Historisch Archief 1877-1940
No. 1649
DE AMSTERDAM M EU WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
DAMEjS.
BelrettiDg^D Toor vronw en.
Archivareeten; Bibliolhecaressen;
Reyittratie en Domeinen; Ontwerptters
van -hütoritche knttuwmt.
III.
JBANNBTTB E, BRADNB, AMBTENARES AAN.
REGISTRATIE EN DOMEINEN.
Jeannette E. Brauna te Haarlem is de eerste
juffer, geplaatst aan Registratie en Domeinen".
Zy ia haar loopbaan begonnea als secreta
resse by een advokaat op., kantoor, die tevens
secretaris was van eene Gezon
iheidscommissie, waarvan de werkzaamheden hoofd
zakelijk op haar neerkwamen. Het honora
rium, door den advokaat haar toegekend,
was niet groot, reden waarom zy uitzag
naar eene andere betrekking. Zy las eene
advertentie, om werkzaam te zyn aan
regi?tratie en domeinen. Er werd echter een
heer gevraagd. Hoewel Jeannette E. Brauna
nauwijjks wist wat een hypotheekbank was,
stapte zy naar het gebouw op de Nieuwe
gracht en meldde zich' aan, en ... hoewel
geen heer, werd zy aangenomen.
Onmiddelyk moest zy in functie treden.
Zg -werd gehonoreerd by het stuk. Na ver
loop van een jaar kreeg zij een. vast
tractement van / 400. Na 114 jarige werkzaamheid
werd zy geagreëerd. De Wet luidt: zy, die
meerderjarig zyn, in 't bezit van een goede
gezondheid {volgens advies van den dokter)
kunnen aangesteld worden, als Rijksambtenaar.
Na 3 jaar werken diende zy een leqnest
by den Minister in. Deze vroeg by' ver
schillende ambtenaren om hem te dienen
van advies. De adviezen waren gunsiig en
zy werd aangesteld als Rijksambtenaar.
Traktement ruim 700.?Gld.
Het begin dezer betrekking moet men
door de prak'ij k leeren. Hoewel talenkennis
geen vereischte is, moet men goed thuis
zyn in de Nederlandsehe taal.
Om hooger op te klimmen, heeft men
verschillende examens te doen.
De vereischte bekwaamheden voor ambte
naren by Registratie en Domeinen"
zynouiscnreven in het Koninkl. beol. van 20 Novem
ber 1908 no. 29, waarbij ?oor de examens de
volgende programma's zyn vastgesteld :
I o. Programma's voor het examen, af te
leggen door de Ry kakierken aan de kantoren
van de hypotheken, het kadaster en de
scheepsbewy' zen.
b. Programma's voor de examens, af te
leggen loor de Ryksklerken, andere dan die
aan de kantoren van de hypotheken, het
kadaster en de se heepsbe wij zen.
II Examen voor de Rijksklerken aan de
succes.-ie santoren.
III. Examen voor de Ryksklerken aan de
kantoren der registratie voor de burgerlyke
akten.
IV. Examen voor de Rijksklerken aaa de
kantoren der registratie voor de gerechtelij &e
akten.
V. Examen voor de Rijksklerken aan de
directiën der registratie eu domeinen.
Iedere afdeelirjg wordt volkomen door
verschillende bepalingen toegelicht.
In de'.en tijd, dat aan gjed en duidelijk
schrift, ten onrechte, geen zorg meer wordt
besteed, heeft de volgende algemeene bepa
ling: Duidelijk en net schrift, ook wat
cijfers betreft, is een vereischte beteekenis."
J. H. RÖSSIKG.
De DiEflwe dageut Toor flj
Een van de grootste veranderingen, die .ie
nieuwe staat van zaken in Turkije heeft
teweeggebracht, is wel dat de vrouwen er
zyn vrijgemaakt van den toestand van sla
verny, waaronder ze sinds eeuwen zuchtten.
Wy oatleenen daaromtrent eenige bijzonder
heden aan het Neues Wiennr Tageblatt.
