Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1653
voor ieder die bet karakter eener socialisti
sche partij wil begrijpen.
Zóff wordt het door de groote meerder
heid der party begrepen. En gevoelen ze
sich vrij jegens de verwijten domper* te zijn.
H. SPIEKMAS.
***
H)e heer Spiekmam ontzenuwt geen van
ome argumenten. Ook Het Volle" heeft
daf niet gedaan. Wat de heer S. zegt, de
opsomming van bekende feiten doorgelaten,
kont op hetzelfde neer als wat Het Volk"
zegt: de Tribunisten werden te lastig, en
dat kunnen wij als strijdende partij niet
hebben". Wij antwoorden slechts: Hoe
moeilijk het u worden mocht, hoe (het is
door iedereen toegegeven) ongebreideld het
karakter was der drie geroyeerden, het
water van de zee wascht niet af, dat gij
door te royeeren in casu hebt gehandeld
tegen uwe beginselen. Proef op de som: zie
de gevolgen., Zij zijn veel grooter, gaan veel
dieper dan 't geval zou zijn, als die heele
qnaestie de beginselen niet raakte.
RED.
De winstgevende advertenties.
De directie der Provinciale Oeerijsselsche
enZuiol&che Courant vestigt er onzeaandacht
op, dat zij eenige dagen, vóór ons jongste
artikel over de winstgevende advertenties",
had opgehouden deze ruimte te geven in
haar blad. Wfl maken hier met voldoening
melding van. Binnenkort geven wij weer
de lijst van bladen, die doorgaan aan op
lichting bewust do hand te leenen.
Het nieuwe wetsontwerp tot
wfjzigiHg der Gemeentewet.
l.
Hoe men van Scyllain Charybdis kan komen.
Indien eenig wetsontwerp van den
laatsten tijd mij in zijne uitwerking is tegen
gevallen, dan is het wel het pas uitgekomen
wetsontwerp tot wijziging der Gemeentewet
" Ik heb mij afgevraagd, of aan het Depar
tement van Binnenlandsohe Zaken, behalve
de Minister en Mr. J. B. Kan, dan geen
enkele knappe kop te vinden was, die van dat
beloofde ontwerp iets had kuanen tot
standbrengen, met eigen oordeel en
cotnbinfftievennogen en die niet alleen in woord, maar
ook in daad zijn voordeel had gedaan met
de critiek van elf Colleges van Gedeputeerde
Staten en van zestig gemeentebesturen.
Het wil mij toch vreemd voorkomen, dat al
die regeerings-colleges ja! en amen! hebben
gezegd op het welbekende rapport der
Staatscommissie voor de gemeente- financiën,
aoodat de voorstellen der commissie, om
zoo te zeggen, door de Regeering slaafs
konden worden gevolgd.
Men kent de geschiedenis. De Staats
commissie voor de .gemeente- financiën heeft
de haar opgedragen taak, om maatregelen
TOOT te stellen, die den flnanciëelen toestand
der gemeenten Voor een reeks van jaren,
op beteren grondslag zouden brengen, zulks,
zonder aanmerkelijke schade voor de finan
ciën van het Rijk, met een non possumus"
beantwoord.
Of zij na 3 jaar werfcens, dat antwoord
reeds zag aankomen? In de gevraagde ver
eenvoudiging van de opdracht, toegestaan
hij koninklijk besluit van 26 Mei 1906 No. 28,
ligt de voorbereiding tot dat antwoord
reeds verscholen.
In de oorspronkelijke opdracht wordt,
aoo noodig, hulp van het Rijk in het vooruit
zicht gesteld in de zoogenaamde ver
eenvoudigde opdracht wordt enkel over de
financiën der gemeenten gesproken.
Na nog IK jaar werkens kwam het wel
bekende rapport voor den dag.
Dat rapport moge bij het groote publiek
den indruk hebben achtergelaten, dat in
zulk een langdurig tijdvak ook heel wat
belangrijks was tot stand gekomen en dat
aiet tevergeefs was gewerkt voor hen,
die den financieelen toestand der gemeenten
van nabij kennen en de draagkracht van
dergelijke rapporten beter kunnen
beoordeelen, heeft dat rapport, in het algemeen
gesproken, slechts waarde van wege het
hoogopgestapelde cijfermateriaal.
De Nieuwe RoUerdamsclie Courant heeft
het zelfs de moeite niet waard gevonden,
dat rapport in haar blad te bespreken. Dat
zegt genoeg!
Voor wat de Staatscommissie ten slotte
heeft gegeven, behoefde waarlijk geene
Staatscommissie in het leven te zijn ge
roepen. In evenveel maanden als de Staats
commissie jaren heeft gewerkt, zoude eene
commissie van gemeenteambtenaren onge
twijfeld iets beters hebben tot stand gebracht.
Het advies der Staatscommissie geeft in
timmiiiiiimiiMiiHiHiiiimniimmi
HAK, DE ISVOSCHICL
Naar het Enyelsch van J. SATUIIX.
Het was twaalf uur 's nachts en het vroor
dat het kraakte in St. Petersburg. De lucht
was als vloeibaar ijs. De scherpe wind blies
om de hoeken en gierde snerpend over het
groote plein. Donker en stil teeker.de de
eathedraal zich als een enorme massa berijpt
ijzer af tegen den staal-blanweu hemel en
daar tegenover in het midden van het plein
stond het standbeeld van Nico! aas I, een
glinsterend witte gestalte, gezeten op een
glinsterend wit paard; het sneeuwkleed, dat
paard en ruiter beide bedekte, weerkaatste
den kouden gloed der groote electrische
lampen rondom. De lampen maakten een
schitterenden, kouden lichtkring aan weers
zijden van het standbeeld en beschenen de
in een mantel gehulde gestalte van den
schildwacht, die, met afgemeten tred om
het beeld heen liep, het geweer op schouder,
en zyn enorme bontkraag zoo hoog opge
slagen, dat zijn gelaat ei in verzonk. De
harde ijskorst, die den grond bedekte, had
een helder blauwen, schitterenden glans,
waar het licht er op viel, en toen een
enkele slede snel over het open plein gleed,
sloegen de paardehoeven tegen het ijs met
overweging den gemeentenood te lenigen,
door de gemeentenaren nog eens te scheren,
te knijpen en te persen, maar nu op nieuwe,
meer intelligente wijze.
En de Ministers van Binnenlandsche
Zaken en van Financiën, gaan met de
Staatscommissie door dik en dun. Hoe kan
het ook anders, waar zij beiden lid dier
commissie waren.
Literatuur over deze quaestie scheut niet
te zijn geraadpleegd. Hoe is het anders
mogelijk, dat, wat als een lapsus in het
rapport der Staatscommissie moet worden
aangemerkt, woordelijk door de Regeering
wordt overgenomen in hare algemeene be
schouwingen.
Ik bedoel de navolgende uitlating van
de Commissie, waar zij spreekt over de
verdeeling van het inkomen tussuhen de
verschillende gemeenten, in welke n
bedrijf wordt uitgeoefend.
Zij zegt en de Ministers zeggen het na,
met precies dezelfde woorden:
Men zou de belasting door het Rijk
kunnen doen heffen en onder de on
lerscheiden gemeenten, die in aanmerking
zouden komen, verdeelen. De arbeid der
verdeeling zon echter voor de
Rijksadmi-nistratie niet gering wezen en ar zouden
tusschen het Rijk en de gemeenten allerlei
conflicten kunnen ontstaan, waarvan de
berechting nieuwen omslag en kosten zou
mede brengen."
Een legisch dankend mensch zou daarop
antwoorden, dat a plus forte raison eene
gemeenteadministratie nog veel minder van
dat werk zal terecht brengen. Maar de
commissie, voor wie in deze de eischen der
logica niet schijnen te gelden, volhardt ook
eenige bladzijden verder nog in hare eigen
aardige opvatting. Daar lezen wij no^:
Waar noodig, zal bDvei dien onderling
overleg tusschen de verschillende
gemeenteBesturen, moeielijkheden kunnen
voorkomen enz."
De Commissie meent dus, dat overleg
tusschen de gemeenten onderling tot heel
wat beter resultaten leidt, dan het overleg
tnsschen Rijk en gemeenten.
De goede meening over de gemeenten
blijft bestaan, totdat de kosten van vervoer
e» veruleging van arme krankzinnigen aan
bet woord komen. Dan zijn de bordjes ver
hangen en heet het:
Gelijk bekend, komen deze thans,
ingevolge art. 26, eerste lid der Armenwet,
ten laste der gemeente, waar de patiënt
geacht wordt, woonachtig te zijn.
Daargelaten nog, dat dientengevolge
menig onverkwikkelijk geschil ontstaat,
waarvan de beslissing soms voor een arme
kleine gemeente ruïneus kan zijn enz."
Op dat punt kibbelen de gemeenten dus
wel en ik kan aan de Staatscommissie de
verzekering geven, dat op heel wat meer
panten wordt gekibbeld, tusschen de ge
meenten onderling.
Tusschen het Rijk en de gemeente bestaat
feitelijk slechts u groote si rijd vraag, welke
de Commissie niet in staat was op te lossen;
de gemeenten beweren dat zij moeten
worden geholpen en het Rijk verschuilt
zich achter allerlei excepties, om niet tot
hulp te behoeven overgaan. Die quaestie zet
kwaad bloed, maar heusch! overigens laat
de verhouding niets te wenschen over.
Hoe ik mij de splitsing van het
bedrijf3inkomen voorstel, indien eenig bedrijf in
meer dan n gemeente mocht worden uit
geoefend, schreef ik reeds vroeger in dit blad.
Ik kom daarop later nog terug.
Wij lezen in de algemeene beschouwingen
over het wetsontwerp:
Het wetsontwerp, dat tot dit doel door
de Staatscommissie werd opgesteld, is aan
Gedeputeerde Staten der onderscheidene
provinciën en door hunne bemiddeling aan
een zestigtal gemeentebesturen voorgelegd.
Met de aldus door de mannen, die de
praktijk het naast staan, geoefende critiek
deed de Kegeering haar voordeel."
Dat lijkt ontzettend fraai en toch zeggen
die woorden zoo ontzettend weinig.
De mannen, die de praktijk het naast
staan, zijn niet de genoemde
regeeringscolleges.
Hoe zou men het anders moeten uitleggen,
dat al die regeeringscolleges langzamerhand
tot het besef komen, dat zij niet de meest
geschikte personen zijn, om de plaatselijke
belastingen te regelen en dat zij, het eene
college na het andere, speciale ambtenaren
(controleurs der gemeente-belastingen) voor
het werk aanstellen, /ij begrijpen, dat zij
tegen de moeilijkheden, zelfs van den
tegenwoordigen, eenvoudigen aanslag niet zijn
opgewassen, dat het hun te veel tijd en te
veel nadenken kost, om van den aanslag
iets behoorlijks tot stand te brengen, omdat
die aanslag den geheelen mensch vordert.
De ministers van Binnenlandsche Zaken
en van Financiën houden het mij ten goede,
maar bij de mannen, die de praktijk het
naast staan, zyn zij niet in de leer geweest.
zoo'n scherpen, helderen klank, alaof zij
over rinkelend metaal gingen.
I wan, de kleine Uvosctiick," had met zijn
slede een schuilplaats gezocht tegen den
wind in een nauw zijs raatje, dat op het
plein uitkwam. Hij had zijn bontmuts zoover
mogelijk over zijn ouruu getrokken en zijn
oevroren handen in zijn mouwen gestopt.
De slede stond roerloos atil, en het hoofd
van den isvoschick" hing voorover op zijn
borst, dij sliep .-ast.
Heidaar, isvoscaiek! \VorJ wakker, vlegel"'!
schreeuwde plotseling de schorre Blem van
een aorodovoy.
Iwan werd met fcbrik .vakker en zasr, dat
de iigent met du aïtrakan muts, tot aan v. ij n
oogen weggestopt i;: de p'mtkap van grof
bruin laken, zic'i bukte om i;aar het nummer
der slede te kijken.
Dat is twee roehels," M>Ïde gorodovoy.''
Weg van hier, ezelsveulen."
Iwan, nog geheei ontsteld, nam de leidsels
in zijn stijve, verkleumde vingers en ging
langzaam heen in -ie richting van hit pitin.
Toen hij zijn grooto bor.tmats optrok usi-r
zijn ooren, kwam zijn dik, blom! haar te
voorscnijn, dat rondom den uek r< cht \vm
afgeknipt, naar de mode der Russische boeren.
Het was een klein, erbarmelijk li^unrtje, dat
daar achter het groote, schrmkigo paard zat.
Er zijn veel zulke kleine figuurtjes als het
zijne onder de isvoschicks" van ut. Peters
burg, met kindergezichtjes onder den hoogon,
ronden isvoschick hoed in den zomer, en
onder de enorme bontmuts in den winter.
Iwan geeuwde, zette zijn muts goed, hui
verde en reed vlugger, toen hij een heer. in
Toch was de weg, om tot praktische ad
viezen te komen, vooral inzake de ver
deeling van het inkomen tusschen de
verschillendegemeenten, zoo eenvoudig geweest.
Indien de minister van financiën aan zijne
Inspecteurs der registratie, die met de
regeling der vermogensbelasting belast zijn,
gevraagd had, wat hun oordeel was over
de verdeeling van het inkomen onder de
verschillende gemeenten van herkomst,
dan was Zijne Excellentie aan het juiste
kantoor geweest. Ik zou mij zeer in den
praktischer! zin dier Inspecteurs vergissen,
indien zij zouden geadviseerd hebben eene
verdeeliug tot stand te brengen, die zoo
groote verwarring zal stichten in de ge
meentelijke belastingadministraties.
Elf adviezen van Gedeputeerde Staten in
de onderscheidene provinciën en zestig ad
viezen van Gemeentebesturen!
Ik stel daartegenover n advies van de
gemeentelijke inkomstenbelasting-admini
stratie te Amsterdam, aan wier hoofd ik
de eer heb te staan.
Reeds meer dan 25 jaren is deze admini
stratie met zorg gevoerd en systematisch
ingericht.
Al de hulpmiddelen van den
tegenwoordigen tijd worden te baat genjmen, om
gegevens te verzamelen, te verwerken en
te rangschikken. Het Gemeentebestuur
spaart geen kosten. De administratie heeft
langzamerhand een archief van wetens
waardigheden gekregen, waarop een infor
matiebureau jaloerseh zou kunnen ziju.
Het pereeelenbezit in de gemeente is voor
ieder op kaart gebracht en in alphabetische
orde verzameld.
Zoo worden alle hypotheken, pensioe
nen, traktementen, uitkeeringen enz. enz.
evenzeer systematisch verwerkt en op de
stamkaart voor iederen belastingschuldige
overgebracht.
Van ontstane en vervallen vennootschap
pen, van faillissementen, van huwelijken,
van vermoedelijke erfenissen, van
aiivertentiën, enz. enz. wordt geregeld op de ge
noemde stamkaarten aanteekening gehouden.
Meer dan 25 informateurs zijn geregeld
bezig, inlichtingen in te winnen over de
tinancieele draagkracht der belastingschul
digen en hunne duizenden adviezen wordea
weder op de stamkaarten aangeteekend.
Elf controleurs en adjunct-controleurs (het
Kijk heeft te Amsterdam slechts acht inspec
teurs voor het werk der Iwlrijfs- en
personeele belasting) zijn belast met het werk van
den aanslag en van de reclame.
Een heirleger van geroutineerde klerken
en verdere ambtenaren kunnen bergen werk
tot een goed e-inde brengen. E--n uitnemende
commissie van advies uit de ingez3tenen
staat het Gemeentebestuur ter zijde. Tal
van gemeente - administratiën (bedrij .-en,
stichtingen, politie, marktwezen, haven
dienst enz. enz.) kunnen op velerlei gebied
inlichtingen verschaften on zijn daartoe
natuurlijk ook bereid.
In het kort het zij zonder grootspraak
gezegd onze belastingadministratie kan
gezien worden!
En het zij hierbij ook thans weder
zonder grootspraak gezegd, onze belas
tingadministratie staat aan de spits van
de thans bestaande gemeentelijke
belasiingadministratiën, wier aantal intusschen nog
maar gering is.
Wat kan men nu met zulk eeiie admini
stratie ten slotte nog bereiken?
Jaarlijks krijgen wij hernieuwde klachten
van leden van den Gemeenteraad, dat de
kohieren zoo laat gereed komen en dut de
aanslagbiljetten zoo laat onder de menschen
komen.
Jaarlijks komen reclames binnen bij dui
zendtallen, wier afdoening de elf controleurs
en adjunct-controleurs zeker de helft van
het jaar in beslas neemt.
Is het dan wonder, dat ik, zelfs met zulk
een goed ingerichte administratie, als de
onze, <_;een kans zif, aan een splitsing van
het inkomen uit onroerend goed, zooals de
regeeiing thans voorstelt, recht te laten
wedervaren en groo'e m leielijkhedeo voor
zie, zelfs voor de aanslagsregeling dor
bedrijf.sforensen, die hun bedrijf slechts in
ne gemeente uitoefenen.
Ik acht de moeielijkhe Ion dsr splitsing
Y.OO «;root, dat ik met klem moet ontraden,
op het voorstel der Rrtgeering in te guan,
indien men de gemeenten althans niet van
deu wal in Je sloot wil helpen.
Om dit eenigfzins duidelijk te maken,
moet ik circa 16 jaren teruggaan. Vóór
1893/4 bestond to Amsterdam nog niet de
gesplitste opgave van het inkomen. Zij werd
in dat jaar ingevoerd, maar was niet ver
plichtend.
Tengevolge van die eenvoudige splitsing
nkel naar de bron moest reeds het aantal
controleurs en adjunct-controleurs met de
helft worden uitgebreid. Toch werd in den
eersten tijd, na de wijziging der
verordeeen dikken pels de ;traat aan het einde ian
het plein zag oversteken.
U heeft geen isvoachick noodig?" vroeg
Iwan op vieienden toon, toen hij den voet
ganger had ingehaald.
l'eir tVtrovitch stapte iu de ylede, terwijl
hij ziju adres gaf, en trok de vacht over ,:ijn
knieën.
.,E«n koudo nacht." merkte hij op. Zou
de vorst aanhouden, isvoschick?''
Zoo G >d wil, FJarin." :<ei Iwan, onbewust
het antwoord jjuvend, dat onvermijdelijk
iedere isvofchick laiit volgen op de o
veimijdelijke vrar.u.
,,0iu vor::l is een siubiii yediene,1' mei-kt?
viii.il."
Dat d.iet '.», Bar u," antwoord-';: Iwan.
z:j ;i>:;aS:t iiiel alleen de m-u.o d,.:<,:!, ::u ar
ook het iiail."
Ju M-> if J'i'.üi;,x:.: Kor o e p '-! v, iijl.-'-s.
heh.ien, als je d:-;; heelei; u;u:',l o; je. ouk ?/.?.:."
E.ju koud beroep. j,i Karin, Ai ;e k:ee.i'tiD
j aan je b t vtio/;'..-u. 1o'<:,t; j/ hè:::(! >. ut; L ou,>r
j is iian d.' «iice.uw. kei. i.s er .'er 'ian L'I ' eci
naakt te ziltuii. Als je ^l'.fii-ude l het- unar
binnen nooit, voel je het iji-t. voordat je
inwendig ontdooid bant. Je voelt je M-in.l.M!
niet en je voelt je vo'ïtfüniet en je VOH
niet waar je op zit, en je oogleden steken
als brandnetels.:'
En hoe iaan de sakeu, isvosch'ck?"
Slecht, Barin, slecht l Drie roet,eis bonte
aau den gorodovoy de vorige niaar.d. Daarnet
weer twee. Twee roebels, zei hij."
Zoo, zool En waarvoor?"
ning, door nog niet de helft der belasting
schuldigen eene specifieke aangifte gedaan.
Alleen het bekijken der splitsing en de
overdenking of de onderdeden van het in
komen (roerend goed, onroerend goed, arbeid
enz.) wel aannemelijk zijn, in verband met
bekende gegevens of met vroegere
mededeelingen, vordert zooveel tijd.
Als nu ieder onderdeel (en dan voor
ieileren belastingschuldige) ook weder een
punt van studie moet uitmaken, n.m. van
wüar het komt, hoeveel daarvan weggaat,
enz. enz. dan zou een controleur, met alles
na te snuffelen, over n post een heelen
morgen kunt en zoekbrengen, er ten slotte
eene correspondentie over kunnen openen
of den belastingschuldige kunnen oproepen,
indien hij althans geen uren sporens ver
wijderd is. Of hij zoude eene brit-f'wii-seling
gaan openen met een ander Gemeentebe
stuur en den post voorloopig nog onbeslist
laten.
Of, peinzensmoede, zoude hij den knoop
maar doorhakken en denken: laat de inan
maar reclameeren. Voor dezen belasting
schuldige zou dan niet gelden de rechts
regel In dubio pro reo."
Intusschen verstrijkt de tijd en zullen
de kohieren op tijd gereed komen, dau moet
ieder controleur of adjunct-controleur toch
zeker wel honderd pusten per dag behan
delen. De regeling van meer dan honderd
duizend aanslagen is voorwaar geen klei
nigheid.
Maar het half bekeken werk tenzij
men den belastiugschulJige maar
gereedelijk volgt kimt bij reclame terug en dan
zal het jaar niet lang genoeg blijken, om
aan al de werkzaamheden van het belas
tingjaar recht te doen wedervaren en jaar
lijks zal de achterstand daarin toenemen.
Men denke ook niet gering over den
reusachtigen arbeid, welke zelfs eene lande
lijke gemeente aan de splitsing der inkom
sten uit onroerend goed moet ten koste
leggen.
In den perceelsgewijzen legger der ge
meente komen tal van namen voor van
overleden en onbekende personen. Men treft
er voorts ettelijke namen aan, met bij
voeging van de woorden: en medreigenaren.
Uit dien doolhof moet nu het Gemeente
bestuur putten het moet zoeken, schiften,
ziften en splitsen het moet akten van
boedelscheiding bestudeeren en eigendoms
titels nagaan het moet laten onder
zoeken, hoeveel de werkelijke opbrengst is
van ieder stukje grond, dat aan een niet
in de gemeente wonende behoort, en met
hoeveel hypotheek het wellicht bezwaard
is. Hetzelfde Gemeentebestuur moet ook
nagaan, wat andere gemeenten zullen
opeischen van hetgeen door eigen inwoners
uit die andere gemeenten wordt genoten.
Het wordt een uitwisseling van baten,
waardoor menige gemeente ten slotte, van
geen cent betere conditie wordt.
De grilligste combinaties moeten plaats
hebben, 't Wordt een warboel, een
reuzenpuzzle, welke niemand kan ontwarren
de aanslag een puzzle de reclame bij
den Gemeenteraad een puzzie in eersten
aanleg en die bij Gedeputeerde Staten een
puzsle in hooger beroep.
En de invordering!
Van tal van kleine aanslagen soms
van luttele centen?zullen aanslagbiljetten
moeten worden verzonden door het geheele
land. De invordering zal meermalen niet
kunnen geschieden en een schadepost voorde
gemeente worden, die den elders wonenden
deurwaarder toch moet beloonen voor zijne
vergeefsche moeite
De Heeren in den Haag weten blijkbaar
niet, hoe lastig die vervolging buiten de
gemeente is en hoeveel belasting daardoor
moet worden prijsgegeven.
En waarom moet nu het gelieole land in
beroering worden gebracht en de
gemeonteafimiuistratie in de war worden gestuurd,
terwijl er /ulk een eenvoudig middel is, om
de landelijke gemeenten te helpen aan
hetgeen haar toekomt van de elders wo
nende eigenaren van onroerend goed, iu de
gemeente uelegen 'f
huiir-n gij dat niet mocht weten richt
dan, lexer, uwe blikken naar Duitschlund,
waar ook de grondbezitter bevoorrecht is
boven anderen.
Alsof dit een aanbeveling ware, wordt,
nu l'niii-eii en geheel Duitsubland, juist
van \vcgo de d a a i1 gevoerde
belastingpolitiefr, met 'ie bela-.tingherling zoo gududit
in den knooi zitten de splitsing V;M het
inkomen uit onroerei d goed binnengeleid
als ..op Pruisische leest geschooid."
Slechter geloofsbrieven had men voor dit
onderdeel van het ontwerp niet kunnen
medegever!.
A'd a m, 22 Fcbr. 1909. F. RAKHT.
,,Dat mui? Uod v;-1 en, Barin! Ik Hia al
een week lans; op dezelfde piaats, en de
gorodovoy heeft er niets van gezegd."
Sliep je?"'
Ja, liarlD."
,,,!e l;ailt wel dood kunrjyn vriezen il. de..t
i kou. Waar sif,ap je overuAjiV"
| Iu den ????>:':, FUriü, dicht bij hè; pi'.ird.
l Aiivoi!' l\vi-.- :'>L-l.)'-is i.a;,r de 'atuu, ei: 'i-:il
weet waardoor.1'
Ik viKÜs-H. D.iriu V Nee, ho-n', voo ? ii.ij
^re.ii v -.u..'-. I-'-' '.'^-,] /,rfSr;'-:. j'^t" i1:; i:, !,..-i
i'.Oiiil ' O '» -' f-"-;;,"!1!-!" '? " . ' : li M',!-, L'HïiiJ.
Het nv.u-ül c^u iiir-iht-': (i.. .in -:e;., liet ihAiüi'
!,,;,- r - , :-, i.,-;:!. Al.-, j:: :-,?,:.??; :?-?".
-'?--i<.):ül::ei, ??'.-?i v^i' '-;, --' -1- J*' ?'"-
sPathologüen, De Ondergangen van Johan
van Vere de With, door JACOB ISRAËL
DE HAAN Met een voorrede v>:a
GEOEGES EEKIIOUD. Rotterdam, Meindert
Boogaerdt Jr. 1908.
Er is om dit boek, met zijn bar leelijken
omslag, zekere heimlijke beweging geveest,
eeii fluistering van bedenkelijkheid en afschu w,
alsof het een zeer bijzonder, ja, een ontvettend
boek ware.
En bijzonder in den zin van ongewoon is
't ook ongetwijfeld, maar ontzettend eigenlijk
alleen voor hen, wier geest terstond een
te hooge vlucht aanneemt, zoodat zij, om het
ideëel-algemeene, het vereakelde van dit
geval niei meer zien kunnen en alzoo hun
critiek richten niet hiertegen in het bij/.onder,
maar tegen de geheele menigte van feiten
en toestanden, die zij meer verafschuwan,
naarmate zij hen meer als werkelijk leeren
kennen. Al lus gedragen zich de al te opper
vlakkige snel ontroerden, de halfbewusu n,
de nooit dieper denkenden, d.w.z. de groote
menigte van het beschaafd publiek.
Maar ook bij weldoordenkeiide en zeer acht
bare menschen bestaat er een weerzin merk
waardig van felheid en spontaniteit, een waar
lijk impulsief terugschrikken van het gevoel,
dat met behoorlek vreemde woorden (men
kan met kinderen en jonge meisjes niet te
voorzichtig zijn!) uranisme,of,al bedenke.ijker,
hotaosexualiteit gedoopt is.
Vanwaar echter, wil men vragen, die af
schuw, die tot de meest levei.de, echte en
oprechte onzer over 't geheel schamele en
zeer weinig waarachtige gevoelens behoort.
Het bestaan van de homosexualiteit is niet
sedert gisteren ter onzer kennis gekomen,
zou ik meenen, al is het mogelijk dat *ij
eerst kortelings vernamen hoe het ook in
de noordelijke landen meer verbreid is dan
men eigelijk wel dacht. Ook hebben de
nieuwere medische ervaringen uitgemaakt,
dat de afwijking waarlijk niet enkel oij ver
ziekte individuen voorkomt, doch menige
overigens gezonde jonge man... en vrouw,
in de jaren der rüpwording, zeer zeker
tot hun onUetting en angst beginnen te
begrijpen, hoe zij in een gewichtig deel van
het gevoelsleven anders zijn dan hun
medemenachen. Ik zeg: n vrousv, want het ia
biiliji aan beide geslachten deel te geven
in hetgeen de groote meerderheid der men
schen zoo zeer afstoot, al wordt de vrouwe
lijke kant ook met een anderen inooien
naam
genoemdVerier is het wonderlyk van een bescha
ving, die zich sedert minstens vijf eeuwen
(?ij het in steeds mindere mate) met het
leeuwenmerg der oudheid'1 voedt, om zoo
diep te verachten, dat men liefst het
bestaan ontkent van gevoelens, die "en
essentieel bestanddeel dier oude cultuur uit
maakten en zonder dewelke men deze zelfs
niet begrijpen kan. Te erger en ergerlijker
is deze onze Westersche afschuw, wijl aet
geheele Oosten, die voedsteraioeder onser
beschaving, als 't ware doortrokken is. stdert
de oudste tijden tot op hot huidige
oogenblik, van homosexualiteit, als een ier krach
tigste drijfveren der menechheid, welker
v»rHinderde, maar toch nog zeer werkzame
uiting ieder, die lust heeft, kan gaan waar
nemen op maar enkele dagreizen van dit
land.
Waarlijk, het zoude enkel gepast mogen
heeten, indien wij ten deze wat ruimer van
begrip werden, iets meer m^degevoelend met
hetgeen voor sommige precies even onweer
staanbaar en van hun wil ocafhankehjk is,
als b v. het tandenkrrgen voor zuigelingen.
Te meer wijl ten minste de mannen onder
ons :of moet ik heeren zeegen 7) wel welen
van horreurs'' op heterosexueel gebied,
volstrekt niet minder erg" en waarschijnlijk
veel meer verspreid dan het homostxut-elö.
Indieu dit zoo is, verliest de kentc letsing
brwr>na'il, veel van haar vernietigende kracht
ea zal men naar andere algemeene gronden
voor i'.ijn weende tegen de uranisten moeten
zot keu.
Onmaatschappelijk wordt het ook genoemd
en dat z:üwel zoo /.ijn. Doch er is rii'-uige
vee! ergere onmaatschappe jjüe neigiut. die
miuder zwart aangekeken wordt en eigenlijk. .
'?esüiat niet de maatschappij juist, door de
veelheid der onmaatschappelijke, d. w. z.
individualistische neigingen? Bovendien iieeft
de samenleving aan het iiuweUjk alleen iets
zoo er kindeien komen, terwijl men
K-aeiiwoord g de meening toegedaan kan wezen, dat
het haar no,; nuttiger is, zoo er yten kinderen
komen, uithoofde van de velen die er zijn.
Aldus te lijnt het of rnea niet getuak .ijk
een redelijke oorzaak voor den heerscheaden
afsc'iuw nonmen kaa en daar deze toch
011-.al
tubdttj: er over. Toen b; r, ik uprfej-.laiiu
tiet) tegen de oudjes ge/.cgd: Schrei !?:
mnederj'e; b«b maar gs-en verdriet uit1
-adertje, ik ga naar S . Petersburg tn
werden en rijk worden ei. je .Uit geen eüf.
| De -itn o[> je ouden dat'."
; . !u oen i.og met rijk," zei Iwan met «
; i,;c:ije. ..maar ik heb geen vorlsa gf;??''' i
; ''?? " a, .,,'s, u U ik naar huM ^d, /et; r;.
! iy.imernde;! leijtu me: l'it; Vrrvloeku;
7| -;-^n jo'i, kieine duif' nt'i'm i och eei; :
l K .i-ri ,,ne«, t:t)tf me tlu-ü. In v." i l ,.
i . .- ,, . ? J
. ui-l'-i-ii \iiiir me!, z.e.g ik -ia!'.
' , \ 'ai. -..ïrak '.'p ,i:t:.ï: ri^ -t^iai .1;^ ^in^1-^.
L ' ' , ;i-i; 'r-vnvenc.i vau S . !Y .^;sbu; u :.
i,s-.i ., v: :u:dtj::" hegiii1 -t; j) «en ^????;'
,,Mt.-t '?f'jd's hulp, B:?rin i::-J ik -"'c-rii. 'i'vjve'i.
! Thuis in J'.^t dorp. ;.)üii ik u os; by mijn
familie woüiuie, df-nk ifiTt; 'f.rorr aHijd He!
was geen laven. Barir;, hs.r. v."ai ecu
dooruLaa^! Miju broer vloekte, ziju vrou* .->.ci-reide,
de kiudeïea ecuneuwJen, de ou ie meuscht-n
. ; ,;.,;..;- t',-Iil ('lli ^e 8t! !!i k^;. rVr '. j :
''; ? -i 'Lii'.':i ce 'en over u ? fdiidsiiicn ?
.!:?- '.:; 'r- li'ilumf!! de." Jji- u v..Ti:i;;t.iu;.'. ;;
? . .'. :A 'vvt.' si '.ve: o^öMr;t-i f; '. ; e^n v.> '.
; !- -i ?.- vi-.H de titienniii !:_;t m: ri: i .
.-l". ? R i- j*, n van het \nf.. l-!:j !>?.?? ? ?
-.: .Li ;i.i;-. K.i lüi-ll huilioreij i'.jL. uphü-; .- ii
^ ?- :? '-(Li^fp. f ij word :-\k 'iivl ea .;?:? .
(!MI.-- ii-..,i gunidovt.y, jie- i^_i, c-u g i-,
.!.jt-::..f door ziju uiKester; .ij1, -jaap k ?_;,:.
O ' -i; ..i 'it-u i^ta! ->ij <!?- paiii.itrii cu '
on lii'i: tt.il;, ;er*iji i. J «jp i-en v.-.ii-.'
v\iir:ü; i, ij i- permaneiii l:a;f vertu/ii!;-'
/-?ju ; DU tiudrauift ounei'e-r /.es shil.ii..::
:iman i, nN d« b. eten be.i.ald zijn .,;
.'iidun-'- .'a1., ad»s verliehi ij nuoit z.;.. :.
n 'ü-nidiijilieii. weet hy altijd een i'i,_.
-.Viiiiul^e) ca, hiijft hij iiuoit een ad ru:j; .i
wooid tjcuuidi^. Hij is ee.a ecarander, ;.;