Historisch Archief 1877-1940
No. 1650
DE A M S T K R D A M M K R W E E K 13 L A D VOOR N E D E R LAN I).
DAMEjS.
bij Kinderen.
Dezer dagen kwam een kind uit een andere
klas myn lokaal binnen, on te vragen, of ik
voor de juffrouw een boek had, geschikt om
in haar klas voorgelezen te worden. De
kleuter van 8 of 9 jaar maakte een diepen
indruk op me. Zenuwachtig stond hij nu
eens den linker- dan weer den rechteron
derkant van zijn jasje op te rollen en te ver
frommelen en 't koste me moeite zijn rad
uitgesproken woorden te verstaan. Met
hoogroode kleur stond hij voor me en telkens en
telkens bracht bij de onderlip, soms afge
wisseld door de boven-dito, tusschen de tanden,
om ze dan weer vlug teiug te laten springen.
En ondertusschen hadden de spieren van zijn
vingers geen oogenblik rust.
Zoo kwam ik er toe om bovenstaand
onderwerp eens meer nauwkeurig na te gaan
en enkele oorzaken er van op te sporen, om
zoodoende te komen tot middelen, om met
vrucht een kwaal, die langzamerhand een
algemeene dreigt te worden, eenigszins te
bestrijden. In mijn klas van 40 stak slechts
de he'ft den vinger omhoog, toen ik vroeg,
naar aanleiding van een leesles wie 's avonds
net als de meester" dadelijk insliep, ah hij
te bed lag. Zeei velen klaagden over wakker
liggen, soms tot 12, l uur.
Eenigszins te bestrijden" zei ik, want de
groote oorzaken liggen te diep, dan dat de
enkeling met vrucht iets zou vermogen en
't was juist mijn doel vooral op de middelen, .
die ieder ouder kan aanwenden, de aandacht
te vestigen. Want de oorzaken, onze materia
listische tijd, waarin bijna ieder in onze
landen er aan denkt geld te verdienen om
genot te koopen, inplaats van 't in zichzelf
te zoeken, onze tijd, die duizenden gevangen
houdt in steden en kinderen op een
bovenwoning 't grootste deel van hun jeugd laat
doorbrengen, inplaats van ze te laten leven
op 't vrije veld, onze tijd met zijn demon,
den diank, geen enkeling bijna vermag
iets daartegen te doen. En toch eiken
vader en elke moeder ia 't mogelijk zijn of
haar kind ' sterker te maken, door er iets
voor te doen, meer nopr, door er veel voor
te laten. Want veel ouders zouden, ook nu
ze zelf de gevolgen van 't tegenwoordige
leven ondervinden, beter hun kinderen
kunnen opvoeden.
.,Beheersch toch meer uw zenuwen", zou
ik menigeen dringend vragen, opdat die
van 't kind worden gespaard". En 't is
mogelijk, getuige de tijd, dat er bezoek is.
Dan zien we in, o zoo menig gezin, d&t
vader of moeder aangenaam praat, een lach
om den mond heeft, en dikwijls een tinteling
in. 't oog, die heel aardig imiteert een blijden,
opgewekten geest, om dan straks, als de deur
achter den bezoeker is gesloten, terug te
vallen in een korzelige, nijdige luim.
Wat men doet om een vreemde te behagen,
zou men dat niet willen doen voor 't heil
van zy'n eigen kinderen? Nog veel te weinig
ouders zijn er van doordrongen, welken
grooten invloed de stemming, die heerscht
in 't gezin, heeft op de karaktervorming van
'c kind. Men bedenke wel: 't kind imiteert
in zijn eerste levensjaren: 't imiteert bewe
gingen, als 't heel klein is, 't imiteert spraak
geluiden, als 't wat ouder wordt, 't imiteert
vriendelijkheid of geraaktheid opnoglateren
leeftijd. Zelfs groote menschen ontkomen
niet aan den invloed van een heerschende
stemming, nog veel minder 't kind met zijn
sterke imitatiezucht.
Hierin dan ook, hoorde ik dezer dagen,
schuilt 't groote gevaar van zijn kinderen
over te laten aan dienstbaren.
En men bedenke ook, dat dat vitten en
opbruisen om kleinigheden, om een niets
soms, 't zenuwleven van 't kind aangrijpt.
Menig ouder zou er zich voor schamen
een huiselijken twist te beginnen in 't bijzijn
van vreemden, moest men zich niet veeleer
schamen voor 't kind, dat in vader of moeder
of beiden ziet de incarnatie van een goed
mensch? Zoo velen, zyn in boosheid klein
en 't kind heeft behoefte aan een concreet
miitmimmitiiiimmtiiimimmtmmiumniimmimtmiiimmmiiiii
UIT DB NATUUR.
CCCX. Haring-sla met Vilt,
U kent ze wel, de mooie witte randjes van
Salvia, van Centaurea, of van Cinerariablad,
die de tuinman om een mozaïek-bed legt en
die de bonte bladeren van de Coleussen en
de lila-bolletjes van Ageratum zoo voordeelig
doen uitkomen. Vaak worden die kunstig
van sterren, kringen en bonte vakjes opge
maakte bloemperkjes, met den denigreerenden
naam van haringsla" betiteld of nog erger
beschimpt; en daardoor raken ze wat uit de
mode. Maar ik vind, dat ze zooveel hatelijk
heid niet verdienen; bovendien als iemand,
hetzy dan kok of tuinman, zijn best doet, het
geestelijk of lichamelijk voedsel dat hij ons
bereidde, smakelijk op te brengen, verdient
dat lof; en op zoo iets gedienstigs past het
niet, de maatstaf aanleggen van verfijnde
aesthetische kunstsmaak of eischen te stellen
van grootschen natuuraanleg.
In elk geval is het materiaal voor zoo'n
mozaïekbedje afzonderlijk en op zichzelf be
schouwd eren natuurlijk als de samenstel
lende deelen van een modernen natuurtuin,
die als hjj niet met groote middelen en met
beschikking over veel ruimte is aangelegd
ons net zoo onnatuurlijk aandoet, als die ver
sierde abrikozentaart van ijsplantjes met bonte
bladruitjes. Het gevaar bij een natuurtuin is
de popperigheid of japanschigheid; bij zoo'n
mozaïekbed de al te groote verscheidenheid,
de opeenschuiving van uitzonderingen.
Immers als regel is de kleur van het blad
groen en zijn oppervlakte glai; hier worden
juist de uitzonderingen wat al te dicht bij
eengezet: bladeren, die rood, blauw, geel of
wit zijn, en andere die als weggedoken liggen
in gryze of witte zijde, vilt of wol.
Daarin ligt inderdaad iets onnatuurlijks.
Het is hier alleen om het kleur- en
vormeffeet te doen, dat spreekt; maar wie nu een
maal de planten overal en altijd als levende
wezens beschouwt, ziet liever een mozaïek
van gebakken steentjes dan van levende
bladeren. Want de uitzonderingskleuren in
de bladeren hebben een beteekenis en die
vilt- of wolbekleeding weer een andere. Als
wij ze dag aan dag zoo bij elkaar in n perkje
geplant zien, komt het ons voor, dat aan
het wezen van de planten geweld wordt aan
wezen, dat voor hem verpersoonlijkt onzen
ideaalmenscb.
Nu nog enkele opmerkingen omtrent onze
handelingen, 't kind meer rechtstreeks be
treffende.
In de eerste plaats dan wilde ik herinneren
aan wat in de opvoeding m.i. de stellingen
zijn, nl.: Weiger 't afhankelijke kind niets,
wat ge niet behoeft te weigeren" en dan :
Herroep een weigering nooit". Veel meer
moest men zijn, a!s de natuur, altijd weer
goed doend, doch ook in haar voor ons
onaangename werkingen als de groote schaar,
waarvan Multatuli spreekt. We hebben dan
nog dit voor op de natuur, dat *y consequent
slechts behoeven te weigeren alleen dingen
(niet altijd, er zijn ook vaak financieële be
zwaren), die slecht zyn voor 't kind. Maar
consequent moet men zijn. Dat geeft rust,
dat zal 't kind niet verlokken kunstmatig
zijn zenuwen te prikkelen (een kunstmatig
heid, die later natuur wordt) om iets te
verkrijgen wat 't op dat oogenblik
begeerenswaardig schijnt.
Geef niet morgen verlof tot iets, wat ge
heden meent te moeten weigeren; in zulke
daden moet 't kind tyrannie zien en die
verdragen wij niet. Moet 't kind dat dan?
Men bedenke, dat slecht gehandhaafde wetten
steeds 't heftigst verzet uitlokken.
Menig klein kind vraagt 's nachts om bij
vader en moeder in bed te mogen liggen.
Nu kan men 't kind toegeven of weigeren ;
't laatste lijkt me het beste toe. Welnu
als uien na de zaak overwogen te hebben,
besluit 't niet toe te' staan op de vraag van
't kind, sta het dan nimmer toe. Of, kan
men er niet toe komen 't kind en zichzelf
dat genot geheel te ontzeggen, spreek
dan een teeken af, waarna 'c kind mag
komen. b.v. 't artoopen van den wekker of
't kloppen van 't dienstmeisje. Dan zal er
rust komen, wat deze kwestie aangaat; rust
voor 't lichaam van de ouders en rust voor
den geest van 't kind. En komen er tijden
van ziekte, die een toegeven tijdelijk
weuschelijk kunnen maken (bij een ziek kind
is de gezondwording van 't lichaam de
hoofdzaak) dan zal 't heusch niet zoo zwaar
vallen 't herstelde kind duidelijk te maken,
dat nu 't toegeven uit is. Ook in dezen zal
weer bewaarheid worden 't oude bijbelwoord :
Wie heefc, dien zal gegeven worden".
Zoo zijn er dagelijks tal. van kleinigheden,
waardoor 't kind bij zoo menigeen door gebrek
aan vastheid van leiding, heen en weer ge
slingerd wordt in zijn zoeken naar wat mag
of niet mag; een slingering, waarbij't telkens
in botsing komt en zelfs de kleinste botsing
rimpelt de oppervlakte van een vloeistof, ver
stoort 't geestesevenwicht van 't kind.
Een andere oorzaak van zenuwachtigheid
is 't vertellen aan kleine kinderen. Nu mag 't
waar zyn, dat boeken lang niet dien invloed,
't zij ten goede of ten kwade, uitoefenen, als
men zich soms voorstelt, vertellingen aan
kleine kinderen, en vooral aan zenuwachtige
kinderen met een groote mate van phantasie,
maken dikwijls een zeer diepen indruk. Wees
dus ook in dezen voorzichtig; vertel uit 't
dagelijksch leven en dan niet van stoute
kinderen, die harde klappen krijgen; vertel
lief en van mooie dingen. En meent ge, dat 't
sprookje geenszins verbannen mag worden
uit 't jonge kinderleven (ik vermijd ze vol
strekt niet stelselmatig), laat dan den Wilde
man van Klein Duimpje, die kleine kinderen
opeet, rusten; laat dan heksen verbrand
blijven en wek ze niet op uit den dood,
heusch, ze verdienen het niet. Maar vertel
van een lief meisje, dat een poppenledikant
kreeg op haar verjaardag en van konijntjes,
die praten.
My'n kleine is indertijd van Roodkapje
verteld, door wie(n) weet ik niet. Als ze er
nu om vraagt, vertel ik dat verhaaltje ook,
maar de wolf at Grootmoeder niet op, hè,
pappa? "En we l aten den wolfin Grootmoeders
bed klimmen en toen viel hij er uit en toen
lag hij op den vloer en toen kwam Soodkapje
en die gaf hem een klap en toen liep de
wolf hard weg."
gedaan; de kleurenharmonie is verkregen ten
koste van de groeiplaats-énheid; die ver
schillende vormen behooren niet bij elkaar,
en wy voelen iets stuitends als bij een schil
derij, een stilleven b?, waarop tulpen, rozen en
druiven tot n geheel zy'n vereenigd; ook al
stemmen de kleuren en de afkomst goed
samen, hier vloeken de tijden tegen elkaar.
Nog het best passen in zoo'n perkje de
dikke vleezige sapplanten, de Echeveria's of
Mesembryanthemums van de vakjes bij de
viltige randjes en dwarsbanden. Want die
kunnen ook in de natuur dicht bijeen wonen,
ze wijzen op eenzelfde behoefte en een gelijk
soortige standplaats; hun vaderland is daar,
En dan nog iets.
't Is niet gewenscht, dat ieder Rouseeau
nadoet en een kind, dat 's nachts huilt, brengt
in een afzonderlijke kamer of laat'1 huilen.
R. geeft eerst, dat 't kind wil wezen de
leider en natuurlijk, dan neemt een wijzere
de teugels, maar ik heb eens gelezen,
dat een moeder haar onrustig, vierjarig kindje
misschien, eiken avond in slaap zong en
ze bad gelijk, 't Was niet iets, dat 't kind
had afgedwongen ; 't was iets, dat de moeder
gaarne haar lieveling schonk, omdat 't goed
voor hem was. En ais een zenuwachtig kind
's nachts niet kan slapen en misschien allerlei
middeltjes aanwendt om vader of moeder
bij zich aan bed te krijgen, begin dat niet
niet neer te slaan de uitingen, doch ga be
daard uw bed uit, steek 't licht op en keer
't kussen eens om; spreek eens zacht en
kalm en strijk kalmeerend over 't warme
hoofdje.
We komen terug tot stelling 1: Weiger
't afhankelijke kin i niets, wat gij niet behoeft
te weigeren."
Een blijmoedige geest in de huiskamer,
een vaste en toch zachte leiding, een nauw
lettend toezicht op 't g<?en 't kind hoort,
ook van gesprekken tusschen ouderen in
't bijzijn der kinderen, en een nauwkeurige
observatie van elk kind afzonderlijk, zoodat
men rekening kan houden met 't individueele,
ziedaar enkele middelen, waardoor 't ieder
ouder mogelijk zal worden zijn kind meer
levensgeluk deelachtig te doen worden, door
dat 't gezonder wordt naar den geest en
daardoor ook gezonder van lichaam.
A m s t e r d a m,
K. HOOGLAND.
Engelsche Opvoedkunde.
Leider voor Rugby- voetbal, jong en onge
huwd, wordt gevraagd op een groote kost school
voor minstenseen seizoen. Voornamelijk voet
bal, maar kennis van de beginselen van 't
Latijn, Engelsc'ae taal en Wiskunde strekt
tot aanbeveling. Brieven onder letters... enz."
Advertentie voorkomende in hal Kngelsch
tijdschrift The Spectator."
Mary Garden. ? Jidiette Dietz-Monnin.
----Rebecca Clarke. Onvrouwelijk advies
eene.r medica. Aforma Vanuit alt
muziek-drama. Maria Magdalenavan
Georgette Leblanc-Maeterlinck.?Mouclies.
Op persoonlijk verzoek van Richard Strauss,
zal de gevierde ster der Opéra Comique, te
Parijs, Mary Garden, de Salómé-rol
instudeeren, o ai die tegen 't aanstaand voorjaar
te spelen. .-
.,Mary Garden is op 't oogenblik te
NewYork, waar zij heen reisde, niet alleen ter
wille van 't uiterst winstgevend contract dat
zij sloot, maar ook, omdat zij een innig ver
langen voelde, de stad terug te zien, waar
zij haar kinder- en jongemeisjesjaren door
bracht.
Maiy Garden's moeder was een
Amerikaansche; haar vader, een Schot,
praktiseerend medicus te Ne w-York. Xa den dood
harer ouders, ging Mary Garden naar Parijs,
waar zij als gouvernante werkzaam was bij
een Fransche, invloedrijke familie. De jonge,
zeer muzikale onderwijzeres, zong wel eens
op verlangen van de ouders harer leerlingen,
wanneer zij gasten ontvingen. Zoodoende
hoorde Gustave Caarpentier haar.
Van dat oogenblik af, was over Mary's
toeüomst beslist. Charpentier wiens Louise"
zij later glansrijk vertolkte, drong a in,
dat de energieke, talentvolle Amerikaansche
zich geheel aan den zang zou wijden.
Maiy Garden kwam aan 't Parijsche
Conl
Hollandscb. Edelweiss.
waar tijdelij s groote droogte heerscht en de
zon dagen achtereen fel gloeit op dorren,
drogen of steenachtigen grond.
0?er de beteekenis als regen- ea dauw
spaarders van de sapplanten heb ik indertijd
al het een en ander verteld; de viltplanten
hebben een even duidelijke levensgeschiede
nis. Om die te leeren kennen is een bloem
perkrandje uitteraard niet de geschiktste
plaats; ge zult toch ook het rendier-Ie ven niet
gaan bestudeer?n in een dierperk van Artis.
In ons vaderland is ook niet veel gelegen
heid, om e' op natuurlijke wijze kennis mee
te maken. We hebben een paar viltplanten
in de duinen ea een enkele heel mooie in
hoogveenplassen, die 's zomers tijdelijk
uitdrogen. In vochtige weilanden,
in blijvende moerader, en op
vochthoudenden bodem, vindt ge
ze zelden of nooit; en plant ge
ze in een goed gesproeiden tuin
over, dan kwijnen ze en sommige
verliezen elk jaar meer van hun
viltlaag.
Dit wijst al eenigszins op een
beteekenis van dat witte donzig
baarkleed. Ieder weet wel, dat
planten met groote vlakke groene
bladeren vooral op beschaduwde
plaatsen of in of bij het sater
groeien; daar krijgt onze gewone
paardebloem soms bladeren van
een decimeter breedte; in het
duin groeien ze met blad van
een centimeter.
Taar is dan ook de kans op
uitdrogen zooveel te arooter; in
het schaduwrijk bosch daaren
tegen moet juist de verdamping
wat bevorderd worden. Dat zoo
dikwijls en met vrij groote zeker
heid aan de bladeren is te zien,
waar en in welk klimaat ze thuis
behooren, staat iii verband met
de belangrijkheid van die verdam
ping als levens-functie. Die trans
piratie immers is zooveel als de
bloedsomloop bij de planten. Door
dat voortdurend uit de
opperC'£.'.'L'^ vlakkige cellen water verdampt,
zuigen deze uit de onderliggende
cellenlaag het vocht op; en deze
weer uit nog diepere lagen. Zoo
servatorium, kreeg lessen van Jean de Rezké,
en, debuteerde een paar jaar geleden als
opera- zangeres te Parijs.
Mary Grarden's débuteeren was overwinnen.
Zij is een lieveling van moeder Natuur, zoo
wel als van de Muzen. Haar buitengewoon
muzikaal talent, haar heerlijke stem, vormen
een harmonisch geheel met de bekoorlijke
verschijning der gevierde cantatrice.
In den laatsten tijd, zijn een aantal theater
prinsessen door haar huwelijk met Engelsche
edellieden, bevorderd tot den rang van
peeress '.
Omgekeerd, zijn eenige vrouwen behoorend
tot Albion's Upper Ten haar geluk gaan be
proeven op de planken. Aanleiding tot dien
saut périlleux, was: hang naar't onbekende,
't avontuurlijke, passagere verliefdheidjes op
beroemde muzikale of dramatische artUten,
óók wel aangeboren talent voor
tooneelspeelkunst.
Onder de cosmopolitische Fransche aristo
craten wordt tegenwoordig zooveel en zoo
goed komedie gespeeld, als recreatie in eigen
kring, dat er voorbeelden zijn aan-te-wijzen,
van jonge vrouwen die hefctooneel kozen als
beroep. Aangemoedigd door 't gulle hand
geklap van vrienden en vriendinnen, wagen
zij zich aan kritiek en aan Jan-en-Alleman's
g-shekel.
Behoorend tot den aan vreemdelingen
weinig bekenden, deftigen, Frauschen mid
denstand, is Juliette Dietz-Monnin, een jong
meifje, dat haar familiekring opschrikt door
haar besluit, voortaan zich te wijden aan
tooneelspeelkunst.
Juliette Dietz-Monnin zal Donderdag,
?i Februari, in deBouffes, te Parijs, gedebuteerd
hebben onderden naam: Juliette Clarens.
Van de Bouffes naar 't Théfitre Fracrais,
is een lange, lange weg vol doornen, voet
angels en klemmen, maar, wie weet? Juliette
is piep-ong, als zij ilink studeert, en wanneer
't blijkt, dat er feu gacréin haar smeult, düa
zal zij worstelen en vol houden, hopend haar
ambitieuse droomerijen eennaal ia heerlijke
realiteit te zien ongstooverd: deel uitmaken
van het maison de Molière.
Het mooie, jonge meisje: Juliette Clarens,
met haar zacht en toch energiek gezichtje,
heeft veel gespeeld in tooneel-gezelschappen
en komedie-clubs waarvan zij Jid was.
Papa en mama Dietz zullen 't nu wel be
treuren, dat zij hun mooi dochtertje toeston
den, werkend lid te worden van al die ge
zelschappen.
Deftige, Fransche burgers, die haar dochters
zér streng opvoeden, achten het uit den
booie, wanneer haar meisjes aan den weg
timmeren.
In de Ville Lumière groeien de lauweren
niet langs den weg!
Vrouwen-handen die er zich begeerignaar
strekken, worden meesta! pijnlijk gewond.
De toekomst zal 't verklappen, of Juliette
Clarens, eenmaal te Parijs, als artiste zal
schitteren.
Bij gelegenheid van op l Januari j.l. uit
betaalde pensioenen te Londen, is gebleken,
dat Rebeaca Clarke, eene
honderd-en-vijfjarige, de oudste der pensioen-trekkenden i?.
Honderd-vijf! 't lijkt ongeloofelijk. Rebecca
werd in 1803 in Duustable geboren, en huwde
op 26jarigen leeftijd met Charles Clarke,
aan wien zij 9 kinderen schonk, waarvan (i
nog in Ie?en. De laatste baby werd geboren,
toen moeder Rebecca den aanvalligen leeftijd
van 50 jaar had bereikt!
Zij herinnert zich nog zonneklaar Europa's
rumoerigheid, ten tijde van den slag bij
Waterloo.
Als jongmeisje, werkte zij in de
plisseeren kantweveiijen van Luton, later was zij
als vlotte, handige dienstbode de drijfkracht
in 't gezin van haar meesters.
Rebecca Clarke is geheel-onthoudster, zij
voelt zich nog jeugdig en sterk. Zonder bril
maakt zij fraaie handwerken, en, verbaast
ontstaat, door nog andere oorzaken onder
steund, de stroom, die uit de diepte naar den
top voert, vaii den wortel naar de bovenste
bladeren en bloemen; met dat, door het
verdampings-proces opgepompte water worden
de voedingszouten uit den bodem mee om
hoog gevoerd,en zoo zal een gebrek, een te veel
of te weinig in deze functie, grooten invloed
kunnen oefenen op het welzijn van de plant.
Verdamping is bij droogte en bij hooge
temperatuur en bij drogen wind het sterktst
en het snelst. Wanneer nu planten groeien
kunnen op plaatsen, waar het klimaat en de
omstandighelen zoo zijn, dat, tijdelijk of als
regel, de hitte en de droogte en daarmede
de verdamping buitengewoon sterk kan wor
den, dan ig het immers niet te verwonderen,
als wij bij deze gewassen inrichtingen aan
treffen, die de snelle verdamping kunnen
tegengaan of reguleeren.
Zulke inrichtingen zijn er vele: een korte
bloeitijd in de regenperiode; een leerachtige
of taaie opperhuid; een klein dik blad; een
was of kalklaag op de bladeren; of, zooalg in
ons geval, een bedekking met vilt of wol.
Dit midlel werkt op dezelfde wijze als onze
wollen dekens, onze dubbele vensters, een
prop watten in een esüb. Het beginsel
waarop het rust is: dat de afgesloten lucht
eerst in een soort van reservoir wordt gebracht
en dat daaruit dit rnet vocht verzadigde gas
geleidelijk wordt afgestaan aan de warmo
droge buitenlucht of a.in den drogen kouden
wind, die er over heen strijkt; bovendien
werkt die stille luchtlaag in dekens of de
vilt bekleeding als warmtebewaarder, daar de
afgesloten lucht een slecbtc warmteaüeider is.
Als dit laatste inderdaad voor onze viltplanten
van nut is, zou hier tevens uit moeten volgen,
dat we in de natuur de methode van vilt
bekleeding tegen verdamping het veelvuldigst
toegepast zullen vinden, op plaatsen, waar bij
afwisseling n groote zonnehitte n groote
koude bij droge lucht te wachten is. Zoo
ergens, dan is dit in het hooggebergte het
geval en wel het meest aan de zuidzijde vaa
l de kalk en granietrotsen. Inderdaad vinden
we aan Je zuidzijde vaa de Alpen, de Pyreneën
en de Himalaja een zeer groote verscheiden
heid van viltplanten en nog meer in de Sierra
Xevada. Niet alleen het blad, ook de bk>em
wordt er l/ij rln:i beschermd tegeu te sneue
verdamping, die tot uitdroging moest voeren
haar omgeving, door de snelheid, de rustige
zekerheid, waarmee zij gekleurde zijden draden
door 't oog van een naald glipt. Tot voor
twee jaar ongeveer, ging Rebecca, iederen
Zondag tweemaal ter kerke.
Blijmoedig is zij haar honderd-en-zesde
levensjaar ingetreden.
Dr. Rahel Skidelsky, praktiseerend medica,
te Philadelphia, heeft in de dames-club aldaar
een voordracht gehouden ever de
wenschelijkheid voor vrouwen, om te rooken.
Sinds onheugelijke tijden, verkondigt Dr.
Rahel Skidelsky, putten mannen kracht en
troost uit tabak. Pijp, sigaar en sigaret, ver
drijven sombere gedachten, geven nieuwen
wiekslag aan wegzinkende energie; verhoogen
de physieke behagelijkheid; kalmeeren ver
moeide zenuwen. De permantige medica is
wel zóó slim, om te zeggen, dat het rooken
met matigheid moet geschieden. Daarin echter
schuilt 't gevaar. De verfoeilijke
alcoholopium en tabak-prikkels worden bij uitzon
dering matig gebruikt. Al de heerlijkheden,
die de Amerikaansche doktores uit nicotine
puurt, wil zij haar zenuw- zwakke, mistroostige,
slappe, snel zich ergerende zusteren doen
mét-proeven en meegenieten.
Wat voor prijzenswaardigs en nuttigs zij
voor vrouwen in 't rooken speurt, ik blijf bij
mijn reeds vroeger geuite meening dienaan
gaande, dat: vrouwenlippen bestemd zy'n om
te bidden, te troosten e'n te kus>en; niet om
kwalijk te rieken naar tabak, waarmee de
pronkjuweelen der schepping in welken vorm
ook, hun mond niet mogen ontsieren of
bezoedelen.
Slappe spieren, ontredderde zenuwen, droef
geestigheid, gemis aan energie, zijn, mijns
inziens met betere wapenen te bestryden dan
met tabak, n'en déplaise Dr. Rahel skidelsky.
De treffêlijke Monna-Vanna-vertolkster,
Georgette Leblanc, echtgenoote van Maurice
Maeterlmck, heeft een drama geschreven,
getiteld: Maria Magdalena.
Haar littéraire arbeid wordt geprezen om
den meesterlijken vorm, om de hooge, dra
matische kracht dia er in wordt ontwikkeld,
en om den verheven, geleuterden zin, die
steeds de tegenwoordigheid van Christus doet
gevoelen, zonder dat men hem, zooals in
dmond Rostand's la Samaritaine" ziet ten
tooneele verschijnen.
Maeterlincks Monna Vanna is door Henri
Février tot muziekdrama omgewerkt.
Maeterlinck en zijn echtgenoote, die in 't Zuiden
toeven, in 't Beloofde Land vol
zonnetinteling en oranje-bloesem-geur, waren bij deze
eerste opvoering van Monna Vanna niet
tegenwoordig, wat te betreuren is, voor
Lucienne Bréval, de gevierde, lyrische trag
dienne, die met haar Monna Vanna creatie
in de opera te Parijs een onbetwist succes had.
In uitstallingen van magazijnen van boek
en plaatwerken, in maandschriften, overal
prijken de foto's van les deux Monca Vanna:
Georgette Leblanc?Maeterlinck, en van haar
kunstzuster Lucienne Bréval.
In den cirkelgang der mode, moet men
zich over niets verbazen. Integendeel. Hee!
luchtig kan men haar nieuwtjes aanvaarden;
het vlinderbestaan van haar grillen en
grilletjes, is van te korten duur, om over hen te
weeklagen, of te jubelen. Da Engelsche
tooneelspeelster Langtry vertoonde zich in Parys
met een mouche" op de wang. In een
ommezientje zijn de ouderwetsche ..moucb.es"
Ie dernier cri geworden. De Parisienne draagt
zwarte mouches" in den vorm van
halvemaantjes, ovaaltjes, rondjes, boontjes enz. op
wangen, hals en scqouders.
Het bij décolletézoo zichtbaar plekje tus
schen de schouderbladen, Ie creux", dringt
zich meer dan ooit aan de blikken op, omiat
in Ie creux" een of andere guitige pikzwarte
mouche wordt gekleefd. Gepoederde haren
en crinolines zijn in aantocht!
CAPRICE.
door de groote hitte; bij nacht tegen te sterke
uitstraling en daardoor afkoeling en uitdro
ging te gelijk; de bloemen van zulke
rotsplanten, die op hooge zuidelijke hellingen
groeien, waar geen vochtige humuslaag de
verdamping aan den gang kan houden, zijn
dikwijls van papierachtige hulsels omgeven;
denk maar aan onze Immortellen; of ze zijn
even als het blad dicht in de wol gepakt.
Een bij ieder bekend voorbeeld hiervan is
het beroemde Edelweiss. De bekleeding
bestaat bij deze rotsplant by zwakke ver
grooting is het al te zien uit een dikke,
maar luchtige laag dooreen gevlochten
plukharen, die stengel, blad en bloem met een
wollaag omgeven. Wie er even over nadenkt, zal
begrijpen, dat die haren eelf leeg of beter
gezegd met lucht, niet, zooala gewoonlijk bij
pianten-haren, met vocht gevuld moeten zy'n;
op de wijze dus van onze eigen grijze haren.
Immers, indien er zich nog vocht in die
cellen bevond, zouden ze zelf weer bescher
ming behoeven.
Hoe goed een Edelweiss plantje in zijn
eigen land en klimaat tegen uitdroging be
stand ia, weet ieder wel, die ze zelf op een
warmen dag bij zonneeehy'n van de rots heeft
geplukt; de steen is dan soms zoo heet, dat
bij de hand, die hem aanraakt, pijn doet,
zoodat ge er van schrikt; en het wekt ieders
verbazing, dat in een ondiep bijna
humusspleetje van deze gloeiende steenmassa een
plant zoo frisch kan leven en blijven voort
bestaan. Weken Ian2 blijven ook de afge
plukte planten schijnbaar frisch op de hoe
den van gidaen en toeristen, alleen worden de
stengeis wat slapper ; in het herbarium ziet
een volmaakt droog plantje Edelweiss er uit,
of het pas den vorigen dag is geplukt.
Maar wie ze bij ons uitzaait en in zijn
tuintje wil overbrengen,om een herinnering
of een illusie, die zal zijn verwachting niet
te hoog moeten spannen. Het groeit inder
daad bij ons, dat Edelweis?; eigenly'k te goed;
het groeit snel en hoog, de bladeren worden
dunner en breeder, maar daardoor wordt ook
de viltkleeding ijler en de kleur minder sterk
sprekend, meer grauw. Dit terugslaan" doen
op den duur ook de meeste ..zilverplanten",
die ver van hun heemstee, en in een ander
klimaat, onze tuinlui moeten helpen, om de
vee! gesmade haringsla" te bereiden.
E. HBIÏAX