De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1909 21 februari pagina 2

21 februari 1909 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. , 1652 dat d* oWigatiên agn gewaarborgd door de onderpanden, zoo moet afgewacht worden tot hoever dat zakelijk onderpand zal gaan, maar het is niet te hopen, dat de Bank een nieuws, concurrent zaJ worden van de Haagsche en andere Banken van Leening daar het de Winstgevende panden zou be treffen en zoodoende door het onverant woordelijk gebrek aan Staatszorg in zake de Banken van Leening reeds gedurende ruim n halve eeuw, deze nog dieper in 't- n oeros zouden geraken. Het is eene lofwaardige poging van de Nationale Vereeniging tot bestrijding van den woeker, om de geldelijk in nood zijnden, die tegenwoordig zuo slecht worden geholpen door de verwaarloozing der Banken van Leening, de behulpzame hand te bieden, maar zij make den toestand in deze niet erger dan die reeds is, door verkeerde maat regelen, hoe goed ook bedoeld. Wordt door de Regeering voorzien in «ene doeltreffende regeling der Banken van Leening, wat wel niet zoo gemakkelijk zal gaan met 't oog er op dat ook hierbij de politiek en eigenbelang in 't spel zal zijn, dan zal men beter 't beoogde doel, be strijding van den woeker", kunnen bereiken dan op den weg door de bedoelde Vereeni ging tot nu toe gevolgd. G. G POLVLIET. llllliiillHiiiitillliliillMilHiliiiiiiiilliiiNliliiiillliiniiillii coiafó * Er is, sedert 1903, wel geen moment ge weest, waarop in ons land werkgevers en' werknemers in een scherper, vijandiger houding tegenover elkander stonden, dan in de laatste maanden, en speciaal gedurende de laatste weken, het geval was. Eerst kwam in November de bekende staking der Metaalbewerkers te Tilburg. Daarna de thans nog voortdurende staking van de Metaalbewerkers bij de firma Klep te Breda. Vervolgens stakingen of uitsluitingen van de bouwvakarbeiders in een aantal plaatsen van Gelderland: Arnhem, Zutfen, Lochetn. Dan de uitsluiting by de firma Dyserinckte Amsterdam, en de vorige week de stakingen van de respectieve arbeidersgroepen te EoÉterdam, Leeuwarden, en op nog ver schillende andere plaatsen. En eindelijk iets wat nog wel het meest ernstig is van alles: de uitsluiting bij de firma Nico ter Kuile & Zoonen te Enschedé, en de bedreiging der Enschedésche fabrikanten-vereeniging, om in het begin der volgende maand alle textielfabrieken te Enschedéstop te zetten, indien tegen dien tijd tusschen de genoemde firma, resp. de fabrikanten-vereeniging, en de arbeiders organisaties, geen overeenstemming mocht zijn verkregen. Ik heb slechts de voornaamste conflicten genoemd, en de tallooze protestmoties", en kleinere conflicten, alle getuigende van diepe ontevredenheid en sterke spanning in de arbeiderskringen, opzettelijk maar weg gelaten. Al deze conflicten, op geen enkele waar van ik thans nader inga, zijn een gevolg van het in werking treden der Wet op het arbeidscontract; en zij alle getuigen van een gekrenkt rechtsgevoel, een onrecht waaronder men mokkend bukt, zich voor nemende om door versterking der organi satie" zich er in de toekomst zoo spoedig mogelijk aan te ontworstelen, of wel waar tegen men thans reeds dadelijk en niet overal zonder succes, zich wanhopig ver weert, door te iveigeren contracten te onderteekenen die door werkgevers zijn aange boden, waarop dan uitsluiting volgt. Heel de arbeiderswereld, alle kringen van hen, christelijke en socialistische en gema tigd- onverschillige", zijn er door in beroering, en voorzoover valt te beoordeelen, is het nog lang niet uit, maar staan er nog talrijke conflicten te wachten . . . Is er voor die ontevredenheid, die wrok, dat gevoel van krenking van recht, bij de arbeiders, redelijke grond? Tot nu toe heeft de burgerpers het blijk baar niet gewenscht geacht, zich daarin uit te spreken. Opmerkelijk is in talrijke dagbladen, voor wie de minste gebeurtenis in "de politiek aanleiding is voor allerlei beschouwingen, het zwijgen in deze aan gelegenheid, die heel de arbeiderswereld als in beroering brengt, en ook de patroonskringen sterk occupeert. Men schijnt huiverig zich er in te mengen. Slechts in November heeft de Nederlander er een artikel over in ..... nu ..... mum ...... nimimii ..... mmnmiii PETER JORKIN'S NAUTENSCHAP. Naar Jut Engelsch, Hebbe ze hier dragelijk bier?" vroeg de oude man terwijl hij den pul dien ik naar mgn lippen-bracht met zorgelij ken blik nakeek. Zóó slecht, dat ik 't je haast niet durf aanbieden," antwoordde ik. Nou, zoo kieskeurig ben 'k niet", zei hij, met een knipoogje. Vroeger was 'r niks goed genoeg voor me. Toen most 'k van alles 't beste hebbe, 't zij dan bier of tabak. Nou neem ik wat 'k krijge kan", en hij stopte zijn pijp uit mijn tabakzak met een veelbe tekenende grijns. Dat merk ik", merkte ik droog op. Ik zeg altijd maar: geen stokpaardjes.'' As je je daarin begeef, dan bid je eenvoudig om moeite en last, want 't leve is vol teleuratellinge', zooas de lui die naar Jorkins na latenschap zochte ook al heel gauw begrepe," zei hij, onderdrukt lachend. Ik bestelde twee potjes bier en Het er een van vóór hem neerzetten. Wie wasJorkios en wat waa dat met zijn nalatenschap?" vroeg ik, een verhaal voorvoelend. Peter Jorkins was 'n heccentrieke ouwe man die in dit dorp woonde", begon hij, nadat hij zijn glas leeggedronken en 't om gekeerd op tafel gezet had als een lichte wenk. Hoe lang ie al hier gewoond had, wist niemand. Hij woonde same' met zijn nichtje en 'n half snikke jonge', die Joe heette. Ze woonde' in 'n behoorlijk, (teugeswoordig zoue ze 't 'n villarje noeme'), en sommige menache' zeie dat ie gek was, maar gegeven, en als zijn meening gezegd dat het zeer bedenkelijk moest heetaa, dat vele werkgevers zich maar sans phrase' van de goede bedoelingen der Wet op het arbeids contract afmaken. De Nieuwe Grt. zweag er over, het Handelsblad- gaf een geleerd artikel over de diepe beteekenis' dezer wet, zonder op de huidige conflicten nader in te gaan, het Nieuws van den Dag bood zijn lezers en leseressea een objectieve samenvatting van de voornaamste bepalingen der Wet, en... de N. R. Ct zweeg geheel! Slechts n der grootere bla lea gaf dezer dagen meer positief zijn meening, en dat was de Residentiebode, die schreef naar aanleiding van de conflicten die zich zoo talrijk, ook in katholieke streken, voordoen bij het in werking treden dezer wet: Het werd in de Eerste Kamer zoo juist gezegd door een der voorstanders van de wet, dat deze feitelijk is: ,de codificatie van' het bestaande recht", waaraan intusschen o. m. kan toegevoegd, dat zij schrapt de bepaling van het B. W., volgens welke de werkgeeer in rechten op zijn woord wordt geloofd. Reeds deze schrapping verdient gepre zen. En daar is nu nog bijgekomen een samenstel vu n bepalingen, dat op menig gebied willekeur buitensluit en regelend optreedt. Wij kunnen ons wel begrijpen, dat men in arbeiderskringen gaarne meer dringende bepalingen had gezien, spe ciaal wat betreft de uitbetaling van loon bij verhindering tot werken. Maar zouden die bepalingen heusch gebaat hebben ? Wij gelooven van niet, want de opzegtermijn zou dan immers dus danig kunnen worden verkort, zoo niet geheel uitgeschakeld, dat in de praktijk dat dwingend recht toch nietsbetrekende en de positie van den werkman er nog in vastheid door verminderde. Men ziet: iedere verandering of aan vulling ware nog geenszins een ver betering". Hier wordt dus getracht, to betoogen, dat de wet op het arbeidscontract inzake die punten, waarover de strijd loopt, vol strekt geen nieuwe, en voor de arbeiders betere toestanden heeft willen scheppen, maar slechts bestaande toestanden heeft willen codifieeeren. Maar dan ook is het hardnekkige verzet der arbeiders tegen contracten, waarin bestaande toestanden wórden gecodificeerd, d. w. z. waarin zij evenals tot nu toe worden be handeld louter ah koopwaar, die bij de vaststelling der arbeidsvoorwaarden niets hebben in te brengen, en dip, wanneer ze niet werken, door ziekte of om andere redenen buiten hun schuld, geenerlei recht , op loon kunnen laten gelden, uit een oog punt van recht ook volkomen ongemotiveerd. Dan kunnen ze op de bedoelimj der wet ook geenerlei beroop doen, en het slechts aan hun macht-, aan de sterkte hunner vakvereenigingen overlaten, om mér te bereiken dan tot nu toe gewoonte waa. Iets wat ze ook zonder de wet op het Arbeidscontract zouden hebban kunnen dosn. Welnu, zóó ligt toch inderdaad de zaak niet. Stellig mag er naar geen van beide zijden overdreven worden. De arbeiders, voor zoover zij zicli van de werkelijkheid goed bewust zijn, wo;en zeer wél, en zij hebben het reeds vóór de wet in de Tweede Kamer in behandeling was, in hun adressen aan dit college «ezegd, dat de wet op het Arbeiderseontraot hen niet zóó maar, automatisch, door het tUatsgeweld, belang rijke verbeteringen en verheffing van den levensstandaard, medezeggenschap on vrijheid brengen zal. Dat alles zal van eigen kracht door organisatie de vrucht moeten zijn. Evenzeer weten zij heel goed, dat omtrent onderdeelen, kleinigheden, de wet een aantaldwingende voorschriften brengt voor den werkgever, die voor de positie der arbeiders zeer gewenscht is. Doch geen dezer voorschriften is van ernstigen, noemenswaardige!! invloed op zijn economische positie. Zij betreffen, zoo goed als alle, formaliteiten. Slechts op twee punten bood de wet, naar het scheen, wezenlijke verbeteringen. Eerstens zou, met deze wet, de goede toe stand zijn geboren, dat de arbeiders niet maar zóó, door de kracht van de patroonsovermacht, een werkregeling of reglement opgedrongen kregen: het moest hun uitge reikt wotden vóóraf. Wat is daarvan terecht gekomen? De uitreiking vóóraf" is een bespotting ge worden, want ze geschiedde in verreweg de meeste gevallen met toevoeging: over den inhoud valt niet meer te spreken; ge moet teekenen, of ge zijt ontslagen. allemaal ware' ze 't 'r over eeng, dat ie vrekkig was. De lui die bij 'm an huis kwarne' deje' allerlei verbale' over z'n schraperigheid. En 'k kan je verzekere' dat t'r heel wat bij 'm anliepe', want Betsy Jorkins was 'n knap deerntje en ze speelde ze allemaal machtig aardig tege' mekaar uit. En je sunt 'r zeker van zijn dat t'r meer dan een genege' was om 't huwelijksbootje met 'r in te gaan, want t'r ouwe oom had geen andere nabestaanden en d'r werd alge meen geloofd dat ie 'n aardig appeltje voor de dorst had. Maar Betsy was kieskeurig en wou zich an niemand binde', 'oewel d'r diie ware' die anders nogal in de gunst schene' te staan. En dat ware' Ted 'Iggins, de slager, Karel Dawkins de waard uit deze herberg, en Toby Small die do dorpsbazaar hield; allemaal dus mensche in goejen doen. De mensche' zeio' dat er nog 'n vierde was, 'n zekere Jim Plummer, 'n deugniet, die kort daarvoor uit Londen was gek o m m a'; maar de firma Iggins, Dawkins en Co. ge loofde' niet dat ie veel kans had, want ie had geen rooie duit, en juit'rouw Betsy hield t'r eige belange altijd goed in 't oog. Zoo stonde' de zake' toen de ouwe Jorkics kwam te valle en ineens was 't heele dorp in rep en roer. Zooas ie beschikt had, werd z'n testament door Jenkins de notaris iu 't openbaar voor gelezen, ia de gelagkamer van de Kroon. 't Heele dorp was t'r bij en je moet maar geloove, dat iedereen half dol werd va a opgewondenheid, toen ze hoorde' dat Jorkins alles wat ie bij z'n dood bezat, naliet aan de man die 't vond en met zijn nichtje trouwde. 't Was in de grond verstopt binnen 'n kring van 'n mijl van 't dorp, en toch was "t in niemand z'n tuin. Zoo gauw de notaris klaar was, begonnen' ze allemaal door mekaar te prate' en d'r was niemand die niet zei Dat is: het mes op de keel.' Dat is: de arbeiders dwingen, hen pressen door het geweld van brood-overmacnt, hen onder werpen als onrnondigen, als slaven. En dat kan de bedoeling dier uitreiking vooraf" niet geweest zijn. Tweedons: de doorbetaling van loon bij ziekte, en andere ongelegenheid, gedurende zekeren korten tijd" Waarvoor heeft hier de wetgever twee uitvoerige artikelen tot in details uitgewerkt, anders dan met de bedoeling om nieuwe en betere gewoonten in het bedrijf in te brengen ? De heer Talma, destijds een der ijverigste woordvoerders van de commissie van rapporteurs, zeide het immers bij de toelichting viu dit artikel: ...Hoofdzaak is,... dat de arbeider ten slotte met zijn persoon verbonden is aan het bedrijf, en dat is oorzaak en grond, dat op den werkgever rust een zedelijke verantwoordelijkheid, veel uitgestrekter dan op den arbeider tegen over den werkgever. .. .En nu beweer ik, dat wanneer er een dergelijke verhindering komt als ziekte, d.w.z. een die tot het zuiver menschelijk leven van den arbeider behoort, het niet behoorlijk is, dat de patroon zou kunnen zeggen: ik heb niets met u te maken." Dat is dan toch zeer duidelijk gezegd: er behoort te komen een andero verhouding dato die welke tot nu toe in veie gevallen bestaan heeft: bij ziekte mag de werkgever den arbeider zoo maar niet loslaten! En wat komt nu daarvan terecht 'i Dat de werkgevers, die maar even kans zien om zich er aan te onttrekken, wat laehen met de zedelijke verantwoordelijkheid" van den heer Talma, en gebruik maken van de gelegenheid die de wet hen voor uitzon deringen (waarvoor anders die twee uit voerige artikelen?) bedoelde te geven om... alle arbeiders, in hun dienst, van dat recht te doen afzien. Dat is een teleurstelling voor de arbeiders. En die teleurstelling is zeer, zeer gerecht vaardigd. Want de wat op het Arbeidscontract is steeds rondgedragen, bepleit en aanbevolen als brengende nieuwe rechten en nieuwen steun voor de arbeiders. Zeker, het zou eenige opoffering van de werkgevers gekost hebben. Maar thans blijven alle lasten en schaden van onvrij willig, kort verzjim op de arbeider* rusten. Kunnen die het dan beter dragen dan de werkgevers? Slechts de sterken, d.w.z. zij, die sterke vakvereenigingen hebben en de werkgevers kunnen ilwiiiijc.u, weten iets te bereiken. Maar... ondittiks do wet. De zwakken, die de hulp en de be scherming en den steun het meest van noode hebben, hen laat deze wet in den steek! H. S. Mazieïia ie EoofiisM, Aangezien het mij wegens een lichte onge steldheid gedurenleeenigen tij d niet geoorloofd was uit te gaan, moest ik een paar concerten, waaronder enkele belangrijke, ver'/uimec. Gelukkig kon ik Z mdag 14 dezer in de Vrije Gemeente het Bach-concert bij wonen, dat door den heer Ant. H. Tierie met medewerking van mevr. Noordewier en mejaü'r. Nella Gunning gegeven werd. Man weet het hoe de medewerking van mevr. Noordewier aan elke uitvoering ongewonen luister bijzet. Zoo ook hier. T-vetsaria's en dria liederen hielden de aandactit ten hoogste gespannen. Liebster /esu, naein Verlangsn" sou met begeleiding van strijkquartet en Oóoe-solo zeker kleurrijker ge klonken hebben; ook moest bet oor eu mis schien ook de zangeres eenigszins wennen aan de acustiek van het gebouw der Vrije Gemeente. De toon is er eenigszins kort en drooj? ea mist de charme van de resounans der hooge gewelven eener kathedraal. Bij de tweede Aria, uit het Magnifical" was rneu reeds volkomen vertrouwd met de acustiek. Dit nummer maakte daarom geheel den indruk van ingehouden vreugde en gelukzaligheid. Maar wie zal beschrijven welken indruk mevrouw !S oordewier teweeg oracht met de drie liederen Liebster Emanuel, Jesu meines Herzens FreuJ, en Jesus ist das schünste Licht ' ? dat ie wist waar 't begrave lag. Maar Charlie Dawkics, die achter z'n buffet stond, zag iets dat ie dacht dat niemand anders zag, en dat was, dat de haif-gare jongen, Joe, opschrok toen ie de notaris dat hoorde voorleze' van 't geld dat, begrave' was. Een poo<je later komt Dawkics dus achter z'n buffet vandaan en vraagt an Joe net of ie nergens geen erg in heeft, of tie 'n glas bier lust, en Joe zegt asjeblief. Da's 'n raar zakie met die geldkwetóe van jo ouwe heer," zegt U-awkins. De jonge' knikt over de rand van z'n glas. Zoo 'sarons ging die nog al es uit, hè? JOB keek op. Jawel, met 'n lantaarn en 'u schop", zegt ie. Ditwkins had moeite z'n eigen in te houwe', zoodat Joe niks merkte, ,,'k Wed dat je 'm achterna ging," zei ie lachend. Ik weet best waar ie heenging," zegt Toe. Waarom wou je 't wete'?" O, zoo maar uit nieuwsgierigheid," zegt Dawkins. Ben ja al naar de kermid in Charlton geweest?" eu hij balanceert 'n gulden op z'n voorvinger. Meneer 'Iggms heeft me drie gulde' geboje'," zegt Joe. Ted 'Iggius is altijd 'n gemeene schooier geweest," zegt Cbarüe Dawkins, terwijl die twee rijksdaalders uit z'n zak haalt! Je heb 't 'm toch niet verteld?" Warachies niet!" zegt Joe, terwijl ie de rijksdaalders annam. ,,'k. Heb 't uog an nie mand verteld." En toen boog tie zich naar Cbarlie toe en duisterde an z'n oor, de ouwe gïcg naar Dake's Folly," en toen liep ie weg met 'n grijns. Hij waa nog niet ver gekomme' of ie loopt Ted 'Ijfgins tege' 't lijf. Hallo," zegt Ted, waar ga jij naartoe?" Naar de kermis in Charlton," zegt Joe, Wat is Bach toch oneindig groot; maar ook, hoe weet mevrouw Noordewier geheel den inhoud van een lied van Bach weer te geven. In het eerste kwam de blijde berusting en het vertrouwen op den steun van den Zaligmaker wonderwel tot uiting. Maar dan het tweede...! Onvergetelijk blijft mij de innigheid ei schoonheid bij, waarmede het Jesu, süsser Jesu" en Jesu mein Erlóaer" ?gezongen werd. Daar was een meesterschap van zangkunst en eenvoud van voordracht waar te nemen, die geen andere zangeres van den tegenwoordigen tijd haar eigen mag noemen. Zeer goed gezien was bet om dat juweel van een lied tusschen de twee ande ren in te plaatsen. Daardoor maakt het den indiu-c van een parel gevat in een kostbaar montuur. Het derde lied Jesus ist das schönste Licht" maakte een feestelijk slot aan het programma. Maar hoe mooi heeft mevr. Noordowier aan da tweede strophe Jesu Jusu meine Ruh ?, Jesu lass dich finden toch weer een andere, mildere uitdrukking weten te verleenen. Mejuffrouw Gunning speelde twee deelen uit een sonate (A.) en het Andante uit het E-dur cotcerr. D i toon van mejuffrouw Gunning kon iets breeder, iets grooter zijn; zij is echter zeer sympathiek; daarom ver schafte haar voordracht groot genot. . De heer Tierie gaf in een der mooiste fuga's van den grootmeester, benevens in een Preludium en een Adagio opnieuw het bewijs welk een begaafd organist wij in hem bezitten. Vooral door zijn eminent stijlgevoel wist bij aan zijn voordracht groot gezag te verleenen. Ook in de kunst van begeleiden blonk de heer Tierie uit. De registratie van het Presto uit de Viool-sonate was een waar meesterstukje van orgelspel. Een magistraal programma, magistraal uit gevoerd, ziedaar den indruk van Lamond's Beet hoven-a vond. Men denke zich de sonaten in E, op. 109, in C, op. 53 en in op. 55, daarnaast de variadën op het thema uit de Eroica-symphonie en het bekende liefelijke Andante in F. De sonate op. 109 wordt niet te dikwijls gespeeld op concerten; -/ij bezit ook niet de schitterende eigenschappen der andere beide sonaten, maar is meer van intiemen aard en beschouwelijk karakter; het is een sonate voor de huiskamer, innig en vertrouwelijk, zelfs ietwat droomerig; maar buitgewoon schoor. » Men denke b.v. aan het Andante-thema dat door Beethoven zoo heerlijk gevarieerd wordt; boe nobel en plastisch, een echt Beethovengche zingmelodie en hoe mooi gedacht om die pure melodie, na de laatste trillerende variatie nog eens te doen herhalen! IXiarna de variatiën op het thema der Eroica Finale, fchitterecd ea vol afwisseling door LaoQond gespeeld, met al de nuancen waartoe de prachtige Bechstein-vleugel en zijn eigen rijkgescbakeerde aanslag hem in staat stelden. De F-dur sonate op. 10 No. 2, die door ieder eenigazins gevorderd dilettant gespeeld wordt, zal men wel zelden zoo bekoorlijk en schoon gespeeld hebbeu gehoord. Dat staccatopresto b.v., wat was dat klaar en duidelijk en ruatig ondanks het snelle tempo. Aan het slot van het eerste deel de vValdsteinsonate. een heerlijk zonnig toonpoeëem. De twee Allegro's schitterend en briilant en van elkaar gescheiden door het korte maar diep zinnige A iagio. Hoe komt Beethoven's icluitieve zin voor vormechoonheid aan den dag, wanneer men bedenkt dat dit Adagio door Beethoven gebracht is in de plaats van het bektmde Andante in F, hetwelk Lamond speelde iu bet begin van het tweede deel. Een liefelijk stuk van harmios' karakter dat echter niet zoa /oortr-U'elijk het trait d'unioit KOU kunnen vormen tusschen de twee C-dur satzen van opus 53. Aan het s.ot vergastte ons Lamond op de sonata appassionata", die thans wel door niemand zoo indrukwekkend en grootach geapeeld wordt aU door dezen Schot. Htt karakter en de diepe t.-agiek van dit meester werk beantwo >rden zoo geheel aan do nafjur van den kunstenaar, Weinig artisten zijn zoo vrij van pose als Lamond. Niets is bij hem berekening. Ailes is natuur en alles geschiedt bij hem door de kracht zijner impulsie. Zelfs zou men in een eenvoudige melodie wel eens meer zinnelijke schoonheid en rhythmisctn lijngolviu; wen cheD. Lamond is echter ,,herb". Mannelijke ernet geen zweem van vrouwelijke weekheid v'ndt men bij hem. Een publiek bestaat, niet voor Larnoud als bij «peelt, iiij denkr er niet aan dat een oojenblik langere as of ie van de prins geen kwaad weet; 'nonet r Dawkins heeft me net zoo vijf pop gegeve'." Meneer - Dawkins - heeft - jou - vijf- !" hijgde Ted. Ck heb altijd wel gedacht dat 'r krank zinnigheid in die familie zal", zei ie sar castisch. Hij wou me 'n guide geve' maar ik zei dat u me d'/ altijd vijf geef'," zei Joe. .,'?'00, zei ju dat V' hijgde Tul, terwijl ie s-'u i stok vaster beet pakte. l J?.,'" zei Joe, ,,eu toen -.ei die, dat je 'n l gemeene schooier wa^, en ^rnf :a'u'n tient.;f. ' ..Z'jo, dee die dut", zegt TV d streng t. ij wist noou veel woonie' te vir.de' Ik hoop, dat je 'm voor zoo'u schooieng beetja j toch niks verteld heb?' [ Ik ?.ei, dat ik dan ou-,ve'a avouds wel naar Curke'.vood v.ag gaan." .Ha! haf' lachte Ted, en die idioot gt loofde je zeker ook nog. Maar ik weldaij' wét waar die werkelijk heenging", en h:j | haalde voorzichtig twee tientjes uit .i'n :;as j en leïile ze o f) z'n open hand. j Jawel", zei Jo;;, asof ie van de prins geen kwaad wist, en raeUen stak ie Iti neutje.; iii z'n zak. Hij ging naar Duke's Folly." j U zult nou al wel begrepe' KOLB', dat [ Jee lang zoo dom niet was as in ietk. tn dat 't daarom ook maar niet zo > bij toei'&l was, d it it^ even later Tohy Snuli te ;m;k 77.1 m. Hij probeerde 't zelfde zame op Toby af t8 liraaifc' en Toby wi'.cht tot ie uitgepraat was en toen zegt ie: Dus meneer Dawi-ns gaf je twee tientjes en meneer ijigms vijf pjp voor 't vertelle van leuges, hè? Xou, dan zal ik jon nou es wat geve " ..Ja, asjeblief", zegt Joe gretig. dat je niet makKelijk vergete' zal, name lijk 'n flink pak op je huid", ze^t IV'V, en as je dat te pakko' heb, zeg je me de waar pauze, na een sonatedeel misschien meer den indruk zou doen verwerken. Zijn geest gaat voort, w»ra van alle bijkomstige over wegingen. Doch büdezen Beethovensperer moet men alles goed vinden zooals hij het doet. Een talrijk en aandachtig publiek juichte den kunstenaar aanhoudend en warm toe. Moge hij spoedig wederkomen! ANT. AVBHKAMP. £OB Haatsclie Mystificatie, Een paar maanden geleden kondigde ik in Het Vaderland aan het curieuze werk van den heer F. Bezemer Sr.: Nieuws uit Oude Hoeken 1), Daarin wordt o. a. uitvoerig mel ding gemaakt van de mystificatie met Het Oer a Linda Sok, met de Rijm- Chrony okévan Klaas Kolijn, en tevens gereproduceerd een plaat van De Nederlandsche Spectator, die den schrijver van het eerstgenoemde in de Eiyzeesche Velden doet verwelkomen door Kolijn en... P. van Oa. O ?er Aen laatste zwijgt de heer Bezemer. Van een belangstellende sedert reeds overleden ontving ik een schrijven, waarin mij eenige b'zonderheden aangaande de P. van Os-mystificatie werden medegedeeld, juist voldoende om den lust in mij te wek ken tot verder onderzoek. Op den rechten weg geholpen door den oud-redacteur van den Spectator, den heer P. A. M. Boele van Hensbroek, bleek me weldra dat wijlen Dr. M. F. A. G. Campbell, als directeur der Koninklijke Bibliotheek, in 1875 zorgvuldig een en ander bijeengevoegd heeft, deze ver makelijke historie betreflend. Wijl ieder belangstellende daar de namen van den hoofd bedrij ver en van enkele zijner helpers vinden kan, en na een tijdsverloop van meer dan veertig jaren wel niemand meer nadeelige gevolgen te wachten zal hebben van de openbaarmaking, meen ik ze in het hier volgend relaas zonder bezwaar te kunnen publiceeren. De gegevens voor dit relaas zijn geput uit een artikel in De Nederlandsche Spectator van 6 April 1867, van een der toenmalige redacteuren, Jhr. Mr. J. de Witte van Citterp, verder uit de aanteekeningen van Dr. Campbell, en uit een boekje, dat terstond nog ter sprake zal komen. Op een Zondagmiddag in den zomer van 1866, wandelden twee leden der Witte Soci teit, Dr. J. Rutgers, later rector van het Haagsche gymnasium, en bovengenoemde Jhr. fan Citters, na de muziek-uitvoering in de Tent, naar den Haag terug. Zij bespraken de mogelijkheid om de redactie van een destijds veel spektakel mikend Zeeuwsch blaadje, de Nieuwe Goestche Courant, eens beet te nemen. Dit nltra-oithodoxe en antirevolutionaire orgaan had nl. goedgevonden, den biddag door de Synode dien zomer uit geschreven ik vermoed: naar aanleiding Ier cholera-epidemie te verketteren. Zij wilden de redactie de redeneering laten «likkeri dat het muziek-maken op Zondag, hoe zondig op zichzelf, bier alleszins loffelijk was als protest tegen de Synode die voor den gewraakten biddag ook' een Zjndag had vastgesteld. Dr. J. Rutgers schreef daarop een brief, geteekend Johannes van den Bergen Cz, welken hij echter vreesde, dat om den onzin direct als mystificatie zou worden herkend. Maar neen! In het nummer van 2 Augustus werd die brief, op verzoek van den schrijver enkel onderteekend met Johannes" niet uit menschenvree?, gelijk hij de redactie ver zekerde ? in de Nieuwe Goessche Courant geplaatst Natuurlijk volgde er nu weldra een tweede. Maar blijkbaar vertrouwde de redactie toen toch het zaakje niet recht: die brief werd niet opgenomen. Qui a bu, boira.... Dr. Rutgers wilde zijn prooi nog niet loslaten. Lukte het met proza niet meer dan de gebon ien stijl I En uit dit besluit werd de dichter Piet van Os geboren. Er was echter een bezwaar. De hand van Johannes van den Bergen was aan de redactie der Nimwe Gotische Courant bekend. Piet van Os moest een andere hand hebben. En nu leende zich Mr. W. A. P. Verkerk Pistorius. Referendaris aan Financiën, tot het copiëeren van Dr. Ruigere' rijm-proever. De nieuwe toeleg gelukte volkomen. In de Niruvje Goessche Courant van 8 November j ISiM verscheen het volgende gedicht: ! i AAN NEDERLAND. j Ne>Mand, ontwaak l dat de Koning regeere! | 't richtsnoer Zijns doens zij het Woord van [den H e e r e, 't levende Woord, ea geen wet van papier! l Rotterdam, Meindert Boogaerdt Jr. z. j. hfeid of ik laat ja in de ket-jot stoppe' omdat je de mensche ouder beiriegelijke omstandighede' geld heb afgezet". En Joe kreeg 'n pak dat ie wellicht nog niet vergete i?. ,,En waar gin*; je vader QOU 's avonds he^n'." zei ie bedaard toen ie klaar was. Naar Duke's Folly", stotterde Joe. Duke's Folly was 'n stuk grond dat eve' buite' 't dorp lag, en dat zoo heette omdat 'n x.ekere Duke 't gekocht had om 'n huis op te late zette as ie fortuin zou gemaakt hebbe'. Hij ging naar Klondike, en bij 'a dronken reiletjo Ureeg ie 'r een op x'n test en krepeerde; en daarom noemde' d t- men:che d.U stuk land Duke's Folly (Dwaasheid). 'u Tijd later werd 't door Duke z'ii nabe staanden verkocht aan 'a vent in Londen; mnar /;« zegge' .dat die z'n geld kwijt raatte, eu net zoo wat toen de ouwe Jorkins stierf werd 't bij opbod verkocht. 't Was 'n slecht lapje grond, vol met steens' ea zoo, en niemand had 'c 'r uog ooit op ge'fxje; je knnt dus wel begrijpe' dat de afslager stom beduusd was toen drie lui, die d'r zou goed bijzate' as Dawkins, Iggins ea Tohy Staal!, op de verkooping verscüfue. D'r wis niemand anders en al eel gauw doet Cnarlie Dawkins, na de andere twee arigekekcs' te hebbe' al^of ie ze wou opvretc', 'n bod. Ted I^gins mijnt direct, en lV.>y Smail mijnt daar weer bovenop. Toen ie zag hoe ie zake' stonde' begon de afslager glunder bij z'n eigen te lache', ea drijft 't land nog wat meer op. E?e' later zei, Charlie Dawk ns weer in. Tel IggiijS mijnt en daarna Toiy Small weer, en y.oo ging 't door tot ze zoowat tienmaal zooveel hadde' geboje' as 't land waard wa?. Toen de afslager zag dat ze niet veel zoue' gaan zei ie: Heeren", zei die, omdat de eigenaar van dit land wel dacht,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl