De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1909 31 januari pagina 3

31 januari 1909 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 164g DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Zoo-zien .-wij dan 'dtkttr de Wereld, in zijn twee-deelig isolement, dat allerminst een kr«htig of Fchitterend isolement mag h; eten, maar eter beslist -een naar beekje, trots zjjn uitgebreidheid, die trouwens maar schijn is, want de druk' is groot en er zijn breede randen om de biadzjjd*». De inhoud is eenvoudijrbethuwel^kïleven van 'Amelie Berghem «n 'Willem 'Eneehot met hunkinderen Ro en Karel. Amelie was eerst getrouwd met Pierre Heete van Wermeloo, een ellendiger! egoïst, die niet had mogen trou wen", 'gelijk- Amelie 'bet zelf vol afschuw uitdrukt. Hetgeen niet belet, dat onze huwelijkswet in zulke dingen geen 'grond y»n echtscheiding ziet, en daar Pierre, om zijn vrouw leed te doen, elke scheiding wtigerde, schoot er voor Amelie dus niets anders over dan waarschijnlijk hsar leven lang alleen te blijven en afgezonderd van .Willem van Eneehot, den man dien zij liefheeft, of... met hem te gaan leven, wat de wereld er van zeggen moge. Tot dit laatste besluiten zij en hij, om er al de bittere wereldeche gevolgen van te ondervinden. -Inderdaad al de denkbare ge volgen, bepaald meer dan noodig was>, zou ik zeggen. Want'het is niet genoeg, dat de familie van weerskanten het paar maatschap pelijk uitspuwi", oak de onverschillige buitenwereld vervolgt hen met niet aflatende wreedheid. Ook wel een weinig, omdat zij buiten den moed om saam te gaan wonen, nog dien anderen durf (van twijfelachtiger a»rd) bezaten om kinderen te hebben, die, zonderlinge tegenstrijdigheid l heeten naar den man, welke hun vader met geen mogelijk heid zqn kon: Heeze van Wermeloo, den ondanks alles wettigen echtgenoot. Dit geval, men bemerkt het, maakt den atgemeenen toestand zeer ingewikkeld en leidt tot botsin gen, die andera vermeden waren, maar zich nu natuurlijk het meest onverwacht voor doen. Doch er is een zeker parti-pris van de gèhrjjftter niet te miskennen. Willem heeft geen eigen fortuin en leeft echraaltjes van etn kantoorbaantje, hoewel hu advokaat" i?, beweert de echijjfster. Doch ziet, een jonge chef'treedt op, die geen onregelmatige T»rhoudingen" onder zijn personeel duldt en Willem ftwtngt ontslag te vrager. Hij krijgt echter, zij 't tegen minder salaris, een plaats op een ander kantoor, dat... evenwel spoedig failleert. En daarna krijgt hij heelemaal geen betrekking meer, ofschoon bjj zeer goed vol deed, en blijkbaar handels- en juridieche kennis, rontine en wat nUt al meer, bezit. Tweede serie vamiarigheden. Amelie heeft natuarljük" nooit vriendinnen. Dames schu wen 'haar, zijn zelfs doodsbang voor den omgang van haar dochtertje. Maar een is er, die in hevige vriendschap ontvlamt en voor oordeel-vrij blijkt. Een langen tijd gaat Amelie trouw en druk met haar om, tot, op de pynlijkete wijze, de vrouw een schandelijke koppelaartter blijkt, die het zoo maar op de eerbaarheid harer vriendin toelegt l Vraag: zijn onze vaderlandsche koppelaarsters zulke ladies dat een beschaafd vrouwtjemaanden met 'en bij haar kan verkeeren zonder achterdocht te krijgen? Dan gaat de beschaving toch werkelijk vooruit, moet ik zeggen, en wordt het tijd zelfs onze koppelaarsters met andere en gunstiger oogen te beschouwen. Na dit pijnlijk avontuur heeft Amelie natuurlijk nooit meer een vriendin in 't boek. Zij gaat trouwens nooit uit en ziet niemand. Alleen laat zij zich, uit louter braafheid, 'overhalen tot een reis naar Brussel, naar haar wettigen «x-man, of een bezoek aan haar natuurlijke" echoonmama, mevrouw Eoscbot, louter om zich ijselijk te doen beleedigen en vrees aanjagen, 't Schaap had dit in beide gevallen niet voorzien, toen zij gedweeëlijk ging. Natuurlijk" krijgt zij een hartziekte van al die zorg en ellende en sterft er aan, a's op een waarlijk hoogst ongelegen momtnt, een tante haar het betreurenswaardig gedrag en de angstwekkende neigingen van haar dochtertje komt openbaren. Dan is dit moede leven van leed" ten einde en 't is waarachtig een waarschuwing voor de jeugd om nooit vrye huwelijken aan te gaan, ten minste niet in Den Haag en tenminste niet in de families Berghem en Engchot. Otf! Wat is dit alles akelig en onwaar schijnlijk en vooral hard en ongevoelig aange zien! Van de fiks-rake persoonsbeelding uit de andere werken is hier niets te vinden. Willem en Amelie zijn het ideale, het Liebespaar"; trouw in nood en dood en trots alles in elkander zalig. En de menschen zijn er niet of zij zijn bekrompen, behalve tante Charlotte, die echter een bedenkelyken man heeft. Het rustig en niet benauwd realisme der vroegere werken verloopt hier in een slappe .romantiek vol onwaarschijnlijk heden en gewild ergs, terwijl het geslachte lijke in dit schrale verhaal zonder atmosfeer of diepte, een gewis te groote plaats inneemt. Alleen de kinderen Ro en Karel lijken in sommige gesprekken wel goed geteekend. Naderhand echter loopt 't heel raar met het dochtertje, dat zoo onschuldig n zoo zin nelijk i?. Blijkbaar heeft de sclmjfster hier iets willen geven van die verrassende en voor ons, oude ren, lichtelijk ontstellende verhoudingen, mee gebeurd? Met deze vraag hield menigeen zich bezig, en meneer de reeder" zat soms heel lang het kantoorraam uit te staren, ach terover geleund in zijn armstoel en bijtende op zijn penhouder... Jane was ook ongerust geworden en bij tijden werd ze zóó bang, dat ze niet wist waar ze 't zoeken moest. Dan gebeurde het wel dat ze zat te huilen in de keuken bij haar mevrouw. Naar de woning keek ze al niet meer om, die was gesloten en ze wilde er ook niet meer voorbij loopen... Wel bleef ze nog wat in haar dienst, dat gaf verzet zei moeder. Die u bemint zal bevrijd worden," dat spookte haar aldoor maar door 't hoofd... En vei liepen nog enkele dagen, toen besloot ze 's met Marie te praten : ze moest 't weten wat dat beduidde... Klaas kwam maar niet. De schuiten die van de tweede reis terug waren, hadden ook geen rapporten omtrent vermisten logger aangebracht. De meeste schippers hadden hoewel ze 't vreemd vonden nog wel hoop dat hij komen zou. Ze meldden prachtig etil weer in zee vél te stil... en hoe hooger je kwam, hoe stiller het werd zeiden ze... Toen, dien Zondag, kwam Marie als naar gewoonte Jane afhalen om te wandelen. Jane wilde eerst maar stil thuis blijven bij moeder, omdat ze zich verbeelde dat iedereen gelijk er tegenwoordig telkens in groote steden tusschen de jeugd ran beide geslachten blijken te bestaan. En dit was haar recht niet alleen, maar zelfs zou het haar tot eere geweest zijn indien zij die verhoudingen fijn en vast hadde ueanalyseerd. Maar z$ doet het niet fijn en vast, maar ?kort en ongevoelig, zoodat men denkt: wat het ook zijn moge, zóó grof is het niet, zóó gaat het niet toe, als onbewaakte zinlijkheid over zulke JOB ge frissche kinderen, als de schrijfster hier in io teekest, vaardig wordt. En evenzeer is er iets hinderlijks, iets el te korts, afgebrokens en rauw-materieels in de wijze waarop het geval van Ko met dien ouden oom behandeld wordt. Men moet beden ken : het is een gewichtig geval, een heel probleem, hoe zulk een kern gezond, levens lustig kind op zulke rare wegen geraken kan, zonder dat baar intuitieve schaamte en angst haar afhouden, haar goed verstand haar waarschuwt. Dat mag wel zorgvuldig en nauwspeurend en liefdevol behandeld worden, als men 't ons waar wil maken, want wij zijn zeer geneigd er niets van te gelooven en te meenen dat of h» t kind niet onschuldig en gezond, maar pervers was van den aanvang af, of dat zij zoo niet handelen kin, omdat verstand en gevoel beide zich tenminsie tegen den vorm verzetten zouden. Evenwel... op dit gebied schijnt eenbael meer mogelijk dan onze schoohche wijsheid en beperkte ervaring zich droomt (Horatio!) gelijk de nieuwspapieren soms voldingeud bewijze a. En al ontkennen wij dat de psycho logische analyse van dit geval hier goed vol bracht werd, zoo zouden wij toch onverstandig doen de waarheid van zulk een Ro-figuurtje te ontkennen. Elke dau brengt op dit stuk tegenwoordig zijn verrassingen en zoo 't niet elke dag is, dan toch bijna elke roman. Ik zal er zeer spoedig nog een boekje van open doen, uit een ander boekje, dat be hoort tot een serie met den beteekenisvollen naam Van Kussen en Tranen en Frans Remaer tot titel heeft. Jan Wtn. Andenne is de schrijver van dezen ongetwijfeld zeer Haagsohe(n) Roman, waar een meifjein >oorkomt, bij wie vergeleken de kleine Ho Enschot of Heeze nog maar een zuigeling in de Boosheid schijnt! ... Ja, ja ... de tijd brengt vreemde teekenen en ala de Maagden zoo maar spontaan tot... wat anders worden, moet de wereld toch wel op zijn eind loopen, zou ik meenen. Want wat zou men daarna nog voor ergs kunnen beleven... FRANS COEXEN. Jutte Slot, roman uit het verpleegstereleven, door Run. BEGÜIN. Zeist. M. Boogaerdt. Jun. (z. j.) Het moet anderen zijn gegaan als ondergefeekende, wiens belangstelling veor boven staand boek door den ondertitel, roman uit het verpleegstersleven", was opgewekt. Zie hier wellicht, zoo dacht ik, een autmr, die de zware opgave aandorst, om het wanhopigeenzijdige en tot velerlei excessen voerende bestaan der verpleegsters in een roman aan het groote, en met de beslommeringen van dat leven onbekende publiek te openbaren. Immers, vee! belangrijks ware er te verhalen over de minstens een eeuwten-achter-gebleven maatEChappijljes van vele ziekenhuizen, waar het voor meisjes van intellect en beschaving meestal ondoenlijk is, die liefde en toewijding voor haar werk te behouden, welke daaitoe een natuurlijk vereiechte zijr. Wie nu met deze eenigszins hoog-gestemde verwachtingen de lezing van het boek Julie Slot heeft begonnen, voelt zich reeds bij de eerste bladzijden teleurgesteld en in het zon derling gezelschap geraakt van een onsma kelijk snaakje, dat de wereld door een be denkelijk temperament schijnt te bekijken. ha de kennisname van het geheel bevestigt dien eersten indruk. Dit twee deelig boek waarvan de uitgever evengoed n deel had kunnen maken, is niet een roman uit het verpleegstersleven", maar een reeks onbeholpen vertelde erotische avonturen van een jonge vrouw, die toevallig ook verpleeg ster is. Ware ik nu niet eenmaal door den onjuisten titel misleid en vond ik de zaak, welke door den onbedacht lamen aspirant-auteur indien titel woidt genoemd, niet van te veel belang, dan zou ik waarlijk geen tijd en inkt ge bruiken, om nog een enkel woord te zeggen orer dit hoogstens op het peil van porno grafische spoorweglectuur staande boek, dat zich reeds uiterlijk kenmerkt door op iedeie bladzijde voorkomende verkeerde of geheel-ontbrekende interpunctie en de ge wone schoo'jongene-taalfouten. Al zyn dit na wel dingen, waarover een genie desnoods zijn schouders ma.; ophalen, bij deze zeer vervelende en slordige reek?: van verhitte knapen-fantasieën maken z>j het des te zekerder, dat men hier te doen heeft met de poging van iemand, die de jaren des onderscheids nog niet heeft bereikt, zoodat men gevoeglijk den uitgever er ver antwoordelijk voor kan stellen, die wel be denken mag, dat hij zich met dergelijke publicaties alleronaangenaamst compromit teert. Daargelaten nu verder des schrijvers on bekwaamheid, zijn gemis aan compositie vermogen (vooral in de dialogen), zijn aangeboren gebrek aan rythmisch stijl-gehoor, zaken die de auteur wellicht neg niet bij name kent en waarnaar hij dus bezwaarlijk kon streven, heeft hij hier op ongepaste wijze een onderwerp even aangeroerd, dat reeds lang de aandacht van sociale hervor mers had behooren te trekken, namelijk de opleidirg, de behandeling en de werkzaam heden der verpleegsters. Want terwijl er voor de werklieden, en thans ook voor de dienstboden, beschermende wetten zijn ge maakt omtrent arbeids-contract en ongevallen verzekering, is dat niet het geval met de verplegenden, dia in dienst zijn van gemeen telijke of andere openbare ziekenhuizen. Er zijn in den roman Julie flut een paar plaatsen, waar de auteur melding maakt van de on uitvoerbare diensten, welke somtijds van de zusters worden geëischt (d'. I, blz. 97, ICO en 112; dl. II, bl. 95) en ook van de ver beteringen, welke de vak-vereeniging Nosokómos" langzamerhand tracht in 't leven te roepen. Hier was hij blijkbaar van goede inlichtingen voorzien en behoefde bij zijn sensueele fantasie niet te laten spelen. Maar juist deze enkele, overigens ala litte ratuur ook volkomen waardelooze bladzijden toonen aan, dat de schdjver had moeten begrijpen, hoeveel verkeerde voorstellingen van het verpleegstersleven" hij met dit dwaze, misschien op een gegeven van waar heid berustende, maar verder uit zijn duim gezogen verhaal onder 't lezend en op per verse sensatie belust publiek brengt. En slechts om uitgever en auteur op het gevaarlijke en ongeoorloofde daarvan te wijzen, is er hier van dit futiele schriftuur nog even notitie genomen. DR. P. H. VAN MOEEKEEKIN J». haar aankeek op straat. Maar moeder raadde haar eens uit te loopen. .. Eerst drentelden ze toen arm in arra door de dorpstraat, op en neer van 't station naar de kerk. Telkena wanneer ze aan de kerk kwamen, werd er een stukje paarl blauwe zee zichtbaar, zoo efïen en spiegelglad alsof 't 'n vijvertje was midden in een bosch. Dan keerde ze met 'n draai om ... en dan weer raar 't station. Wat later gingen ze naar de duinen om er 'n beetje te gaan zitten in 't warme zand. Ze staken 't spoor over en liepen den mui len zandweg op. Ze zwegen alle twee, Jane bedacht hoe ze 't nu het best aanleggen zou om Marie naar uitleg te vragen, want dezen middag zon ze er dan maar 's over spreken, .. Ze gingen zitten. 't Was er stil en warm en de lucht stond strak als midden in den zomer. Links van den weg in een open plek tusschen 't hoog»; duin, daar lag 't kerkhof met de grijze zer ken en het zwarte hek er om. En naar der. anderen kant daar staken de maaien der schui ten boven de duintoppen uit en da;\r weer achter klonk het zwakke geruisen van de zep, soezelig, alsof het dadelijk geheel ophou den zou... Marie, zei Jane opeens met 'n ruk : wat beteekent dat, die u bemint zal bevrijd worden f'.. , Paedagogische opstellen, van JAN LIGTIIAET. Te Grcningen by J. B. Wolterp. Een kwart eeuw geleden heb ik met wel behagen mijn laatste abonnement op een schoolblad opgezegd en mijzelf gezworen mij nooit meer met die organen in te laten. 't Was me in die dagen een gedoetje onder de opvoeders van het jonge Nederland. Altijd waren er wel een paar hooge oomes, die wat met elkaar hadden uit te vechten ; dan be klommen ze de tribune van een of ander schoolblad, om toch vooral het publiek mee te laten genieten van de vertooning, en daar ging 't: n, twee, drie.. . pak-an. In ellen lange hoofdartikelen scholden ze elkaar uit, dat de stukken er af vlogen. Waren ze hun adem kwijt, dan stonden er al goden van minderen ranj; klaar, om eikaar in de haren te vliegen. Enfin, 't was vermakelijk en stich telijk, aber es war des Gaten zu viel, en zoo werd ik dan weldra geheel vreemd in het Jeruzalem der tchoolwtre'd. Door de boekjes : Nog bij moeder thuis en de Wereld ^n, aardige leesboekjes met kostelijke plaatjes, drong de naam Jan Ligthart tot mij door, dien ik voor een peeudoriem hieid, daar ik me niet goed kon vooretellen, dat een defiig Haagsen schoolhoofd zich zoo maar famil'aarweg Jan zou noemer. Een jaar of vijf geleden kwam mij een klein onderwijsblaadje in han den, genaamd School en L<>vin onder redactie van Jan Ligthart en Kübert pardon R. Oasimir. Wat een allemachtig aardig blaadje. Er stonden verstandige dingen in; er ston den wijze dingen in ; er stonden lieve din gt tjes in; er stonden gedichten in, die geen gedichten wilden zijn, allemaal geteekend Jan L.! Jan L. I Jan L. l En als je dan van pure bewondering voor zoo'n veelzijdig talent al half en half op je knieën gezonken was, dan kwam er een schot Los kruit", een dist chon of zoo wat, waarin die kostelijke Jan Ligthart zich voor den lezer verootmoedigde als o zoo'n zondaar, en waardoor hij met een theelepeltje echten humor den al te echwurmerischen lezer weer nuchter maakte. Voor dat honneponnige blaadje brak ik mijn eed. Ik abonneerde er mij op, en als ik 't Vrijdagsmiddags op mijn echrijftafel vond liggen, dan likte ik mij al om den moed in't zalige vooruitzicht eens heerlijk te smullen van de wijsheid, de verstandigheid en de nederigheid van Jan L. Wat kon hij de dingen allemenschelijk leuk zeggen. Soms voelde je hem als een man, een réchter, een huid ; maar dan was liij iu eens weer zoo Jezusachtig humaan, dat hij als 't ware zienderc ogen ineenkromp ! en je niet nalaten kon je voorover te buigen, om hem eeu soeu te geven. Hij voelde heelgoed, dat zijn lezers soms al te devoot tot hem opkeken en dan gooide hij er in eens een hte' ^eiïurfde. bewering uit, om een beetje gekakel in de run te brengen. Dan kwamen er vurige opponenten, die met uitgestoken handen werden ontvangen en fiinkwes rn^cbten zeegen, wat ze op 't hart hadden. Tot besluit zei Jan Ligthart dan zelf nog een beminnelijk woordje, waarin hij ieder de hem toekomende eer gaf en zelf bescheiden op zijn Etuk bleef staau. Marie keek 'n beetje verwonderd en antwoorde dat ZB 't niet wist. Als Jane zeggen kon waar ze 't gelezen had of hoe ze er aan kwam, kon ze misschien wat mear zeggen.., Dan zwegen ze weer 'n tijdje, totdat Jane weer begon: over 'n groot water zv.lt gij komen ie gaan en die u bemint. , ." Meid, viel Marie opeens in, dat heb je van de kaartlegster, schaap dat je bent!".,. 't Verwonderde Jane hoe Marie geen zuur gezicht zette, of haar verwijten deed en daarom vatte ze moed: ,.Nou goed, maar wat beteekent 't," vroeg ze met afgewend gezicht. Marie antwoorde lachend dat 't niks beteekende dan bedriegerij. Züo'n mensch wist niks meer van de toe komst dan wie ook, en 't was 't wijf allén te doen domme meiden van haar geld af ie helpen l Jane was onvoldaan, 'r moest toch wat achter steken meende ze. 't Klouk xco plech tig en -',e herhaalde bij zichzelf voor de dui zendste maal: d;e u bemin! zul bevrijd worden '. ' Toen Hnrougen de tranen in haar oogen en ze klaaj-'lt- zachtjes1: ..waarom komt ie nou niet?" Marie vond ''t mi beter dat ze maar wec-r naar huis keerden, en ze liepen langs den zelf leu wejïterug. Jlij <l -n overweg noesten zo wachten voor een binnenkomende trein. Stond er in een ander krantje eens een bewonderende beoordeeling van Jan Ligtharts boekjes en werd zyn persoon daar vleiend in besproken, dan nam hij zoo'n op stel gaarne in School en leven over; niet om dat hij ijdel was, maar och, een mensch is een mensch, weet je! Een paar jaar heb ik mij onder 't be schermende dakje van School en Leven be haaglijk gevoeld. In dien tijd heb ik zeker honderd berijmde verootmoedigingen van Jan L. gelezen, waarin hij zijn zondige ziel tot op 't hemd uitkleedde. Eerst klonk dat h«el lief. Maar op 't laatst dacht ik : wat hoeft dat telkens? Is de man werkelijk zoo zondig, als bij zich zelf voorstelt, laat hij zich dan stil houden en ergens kluizenaar worden. Zijn 't rethoiieche frazen, dan is zoo'n aanstellerij toch wel wat laag bij den grond. Enfin, ik wist 't niet. Fn om ten minste van dit schoolblaadje een aangename herin nering te kunnen behouden, bedankte ik ten slotte voor mijn abonnement. De bundel Over opvoeding is een jaargang School en Leven in pontificaal. Je vindt er verstandige dingen in : 2, 4,11; je vindt er wijze dingen in: 7, 8, 9; je vindt er lieve dingen in: l, 6; je vindt er een gewaagde bewering in : 3, die oppositie uit lokt, waarmee je 't volmaakt eens bet,t; en die gelegenheid geeft handjes te schudden, lonkjes te geven, lievigheden te zeggen en toch op zijn stut te blijven staan; je vindt er gedichten in, die geen gedichten willen zijn", je vindt er een heele massa iingenin, die net evengoed in een bundel: Over archi tectuur, of: Over luchticheepvaart zouden passen, maar die zich toch wel genoeglijk laten lezen ; je vindt er niet minder dan twintig schoten Los kruit in ; en 't geheel eindigt met een vrome verootmoediging: In schuldbesef, ge dicht op een tekst uit Paulus; dat alles in een behaagziek bandje met den naam Jan Ligthart in gouden lettertjes er op. En weer dacht ik, toen ik 't boek uit had: wat moet dit nu eigenlijk verbeelden: oprecht werk, of alleen maar een nitirg van levenekunst? Als ik niet zot verlegen zat met die overal uitstralende bescheidenheid, zou ik Jan Ligt hart willen noemen: de van-Dag-tot-Dagschrijver uit de schoolwereld Hil ?ersum, 31 Dec. 1908. J. KLBEFSTBA. EEN WELSCHE BIBLIOTHEEK. CardifF, de belangrijke havenplaats in het graafschap Wales en tegelijkertijd een der middelpunten van de nog steeds talrijke Keltische bewonera van dit deel van Engeland, bezit in zijne stedelijke bibliotheek een afdeeling, die in zoover eene der belangrijkste boek verzame lingen van de wereld kan genoemd worden, als zijnde defgrootste Welsche bibliotheek, binnen of buiten het Vereenigde Koninkrijk te vinden. Het Britsch Museum bezit slechts weinig boeken in de taal der inwoners van Wales, wat, behalve aan gebrek aan belang stelling in die literatuur, ook is te wijten aan de gebrekkige organisatie van den boek handel in dat gedeelte van Engeland, waardoor vele uitgaven nooit in Londen of het overige deel van de Britsche eilanden worden gezien. Toch bezit Wales een uitgebreide en vooral dichterlijke letterkunde en het is de Cardifier bibliotheek die er zich op toelegt die zooveel mogelijk te verzamelen en te completeeren. Het aantal boeken dat zij thans in de Welsche taal bedt bedraagt ruim 45.000, behalve nog een aantal vlugschriften, tijdschriften en talrijke manuscripter. EEN PKACHTWKBK. Ter gelegenheid van het tienjarig bestaan op l Januari 1910, zal door de redactie van de Cahiers de la quinzavne worden uitgegeven een gedachtenis-uitgave van POLYÉUGTE. De werkelijke scaoonheid van een boek aldus de redactie moet bestaan in de schoonheid van den tekst; de afwezigheid van iliustratiën; keurig zet werk; onberispelijken diuk ; het ontbreken van veelkleurige vignetten ; de fraaiheid van het papier en de beperkte oplage. Aan al deze eischen zal de voorgestelde uitgave vol doen. Het boek zal worden uitgegeven onder den titel Polyeucte, Martyr, trag die (Chrétienne) 1640, en bevatten, be halve den volledigen tekst van Corneille, de inleidende artikelen A la Reine régente" ; Abrésédu martyre de saint Poiyeucte", door Siméon Métaphraste en Examen de la pièce". De teks't zal met de band gezet woiden in een lettertype van de achttiende eeuw, terwijl het boek op de handpers in twee kleuren rood en zwart zal worden geBericiiten. BELASTING 01- ADVERTENTIES. Het Januarinummer van het engelsche tijdschrift Adeerliiing, magazijn voor publiciteit, bevat een interessante verzameling van meeningen van verschillende voorname parlementsleden over de wenschelijkhe;d van eene belasting op advertentien. De meesten zijn sterk tegen zulk een belasting op grond lat de handel er door belemmerd zal worden; sommigen willen do schreeuwende aanpiakbil/etren (Haring posters-) belas:en of die advertentiën welke de vdlen en de omgeviag bederven alsmede die van verderfelijken inhoud, maar overigens zijn allen het er over eens dat een belasting op de advertentien even ongehoord zou zijn als een belasting op het zonlicht. Adverteercn is da moior van den handel. WEI.I.S I;.NT NESUIT. Eerstdaags verschijnt van N. G. Wells een roman geen fantasti sche onder den ti'el Tono Bunaay:' en van H. Nesbit (mrs. Hnhert Blan.M een werk Salome and the head" waarin eene voorname danseres de hoofdptrso m is. 40 teatt yer r e gil. .BOUWT te NUNSPEET op de VELUWE. Inlichtingen bij Ar t i", doorloopende schilderijen-tentoonstelling aldaar. Noraaal-OnilErMBEiing van Prof.DrG. Lenige Fabrikanten W.BengerSöhne Stuttgart Hoofddepöt te AMSTERDAM: Kalverstr. 157 K. F. DEUSCHLE-BENGER. N. V. Amsterdamsche Boekhandel P. C. HOOFISTIUAT liö, AMSTERDAM. - TELEFOOX 5517. - ONZK AFDEFLINrt ANTJQUARIAAI" ZENDT OP AANVRAAG GRATIS FX FRANCO Catalogus No. i, over ca 1500 2e hands boe'-'en op het gebied der RECHTS-, STAATS- en SOCIALE WETEN SCHAPPEN, GESCHIEDENIS, LAND- en VOLKENKUNDE. Koopt UITSLUITEND BOTER ONDER RIJKSCONTROLE. De STAAT «ARANDKERT U een ONVERVALSOfT product. Boterhamlel KUIDLAREN", REGULIERSGRACHT 27. TELEFOON 8935.' Het treintje kwam ratelend aangereden uit de bocht tusschen de duinen. Het reed hen voorbij met bonken en schokken, naar het station, en Jane met 'n schreeuw plotseling: , Jezus meid, daar bè-je Klaas!" En weg was ze al. Maar bij het tourniket werd ze tegenge houden door den beambte: Wat mot dat jonge dochter, hier wachten asjeblieft, eerst de reizigers er uit"! Trappelend van ongeduld bleef ze staan en door 'n open deur za.^ ze eenige visfcherslui uitstappen; dan Klaas... Eerst liepen de kerels met hnn kleerzakken op den rug te zoeken waar ze heen moester, maar dan kwamen ze regelrecht naar den uitgang. Klaas zag haar al staan. 't Eera'.e wat ie vroeg, v as hoa laat of *.e z'n telegram hadden gekm;er:. Telegram," zei Jane verwonderd ,,'k weet van. niks!" Marie was ook hijgeko:nen: dag Klaas. . ." ..Dag Marie, altijd EO>; bij do *i:nen?' Neen," vervolgde Jane. we. heboen «een telegram gekregen . .." ,,'t Is ook Zondag" zei Marie . . . dan bestel len 7-e niet!'' Daar had j-; moeder ook a! , . wei, wel, on.ve menscb hoe maak j o 'i. ueen last van rimmctiolv met 't warme weer V' K:i K i K a-. tus-ciien.Jaii(' on M u ie ir, v.raatte maar door: Hoe staat 't met de nieuwe schuit, staat de mast 'r al SE? 'k Mag leiden dat ie wat harder opschiet dan 9^, want als 't stil wordt dan zeg die:'doe 't zelf maar!" En de papieren Jane, benne we al inge klaard? Zelle we morrige fijn laten beknoeie... Ja, we legge in IJmuie... van nachj: zijne we op sleeptouw genomen door 'n trawier, anders waren we met nieuwjaar nog niet aan den kant geweest.. . alsmaar blak ... geen zuchje... zóó was er een kouwtje en effe later, ba maar, óp was 't alweer ... nou, wat schiet je dan op?" En oome Pietcr en je vader. . zeker al lang thuis, ja die ouwe van je. Jan ', den deksel die weet 'r 'n foefia op, die krabt aan de mast als 't blak wordt... Maar allee, zijne we dan alweer . .." Later op den avond was er ge/eüig visite in de visscherawoning. Moeder had 'n ,,-:oet slokkie" en de gasten stootten de giaa=jes tej:en elkander . . Marie was 'r ook met haar vrijer de burgerjongen. Op eens toen 't gesprek niet vlotten wilde, vroeg Jane met 'u heel geleerd ges clit, wie er wist wat dat beteekende: die u bemint zrJ lii'vriiii U'ordtn"... Niemand wist 't, maar Klaas zei : bevrijd of gevrijd, da's 't zelfde; in 't Engelsrh zegp:en ze: ,,'c; go anker I""...

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl