Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 164 /
2Ï4 % ia, oek wanneer het
herstellinggpreces op industrieel gebied niet op meer
spoedige en krachtige wijze vordert en de
productieve capaciteit zich van hare inzak
king zoo langzaam blijft ontwikkelen ah in
het afgeloopen jaar, niet waarschijnlijk.
En aangezien er vooralsnog geen voor
uitzicht bestaat op een verdere belangrijke
verlaging van de grondstoffen, en het
goedkoope geld, dat in 1908 het uitvloeisel was
van industriëele slagnatie, thans nu de
Crisis het einde van hare llkwidatie tegemoet
g»at allengs het middel zal worden om de
herstellende kracht te steunen, is een zoo
langdurige en belangrijke verlaging van de
geldkoersen, als in den loop van het vorig
10 jarig tijdvak is voorgekomen, evenmin
te verwachten.
Toen kon de Bank of Englar.d geruimen
tijd onafgebroken een disconto van 2 pCt.
bestendigen, maar vermoedelijk zal de nijver
heid de tegenwoordige depressie sneller
kunnen overwinnen en zal het beroep harer
zijds op de geldmarkt op den duur niet van
zóó bescheiden omvang kunnen blijven, dat
men te Londen een disconto van 2 pCt.,
zooals in den loop van het tijdvak 1890?1899
het geval was, weder als normaal zou be
schouwen. Toen werd het goedkoope geld
ook de aanleiding tot een woeste speculatie
in mijn-shares, waarvan ook de continentale
beurzen de nadeelige gevolgen ondervonden,
getuige de krach" in den herfst van 1895
aan de beurs te Weenen.
Maar het eerste semestie van 1909 zal
wat de geldkoersen betreft nog worden
beïvloed door de aanzienlijke goudvoor
raden, die de hoofdbanken van Europa in
1908 hebben bijeengebracht, waarbij zich
vooreerst althans nog de nog niet geheel
overwonnen internationale depressie op
nijverheidsgebied zal doen gevoelen.
Eeeds werd men, weinige dagen geleden,
verrast door de disconto-verhooging te Lon
den tot 3 pCt., een zeldzaam verschijnsel
zóó kort ua de jaarwisseling, maar thans
een gevolg van de omstandigheid, dat ge
durende den laatsten tijd het goud uit Trans
vaal zijn weg naar Parijs in plaats van naar
Londen heef; genomen, waardoor de reserve
der Bink of England lager is, dan gewoonlijk
in het begin des jaars.
Voorloopig is reeds een goed gebruik ge
maakt van de ruime geldmarkt, getuigen
de aanvallen in den vorm van verschillende
emissiën, die gedurende de eerste weken van
Januari reeds zijn gedaan of worden voor
bereid en waarvan hier een opgave volgt:
Parijs
fi-3. 350.000.000
,. 1350.000.000
Londen £ 4.000.000
» 3.000.000
» 2.500.000
» .. 2.000.000
,, ,, 1.800.000
Dnilst'blanil Km. 50.000.000
30.000.000
(J9.000.000
Lei 70.000.000
Oostenrijk- ' Kr. 220.000.000
Hongarije
Rm. 21.250.000
Amerika
15 Jan. '09.
30.000.000
17.500000
80.000.000
3 % Civdit foncier.
?l:/j liuslaiid.
3 Tnuisvattl.
5 Chili.
Portugal (voorscliot).
Stad Kio de Jauciro.
4 .,% Finland.
?l Staat iliimlrunr.
-l liremen.
l Baden.
?l ,, Kiimcniü.
4'/2 « Hou;;, kchatk.
biljetten.
4'1; Unjjar.
I.ocnlei^eubahn.
5 St. I/mis &
8an Franeisco.
5 T. Denver en
Rio Grande.
Obl. l'emi-ylvama.
V.'d. S.
Nieuwe Uitgaven
Uit onzen Bloeitijd, Het kerkelijk leven, door
dr. S. D. VAX VEEN. Kerk en Secte, Serie III,
No. l, Christian Science, door BICKSELL YOUNG,
C. S. B.
HE1TSJES
Juffrouw Doorman en weduwe Groen waren
buren, en vriendinnen. De kennismaking was
begonnen met praatjes over 't weer, over de
poes, over de melkboer die weer zoo laat
kwam, en over de huisbaas, waar je maar
niks van gedaan kon krijgen."
Nu was de vriendschap zoover gevorderd
dat ze van elkaar precies wisten hoeveel
familieleden ze hadden, waar die woonden,
en wat ze deden voor de kost. Weduwe
Groen kende ook al de goede en slechte
eigenschappen van den man van juflronw
Doorman, en had deze in ruil daarvoor alle
herinneringen aan haar overleden echtgenoot
verteld. Op een genoegelijken namiddag
brandde de wederzijdeche sympathie zoo
hevig, dat er een vonk vernuft in het gesprek
opspatte. Juffrouw Doorman kreeg namelijk
de lumineuse gedachte dat het veel beter zou
zijn wanneer weduwe Groen bij haar in de
kost kwam. Wat zou dat gezellig zijn....
En wat een besparing van vuur, licht en
werk...,
Ze konden dan grooter gaan wonen, een
een vrij bo venhuis, met een balkon, in een
nette straat. Daar had ze toch al zoo lang
naar verlangd. In die armoedige buurt hier
kon ze rnaar niet aarüen; weduwe Groen,
dat was nou ook 'c eenige mensch waar je
mee om kon gaan, anders was 't bijna alles
schorrie-morrie. De buren aan de andere kant,
nou, dat was 'n fijne boel: in schemeravond
zag je ze de bedden naar buiten slepen,
anders konden ze niet slapen van 't onge
dierte. Ze zat altijd in doodsangst, dat 't bij
haar zou overslaan, je kon nooit weten met
die lage hekkies tusscheu de tuintjes. Ze
had dan ook al meermalen van verhuizen
gesproken, maar Gerrit, haar man, was er
niet voor te vinden.
't Was nog tijd genoeg als't zoover was",
zei hy.
Ook nu had hij er niet veel zin ia, toen
ze hem van 't mooie plan sprak.
Als jullie dan ruzie krijgen, zei hij,
Daar was z'n vrouw natuurlijk door
beleedigd.
. Jij denkt ook altijd kwaad van 'n mensch,
zei ze.
Hij liet zich echter niet overhalen.
Toch hield ze vol, eiken dag begon ze er
weer over. Van dit huis deugde niets meer,
't was een krot, voor drie gulden in de
weekZe had ook bedacht dat die rhumatiek in
haar arm van de vochtige grond kwam.
Boven wonen was veel gezonder.
Ten laatste vond Gerrit goed dat weduwe
Groen, om te probeeren, bij hen in de kost
kwam; ze kon dan in haar eigen woning
slapen. De proef moest veertien dagen duren;
ging 't goed, dan zou hy 't in godsnaam der
maar op wagen om te verhuizen,
't Was wel niet naar den zin van z'n
vrouw, er ging veel van de aardigheid ver
loren als er geen bovenhuis met een balkon
in een nette buurt bij kwam, maar ze begreep
dat 't anders niet ging. Ze twijfelde niet of
de proef zou gelukken, en dan kreeg ze toch
wat ze wenachte.
De eerste week ging 'c best; vooral als
Gerrit thuis was, was de verstandhouding
allerliefst. Wel moest hij vaak smadelijke
opmerkingen hooien over de weinige ruimte
in de kamer, nu ze met z'n drieën waren.
Dat diende waarschijnlijk om de gedachte
aan het bovenhuis levendig te houden.
De derde dag van de tweede week had
weduwe Groen een nieuw gebit gekregen.
Juffrouw Doorman was telkens met haar
meegegaan naar de tandarts, en had haar
met raad en daad bijgestaan.
Onder het middageten werd over niets
anders gesproker. Gerrit plaagde de weduwe
wat; ze zag er tien jaar jonger uit en zou
nou wel weer last van de mannen krijgen,
zei hij.
Ik Kan nou ten minste weer met fatsoen
lachen, zei de weduwe en ze deed dit. Deze
scherts had geen gunstige uitwerking op het
humeur van juffrouw Doorman.
Daarom zit je nou zeker maar aldoor
te giebelen, aldus uitte zij haar gevoelens
tegen de weduwe.
Waarom zou ik niet? vroeg deze.
Wel ja, mensch, lach jij rnaar als je de.r
zin in hebt, was 't antwoord, dat een beetje
hoonend klonk.
Weet je wat, zei de weduwe weer, neem
jij ook een nieuw gebit.
Denkelijk was de bedoeling van deze woor
den beter dan de uitwerking.
Dank je wel, ik heb nog heele goeie
tanden.
? Nou ja, heele goeie, van boven mis je
er aan alle bei de kanten een en de andere
zijn ook al stukkies af. En ze zien ook
heelemaal niet wit; dan moet je de mijne der bij
zien. Om ze toonen begon ze weer te
lachen. Jullrouw Dcorman raakte steeds
verder uit de koers van haar goed humeur.
Ik heb maar liever m'n eigen tanden
dan valsche, zei ze.
In 't woord i-alsche klonk zoo'n minachting,
dat de weduwe nu ook hatelijk werd.
? Ais je valsche had, kon je misschien
ook beter lachen, antwoordde ze venijnig.
Maar toen Gerrit om die rake opmerking
lachte, lachte ze ook weer mee. Nu kon
juffrouw Doorman zich niet langer inhouden.
Ja, lach jullie maar, ik begrijp uiet. waar
dat idiote gelach voor noodig is, maarjuliia
lachen mij samen uit, dat weet ik wel, ik
vertrouw jullie geen van beien, menscheu
met valsche tanden en valsch haar hebben
natuurlijk ook een valsch karakter. Ja, ze
heb valsch haar ook, dat draait ze in. der
eigen haar, ik heb 't zelf gezien. (Dit laatste
was tegen haar man gericht.)
Wanneer het de bedoeling van juffrouw
Doorman was geweest de weduwe het lachen
te verleden, dan hadden haar woorden dit
doel bereikt; nu lachte ze inderdaad niet ineer.
Daar ze echter een zachtzinnig vrouwtje
was, antwoordde ze niet op de beleedig'ngen
van hare vriendin, die haar ook van ondank
baarheid beschuldigde, en opsomde wat ze
al zoo voor Laar gedaan had, en wat ze haar
had gegeven.
Zonder iets te zeggen stond de weduwe op,
nam haar breikous van de schoorsteenmantel,
pakte haar rieten leuningstoel op, en ver.
dween daarmee uit de kamer, haar poes
meeroepend.
Zie zoo, dat hebben we alweer gehad.
Ik had wel gedacht dat 't zoo af zou loopen.
'n Mensch ij maar 't beste op z'n eigen, dat
heb ik altijd gezeid.
En je heb zelf gewild dat ze bij ons
in de kost kwam, antwoordde z'n vrouw.
Nou nog mooier, i:ou is 't zeker mijn
schuk-l nop1.
Wie z'n schuld anders? Ik heb't nooit
gewild ?
Nee maar, die is goed. EQ wie is der
dan begonnen over samenwonen ?
O, op een bovenhuis, dat ia heel wat
anders.
Nou, 't is goed hoor, Ajuus.
Hij trok K'n jas aan, en ging heen.
Juffrouw Doorman zat nog een poosje te
snikken en te treuren, toen ftoud ze zuch
tend op, en ging de vaten \vai-eclien.
De wereld leek haar erg eenzaam en triestig,
zonder bovenhuis met balkon in 't verschiet,
ALEDA v. l'.
Ds cMsees os Java,
Het Koloïiiau' Wrt:kWa>l vertelt van de Tiong
Hoa 1CÏ.Sïcw Po. pen weekblad dat eiken
Dinsdag te Bui'enzorg in de Maleisehe taai
verschijnt en reeds : ijn derden jaargang
beleeft.
Het is ht-t orgaan van de Jong Chinesche
partij i 11 Indiëeu bestaat uit twee rubrie
ken, do eene speciaal voor mannen, de an
dere speciaal voor vromvvn. De redactie is
samengesteld uif een vlei tal Chinepzen en
eeneChineesche dame, mevrouw LimTitie Nio,
die de leiding van liet tweede gedeelte voor
hare rekening heeft.
Hieruit inag men de gevolgtrekking maken,
dat de tegenwoordige Cbineesche dames zich
niet alleen met ,,bak tjitki (iiet bekende
kaartspel der Chineezeu. waaraan ook ...
Indische darue~ deelnemen:) en met het ma
ken van ,,kwékwé" (gebak) en manissan"
(geleien) den tijd verdrijven.
Het is niet gemakkelijk om braaf te zijn,
verklaart Ouw Pek Soen, een der vier redac
teuren in "het eerste blad. Iemand, die dat
wil, moet alle moeilijkheden bestrijden, zijne
begeerten en driften onderdrukken en zich
tegen kwade opwellingen verdedigen. Hij
moet steedj na ir zij u geweien luisteren. Al
zegt de menigte, dat hij slecht gehandeld
heeft, als zijn geweten hem vrij spreekt, kan
hij germt zijp.
Li m Kim Limong te Soemedang wijst er
op, dat de Europeanen van hunne eigene
taal werk maken, alvorens een vreemde taal
aan te leeren. Onder elkander spreken zij
hunne landstaal. Dit is uiet het geval met
de Chineeüfcn, die zich van een vreemde taal
bedienen, omdat zij zich in hunne eigyne taal
niet behoorlijk kunnen uitdrukken. Dit. is
beschamend, het is daarom zaak, dat dat
ouders met hunne kinderen van begin af
aan geregeld hunne taal spreken.
Ean men er geen eind aan maken ? vraagt
Na Ban Seng te Soekadana en vertelt, dat
het hem grieft te hooren, dat ter hoofdplaats
Palembang Chineezen langtjia's" (Chineeech
woord voor riksha", het welbekende
Japansche voertuig) trekken. Wel is waar, worden
zij daarvoor betaald, maar zij doen een werk,
waarvoor men anders een paard neemt. Ten
opzichte van het onderwijs is men vooruit
gegaan, maar ten opzichte van het vinden
van een middel van bestaan is men daaren
tegen achteruitgegaan. Hij verzoekt den ka
pitein der Chineezen te Palembang dia
langtjla's te doen verdwijnen.
Tjiong Koen Bie kondigt de verschijning
van een courant in de Maleische taal te
Honkonz aan, den naarn dragende J\murHa
Tjoeng (fa, onder redactie van Mac Ynt SOP.
De abonnementsprijs bedraagt ?15 per jaar.
In het tweede blad stelt een medewerk
ster de vraag : of aan de getrouwde vrouw
het dansfn, zooals de bayadures dat doen,
geoorloofd is? Zij erkent, dat zij zelve zich
over die vraag schaamt. Herhaaldelijk heeft
zij gezien, dat mannen op feesten, bru
oftepartijen enz. er een genoegen in vinden met
betaalde danseressen te dansen. Zouden zij,
indien er dansers van beroep waren, aau
hunne echtgenooten toestaan met die lieden
te dansen? Hoogstwaarschijnlijk niet. Daar
om moeten de mannen dat dansen met vrou
wen van verdacht allooi laten.
Anna Lim bespreekt de kwestie van het
geven van een naam aan kinderen. Meisjes
noemt men meestal naar bloemen en edel
gesteenten, jongens naar goede eigenschappen
en hoedanigheden. Waarom zijn er ouders,
die aan hunne zonsn dierennamen geven?
Dit is schandelijk. Wanneer hunne kinderen
dierenuamen dragen, beschouwen zij zich
zelve dan ook met als dieren? In den
tegenwoordigen tijd van vooruitgang moest dit
niet meer gebeuren.
Een en ander heeft nog weinig van de
hoogere reportage, het is journalistiek in
primitieven staat. Maar als symptoom van het
nieuw leven or.der de oosterlingen ook in ons
Indië, heeft het zijn belang.
M.
Het Nefl. Oiiflerf. Gtnootsciiap An Seriem
Hemei?
De heer Th. Lancée, voorzitter van het Ned.
Onderw. Genootschap en lid van het comité,
dat den J (lusten geboortedag van dr. J. P.
Heije zal herdenker, is ontevreden, dat tnen
over zijn vereeniajing onjuiste zaken publiceert
en dat men het Heijecomité, naar zijn meening
ten onrechte voorhoudt, de Heijehuldiging te
usurpeeren. Hij komt daar dus tegen op, wat
zeer lofwaardig is. In het door hem geïncrii
mineerde artikel kwam geen enkele onwel
levende uitdrukking voor. In dit weekblad,
dat zich, ook iii polemiek, steeds onder
scheidde door een stijl vi<n goeden huize
noemt de heer Lancée het door hem ge
wraakte stuk zeer ten onrechte een
-cheldpartij. En dan gebruikt de heer Ta. Lancée,
vooizitter van het Ned. Onder .v. Genootschap
zulke expressie's: hij noemt de wijzu van
schrijven van zijn tegenstander onhebbelijk,
spreekt van 1,-u'aUte.it, noemt opmerkingen
onnosz-'l, spreekt van ijrubbfliii orn gezag,
noemt inededeeinigen ijelr.gtr*, etc.
Zóó spreekt de voorzitter van hei N. O. G.
Hij beweert, dat zijn vp.k-'ereenigicg nog wel
wat anders te doen heeft, dan een neetje
grabbelen om pezaj. Als de voorzitter van
het N. O. G. zegt, dat zijn vereenig ng niet
voor gezag van de onderwijzers strijdt, dan
gelooven wij dat, maar dan is de voorzitter
van het N. O. (-f. op ten grove wijze onkun
dig van het adres, dat zijn vereeaiging voor
eenige j:iren aan de Regeèring zond, waarin
gevraagd werd, om wijziging van art. 2! der
Onderwijswet. En dan wc-nacht die voorzitter
nog wel, dat men zijn vereeniging au sérieux
neemt, terwijl hij, voorzitter, niet weet, wat
er omgaat.
Als ik inderdaad onjuist ben ingelicht,
betrefïende de oorspronkelijke plannen van
het Heyecomité. dan past net, hiervoor ver
ontschuldiging aan te bieden, aan lui?, die
zic'i door die onjuistheden gegriefd achten.
Maar ik werd ingelicht door de JV.Vttü'c
Rolierdainiiitr run 24 (/?.'. 19o>, Vv.sarin sprake
is van: om <!>? nprickt'mri ran cru <;i' -ii-nkli i i c/i
i'oor Ihiie r oor tn bn'eidm.
In de Ai-oinliioat van 21 <J;to!>tr i'.'lS,
waarin de vergadering in American voor
2S October wordt aangekondigd, staat te lezen:
Daurin Z'tl een comitéaoi'dt-n </troi*ni<l, om
de 0[irich':irilj t'Ult on 'Jfdrnkt*'' kt u r'.'O f ir ,'.,-.
reiden.
Als dus de oprichting van een gedt-n '.toeken
niet op het program ru;i ran het <j'>uiiiéstond,
had het dienen t.<» zorgt n voor ven nauw
keuriger bericht in de oladen. lief. ligt immers
voor de ban i, dat die persmededeling af
komstig is van iumaud, die luet de plannen
op de hoogte was of zijn kon
Om te vernemen, van wie het initiatief
tot deze huldiging, met voorbijgaan van
den heer van Renesse, d--u l.'r.V-ber"
van de huldigingsgedachte was uitgegaan,
heb ik mij tot den heer van Renesse zei ven
gewend. Die heeft mij gezegd, d'ttiul ir.itiaiitf
door nieiiumd undt'rt, dan door liet Xi'l, (_) .derw.
Genootschap werd gt'nomrn.
Toen door de Vereeuiging tot het Verzor
gen, opvoeden en onderwijlen van zwak
zinnige kinderen, in persoon van den heer
Van Renesse, werd gevraagd, om steun van
ket Comité(NT. O. G.}. werd, na herhaalde
briefwiss-iling, eerst ontwijkend, daarna be
slist afwijzend geantwoord.
Aan hen, die zich coor deze zaak interes
seereu, blijve nu het oordeel overgelaten:
]o. of men niet mocht verwachten, dat het
N. O. G. tot de oprichting voor een
gedenkteeken wilde komen.
2o. of men niet weinig delicaat is geweest,
door na eu naast de pogingen van den heer
Van Renesse een aniere wijze van h ;ldiging
voor te stellen.
Mijn letterkundige studiën hebben mij ge
leerd Heye's nagedachtenis te eerbiedigen;
par ricochet draag ik dien eerbied over aan
hen, die dien dichter willen huldigen, b.v.
den heer van Renasse die eertijds waardeerend
over Heye schreef, tot op zekere hoogte ook
aan het comitévan bet N.O.G. Maar ik blijf
het betreuren, dat men het versnipperen van
krachten niet heeft voorkomen, door een
drachtig sa men werken voor een zoo sympathiek
plan, als het bedoelde. Voor die verdeeld
heid zijn zij aansprakelijk, die geen samen
werking wilden.
Ten slotte nog dit: ik heb zorgvuldig
vermeden, den toon" van denheerTh.Lancée
in mijn artikeltje te doen weerklinken.
Maar om. te doen zien, dat het hoog-oude
fas ent tl ab hoste doceri nog dienst kan doen,
wil ik den heer Th. Lancée, voorzitter van
het Nederl. Onderwijzersgenootschap en lid
van het Heye-comité, als wederdienst voor
de terechtwijzingen aan mijn adres dezen raad
geven :
Hij late zijn artikelen voor de pers bestemd,
een andermaal voor inzending eens lezen door
iemand dis weet. hoe men waardig polemi
seert, want een voorzitter, die de -belangen
zijner vereenigin^ behartigt, op een wijze,
Koral? de heer Th. Lancée, voorzitter van het
Nederl Onderw. Genootschap in het nummer
van 3 Januari van dit blad doet, brengt de
reputitie zijner vereeniging in gevaar, waar
door de organisatie kans heeft, n'ct au sérieux
genomen te worden.
Arnhem, 4 Jan. '00. EK, VAN KAALTE.
G lachte Redactie.
Aan uw uitnoodiging, om bij het door u
verlangde onderschrift zoo mogelijk kortheid
te betrachtfn, voldoe ik gaarne. Ik bepaal
me tot het volgende:
1. Nadat ik in het Weekblad"'van2 Jan, j.'.
precies heb medegedeeld, hoe het Comit
voor de herdenking van den lüOaten ge
boortedag van Dr. J. P. Heye is tot stand
gekomen en wat dat Comitéwel en wa' het
niet van plan was te doen, was het de eerste
plicht van den heer Fr. van Raalte geweest,
zijn in alle opzichten onjuiste mededeelingen
royaal terug te nemen. Zijn zalvend beklag
over den vorm, waarin ik hem heb terecht
gewezen, had ik dan wel op den koop toe
willen nemen.
'J. Wanneer iemand op gronden, waarvan
hem bij innig onderzoek de besliste onjuist
heid zou zijn gebleken, een Vereeniging of
Comitéaanvalt op de wij 'e, waarop de heer
Fr. van Raalte dat in zijn eerste stuk deed,
dan vind ik die manier van doen met de
woorden onhebbelijk", brutaai" en
onnoozel" vrij juist geteekeud. Weet de heer Van
Raalte termen, die nauu.-ktur.ger een dergelijk
optreden weergeven ?
3. Aan do samenstelling van het adres,
waarin wijz ging van artikel 2! van de
onderwijewet werd. gevraagd, nam ikzelf ieel. Het
N. O. G. strijdt niet voor een verdeeling van
Let gezsg' maar wel voor een betere regeling
van de verdeeling der plichten inde school, i
Niettemin, (ie woorden, die mij hierboven j
worden toegedicht, heb ik nooit gezegd of ]
geschreven. Hebben die misschien ook in !
de A'/fi'ï/;.-' Rotterdammer ei :u de Aïonu'poal \
gestaan ?
4. De lieer van Raalte heef: mij met zijn
onjuiste m?dedeelingen niet gf grk-fd; voor
zoover ik weet ook geen der andere leden van
het Comité. K ij heeft OLS alleen vermaakt.
5. Voor de onjuiste ;crichtfn, die in de
door den heer Fr. van R. genoemde en moge
lijk nog in andere bladen hebben ge-laan,
is noch Let N. O. G. ncch het Comitéver
antwoordelijk.
Van \\ien die berichten afkomstig waren,
is mij niet bekend.
0. DU heer Vun Iitnci>-e i« r.i>i voorbij
gegaan. Met aandrang SB hij uitgenosidigd
tot bijwoning van de vergadering, wsarin |
het meergenoemd'.' Comitétot -tand kwam. l
Z°if heb ik met den heer Van liyiiessn
gecorrespOEcleerd; van eung ontwijkend aut- j
woord is mij ni«ts bekend. !
7. De eer van Let initiatief tot d"?ze
Heyehuldiaing komt tce aan den Secretaris van
het Comiti'. tot miin leedwezen '?-een lid van
Let N. O. G.
8. Vf.or de belangstelling van den heer
Fr. v. II. in hei welziji, van het Nederlandsch
Onderwijzers Genootschap ben ik hem dank
baar.
9. Den vriexdelijkc-n rp.ad van den heer
Van Kv.He i\an het slot van yijn artikel aan
vaard ik gaiiine. Om te toonen. dat ik zonder
sueun*' ben, e<-n voorstel: Bij een volgend
artikel zorf:t i ij voor Jen (D'JII c-n i ie voor
du waarheid. Mt dunkt, we leveren dan Famen
wat firEaglijky.
JO. IV' discussie is miJEerzijd- gesloten.
>id jsnyg'.iüg. 17 Januari jiiu'.i
i-;e-'.: C. ij. KKOI:KKA.M!'. Damrak o!» Aiiibt.
Verzoet:» ai e iiiededetiingen. <leie rubriek i
jtlrt-llcjuif, te richten aan bovenstaand adïe-3.
Probh-cia No. i 2'.i van den auteur S, Abram. j
miiKrdaiH.
/v -s Art il^ M l i ven \
\Vit (13 schijven).
Oplossingen moeten binnen !4 dagen
wordeii opgezonden aaa bovenstaand adres.
Oplossing van probleem No. 123, van den
auteur: w 4SI-44, 2s 11, 11-lü, lü:2-l, 35:24!
Een niet moeielijk- maar zeer correct
prob'eem. Men ziet a's 't ware een eindstelling
uit een gespeelde partij, en dit juist is het
kenmerk van goed afgewerkt materiaal.
Oplossing van blad-probleem Abram:
w 94, 27-'il, 4-36, 36:45!
Het vast zetten van de twee zwarte dammen
is prachtig!
NATIONALE SIMULTAAN-WEDSTRIJD.
PER CORRESPONDENTIE.
A. z 7-12, w 49-43,
B. 7. 5-10, fout, zie 2i?n zet 5-10. */
C. z 19-23, w 72.
D. z opgegeven.
E. z 13-18, w 45-40.
F. z 2-7, w 44 40.
G. z 10-14, w 50 45.
H. z 1-ü, w 44 40
Zwart moet spelen.
??') Stand van B na dea 27en zet van v.'it.
Z. 1,3,0,8, 10, 12 i.3, 19/20.
W. 20, 28, 31;3ti, 88, 42,45,48.
UIT DE DAMWERELD.
Te Edam is in CaféOost-Indiëeen wed
strijd gehouden in twee klassen, waarvan de
uitslag is als volgt: Ie klas 12 deelnemers; de
heeren N. Bouwes, lepr. en J. Bouwes, 2e pr.
2e klas 8 deelnemers; de heereri S. Kikke,
Ie pr. en J. Reus, 2e pr. Er werd gespeeld
volgens systeem snel-wedstrijd" (zie de
Damspeler"). Wij brengen hulde aan de win
ners en vooral aan de heeren Bouwes. Op
merkelijk dat deze gebroeders beide prijzen
behaalden, terwijl de vader, de heer K,
Bouwes, nog een der ijverigste amateurs
is. Wel een familie dus, die het damspel
helpt opvoeren tot het spel der spelen.
Zaterdagavond 1.1. gaven wij op uitnoodiging
een simultaan-séance met consultatie te den
Burg op Texel met 17 borden. Wij verloren
4 partijen en maakten 2 remises. Met groote
belangstelling werd deze séance gevolgd. Na
afloop speelden wij nog Smaal met 3 borden
tegelijk, waarvan l remise; de overigen
mochten wij winnen. Deze séance was een
flinke propaganda voor de daar gevestigde
dam- en schaakclub.
Men bericht ons uit Marseille 9 Jan. 1.1.:
Er zijn twee partijen gespeeld tusschen Weiss
en Raphaèl; Weiss heeft ze beiden gewonnen.
Fabre heeft in 't geheel zeven partijen met
Weiss gespeeld. Resultaat: 4 p. gew. door
Weies, 2 rem. en l gew. door Fabre. In de
match van drie partijen maakte Fabre 2 rem.
en verloor l parlij. In een dergelijke match
heeft Dussaut 2 part. verl. en L rem. Raphaèl
oveneens. Fabre heeft dus beier gespeeld,
dan deze twte meesters. In de zeven partijen
Leef; deze *leiue Marsailiiaan een beter
resultaat gehad, dan Leclercq in loOIJ. Wat
die ontmoeting betreft, Weiss was toen 22
jaar eu beoefende slechts sedert vier jaren
het daaspel. Hij speelde toen tegen Leclercq
een match van zeven partijen, waarvan hij
er 4 won, en Lecleicq zich kon troosten met
3 remisep. Hierbij kunnen wij nog aanstippen,
dat Fabre niet ouder is dan 1814 jaar;
dat Lij zijn eerste partij speelde met den
meester Reard, en dat hij sinds dien slechts
twee dagen per maand aan het damspel wijdt.
Revertégat heeft den eenigeu met Weis-i
geepeeldsn partij verloren. Garoute is slechts
als toeschouwer opgekomen. Hij heeft geen
tijd gehad orn ie spelen, hetgeen hem wel
speet. Men weet dat Garoute vijf jaren gele
den gelijk speelde met Weiss in iti partijen,
met /a schijf voorgift. Carle heeft tweemaal
tegen Weiss veiiorer; l partij in simultaan
en l partij inan tegen man. Voorts speelde
Weiss nog velu partijen met verschillende
bekwame dammers welke allen door hem
verslagen werden.
Slechts deze opmerking onzerzijds: In
aanmtrkiiu' nemen ie de enkele dagen die Weiss
te Maueilie heeft vertoefd, en daarbij het
aantal partijen door Weiss gespeeld, optel
lende, zullen velen met ons verbaasd staan
over het sneue spel in Frankrijk gevolgd.
Toch vindt Weiss en ve!e andere Franse ie
ruetü-ti-rs nog tijd om onder het spi-1 de diepste
combinatie te constraeeren er. uitte voeren,
Hieruit meeneu wij te mogen besluiten, dat
Let te langzaam spelen hetgeen ook wij beslist
afüt-uren, volstrekt niet het betere spel waar
borgt. Trouwens, de wedstrijd in den Haag
heoft ;;u!ks weder duidelijk bevc.um, daar,
volgens ten ooggetuige, naast aeer sterk spel,
ook Je grootrste blunders zijn gemaakt. Wij
achten het dan ook betrist verkeerd, om. zich
te icel te guNvennen san dat ,/iet aan i-ei"
turen op het bord. Niets is beter om het spel
grondig te leeren, dan goed alles doorrekenen,
en daarna geresolveerd spelen. Laten wij ons
niet wijsmaken, dat te langhaam spelen
geletrJ staat en de partij meer serieus doet
chijiii.'D. Niets is minier waar dan deze
voorspk-giMug. Wtl achten wij het goed alles
nauwkeuiig uit te weiken, en het kaïi zelfs
gt-1 jouren dal er momenten zijn, waarin ailes
van den jui.-jten zet ai'(langt, en dat iceüdus
hirgeii lijd noodig hoeft om dezen te vinden,
muur zij, die hierna weder opnieuw en
gHrotc-id ;,itteii te mijmeren en te OFerwtt;eD,
geven duidelijk blijk, hun eigen berekeningen.
te wantrouwen. Eeu timmerman zou seagen:
Meet de plauk on zaagt hem door. Is hij te
ko.'t afgezaagd, welnu, het berust op vergis
sing. Maar Lij die driemaal ment en daarna
toch te kort jaaat. toont zijn vak niet Ie
keni''ii, of tracht eeii dui.dicïte woiileL. /. , '
. ' ^ b.j het dam nt n.
VOORGK'C'JML.V SL U.ZET
Zwart (13 schijven).
'^'?y
Wit (13 schijren).
In een partij tuscchen MM. Weiss en
Dussaut maakte Weiss de volgende brillante
slagzet:
W. 34-30. 37-32, 20-23. 27:7 . 41:3!]
Z. 35:24,20:37,18:58,38:27,