De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1909 3 januari pagina 2

3 januari 1909 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

D P: A M S i E K D A M M E R W K K K B L A D V O O R H E D E R L A N D. Ho. 1145 blik »p fcjjna elk gibied vat het recht gehezicd wordt, sci^pit Mr. ian Hout*» te gevaarlijk. Daarin ligt een nogal krasse bescfculdtfing tagen de dienstboden, die ik onmogelijk als wél doordacht en aldus be doeld kan veronderstellen. Maar ten slotte zou ik den schrijf er willen vragen of hij de Hollandsche voorzichtigheid ook zoover wil drijven schriftelijke overeenkomsten aan te gaan met den melkboer, den kleermaker, do; waseh-»TOiiw, den barbier ? Ik zou wiUea ?vetgtn, ef Mr. vaa Hautea niet eea bewijsHsiodel" moet hebben. Zijn barbier kon eens beweren, dat het abonnement voor een Itoogeren prijs was aangegaan. OP, zoo vraag ik weer, zij u het dan, toch alleen de dienst boden, die zoo onbetrouwbaar zijn dat de schrijver wapenen tegen haar moet ver schaffen ? Al heeft ie dienstbode die uit den dienst is weggezonden, de schadeloosstelling juist berekend gevonden en zonder eenig protest te den zak gestoken,, dan i» de meester er B»g niet finaal af, aldus Mr. Van Houten. Imacra art. 1689* geeft de dienstbode die mgeezaBdea is, het recht om verdere vetgawding m reeate te roiderwa indien zulks Mét zoodanige bijzondere omstandigheden fe gepaaid gegaan, dat de berokkende schade niet kan geaebt worden door de ontvangen ag' te avjn vergoed". Welke De dienstbode moet dan toeh dat neer schade geleden is dan is vergoed en dat er zulke buitea£*WOB8 omstandigheden bestaan. E a wil de ?emter zelfs d« k au» om door deze actie -besprongen te worden, cou peeren, wél dan fcut< hij een kwitantie ? teekenen, waarin ?iolledig en finaal gekwiteerd en afstand gedaan wordt van elke verdere rechtsvor dering ter zake der geëindigde dienstbe trekking. Ea waaneer de Schrijver mij antwoordt, dat dit alles toch iiiet in den ?weg staat aas de mogelijkheid dat de meester?steeds met allerlei acties ter zake r arbeidsovereenkomst besprongen wordt, dan vraag ik of die mogelijkheid thans niet ftvengoed bestaat, en of wij niet dag ia dag uit er aan blootstaan met evenveel acties besprongen te worden als het aantal rechtshandelingen dat wij verrichten. Dat ?Wij niettemin bijna nooit.net slachtoffer van xalke Prozesslustigkeit" worden, spreest boekdeelen. De bezwaren van Mr. v. H. «put uit art. 1639 s zijn m. i. dan ook leuter denkbeeldig. ' Op bldz 8 betoogt de schrijver dat de Dringende redes ' om de dienstbode te ont daan, den meester of de huisvrouw weer geheel machteloos maken. Gemis aan ge schiktheid voor haar werk levert alleen reden voor wegzending op indien dit in ernstige mate" het geval blijkt; dronken schap of ander liederlijk gedrag alleen indien de dienstbode zich ondanks waar schuwing daaraan overgeeft; beleedigingen en bedreigingen van den meester of zijne huisgenooten alleen als bet beleedigen grovelijk", het dreigen op ernstige wijze geschiedt; dienstweigering moet hard nekkig' zyn. Alleen by zulke en dergelijke verzwaarde kwalificaties stelt de wet de wettigheid der redenen van wegzending buiten twijfel." Anders is men geheel afhankelijk van de appreciatie van den rechter of vanden werkgever redelijkerwijze gevergd kan worden de dienstbetrekking te laten voort duren.''' Ik zie in gedachten vele huis vrouwen, die het geschrift van Mr. van Houten gelezen hebben, reeds handen wringend staan en vele anderen de ge balde vuistjes opheffen tegen die mannen in de Tweede en in de Eerste Kamer, die destijds vóór deze wet gestemd hebben. Houdt u echter rustig dames. Het zal zoo'n yaart niet loopen. Mr. van Houten heeft ook- hier weer een zwarte kool gebruikt. De wetgever heeft een algemeene omschrij ving vooropgezet van wat onder dringende redenen" moet worden verstaan, en daarnatwaalf rubrieken handelingen opgenoemd, die onder alle omstandigheden dringende redenen" opleveren. De rechter zal dus in geval van geschil moeten beslissen of van n redelijkerwijze gevergd kon worden de dienstbetrekking te laten voortduren". Dat ook het enkele feit van dronkenschap, een voudige beleediging enz. wel degelijk rede nen tot wegzending kunnen opleveren, weet Mr. van Houten uit de geschiedenis der wet tenminste evengoed als schrij ver dezes. IDE DOOR PEET BOETSER. I. Achtentwintig millimeter, las de professor «f van den barometer die buiten het raam hing en den luchtdruk aangaf welke in de atmosfeer heerschte. Het schip bevond zich dus zeer hoog, zelfs veel hooger nog dan de barometer aangaf, want de professor, die naijverig was op het succes van dezen tocht en de resul taten ervan zooveel mogelijk trachtte te ?verkleinen, had met opzet het instrument voortdurend vervalscht. Reeds den eersten dag dat zij opstegen had hij de schaal vier millimeter doen dalen, den daaropvolggnden dag weer, enzoovoort, zoodat thans, den ?vijfden dag na hunne opstijging, de baro meter achttien en een halven millimeter meer druk aanwees, dan er in werkelijk heid was. Maar het leed nu echter geen twijfel meer, of de Helium" aldus had de lord, de ondernemer van dezen tocht, zijn schip genoemd bereikte langzamerhand haar einddoel en naderde de grens der luchtlaag welke de aarde omgeeft. En dat dit zoo was bleek dan ook bovendien, behalve uit de instrumenten, die niet logen, uit alles wat men vanuit het schip waarnam en zag, want in alles deed zich de nabijheid van het ledige Heelal, het Niets, waarin al het aardsche en menschelijke ophoudt, gevoelen. Zoo had het vriendelijke licht der zon buiten plaats gemaakt voor sen sombere duisternis van weinig doorschijnend blauw, dat, hoewel het midden op den dag was, alle uitzicht volkomen benam. Dat blauw, welks tint herinnerde aan dien van den aomernacht, werd dieper en ondoordring baarder naarmate men hooger keek, de Eeuwige Ruimte in. Maar naarmate men »[n eïk geval,." zegt h$j, .kunnen den reehter de gegeven» voor zijn beaJis«ng in den regel slechts verschaft worden door getuigenissen vaa gezinsleden, die daarvoor allicht aren in de getuigenkamers en rechts zalen onzer kantongerechten moeten zit ten." "Wél, wél, dat is dan toch een argu ment. Een stelling ongeveer even pyramidaal als' deze dat de privaateigendom afge schaft moet worden om processen o ver eigen domsrecht te voorkomen. Risum teneatis, amiei. De schrijver vindt voorts de bepaling omtrent verpleging en geneeskundige be handeling van inwonende dienstboden bij ziekte en ongeval, in beginsel niet billijk voor de meesters. Hij is van meening dat de plichten jegens een zieke dienstbode, mt den aard geen rechtsplichten lijn, doch bepaald worden door eischeri van humaniteit. Mr. van Houten is veel te bekwaam jurist dan dat hij niet zou weten, dat eenvoudig niet te zeggen valt wat uit den aard wél of niet een rechtsplicht i* Zoodra de wet een verplichting erkent of schept, is deze een rech splicht. Ten hoogste zou rnea kunnen beweren, dat dergelijke plichten als de hier bedoelde buiten het door den wetgever bestreken gebied behoorden te blijven en een humanitair karakter be hoorden te behouden. Ik deel deze laatste o p vattin K niet, en acht integendeel erken ning van het beginsel in de wet toe te juichen. Daarover kan echter ik erken het gaarne verschil van meeuing be staan, en wat ik nog lierer toegeef is, dat de uitwerking van het beginsel in de wet veel te algemeen en onnauwkeurig heeft plaats gehad. Dat echter een element van onzekerheid zou schuilen in de toevoeging in het wetsartikel, dat de verplichting des meesters bestaat, voorzooverre daarin uiet uit anderen hoofde is voorzien," kan ik met het oog op de geschiedenis doij wet niet toe geven. Al hebben ook Je bloedverwanten of de ouders der dienstbode de toezegging gedaan haar in geval van ziekte te ver plegen, dan komt toch de verplichting ten laste des meesters, indien zij op het kritieke moment haar in den steek later. Gevaar voor simulatie, omdat het toch haast al te verleidelijk (is) door beroep op eenige ziekte, waarvan de niet-aanwe«igheid of onbeduidendheid zelfs door geen arts kan worden geconstateerd, eens een tijdje de rollen in de huishouding om te keeren en in plaats van te bedienen, zich krachtens art. 1638y te laten bedienen", is weer een schrikbeeld, dat den huisvrouwen een rilling over de leden zou kunnen j igen. Zeker, zoo'n geval zal zich wel eens voordoen, evenals onder do tegenwoordige wetgeving een dienstbode ook wel eens ziekte zal simuleeren. Tegenover de veronderstelling van Mr. van Houten, dat de dienstbo ieu door gemis van plichtsbesef' zii'h nu maar aU regel zullen gaan ziek houden, plaats ik de mijne, dat te dezen aanzien de toe standen niet veranderen zullen. De bepaling, dat de gereedschappen die de dienstbode gebruikt, zoodanig moeten zijn, en omtrent het verrichten van den arbeid zoodanige regeling en aanwijzing moeten getroffen worden, dat zij tegeu lijf, eerbaarheid en goed zoover beschermd is, als redelijkerwijze in verband met den aard van den arbeid gevorderd kan worden, vindt Mr. van Houten blijkbaar ook al weer niet billijk. De dienstb)de moet zelf de noodige voorzorgen in acht nemen, daar zij wél, daarentegen de meester niet dagelijksch toezicht op alles kan houden, wat zij gebruikt. Volkomen juist. Als de mees ter echter gedaan heeft wat redelijker wijze van hem gevorderd kan worden in verband met den aard van den arbeid zal hij ook volgens de wet vrij uitgaan. Omtrent het getuigschrift hangt mr. van Houten al weder een donkere schilderij op. Het is eenvoudig onjuist, dat als de keuken meid slecht heeft gekookt, mevrouw niet goed zou doen door te zeggen, dat zij niet koken kan, onvoorzichtig zou handelen, door te vermelden dat de dienstbode niet netjes werkte. Indien dat inderdaad het geval is, heeft mevrouw het volste recht indien de dienstbode althans een getuigenis omtrent haar wijze van werken wenscht zulks te vermelden. Maar waarvoor me vrouw zal moeten oppassen is, dat zij tegen beter weten i'1 onjuiste merledeelingen in het getuigschrift opneemt Welnu, -win zal meer naar beneden blikte in de ontzettende diepte welke het luchtschip van de aarde scheidde, werd de atmosfeer lichter, hel derder, werd het blauw ijler, glanzende ; en diep omlaag, waar de lucht dicht genoeg was om de stralen der zon in hun hoogst mpgelijken gloed om te zetten, weerkaatste zij het licht met een verblindenden glans, in welken het schelle blauw tot stekend wit verbleekte. En datzelfde verschijnsel, die wondere overgang van duisternis in licht, welke tot oorzaak had de groote ijlheid der lucht op deze duizelingwekkende hoogte, welke het Niets van het Heelal, dat wel door licht stralen doorkruist wordt, doch zelf'niet licht is, naderde, herhaalde zich nog eens in het schip zelve. Want temidden van het mystieke blauw dat het luchtschip om?af, schitterden de vertrekken, welke door de bemanning der Helium" gebruikt werden, van den schoonsten zonneschijn. In deze ruimten moesten immers menschen leven en had men dus gezorgd voor een kunstmatigen toevoer van zuurstofrijke lucht en overal waar de nauwelijks zichtbare stralen der zon de bijna lucht- en lichtloozo atmosfeer verlieten en door de ruiten in deze volop met lucht gevulde kamers binnen drongen, werden zij omgetooverd in schitterende bundels licht, die de Helium" deden gloeien als van een inwendigen, verterenden brand, welks gloed echter niet door den duisteren, blauwigen hemel rondom haar weerkaatst werd. Dit fantastische schouwspel van licht en duisternis maakte echter noch de aandacht, noch de bewondering van den geleerde gaande. De zaak was, dat de professor, althans op wetenschappelijk gebied, een besliste vijand was van den Ijrd die dezen tocht ondernomen had. Hij beschouwde dezen als een kwakzalver en had hem poksteeis als zoodanig behandeld, doch hij was na ijverig op den naam dien de lord bij het publiek had verkregen en de eenige reden waarom hij dezen tocht dien hij krank zinnig noemde medemaakte, was dan ook de hoop hem volmaakt te zien mislukken. In deze hoop was hij echter teleurgesteld, tegen dit voerschrift bezwaar kunnen heb ben ? D» doar mr van Houten aangeprezen voorzichtigheid" wordt door niets geboden. De wet wil slechts een eerlijk getuigschrift. Wanneer ik, na deae kantteekeningen op het gpschriftje gemaakt te hebben nog eens het door den schrijver geconcipieerde Model Contract" inzie, dan herhaal icmyn vraag of de schrijver nu in gemoede meent, dat zoo'n schriftelijk stuk de verhoudingen tussehen meesteressen en dienstboden zal kunnen beheerschen. Indien men al ter wille der rechtszekerheid een schriftelijk stuk mocht weflschen, dan zullen misschien de bepaling omtrent den duur, die omtrent het loon PU die o:ntrent de opzegging van den dienst op korten termijn van eenig be lang kunuen zijn. Totaal overbodig eu zin ledig zij'i al de andere bepalingen Speciale afspraken omtrent het ver iehten der werk zaamheden, gelijk mede omtrent weinig gebruikelijke werkzaamheden op Zondagen, zijn tevoren onmogelijk te maken. Omtrent de Zondagaarbeid geeft de wet zelf een voorschrift, luidende dat werkzaamheden, die uit den aard van den arbeid voortvloeien op Zondag verricht motten worden. De keukenmeid zal dus op Zondag moeten koken, het dienstmeisje de gewone huise lijke bezigheden verrichten. Omtrent vrijen tijd (uitgaansavonden) wordt natuurlijk iets overeengekomen, even als kerkbezoek eu vrije dagen. Is het echter noodig gebleken zulke afspraken schriftelijk te maken ? Heeft de practijk aangetoond, dat dergelijke mondeling gemaakte af spraken een bron van onepnigheid waren ? Eu zal in elk geval een schriftelijk contract de goede verstandhouding kunnen bewerken, wanneer mevrouw of de dienstbode, zij het volkomen in haar recht, onredelijk is 'i Omtrent geneeskundige- behandeling en verpleging geeft Mc. van Houten een ontwerp-bepaling, lie m i. hoegenaaml niets zal baten. Indien de dienstbode ziek wordt eu zij niet verpleegd wordt door dengene, die haar een toezegging iieeft godaan, dan zal hare vroegere verklaring dat ten haren genoegen in hare ^oueoskuridige behande ling en verpleging bij ziekte of ongeval door A of B is voorzien" den meester niet ontheffen van zijne wettelijke verplichting. Omtrent gevaarlijken arbeid ontwerpt de schrijver de bepiling dat de meesteres ver klaart geen gevaarlijken arbe'.d te eischen, on de dienstbudi) niet op gevaarlijke wijze bij haren arbeid te wer< t» zullen gaati. Alsof die contractueel-) verklaring dat HU n niet zal dosn, wit o ik ile wet /.elf ver biedt, iets beteekent. \\ \ zal de verbintenis der dienstb'ida om elk defect aan eenig werktuig of gereed-chap onmiddellijk ter kennis dor ni"e-tere.s te zullo.-i brengen, deze soins ontheU'en, van 'nare verantwoor delijkheid vo )i' dun tiie-tand waarin dn de ge reedschappen enz. /ich bevinden 'i Do dienst bode zal immers de bedoeling dezer bepa ling (bij nalatigheid der kennisgeving hare grove schuil" te constateeren), kun nen verij leien d)or te verklaren, dat zij van het defect geen kennis droeg. Waarop het aankomt, is, dat de meesteres te dezen aanzien doet, wat ''fdelijkericijze van haar gevergd kan worden. De verklaring van den vader of voogd eener minderjarige dienstbole, dat hij de overeenkomst van zijn kind of pupil goed keurt en den werkgever machtigt de beta ling van het loon en verdere emolumenten aan de minderjarige te doen, verdient aan beveling. Ik eindig met dezen raad aan de huis vrouwen te geven, zich door de Raadge vingen" van mr. Van Houten niet te beangst te laten inakou, Groningen, Dec. 1908. Mr. B. HES. Faites votre jen! Ik weet niet of er ooit een tijd is geweest, waarin de twee ca'egoricn van aartsontevredenen: landbouwers en winkeliers, niet klaagden. Indien het eenmaal 7.0 > ware, zal het toch noodzakelijk blijken er den ou laten inworer" bij te halen, die zich den slag bij Waterloo nog herinnert, ten einde van hem te vernemen in welk jaar van het ijstijdperk die onbekende tevredenheid heersctite. Vaststaat intusschen, Jat ,,vandaag den dag" de winkelier klaagt. Je kon wel, tenzij je bftroepsworstelaar <ïf slingenmensch was, want de lord had volkomen vervuld wat hu op vergaderingen en in geschriften aan gekondigd had. Zijn luchtschip een uit een zeer harde en tevens zeer lichte stof saamgesteld toestel, dat, inplaats van met gas gevuld te worden, luchtledig gepompt werd, waardoor het belangrijk lichter was dan alle andere luchtschepen had inder daad het ongeloofelijke volbrachten bevond zich op de door den lord van te voren vast gestelde hoogte van 65000 meter boven de aarde, of 99/100 van den geheelen damp kring, op welke hoogte, volgens den lord, de invloed van het Heelal in meerdere mate merkbaar moest zijn dan die van de aarde, welke onderstelling, althans wat het licht betrof, dan ook juist gebleken was. Doch al was do professor in zijne ijver zucht nog zoo onverschillig ten opzichte van deze voor hem zoo hoogst ongeweuschte uitkomsten welke de lord reeds had bereikt, toch tuurde hij op dit oogenblik met de grootste nieuwsgierigheid en verbazing naar iets dat hij buiten opmerkte en waarvan hij zich niet de miiiste of geringste ver klaring kon geven. Het was dan ook zeer vreemd wat hij daar zag. De lucht, in welke hij de laatste dagen geen spoor van vogels meer had ontdekt, wat trouwens op zulk een hoogte, waar alle ademhaling onmogelijk was, tot de ondenkbaarheden behoorde, was thans weer bevolkt met gedaanten en bovendien nog wel zeer vreemde gedaanten. Zij be vonden zich meerendeels slechts enkele meters van het schip af en op dezelfde hoogte, of iets lager, doch het blauwige zomernacht-licht der Heelal-ruimte belette hem goed te zien wat het was. Levende wezens waren het echter niet, dat stond bij hem vast, want daarvoor waren hunne vormen veel te rechthoekig en afgepast. Het leken hem dan ook meer voorwerpen te zijn, gemaakt door menschenhanden, en wel doozen, kistjes enz., terwijl een lange, kronkelende lijn, welke op eenigeu afstand van het schip voortschoof, hern door hare bochten sterk deed denken au,u eea stuk touw. Zooals vanzelf spreekt, zou de professor niet door de winkelstraten komen m de dagen voor St. Nicolaas en alleen eenaiteret brutaal individu of een knappe jionge dame kon eea toonbank bereiken of de aandacht van een winkelbediende veroveren, maar.... de winkelier klaagde, dat er zoo weinig omging en geen geld zat onder de menschen l En ah je hem er dan op wees, dat zijn magazijn geen mensen meer kon bergen, al ware hij the hurnan sceleton" van Barnum en Bailey geweest, dan was de weerlegging klaar die de buitenstaander niet controleeren kon: ve4 kijkers, weinig kooper*! )[: men schen, die anders honderd gulden hier be sneden, do- n het nu met tier of vijf en twintig af Kr zit geen geld onder de menschen. Vroeg je de toelichting van deze jermiadesteliinx, dan kwam het antwoord, dat bijna iedereen klappen gehad had. De speculatie, die was het kwaad gefeest, d^ amenkaaosche papiertjes. Bijna alle rijke of weiges: el Ie klanten waren aan het bezuinigen. ZieJaar waarom men klaagt. Met over drijving wellicht, docümet soort vaa grond toch ieker. Z-mr vele rijken en gegoeden zijn ader gelaten door het troepje der min of meer twijfelachtig uancierè" «n hun aanhangers, dat ons land onveilig maait sedert Benige jaren en door schreeuwerige reclame, mooie gebouwen, blaadjus en boekjes het publiek overhaalt tot gokken. Zoolang dit nu een liefhebberij bletf van beroepsdobbelaars of rnen-chen, die tegen een g-.ootje knnner, waa er weinig reden tot bezorgdüeid en geen tot ingrijpen van oveiheidswege. AU e«n millionair zeg tonnair om ia vaderlandsche verhoudingen te blijven eenige duuenden wou riskeeren op papiertjes van de Gol ien Cy itd tot exploitatie van de aardbaien cultuur op Groenland ', was er weinig nog tegen. )och langzaam is tiet aspect van de zaak veranderd. De tonnair koopt geen aatidselen rneer, die hij in zijn. brandkast depo neert, om ze wanneer de citastrop ie komr, aan zijn vrouw te ge/en vo ir p.ipilo'ten. Hij koopt, of huurt, een kans, legt'duizeud gulden uit voor linden, die gekocht, betaald, der tig mille zouden kosten of meer. Hij blijft met zijn lootje in de heurstombola scharrelen tot hij wat verdient" aaneen rijzing van zijn vodjes of tot bij zijn geld verspeelt aan de waardelooze waarden". Ook dit is niet erg, want hij verloor s'echts van zijn te v.-el en gaat naar den Rijn in plaats van naar de Rwiera, rijdt >ij een stalhouder in plaats van met equipage. Erger wordt het. De man met de paar honderd galden wordt de dupe-, gaat gokken met een deel van. tiet toch a! kleine bedrijfskapitaal, wint, verliest, winr, wiut, verliest, uit! De man die xelf de pa^r honderd gulden niet herfV., gokt toch, vertrouwt ,dju tientje of vijf en t wiutigje toe auu een stel paarde bennen die in Longc'iatnps, HoppeJiïirlnn of waar ook de stelling vanden b h'a b. bewijzen dat de een harder loopt dan de ander. Of hij dobbelt als hij jong is op den uitslag van voetbalmatch of wielerwedstrijd in achterwielen of guldens. Wilt ge voorbeelden? 's Morgens als de Fransche post binnenkomt, arriveert de Paris-Sport en de andere gokkranten. Wordt afgehaald aan het postkantoor, daar door den looper gesorteerd. Dan komen de spelers, die gauw gauw willen weten of hun paardenvleesch of rennerskuit het geld is waard geweest. Verschoten typen duiken op uit de buurt. Even bijken maar. Losse kellners, kappersbedienden, leegloopers, kantoorjoagens, sleine zakenmannetjes, staan e?en te kijken, loopeu blij verder, dj riks is twaalf, dertien gul Ien geworden l Zakken som oer af, weer een riks veg. 't Halvezolen nog maar eeo week uit stellen, of het kostgeld scauldig blijven tot den eerste. . .. Menschen, die niet weten of salpeter een plant is of ef-n spoorweg, geven aau de o zoo poeélieve rémiaieri stoepjongens van de groote gokinstituten orilers voor zooveel salpeter op Juni. Zitten maanden te heven of de salpeters wel genoeg reizigers zullen ver voeren, of de katoenspinnerijen er wel genoeg van zullen koopen K ij <en angstig in de krant of er oorlog zal komen in dea Balsan, oorlog, die hun kans op winat zou doen dalen. Waarlijk, zoo zijn er. J*'o g niet is dit het cooible der gokkerij. Paarden, wielrenners, goederen, shares, voor dit alles is geld noodig, papier of goud, met heel groot zilver doe je maar 'n he<>'j J. dan ook geeu oogenblik ge-itrz 4d hebben, om deze gedaanten inderdaad te beschouwen als dergelijke voorwerpen, welke van uit de Helium" als overtollige ballast buiten boord geworpen waren, als leze verklaring zelve niet juist het voorval zoo onbegrijpelijk had gemaakt. Hoe kwam het n.l., aangenomen dat deze gedaanten doozen, kistjes en J. waren, dat zij niet naar beneden vielen, zooals zij onder alle andere omstandigheden wél gedaan zou-Jen hebben, maar dat zij integendeel bleven drijven en naast de Helium" voortzeilden, precies alsof er voor hen geen wet der zwaartekracht bestond? Zij zouden in dit geval juist als stukken lood naar beneden moeten zijn gevallen, zoo rekende de professor ua, want al was hun gewicht betrekkelijk niet groot, het was in ieder geval onveranierd gebleven, terwijl dat der lucht, dio hier hon lerdmaal zoo ijl was als op aarde, ook honderdmaal zoo klein was geworden. Aldus stond de geleerde voor een raadsel, dat hij niet vermocht op te lossen eu toen hij eindelijk hiervan ten volle overtuigd was, besloot hij, om zekerheid te krijgen, den lord eens op te ioaken. Hij had er n.l. een voorgevoel van, dat hij bier weer te maken had met een van diein uitvindingen en al was hij overtuigd dat de oplossing ervan voor een geleerde, een wetenschap pelijk gevormd man, wel niets meer zou wezen dan iets als het ei vin Columbus, toch was zijne nieuwsgierigheid te zeer ge prikkeld om de zaak te kunnen laten voor wat ze was en begaf hij zich dus naar de machinekamer, waar hij de stemmen van den- lord on diens knecht hoorde weerklinken. In deze machinekamer, een groot vertrek, dat aan den achterkant der ll-lium" was gelegen en dat door drie groote vensters naar buiten uitzicht gaf, trof hij beide mannen druk bezig. Kom" ge onze drijfproeven bijwonen ?", riep de lord hem toe. Drijfproewn j*", herhaal lo de professor met oen vriendelijk, verstrooid glmiU"hje, alsof lnj te k-Minen wilde geven -lat hij d; zaak volkomen begreep, doch zioli er weinig voor interesseerde. De rijke» zya uitgebuit. Veiea geschoren. I>e middenstand aaeft zich laten plakken. De jongens met de rijksdaalder» weekgeld hebben EU aan het Ijjntje. Maar all»»! er zijn, nog guldens f nog 10-stuiverstafekentt nog kwartjes tl! Ook die moeten mee in den donkeren put, die spel heet. De nieuwste truc! Faitea votre jeu", kwartjes en guldens beaitters. Esn nieuwe weg naar rijkdom. Hier zyo tien fondsen, echte, goode, degelijke fondaea, genoteerd nog wel op de allereerljjkste effnctenbearg, op de efTiCtenlijgt, in alle kranten. Die zullen rijzen vandaag. Zet je riks, je gulden, je kwartje op weik daarvan go wilt. La jeu est fan? Velnu er zija vijftig kwartjes gezet. Zes op dit, aes op dat, vijftien op dit fond». . . Zie hier de koerslyat. Fonds A ia aet meeste vooruitgegaan vandaag. De d<ie ^a-o-wn Hie op A gezet hebben deelen de vijftig kwartjes zeg 4,1.5... A loh fa.ues votre jeu. '«Veer ma nieuwe dag, een nieuwe noteering, nieuwe winst voor hem, die heden verloor, Hoa eerlijk niet waar? -Via aaeft er na geen kwartje te missen ? Wie wil voor sija /ijf-en-t*intig centea ia a dag geen vier guideu inpalmen, moelijk uog onar, veal miaerïEa bi-pöurt ge het we.? Dt> goede, eerlijke ongeïnteresseerde baak neemt bijna niets vo >r zich ze, f. wat e-sn 4<jv:>m t >cv li-ator wel doet 1). Rekent bijna niets, is de vertrouwensman slechts, die de inzetten be waart. . . Zil wel tey eden ziju als aet fonds waarop toevallig uiet gewed b?, het meeste «eng stijgt om dan zelf in te palmen alwat gezet was. Ziet waar Bienfaisances vervolgd worden oh ik verdedig ze niet, maar of een rijke vreemdeling jicti hier laat plukken dooreen rasta of in Jlonte Carlo dojr een vorst bij Grods genade, die voor het vuile were een tusscheapeisoon heeft, maakt voor den g ikker geen verscdil. R takt imjn koude kleeren niet, noch die vau d^n leser. Zjo'n buiten lander wil gokken, tieeft er hei geld /oor, welnu laat hen zijn zin. Onze hotels en winkels profl eeren. Zoolang Bienfaisances vervolgd worden, in «-allen plaats hebben in academies de billard, zoolang autoriteiten onze algemeene jedelykheld pogen hoog te houden door instellingen by de kr<iag te vatten, de glectus een zeer klein en z»er bepaald kringetje vaa klanten hebben, van menschen die het doen kunnen ', zoolang is h"t onverantwoordelijk, dat de zeer merk waar lige speelinrictuingen die het moeten hebben van den kleinen, allerkleinsten man ongemoeid worden geluten. De heereu bij wie gij gokken kunt in het potje voor een riks, laten duidelijk genoeg weten, waar hun vlfectenbank" gevestigd is. Kwanj"sbaukjes d jen het met mondelinge reclame -af. Z ,o'u inrichting, slecht in elk oozicit, verdient eerder de aanJactit van hen. die goede zeden voorstaan en de speelzonden willen inperken, dan een onnoozol loterijtje, kienen otu wild of iets dergelijks. Roeit dit uit : het aanmoedigen ora te gokken van hem. die niets te wagen heeft, dit en al dergelijke wedderij en dobbelarij. N-enit weg de verleiding tot spel voor hen, die bij gebrek aan eigen geld niet kunnen spelen, voor hen die de bankhoulers naar Willeinsparkweg, zich zelf naar de Weteringschans spelen ... A. 1) Soms evenwel twee kwartjes van den 'ijk-daal-ler en niar verhouding! iiiiiiiiiMiiiiiiiiitiiHiiiiMiiiMiiiiimimiiitiiiitiimiiiiMimiiiiiiiiiiHmm De rtieentetóWiotlifl* te Rottertai heeft onlaugi haar jaarverslag gepub ic en dit verslag is wel in staat, onze belang stelling in deze stichting te verhoogen. Het mag toch tot eere van Rotterdam gezegd worden, dat zij hiermee aan de andere steden het voorbeeld geeft, hoe een stad dit groote middel van volksontwikkeling be vorderen kan, en de RotterdaLüsche bevol king, die niet hooger en niet lager staat dan de bevolking in andere steden, toont, deze bemoeiing in hooge mate te wawleeren. Zeker, no,; steeds is leeszaal zoo*el als bibhotfteek primitief. Maar zoowel de toename van bet aantal bezoekers, uit de kringen der onvermogenden en minder ruim gesitueerd>jo, a's Ie lijst der aangekochte en geDe lord beantwoordde dit gezegde met een breeden, geluidloozen lach, welke ge durende een oogenblik wraedo trekken om zijn mond groefde. Hij liet zich echter in zijne werkzaamheden niet storen en vol bracht bedaard dat waarmede hij, geholpen door zijn knecht Samuel, bezig was. Zij legden een vrij groot en tamelijk dik stuk hout, dat zij te zamen droegen en dat nogal zwaar scieen te zijn, op den vloer en wel op eene plaats waar, zooals de professjr bemerkte, zich een ijzeren luik bevoni. De lord haalde daarop een hsfboom over, het luik opende zich naar buiten en liet het stu< hout naar beneden vallen; daarop klonk een dof gestommel, als )f het hout door eea metalen koker tuimel Ie, het luik slott zich mat een doffen slag eu daarmee was alles afgeloopen. rftmu-l en de lord nadden echter zoo I mg uiet gewacht, doca zich, zoodra het hout Vttrd wenen w.48, naar de ramen gespoed Daar is hij", riep de lord en wees naar beneden. De professor keek nu ook naar buiten in do aangeduide richting en al was hij reeds eenigszius voorbereid door wat hij vanuit den salon opgemerkt had, toch ge raakte hij zeer onder den indruk van wat hij zag. Hij zag n.l. hoe het stuk hou', dat hy zooeven uit het schip naar beneden hal zien wjrpan, tot op een vrij aanzienlijke diepte in de lucht wegzonk. Spoedig echter verminderde de snelheid waarmee het daal Ie en hiel.l het zelfs daarmee geheel op, om integendeel weer langzaam terug naar boven te Kom-n en ten slotte schoot 3t met zulk een vaare omhoog, alsof het in water en uiet in lucht omlaag was geworpen. Verbaas i zag de professor naar deze onbegrijpelijke bewegingen van tiet stuk hout, dut zoodra het tot de hoogte van de Helium ' was gestegen, zich bij het schip aanslojt en het op eenigen afstand bleef volgen, precies zooals hut gedaan zou hebben j als li^t t oppervlak van het water bereikt , hul e.i 'ie Helium" een voorbijvarend ! sr n i p -v,is geweest. lu zijne verbaas lo aandacht werd de professor echter gestoord door een verre

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl