De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1909 31 januari pagina 5

31 januari 1909 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1649 DE AMSTERDAM M EU WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. DAMEjS. BelrettiDg^D Toor vronw en. Archivareeten; Bibliolhecaressen; Reyittratie en Domeinen; Ontwerptters van -hütoritche knttuwmt. III. JBANNBTTB E, BRADNB, AMBTENARES AAN. REGISTRATIE EN DOMEINEN. Jeannette E. Brauna te Haarlem is de eerste juffer, geplaatst aan Registratie en Domeinen". Zy ia haar loopbaan begonnea als secreta resse by een advokaat op., kantoor, die tevens secretaris was van eene Gezon iheidscommissie, waarvan de werkzaamheden hoofd zakelijk op haar neerkwamen. Het honora rium, door den advokaat haar toegekend, was niet groot, reden waarom zy uitzag naar eene andere betrekking. Zy las eene advertentie, om werkzaam te zyn aan regi?tratie en domeinen. Er werd echter een heer gevraagd. Hoewel Jeannette E. Brauna nauwijjks wist wat een hypotheekbank was, stapte zy naar het gebouw op de Nieuwe gracht en meldde zich' aan, en ... hoewel geen heer, werd zy aangenomen. Onmiddelyk moest zy in functie treden. Zg -werd gehonoreerd by het stuk. Na ver loop van een jaar kreeg zij een. vast tractement van / 400. Na 114 jarige werkzaamheid werd zy geagreëerd. De Wet luidt: zy, die meerderjarig zyn, in 't bezit van een goede gezondheid {volgens advies van den dokter) kunnen aangesteld worden, als Rijksambtenaar. Na 3 jaar werken diende zy een leqnest by den Minister in. Deze vroeg by' ver schillende ambtenaren om hem te dienen van advies. De adviezen waren gunsiig en zy werd aangesteld als Rijksambtenaar. Traktement ruim 700.?Gld. Het begin dezer betrekking moet men door de prak'ij k leeren. Hoewel talenkennis geen vereischte is, moet men goed thuis zyn in de Nederlandsehe taal. Om hooger op te klimmen, heeft men verschillende examens te doen. De vereischte bekwaamheden voor ambte naren by Registratie en Domeinen" zynouiscnreven in het Koninkl. beol. van 20 Novem ber 1908 no. 29, waarbij ?oor de examens de volgende programma's zyn vastgesteld : I o. Programma's voor het examen, af te leggen door de Ry kakierken aan de kantoren van de hypotheken, het kadaster en de scheepsbewy' zen. b. Programma's voor de examens, af te leggen loor de Ryksklerken, andere dan die aan de kantoren van de hypotheken, het kadaster en de se heepsbe wij zen. II Examen voor de Rijksklerken aan de succes.-ie santoren. III. Examen voor de Ryksklerken aan de kantoren der registratie voor de burgerlyke akten. IV. Examen voor de Rijksklerken aaa de kantoren der registratie voor de gerechtelij &e akten. V. Examen voor de Rijksklerken aan de directiën der registratie eu domeinen. Iedere afdeelirjg wordt volkomen door verschillende bepalingen toegelicht. In de'.en tijd, dat aan gjed en duidelijk schrift, ten onrechte, geen zorg meer wordt besteed, heeft de volgende algemeene bepa ling: Duidelijk en net schrift, ook wat cijfers betreft, is een vereischte beteekenis." J. H. RÖSSIKG. De DiEflwe dageut Toor flj Een van de grootste veranderingen, die .ie nieuwe staat van zaken in Turkije heeft teweeggebracht, is wel dat de vrouwen er zyn vrijgemaakt van den toestand van sla verny, waaronder ze sinds eeuwen zuchtten. Wy oatleenen daaromtrent eenige bijzonder heden aan het Neues Wiennr Tageblatt. Omstreeks vier uur in den namiddag," verhaalt een correspondent dezer krant, ging ik met een vriend behoorend tot de JongTurksche party en een Italiaanach collega, naar Giostepe, een heuvel op hei Oostelijk Strand van den Posphorus. Men verhaalt -lat de geest van Mohammed deze p ek met zijn IIIIIIIIIIIMIIIIIMIIIIMMlmlIllllllllllllltlMIMtfMIMIIIIIMIMlmilllMIMIIIIM UIT DB ^?M CCCIX. Februari. De winter van de natuurvrienden is al weer om. Al vriest het in Februari nog dat het kraakt, al ligt. de sneeuw twee voet dik, elke dag kan de dooi en een paar zomerache dagen brengen, laat het alleen de drie zijn, waarop Februari volgens de legende ree at heeft. De planten- en dierenvrienden be merken dat niet alleen, zy' geloovenhet, ook zonder het te zien. Want wie mee leeft met de natuur en vooral de gelukkigen, die in de vrije natuur een eindje van het drukke stadsleven hun vry'e uren kunnen slijten, ge'oelen het aan iets in hun innerste wezen, dat diep onder de grauwe of witte winterdekens de slapers zich nu al eens trachten om te keeren, zich te rekken eu te strekken en al de gewone teekenen geven, dat de diepe slaap al weer voorbij is en het ontwaken nadert. Ik ken geen grooter, zuiverder genot dan het opsporen en nagaan van dat herleven, dat opryzen uit den doodschijn ; en liefst van het allereerste zwakke rillinkje, dat bewijst dat er nog leven is, tot aan de volle ont plooiing en uitgalming vau de uitbundige levenslust en levenskracht. Dat is dealjaarlijksche natuur-symphonie van de gematigde luchtstreek, die telkens anders, nooit eentonig is en zoo vaak verrassingen biedt. De ware stadsmenschen, geboren en ge togen tueschen steen en kalk, bespeuren dat toch zoo wezenlek en oeroud gevoel in het geheel niet of maar heel zwakjes. En toch, wie van dezen ook maar een hoekje tuin bezit of dicht bij een park of plantsoen woont, zal zich zelf op een mooien dag in Februari wel eens betrappen op een onwil lekeurig stilstaan by een zwart doodsch perk, waar 's zomers bloemen staan en waar nu nog niets te zien is ; wel stijgt er een vreemde geur uit op, de wortels en zaden gaan wei ken. Ook bemerken de menschen mei een fijn gevoel voor kleuren iets aan het gras en het mos; tot de boomstammen toe wisselen van tint- met het rijzen van de middag-.on; en de twijgen veranderen van vorm, het is of het kantwerk van de iepen een groeiend weefael ij, dat langzaam, heel langzaam, maar gestadig en merkbaar, dichter wordt. En dat doet het ook; door sommige boomen en struiken gaat een trilling van leven, de sapstroom in hun binnenste begint te stijgen ; adem gezegend beeft, en er eiken morgen vol vreugde komt drinken van de kristallen wateren van Giostepe ..." En nu kwamen daar, in vroolijk dartele troepjes, lachend en babbelend, de dames uit de harems; ze hadden haar weelderige ge vangenissen verlaten en verheugden zich in onbeperkte vrijheid. Welk een vreemd gezicht was dat l Ik vroeg mijzelf af wat ik, de ongeloorige, hier deed te midden der geurige bloesems van Allah en de werkelijkheid scheen een droom en een visioen. Maar neen, het was waar, en ik waa getuige van het grootsch moment, waarop deze bekoorlijke jonge vrouwen de wetten en vooroordeelen van duizenden jaren trotseerend, de muren van den harem hebben geslecht om de vrou wen van Turkye m vryheid te atellen. Mijn Italiaaneche collega deelde in mijn verbazing, terwijl onze Jong Turksche vriend ons aankeek, als wilde hij zeggen: Gy ziet het, er is een nieuwe tijdrekening begonnen voor de Turksehe vrouwen. Gij zyt getuige van de reorganisatie van het vrouwecleven in Turkye." De dames er waren er over de driehon derd schaarden zich rondom een geïmpro viseerd podium, waarop zich bevond de presidente Labineh-Hannnta, de vrouw van den geneesheer Rifaat Pasba. De presidente der voorstanders van 'rou venrechten in Turkse ig jong en mooi en droeg een kostuum, waaraan duidelijk de sporen waren te onderkennen van een overgang der Mahomedaansche tot de Europeesche kleedmg. Het was nauwsluitend en 't gezicht waa ongesluierd. Op 't hoofd droeg ze iets heel moois, dat echter nauwlyks den naam van hoed mocht dragen. Da dame sprak kalm en duidelijk, maar nu en dan trilde haar stem van ontroering. Zij zei d e: het licht dat over ons land ia opgegaan, moet een ieder bestralen. zonder onderscheid van sekse. Ook wij vrouwen moeten er ons in koesteren, want ook wy hebben 't recht ome vryneid te verlangen. Wij wenschen hulp te verleenen by de wedergeboorte aan ons geslacht; wy wenschen rleel te nemen aan het stichten van liefdadige instellingen, aan toevluchts oorden voor de armen en hunne kinderen. Maar wij moeten dezelfde rechten hebben, dezelfde plaats innemen als Europeesche vrou »en. En daarnaar strevend, moeten wij krachtig zijn, sterk in deugd en eer. Wat wy willen is volle gelijkheid, volkomen vrij heid. De Turksche vrouw moet in 't vervolg vrij kunnen ademhalen; 't ondragelijke lot om bewaakt te worden in de slavernij van deo harem, dat ons tot nu toe totslavmuen heeft gemaakt en ons vernederd in onze vrouwelijke waardigheid, behoort tot 't ver leden. Het Turksche famil eleven moet nu worden opgebouwd op de grondslagen van recht, vrijheid en gelijkheid. Wij willeo den harem ontvluchten en onze leuze moetzyn: Weg met den harem ! Leve de vrijheid en gelijsheid der seksen!" De rede der presidente werd herhaaldelijk onderbroken door geestdriftig applaus, en toen zij had uitgesproken, werd zy, on Ier luid gejubel, opgebeurd tot schou iershoogte. W, rkelijk bij dat tooneel, en ziende de kiene blanke handen, PCiitterend van juweelen, die zoo geestdriftig zich bewogen, waande men zich verplaats naar Madixon S<] iare te New-York, 'op een meeting van vrije, Amerikaansche vrouwen. Al die jonge vrou wen verdrongen zich om de presidente, vragend: Wanneer zullen Wij weer bijeen komen?" Niet zoo heel spoedig," antwoordde de presidente, maar ik zal u roepen ter rechter tyd." Anderen riepen: Wat een heerlyk begin! Maar nu gaan we o )k naar 't theater." En naar 't Tocatlian" (*en groote brouwerij op den weg naar Pers) gingen anderen voort. Natuurlijk, natuurlijk l" riep een jonge echoone, en naar bals en diners in 't Stadspark; we zullen even vrij zy'a als de Europeesche vrouwen." Onze Jong Turksche gids merkt» op: 't Tooneel dat gij daareven gezien hebt, zal historisch blijven. Na eeuwen van slavernij, ia voor onze vrouwen de dag der vrijheid hazelaara en elzen glimmen rood en paars op in het zonnelicht, en óór het einde van de maand speelt de wind met hun bloemen en slaat de vleugel van een jolige blauwe pimpelmeea goudstof uit hun voorjaarsfranje. En die meesjes zelf, ik weet een speelboom waar ze geregeld samenkomst hebben, het ia er een en al levensvreugde ; hun dartel heid werkt aanstekelijk. Wanneer andere vogeltjes, rpodborst, vink en musschen in den boom een oogenblikje rustig zitten en er komen een paar pimpelmeesjea aange vlogen, dan is dadelijk de pret aan den gang, net een troepje dorpskinderen, dat duikelt en buitelt om de slappe twijgjes, dat stoeit en dat ravot met open bekjes, hijgend van inspanning; even uitrusten, maar vooral niet lang; daarbij fluit en tinkelt en zingt het zonder ophouden. De bonte, geel-en zwarte koolmees met zijn witte wangetjes kan over gekomen. Spoedig zal de echo hiervan geiioord worden uit de provincie. In 't teeken van Europa, zal de wedergeboorte van ons gealacat plaats vinden." De zon ginj; onder; haar gouden licht overstraalde den hemel van Giostepe tot ver over den Gouden Horen. Langzaam, in kleine groepjes, verlieten de dames van den harem de plaats, waar de dageraad van de vrijheid voor haar was gerezen en toen de laatste verdwenen was, scheen het alsof een schoone droom geëindigd was. Inmiddels heeft de beweging zica uitgebreid en uitKonstantinopel komt het beiicht, dat er zich een club van Mahomedaansche en Christen vrouwen heeft gevormd. C. C. De Trouw ia Bosiiëea Herzsgowina, Toeu door 't tractaat van Berlijn, Bosni en Herzegowina waren toevertrouwd aan 't beheer van Oostenryk, waren zij door de bergen en door hunne wijze van leven, bijna geheel afgezonderd van 't overige Europa. Vooral in 't binnenland, was het leven nog Uiterst primitief en heerschte overal 't recht van den sterkste. Deze wet van ruwe kracht drukte buitengewoon hard op de vrouwen; in zulke mate, dat de eerste beweging onder de nieuwe toestanden zich bezig rjield met 't verbeteren van haai lot. Al leeft de Mihomedaansche vrouw in Bosnië, evenals bij de meeste welgestelde Oosterlingen, in ma.erieele welvaart, zij is weinig meer dan een slavin. Zy wordt met teederneid verzorgd en achter de getraliede vensters en muren van tuar gevangenis, brengt zij hare dagen in luiheid en eentonigheid door, vol droomerige tevredenheid. Zelfs ondervindt zij niet de opwinding, die in den harem de jalouzie gewoonlijk geefl, daar zij geen mededmaster heeft. Zy heerscht als de eenige vrouw vau haar echtgenoot, daar in Bosniëde muaelman de veelwijverij niet huldigt om Jat hij den vrele lief heef:," zooals hij zegt. De overige bevolking houdt zich nog streng aan de Slavische overleveringen. Het familie- of p*triarchale systeem is nog in vollen bloei in de dorpen. Geslachten van honderd of tweehonderd leden erkennen alle hun opperboufd. Dat hoofd ia souverein, wetgeve en rechter tegen wien geen ^erzet mogelijk is. Zijn vrouw deelt in zijn gezag, otfent absolute heerschappij over de vrouwen van den stam. Geen vrouw bereikt die eer, vóór haar ouderdom; zij geniet die alleen aan 't eitd van een leven vol moeilij {heden ea slavernij. Het jongemeisije is, in die primitieve landen, mooi, intelligent, poëtisch engoedgehumeur i. Zoo geheel gaat zij op in haar illusies, dat deze zelfs niet verstoord worden door het ellendig lot harer getrouwde zusters, dat zy da^elijss voor oogen heeft. Het, huwelijk is haar eenig levensdoel, het eenig onderwerp vau haar tedachten. In een land waar het bijgeloof nog alom heerscht, vereenigen zich daarop al de toovermiddelen der wijze vrou wen, al de hulpmid telen der sybillen Het meisje raadpleegt voortdurend waar zegsters en toovenaarsters. Steeds zoekt zij naar een liefdedrank, die haar de liefde van een echtgenoot zal doen wi&nen eji behouden een moeidjk probleem in een^and, waar 't gevoelsleven on >ekerni is en waar meisjesdroomen eindigen, zoodra zij een meesttr heeft gevonden en een slavin geworden ie. Onder de toovermiddelen waartoe 't meisje haar toevlucht neemt, bekleedt de nieuwe maan eeu eerste plaats; als zij die ziet, roept zij O maan, ik bezweer u bij u «v jeugd, gij die de geheele wereld rondgaat, indien gij mijn toekomstigen echtgenoot ziet, zeg hem dat hij tot mij komt." Maar heeft de nieuwe maan haar geschonken wat haar hart begeert, dan begint voor de Bosnische vrouw een leven waaruit al de hoop en de vreugd der jeugd verdwenen zijn. Vooral 't eerste jaar van haar huwelijksleven is zeer hard - zij moet't eerst opstaan en 't laatst ter ruste zich begeven. Zij moet voor 't geheele ge'.in de martijden bereiden, maar mag '.elf niet aan den disch neerzitten, 't nederigste werk verrichten. maar geniet geen der voorrechten van de getrouwde vrouw, daar ze steeds onder 't gezag van haar schoonmoeder staat. C. C. Speenkruid. slaan tot uitgelatenheid; en van dolle pret wordt het op eens een ernstig krakeel, waarbij veeren vliegen op den wind. Daarna opeens doodsche stilte, een mannetje, een artist in zijn soort, gaat op een hoog takje zitten aan den buitenkant van het twijgenhuis, het kopje rekt zich en zinkt weer terug, de vleugels zakken neer dat van achteren de grijze donsrug zichtbaar wordt; de snavel trilt even en daar welt en borrelt heel heel zacht een liedje, kunstig door eenvoud, liefelijk en teer, een liedje, dat de koolmees maar zeer zelden laat hooren, het eerete ILd van liefde en verlan gen. Eerst zwijgen alle boomvriendjes, erg ver wonderd, dan draaien zij hun kopje naar den troubadour, gtaar'jes wippen, vleugels klep pen van ontroering, ze luisteren eventjes aandachtig toe; maar, het zijn weer net kin dereu, veel geduld hebben ze niet; ze gaan meedoen, de roodborst stemt, een vinïbrengt een zwak preludium voort van zijn lent lied, een groenvink trillert als een scnelleje, musechen ijdpen er doorheen en nu ruw en luid gaat het cres cendo, tot het een chaos van geluidjes wordt, op stijgend en uitstralend uit den speelboom tot in de uiterste hoeken van den grooten leegen tuin. Een groote zwarte me rel, die op den grond m het half losgedekte crocuspark aan het wormentrekken was, hoort het meezenlied en het zwpar gerncüt dat er op volgt; hij draait om met een sprong, den kop op het concert gericht; zijn lange staart gaat loodrecht overeiud, zijn oranje bek opent zich, de poolen b u gen samen en met een schrik kelijk overluid tjing, tjing, tsieng l' als een onverwachtte triangels ag, veert hij de lucht in, op den speelboom toe ; zoo komt een afgunstige bulhnnd aaustuiven op een troep spelende doerj^H en mopjes; daar vait de merel onder de lustige kleinijes Een drama van Ooetke in 't Eeperanlo op gevoerd. Triomf van Berttie Cerny. De Vrouw en de Wet. Sango-mtlk. Goethe zal op den Olympus wel vernomen hebbeo, dat zijn drama Iphigenia" in'c Es peranto is opgevoerd. Op het taaicongrea, dat in deu zomer van 't vorig jaar, van 16?22 Augustus te Dresden plaats vond, onder 't patronaat van den koning van Saksen, is Goethe's beroemd werk in 't Esperanto gespeeld. De vertaling was" van dr. Zamenhof De hoofdrollen werden vervuld do >i den tooneelnpeier Reicher en zijne dochter Friiuiein Reicher. De opvoering viel zoozeer in den smaak der circa 2000 saamgestroomde Esperantisten, dat men besloot, meerdere klassieke werken in de wereldtaal over te zatten. *** Het tooneelwerk van Henry Becque la Parisienne" was in 1890, bij de opvoering in het THéAlre Fran/;iis te Parjjs, on four complet," volgens den beroemden tooneelkritikus Franc.eque Sarcey. Toch voorspelde de y'verige, scherpzinnige medewerker van Le emp»" dat la Pari sienne" allicht over twintig jaar tot baar recht zon komen. iSa het fiasco in la maison de Molière, kwam ,/a Parisienne" met redelijk succes voor 't voetlicht in de Vaudeville waar Réjine Henry Becque's heldin: Clotilde, uit beeld ie. La Parisienne werd in 't O léon, en in het Tnéaire Antoine gespeeld. Ongeveer twintig jaar na de mislukking m 't ToétreFraEcais, besloot de directie het nog tens te wagen met Becque's knap tooneelwerk. De opvoering in 1&90 was 't,droevig resul taat van stremmende omstandigheden. Jeanne Sainary zou de Pansieune vertolken; de be gaafde actrice werd ziek en stierf. De repe tities wareu'in gang. Wie moest Clotilde zijn? En déseepoir de cause," viel de keuze op mlle Reichernberg, snoezigste, beminnelijkste ingénue vaa haar tijd, volmaakt in hdar genre. Ieder, die 't voorrecht heeft gehad de bekoorlijk-reine, ongeëvenaard gracieuse Reichemoerg met haar zilfer stemmetje, en ver rukkelijke dictie te zien spelen, moet erkennen dat zij als ingénue, niet te overtreffen was, iniiiir, de last van Cloülde, van Becque's ge compliceerde Parisienne, ging de draagkracht van R ,-icheunerg's tenger figuurtje te boven. Zij is bezweken onder het psychologisch raadsel, waarvan zij de oplossing niet wist te vinden. Met sidderen en beven, aanvaardde thans de jeugdige, talentvolle Berthe Cerny van het Ti;éfure Francais de opdracht, de rol van Clotilde in studie te ntmen. Beithe Cerny, de onberispelijke Moli revertolkster doorleeft haar rollen, zij is abso luut n met de figuur, die zij uitbeeldt. ? De jonge sociétaire van het maison de Molière heeft Becque's heldin beluisterd, onderzuc it, getoetst, bestudeerd in aile schuilfjoekjt-s van naar ingewikkeld samenstel; het is der ijverige tooneelspeelster geiukt een Clotilde te creëeren, gaaf, harmonisch, com pleet. Aan Bertüe Cerijy, die de vorige week la Ville Lutnière met haar schitterende kunst uiting in verrukking biactit, komt de eer toe, la Parisienue" begrijpelijk «n aanneembaar te hebben gemaakt voor 't publiek. Sardou en Sarcey, die indertijd aandron gen op de vertooaiDg van Henry Becque's meesterwerk, hebbeu Clotilde naar waarde geschat. Aan den arbeid van den dramaturg haperde niets, de ware vertolkster was nog met gevonden. Ttiacs wordt die begroet, gehuldigd eu gelauwerd in de geestige, veel zijdig ontwikkelde Barthe Cerny. * * * neer als een grooie zwarte boeman; woest schalt nog eens zijn tfjing, tsieng, tsieng, de lauge staart slaat weer omhoog, pauwt zich uit tot een waaier, daalt dan langzaam neer en plooit zich samen tot de gewone smalle band. Het musiceerende volkje 'u verstomd; en alle tegelijk, met het geeuw va» een avond windje door bet zornerloof, golft de heele vrooiijke bende weg uit den boom; de zwarte spelbreker heeft zijn zin. Hij gaat weer wormen zoeken, gelijkvloers en met ij /er. Maar het zeldzaam meezenliedje heeft ook in het z \arte merelkopje iets gewekt, een vage sluimerende herinnering aan net vorige j-iar, aan een nest met mooie grijs-blauwe eiljrfS en aan open kindermondjes; dat maakt hem verstrooid, ae worm ontonapt zyn anders nooit falenden snavel; hij draait zich haastig oiu of hij nog het meezengeroep hoort. Maar die drukte-makers zijn weg; haastig vliegt hy' omhoog en terug naar den boom van zooeven; zijn staart-spreidt weer uit tot een pauwenwaaier, en, voor het eerst van het jaar, klinken door den tuin de zes tiuittoonen van het merellied; het gaat nog wat heesch en zwak ; de vogel verbaast zich over zijn eigen ge.uid; hij kijkt rond nieuwsgierig wie dal zijn mag, die daar een zoo bekende en nu toci zoo nieuwe klank doet hojren. Ea hij gaat droomen, het kopje trekt zich terug in de halsveeren, de vleugels vallen neer dat de punten diep ouder den staart uitsteken, de pooien zakken door; als een groote zwarte veeren bal zit de merel te soezen op den tak. Zijn voorjaarsleven is begonnen. Daarvan is ook in vele stadsparken heel wat te zien; ook de houtduif en in de boomen langs de grachten laten zoo nu en dan al een zwak gekoer hooren, de kraaien met de witte btkhoeken, de roekenben ieii in hot plantsoen, stoeien en vecnten veel heftiger dan tot nu toe; uit de irpentoppen dreunt van den morgen tot den avond hun overlu de tocti niet ouvriendelijk, ujaar wat klagend-kliukende g* kras. Op de stadameeuwen schijnt de naderende leute nog geen vat te hebben; zij ge «en hier ten miiisie geen atidere ge luiden dan van honger en afgunst; ik heb ze nog nooit tnet elïaar zien spelen, wel eens vlieikunsten vertoouen; maar dat kan aan mijn wmnge gelegenheden tot waarne ming liggen. Tuch teekent de natuur op hun mooie lijfjes aan, hoe het staat met den tijd van het jaar; het donker halve maantje op den zilveren iueeu\venkop achter het oog. Dr. A. Panagiotaton, medica, is de eerste vrouw in Griekenland, die als docente is toe gelaten aan de universiteit van Athene. * * * Mevrouw Lucie Félix-Faure Goyan, dochter van den overleden president van Frankrijk, de ijverige schrijfster, de gevoelige dichteres, en bekwame Dante-vertaalsier, heeft een keurig artikel geschreven over de wenscdelijkheid, dat vrouwen en meisjes niet als geheel onbekenden staan tegenover wetsbe palingen, die bij huivelykssluiting en ontbin ding, erfenissen, voogdijschap, huur contrac ten, en hanrJelsbepalingen, voor de vrouw dikwijls van 't opperste belang zijn. Wy willen geen stoet deftige, in toga gehulde, vrouwelijke rechtsgeleerden kwee ken, zegt mevrouw Goyau, wij willen aller minst op uithuizigheid van onze meisjes en viouwen aandringen, en baar opdringen, dat, haar taak ligt midden in de groate menschen-maatBchappy', ver van huis en hof. Allerminst. Het gaat echter niet aan, dat een vrouw onervaren is als een onnoozel speelech kind in wetielijke verordeningen en bepalingen. In de rue de Laborde is een onderwijs inrichting geopend, waar aan meisjes en vrouwen cursussen worden gegeven in prak tische recht wetenschap. De dames d'Leindre en Raimondi direc trices de l'Institut féminin de Droit pratique, zijn haar nieuwen werkkring met proote opgewektheid begonnen. Mevrouw Goyau verwacht niet anders dan goede resultaten van dezen noodigen, door het gezond ver stand aangewezen arbeid. *** Onder den naam Sango-melk (bloed-melk) wordt melk in den handel gebracht, die een vrij groote hoeveelheid ijzer bevat. Dit nieuwe staal-pre paraat wordt verkregen door het voeden der koeien met ijzerzout houdende koeken. Door 't gebruik van dit bizon Ier voedsel is de verandering in de samenstelling van de melk na korten tyd reedn aanzienlek. De Sango-mels vertoont in smaak, uiterlijk, noch verteerbaarheid een enkele afwyking van gewone melk. In Berlijnsche ziekenhuizen zyn reeds met goed gevolg proeven .genomen met Sangomelk, die als n euw genee-raid lel moet die nen om bloedarmoede bleekzucht en ver magering' te bestrijden. By' patiënten die Sango-melk dronken, nam het, lichaamsge wicht toe, en verbeterde het gehalte van het bloed. De talloow staal-preparaten zijn dus we derom met n vermeerderd. Wij moeten er dankbaar voor zijn, zoolang het aantal bleekneuzige, uitgeputte prooien, lijders aan bloed armoede en zenuwacntigheid, niet vermindert. CAPBICE. * ** Veeren-schoonmaktn. Om veeren van dameshoeden te reinigen (struisv'eeren enz.) plaatst men ze in een bad, dat verkregen wordt door het oplossen van l deel kristal soda eu 10 deelen water. De veeren worden met het onderste gedeelte van de schacht door mid del van draad aan staafjes bevestigd, zoodanig, dat zij elkaar ZOD min mogelijk aanraken. De staafjes legt men naast elkaar op den rand van het reservoir, dat de soda-oplossing be vat, hetwelk zoo hoog moet zijn, dat de veeren den bodem niet raken. De soda-opiossing wordt tot op 80 4 90°C. verhit, doch mag niet koken. lu een uur is de reiniging gewooniijk geschied, waarna men staafje voor staafje er uit haalt en de veeren laat uitdruipen; vervolgens spoelt men ze af door ze een paar malen in schoon water te dompelen. Het is aan te bevelen de veeren in schoon water te hangen, om ze voor stof te beschermen. Voor zeer vuile veeren, welke door deze behandeling nog niet geheel gereinigd zyn, gebruikt men zeep oplossingen van goede kernzeep (15 l tot 200 ?ram zeep op L liter water) en gaat daarmede op dezelfde wijze te werk als bij de eerste reiniging met sodaop lossing. Ja *el, goede vrind Dodde uit mijn kinder jaren, ik was juist van plan je te gedenken; jij, slimmerd, weet de warmte van de stadshuizen wel te waardeeren; maar zoo gauw luwt het niet in de lucht, of je gaat den boer op en laat ons hier verlangen naar je gezellig babbeltje. wordt elke week een raudja breeder ea als in het eind ;an de maand de hazelaars zijn uitgebloeid en de vroegelingen hun witte kruisjes, de eerste sneeuwklokjes hun witte ballons uit het groene kopje steken en, een maand vóór de massa komt, het eerste gouden speenkruid boven het dorre loof de blijde verwachting verkondigt, dan is de meeuwenkop al halverwege, eoins al geheei koffiebrnin geschilderd; en dan ia er alweer een wit half maantje op de plaats gezet, van waaruit zich eiken nawinter het zwarte mulpje zich over den witten kop heentrekt. Alsdemeeuwenkop pen geheel en al bruin zijn geworden, zien wij in de stad nog maar zelden een meeuw, dan is het al weer volop lente; en wanneer ik ze in d* gracht voor mijn huis ter u K krijg, is de zomer al weer heen en de braine kop meteen weer verdwenen. Onder het dreunen van de tram door, hoor ik op het oogenblik een zwak vret-m l ge klapper in den grooten plataan achteruit vlak bij mijn venster. Een spreeuw. Het is of het dier my waarschuwen wil, dat ik hem vooral niet moet vergeten, dat hij toch ook in de stad is gebleven, ondanks de Joude en nu begin Februari al zijn lenteliedie instudeert. Wij moeten het hier stellen met de lijsters, de meezen, de duiven, de meeuwen en een dood enkel roodborstje en winterkoninkje en vink. Basterdnachtegaal en groenvink ko men alleen bij uitzondering zoo vroeg tot de atadsmenschen. En als wij stadslui, van de week of in de volgende, villen zien of de leeawrik en de kievit er al zijn, of de bijen, hommels, de citroentjes en atalanta's al uitvliegen, dan moeten we eerst een halfuurtje sporen; maar dat heeft ieder natuur vriend er voor o'er. Dan krijgen we na een zware vier maanden met druk huiswerk weer een paar maanden van buitenwerk, van herademen eu opleven met de jonge, frissche snel opgroe ende natuur; dat wonderlijk her leven brengt de jongeren van hen, oie er aan leg en gevoel voor hebien, in jubel over hun jeugd ; zij gevoelen aan wie de heele wereld toebehoort; maar het ve'jongt geluk kig ook ons ouderen, althans voor een pooi-j e. E. HKI.MANS. j

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl