewone huise
lijke bezigheden verrichten.
Omtrent vrijen tijd (uitgaansavonden)
wordt natuurlijk iets overeengekomen, even
als kerkbezoek eu vrije dagen. Is het echter
noodig gebleken zulke afspraken schriftelijk
te maken ? Heeft de practijk aangetoond,
dat dergelijke mondeling gemaakte af
spraken een bron van onepnigheid waren ?
Eu zal in elk geval een schriftelijk contract
de goede verstandhouding kunnen bewerken,
wanneer mevrouw of de dienstbode, zij het
volkomen in haar recht, onredelijk is 'i
Omtrent geneeskundige- behandeling en
verpleging geeft Mc. van Houten een
ontwerp-bepaling, lie m i. hoegenaaml niets
zal baten. Indien de dienstbode ziek wordt
eu zij niet verpleegd wordt door dengene,
die haar een toezegging iieeft godaan, dan
zal hare vroegere verklaring dat ten haren
genoegen in hare ^oueoskuridige behande
ling en verpleging bij ziekte of ongeval
door A of B is voorzien" den meester niet
ontheffen van zijne wettelijke verplichting.
Omtrent gevaarlijken arbeid ontwerpt de
schrijver de bepiling dat de meesteres ver
klaart geen gevaarlijken arbe'.d te eischen,
on de dienstbudi) niet op gevaarlijke wijze
bij haren arbeid te wer< t» zullen gaati.
Alsof die contractueel-) verklaring dat HU n
niet zal dosn, wit o ik ile wet /.elf ver
biedt, iets beteekent. \\ \ zal de verbintenis
der dienstb'ida om elk defect aan eenig
werktuig of gereed-chap onmiddellijk ter
kennis dor ni"e-tere.s te zullo.-i brengen,
deze soins ontheU'en, van 'nare verantwoor
delijkheid vo )i' dun tiie-tand waarin dn de ge
reedschappen enz. /ich bevinden 'i Do dienst
bode zal immers de bedoeling dezer bepa
ling (bij nalatigheid der kennisgeving
hare grove schuil" te constateeren), kun
nen verij leien d)or te verklaren, dat zij
van het defect geen kennis droeg. Waarop
het aankomt, is, dat de meesteres te dezen
aanzien doet, wat ''fdelijkericijze van haar
gevergd kan worden.
De verklaring van den vader of voogd
eener minderjarige dienstbole, dat hij de
overeenkomst van zijn kind of pupil goed
keurt en den werkgever machtigt de beta
ling van het loon en verdere emolumenten
aan de minderjarige te doen, verdient aan
beveling.
Ik eindig met dezen raad aan de huis
vrouwen te geven, zich door de Raadge
vingen" van mr. Van Houten niet te beangst
te laten inakou,
Groningen, Dec. 1908. Mr. B. HES.
Faites votre jen!
Ik weet niet of er ooit een tijd is geweest,
waarin de twee ca'egoricn van
aartsontevredenen: landbouwers en winkeliers, niet
klaagden. Indien het eenmaal 7.0 > ware, zal
het toch noodzakelijk blijken er den ou laten
inworer" bij te halen, die zich den slag bij
Waterloo nog herinnert, ten einde van hem
te vernemen in welk jaar van het ijstijdperk
die onbekende tevredenheid heersctite.
Vaststaat intusschen, Jat ,,vandaag den
dag" de winkelier klaagt. Je kon wel, tenzij
je bftroepsworstelaar <ïf slingenmensch was,
want de lord had volkomen vervuld wat
hu op vergaderingen en in geschriften aan
gekondigd had. Zijn luchtschip een uit
een zeer harde en tevens zeer lichte stof
saamgesteld toestel, dat, inplaats van met
gas gevuld te worden, luchtledig gepompt
werd, waardoor het belangrijk lichter was
dan alle andere luchtschepen had inder
daad het ongeloofelijke volbrachten bevond
zich op de door den lord van te voren vast
gestelde hoogte van 65000 meter boven de
aarde, of 99/100 van den geheelen damp
kring, op welke hoogte, volgens den lord,
de invloed van het Heelal in meerdere
mate merkbaar moest zijn dan die van de
aarde, welke onderstelling, althans wat het
licht betrof, dan ook juist gebleken was.
Doch al was do professor in zijne ijver
zucht nog zoo onverschillig ten opzichte
van deze voor hem zoo hoogst ongeweuschte
uitkomsten welke de lord reeds had bereikt,
toch tuurde hij op dit oogenblik met de
grootste nieuwsgierigheid en verbazing naar
iets dat hij buiten opmerkte en waarvan
hij zich niet de miiiste of geringste ver
klaring kon geven.
Het was dan ook zeer vreemd wat hij
daar zag. De lucht, in welke hij de laatste
dagen geen spoor van vogels meer had
ontdekt, wat trouwens op zulk een hoogte,
waar alle ademhaling onmogelijk was, tot
de ondenkbaarheden behoorde, was thans
weer bevolkt met gedaanten en bovendien
nog wel zeer vreemde gedaanten. Zij be
vonden zich meerendeels slechts enkele
meters van het schip af en op dezelfde
hoogte, of iets lager, doch het blauwige
zomernacht-licht der Heelal-ruimte belette
hem goed te zien wat het was. Levende
wezens waren het echter niet, dat stond
bij hem vast, want daarvoor waren hunne
vormen veel te rechthoekig en afgepast.
Het leken hem dan ook meer voorwerpen
te zijn, gemaakt door menschenhanden, en
wel doozen, kistjes enz., terwijl een lange,
kronkelende lijn, welke op eenigeu afstand
van het schip voortschoof, hern door hare
bochten sterk deed denken au,u eea stuk
touw.
Zooals vanzelf spreekt, zou de professor
niet door de winkelstraten komen m de
dagen voor St. Nicolaas en alleen eenaiteret
brutaal individu of een knappe jionge dame
kon eea toonbank bereiken of de aandacht
van een winkelbediende veroveren, maar....
de winkelier klaagde, dat er zoo weinig
omging en geen geld zat onder de menschen l
En ah je hem er dan op wees, dat zijn
magazijn geen mensen meer kon bergen, al
ware hij the hurnan sceleton" van Barnum
en Bailey geweest, dan was de weerlegging
klaar die de buitenstaander niet controleeren
kon: ve4 kijkers, weinig kooper*! )[: men
schen, die anders honderd gulden hier be
sneden, do- n het nu met tier of vijf en
twintig af Kr zit geen geld onder de menschen.
Vroeg je de toelichting van deze
jermiadesteliinx, dan kwam het antwoord, dat bijna
iedereen klappen gehad had. De speculatie,
die was het kwaad gefeest, d^ amenkaaosche
papiertjes. Bijna alle rijke of weiges: el Ie
klanten waren aan het bezuinigen.
ZieJaar waarom men klaagt. Met over
drijving wellicht, docümet soort vaa grond
toch ieker. Z-mr vele rijken en gegoeden zijn
ader gelaten door het troepje der min of meer
twijfelachtig uancierè" «n hun aanhangers,
dat ons land onveilig maait sedert Benige
jaren en door schreeuwerige reclame, mooie
gebouwen, blaadjus en boekjes het publiek
overhaalt tot gokken.
Zoolang dit nu een liefhebberij bletf van
beroepsdobbelaars of rnen-chen, die tegen een
g-.ootje knnner, waa er weinig reden tot
bezorgdüeid en geen tot ingrijpen van
oveiheidswege. AU e«n millionair zeg tonnair om
ia vaderlandsche verhoudingen te blijven
eenige duuenden wou riskeeren op papiertjes
van de Gol ien Cy itd tot exploitatie van
de aardbaien cultuur op Groenland ', was er
weinig nog tegen. )och langzaam is tiet aspect
van de zaak veranderd. De tonnair koopt geen
aatidselen rneer, die hij in zijn. brandkast depo
neert, om ze wanneer de citastrop ie komr,
aan zijn vrouw te ge/en vo ir p.ipilo'ten. Hij
koopt, of huurt, een kans, legt'duizeud gulden
uit voor linden, die gekocht, betaald, der
tig mille zouden kosten of meer. Hij blijft
met zijn lootje in de heurstombola scharrelen
tot hij wat verdient" aaneen rijzing van zijn
vodjes of tot bij zijn geld verspeelt aan de
waardelooze waarden".
Ook dit is niet erg, want hij verloor s'echts
van zijn te v.-el en gaat naar den Rijn in
plaats van naar de Rwiera, rijdt >ij een
stalhouder in plaats van met equipage.
Erger wordt het.
De man met de paar honderd galden wordt
de dupe-, gaat gokken met een deel van. tiet
toch a! kleine bedrijfskapitaal, wint, verliest,
winr, wiut, verliest, uit!
De man die xelf de pa^r honderd gulden
niet herfV., gokt toch, vertrouwt ,dju tientje
of vijf en t wiutigje toe auu een stel paarde
bennen die in Longc'iatnps, HoppeJiïirlnn of
waar ook de stelling vanden b h'a b. bewijzen
dat de een harder loopt dan de ander.
Of hij dobbelt als hij jong is op den
uitslag van voetbalmatch of wielerwedstrijd
in achterwielen of guldens.
Wilt ge voorbeelden?
's Morgens als de Fransche post binnenkomt,
arriveert de Paris-Sport en de andere
gokkranten. Wordt afgehaald aan het postkantoor,
daar door den looper gesorteerd. Dan komen
de spelers, die gauw gauw willen weten of
hun paardenvleesch of rennerskuit het geld
is waard geweest.
Verschoten typen duiken op uit de buurt.
Even bijken maar. Losse kellners,
kappersbedienden, leegloopers, kantoorjoagens, sleine
zakenmannetjes, staan e?en te kijken, loopeu
blij verder, dj riks is twaalf, dertien gul Ien
geworden l Zakken som oer af, weer een riks
veg. 't Halvezolen nog maar eeo week uit
stellen, of het kostgeld scauldig blijven tot
den eerste. . ..
Menschen, die niet weten of salpeter een
plant is of ef-n spoorweg, geven aau de o zoo
poeélieve rémiaieri stoepjongens van de
groote gokinstituten orilers voor zooveel
salpeter op Juni. Zitten maanden te heven of
de salpeters wel genoeg reizigers zullen ver
voeren, of de katoenspinnerijen er wel genoeg
van zullen koopen K ij <en angstig in de krant
of er oorlog zal komen in dea Balsan, oorlog,
die hun kans op winat zou doen dalen.
Waarlijk, zoo zijn er.
J*'o g niet is dit het cooible der gokkerij.
Paarden, wielrenners, goederen, shares, voor
dit alles is geld noodig, papier of goud, met
heel groot zilver doe je maar 'n he<>'j J.
dan ook geeu oogenblik ge-itrz 4d hebben,
om deze gedaanten inderdaad te beschouwen
als dergelijke voorwerpen, welke van uit de
Helium" als overtollige ballast buiten boord
geworpen waren, als leze verklaring zelve
niet juist het voorval zoo onbegrijpelijk had
gemaakt. Hoe kwam het n.l., aangenomen
dat deze gedaanten doozen, kistjes en J.
waren, dat zij niet naar beneden vielen,
zooals zij onder alle andere omstandigheden
wél gedaan zou-Jen hebben, maar dat zij
integendeel bleven drijven en naast de
Helium" voortzeilden, precies alsof er voor
hen geen wet der zwaartekracht bestond?
Zij zouden in dit geval juist als stukken
lood naar beneden moeten zijn gevallen,
zoo rekende de professor ua, want al was
hun gewicht betrekkelijk niet groot, het
was in ieder geval onveranierd gebleven,
terwijl dat der lucht, dio hier hon lerdmaal
zoo ijl was als op aarde, ook honderdmaal
zoo klein was geworden.
Aldus stond de geleerde voor een raadsel,
dat hij niet vermocht op te lossen eu toen
hij eindelijk hiervan ten volle overtuigd
was, besloot hij, om zekerheid te krijgen,
den lord eens op te ioaken. Hij had er n.l.
een voorgevoel van, dat hij bier weer te
maken had met een van diein uitvindingen
en al was hij overtuigd dat de oplossing
ervan voor een geleerde, een wetenschap
pelijk gevormd man, wel niets meer zou
wezen dan iets als het ei vin Columbus,
toch was zijne nieuwsgierigheid te zeer ge
prikkeld om de zaak te kunnen laten voor
wat ze was en begaf hij zich dus naar de
machinekamer, waar hij de stemmen van
den- lord on diens knecht hoorde weerklinken.
In deze machinekamer, een groot vertrek,
dat aan den achterkant der ll-lium" was
gelegen en dat door drie groote vensters
naar buiten uitzicht gaf, trof hij beide
mannen druk bezig.
Kom" ge onze drijfproeven bijwonen ?",
riep de lord hem toe.
Drijfproewn j*", herhaal lo de professor
met oen vriendelijk, verstrooid glmiU"hje,
alsof lnj te k-Minen wilde geven -lat hij d;
zaak volkomen begreep, doch zioli er weinig
voor interesseerde.
De rijke» zya uitgebuit. Veiea geschoren.
I>e middenstand aaeft zich laten plakken.
De jongens met de rijksdaalder» weekgeld
hebben EU aan het Ijjntje.
Maar all»»! er zijn, nog guldens f nog
10-stuiverstafekentt nog kwartjes tl! Ook die moeten
mee in den donkeren put, die spel heet.
De nieuwste truc! Faitea votre jeu",
kwartjes en guldens beaitters. Esn nieuwe
weg naar rijkdom. Hier zyo tien fondsen,
echte, goode, degelijke fondaea, genoteerd nog
wel op de allereerljjkste effnctenbearg, op
de efTiCtenlijgt, in alle kranten. Die zullen
rijzen vandaag. Zet je riks, je gulden, je
kwartje op weik daarvan go wilt. La jeu est
fan? Velnu er zija vijftig kwartjes gezet. Zes
op dit, aes op dat, vijftien op dit fond». . .
Zie hier de koerslyat. Fonds A ia aet meeste
vooruitgegaan vandaag. De d<ie ^a-o-wn Hie
op A gezet hebben deelen de vijftig kwartjes
zeg 4,1.5... A loh fa.ues votre jeu. '«Veer ma
nieuwe dag, een nieuwe noteering, nieuwe
winst voor hem, die heden verloor,
Hoa eerlijk niet waar? -Via aaeft er na
geen kwartje te missen ? Wie wil voor sija
/ijf-en-t*intig centea ia a dag geen vier
guideu inpalmen, moelijk uog onar, veal
miaerïEa bi-pöurt ge het we.? Dt> goede,
eerlijke ongeïnteresseerde baak neemt bijna
niets vo >r zich ze, f. wat e-sn 4<jv:>m t >cv
li-ator wel doet 1). Rekent bijna niets, is de
vertrouwensman slechts, die de inzetten be
waart. . . Zil wel tey eden ziju als aet fonds
waarop toevallig uiet gewed b?, het meeste
«eng stijgt om dan zelf in te palmen alwat
gezet was.
Ziet waar Bienfaisances vervolgd worden
oh ik verdedig ze niet, maar of een rijke
vreemdeling jicti hier laat plukken dooreen
rasta of in Jlonte Carlo dojr een vorst bij
Grods genade, die voor het vuile were een
tusscheapeisoon heeft, maakt voor den g
ikker geen verscdil. R takt imjn koude kleeren
niet, noch die vau d^n leser. Zjo'n buiten
lander wil gokken, tieeft er hei geld /oor,
welnu laat hen zijn zin. Onze hotels en
winkels profl eeren. Zoolang Bienfaisances
vervolgd worden, in «-allen plaats hebben in
academies de billard, zoolang autoriteiten
onze algemeene jedelykheld pogen hoog te
houden door instellingen by de kr<iag te
vatten, de glectus een zeer klein en z»er
bepaald kringetje vaa klanten hebben, van
menschen die het doen kunnen ', zoolang
is h"t onverantwoordelijk, dat de zeer merk
waar lige speelinrictuingen die het moeten
hebben van den kleinen, allerkleinsten man
ongemoeid worden geluten.
De heereu bij wie gij gokken kunt in het
potje voor een riks, laten duidelijk genoeg
weten, waar hun vlfectenbank" gevestigd is.
Kwanj"sbaukjes d jen het met mondelinge
reclame -af.
Z ,o'u inrichting, slecht in elk oozicit,
verdient eerder de aanJactit van hen. die
goede zeden voorstaan en de speelzonden
willen inperken, dan een onnoozol loterijtje,
kienen otu wild of iets dergelijks.
Roeit dit uit : het aanmoedigen ora te
gokken van hem. die niets te wagen heeft, dit
en al dergelijke wedderij en dobbelarij. N-enit
weg de verleiding tot spel voor hen, die bij
gebrek aan eigen geld niet kunnen spelen,
voor hen die de bankhoulers naar
Willeinsparkweg, zich zelf naar de Weteringschans
spelen ... A.
1) Soms evenwel twee kwartjes van den
'ijk-daal-ler en niar verhouding!
iiiiiiiiiMiiiiiiiiitiiHiiiiMiiiMiiiiimimiiitiiiitiimiiiiMimiiiiiiiiiiHmm
De rtieentetóWiotlifl* te Rottertai
heeft onlaugi haar jaarverslag gepub ic
en dit verslag is wel in staat, onze belang
stelling in deze stichting te verhoogen. Het
mag toch tot eere van Rotterdam gezegd
worden, dat zij hiermee aan de andere
steden het voorbeeld geeft, hoe een stad
dit groote middel van volksontwikkeling be
vorderen kan, en de RotterdaLüsche bevol
king, die niet hooger en niet lager staat dan
de bevolking in andere steden, toont, deze
bemoeiing in hooge mate te wawleeren.
Zeker, no,; steeds is leeszaal zoo*el als
bibhotfteek primitief. Maar zoowel de toename
van bet aantal bezoekers, uit de kringen
der onvermogenden en minder ruim
gesitueerd>jo, a's Ie lijst der aangekochte en
geDe lord beantwoordde dit gezegde met
een breeden, geluidloozen lach, welke ge
durende een oogenblik wraedo trekken om
zijn mond groefde. Hij liet zich echter in
zijne werkzaamheden niet storen en vol
bracht bedaard dat waarmede hij, geholpen
door zijn knecht Samuel, bezig was.
Zij legden een vrij groot en tamelijk dik
stuk hout, dat zij te zamen droegen en dat
nogal zwaar scieen te zijn, op den vloer
en wel op eene plaats waar, zooals de
professjr bemerkte, zich een ijzeren luik
bevoni. De lord haalde daarop een hsfboom
over, het luik opende zich naar buiten en
liet het stu< hout naar beneden vallen;
daarop klonk een dof gestommel, als )f het
hout door eea metalen koker tuimel Ie, het
luik slott zich mat een doffen slag eu
daarmee was alles afgeloopen.
rftmu-l en de lord nadden echter zoo I mg
uiet gewacht, doca zich, zoodra het hout
Vttrd wenen w.48, naar de ramen gespoed
Daar is hij", riep de lord en wees naar
beneden.
De professor keek nu ook naar buiten
in do aangeduide richting en al was hij
reeds eenigszius voorbereid door wat hij
vanuit den salon opgemerkt had, toch ge
raakte hij zeer onder den indruk van wat
hij zag. Hij zag n.l. hoe het stuk hou', dat
hy zooeven uit het schip naar beneden hal
zien wjrpan, tot op een vrij aanzienlijke
diepte in de lucht wegzonk. Spoedig echter
verminderde de snelheid waarmee het daal Ie
en hiel.l het zelfs daarmee geheel op, om
integendeel weer langzaam terug naar boven
te Kom-n en ten slotte schoot 3t met zulk
een vaare omhoog, alsof het in water en
uiet in lucht omlaag was geworpen.
Verbaas i zag de professor naar deze
onbegrijpelijke bewegingen van tiet stuk
hout, dut zoodra het tot de hoogte van de
Helium ' was gestegen, zich bij het schip
aanslojt en het op eenigen afstand bleef
volgen, precies zooals hut gedaan zou hebben
j als li^t t oppervlak van het water bereikt
, hul e.i 'ie Helium" een voorbijvarend
! sr n i p -v,is geweest.
lu zijne verbaas lo aandacht werd de
professor echter gestoord door een verre