Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Na 1648
mogelijk uiterlijk te geven. Hiervan leve
ren de weinige woorden door Heemskerk
bjj de mededeeling omtrent de zwanger
schap Harer Majesteit gesproken, nog een
tweede bewijs.
Niet alleen dat in het woord Kamer"
ook de republikeinen als monarchalen
werden voorgesteld maar de geheele
Kamer krijgt evenzoo een geloovig cachet.
Mr. Heemskerk en de Baad der Ministers
zijn er van overtuigd, dat de Volks
vertegenwoordiging van harte instemt
met den innigen wensch dat dit, onder
Gods zegen, moge strekken, enz. Nu
weet echter de premier, zoo goed als
wij, dat de Raad van Ministers daarvan
niet overtuigd kan zijn, wijl in een Kamer
met een linksche mearderheid een betrek
kelijk groot aantal leden zitting heeft,
die, zelfs bij de zwangerschap van hun
eigen vrouw, heelemaal niet aan Gods
zegen" denken. En zoo hangt het maar
van de gelegenheid af, hoe de Minister
en de Raad, of hun partjjgenooten, over
de linkerzijde zich zullen uitlaten. Dezer
dagen zagen wij in een aanhaling uit
de Maasbode nog verzekerd, dat ter
linkerztyde de leua bij de stembus aou zijn,
geen Christen". Maar zullen nu bij de
zelfde verkïeiingen de kerkelijken oak
in den geest van Heemskerk c. s., al
ware het slechts bij wijze van een op
risping van stichtelijkheid, hun gehoor
verkondigen, dat die verachtelijke demo
craten en liberalen, toch menschen zijn die
om Gods zegen" bidden? Niemand
die het verwacht.
Het is ons steeds als iets zeer
opmerkelijks voorgekomen, dat de kerkelijke
staatslui zoo gemakkelijk kunnen jokken
voor 's Heeren aangezicht. Met Gods
naam op de lippen, en in de plechtigste
oogenblikken, als ware het hun vaste
overtuiging dat onze-Iieve-heer het toeh
niet zou hooren, spreken zij onwaarheden
uit. Het Opperwezen en de "Waarheid
schijnen hun twee Machten te zijn, die
met elkander maar weinig hebben uit
te staan. Da Kam&r" als hopende, met
innigen wenseh, op Gods zegen... wat
moet Kuyper daarbij wel hebben gedacht ?
Een week nadat Heemskerk, namens
den Raad" de overtuiging had uitge
sproken, dat de Kamer zoo geloovig ge
stemd was,' schreef De Standaard: Maar
toch blijven het enkelen, die zich keeren
op hun levensweg en de thermometer
zelfs van het gewone zedelijk leven,
nadert nog steeds meer het vriespunt.
De dagen van Ninivézijn voor Neder
land, althans in de toortgevende 1) kringen,
nog niet aangebroken. Van een
volksbekeering tot den levenden God ontwaart
men nog niet het flauwste spoor."
En toch de vertegenwoordiging van
dat volk O, Heemskerk!
Natuurlijk, als iemind geloovig is
dat hij bidde.
Als iemand voor zichzelf spreekt,
dat hij getuigenis van zijn geloof aflegge.
Wie zal er aanmerking op maken ? Maar
wie of wat geeft den geloovige het recht
m strijd met zijn overtuiging, de
ongeloovigen voor geloovig^n uit te geven,
hen voor te stellen als n van zin en
geest met hem?
Zoo zeer is echter de waarheidsliefde
in het staatkundige bij de geloovigen
van kracht beroofd; zoo ver geweken
en zoo diep gezonken is het
levenwekkend ideaal, dat men zelfs liegt met God
almachtig op de lippen! Alleen omdat
dit voor de partij op aarde beter staat".
Klinkt het niet fraai: de Kamer geheel
monarchaal; de Kamer biddende om Gods
zegen? Zoo maakt men voor de gelegen
heid, tegen beter weten in, de natie
tot een christelijke natie.
Wij hebben gemeend, aan het tumult
in den lande, gevolgd op de aankondiging
van de mogelijke verschijning van een
vorstelijke spruit, eenige verklarende en
toelichtende woorden te moeten wijden,
vóór wij ertoe overgaan de beteekenis
l) Wij cursiveeren.
ST
DOOR
ANNA. VAN GOGH?KA.ULBA.CH.
Mies tripte de huiskamer binnen, een papier
boven haar hoofd zwaaiend.
Moe, Moe, 'n mooi rapporti'" Haar
etenimetje schoot hoog uit in jubel.
Moe, aan 't b jterhammen ??meren, streek
even met haar handen langs 't huishoudschort,
nam toen 't papier aan, met ieta eerbiedigs.
Hare knokige handen, met de polsenlang
stekend uit de omgeslagen mouwen van haar
ocbtendjapon, hielden 't op afstand van hare
oogen, en langzaam mompelend las ze: lezen
zes; schreven zeven; rekenen acht; aardrijks
kunde zes; geschiedenis zeven. Mooi," prees
se, pif Mies een paar klinkende zoenen.
Terwijl Mies haar taBch in de gang hing,
kwam vader binnen, meebrengend 'n hars
achtige scherpe geur van nieuw hout. Hjj
gooide zijn jasje uit, trok de kreukelige
boord af, zat in hemdsmouwen genoegelijk
neer Bij de kachel.
Moe gaf hem 't rapport.
Hij keek 't door, ernstig, de slimme oogen
half toegeknepen, 't Is mooi, hè?" vroeg
Moe trotsch, en dan paa 't tweede op de
aieuwe school."
Hy knikte, lachte tegen Mieb, die weer
binnenkwam.
Hier Pa, je boterhammen," beredderde
Moe, legde de vetgesmeerde, «ïikke sneden
?«u» d» broodplank op 't bord vóór zijn plaats.
Toen reikte ze achter de kachel, greep een
gr\js pannetje te voorschijn, 'n Prakkie
Bnijboonen van gisteren."
der blijde verwachting voor Nederland
en het buitenland in het licht te stellen.
(Slot volgt.) D. K.
De Belgische leger ontwikkeling.
III. (Slot.)
Het zal wel niet gezegd behoeven te wor
den, dat een zoo onverwachte opening van
zaken als door generaal Hellebaut gedaan
tot scherpe gedachtenwisseling aanleiding
gaf, scherp van de zijde van 's ministers
partijgenooten, scherp o ik van enkele leden
der linkerzijde ten opzichte hunner mede
afgevaardigden aan de overzijde, liet moest
verbitterd was wel de heer 'Woeste
(clericaal), die de betrouwbaarheid van 's ministers
becijferingen aantastte en hem verweet,
dat da wet van 1902 opzettelijk slecht
was toegepast. "Wat het eerste punt
betreft, zoo komt het mij voor, dat do
toelichtingen door den Minister in diens
tweede rede gegeven het ongerechtvaardigde
van die bewering ten volle hebben aange
toond. Slechts verwondert het niij, dat
men niet opkwam tegen de uiteenzetting
met betrekking tot art. 5, het daaruit voort
vloeiende deficit is toch gemakkelijk te
herstellen, zonder dat dit met de meerdere
of mindere waarde van het volontariaat
iets te maken heeft. 1)
Wat de beweerde tegenwerking betreft
van de zijde der militaire chefs, het behoeft
niet betoogd te worden dat, indien werkelijk
de officieren het bestaande systeem niet
welgezind zijn hetgeen hoe! begrijpelijk
ware althans van een doelbewuste mede
werking moeilijk had kunnen worden ge
sproken. De tegenwerking in ons eigen
leger tegen de plannen Staal tot
inperkingvan het blijvend gedeelte bij de bereden
korpsen spreekt in dat opzicht voldoende.
En toch, de heer Woeste, en ook zijn
medestander Sagers, wenschen een steun
con amore aan het soldeniers wezen. Wat
maakt de openbare macht voor reclame ?
Bijna niets! verzucht laatstgenoemde. 2)
En dan verwondert men zich BOg, dat
het volk zich niet vol geestdrift werpt
in de armen van het volontariaat. De
school moet allereerst propaganda maken.
Reeds de kinderen moeten de voordeelen
van het vrijwilligersschan leeren
kenBen. De Minister van Wetenschap en
Kunst inoet een circulaire uitvaardigen,
enz. aldus de Antwerpsche Meetingist. 3)
De heer erwagne: De Ministers
werfagenten!
De heer Hymans-' Gfoef den vrijwilligers
4000 francs traktement...
Ook het lid der rechterzijde Hoijois, die
onder demonstraties van links oen zeer
lange rede hield, beklaagde zich er over,
dat de werfagenten ontmoedigd werden,
vandaar dat het volontariaat niet meer zoo
brillant" ig als met recht mocht, worden
gewenscht.
De heer Lorand: Dn kooplui in mensehen
hebben afgedaan.
De heer Hoijois: Het zijn heele nette
lieden.
De heer Buyl: In Katholieke Vlaamsche
bladen noemt men hen zielhpnden!
Behalve de heer Hoijois hield nog diens
partijgenoot Melot een lange redevoering. Mij
achtte de uiteenzetting der ministerieele
plannen verkeerd. Vroeger stak men in het
leger den draak niet het ..niilieianisma".
nu zal het volksleger'' het land doorgaan.
Daarop volgde een streng militairistisch
betoog over lang kazerneverblijf, over
Duitschland en over do uitstekende eigen
schappen van den Belgischen soldaat.
De heer Janson: Ge spreekt als een
oud generaal. (Gelach links.)
De heer Melot: Oude generaals kennen
de soldaten in het vuur.
De heer Hubin: De troepen der conventie
hebben de oude g-erieraals verslagen.
Niettemin verklaarde de heer Melot plaats
vervanging in oorlogstijd iguoble" te
achten, waarop hij de gerechtvaardigde
aanmerking van den heer Lorand moest
verduren: de vrijgeloten zijn dan zeker
in eens veldsoldaten geworden '? Spreker's
beroep op Nederland, om de loting tegen
over de selectie in bescherming te nemen,
was volstrekt onjuist. Hij vergeet, dat men
meer en meer ten onzent het onrecht der
loting begint te beseffen en dat weinigen
van ons, zelfs bij beperkte lichting, de loting
nog in beginsel verdeiigen. Overigens was
het betoog van den heer Melot zeer dubbel
zinnig, gelijk rneer het geval is als men
,,politiek" iemand wil beschermen, dien men
in beginsel moent te moeten bestrijden.
De redevoering van den heor Hoijois
droeg hetzelfde karakter van oen der
Druk doenerig schepte ze uit het pannetje
op de drie horden. Terwijl Pa en Mies aten,
bleef zij heen, eu weer loopen, nu en dan
een hap opsnappend of een slokje koflie
slurpend, ze redderde op het buffet, schonk
de koffie bij, keek of 't water kookte, altijd
zoekend naar werkjes, om maar niette gaan
zitten.
Dat was zoo hare gewoonte, van toen ze
nog kostgangers hielden en ze alles moest
doen met een kleine slons van 'n meid.
Nu, nadat der man die mooie slag had ge
slagen, hield ze twee meidec in 't grootere
huis, kon ze zich laten bedienen, maar ze jak
kerde den heelen dag mee, j jeg de meiden op,
en deed toch zelf het meeste.
Pa," vroeg Mies, krijg ik wat voor'c rap
port? Lïna van Effen mag meisjes vrage
en Lies Wimmers krijgt 'a gulden, en Bertha
van Erde gaat na de bioscoop."
Jij krijgt ook wat, dat 's vanzelf; niet
Pa?" beloofie Moe, even neerzakkend op
haar stoel.
Natuurlijk, natuurlijk!"
Mag 'k 'n partijtje heobe?"
Ja, dat zou wel wat zijn", viel Moe bij,
een snee roggebrood op Pa's bord schuivend.
En dan veel meisjes vrage", schetterde
Mies. De heele klas l"
Wel ja, hoe meer hoe liever dan maar,"
vond Moe. Dan wordt je ook weer overal
teruggevraagd."
Hoe wil je die heele bende hier in huis
berge?" weifelde Pa.
In de zijkamer. .. de salon."
Pa lachte. Daar kêje je alleen al niet roere."
En 't is ook eigenlijk zonde, op dat
mooie kleed," peinsde Moe. En aarzelend,
om 't groote van wat ze zeggen ging: As
we de kleine zaal in de Leeuw es huurde."
Ja, ja!" dolde Mies, die hét Lies Wim
mers laatst ook gehad. En toe kwam der
'n goochelaar!"
rechfs-militaire speeches die wij in onze
Tweede Kamer regelmatig vernemen: lof
over hetgeen rechts" gedaan heeft, dat
rechts zoo vooruitstrevend is geweest, en
poging om verschillende partijprogramma's
van links tegen elkaar uit te spelen 4).
Toch trof ik in het lange betoog Hoijois
een belangrjjk gedeelte, dit n.l. waar de
njarige vrijwilligersdienst wordt bepleit.
Al kan men ook de tegenwerping van den
Minister verstaan, die juist voor het op te
leiden beroepskader meerjarige verbinte
nissen verlangt, toch dient niet uit het oog
te worden verloren, dat een dergelijke maat
regel als ovenjangsmaiitreijel fot den
jiei'soonlijl'en dienstplicht iu Belgiënuttig zou
kunnen wezen. Men bedenke dat wij in
18^3 ons reservekaiïer instelden, en dat dit
instituut wegbereider was tot den persoon
lijken dienstplicht, die vijfjaren nadien werd
ingevoerd.
.Medestand mocht do Minister vau rechts
slechts vinden bij enkelen der
jong-clericalen, der jeune droitc, bij den heer Verhaegen,
den schrijver van hot bekende artikel in de
Revue Soeiale Catholique", die een.
zeersympathieke rede hield; bij den heer Oarton
de Wiart, en slapjes pok te slap naar
mijn verwachting bij den vredesvriend,
den heer Beernaert.
Krachtig werd de Minister van Oorlog
gesteund van links in een serie uitnemende
redevoeringen, onder welke die van deheeren
Franck, Hijmans, Lorand en Huystuans
bijzondere vermelding verdienen. De katho
lieke werklieden-afgevaardigde Huyshauwer
bepleitte o. m. afschaffing der loting, terwijl
namens de socialisten-het woord werd ge
voerd door de teeren Hubin en Ivoyer, die
instemming betuigden met de wensciien der
liberalen. Vaa het standpunt door priester
Daens ingenomen, lid der vrije
Christenvolkspartij, heb ik niet veel begrepen. Hij
wil de bloedwel" weghebben, acht loting
barbaarscb, wenscht persoonlijke dienst,
om te komen tot... een leger van vrijwil
ligers.
Wat deed de Esgeering? Tot haar was
de interpellatie gericht. Er was echter geen
eenstemmigheid in het Kabinet verklaarde
de Minister-President.
Dies moest er ook naar het zeggen van
den Minister van Staat Woeste... tijd ge
wonnen worden.
Het gold een militair vraagstuk. En men
weet: een krijgsman wint genoeg, al wint
hij niet dan tijd 5).
Intusschen zou men pogen om aan de
rechterzijde tot overeenstemming tegeraken.
De Minister- President verklaarde in de eerste
plaats te willen steunen op het patriotisme
van roahts; daarnaast zou hulp van anderen
worden aanvaard.
Da rede van den heer Sc'hollaert zoo
kon de hoer S-'gors dan ook komen ver
klaren - had . . . vorliishting gebracht.
Daartegenover mocht de heer Hymans,
naar ik meer., niet ton onrechte «eggen,
dat ti'.ricijl di', .M/'n/ntar rim Ourlnij ln't
!\MH<sfme>ii in» hel oloitttti'itiat
JJTOC/Um?.?.rt-, de i'oor;titnr ran den Ministerraad
het f<iülis«'iin>i,t prncluniifi't, run liet Minis
terie! 'levendige toejuichingen links): en
de heer tïuysmans, dio op het gebied van
de verdediging des lands het bankroet der
c'.ericale partij uitsprak:. (Levendig applaus
links.)
liet was alzoo om tijdwinst te doen.
Da lieer Woeste had het wachtwoord
gegeven.
Don 3den December hield de rechterzijde
clubvergadering onder leiding van don hoer
Cooreman on sprak zich met groote meer
derheid uit voor hot plan van baron Snoy,
tot instelling oener commissie. Overeen
komstig die besprekingen wijzigde hij het
tot een wetsvoorstel: instelling eener com
missie van enquête van elf leden, door het
bureau te benoemen, ten einde de resultaten
der wet van 1!)!)2 te onderzoeken en uit to
maken of' liet vredes- en oorlogs-eil'ectiof
van 't leger is bereikt; indien niet, Je
oor/aken op te sporon en na te gaan of door
uitvoering der wet van 1DJ2 aan de bezwaren
kan worden tegemoet gekomen. De be
voegdheid van art. 4^1 der wet van
3 Mei 18sO op do parlementaire enquóte
"wordt buiten werking gesteld (wettelijke
maatregelen aan to geven tot verbetering
der fouten).
Onder verklaarbaar gelach bij de oppositie
werd dezo gefiitsooiioïnlo <j;etl!i",hto naar <lo
Af.leclingan gezonden ;blz. l'.H .
Voorts werden twee motiën van orde ter
tafel gebracht.
Links stelde bij monde van do hecïeu
Jansou en Neujean voor: Ds Kamer, acto
nemende van Je i;iliehrin?reri ca toelich
tingen, loyaal dojf don Minister van Oorlog
Ja, 7,00 wat ho^rt der dan bij. En \ve
motte iiau maar n'.ei op teu beetje zien.
Wat /eg jij, Pa V'
't Is mijn goed," bromde Pa onverschillig,
?n groote hap afscheurend van ziju boterham.
i.s je zoo wat doet, mot je't reyaal doen.
En we hebbe de'r ook maar n."
Moe's hand streek over 't geelbloade haar
van Mies.
Pti werd wat belangstellender. Maar rnot
je enkel manies vraie? jongens derbij is
toch aurdiizer."
7a," vond Mies dadelijk. En pruilerig :
had ik maar 'n broertje."
Hadde we maar n jongen,'' zuchtte Moe.
Ze zat even paf. Toen, verlicht, stelde ze
voor : We vrage de broertjes mee van
de meisjes."
Hoc weet u nou, of ze broertjes hebbe?"
Dat kèj'j toch vrage."
Lies Wicnoaers h C-1 de'r alvast n."
Zie je, dan vraag je't van d} andere ook.
En dan sture we N'eeltje met de boodichap;
of de jongejuffrouw en de jongeheer". ..
,,'n Boodschap? Xee. u mot brieües schrij
ve; dat is veel echter."
Kind... wat 'n werk, an al die me /rouwe ? '
Ja ... dat hoort noo. Aadera geloove ze
't misschien niet".
Dat mot Pa dan rnaar doen."
Béje bedonderd?" Pa lachte zwaar. Ik
zal daar brieües gaan schrijve over 'u kin
derpartijtje!"
HèMoe, doet u 't dan?"
Moe zuchtte. In godsnaam dan."
En krijg ik 'n nieuwe jurk?"
Dadelijk leefde Moe weer op.
Ja zeker, 'n mooie Schotsche ruit; ik zag
'n pracht bij Delden."
Hè, jasses nee. 'n Witte mot 't ziju; die
had Lies Wimmers laatst ook gekrege."
Goed, dan 'n witte. Der mot nou es niks
an inankeere."
verstrekt, waaruit blijkt dat het leger noch
voor vredestijd noch voor oorlogstijd de
vereischte sterkte bezit; overwegende, dat
van nu af ten behoeve der landsverdediging
op Regeering en Parlement de dure plicht
rust om onmiddellijk ons militaire stelsel
te reorganiseeren; overtuigd, dat een wets
ontwerp op de beginselen, ontwikkeld door
den Minister van Oorlog, een patriottische
en democratische oplossing zal brengen,
waardoor de onafhankelijkheid des lands
krachtig zal worden bewaakt, gaat over
tot de orJe van den dag."
liechts, bij monde van den heer Besrnaert,
vraagt eenvoudig tot do orde van den dag
over te gaau. De motie van links zou toch
z. i. de oplossing vau problemen vooronder
stellen, welke nog nauwelijks uitgesproken
zijn. Daarenboven, óók was het npoilig, dat
men vóór zich uit te spreken Je cijfers van
den Minister kon toetsen. Menigvuldige
keeren heeft het Parlement zich te beslagen
gehad over onnauwkeurigheden in de inlich
tingen van het Departement van Oorlog."
Gelijk alreeJs gezegd, vestigde zich bij
mij de indruk dat de cijferbezwaren door
generaal Hellebaut werden weerlegd; maar
toch is het standpunt van den neer Bsernaert
volkomen te billijken. Op grond van
traditiën zijn militaire departementen gesloten".
Zij stonden, gelijk het leger vroeger, tegen
over het volk en staan nu nog tegenover de
vertegenwoordiging van het volk. Do ver
gelijking met het sarail, vóór enkele jaren
ten onzent uitgesproken, is niet zoo kwaad.
Herhaaldelijk moesten ook wij ondervinden
hoe Oorlog en Marine ons onjuiste
rnededeelingen verstrekten. In België, waar de band
tusschen volk en leger nog beduidend zwak
ker moet zijn dan bij ons, zal het natuurlijk
nog erger wezen. Wil men gewezen-hebben
pp de voorstelling in zake den bouw der
krijgssehool te Brussel, die naar het zeggen
der X-ieuwe Gazet de raming van 4J4
millioen francs met 8 millioen francs over
schreed, of op die in zike de Maasforten,
welke in stede van de voorgespiegelde 24
millioen meer dan de drievoudige kosten
zouden bedragen hebben!
In zulke opzichten is er bij militaire
departementen waarlijk niets nieuws onder
de zon.
Het resultaat van de beraadslagingen
was, dat de eenvoudige orde van den dag,
door Jen heer Beernaert voorgesteld, met
78 tegen 70 stemmen werd aangenomen. Do
heer Daens onthield zich.
Over den verderen inhoud der discussien,
hoe belangrijk ook, kan ik zwijgen. Dit
schijnt intusschen vast te staan, dat, welke
vooruitstrevende meeuingea verscheidene
der afgevaardigden. als bv. de heer
Lorand ook toegedaan zijn, me.i een
verderen teruggang dan tot een oefentijJ
van 12 maanden (voor onberedenenj
voorloopig voor Beliie ondenkbaar acht. Het
geheele jaar zal dus gevuld blijven en eeno
overdenking der moeilijkheden, die zich
voor gaan doen, zoodra men onder de 12
maanden komt, is voor onze zuidelijke buren
voorloopig overbodig. Dat men niet onder
12 maanien gaan zal bewijst ook wel dezo
omstandigheid, dat het r/-eJeseiïectief de
beraadslagingen belieerschte, ja zelfs aan
leiding tot Je interpellatie geweest is. Voor
waar een teeken, Jat niet kan bedriegen.
Yoir ons is in de discussien behalve
Je kennis van den samenhang der dingen,
en de wetenschap van hotgeen omgaat bij
een volk waavmeJe we ons iu menig op
zicht verbonden voelen bovenal leerzaam
Je tlinkwog geoponbaarJe tegenzin tegen
het onrecht Jer loting, inderdaad het mooie
moment in Jie Jagen van 24 November tot
4 December, en in de tweede plaats eene
opmerking die ik zoowel bij den Minister
als bij den heer Franck aantrof; eene
opmerking van genoegzaam belang om haar
niet onvermeld te laten.
D-3 Minister dau begon zijne inleiding
met voorop te zetten Jat eeu vreaeselïectief
noodig was, behalve voor rust en orde, tot
behoorlijke oefening. Mat gereduceerde
eenheden leeren de aanvoerders niet hunne
oorlogsafdeelingen in het terrein aan te
voeren. Dit punt verdiende naar het oordeel
van 7i. li- meerder aandacht.
Die meennig nu \veri Joor Jen liberalen
afgevaardigde Franck nader ondüratrotpt.
Hij zette aan de haul vau la. Belgique
i militaire uiteen, hoe f e (i»nt
garnizoensinauoeuvres werden afgelast, omdat de
pelotons uitrukken moesten met ;> "f
-iI rotter. -?Je schutterij /on er v&n ^«bloos'i
l hebben. D-J cavalerie had GO man in plaats
i van 120. In Antwerpen gaan <s tot 12
kanonniers zich oefenen onder een kapitein,
een luitenant eu 4 of 5 man kader. ..(Jiio
scène de vauieville." En dat voor 63 mil
lioen francs 6).
Me dunkt, in een tijd waarin het
staar.deleger-begrip ook ten onzent hopen we voor
kort slechts overheerscht, en de Minister
van oorlog aan een der Kamerconservatieven
de belofte heeft gedaan om een indeeling
der militie in drie ploegen te overwegen
mag men er wel eens aan herinnerd worden,
dat een oefening met schimmen van
oorlogsafdeelingen, met compagnieën van veertig
man en minder op niets uitloopt. Op niets
dan... schijn.
Aan het slot van dit korte overzicht
moge ik den wensch uitspreken, dat de
kranige Minister, die het Belgische Depar
tement van Oorlog op het oo^enblik beheert
er in slagen zal de macht van hot behoud
te overwinnen, dat do leserontwikkeling
keert. Die macht is groot, in Belgiëgelijk
e|Jersr en op welke trede der evolutie men
zich ook bevinde.
Tiro.v>o.v.
1) Ook heb ik het te kort van 7f8S man
van vrijwillige reservisten (blz. (-8 2e kolom)
niet recht begrepen. Dit aantal ware juist,
indien per jaarlichting op 10,000
reservemannen gerekend werd, wat naar ik meen te
moeten afleiden, echter niet het geval is.
2) Dit werd weersproken door den heer
Lesde, die juist van krachtige propaganda
voor het volontariaat gewaagde.
3) De katholieke Ant^erpsche afgevaar
digden, die tot de Meeting-partij" of de
Commissie van krijgdienstbaarhedetr'
behor>ren, waarvan de leus is Niemand ge
dwongen soldaat" wekken meermalen den
schijn een imperatief mandaat te bezitten, dat
hen dwingt elke militaire hervorming te
weerstaan.
4) De tactiek van het proefkonijn, gelijk
ik die betoogtrant reeds vroeger kenschetste.
5) Da aandacht zij er hier op gevestigd
dat ook bij de aangevraagde interpellatie
naar aanleiding van 's konings briefde regee
ring een uitstel vroeg van veertien dagen.
6) Het juiste bedrag der kosten voor het
Belgische leger ia moeilijk na te gaan, doordat
verschillende uitgaven ook over andere
departementen verdeeld zijn. Lorand schatte
het totaal op 90 millioen. Ik wijs slechts op
het aanmerkelijke bedrag dat jaarlijks voor
aalmoezeniers wordt uitgetrokken en niet op
de oorloasbegrootinj» vermeld is.
nmiMiiiiimuiHiMiMimumniMlimimiiimimmiiiMiiiHitiiiiiiiiiiiim
Ik ga VA-?t de namen van de m >i>jcH
opschrijve; tLit ken net nog vóór sciiuu:."
..Hueveel zijn der V'
...Vijfden met mijn mee"
En Jan net zooveel jongens; dat 'r? dertig.
En Jan mo'te we Piet en Jet van tante
Kee ook maar vrage."
Hi; jasses nee," snibte Mies. Die zien
der dan misschien rnar uit."
..Hoor zoo'n nuf!" grapte Pa.
Maar Moe hield ernstig vol: die motte
der bij; anjers word ik kwaje vriendenniet
tante Kee. Eu taate Kee mot k jmme he!ps.';
En der komt 'a goochelaar."
,,N"'>u ja, maar voor spelletjes en zoo. ?'a'lie
motte toch gewoon schik ook make."
Mies had iiaar bord weggeschoven, zat iet
een papier voor zich; snel krabbelde ze eer.
naata. 't bovenlijf ver gebogen over Je tafel;
Jan gooide ze zich achterover, 't potlood
tusschen de tanden, zat met halftoegeknepea
oogen zich Je klas voor te stellen, om niemand
te vergeten.
Klaar!" schreeuwde 20 eindelijk, danste
plomp door Je kamer, gooide het papier
op Moe'* hoofd.
En weet je nou, waar ze allemaal vvoce?"
Nee, dat 's waar, dat mot ik vanmid
dag yrage."
Prettig gewichtig, ging Mies naar school.
Pa ge.ijk de deur uit naar 't werk.
Moe bleef napeinzen onder 't opruimen
van de tafel.
As ze maar niet die briefles hoefde te schrij
ven an al die mevrouwen. Nou maar, 't
kwam Jer ook geen steek op an, al sat der een
fout in; as de kinderen maar pret hadden;
daar was 't toch orn bigonnen. Ze zou ze volop
tra.teeren op thee en chocola en lekkere
taartjes; wat een mooi gezicht zou 't zijn, al die
ja angekleede kinderen! En as Mies dan
overal teruggevraagd wier, en altijd vrien
dinnetjes hield zoo onder de goeie stand.. .
in de Hoofdstad.
Drie viool-concerten op n avond. Men
moet wel over zeer sterke physieke kraehien^
kunnen beschikken om zoo iets te volbrengen.
Het uiterlijk van Frits Kreisler want hij
was het, die het waagstuk durfde te onder
nemen doet dan ook wel vermoeden dat
een dergelijke Lsistuag" nog wel geen
sloopingswerk zal verrichten aan zijn natuur.
Het rasnietdeeerstemaal dat de kunstenaar
in ons midden vertoefde, maar wel is zijn
talent thans geheel tot rijpheid gekomen,
vooral wat betreft de techniek.
Met een zeer mooi concert van Vi/a!di
begon de uitvoering. Dejeltaliaansche
componiat is tijdgenoot van Baeh, welke hein
zeer hoog schatte en enkele zijner werken,
als motieven voor eigen compositie gebruikte.
Vivaldi's concert kenmerkt zich geheel en
al door den Italiaanschen stijl, waarin C >relli,
Tartini, Verieini e.a. ons schoone compositiëa
geschonken hebben.
Kreisler imponeerde dadelijk door zijn
forschen, koenen toon in het eerste Allegro ;
ook het Andante waa moüi en breed van
opvatting. In het Finale kwam echter de
virtuoos voor den das;; waarom nu daar ^oo
'u o/erdreren snel tempo? Zóó kan Vivaidi
het onmogelijk bedoeld lebben. Vruchteloos
waren de pogingen van den haer Mengdlöerg
om hem tegen te houden.
In n bawonderine; ben ik voor hetgeen
Kreigier in het Allegro van het concert van
Brahms heeft gepraesteerd. Eerlij i moei ik
bekennen, dat ik dit s uk nog noo.t zoo
g'ootscli heb hooren spelen. De
samenweikint: tu-<schea orchest eu solist liet aie'.s :«
wensehen ov'er. Men weet hoe mooi Mt-u^el
'r>erg ,lit concert reproduceert. Kreisler vojg ie
zich iu zijn op /atting geheel naar den dirigent.
Xa dit Allegro viel mij de reproductie «au
het Adagio tegen. Daar wist de soiist lang
niet Jeu indruk te bereiken, dien het O'ches.
mankte. Als ik mij aerinner de wijding die
wie weet, trouwde ze dan later niet mei 'n
echtu meneer. Al was ie niai rij», at inieixe
niet, K ij xouwen wel voor de centen zorgen,
An wie zou je 't beter bestejen als au je
eenige kind? Meenemen kon je 't tocu niet
as je doodging. . .
Moe stond een oogenblik stil, de theedoek
heengesiagen om 't kopje in naar band.
Ja, Mies zou natuurlijk heel andere manie
ren krijgen a3 zij en der man, en ze must
ouk van alles leeren: mtuiek en dansen eu
teekenen, wat ze maar wou. As je daaran dacht,
dat je Jat nou allemaal kon do-in, voor je kin i,
dan kreeg je geregeld de tranen in jeoogeu
van dankbaarheid, dat t zoo voordeelig
geloopen was met die bouwvereeniging.,.
Daar werd gebeld. ICtl'en in 't spioa kijken.
Ze trok de porte briseéopen, schoof met
moeite door het nau>ve paadje, dat iu UB
salon open was gelaten tusschen de meubels.
Net was ze bij t raam, toen er open werd
gedaan. Ja, 't was Kee ; dan gauw maar wc«r
na de huiskamer. Voor hare zuster schaamde
ze zich altijd een beetje voor al de dure
diagen, die ze hadden.
Kee, dikke schommel, in haar mantel vau
vier winters oud, zeilde de huiskamer binnen,
groette niet hijgerigen laoh: dag mevrouw,"
en toen de ander verbaasd opkeek: ,.ja, ik
mot geregeld denke, over wie ze 't htio:>e,
as jou meid van mevrouw praat."
M ie kleurde, keerde zich om naar 't buil"-'.
Oju, as je eenmaal in een groot ; UH
woont."
Nou ja, ja.je heb gelijk, noor menschlAs
ik jou cenien nad, liet ik me gravin nuernu."
Ze lachte rumoerig, plofte neer in Pa's
leuningstoel, naast de kachel.
Moe ruimde 't servet op, vroeg naar Kee'-j
man en kinderen, vertelde toen plotseling:
Mies bracht zoo'n mooi rapport mee V*H
school."
Zool nou dat is een fiüicitatie waard."
J