Omstreeks vier uur in den namiddag,"
verhaalt een correspondent dezer krant, ging
ik met een vriend behoorend tot de
JongTurksche party en een Italiaanach collega,
naar Giostepe, een heuvel op hei Oostelijk
Strand van den Posphorus. Men verhaalt -lat
de geest van Mohammed deze p ek met zijn
IIIIIIIIIIIMIIIIIMIIIIMMlmlIllllllllllllltlMIMtfMIMIIIIIMIMlmilllMIMIIIIM
UIT DB
^?M
CCCIX. Februari.
De winter van de natuurvrienden is al weer
om. Al vriest het in Februari nog dat het
kraakt, al ligt. de sneeuw twee voet dik, elke
dag kan de dooi en een paar zomerache
dagen brengen, laat het alleen de drie zijn,
waarop Februari volgens de legende ree at
heeft. De planten- en dierenvrienden be
merken dat niet alleen, zy' geloovenhet, ook
zonder het te zien.
Want wie mee leeft met de natuur en
vooral de gelukkigen, die in de vrije natuur
een eindje van het drukke stadsleven hun
vry'e uren kunnen slijten, ge'oelen het aan
iets in hun innerste wezen, dat diep onder
de grauwe of witte winterdekens de slapers
zich nu al eens trachten om te keeren, zich
te rekken eu te strekken en al de gewone
teekenen geven, dat de diepe slaap al weer
voorbij is en het ontwaken nadert.
Ik ken geen grooter, zuiverder genot dan
het opsporen en nagaan van dat herleven,
dat opryzen uit den doodschijn ; en liefst van
het allereerste zwakke rillinkje, dat bewijst
dat er nog leven is, tot aan de volle ont
plooiing en uitgalming vau de uitbundige
levenslust en levenskracht. Dat is
dealjaarlijksche natuur-symphonie van de gematigde
luchtstreek, die telkens anders, nooit eentonig
is en zoo vaak verrassingen biedt.
De ware stadsmenschen, geboren en ge
togen tueschen steen en kalk, bespeuren dat
toch zoo wezenlek en oeroud gevoel in het
geheel niet of maar heel zwakjes. En toch,
wie van dezen ook maar een hoekje tuin
bezit of dicht bij een park of plantsoen
woont, zal zich zelf op een mooien dag in
Februari wel eens betrappen op een onwil
lekeurig stilstaan by een zwart doodsch perk,
waar 's zomers bloemen staan en waar nu
nog niets te zien is ; wel stijgt er een vreemde
geur uit op, de wortels en zaden gaan wei ken.
Ook bemerken de menschen mei een fijn
gevoel voor kleuren iets aan het gras en het
mos; tot de boomstammen toe wisselen van
tint- met het rijzen van de middag-.on; en
de twijgen veranderen van vorm, het is of
het kantwerk van de iepen een groeiend
weefael ij, dat langzaam, heel langzaam, maar
gestadig en merkbaar, dichter wordt.
En dat doet het ook; door sommige boomen
en struiken gaat een trilling van leven, de
sapstroom in hun binnenste begint te stijgen ;
adem gezegend beeft, en er eiken morgen
vol vreugde komt drinken van de kristallen
wateren van Giostepe ..."
En nu kwamen daar, in vroolijk dartele
troepjes, lachend en babbelend, de dames uit
de harems; ze hadden haar weelderige ge
vangenissen verlaten en verheugden zich in
onbeperkte vrijheid. Welk een vreemd gezicht
was dat l Ik vroeg mijzelf af wat ik, de
ongeloorige, hier deed te midden der geurige
bloesems van Allah en de werkelijkheid
scheen een droom en een visioen. Maar neen,
het was waar, en ik waa getuige van het
grootsch moment, waarop deze bekoorlijke
jonge vrouwen de wetten en vooroordeelen
van duizenden jaren trotseerend, de muren
van den harem hebben geslecht om de vrou
wen van Turkye m vryheid te atellen.
Mijn Italiaaneche collega deelde in mijn
verbazing, terwijl onze Jong Turksche vriend
ons aankeek, als wilde hij zeggen: Gy ziet
het, er is een nieuwe tijdrekening begonnen
voor de Turksehe vrouwen. Gij zyt getuige
van de reorganisatie van het vrouwecleven
in Turkye."
De dames er waren er over de driehon
derd schaarden zich rondom een geïmpro
viseerd podium, waarop zich bevond de
presidente Labineh-Hannnta, de vrouw van
den geneesheer Rifaat Pasba. De presidente
der voorstanders van 'rou venrechten in
Turkse ig jong en mooi en droeg een
kostuum, waaraan duidelijk de sporen waren
te onderkennen van een overgang der
Mahomedaansche tot de Europeesche kleedmg.
Het was nauwsluitend en 't gezicht waa
ongesluierd. Op 't hoofd droeg ze iets heel moois,
dat echter nauwlyks den naam van hoed
mocht dragen. Da dame sprak kalm en
duidelijk, maar nu en dan trilde haar stem
van ontroering. Zij zei d e: het licht dat over
ons land ia opgegaan, moet een ieder bestralen.
zonder onderscheid van sekse. Ook wij
vrouwen moeten er ons in koesteren, want
ook wy hebben 't recht ome vryneid te
verlangen. Wij wenschen hulp te verleenen
by de wedergeboorte aan ons geslacht; wy
wenschen rleel te nemen aan het stichten
van liefdadige instellingen, aan toevluchts
oorden voor de armen en hunne kinderen.
Maar wij moeten dezelfde rechten hebben,
dezelfde plaats innemen als Europeesche
vrou »en. En daarnaar strevend, moeten wij
krachtig zijn, sterk in deugd en eer. Wat
wy willen is volle gelijkheid, volkomen vrij
heid. De Turksche vrouw moet in 't vervolg
vrij kunnen ademhalen; 't ondragelijke lot
om bewaakt te worden in de slavernij van
deo harem, dat ons tot nu toe totslavmuen
heeft gemaakt en ons vernederd in onze
vrouwelijke waardigheid, behoort tot 't ver
leden. Het Turksche famil eleven moet nu
worden opgebouwd op de grondslagen van
recht, vrijheid en gelijkheid. Wij willeo den
harem ontvluchten en onze leuze moetzyn:
Weg met den harem ! Leve de vrijheid en
gelijsheid der seksen!"
De rede der presidente werd herhaaldelijk
onderbroken door geestdriftig applaus, en
toen zij had uitgesproken, werd zy, on Ier luid
gejubel, opgebeurd tot schou iershoogte.
W, rkelijk bij dat tooneel, en ziende de kiene
blanke handen, PCiitterend van juweelen,
die zoo geestdriftig zich bewogen, waande
men zich verplaats naar Madixon S<] iare
te New-York, 'op een meeting van vrije,
Amerikaansche vrouwen. Al die jonge vrou
wen verdrongen zich om de presidente,
vragend: Wanneer zullen Wij weer bijeen
komen?" Niet zoo heel spoedig," antwoordde
de presidente, maar ik zal u roepen ter
rechter tyd." Anderen riepen: Wat een
heerlyk begin! Maar nu gaan we o )k naar
't theater." En naar 't Tocatlian" (*en groote
brouwerij op den weg naar Pers) gingen
anderen voort. Natuurlijk, natuurlijk l" riep
een jonge echoone, en naar bals en diners
in 't Stadspark; we zullen even vrij zy'a als
de Europeesche vrouwen."
Onze Jong Turksche gids merkt» op:
't Tooneel dat gij daareven gezien hebt, zal
historisch blijven. Na eeuwen van slavernij,
ia voor onze vrouwen de dag der vrijheid
hazelaara en elzen glimmen rood en paars
op in het zonnelicht, en óór het einde van
de maand speelt de wind met hun bloemen
en slaat de vleugel van een jolige blauwe
pimpelmeea goudstof uit hun voorjaarsfranje.
En die meesjes zelf, ik weet een speelboom
waar ze geregeld samenkomst hebben, het
ia er een en al levensvreugde ; hun dartel
heid werkt aanstekelijk. Wanneer andere
vogeltjes, rpodborst, vink en musschen in
den boom een oogenblikje rustig zitten en
er komen een paar pimpelmeesjea aange
vlogen, dan is dadelijk de pret aan den gang,
net een troepje dorpskinderen, dat duikelt
en buitelt om de slappe twijgjes, dat stoeit
en dat ravot met open bekjes, hijgend
van inspanning; even uitrusten, maar vooral
niet lang; daarbij fluit en tinkelt en zingt het
zonder ophouden. De bonte, geel-en zwarte
koolmees met zijn witte wangetjes kan over
gekomen. Spoedig zal de echo hiervan geiioord
worden uit de provincie. In 't teeken van
Europa, zal de wedergeboorte van ons gealacat
plaats vinden."
De zon ginj; onder; haar gouden licht
overstraalde den hemel van Giostepe tot ver
over den Gouden Horen. Langzaam, in kleine
groepjes, verlieten de dames van den harem
de plaats, waar de dageraad van de vrijheid
voor haar was gerezen en toen de laatste
verdwenen was, scheen het alsof een schoone
droom geëindigd was. Inmiddels heeft de
beweging zica uitgebreid en uitKonstantinopel
komt het beiicht, dat er zich een club van
Mahomedaansche en Christen vrouwen heeft
gevormd. C. C.
De Trouw ia Bosiiëea Herzsgowina,
Toeu door 't tractaat van Berlijn, Bosni
en Herzegowina waren toevertrouwd aan 't
beheer van Oostenryk, waren zij door de
bergen en door hunne wijze van leven, bijna
geheel afgezonderd van 't overige Europa.
Vooral in 't binnenland, was het leven nog
Uiterst primitief en heerschte overal 't recht
van den sterkste. Deze wet van ruwe kracht
drukte buitengewoon hard op de vrouwen;
in zulke mate, dat de eerste beweging onder
de nieuwe toestanden zich bezig rjield met
't verbeteren van haai lot. Al leeft de
Mihomedaansche vrouw in Bosnië, evenals bij de
meeste welgestelde Oosterlingen, in
ma.erieele welvaart, zij is weinig meer dan een
slavin. Zy wordt met teederneid verzorgd en
achter de getraliede vensters en muren van
tuar gevangenis, brengt zij hare dagen in
luiheid en eentonigheid door, vol droomerige
tevredenheid. Zelfs ondervindt zij niet de
opwinding, die in den harem de jalouzie
gewoonlijk geefl, daar zij geen mededmaster
heeft. Zy heerscht als de eenige vrouw vau
haar echtgenoot, daar in Bosniëde muaelman
de veelwijverij niet huldigt om Jat hij den
vrele lief heef:," zooals hij zegt. De overige
bevolking houdt zich nog streng aan de
Slavische overleveringen. Het familie- of
p*triarchale systeem is nog in vollen bloei
in de dorpen. Geslachten van honderd of
tweehonderd leden erkennen alle hun
opperboufd. Dat hoofd ia souverein, wetgeve en
rechter tegen wien geen ^erzet mogelijk is.
Zijn vrouw deelt in zijn gezag, otfent absolute
heerschappij over de vrouwen van den stam.
Geen vrouw bereikt die eer, vóór haar
ouderdom; zij geniet die alleen aan 't eitd
van een leven vol moeilij {heden ea slavernij.
Het jongemeisije is, in die primitieve landen,
mooi, intelligent, poëtisch engoedgehumeur i.
Zoo geheel gaat zij op in haar illusies, dat
deze zelfs niet verstoord worden door het
ellendig lot harer getrouwde zusters, dat zy
da^elijss voor oogen heeft. Het, huwelijk is
haar eenig levensdoel, het eenig onderwerp
vau haar tedachten. In een land waar het
bijgeloof nog alom heerscht, vereenigen zich
daarop al de toovermiddelen der wijze vrou
wen, al de hulpmid telen der sybillen
Het meisje raadpleegt voortdurend waar
zegsters en toovenaarsters. Steeds zoekt zij
naar een liefdedrank, die haar de liefde van
een echtgenoot zal doen wi&nen eji behouden
een moeidjk probleem in een^and, waar
't gevoelsleven on >ekerni is en waar
meisjesdroomen eindigen, zoodra zij een meesttr
heeft gevonden en een slavin geworden ie.
Onder de toovermiddelen waartoe 't meisje
haar toevlucht neemt, bekleedt de nieuwe
maan eeu eerste plaats; als zij die ziet, roept
zij O maan, ik bezweer u bij u «v jeugd, gij
die de geheele wereld rondgaat, indien gij
mijn toekomstigen echtgenoot ziet, zeg hem
dat hij tot mij komt." Maar heeft de nieuwe
maan haar geschonken wat haar hart begeert,
dan begint voor de Bosnische vrouw een leven
waaruit al de hoop en de vreugd der jeugd
verdwenen zijn. Vooral 't eerste jaar van haar
huwelijksleven is zeer hard - zij moet't eerst
opstaan en 't laatst ter ruste zich begeven.
Zij moet voor 't geheele ge'.in de martijden
bereiden, maar mag '.elf niet aan den disch
neerzitten, 't nederigste werk verrichten.
maar geniet geen der voorrechten van de
getrouwde vrouw, daar ze steeds onder 't
gezag van haar schoonmoeder staat.
C. C.
Speenkruid.
slaan tot uitgelatenheid; en van dolle pret
wordt het op eens een ernstig krakeel, waarbij
veeren vliegen op den wind. Daarna opeens
doodsche stilte, een mannetje, een artist in
zijn soort, gaat op een hoog takje zitten aan
den buitenkant van het twijgenhuis, het kopje
rekt zich en zinkt weer terug, de vleugels
zakken neer dat van achteren de grijze donsrug
zichtbaar wordt; de snavel trilt even en daar
welt en borrelt heel heel zacht een liedje,
kunstig door eenvoud, liefelijk en teer, een
liedje, dat de koolmees maar zeer zelden laat
hooren, het eerete ILd van liefde en verlan
gen. Eerst zwijgen alle boomvriendjes, erg ver
wonderd, dan draaien zij hun kopje naar den
troubadour, gtaar'jes wippen, vleugels klep
pen van ontroering, ze luisteren eventjes
aandachtig toe; maar, het zijn weer net kin
dereu, veel geduld hebben ze niet; ze gaan
meedoen, de roodborst stemt, een vinïbrengt
een zwak preludium voort
van zijn lent lied, een
groenvink trillert als een
scnelleje, musechen
ijdpen er doorheen en nu
ruw en luid gaat het cres
cendo, tot het een chaos
van geluidjes wordt, op
stijgend en uitstralend uit
den speelboom tot in de
uiterste hoeken van den
grooten leegen tuin.
Een groote zwarte me
rel, die op den grond m
het half losgedekte
crocuspark aan het
wormentrekken was, hoort het
meezenlied en het zwpar
gerncüt dat er op volgt;
hij draait om met een
sprong, den kop op het
concert gericht; zijn lange
staart gaat loodrecht
overeiud, zijn oranje bek opent
zich, de poolen b u gen
samen en met een schrik
kelijk overluid tjing,
tjing, tsieng l' als een
onverwachtte triangels ag,
veert hij de lucht in, op
den speelboom toe ; zoo
komt een afgunstige
bulhnnd aaustuiven op een
troep spelende doerj^H en
mopjes; daar vait de merel
onder de lustige kleinijes
Een drama van Ooetke in 't Eeperanlo op
gevoerd. Triomf van Berttie Cerny.
De Vrouw en de Wet. Sango-mtlk.
Goethe zal op den Olympus wel vernomen
hebbeo, dat zijn drama Iphigenia" in'c Es
peranto is opgevoerd.
Op het taaicongrea, dat in deu zomer van
't vorig jaar, van 16?22 Augustus te Dresden
plaats vond, onder 't patronaat van den koning
van Saksen, is Goethe's beroemd werk in
't Esperanto gespeeld. De vertaling was" van
dr. Zamenhof De hoofdrollen werden vervuld
do >i den tooneelnpeier Reicher en zijne
dochter Friiuiein Reicher. De opvoering viel
zoozeer in den smaak der circa 2000
saamgestroomde Esperantisten, dat men besloot,
meerdere klassieke werken in de wereldtaal
over te zatten.
***
Het tooneelwerk van Henry Becque la
Parisienne" was in 1890, bij de opvoering
in het THéAlre Fran/;iis te Parjjs, on four
complet," volgens den beroemden
tooneelkritikus Franc.eque Sarcey.
Toch voorspelde de y'verige, scherpzinnige
medewerker van Le emp»" dat la Pari
sienne" allicht over twintig jaar tot baar
recht zon komen.
iSa het fiasco in la maison de Molière,
kwam ,/a Parisienne" met redelijk succes
voor 't voetlicht in de Vaudeville waar
Réjine Henry Becque's heldin: Clotilde, uit
beeld ie.
La Parisienne werd in 't O léon, en in het
Tnéaire Antoine gespeeld. Ongeveer twintig
jaar na de mislukking m 't ToétreFraEcais,
besloot de directie het nog tens te wagen
met Becque's knap tooneelwerk.
De opvoering in 1&90 was 't,droevig resul
taat van stremmende omstandigheden. Jeanne
Sainary zou de Pansieune vertolken; de be
gaafde actrice werd ziek en stierf. De repe
tities wareu'in gang. Wie moest Clotilde zijn?
En déseepoir de cause," viel de keuze op
mlle Reichernberg, snoezigste, beminnelijkste
ingénue vaa haar tijd, volmaakt in hdar genre.
Ieder, die 't voorrecht heeft gehad de
bekoorlijk-reine, ongeëvenaard gracieuse
Reichemoerg met haar zilfer stemmetje, en ver
rukkelijke dictie te zien spelen, moet erkennen
dat zij als ingénue, niet te overtreffen was,
iniiiir, de last van Cloülde, van Becque's ge
compliceerde Parisienne, ging de draagkracht
van R ,-icheunerg's tenger figuurtje te boven.
Zij is bezweken onder het psychologisch
raadsel, waarvan zij de oplossing niet wist te
vinden.
Met sidderen en beven, aanvaardde thans
de jeugdige, talentvolle Berthe Cerny van het
Ti;éfure Francais de opdracht, de rol van
Clotilde in studie te ntmen.
Beithe Cerny, de onberispelijke Moli
revertolkster doorleeft haar rollen, zij is abso
luut n met de figuur, die zij uitbeeldt. ?
De jonge sociétaire van het maison de
Molière heeft Becque's heldin beluisterd,
onderzuc it, getoetst, bestudeerd in aile
schuilfjoekjt-s van naar ingewikkeld samenstel; het
is der ijverige tooneelspeelster geiukt een
Clotilde te creëeren, gaaf, harmonisch, com
pleet. Aan Bertüe Cerijy, die de vorige week
la Ville Lutnière met haar schitterende kunst
uiting in verrukking biactit, komt de eer toe,
la Parisienue" begrijpelijk «n aanneembaar
te hebben gemaakt voor 't publiek.
Sardou en Sarcey, die indertijd aandron
gen op de vertooaiDg van Henry Becque's
meesterwerk, hebbeu Clotilde naar waarde
geschat. Aan den arbeid van den dramaturg
haperde niets, de ware vertolkster was nog
met gevonden. Ttiacs wordt die begroet,
gehuldigd eu gelauwerd in de geestige, veel
zijdig ontwikkelde Barthe Cerny.
* *
*
neer als een grooie zwarte boeman; woest
schalt nog eens zijn tfjing, tsieng, tsieng, de
lauge staart slaat weer omhoog, pauwt zich
uit tot een waaier, daalt dan langzaam neer
en plooit zich samen tot de gewone smalle
band. Het musiceerende volkje 'u verstomd;
en alle tegelijk, met het geeuw va» een avond
windje door bet zornerloof, golft de heele
vrooiijke bende weg uit den boom; de zwarte
spelbreker heeft zijn zin. Hij gaat weer
wormen zoeken, gelijkvloers en met ij /er.
Maar het zeldzaam meezenliedje heeft ook
in het z \arte merelkopje iets gewekt, een
vage sluimerende herinnering aan net vorige
j-iar, aan een nest met mooie grijs-blauwe
eiljrfS en aan open kindermondjes; dat maakt
hem verstrooid, ae worm ontonapt zyn anders
nooit falenden snavel; hij draait zich
haastig oiu of hij nog het meezengeroep
hoort. Maar die drukte-makers zijn weg;
haastig vliegt hy' omhoog en terug naar
den boom van zooeven; zijn staart-spreidt
weer uit tot een pauwenwaaier, en, voor het
eerst van het jaar, klinken door den tuin
de zes tiuittoonen van het merellied; het
gaat nog wat heesch en zwak ; de vogel
verbaast zich over zijn eigen ge.uid; hij
kijkt rond nieuwsgierig wie dal zijn mag,
die daar een zoo bekende en nu toci zoo
nieuwe klank doet hojren. Ea hij gaat
droomen, het kopje trekt zich terug in de
halsveeren, de vleugels vallen neer dat de
punten diep ouder den staart uitsteken, de
pooien zakken door; als een groote zwarte
veeren bal zit de merel te soezen op den
tak. Zijn voorjaarsleven is begonnen.
Daarvan is ook in vele stadsparken heel
wat te zien; ook de houtduif en in de boomen
langs de grachten laten zoo nu en dan al
een zwak gekoer hooren, de kraaien met de
witte btkhoeken, de roekenben ieii in hot
plantsoen, stoeien en vecnten veel heftiger
dan tot nu toe; uit de irpentoppen dreunt
van den morgen tot den avond hun overlu de
tocti niet ouvriendelijk, ujaar wat
klagend-kliukende g* kras. Op de stadameeuwen schijnt
de naderende leute nog geen vat te hebben;
zij ge «en hier ten miiisie geen atidere ge
luiden dan van honger en afgunst; ik heb
ze nog nooit tnet elïaar zien spelen, wel
eens vlieikunsten vertoouen; maar dat kan
aan mijn wmnge gelegenheden tot waarne
ming liggen. Tuch teekent de natuur op hun
mooie lijfjes aan, hoe het staat met den tijd
van het jaar; het donker halve maantje op
den zilveren iueeu\venkop achter het oog.
Dr. A. Panagiotaton, medica, is de eerste
vrouw in Griekenland, die als docente is toe
gelaten aan de universiteit van Athene.
* *
*
Mevrouw Lucie Félix-Faure Goyan, dochter
van den overleden president van Frankrijk,
de ijverige schrijfster, de gevoelige dichteres,
en bekwame Dante-vertaalsier, heeft een
keurig artikel geschreven over de
wenscdelijkheid, dat vrouwen en meisjes niet als
geheel onbekenden staan tegenover wetsbe
palingen, die bij huivelykssluiting en ontbin
ding, erfenissen, voogdijschap, huur contrac
ten, en hanrJelsbepalingen, voor de vrouw
dikwijls van 't opperste belang zijn.
Wy willen geen stoet deftige, in toga
gehulde, vrouwelijke rechtsgeleerden kwee
ken, zegt mevrouw Goyau, wij willen aller
minst op uithuizigheid van onze meisjes en
viouwen aandringen, en baar opdringen, dat,
haar taak ligt midden in de groate
menschen-maatBchappy', ver van huis en hof.
Allerminst.
Het gaat echter niet aan, dat een vrouw
onervaren is als een onnoozel speelech kind
in wetielijke verordeningen en bepalingen.
In de rue de Laborde is een onderwijs
inrichting geopend, waar aan meisjes en
vrouwen cursussen worden gegeven in prak
tische recht wetenschap.
De dames d'Leindre en Raimondi direc
trices de l'Institut féminin de Droit pratique,
zijn haar nieuwen werkkring met proote
opgewektheid begonnen. Mevrouw Goyau
verwacht niet anders dan goede resultaten
van dezen noodigen, door het gezond ver
stand aangewezen arbeid.
***
Onder den naam Sango-melk (bloed-melk)
wordt melk in den handel gebracht, die een
vrij groote hoeveelheid ijzer bevat. Dit nieuwe
staal-pre paraat wordt verkregen door het
voeden der koeien met ijzerzout houdende
koeken. Door 't gebruik van dit bizon Ier
voedsel is de verandering in de samenstelling
van de melk na korten tyd reedn aanzienlek.
De Sango-mels vertoont in smaak, uiterlijk,
noch verteerbaarheid een enkele afwyking
van gewone melk.
In Berlijnsche ziekenhuizen zyn reeds met
goed gevolg proeven .genomen met
Sangomelk, die als n euw genee-raid lel moet die
nen om bloedarmoede bleekzucht en ver
magering' te bestrijden. By' patiënten die
Sango-melk dronken, nam het, lichaamsge
wicht toe, en verbeterde het gehalte van
het bloed.
De talloow staal-preparaten zijn dus we
derom met n vermeerderd. Wij moeten er
dankbaar voor zijn, zoolang het aantal
bleekneuzige, uitgeputte prooien, lijders aan bloed
armoede en zenuwacntigheid, niet vermindert.
CAPBICE.
* **
Veeren-schoonmaktn. Om veeren van
dameshoeden te reinigen (struisv'eeren enz.) plaatst
men ze in een bad, dat verkregen wordt door
het oplossen van l deel kristal soda eu 10
deelen water. De veeren worden met het
onderste gedeelte van de schacht door mid
del van draad aan staafjes bevestigd, zoodanig,
dat zij elkaar ZOD min mogelijk aanraken. De
staafjes legt men naast elkaar op den rand
van het reservoir, dat de soda-oplossing be
vat, hetwelk zoo hoog moet zijn, dat de veeren
den bodem niet raken.
De soda-opiossing wordt tot op 80 4 90°C.
verhit, doch mag niet koken. lu een uur is
de reiniging gewooniijk geschied, waarna men
staafje voor staafje er uit haalt en de veeren
laat uitdruipen; vervolgens spoelt men ze af
door ze een paar malen in schoon water te
dompelen. Het is aan te bevelen de veeren
in schoon water te hangen, om ze voor stof
te beschermen.
Voor zeer vuile veeren, welke door deze
behandeling nog niet geheel gereinigd zyn,
gebruikt men zeep oplossingen van goede
kernzeep (15 l tot 200 ?ram zeep op L liter
water) en gaat daarmede op dezelfde wijze
te werk als bij de eerste reiniging met
sodaop lossing.
Ja *el, goede vrind Dodde uit mijn kinder
jaren, ik was juist van plan je te gedenken; jij,
slimmerd, weet de warmte van de stadshuizen
wel te waardeeren; maar zoo gauw luwt het
niet in de lucht, of je gaat den boer op en laat
ons hier verlangen naar je gezellig babbeltje.
wordt elke week een raudja breeder ea als
in het eind ;an de maand de hazelaars zijn
uitgebloeid en de vroegelingen hun witte
kruisjes, de eerste sneeuwklokjes hun witte
ballons uit het groene kopje steken en, een
maand vóór de massa komt, het eerste gouden
speenkruid boven het dorre loof de blijde
verwachting verkondigt, dan is de
meeuwenkop al halverwege, eoins al geheei koffiebrnin
geschilderd; en dan ia er alweer een wit half
maantje op de plaats gezet, van waaruit zich
eiken nawinter het zwarte mulpje zich over
den witten kop heentrekt. Alsdemeeuwenkop
pen geheel en al bruin zijn geworden, zien wij
in de stad nog maar zelden een meeuw, dan
is het al weer volop lente; en wanneer ik ze
in d* gracht voor mijn huis ter u K krijg, is de
zomer al weer heen en de braine kop meteen
weer verdwenen.
Onder het dreunen van de tram door, hoor
ik op het oogenblik een zwak vret-m l ge
klapper in den grooten plataan achteruit vlak
bij mijn venster. Een spreeuw. Het is of het
dier my waarschuwen wil, dat ik hem vooral
niet moet vergeten, dat hij toch ook in de
stad is gebleven, ondanks de Joude en nu
begin Februari al zijn lenteliedie instudeert.
Wij moeten het hier stellen met de lijsters,
de meezen, de duiven, de meeuwen en een
dood enkel roodborstje en winterkoninkje
en vink. Basterdnachtegaal en groenvink ko
men alleen bij uitzondering zoo vroeg tot de
atadsmenschen. En als wij stadslui, van de
week of in de volgende, villen zien of de
leeawrik en de kievit er al zijn, of de bijen,
hommels, de citroentjes en atalanta's al
uitvliegen, dan moeten we eerst een halfuurtje
sporen; maar dat heeft ieder natuur vriend
er voor o'er. Dan krijgen we na een zware
vier maanden met druk huiswerk weer een
paar maanden van buitenwerk, van
herademen eu opleven met de jonge, frissche
snel opgroe ende natuur; dat wonderlijk her
leven brengt de jongeren van hen, oie er aan
leg en gevoel voor hebien, in jubel over
hun jeugd ; zij gevoelen aan wie de heele
wereld toebehoort; maar het ve'jongt geluk
kig ook ons ouderen, althans voor een pooi-j e.
E. HKI.MANS.
j