De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1909 3 januari pagina 6

3 januari 1909 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE- AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1645 Het daushui; ,,0»; Pijl" in de Pyliteeg te Amsterdam, begin 19de eeuw. Joh.au uit de Poort van Kleef, door Dr. Jan Vatb. Abraham Arbou, kotfyhuisknegr, geK te Leylen l Febr. 1736. Een Winter-tentoonstelling. Koffiehuizen en Muziek herbergen. De Amsterdamsche aartsverzamelaar A. Th. Hartkamp heeft de vorige maand een aanvang gemaakt meteen deel zijner schatten in de achterzaal van betPanoTamagebouw te Amsterdam ten toon te stellen. Het betrof 's menschen levens duur. Hartkamp gaf in prent de levens jaren van den mensch te aanschouwen T«n de wieg tot het graf. Zijne tweede tentoonstelling geeft den mensch te aanschouwen in betrekking tot den winter, in meer dan n eeuw. Allereerst den winter zelf in zijn streng heid, met zware ijsgangen, overstroo mingen, buitengewone koude en armoede in het gevolg. Dan, menschen die zich onderscheiden hebben als redders. Voorts afbeeldingen van de vier jaargetijden, zich aansluitend bij H. van Alphen's versje van de baker, die alle vier jaargetijden prijst, terwijl zij de kinderen onthaalde op cho colade en dikke wafels. Deze afdeeling munt uit door treflijke gravures naar Bloemaert, Teniers, Jacob Cats, Langendijk, Lafargue en zoo vele anderen. Aan winteravondkout en wintervermakelijkheden is een groote plaats inge ruimd. In deze afdeeling vindt men de zeldzaamste teekeningen, prenten en gravures van Sinterklaasavond, Sint Maarten, Kerstfeest, Oude- en Nieuwe jaar, Driekoningenen Vastelavond. van de genoegens buiten's en binnen's huis, van maskeraden op het ijs, van ijshuizen op het ijs, van ijsfeesten op den Amstel bij den ijsbreker, op de Maas, enz. Nieuwjaarsdag is door prenten van aschkarreman, vuilnisman, lantaarnop steker, geutopschepper, toren wachter, nachtwacht, krantombrenger, porder, enz., ruim vertegenwoordigd. Een afbeelding van den besten Thomasvaer, die er ooit geweest is, van Tjasink, ontbreekt zelfs niet op Hartkamp's tentoonstelling evenmin als van de Bruiloft van Kloris en Roosje, waarin Tjasink jaar aan jaar den Nieuwjaars. wensch placht uit te spreken. Kuiieus zijn de liederen, die de nachtwachts in Kerstnacht op straat zongen. Van de vermaken bmnen's huis spreken het kienspel, het damspel, de ganzen borden, enz., en de vele spelen in den geest van het ganzenbord, gewijzigd naar de omstandigheden, als in de roes over de overwinning te Doggersbank: het Zoutman- of Doggersban kapel, en het Kozakkenspel uit den tijd, < at na het Oranje boven!" de Kozakken buiten de Muiderpoort te Amsterdam ' hun bivak hadden opgeslagen. Van allerlei winter-genoegens te Am sterdam buiten's huis is ter tentoonstel ling een rijke voorraad mooie en zeld zame prenten. Tot die wintergenoegens behoorden: de komedies, de bals, de redoutes, de voorlezingen en muziekuitvoeringen in Felix Meritia, in de Maatschappij tot Nut van 'tAlsemeen; dn mu/,iekherberüen, de colleges, de koffi 'hui/en, de chocoladekelders, de oliekoekeuhuizen en zoo veel meer. In muziekherbergen als van Edunrd Haneock werd onder leiding van Mr. Nicolaas Vallet, een vermaard musicus, zeer goede muziek gemaakt. Dat was aan hjt einde der 17e eeuw. DrfheerJ.W. Enschedé, de oud-bibliothe caris der Haarlemsche Stadsbibliotheek, de uitnemende kenner der muziekg"schiedenis, heeft het vorig jaar over de muziek herbergen, die later in behoorlijke danshuizen overgingen en in onbehoorlijke ontaardden, voor leden van Amstelodamum, eene hoogst belangwekkende lezing gehouden. Tot de herbergen, overgegaan in pu blieke danszalen, behooren o. a. De Pijl" in de Pijlsteeg, waar nu de kantoren van Wijnand Fockink zijn, en De Fontein" op de Nie'iwmarkt. De Pijl" heeft een groote bekendheid gehad en leeft nog in overlevering voort. Met kermis gingen zelfs zeer voorname Amsterdammers er met hunne dames heen, evenals naar De Fontein", om zoo 't heette een kijkje te nemen", zooals later bij Toontje in de Nes" om gebakken paling of biefstuk, of bij Spekman in de Kalverstraat eieren met zuur en versche vierduit's broodjes" te eten. De Fontein" is later een zeer ordinair danshuis geworden, in de dagen, dat een zekere B^ns de eigenaar was. Van Oe Fontein" is evenals van De Pijl" niets meer overgebleven. Ter plaatse waar eens De Fontein" stond, op de Nieuwmarkt tegenover het archiefgebou w De Waag zij n thans winkels. De danshuizen op den Zeedijk zijn een laatste overblijfsel van de ontaarding der oude muziekher bergen. Tot de wintervermakelijkheden behoorden in zeer ouden tijd vooral de colleges en de koffiehuizen. De koffiehuizen van vroeger waren werkelijk koffiehuizen, waar men niets dan koffie kon krijgen, en een pijp kon rooken, of ook wel zich opfrisschen aan oud-vaderlandsche snuif. Zij en de chocoladehuizen vormden een verzet tegen de vele drankgelegenheden, tegen de bijna in kuffen en bordeelen ontaarde muziekherbergen, tegen de herbergen waar allerlei soor ten wijn geschonken en tegen die waar gebrande wijn", brandewijn, ge dronken werd. In beide soorten trof men vroolijke meisjes, mooi-Aeltjes", aan. Ook meysgens, dochters en de ge trouwde vrouwen" kwamen er. Zij bleven er vaak slapen, maar meest drinckende, rasende, springende, dansende en andere moedwillicheyt bedrijvende met allerley kyvazie". Tot in de deftigste herbergen of logementen kwamen vrouwen van de straat, als de heeren maar zorgden dat zij de deernen ongemerkt en zonder misbaar binnenloosden. Even ongebonden als in de mindere muziekherbergen ging het in de zeventiende eeuw en later in de chocoladekelders toe. Vooral in de beruchte in de Prinsenhofsreeg bij het Stadhuis, en in de Oliekoekenhuizen, waarvan dat in de Servetsteeg, waar de rijkste Amsterdamsche jongelui geld en goed verdeden aan Wijntje en Trijntje, en dat later het KarnemelkHhuis werd van Vader Jeremias, die er ook slapers hield over het lijntje", voor vijf a tien cents per nacht. Op de plek van het beruchte Oliekoekenhuis is thans de keuken vsn Krasnapolsky. De koffiehuizen ontstonden i u de 17e eeuw, en waren vergaderplaatsen der welgestelden, waar zij over politiek, lite ratuur, dagelijksche gebeurtenissen en alle nieuwtjes spraken. Zij hadden een deftig en literair karakter. Daarom klinkt het niet zoo vreemd, dat de edelman Lucio Roselli in 1717 te Utrecht verzocht benoemd te worden tot Iloogleeraar in de Theologie of toestemming om een koffiehuis te houden. Hadden onze voor ouders lang genoeg in het koffiehuis Be zeten, dan gingen zij naar de Colleges. (iaën wij naar 't col'egie, 't volok is na sesse vergaert, en 't licht is op. 't College is nog niet vol; wij wachten noa tabakgasten uit 't cotfyhuis". Justus van Effen en Willem Jacob van 'g-Gravpzande richtten te 's-Gravenhage een koffiehuis op in Engelschen geest. Dit koffiehuis was gelegen in het Voor hout tegenover den huldigen Koninklijken Schouwburg. Een Franschrnan Monsieur B^naehi opende in navolging van hen op het 'Plein het Fransche koffiehuis. In zulk een koffiehuis kwamen de natuur kundige 's Gravesande,, de boekenkenner Vtarchand, de geleerde de Sallengré, de vernuftigeenspotachtige Saint Hyaciuthe, Justus van Effen, de schrijver van De Spectator en verdere geestverwanten, iedere week op Vrijdagavond bijeen. Achttiende-eeuwsch Koffiehuis. In de achttiende eeuw had men in Amsterdam koffiehuizen, koffieschenkers en koffieschenksters. De koffie werd stuk gestampt. Een vijzel ontbrak daarom nooit in een koffiehuis. Het wezen der koffiehuizen veranderde al naar den tijd en de bezoekers. Sommigen brachten er den geheelen dag door en de koffieschenkster bracht hun dun wel iets anders dan koffie en een lange pijp en bleef het er niet bij het zitten aan tafel in het midden van het vertrek, en werden de kaanen in de kroon boven de tafel voor hen niet gesnoten om nieuwsbladen en Mercuriussen te lezen. Zij brachten het koffie huis in discrediet en maakten, dat er van de preekstoel en van het tooneel tegen dit soort koffiehuisloopers, die men gelijk stelde inet lichtmissen, gewaarschuwd werd. Maar koffiehuizen als het Amster damsche, het Noord-Hollandsche, het Haagsche, het Utrechtsche, enz., bleven hun goeden naam houden, evenals het ItHÜaarisehe koffiehuis de koffiehuizen hebben in Italiëhun oorsprong inde Nes te Amsterdam, het latere feestlokaal Frascati, thans sedert lang gesloopt en vervangen door verkooplokaal en tabaks kantoren. De herinnering aan het oude Italiuansche koffiehuis, Frascati, het latere feestlokaal, blijft levende in den naam die G. Prot en Zoon aan hun Schouwburg in de Plantage hebben ge geven, toen zij uit het oude lokaal in de Nes, waar zij tooneel vo >rstellirigen hadden gegeven, moesten verhuizen, omdat het gebouw eene andere bestemming verkreeg. Het oude caféfrancais van Adriun in de Kalverstraat, hter uitgebreid en ge worden: Hotel du caféfrancais", heeft het langst het deftig koffiehuiskarnkter be waard. Later werd hi-t een modern hotel. Thans, afgebroken, is er de winkel van C. Tloyng. l f et verband tusschcn koffiehuizen en colleges is nog tot over de helft der voor gaande eeuw gebleven in de samen komsten der leden van de Maatschappij Tot Nut vuil 't Alterneert". Den leden word daar 's avonds na de lezing in groote koppen gratis koffie geschonken en CJH lange pijp verstrekt, die zij aanstaken aan het vnurkooltji; in het koperen komfoor op iedere tafel. Daar aan de tafel werd politiek, godsdienst en wat niet al bej sproken en bleef men plakken, ook al had de Jan" met vale rok herhaaldelijk gewaarschuwd: De heeren worden be neden verzocht!" De bijdrage na de, pauze gaven de heeren er aan. Zij plaatsten hun stoelen voor de open haard, waar een geweldig turfvuur brandde, rookten er hun lange pijpen uit en dronken nog meer koffie en soms na de koffie, oudHollandsch bier. De Amsterdamsche koffiehuizen beleefden gulden dagen in den tijd van den Wind- of Actie-handel. Dat was in 1720, toen de prak tijken van John Law, om papier in plaats van geld in de wandeling te brengen, zóó wél slaagden, dat de som ten laatste op duizend miljoen livres werd geschat. Hij had dit vermocht, door het Hof van Frankrijk, met welks financiën het treurig stond, te bewegen eene Maatschappij van koophandel op de rivier Mississippi, op te richten, bestaande in een kapitaal van j. honderd miljoen livres, die men voor papieren geld of actiën van vijfhonderd livres, waarmede het .volk destijds overladen was, en dat in den gewonen koers niet hooger dan HO, 35 of 40 pCt. aangenomen werd, kon krijgen. Rijken en armen verdrongen zich om deel te nemen aan dit papierenspel. Het regende actiën, die de een den anderen door winstbejag als uit de handen scheurde. De koopman zou er millionnair, de winkelier koopman, de ambachts man rentenier, de knecht heer, de dienstmaagd mevrouw, ja, de straat veger jonker door worden. Het ging den spelers als met de wieken van de molen, die men het eene oogenblik boven en het andere beneden ziet. Wind! wind!" was aller kreet, een kreet, die door paleizen en hutten ging; naar Engeland ook onder het blazoen van Zuiderzee-actiën, en van-daar-uit ons vaderland besmette. Het Stadsbestuur had het overslaan van den wind naar Nederland, in 't bij zonder naar Amsterdam, voorzien. Pogingen werdan gedaan om biereen soortgelijke Maatschappij van Koop handel" op te richten. Burgemeesteren wezen niet alleen het voorstel van de hand, maar verboden daarenboven alle makelaars zich met dezen windhandel te bemoeien. Doch de zucht wies aan tegen het verbod. Elk, zelfs geringe ambachtslui staken zich in den actiehandel, die aanvankelijk met weinig geld kon gedreven worden, en somtijds grove winsten gaf. De gewone beurstijd was 13 kart voor actiehandolaren. Men ver gaderde 's morgens en 's avonds in koffiehuizen, zelfs tot laat in den nacht op den Dam, al waar onderluid geschreeuw, geveild, geboden, gekocht en verkocht werd. Allerhevigst ging het too in een koffiehuis iri de Kalverstraat, het derde huis van den Dam, aan den kant van Jonge Uoelensteeg. in het koffiehuis: (t>iiiiii-ii/njirii.r. aldus genoemd naar de straat van dien naam te Parijs, waarde actionisten voornamelijk hun rol speelden. De actionisten waren, door drift om geld te verdienen, als dolle rnenseheii geworden. Men wilde in Amsterdam vo >r Piirijs en Londen niet onderdoen. Sommigen hielden er vmseherspinken op na, die van Holland imar Knuobind heen on weer voeren, om den p.'ijs dor actiën over te brengen. Men hoorde alleen spreken van compagniën, actiën, tonnen goud», miljoenen die men reeds geronnen had of nog zou winnen. Vier der Nederlaridsohc zeven provinciën zagen zich eensklaps verrijkt niet een kapitaal van omtrent drie honderd miljoen, een rijkdom zooals al ras blijken zou slechts op papier en van nul en geener waarde. Aan liet einde van 17'20 was het met den w m d lm» del uit. Zij, die meenden, dat ?ze rijkdom vergaard hadden, ontdekten niets dan wind" te hebben geoogst. Bij het reusachtige dalen der Actiën zag mou do dwaasheid in en gevoelde de verliezen. De spotters kregen de over hand, zelfs het gespuis kwam op de been. Opgeschoten jongens, manspersonen van d« slechtste soort, voegden zich ouder de Actionisten, speelden de rol van koopen en verkoopen, onder ontzettend lawaai en het uithalen van allerlei grillen. De liedjes zangers en straatventers deden er het hunne aan toe. lederen dag schreeuwden zij nieuwe deunen, hekel- en schotschriften te koop: Roskam der Actionisten, de Actionisten in den roiïw, de Bankroetiers naar Vianen, loop aan loop aan!" enz. De boekwinkels lagen vol met losse ge dichten, spotprenten, nu nog bekend als de zoogenaamde - Ictieboeken". De schouwburg deed mee, daar verkneukelde men zich bij de vertooning van Langendijk's klucht: Quincampoix enArJequin Actionist. In en voor de koffiehuizen ging het echter bar toe, want zjj waren voor namelijk de plaatsen geweest, waar de menschen als dollen en bezetenen den windhandel hadden gedreven. Op een Zaterdagavond trok het grauw naar de Kalverstraat en hield stand voor het koffiehuis Quincampoix. Onder oorverdoovend getier sloeg het er de glazen in, ramde de deur open en bedreef er de grootste baldadigheid. Nachtwachta en dienaars van den gerechte stuitte met moeite de baldadigheid. Zondag's ver gaderde het gerecht en liet nog den zelfden dag een plakaat afkondigen en aanplakken, waarbij alle moedwil ver boden werd, zullende anders gestrenge straffen volgen. Een tweede plakkaat verbood makelaars en beunhazen zich verder met den actiehandel af te geven. Zoo eindigde met de belegering van het koffiehuis Quincampoix in de Kalver straat nabij den Dam het groot tafereel der Dwaasheid." Onder een der vele spotprenten is er een Quincampoix in duiien." Het stelt, op een stellaadje het koffiehuis voor, half vernield, een vlag er uitge stoken. Onderschrift: Het spul is uit." De koffiehuizen bleven nog lang het oude karakter behouden, tot zij het in de negentiende eeuw geheel en al verlorea. Met de verandering wijzigde zich ook de bediening. De koffie-schenksters en schenkers werden vervangen door koffiehuisknecbts, zooals op de reproductie der zeldzame prent, door den oudheidkundige R. W. P. de Vries, ter reproductie ge geven, evenals de overige prenten, daar die van Hartkamp ter toonstelling moesten blijven. De korfiehuisknechrs ruimden het veld voor de Jan's", en de Jan's" voor de aannemers." Een overgang tot den Jan" en den aannemer" vormen de zaalbedienden in De Poort van Cleve." De laatsten kwamen in den tijd van over gang, en moesten zich kleeden naar Parijsch voorbeeld, met wit voorschoot, dat om hun geheel onderstuk sluit. De zaalbedienden van De Poort ?an Cleve'' bewaren de herinnering aan de oude, trouwe, gemoedelijke, vaderlijke Jan"s, zij zijn er eene tweede, veel verbe terde editie van. Deze Jau's" werden en worden nog algemeen met hun eigen voornaam aangesproken. Dr. Jan Veth heeft oen hunner als bekend tijdgenoot" af-.-keid. Het teloorgaan van den naam Jan"' is een verlies. .Jun" klonk vertrouwelijk, miste alle begrip van dienstbaarheid, en was oiid-Hol'andsch, was een rere-naam. De populairste en vermakelijkste Hollan der heette en heet: Jan Ivlaassen ; helden als van Schaffelaar eri Haring zijn ge doopt als .fan; kin ieren sprak en spreekt men aan om hen te streelen met J a n ti em a n : de Westertoren noemt de volks mond: lange Jan," en een houtwagen 7net groote wielen: malle Jan," en van iemand die zich uit de ellende opgewerkt heeft, zegt men : hij is weer hoven Jan, gelijk men van iemand die het goed gaat of er flink uitziet, spreekt: hij is een heel e Jan. Ten overvloede zij, voor de vertrouwelijkheid, de achting, de sympathie die het woord: J a u bevat, herinnerd dat de lieden, voor wie alle Hollanders de grootste sympathie hebben, de matrozen : genoemd worden; de Jantjes of Onze Jantjes. En gelijk de volksmond sterk is in liefde en sterk in haat, noemde ze

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl