De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1909 28 februari pagina 2

28 februari 1909 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1653 voor ieder die bet karakter eener socialisti sche partij wil begrijpen. Zóff wordt het door de groote meerder heid der party begrepen. En gevoelen ze sich vrij jegens de verwijten domper* te zijn. H. SPIEKMAS. *** H)e heer Spiekmam ontzenuwt geen van ome argumenten. Ook Het Volle" heeft daf niet gedaan. Wat de heer S. zegt, de opsomming van bekende feiten doorgelaten, kont op hetzelfde neer als wat Het Volk" zegt: de Tribunisten werden te lastig, en dat kunnen wij als strijdende partij niet hebben". Wij antwoorden slechts: Hoe moeilijk het u worden mocht, hoe (het is door iedereen toegegeven) ongebreideld het karakter was der drie geroyeerden, het water van de zee wascht niet af, dat gij door te royeeren in casu hebt gehandeld tegen uwe beginselen. Proef op de som: zie de gevolgen., Zij zijn veel grooter, gaan veel dieper dan 't geval zou zijn, als die heele qnaestie de beginselen niet raakte. RED. De winstgevende advertenties. De directie der Provinciale Oeerijsselsche enZuiol&che Courant vestigt er onzeaandacht op, dat zij eenige dagen, vóór ons jongste artikel over de winstgevende advertenties", had opgehouden deze ruimte te geven in haar blad. Wfl maken hier met voldoening melding van. Binnenkort geven wij weer de lijst van bladen, die doorgaan aan op lichting bewust do hand te leenen. Het nieuwe wetsontwerp tot wfjzigiHg der Gemeentewet. l. Hoe men van Scyllain Charybdis kan komen. Indien eenig wetsontwerp van den laatsten tijd mij in zijne uitwerking is tegen gevallen, dan is het wel het pas uitgekomen wetsontwerp tot wijziging der Gemeentewet " Ik heb mij afgevraagd, of aan het Depar tement van Binnenlandsohe Zaken, behalve de Minister en Mr. J. B. Kan, dan geen enkele knappe kop te vinden was, die van dat beloofde ontwerp iets had kuanen tot standbrengen, met eigen oordeel en cotnbinfftievennogen en die niet alleen in woord, maar ook in daad zijn voordeel had gedaan met de critiek van elf Colleges van Gedeputeerde Staten en van zestig gemeentebesturen. Het wil mij toch vreemd voorkomen, dat al die regeerings-colleges ja! en amen! hebben gezegd op het welbekende rapport der Staatscommissie voor de gemeente- financiën, aoodat de voorstellen der commissie, om zoo te zeggen, door de Regeering slaafs konden worden gevolgd. Men kent de geschiedenis. De Staats commissie voor de .gemeente- financiën heeft de haar opgedragen taak, om maatregelen TOOT te stellen, die den flnanciëelen toestand der gemeenten Voor een reeks van jaren, op beteren grondslag zouden brengen, zulks, zonder aanmerkelijke schade voor de finan ciën van het Rijk, met een non possumus" beantwoord. Of zij na 3 jaar werfcens, dat antwoord reeds zag aankomen? In de gevraagde ver eenvoudiging van de opdracht, toegestaan hij koninklijk besluit van 26 Mei 1906 No. 28, ligt de voorbereiding tot dat antwoord reeds verscholen. In de oorspronkelijke opdracht wordt, aoo noodig, hulp van het Rijk in het vooruit zicht gesteld in de zoogenaamde ver eenvoudigde opdracht wordt enkel over de financiën der gemeenten gesproken. Na nog IK jaar werkens kwam het wel bekende rapport voor den dag. Dat rapport moge bij het groote publiek den indruk hebben achtergelaten, dat in zulk een langdurig tijdvak ook heel wat belangrijks was tot stand gekomen en dat aiet tevergeefs was gewerkt voor hen, die den financieelen toestand der gemeenten van nabij kennen en de draagkracht van dergelijke rapporten beter kunnen beoordeelen, heeft dat rapport, in het algemeen gesproken, slechts waarde van wege het hoogopgestapelde cijfermateriaal. De Nieuwe RoUerdamsclie Courant heeft het zelfs de moeite niet waard gevonden, dat rapport in haar blad te bespreken. Dat zegt genoeg! Voor wat de Staatscommissie ten slotte heeft gegeven, behoefde waarlijk geene Staatscommissie in het leven te zijn ge roepen. In evenveel maanden als de Staats commissie jaren heeft gewerkt, zoude eene commissie van gemeenteambtenaren onge twijfeld iets beters hebben tot stand gebracht. Het advies der Staatscommissie geeft in timmiiiiiimiiMiiHiHiiiimniimmi HAK, DE ISVOSCHICL Naar het Enyelsch van J. SATUIIX. Het was twaalf uur 's nachts en het vroor dat het kraakte in St. Petersburg. De lucht was als vloeibaar ijs. De scherpe wind blies om de hoeken en gierde snerpend over het groote plein. Donker en stil teeker.de de eathedraal zich als een enorme massa berijpt ijzer af tegen den staal-blanweu hemel en daar tegenover in het midden van het plein stond het standbeeld van Nico! aas I, een glinsterend witte gestalte, gezeten op een glinsterend wit paard; het sneeuwkleed, dat paard en ruiter beide bedekte, weerkaatste den kouden gloed der groote electrische lampen rondom. De lampen maakten een schitterenden, kouden lichtkring aan weers zijden van het standbeeld en beschenen de in een mantel gehulde gestalte van den schildwacht, die, met afgemeten tred om het beeld heen liep, het geweer op schouder, en zyn enorme bontkraag zoo hoog opge slagen, dat zijn gelaat ei in verzonk. De harde ijskorst, die den grond bedekte, had een helder blauwen, schitterenden glans, waar het licht er op viel, en toen een enkele slede snel over het open plein gleed, sloegen de paardehoeven tegen het ijs met overweging den gemeentenood te lenigen, door de gemeentenaren nog eens te scheren, te knijpen en te persen, maar nu op nieuwe, meer intelligente wijze. En de Ministers van Binnenlandsche Zaken en van Financiën, gaan met de Staatscommissie door dik en dun. Hoe kan het ook anders, waar zij beiden lid dier commissie waren. Literatuur over deze quaestie scheut niet te zijn geraadpleegd. Hoe is het anders mogelijk, dat, wat als een lapsus in het rapport der Staatscommissie moet worden aangemerkt, woordelijk door de Regeering wordt overgenomen in hare algemeene be schouwingen. Ik bedoel de navolgende uitlating van de Commissie, waar zij spreekt over de verdeeling van het inkomen tussuhen de verschillende gemeenten, in welke n bedrijf wordt uitgeoefend. Zij zegt en de Ministers zeggen het na, met precies dezelfde woorden: Men zou de belasting door het Rijk kunnen doen heffen en onder de on lerscheiden gemeenten, die in aanmerking zouden komen, verdeelen. De arbeid der verdeeling zon echter voor de Rijksadmi-nistratie niet gering wezen en ar zouden tusschen het Rijk en de gemeenten allerlei conflicten kunnen ontstaan, waarvan de berechting nieuwen omslag en kosten zou mede brengen." Een legisch dankend mensch zou daarop antwoorden, dat a plus forte raison eene gemeenteadministratie nog veel minder van dat werk zal terecht brengen. Maar de commissie, voor wie in deze de eischen der logica niet schijnen te gelden, volhardt ook eenige bladzijden verder nog in hare eigen aardige opvatting. Daar lezen wij no^: Waar noodig, zal bDvei dien onderling overleg tusschen de verschillende gemeenteBesturen, moeielijkheden kunnen voorkomen enz." De Commissie meent dus, dat overleg tusschen de gemeenten onderling tot heel wat beter resultaten leidt, dan het overleg tnsschen Rijk en gemeenten. De goede meening over de gemeenten blijft bestaan, totdat de kosten van vervoer e» veruleging van arme krankzinnigen aan bet woord komen. Dan zijn de bordjes ver hangen en heet het: Gelijk bekend, komen deze thans, ingevolge art. 26, eerste lid der Armenwet, ten laste der gemeente, waar de patiënt geacht wordt, woonachtig te zijn. Daargelaten nog, dat dientengevolge menig onverkwikkelijk geschil ontstaat, waarvan de beslissing soms voor een arme kleine gemeente ruïneus kan zijn enz." Op dat punt kibbelen de gemeenten dus wel en ik kan aan de Staatscommissie de verzekering geven, dat op heel wat meer panten wordt gekibbeld, tusschen de ge meenten onderling. Tusschen het Rijk en de gemeente bestaat feitelijk slechts u groote si rijd vraag, welke de Commissie niet in staat was op te lossen; de gemeenten beweren dat zij moeten worden geholpen en het Rijk verschuilt zich achter allerlei excepties, om niet tot hulp te behoeven overgaan. Die quaestie zet kwaad bloed, maar heusch! overigens laat de verhouding niets te wenschen over. Hoe ik mij de splitsing van het bedrijf3inkomen voorstel, indien eenig bedrijf in meer dan n gemeente mocht worden uit geoefend, schreef ik reeds vroeger in dit blad. Ik kom daarop later nog terug. Wij lezen in de algemeene beschouwingen over het wetsontwerp: Het wetsontwerp, dat tot dit doel door de Staatscommissie werd opgesteld, is aan Gedeputeerde Staten der onderscheidene provinciën en door hunne bemiddeling aan een zestigtal gemeentebesturen voorgelegd. Met de aldus door de mannen, die de praktijk het naast staan, geoefende critiek deed de Kegeering haar voordeel." Dat lijkt ontzettend fraai en toch zeggen die woorden zoo ontzettend weinig. De mannen, die de praktijk het naast staan, zijn niet de genoemde regeeringscolleges. Hoe zou men het anders moeten uitleggen, dat al die regeeringscolleges langzamerhand tot het besef komen, dat zij niet de meest geschikte personen zijn, om de plaatselijke belastingen te regelen en dat zij, het eene college na het andere, speciale ambtenaren (controleurs der gemeente-belastingen) voor het werk aanstellen, /ij begrijpen, dat zij tegen de moeilijkheden, zelfs van den tegenwoordigen, eenvoudigen aanslag niet zijn opgewassen, dat het hun te veel tijd en te veel nadenken kost, om van den aanslag iets behoorlijks tot stand te brengen, omdat die aanslag den geheelen mensch vordert. De ministers van Binnenlandsche Zaken en van Financiën houden het mij ten goede, maar bij de mannen, die de praktijk het naast staan, zyn zij niet in de leer geweest. zoo'n scherpen, helderen klank, alaof zij over rinkelend metaal gingen. I wan, de kleine Uvosctiick," had met zijn slede een schuilplaats gezocht tegen den wind in een nauw zijs raatje, dat op het plein uitkwam. Hij had zijn bontmuts zoover mogelijk over zijn ouruu getrokken en zijn oevroren handen in zijn mouwen gestopt. De slede stond roerloos atil, en het hoofd van den isvoschick" hing voorover op zijn borst, dij sliep .-ast. Heidaar, isvoscaiek! \VorJ wakker, vlegel"'! schreeuwde plotseling de schorre Blem van een aorodovoy. Iwan werd met fcbrik .vakker en zasr, dat de iigent met du aïtrakan muts, tot aan v. ij n oogen weggestopt i;: de p'mtkap van grof bruin laken, zic'i bukte om i;aar het nummer der slede te kijken. Dat is twee roehels," M>Ïde gorodovoy.'' Weg van hier, ezelsveulen." Iwan, nog geheei ontsteld, nam de leidsels in zijn stijve, verkleumde vingers en ging langzaam heen in -ie richting van hit pitin. Toen hij zijn grooto bor.tmats optrok usi-r zijn ooren, kwam zijn dik, blom! haar te voorscnijn, dat rondom den uek r< cht \vm afgeknipt, naar de mode der Russische boeren. Het was een klein, erbarmelijk li^unrtje, dat daar achter het groote, schrmkigo paard zat. Er zijn veel zulke kleine figuurtjes als het zijne onder de isvoschicks" van ut. Peters burg, met kindergezichtjes onder den hoogon, ronden isvoschick hoed in den zomer, en onder de enorme bontmuts in den winter. Iwan geeuwde, zette zijn muts goed, hui verde en reed vlugger, toen hij een heer. in Toch was de weg, om tot praktische ad viezen te komen, vooral inzake de ver deeling van het inkomen tusschen de verschillendegemeenten, zoo eenvoudig geweest. Indien de minister van financiën aan zijne Inspecteurs der registratie, die met de regeling der vermogensbelasting belast zijn, gevraagd had, wat hun oordeel was over de verdeeling van het inkomen onder de verschillende gemeenten van herkomst, dan was Zijne Excellentie aan het juiste kantoor geweest. Ik zou mij zeer in den praktischer! zin dier Inspecteurs vergissen, indien zij zouden geadviseerd hebben eene verdeeliug tot stand te brengen, die zoo groote verwarring zal stichten in de ge meentelijke belastingadministraties. Elf adviezen van Gedeputeerde Staten in de onderscheidene provinciën en zestig ad viezen van Gemeentebesturen! Ik stel daartegenover n advies van de gemeentelijke inkomstenbelasting-admini stratie te Amsterdam, aan wier hoofd ik de eer heb te staan. Reeds meer dan 25 jaren is deze admini stratie met zorg gevoerd en systematisch ingericht. Al de hulpmiddelen van den tegenwoordigen tijd worden te baat genjmen, om gegevens te verzamelen, te verwerken en te rangschikken. Het Gemeentebestuur spaart geen kosten. De administratie heeft langzamerhand een archief van wetens waardigheden gekregen, waarop een infor matiebureau jaloerseh zou kunnen ziju. Het pereeelenbezit in de gemeente is voor ieder op kaart gebracht en in alphabetische orde verzameld. Zoo worden alle hypotheken, pensioe nen, traktementen, uitkeeringen enz. enz. evenzeer systematisch verwerkt en op de stamkaart voor iederen belastingschuldige overgebracht. Van ontstane en vervallen vennootschap pen, van faillissementen, van huwelijken, van vermoedelijke erfenissen, van aiivertentiën, enz. enz. wordt geregeld op de ge noemde stamkaarten aanteekening gehouden. Meer dan 25 informateurs zijn geregeld bezig, inlichtingen in te winnen over de tinancieele draagkracht der belastingschul digen en hunne duizenden adviezen wordea weder op de stamkaarten aangeteekend. Elf controleurs en adjunct-controleurs (het Kijk heeft te Amsterdam slechts acht inspec teurs voor het werk der Iwlrijfs- en personeele belasting) zijn belast met het werk van den aanslag en van de reclame. Een heirleger van geroutineerde klerken en verdere ambtenaren kunnen bergen werk tot een goed e-inde brengen. E--n uitnemende commissie van advies uit de ingez3tenen staat het Gemeentebestuur ter zijde. Tal van gemeente - administratiën (bedrij .-en, stichtingen, politie, marktwezen, haven dienst enz. enz.) kunnen op velerlei gebied inlichtingen verschaften on zijn daartoe natuurlijk ook bereid. In het kort het zij zonder grootspraak gezegd onze belastingadministratie kan gezien worden! En het zij hierbij ook thans weder zonder grootspraak gezegd, onze belas tingadministratie staat aan de spits van de thans bestaande gemeentelijke belasiingadministratiën, wier aantal intusschen nog maar gering is. Wat kan men nu met zulk eeiie admini stratie ten slotte nog bereiken? Jaarlijks krijgen wij hernieuwde klachten van leden van den Gemeenteraad, dat de kohieren zoo laat gereed komen en dut de aanslagbiljetten zoo laat onder de menschen komen. Jaarlijks komen reclames binnen bij dui zendtallen, wier afdoening de elf controleurs en adjunct-controleurs zeker de helft van het jaar in beslas neemt. Is het dan wonder, dat ik, zelfs met zulk een goed ingerichte administratie, als de onze, <_;een kans zif, aan een splitsing van het inkomen uit onroerend goed, zooals de regeeiing thans voorstelt, recht te laten wedervaren en groo'e m leielijkhedeo voor zie, zelfs voor de aanslagsregeling dor bedrijf.sforensen, die hun bedrijf slechts in ne gemeente uitoefenen. Ik acht de moeielijkhe Ion dsr splitsing Y.OO «;root, dat ik met klem moet ontraden, op het voorstel der Rrtgeering in te guan, indien men de gemeenten althans niet van deu wal in Je sloot wil helpen. Om dit eenigfzins duidelijk te maken, moet ik circa 16 jaren teruggaan. Vóór 1893/4 bestond to Amsterdam nog niet de gesplitste opgave van het inkomen. Zij werd in dat jaar ingevoerd, maar was niet ver plichtend. Tengevolge van die eenvoudige splitsing nkel naar de bron moest reeds het aantal controleurs en adjunct-controleurs met de helft worden uitgebreid. Toch werd in den eersten tijd, na de wijziging der verordeeen dikken pels de ;traat aan het einde ian het plein zag oversteken. U heeft geen isvoachick noodig?" vroeg Iwan op vieienden toon, toen hij den voet ganger had ingehaald. l'eir tVtrovitch stapte iu de ylede, terwijl hij ziju adres gaf, en trok de vacht over ,:ijn knieën. .,E«n koudo nacht." merkte hij op. Zou de vorst aanhouden, isvoschick?'' Zoo G >d wil, FJarin." :<ei Iwan, onbewust het antwoord jjuvend, dat onvermijdelijk iedere isvofchick laiit volgen op de o veimijdelijke vrar.u. ,,0iu vor::l is een siubiii yediene,1' mei-kt? viii.il." Dat d.iet '.», Bar u," antwoord-';: Iwan. z:j ;i>:;aS:t iiiel alleen de m-u.o d,.:<,:!, ::u ar ook het iiail." Ju M-> if J'i'.üi;,x:.: Kor o e p '-! v, iijl.-'-s. heh.ien, als je d:-;; heelei; u;u:',l o; je. ouk ?/.?.:." E.ju koud beroep. j,i Karin, Ai ;e k:ee.i'tiD j aan je b t vtio/;'..-u. 1o'<:,t; j/ hè:::(! >. ut; L ou,>r j is iian d.' «iice.uw. kei. i.s er .'er 'ian L'I ' eci naakt te ziltuii. Als je ^l'.fii-ude l het- unar binnen nooit, voel je het iji-t. voordat je inwendig ontdooid bant. Je voelt je M-in.l.M! niet en je voelt je vo'ïtfüniet en je VOH niet waar je op zit, en je oogleden steken als brandnetels.:' En hoe iaan de sakeu, isvosch'ck?" Slecht, Barin, slecht l Drie roet,eis bonte aau den gorodovoy de vorige niaar.d. Daarnet weer twee. Twee roebels, zei hij." Zoo, zool En waarvoor?" ning, door nog niet de helft der belasting schuldigen eene specifieke aangifte gedaan. Alleen het bekijken der splitsing en de overdenking of de onderdeden van het in komen (roerend goed, onroerend goed, arbeid enz.) wel aannemelijk zijn, in verband met bekende gegevens of met vroegere mededeelingen, vordert zooveel tijd. Als nu ieder onderdeel (en dan voor ieileren belastingschuldige) ook weder een punt van studie moet uitmaken, n.m. van wüar het komt, hoeveel daarvan weggaat, enz. enz. dan zou een controleur, met alles na te snuffelen, over n post een heelen morgen kunt en zoekbrengen, er ten slotte eene correspondentie over kunnen openen of den belastingschuldige kunnen oproepen, indien hij althans geen uren sporens ver wijderd is. Of hij zoude eene brit-f'wii-seling gaan openen met een ander Gemeentebe stuur en den post voorloopig nog onbeslist laten. Of, peinzensmoede, zoude hij den knoop maar doorhakken en denken: laat de inan maar reclameeren. Voor dezen belasting schuldige zou dan niet gelden de rechts regel In dubio pro reo." Intusschen verstrijkt de tijd en zullen de kohieren op tijd gereed komen, dau moet ieder controleur of adjunct-controleur toch zeker wel honderd pusten per dag behan delen. De regeling van meer dan honderd duizend aanslagen is voorwaar geen klei nigheid. Maar het half bekeken werk tenzij men den belastiugschulJige maar gereedelijk volgt kimt bij reclame terug en dan zal het jaar niet lang genoeg blijken, om aan al de werkzaamheden van het belas tingjaar recht te doen wedervaren en jaar lijks zal de achterstand daarin toenemen. Men denke ook niet gering over den reusachtigen arbeid, welke zelfs eene lande lijke gemeente aan de splitsing der inkom sten uit onroerend goed moet ten koste leggen. In den perceelsgewijzen legger der ge meente komen tal van namen voor van overleden en onbekende personen. Men treft er voorts ettelijke namen aan, met bij voeging van de woorden: en medreigenaren. Uit dien doolhof moet nu het Gemeente bestuur putten het moet zoeken, schiften, ziften en splitsen het moet akten van boedelscheiding bestudeeren en eigendoms titels nagaan het moet laten onder zoeken, hoeveel de werkelijke opbrengst is van ieder stukje grond, dat aan een niet in de gemeente wonende behoort, en met hoeveel hypotheek het wellicht bezwaard is. Hetzelfde Gemeentebestuur moet ook nagaan, wat andere gemeenten zullen opeischen van hetgeen door eigen inwoners uit die andere gemeenten wordt genoten. Het wordt een uitwisseling van baten, waardoor menige gemeente ten slotte, van geen cent betere conditie wordt. De grilligste combinaties moeten plaats hebben, 't Wordt een warboel, een reuzenpuzzle, welke niemand kan ontwarren de aanslag een puzzle de reclame bij den Gemeenteraad een puzzie in eersten aanleg en die bij Gedeputeerde Staten een puzsle in hooger beroep. En de invordering! Van tal van kleine aanslagen soms van luttele centen?zullen aanslagbiljetten moeten worden verzonden door het geheele land. De invordering zal meermalen niet kunnen geschieden en een schadepost voorde gemeente worden, die den elders wonenden deurwaarder toch moet beloonen voor zijne vergeefsche moeite De Heeren in den Haag weten blijkbaar niet, hoe lastig die vervolging buiten de gemeente is en hoeveel belasting daardoor moet worden prijsgegeven. En waarom moet nu het gelieole land in beroering worden gebracht en de gemeonteafimiuistratie in de war worden gestuurd, terwijl er /ulk een eenvoudig middel is, om de landelijke gemeenten te helpen aan hetgeen haar toekomt van de elders wo nende eigenaren van onroerend goed, iu de gemeente uelegen 'f huiir-n gij dat niet mocht weten richt dan, lexer, uwe blikken naar Duitschlund, waar ook de grondbezitter bevoorrecht is boven anderen. Alsof dit een aanbeveling ware, wordt, nu l'niii-eii en geheel Duitsubland, juist van \vcgo de d a a i1 gevoerde belastingpolitiefr, met 'ie bela-.tingherling zoo gududit in den knooi zitten de splitsing V;M het inkomen uit onroerei d goed binnengeleid als ..op Pruisische leest geschooid." Slechter geloofsbrieven had men voor dit onderdeel van het ontwerp niet kunnen medegever!. A'd a m, 22 Fcbr. 1909. F. RAKHT. ,,Dat mui? Uod v;-1 en, Barin! Ik Hia al een week lans; op dezelfde piaats, en de gorodovoy heeft er niets van gezegd." Sliep je?"' Ja, liarlD." ,,,!e l;ailt wel dood kunrjyn vriezen il. de..t i kou. Waar sif,ap je overuAjiV" | Iu den ????>:':, FUriü, dicht bij hè; pi'.ird. l Aiivoi!' l\vi-.- :'>L-l.)'-is i.a;,r de 'atuu, ei: 'i-:il weet waardoor.1' Ik viKÜs-H. D.iriu V Nee, ho-n', voo ? ii.ij ^re.ii v -.u..'-. I-'-' '.'^-,] /,rfSr;'-:. j'^t" i1:; i:, !,..-i i'.Oiiil ' O '» -' f-"-;;,"!1!-!" '? " . ' : li M',!-, L'HïiiJ. Het nv.u-ül c^u iiir-iht-': (i.. .in -:e;., liet ihAiüi' !,,;,- r - , :-, i.,-;:!. Al.-, j:: :-,?,:.??; :?-?". -'?--i<.):ül::ei, ??'.-?i v^i' '-;, --' -1- J*' ?'"- sPathologüen, De Ondergangen van Johan van Vere de With, door JACOB ISRAËL DE HAAN Met een voorrede v>:a GEOEGES EEKIIOUD. Rotterdam, Meindert Boogaerdt Jr. 1908. Er is om dit boek, met zijn bar leelijken omslag, zekere heimlijke beweging geveest, eeii fluistering van bedenkelijkheid en afschu w, alsof het een zeer bijzonder, ja, een ontvettend boek ware. En bijzonder in den zin van ongewoon is 't ook ongetwijfeld, maar ontzettend eigenlijk alleen voor hen, wier geest terstond een te hooge vlucht aanneemt, zoodat zij, om het ideëel-algemeene, het vereakelde van dit geval niei meer zien kunnen en alzoo hun critiek richten niet hiertegen in het bij/.onder, maar tegen de geheele menigte van feiten en toestanden, die zij meer verafschuwan, naarmate zij hen meer als werkelijk leeren kennen. Al lus gedragen zich de al te opper vlakkige snel ontroerden, de halfbewusu n, de nooit dieper denkenden, d.w.z. de groote menigte van het beschaafd publiek. Maar ook bij weldoordenkeiide en zeer acht bare menschen bestaat er een weerzin merk waardig van felheid en spontaniteit, een waar lijk impulsief terugschrikken van het gevoel, dat met behoorlek vreemde woorden (men kan met kinderen en jonge meisjes niet te voorzichtig zijn!) uranisme,of,al bedenke.ijker, hotaosexualiteit gedoopt is. Vanwaar echter, wil men vragen, die af schuw, die tot de meest levei.de, echte en oprechte onzer over 't geheel schamele en zeer weinig waarachtige gevoelens behoort. Het bestaan van de homosexualiteit is niet sedert gisteren ter onzer kennis gekomen, zou ik meenen, al is het mogelijk dat *ij eerst kortelings vernamen hoe het ook in de noordelijke landen meer verbreid is dan men eigelijk wel dacht. Ook hebben de nieuwere medische ervaringen uitgemaakt, dat de afwijking waarlijk niet enkel oij ver ziekte individuen voorkomt, doch menige overigens gezonde jonge man... en vrouw, in de jaren der rüpwording, zeer zeker tot hun onUetting en angst beginnen te begrijpen, hoe zij in een gewichtig deel van het gevoelsleven anders zijn dan hun medemenachen. Ik zeg: n vrousv, want het ia biiliji aan beide geslachten deel te geven in hetgeen de groote meerderheid der men schen zoo zeer afstoot, al wordt de vrouwe lijke kant ook met een anderen inooien naam genoemdVerier is het wonderlyk van een bescha ving, die zich sedert minstens vijf eeuwen (?ij het in steeds mindere mate) met het leeuwenmerg der oudheid'1 voedt, om zoo diep te verachten, dat men liefst het bestaan ontkent van gevoelens, die "en essentieel bestanddeel dier oude cultuur uit maakten en zonder dewelke men deze zelfs niet begrijpen kan. Te erger en ergerlijker is deze onze Westersche afschuw, wijl aet geheele Oosten, die voedsteraioeder onser beschaving, als 't ware doortrokken is. stdert de oudste tijden tot op hot huidige oogenblik, van homosexualiteit, als een ier krach tigste drijfveren der menechheid, welker v»rHinderde, maar toch nog zeer werkzame uiting ieder, die lust heeft, kan gaan waar nemen op maar enkele dagreizen van dit land. Waarlijk, het zoude enkel gepast mogen heeten, indien wij ten deze wat ruimer van begrip werden, iets meer m^degevoelend met hetgeen voor sommige precies even onweer staanbaar en van hun wil ocafhankehjk is, als b v. het tandenkrrgen voor zuigelingen. Te meer wijl ten minste de mannen onder ons :of moet ik heeren zeegen 7) wel welen van horreurs'' op heterosexueel gebied, volstrekt niet minder erg" en waarschijnlijk veel meer verspreid dan het homostxut-elö. Indieu dit zoo is, verliest de kentc letsing brwr>na'il, veel van haar vernietigende kracht ea zal men naar andere algemeene gronden voor i'.ijn weende tegen de uranisten moeten zot keu. Onmaatschappelijk wordt het ook genoemd en dat z:üwel zoo /.ijn. Doch er is rii'-uige vee! ergere onmaatschappe jjüe neigiut. die miuder zwart aangekeken wordt en eigenlijk. . '?esüiat niet de maatschappij juist, door de veelheid der onmaatschappelijke, d. w. z. individualistische neigingen? Bovendien iieeft de samenleving aan het iiuweUjk alleen iets zoo er kindeien komen, terwijl men K-aeiiwoord g de meening toegedaan kan wezen, dat het haar no,; nuttiger is, zoo er yten kinderen komen, uithoofde van de velen die er zijn. Aldus te lijnt het of rnea niet getuak .ijk een redelijke oorzaak voor den heerscheaden afsc'iuw nonmen kaa en daar deze toch 011-.al tubdttj: er over. Toen b; r, ik uprfej-.laiiu tiet) tegen de oudjes ge/.cgd: Schrei !?: mnederj'e; b«b maar gs-en verdriet uit1 -adertje, ik ga naar S . Petersburg tn werden en rijk worden ei. je .Uit geen eüf. | De -itn o[> je ouden dat'." ; . !u oen i.og met rijk," zei Iwan met « ; i,;c:ije. ..maar ik heb geen vorlsa gf;??''' i ; ''?? " a, .,,'s, u U ik naar huM ^d, /et; r;. ! iy.imernde;! leijtu me: l'it; Vrrvloeku; 7| -;-^n jo'i, kieine duif' nt'i'm i och eei; : l K .i-ri ,,ne«, t:t)tf me tlu-ü. In v." i l ,. i . .- ,, . ? J . ui-l'-i-ii \iiiir me!, z.e.g ik -ia!'. ' , \ 'ai. -..ïrak '.'p ,i:t:.ï: ri^ -t^iai .1;^ ^in^1-^. L ' ' , ;i-i; 'r-vnvenc.i vau S . !Y .^;sbu; u :. i,s-.i ., v: :u:dtj::" hegiii1 -t; j) «en ^????;' ,,Mt.-t '?f'jd's hulp, B:?rin i::-J ik -"'c-rii. 'i'vjve'i. ! Thuis in J'.^t dorp. ;.)üii ik u os; by mijn familie woüiuie, df-nk ifiTt; 'f.rorr aHijd He! was geen laven. Barir;, hs.r. v."ai ecu dooruLaa^! Miju broer vloekte, ziju vrou* .->.ci-reide, de kiudeïea ecuneuwJen, de ou ie meuscht-n . ; ,;.,;..;- t',-Iil ('lli ^e 8t! !!i k^;. rVr '. j : ''; ? -i 'Lii'.':i ce 'en over u ? fdiidsiiicn ? .!:?- '.:; 'r- li'ilumf!! de." Jji- u v..Ti:i;;t.iu;.'. ;; ? . .'. :A 'vvt.' si '.ve: o^öMr;t-i f; '. ; e^n v.> '. ; !- -i ?.- vi-.H de titienniii !:_;t m: ri: i . .-l". ? R i- j*, n van het \nf.. l-!:j !>?.?? ? ? -.: .Li ;i.i;-. K.i lüi-ll huilioreij i'.jL. uphü-; .- ii ^ ?- :? '-(Li^fp. f ij word :-\k 'iivl ea .;?:? . (!MI.-- ii-..,i gunidovt.y, jie- i^_i, c-u g i-, .!.jt-::..f door ziju uiKester; .ij1, -jaap k ?_;,:. O ' -i; ..i 'it-u i^ta! ->ij <!?- paiii.itrii cu ' on lii'i: tt.il;, ;er*iji i. J «jp i-en v.-.ii-.' v\iir:ü; i, ij i- permaneiii l:a;f vertu/ii!;-' /-?ju ; DU tiudrauift ounei'e-r /.es shil.ii..:: :iman i, nN d« b. eten be.i.ald zijn .,; .'iidun-'- .'a1., ad»s verliehi ij nuoit z.;.. :. n 'ü-nidiijilieii. weet hy altijd een i'i,_. -.Viiiiul^e) ca, hiijft hij iiuoit een ad ru:j; .i wooid tjcuuidi^. Hij is ee.a ecarander, ;.;

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl