De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1909 17 januari pagina 5

17 januari 1909 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

Na 1647 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. DAMEjg. FrauMetteFürtii uit Frankfort, die zich naam heeft gemaakt door tal van geschriften op sociologisch ge bied, vooral wat betreft wetgeving, kinder opvoeding, moederschap en vrouwenarbeid in den ruimsten zin, is in Duitschland eene bekende en geliefde spreekster. Op uitnoodiging van de Vereeniging voor Vrouwen kiesrecht zal Frau Fürth in de tweede helft der maand Januari ook in enkele plaatsen van ons land eene voordracht houden en wel over: Der Kulturhiitorische Grund der modernen polilüchen Frauenbewegung JOHANNA W. A. NABER. iiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiitiiiHiii llllllllllimilllllllMIIMHIIIIIItlll flienwe betröttin^n YODF ftan? CD. Archivaresien; Bibliothekaressen; Registratie en Domeinen; Ontwerpsters van historische kostuums. Vrouwenarbeid voor manneuwerk houden sluit eene niet te miskennen ear in zich. Maar tot hoe lang?... Zal de tijd komen, dat mannenwerk gehouden voor vrouwenarbeid eene onderscheiding zal blijken? De vrouw in Nederland schrijdt immer en immer verder. De vrouw als architect, de vrouw als ingenieur, vernufteling" in de taal van P. C. Hooft zij de ingenieuse, duikt op aan de kim. Ik heb het voorrecht gehad: Vrouwen arbeid" voor Mannenwerk" aan te zien. Dit was het geval met juffrouw R. Visscher's Getchiedenis van Leeuwarden van 1846 1906. Dit boek lezende en herlezende, kwam op geen enkele van dit aan documenten zoo ry'ke werk de gedachte bij mij op, dat eene vrouw de schrijfster kon zyn, te meer, daar bij verge lijking van Eekhoff 's Geschiedenis van ieeuwof%en tot 1846 de vergelijking allerminst een zwakheid toonde. In de gunstige aankondiging, die ik van het werk kon en mocht geven, sprak ik dus over juffrouw R. Visscher als over een heer, een man. Op den dag van het verschijnen rees twijfel bij mij op. Nog denzelfden avond wist ik zeker, dat ik eene vrouw voor een man had ge houden, toen de heer Bernard Houthakker, de vurige en jeugdige boekenkenner, (werkzaam aan het antiquariaat van E. W. P. de Vries), strijder voor het recht der vrouw, my op de vergissing wees. Werkelijk bleek de heer Houthakker, zooals steeds de antiquaren, gelijk te hebben; hij toonde mg als bewijs een catalogus in 1898 verschenen bij Martinus Nyhoffte 's Gravenhage, getiteld: La femme. Qualit 's-TravauxHistoire, waarin de firma vermeldt: Le présent IIMIMIIIIIHI1MIMIIIIMH1IIIIMII UIT B E_N_A T U U 14. Nog eens aardbevingen. Dit opstel was al geschreven, op verzoek van de redactie, vóór ik het vorige nummer in handen kreeg, waarin zooveel wetenswaardigs over de ontzettende ramp in Z.Italiëte lezen staat; ik was al van plan het lot later te bewaren en door een ander met een meer liefelijk onderwerp van eigen waarneming te vervangen, toen mijn oog nog eens viel op de plaat van de vorige week. Die bevalt mij, wat de gedachte be treft, maar matig. Daar is waarlijk de we tenschap al bij voorbaat voor onmachtig verklaard, ooit iets te kunnen doen tegen de rampen, die door aardbevingen worden ver oorzaakt. Staat het werkelijk zoo slecht met de kansen op een dienst, dien de wetenschap in de toekomst ook in dit geval aan de menschheid zal kunnen bewijzen? Dat geloof ik niet; er zijn teekenen die er op wijzen dat de vergeijkende aardbevingskunde, een van de allerDe eenvoudige seismograaf (volgens het beginsel van de hangende lamp en het uithangbord) die te Catania op Sicilië, in den kelder van het observatorium is opgesteld. De laatste aard beving is er mee geregistreerd; het toestel is zoo goed als niet beschadigd gevonden, ondanks de nabijheid van het centrum der beving. catalogue publiéd roccasion de VExposition nationale de travail feminin a la Eaye, a li dretti par Jflle R. Vitscher, qui travaille depuis quelque ttmpi dam notre librairie. Aan juf frouw R. Visscher bood ik mijne veront schuldiging aan. Vriendelijk en vergoeielijkend antwoordde zy" mij: Stellig zou ik u niet op deze dwaling opmerkzaam gemaakt heb ben, want wat doet het er eigentlijk toe, of een boek door een man of door een vrouw geschreven is." De vergissing bleef niet vruchteloos. Naspeurend, of er niet meer joffers aan een archief werkzaam waren, kwam ik tot de ontdekking dat ook Rotterdam eene archivaresae had, juffrouw Moquette, en dat aan Haagsche archieven vrjjwilgsters werkzaam waren. Jnflfronw Johanna Naber met hare kloeke historische studies, juflfr. dr. Alida Nyland: Gedichten uit het Haagsche Liederhandschrift, uitgegeven en toegelicht uit de middelhoog duitsche lyriek; juflfr. dr. Johanna de Jongh: Het Hollandsch Landschap, in ontstaan en wor ding; juflfr. M. J. Hamaker met haar hoogst belangwekkend werk over Jacob Geel (1789 1862) naar zijne brieven geschetst; juffr. dr. Christine Ligtenberg met haar voortreffelijk proefschrift: De Armverzorging te Leiden tot het einde der 16e eevw; jufifr. dr. Florence Boudet: De Keuken in de middeleeuwen ; juflfr. dr. J. Snellen: Liederen van Hadeviych, naar de drie bekende handschriften kritisch uitgegeven met inleiding en woordenlijst; juflfr. dr. C. C. v. d. Graft: Middelnederlandsehe Historieliederen, toegelicht en verklaard; juflfr. dr. Suzanne Hof ker : De taal van Melit Stoke, welke laatste promoveerde in 1908 cum laude op denzelf den dag als haar broeder Corn. Fred. Hof ker, tot Dr. in de letteren op het proefschrift: De Fóstbrodraeaga, en nog meerderen had den wel bewezen, en schitterend, dat zij, wat betreft historie-studie, met of zonder literairen of linguistischen kant, en archiefonderzoek, niet voor mannen op dat gebied hadden te wijken, maar geen hunner was het archief schap lot levenstaak geworden. Dit biedt mij thans de gelegenheid om iets over de beide eerste arehivaressen in Neder land in het midden te brengen. Bovendien ben ik in de gelegenheid op nog twee nieuwe betrekkingen voor de vrouw te wijzen, n.l. op die in Registratie en Domeinen, sedert enkele weken vervuld door een joflfer te Haarlem, Jeannette E. Brauns, en op die V&u.fOntwerpster van historische kostuums, waarin juflrouw Nelly Bronger uit Rotterdam haar sporen heeft verdiend, hoe kort ook werkzaam. *** JUFFROUW R. VISSCHER, AKCHIVARESSE TE LEEUWARDEN. Juffrouw R. Visscher heeft, nadat zij met een diploma in haar tasch de Hoogere Burgerschool had afgeloopen, eerst examen gedaan voor lager onderwijs en daarna de lagere Fransche-, Duitsche en Engelsche taalacten gehaald. 't Liefst had zij toen reeds Geschiedenis als studiewerk gekozen, doch verschillende rede nen, o. a. de lust om een tijd lang in het buitenland door te brengen, deden haar besluiten om ziqh op het examen MiddelbaarFranech voor te bereiden. Daartoe studeerde zij twee jaar aan de Universiteit te Genève en een half jaar aan die te Parijs, en deed voor en na, Middelbaar-Fransch A. en B. Deze studie, die wat het literaire betreft, de geschiedenis van Frankrijk omvat, ver sterkte niet slechts haar lust tot historischen arbeid, maar bracht haar toevallig ook in aanraking met een bekend bibliophile uit Genève, den predikant Henri Maystre, die haar oog en hart voor de boekenwereld opende. In die wereld vond zij haar schat bij de firma Nijhoff te 's Gravenhage, waar zy twee jaar werkzaam was en heel wat mooie en belangwekkende nieuwe uitgaven, maar bovenal schatten van oude boeken onder de oogen kreeg. Toegerust met groote en veelzijdige literaire en historische kennis en met begrip van het jongste wetenschappen, met de oplossing van de raadselen der diepte, ook middelen aan de hand zal doen, om rampen als de laatste in het vervolg te voorkomen of althans minder schrikkelijk te doen zijn. Niet dat er ooit eenige kans is om de aardschuddingen zelf te breidelen, maar de wetenschap heeft immers tegen den bliksem en tegen de ziekte-bacterieën aan den inensch wapens in de hand gegeven, zonder die bliksemen ziektekiemen zelf te doen verdwijnen. Het zou jammer zijn, en belemmerend werken, als de menschen, die er buiten staan, den indruk kregen, dat al die vernuftig bedachte en kostbare instru menten nooit een ander nut zullen hebben, dan maar altijd door te registreereu, en de geleerden gelegenheid te geven met elkaar te redetwisten over de beteekenis van die door de aardbeving automatisch geteekende figuren. Neen, wat het microscoop is geweest en nog is in den strijd tegen infectieziekten, dat zal de Beismograaf worden tegen de rampen, door aardbevingen veroorzaakt. Met dat t lestel kijkt de seismoloog in de ontoegankelijke diepten der aarde, en het beeld van zijn geestesoogen verheldert, vervolledigt en ver klaart hij met behulp van de uitkomsten van bijna alle exacte wetenschappen, met mathematica en cosmografie en vooral met een andere jonge wetenschap, de geologie, die in de laatste jaren ontzaglijke vorderin gen heeft gemaakt. Geduldig en ongestoord gaat generatie op generatie van mannen der wetenschap hun stillen gang; naar onmiddellijke en voor het leekenpubliek tastbare practieche uitkomsten vragen zij niet, zoeken zij niet; zij bedenken instrumenten, peilen en meten en berekenen en vergelijken, zy laten de natuur zelf spre ken met cijfers en lijnen, tot de tijd der con clusies komt; dan stelt een der bekwaamste zijn rijpe hypothesen op, of wijzigt bestaande; wel wetend, dat de ingenieuse mannen van de practijk gereed staan, om ze te toetsen op uitvoerbaarheid, om dan zoo spoedig mogelijk toe te passen wat de vorschende geleerde aan het licht heeft gebracht. Het naastbijliggende doel is, meer helder heid te brengen over de dingen, die er ge beuren in die duistere diepten onder de vaste aardkorst; want zoo iets, dan staat dit al wel vast, dat de oorzaak der bevingen en trillin gen en schuddingen gelegen is in de diepte, loodrecht of by'na loodrecht onder de plek waar het middenpunt, het epicentrum van de oppervlakte-beving zich bevindt. Ook is het zoo goed als zeker, dat er daar verschuivin gen, verplaatsingen, instortingen van ont antiquariaat, werd zij ia 1900 benoejad tot archivaresse van Leeuwarden, eene betrekking die zij den loden Juni van dat jaar aan vaardde. Juffrouw R. Visscher gaf in 1901, reeds een jaar na haar aanstelling, in het licht: Supplement op den Catalogus van de stedelijke Bibliotheek te Leeuwarden, bevattende de aan winsten van de laatste 25 jaar. Later schreef ze eenige kleine historische opstellen, van welke bijzonder genoemd mag worden: Het Dagboek van een Bilitschin Boer in het begin der 17de eeuw. Dit verscheen in 1902 in De Tijdspiegel, waaruit De Bildtsche Courant het, met toestemming der schrijfster, in een reeks nummers overnam. Haar jongste werk is: Leeuwarden van 1846?1906. * * » JUFFROUW H. C. Z. F. MOQUETTE, ARCHIVARESSE TE ROTTERDAM. Juffrouw H. C. Z. F. Moquette heeft bij toeval den weg gevonden tot het archief. Toen züaan de Akademie te Groningen in de letteren studeerde, dacht zy zich geen andere toekomst dan leerare s aan eene of andere Hoogere Burgerechool-voor-meipjes, een vooruitzicht, dat haar allerminst aanlacht e. In de dagen dat zij haar Akademisch proef schrift schreef ter verkrijging van Dokteres in de Letteren, leerde zy Mr. Bezemer, den adjunct-archivaris van het gemeente-arohief te Rotterdam kennen, die altijd vol ambitie over zijn werk sprak. Juffrouw Miedema, eene vriendin van haar, was in dien tijd ook vol illusie volontair ge worden aan het Rijksarchief in Utrecht. De geestdrift waarmede deze j offer o ver archiefarbeid sprak, bleef niet zonder invloed. Toch besliste eeu toeval. De plotselinge dood van Mr. Bezemer, kort voor juffr. Moquette's promotie, deed haar besluiten zich aan te melden voor de opengekomen ? plaats. Maar . .. voor archief en journalistiek meenen de gestelde machten zoo vaak en soms wél ten onrechte dat meesters in de rechten de aangewezen per sonen zijn.... Men zei haar: juffrouw, weet wat u doet, we moeten weer een meester in de rechten hebben, het gaat niet, maar wil u volontair worden, wie weet wat ge beurt, we hebben binnen korten tijd uit breiding van personeel te wachten, en dan heeft u wel kans op eene aanstelling." Waarschijnlijk ware zij geen volontair ge, worden, indien zij spoedig eene aanstelling ' had gekregen als leerares in de Nederlandsche taal en letteren of in de Geschiedenis. Toen zij nu een jaar gewacht had en de aan stelling uitbleef en men haar te Rotterdam op nieuw kwam voorstellen volontair te worden, heeft zy na de toepassing: bezint eer gy begint", de plaats als volontair aan het archief te Rotterdam aangenomen. Tot het besluit leidde niet weinig hare negatieve liefde voor het geven van onderwijs en hare positieve liefde voor het archiefwezeu. Van haar besluit heeft zij geen dag; berouw gehad. Integendeel. Hare liefde voor al wat het archief betreft, neemt steeds toe. Ruim anderhalf jaar was juffrouw Moquette werkzaam en in de gelegenheid da praktische bekwaamheid op te doen, noodig voor een archief-ambtenares, toen zij met l Januari 1900 tijdelijk werd aangesteld totadjunct-archivaresse, welke aanstelling l Januari l'JOöver anderd is in eene vaste, nadat dj na den dood van den archivaris ruim vier maanden het archivarisschap had waargenomen. Juffrouw Moquette heeft aan het archief te Rotterdam niet eene afzonderlijke afdeeling. Haar werk bestaat voornamelijk in inven tariseeren, voor zoover haar tijd niet in be slag wordt genomen voor het doen van weten schappelijke nasporingen,vooral op historisch gebied. Hare werkzaamheid aan het arcnief te Rotterdam is eene vruchtdragende. Van haar heeft reeds eenig werk het Jicht gezien : o. a. het vorig jaar een: Inventaris van het archief zaglijke vaste gestolde steenbrokken en nissen, soms ook uitstorting in overgieting van vloei bare gloeiende massa's in die nissen en grotten plaats grijpen. Waar dat gebeurt te begrijpen, de diepte van het hypocentrum van een aardbeving bij benadering te be palen, en tevens, zoo nauwkeurig mogelijk, Let epicentrum, ook van zwakke stooten en van zeebevingen leeren kennen, is etn der opgaven van de seismologie. Door jaren lange vergelijking der notities, en door geo logische studie, kon nu al een vrij scherp geteekende kaart ontworpen worden van de hoofdhaarden der bevingen op onze aarde. Wel trilt de heele aardkorst; zooals de ge voelige instrumenten aantoonen en is er ner gens volmaakte rust; maar de plaatsen, waar de heftigste bevinden verwacht kunnen wor den, waar steeds gevaar bestaat, zijn al zoo goed als vastgesteld; dat is tenminste iets practiech dat al bereikt is, evengoed als het bekend worden van de broedplaatsen van pest en cholera een practiscii resultaat was. Ook dit is met groote waarschijnlijkheid uit de feiten gebleken: vulkanieche uitbarstingen eu aardbevingen, die vroeger als n beschou wd en steeds in noodzakelijk verband gedacht werden, dat zijn twee afzonderlijke hoewel niet geheel onafhankelijke verschijnselen. Wel kunnen beide dezelfde oorzaak hebben, ook wel wat de tijd en de plaats betref; samen gaan; maar ze kunnen evengoed elk op zich zelf en niet tegelijk het landschap teisteren. Vulkanen en aardbevings-centra vallen als regel wel plaatselijk samen, maar hun wer kingen behoeven niet in oorzakelijk verband te staan. Bij de jongste ramp trouwens ble ven Etna, Stromboli, Volcano, Vesuviuskalm toezien, ze vertoonden geen noemenswaardige verhoogde eerder een verminderde werking. Wat evenwel nog niets voorspelt voor een volgende gelegenheid. Ook de aardbeving van San Fracisco had niets met een vulkaan, de vulkanische uit barsting van Mont-Peléniets met een aard beving te maken. En juist die aardbevingen, welke zonder vulkanische werkingen verlie pen, waren de veelvuldigste, da hevigste en, waar zij dicht bewoonde streken troffen, de noodlottigste. Bodemtrillingen door ontplof fingen in een vulkaan veroorzaakt, worden dan ook wetenschappelijk niet onder de aardbevingen gerekend, of als vulkanische bevingen afzonderlijk vermeld en bestudeerd. Waar de hoofdhaarden op aarde liggen en waardoor ze zich oppervlakkig kenmerken, is den lezers de vorige week al door bevoegde hand medegedeeld; dat kan ik schrappen. Alleen moet ik nog even zeggen, dat in van de Weeskamer te Rotterdam. Bovendien is in: Rotterdam in den loop der eeuwen, het ar tikel over het Armwezen van haar hand. Eigen aardig, dat ook weer een juffrouw geschreven heeft over hetzelfde onderwerp in betrek king tot Leiden. Een artikel van Servaas van Ro.oyen, den oud-archivatis van 's-Gravenhage, Archiefarbeid voor onze Meisjes", geplaatst in De Hollandsche Lelie van l Maart 1905, lokte juffrouw Moquette aan tot bestrydinp. Het laat zich aanzien, dat van juffrouw Moquette, met het vuur dat voor archief studie in haar brandende is, nog menig belangwekkend resultaat van hare onderzoe kingen ten archieve door haar zullen worden uitgegeven. Voor wat wij van hare historisch-literaire onderzoekingen nog te hopen hebben, staat haar proefschrift, waarop zy aan de Akademie te Groningen bevorderd is tot Doctor(es) in de Letteren, borg: De Roman» van Wolf en Deken, bischouwd in verband met de romantische scheppingen van Richardion. Behalve juffrouw Visscher zij de eerste archivaresse in Nederland, schrijft zich archivaris" en juffrouw Moquette zijn nog enkele dames aaa archieven ver bonden, n.l. juffrouw de Clercq als amanuensis aan het Rijksarchief te Utrecht, en juffrouw Bruining als volontair aan het Rijke archief te Groningen. Bovendien verrichten te 's-Gravenhage, zoowel aan het Rijks- als aan het Gemeente archief, vele juffrouwen schrijfwerk, als Staetsjoffers" der Vereeniging: Die Haghe". (Slot volgt.) J. H. Mode allegaartje. Italië. Koningin Elena van De hedendaagsche mode-pop is een ver makelijk allegaartje. Wanneer men haar van hoofd tot voeten bekijkt dan is de mondaine, die zich houdt aan de voorschriften der Parijsche mode, zulk een complex van klee derdrachten overgenomen van verschillende natiën en dateerend uit alle tijden, dat men van haar kan vragen: vWasist denn aus dem ganzen Wicht originell zu nennen?" Het Parij scha mode-popj e is een geografische kaart, n een chronoloigsche puszle. Madame Mode kneedt landen en tijden in haar dartel, blank vuistje met den triomfantelijken zwier van zeifbewufte kracht. Het kopje harer volgelingen, dekt zij tegen winterkou met een Pdreisch mutsje dat rust op 't Grieksche kapsel. Het nauwsluitend, Tanagra kleed mouleert zich om 't ranke van dessous" ontdane lijf. Haar robe wordt Empire-kleed robe princesse, of robe Directoire genoemd. In de dagen der derde Fransche Republiek, overmoedig en tartend heugenis wekkend aan tijden van directoire en keizerrijk ijlt Madame Mode terug naar 't tijdperk der Mérovingers. De nimmer rustende, steeds waaksche mode bekykt oude prenten, snuffelt in archieven, ontcijfert oude kronieken, en komt tot de ontdekking, dat de vi ouwen tijdens het stich ten der eerste Frsnsche konings dynastie een riticule droegen, die zeer goed bij de moderne kleeding de zakloozel paat. De prachtigste modellen van aumonières'', zijn op 't oogenblik de clou der Parijsche nieuwigheden. Zakken van oud-blauw peluche, zwart fluweel, leer, geborduurd laken in alle tinten, versierd met franje, edelgesteente, goud, zilver, metalen ringen en kettingen, paülettes, kralen, worden in verschillende sommige deelen van Japan gemiddeld om de vier dagen een aardbeving, ook xonder in strumenten merkbaar, gevoeld wordt; het materiaal voor studie is daar dus steeds voorhanden en de knappe natuurkundigen daar hadden, en hebben nog, een groot aan deel in de vorderingen van de wetenschap. Ook al wat de practische toepassing betreft, is Japan vooruit; dat blijkt uit de constructie der woningen, waarbij gespleten bamboe, geperst papier en veerende stalen stangen als voornaamste materiaal worden gebruikt, alles brandvrij of althans vlamvrij gemaakt. Natuurlijk zijn de woningen er, als op Java, van n verdieping, licht en dicht. Als die bouworde, die aanpassing aan de natuur, om klimaat of anderszins niet doenlijk is, zou het een afdo?nd middel tegen aardbevinga-rampen zijn, de beruchte en de sterk verdachte plaatsen op aarde voortaan als onbewoonbaar te beschouwen. Maar het zijn veelal juist de mooiste, de vruchtbaarste streken. Denk eens aan San Francisco en Messinal Bovendien verlokkelijk door hun ligging op hooge rotsige kusten, vlak aan een zeer diepe zee, met natuurlijke diepe en veilige havens l Dan maar voorloopig, tot de wetenschap beteren raad kan geven, bij de Japanners in de leer en hun preventieve bouworde met de noodige plaatselijke wijzigingen aanvaard. Ook het eerste instrument, dat als het 'f! Een horizontale slinger als seismograaf (van Rebiur-Paschwitz) werkend volgens het beginsel van de deur, die in de hengsels draait. Door een spiegel aan liet gewicht P wordt op een automatiscli werkend pliotograpldetofstel een lichtstraal ijeworpen, die door zijn bewegingen de aardbevingen fotografeert. modellen vervaardigd, en gedragen aan 't mid del bevestigd, links afhangend. L'aumönière que l'on porte a la ceinture, qui bringueballe Ie long des jambee." Het Parijsche mode-dametje weet niet veel meer van de Merovingers dan haar opge tuigde Toto". Op tentoonstellingen en tijdens Barnumvoorstellinijen zag zij Indianen uit NoordAmerika, Roodhuiden. De fraaie aumómères herinnerden haar door materiaal en bewer king aan de ceintuurs der Sioux". D 3 prachtige aumóaière dateerend van de vroegste tijden, die zich eeuwen lang hand haafde, wa ir mede alle Gretchens" ten tooneele verschijnen is Sioux" gedoopt door de Parisienne, en zal dus als Sioux" een kort of lang leven leiden. *** Geheel van toepassing op koningin Elena van Italië,de moedige, de opofferende vorstin, die deed wat haar hand vond om te doen en daarmee wakker doorgaat om verzachting te brengen in 't leed der zwaar beproefde Sicilianen, zijn de volgende dichtregels van Ebner-Eschenbach: O sag' nicht: fremdes Leid. Ein Leid ist freund dir niel Die Thran' im Bruderaug', du eelbst vergiessest sie. Es schlagt ein einzig Hevz in diesen grossen All In diener eignen Brust ertönt sein Widerhall. Der Atid're bist du selbst; und ist ihm weh geschehn, Und sinkt verletzt er hin du bleibst nicht aufrecht (stehn." Italiê's souvereine, koningin Elena moest eerst als gevoelige, en hevig ontstelde vrouw bij den eersten aanblik van 't verwoeste Messina, het hoofd afivenden en haar droef heid uitsnikken. Daarna was zy moedig, zoo als vrouwen dat zijn kunnen. De Italiaansche minister van justitie, Orlando, een Siciliaan, schrijft over de koningin: Onbekend, en met den uitdrukkelijkeh wensch haar niet bekend te maken, is zy door talloos veel menschen voor een gewone zieken verpleegster gehouden. Persoonlijk verbond de koningin meer dan 200 verwon denen zorgde voor hen. Een aantal verwonden smeekte om kleeren. Men had materiaal en een werkplaats noodig. Persoonlijk richtte de koningin naast het ziekenhuis een werkplaats in, en liet daarin werken door menschen die slechts lichtelyk gekneusd waren. Toen zy' vernam, dat een lading goederen bestemd voor een koopman van Messina aan 't station stond, liet zij die onmiddellijk naar de geïm proviseerde werkplaats vervoeren. Zij zelf knipte kleertjes voor kinderen, en was voor de haar omringende vrouwen een voorbeeld van goede en vlotte werkkracht. Veel kin deren werden met moederlijke zorg door haar aangekleed. Een zwaar verwonde vrouw moest geopereerd worden. Vlug handelen was nood zaak. Niemand was op dat oogenblik bij den chirurg dan de koningin. Vol erbarmen ondersteude de koningin de beenen der ongelukkige vrouw op haar schouders, [en bleef rustig zoo staan tijdens de operatie. Toen, na volbrachten arbeid, de patiënte begon te schreien, riep de.konmgin: Om 's hemels wil, verroer je niet, " bleef toen nog een half uur bij de verbonden vrouw in de aangeduide positie staan, totdat verpleegsters kwamen om 't werk van haar over te nemen. Reeds was koningin Elena, even als haar geleerde, schuchtere echtgenoot Victor Emanuel bekend door haar eenvoud en philantropische gezindheid. De beproevingen op Siciliëhebbende populariteit der souvereinen niet weinig doen stijgen, CAPRICE. njiiiiiiiiiiiiiijjiiiiijHUjmiii embryo der tegenwoordige ingewikkelde seismojfrafen kan beschouwd worden, is waar schijnlijk van Japanschen oorsprong. Van zoo'n seismograaf heeft u de vorige week al een uitvoerige beschrijving gehad; het ia nu een toestel geworden, waaruit een leek op het eerste gezicht, vanwege de massa wieltjes en schroeven en stangen, evenmin wijs kan worden, als uit een moderne snelpers, een volledig opgetuigd microscoop of een SE elvuurkanon. Toch is de hoofdzaak er van gemakkelijk te begrijpen. Bij zwakke aardbevingen, dat weet ieder, is steeds het eerste wat opge merkt wordt: het bewegen van hangende dingen, als spiegels, schilderijen, lampen, uit hangborden, en van deuren die. zich openen of, als ze open stonden, draaien in de heng sels. Dit kan wel op de gedachte van een automatisch opteekenend instrument gebracht hebben. Niet zij immers bewogen; die dingen hingen bijna stil: maar de muur, de vloer, de wand, of de zoldering bewoog door de golving der aarde1. Indien uu onderaan zoo'n loodrecht hangende lamp of aan het eind van een waterpasse stang van een uithangbord, die in zijn scharnieren draait, een touwtje, een haar of perseel met inkt bevestigd is, zal dat op den vloer of op een muur tegen over de stang een streep trekken, zoodra de vloer of de muur beweegt; want de lampen de draaistanfr volgen maar weinig, en lang niet zoo snel, de bewegingen van den muur, of de vloer. Zoo ontstaat er een kriebel-krabbel die de schommeling van de aarde registreert. Ook in de kajuit van een schommelende zeeboot zou de uitvinding ontstaan kunnen zijn. Volgens dit beginsel zijn de nieuwst e en beste seismografen gebouwd; maar er zijn middelen bedacht, om ook de geringe bewe ging van die horhontale en verticale slingers zelf tegen te zaan, en er worden electrische magnetische en photografische toeftellen en spiegel* bij Aangebracht voor nauwkeuriger en duidelijker aanteekening van de aard beweging. Ook toestellen, die registreeren door balletjes welke over een plaat rollen, zijn beproefd en aanbevolen. Een seismogram met verklaring heeft u de vorige keer gezien, hierbij een geheel toestel, zooals het wordt of werd bevestigd. De volgende keer nog iets over hetgeen seismogrammen vertellen van het inwendige der aarde en over de beweerde voorspellingen en voorteekenen door raven, muizen, men schen en ander gedierte. E. HEIMANS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl