Historisch Archief 1877-1940
Na 1653
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
DAME£.
Een inconsfunentiB bij de
In het sympathieke stuk van K. Hoogland
Over zenuwachtijheid b\j kinderen", lezen
wij, vaar gezegd wordt, dat men een eens
gedane weigering moet volhouden: Conse
quent moet men zijn dat geeft (het kind)
rust." Ik wilde in aansluiting hieraan iets
zeggen over een inconsequentie waaraan ieder
onder, ieder opvoeder, ieder die met kinderen
omgaat, zich schuldig maakt, en die zeker al
in veel jonge hersentjes verwarring en ver
bazing heeft gebracht. Ik bedoel de inconse
quentie om een kind te beknorren of te
bestraffen voor een leugen, terwy'l wy zelf
zoo dikwijls een onwaarheid zeggen, waar het
kind bij ie. Het feit, dat de onwaarheid van
het kind soms duiden kan opeen merkelijke
karakter fout, en or.ze leugen een gewoon
noodof beleefdheidsleugentje is, b. v. een niet
thuis" geven als men wel thuis is, komt er
niets op aan, omdat een kind die onder
scheiding natuurlijk niet maakt; voor hem
is er alleen maar waar of niet vaar. Natuur
lijk, de oudeis zjjn niet volmaakt, en als wij
een kind iets verbieden, wat wij even later
zelf doen (een ventje van vyf jaar zei eens
heel zachtjes als een geheimpje aan mijn oor
ma ze*t, dat ik geen leelyke woorden mag
zeggen, en pa zegt wel es vedomme!") dan
kunnen wij daarom niet in het vervolg nala
ten om het kind te verbieden, w\j kunnen
alleen ons zelf meer leeren beheerschen.
Maar met onwaarheid spreken is dat heel
iets anders, omdat de beleefdheid*- of
beschavingsleugen nog is een noodzaketijk
kwaad. Denkt maar aan de kei st vertelling
van Dickens, van den man die zied op oude
jaar voorneemt het nieuwe jaar te beginnen
met geen enkele onwaarheid meer te zeggen,
en hoe hem dit nobele voornemen, nadat bij
het n dag streng volhield, bekwam l Het is
overdreven zeker, maar wat Dickens er mee
Kfeecn wilde, ig nu nog even waar als toen
hu het schreef; wij kunnen ons nog niet vrij
niaken van de leugens die de bescnaving en
de beleefdheid ons laten zeggen. Zoolang
wjj nog niet sterk genoeg zjjn om liever een
onaangename waarheid te hoeren, dan een
leugen, die ons vleit, zoolang wij dames-"
nog niet discreet genoeg zy'n om by' een
beletgeving te retireeren en niet te meenen
dat die voor om niet gelden kan, zoolang
zullen al de kleine beleefd heidaleugentjes
blijven bestaan, zoolang zullen wy' oin zektr
te zijn van niet gestoord te worden, niet
thuis" geren in plaati van belet". En daarom,
omdat wij onwaar moeten blij ren nog in veel,
en omdat helaas onze kinderen het later
ook zullen moeten wezen, willen zij niet zooals
de man in het verhaal van Dicfcens onmo
gelijk worden in de maatschappij, daarom
moeten wij hierin anders met onze kinderen
spreken. In plaats van hen steeds te bepreekeu
dat zij niet jokken mogen, was het beier hun
te leeren, niet boos te worden om de waarheid.
B.v. kleine zus heeft als lievelingspop een
zeer weinig aan 'allig exemplaar van het
poppengeslacht, dat zich in het geheel niet
mag verbeugen in de achting van de tien
jarige Wim, die op zijn beurt in het bezit
is van een pistool waar zyn weer oudere
broer diepe minachting voor voelt. Zus vraagt
aan Wim: vin jij Lies-je niet lief?" Neen,"
zegt waarheidalievend* Wim vies". Zas aan
't huilen, loopt naar moeder beklaagt zich over
nare Wim, die baar lieveling vies vindt I Nou
maar ma, ze is toch echt vies," verdedigt zich
Wim.
Een poosje later toont Wim vol trots zijn
pistool aan Karel. ,,'n Echte hè?" zegt hij
en Earel zegt: nou prachtig hoor," en Wim
ia overgelukkig.
Dan neemt moeder Wim hij zich, en zegt
waarom heb je aan zus gezegd dat je Liefje
vies vindt, je wist toch wel dat zij dan be
droefd zou worden."
Kon maar ze is toch vies, het is toch
waar ma."
Ja vent, het is waar, maar wil ik je nu
eens wat zeggen? Karel vindt jouw pistool
ook niet mooi."
Jawel, hij zei 't, bij vindt 'm prachtig l"
U l T D B NA T U U ^
CCCXII. Bijenwas.
Een van de eerste raadseltjes, die ik als
kleine jongen van mijn vader ter oplossing
kreeg, was: Wat was was eer was was wa»?"
Het vormde ind«rtijd met Hoe heette kei
zer Karels hond?!" en nog een paar andere
By'helse h e, die met Damël of
Simsoninverbaad stonden, maar die ik mij op 't
oogenblik niet juist meer herinner, een soort van
klassiek kinder raadselfonds, dat menfchen
van my'n leeftyd zich evengoed of beter zullen
herinneren al» ik. Door zy'n bijzonderen
woordvorm en de woordspeling is dat was-raadsel"
nog lang in gebruik gebleven, en ik heb het
kort geleden in een boerenherberg by het
haardvnur nog eens hooren oprakelen.
Het goede antwoord op dit raadsel kan nu
ieder scnoolkind uit de hoogste klasse geven,
en na lang gissen en missen kregen wij kin
deren indertijd ook de oplossing: Was was
eerst: honing "
Zonderling! Dat overleverings-raadsel is
Stellig van veel ouder datum dan de vast
stelling van de herkomst van byenwas door
de wetenschap.
Nog omstreeks 1810 immers, beweerde
Kéanmnr, de man van den thermometer, en
een van de knapste insectenkenners die er
ooit beftstan hebben, dat de by'en de was uit
ds bloemen haalden, evenaU stuifmeel en
honing, of van boomknoppen, evenals de
voorwas, de propolis, waarmee zij de gaten
in de korven dicht stoppen.
Volgens sommigen moeten al lang vóór
1810 de practische bijenhouders het beter
hebben geweten tn het ook verteld hebben,
maar ik begrijp niet, hoe zij het dan te weten
zy'n gekomen
De onderzoekingen toch op dit gebied zijn
zoo moeilijk en eiechen zooveel voorkennis
van anatomie, van practuche vaardighei i in
het behandelen van kleine voorwerpen en van
het maeen van microscopische preparaten,
dat, mocht al eens iemand vóór Réauuiur het
juiste antwoord hebben gegeven, het waar
schijnlijk een luk-raak antwoord op het
wasraadsel is geweest.
Het fijne van de zaak is trouwen» eerst
een paar jaar geleden in 1905 door Ludwig
Drey ing aan het licht gebracht; al waren de
hoofd aken ie het laatst van de vorige eeuw
al voldoende bekend.
Neen maar dat is niet waar, dat meent
hij niet, dat was 'n jokkentje, om jou plezier
te doen. Sy vindt 't heuseh niet mooi."
Da's valsch."
Nee, dat is niet valech. Zie je, daar word
je al boos ? Karel wist wel, dat je boos zou
worden, daarom zei hij maar, dat hij het
mooi vonl."
Maar dan jokt ie."
Ja hy heeft ook gejokt, maar dat is jouw
schuld. Als jij altyd 'n flinke jongen was
die niet boos werd, dan zou Karel niet gejukt
hebben. Als jij tegen zusje, gezegd had, dat
je Liefje lief vindt, dan was zij niet gaan
huilen."
Maar is jokken dan goed ma?"
Neen Wim, jokken is niet goed maar wy
moeten wel eens josken om andere menschen
en kinderen niet boos en niet bedroefd te
maken."
Jokt « wel es?"
Ja, m'n jongen, maar ik vind 't altijd
erg naar, als ik 't doen moet."
Best mogelyk dat Wim's jonge hersentjes
zelf de oplossing bedenken, en'bij, na even
stil zijn, zegt:
Dan moeten de menechen maar nooit
meer boos worden, dan hoeft er nooit meer
gejokt."
Heeft nu die moeder niet veel rrfeer bereikt,
dan zy door den onmogt-lyken eiech nooit
te jukken" bereiken zou? En is het niet de
eenig logische, consequente weg om de
beleefdheids- en bescüaving-tleugen langhaam
te verbannen, onze kinderen te leeren dat
het laf is, boos om de waarheid te worden?
M. E. VAN DE VELDE-Pl.TNAPPEL.
* *
*
B IJ S C H RI F T-.
Gaarne maak ik van de mij geboden
gelegenheid, om een onderschrift te plaatsen,
gebruik.
Mevrouw van de Velde Pijnappel brengt
hier een onderwerp ter sprake, dat waard
is, goed onder de oogen te worden gezien,
nl. hoe moeten wij handelen, als de eischen,
die de samenleving steh, andere maatregelen
vorderen, dan die we nemen, als we onze
kinderen opvoeden tot edele menschen.
Op ten anderen keer hoop ik, als de
redactie 't goed vindt, daar eens nader op
terug te komen; voor onderschrift zou het
artikel wat,lang worden.
Wel wil ik zoggr-n, dat ik 't met de
inzendster niet eens ben, waar cie deze inconse
quentie toelaat. Zeker, er zijn noodleugens
(ik denk hier aan een onhers elbare ziese,
die vraagt, of er nog kans op beterschap IP)
maar daar zou ik met de kindereu niet
over spaken.
Dt regel is: spreek nooit onwaarheid en
daarop zijn enkele uitzonderingen, maar met
die uitzonderingen vallen we 'c kind niet
lastig,
[k lees b.v. aan my'n jongens en meisjes
bij de vervoeging van het werkwoord:
Ik krijg noon een t.
Gij krijgt altijd enn t.
D.. .. , .. indentegenw.tijd weZeen t.
By, zy, enz, krijgen ^ den ;erledenJ jd &een fc
Daar hebben ze houvast aan; dat zal ze
steunen by het zuiver schry'ven der werk
woordsvormen. Nu kan er gezegd worden:
maar boe doe je dan met: hy wil, hij mag,
enz.? Dat is toch tegen w. tyd en die vormen
krijgen geen t. Accoord maar in de practyk
is 't me nog nooit gevraagd en schrijven de
kinderen, steunende op het taalgevoel en
op de uitspraak, ook die vormen goed.
Zoo moet het Ook met den regel: Spreek
nooit on*aarheii. Daarop bestaat voor 't
kind geen uit/.ondering en als 't later mij op
een noodleugen by een onherstelbaar iieke
zou wy'zen, dan kan ik dat verdedigen op
grond van mijn meegevoel, dat hooger staat
dan de regel.
Maar dat is heel iets anders, dan een leugen
te zeggen, omdat de menschen anders boos
zouden worden. Dat moet wel gescheiden
worden van bedroefd. In de practyk (en daar
komt het op aan) zal 't, geloof ik, zelden
voorkomen, ddt men zich in 't door my
Die hoofdzaken zijn: bijenwas is een
uitscheidingcproduct van bet bloed en komt in
dit opzicht overeen met de melk van de /.oog
dieren, ook met d* gal en het zweet. Nu
dragen in de dierkunde bepaalde organen,
die uit het bloed stoffen opnemin, verwerken
en uitscheiden, den voor leeken min
smakelyken i aam van klieren; zoo zy'n in
wetenschappelijken zin onze lever en de
zoogborsten klieren.
D-ze organen kunnen zeer samengesteld
maar ook eenvoudig zijn; zoo is b.v.een laag
van simpele cellen, die de binnenbuid van vele
wormen en slak gen bekleedt, een klier, die
het shjmvocht van die dieren produceert en
afscheidt; zoo ook bevindt zich in het
bijenhchaam een stel van acat celgroepen, gelegen
in het achterlyf aan de buiksyde; en dit zijn
de wasklieren.
Hoe en waar de afscheiding plaats grijpt,
is met behulp van een paar figuurtjes wel
in te zien; al hebt ge geen doode by bij de
hand. Trouwens zobder eeiiine manipulaties
is er aan het dier zelf ook niet veel van
waar te nemen.
Het achterlyf van een honingbij bestaat
uit 6 ringen of segmenten; van bet borststu<
«f naar de achterlijfspunt heen, nemen ze in
grootte toe en weer af (de het figuunja
lengt edoorsnee) en bepalen zoo den by' ieder
bekenden acbteriyfsvorm van het insect.
Deze ringe i bestaande uit een rug- en
buikp aat (zie fig. dwarse doorsnté); ze kunnen
alp een harmonica in en uit ge-caoven wor
den; ook dit weet ieder kiud, dat wel eens
me' meikevers heeft gespeeld en 'S hun geld
beeft laten tellen". Die beweeg!ijkh>-id der
segmenten is mogelyk gemaakt, doordat elke
ring naar achter toe over den volgenden heen
is geschoven; rekt de by zijn lijfje uit, dan
komen die inplooiingen, die meestal bedekte
geledingen" bloot; die verbindingen van de
segmenten zijn gedeelten van de huid, waar
die niet tot een harde chitinekorst is ge
worden, maar dun en soepel is gebleven.
Zie het 1ste sche'sfiguurtje bij p.
Elke vliezige huidplooi verbindt dus eiken
volgenden ring met den vorigen. Elke buik
plaat zelf bestaat weer uit twee verbonden
stukken, n stuk dat steeds zichtbaar is. en
een tweede naar de borstzyde toe, dat onder
het achterste stuk van de vorige plaat ligt
verborgen; (^ie het onderste figuur'j-)
En dit verborgen s'nkje is het, dat door
Dreyling is aangewezen als de merkwaardige
dooriater van de Dyenfvas. Door zeer dunne
genoemde geval heeft te rechtvaardigen, 't
hoogere meegevoel wordt door 't kind begre
pen. Ook de uitzondering by 't spel vat 't
kind zóó goed, dat 't die niet als uitzondering
voelt.
Niet thuis geven als men wel thuis i«,
rind ik verkeerd en de verdediging van mevr.
Van de Velde acht ik niet geslaagd. Hoe?
De beleefdbeids- en bescbavingsleugen zou
verdwijnen, door er aan toe te geven? My
dunkt, ze zal vaster wortel schieten. En als
zus later eens jokt, om haar ouders niet boos
en niet bedroefd te maken ?
Alg zus met haar klacht by' my was ge
komen, bad ik gezegd: Maar zus, huil je
daarom? Kom, wees nou een groote meid l"
En misschien had ik er by gevoegd; Vindt
JÜpop wel lief?" Ja, pa." Maar daarom
behoeft Karel ze nog niet mooi te vinden.
Kijk eens. Mevr. Van W. kocht laatst een
grijze japon en Mamma een blauwe, want
Mevr. vond de grijze 't mooist en Mamma
de blauwe. Maar nu is Mevr. niet boos,
om lat Mamma haar eigen japon mooier
vindt, dan die van Mevr.? . Die zegt: dat
moet ieder zelf weten. En als jy pop lief
vindt, dat mag je ook zelf weten. Ik vindt
pop ook lief, hoor. Weet je wel, dat we
laatst zoo mooi theevisite met Liesje gespeeld
hebben en dat ze toen zoo zoet was?"
Amsterdam.
K. HOOGLAND.
In'ernatiöBal] Vronwerail.
^e Vyfjaarlijksche Algemeene Vergadering
van den Internationalen Vrouwenraad zal m
Juni a.s. plaats hebben te Toronto (Canada)
Als naar gewoonte zal de Alg. Verg. worden
gevolgd door een Congres, uitgaande van de
Canadeescbe vrouwen. Le>len van de Al*.
Nederl. Vrouwenver. Arbeid Adelt", Nederl.
Bond t. Bestrijding v/,i Vivisectie, Ver. van
Vrouwenkiesrecht, de'B Gravenhaaggchp Wijk
verpleging, de Ver. t Behartiging v/d
BJlangen der Vrouw Nosokornos, Naaml. Venn.
De Veluwe", Vrije Vrouwenver., Nat. Ver.
v. Vrouwenarbeid, Netl. 'Vrouwenbond t.
Verb. v/a Zedelijk Bewustzijn. Ned. Kinder
hand, Alg. Nederl. Bond Vrede door Recht",
Onderlinge Vrou-venbescbertning, de Vrou
wenbond, Ver. t Verb. r/d
Maatschappelyfeen en Rechtstoestand der Vrouw in Ne
derland, Naaml. Venn. De Voorpost", Ver.
Opstanding en Leven", N. Malthu^iaansche
Bond, Ned. Collectieve Pensioenver., Coöpe
ratieve Ver. ^e Wekker", Ver. ter Bevor
dering der Zedelijkheid in de Nederlandscbe
Oferseesche Bezittingen, Maatschappelijke
Belangen te Delft, Werkl. Vrouwenver. On
derlinge Hulp", Alg. Vrouweneer
Tesselschada", Ned. Veaetariërsöond, Cuoperatieve
Vrouwenbond, Ned. Ver. t. Bescherming v.
Vogels, Ver. Het Blauwe Kruis", Bond v.
Onderwijzeressen h/o Fiöbel-Onderwijs, Bond
van Vrouwel. Verloskundigen, Hulp in het
Huisgezin, Ned. Bond v. Vrouwenkiesrecht,
Ver. v. Verbetering v. Vrou venkleeding,
Comitév. Stationswe:k, den Haag, De Hel
pende Hand te A dam, alsook de Voorstanders
van den Nat. Vrouwenraad, hebben, als aan
geslotenen van den Na'. Vrouwenraad v.
Nederland, recht alle vergaderingen bij te
wonen.
15 Juni nemen de Vergaderingen een aan
vang. Een speciaal voor de Congressisten
aangevraagde boot vertrekt 3 Juni van Li
?erpool. De reiskosten op deze eerste klasse
boot, welke by'zonder wordt aanbevolen door
Lidy Aberbeen, zijn re'our Ie klas 36 pd. st.
(? 435.00), 2e klas 19.10 pH. st. (f 235.80). De
Canadeesche dames bieden de Europeenche
Congressisten vrij logies aan gednrende Ver
gadering- en Congresdaeen, mits vóór l Vlaart
daarvoor aanvrage is gelaan bij de Presidente
van den Nat. Vrouwenraad, Mej. E. Baelde,
Kortenaerstraat 11 te R'dam, terwijl Mevr.
Sanders-Huidekoper te Amersfoort, huize
Snoekheufel, zich oereüheeft, verklaard alle
verdere gewenschte inlichtingen te ver
strekken.
microscopische snelen er van te maken, bleek
het hemertn uiterst fijne ze«f te zijn. een plaatje
met micro-copisc ie gaa'jes, waardoor een
inwendig aanwezige vloeistof naar buiten kan
dringen Inderdaad komt de was als vloeistof
op de buitenzijde van het plaa'je te voorschijn
en verharlt daar tot een vl e-je, zilverachtig
glinsterend als mica. De vorm van dit
wasscbiiferje komt gebeel met die van het
eenigsz'ns holle gladde plaatje der spiegels"
o»ereen; hetgeen nu voldoende verklaard is;
immers, de was, die vloeibaar uit het bijenlijf
komt, stolt er dadelijk, wordt er als een giet
vorm in over gegoten.
Aan den binnenkant, de inwendige zijde
van dit geperforeerde plaatje nu liggen de
waeklieren; en wel »ier aan elke zijde in de
laatste vier achterlü'f-Hpgtnenten ('/ie de bo
venste figuren bij w. kl.) Die klieren bestaan uit
dicht opeen geplaatste prismatische cellen; ze
nemen uit het oloed de et off .--n op, die de was
samenstellen, en ze deponeeren het
namengesteld product, door de poriën van de was
huid heen, op den wasspiegel, waar de vloei
den Franschman over Richard Wagner.
Modes. Ligne Directoire. Corset
Perséphone. Toiletten van Berthe
Régnier. Fontmty en Ladini.
Eertte opvoering van L'dne de Buridan."
Een dag of tien geleden, vertelden ons de
nieuwsbladen, de droeve wijze waarop de
Fransche schrijver Catulle Mendës, aan zyn
einde kwam.
Catulle Mendës! een naam, die menige
deugdzame vrouw doet opschrikken l Niet
gansch ten onrechte.
Als realistisch auteur, door dik-en-dun
baggerend, heeft hij dingen geboekt, die wij
niet by voorkeur zullen ter-hand nemen,
die wij liefst o vermeld laten, waarvan wy'
de lezing niet aan onze docnteren moeten
verbieden, uit vrees, dat zij de handjes
begeerig zouden strekken naar de verboden
vrucht.
In 1906 genoot Catulle Mendès een onbe
twist theater succes met zijn tooneelwerk
Sainte Thérèse" onverbeterlijk: door la
divme Sarah uitgebeeld.
Hy' hield van 't tooneel; was een muziek
liefhebber, en, behoort tot de eerste,
schaarsche Franechen, die Richard Wagner's muziek
drama's genoten en waardeerden.O ver Bicbard
Wagner heeft bij op zijn vlugge, geestige,
Gallische wijze, een boek geschreven, dat men,
ondanks den schrik-aan j agenden naam des
schrijvers, elke vrouw, jongmeisje zelfs, in
handen kan geven.
Vermakelijk van opgewondenheid, tintelend
van leven, trillend van nervositeit, is de
beschrijfing die Catulle Mendès geeft van zy'n
bezoek, in gezelschap van, zijn reisgenoot:
Villiers de l'Isle Adam, aan Richard Wagner
gebracht, te Triebchen, bij Luzern.
Catulle Mendès geeft in 't boekdeel dat hij
aan den onsterfelyken Maestro wijdt, een korte
analyse van Wagner's muziek drama's.
Vriendelijke, zonnige, vlotte bespiekingen,
geen diepzinnige, doorwrochte, geleerde stu
die; bet geheel is: onvervalscht Gallisch
coquetteeren met den Germaanschen
muziekreus. Geen vrouw zou 't hem verbeteren.
Catulle Mei.dés was een opgewonden standje;
zijn tallooze kibbelpartijen met artiften van
allerlei slag en rang, niet 't minst met de
beftige Sarah Bern hardt, zouden 't kunnen
staven.
Ziedend van verontwaardiging, maakt hij
gewag van 't tumult in de opera te Parijs,
toen Tannhauser'' daar voor 't eerst werd
opgevoerd, U'tgt-floten, aan fUrden gescheurd
door de opera-bezoekers, die, zich als be
zetenen aanstelden, blazend moord en
verdelging tegen den destijds jammerlijk mis
kenden componist Wagner.
Het publ^k jouwde; hoonde; brulde. Een
paar reien vóó- Men les zat de dichter Charles
Baudelaire. VVij wisselden nu en dan blikken,
om elkander zwijgend te zeggen met hoeveel
woede en meelijden wij verguld waren, over
de uitbarstingen van razernij dezer uitzinnige
menigte. Maar l y, meer dan ik, destijds, ge
wend aan artistieke onrechtvaardigheden,
span Ie zich in. geen blijken te geven van de
verontwaardiging, waaraan hij ten prooi was;
zwijgend ond«r 't lawaai, roerloos te midden
der herrie, met, amper vonkenden blik, vol
hardde bij in iijn onberispelijke, minachtende
houding."
Het nummer van 21 Februari, van ons
Weekblad, gaf bij het vriendelijk artikel van
den heer van den Eeckhou1, een goede re
productie van den ruigen kop van Catulle
Mendès.
* **
Een Hollandsche mode-verslaggeefster deel
de dezer dagen mede, dat: de vrouwen weer
in 't goele spi-or waren teruggekeerd door
een einde te maken aan 't wegla'.en van
baar dessous".
Was 't maar waar"! dacht ik. Bedoelde
kronieksenrijf-iier leest kennelijk geen
Franfche m ode-berichten.
Zeker I er zuilen in la douce France een
aantal vrouwen en meisjes zy'n, die, als protest
tegen de ligne Directoire, haar aantal
dessous" op verdienstelijke wijze verdub
belen; die, mér dan ooit, zich deugdzaam
stof siolt, als vet dat aaa de lucht wordt
blootgesteld.
Inderdaad bijenwas is een vetsoort, en
bestaat uit de verbinding van een vetzuur
en een stof die eenizszins met g'ycerine
overeenkomt (palmitine-zuur met
myricylester); en het is, toen dit bekend was ge
worden, gehikt bijen >vas langs chemischen
weg samen te stellen.
Die chemische was is inderdaad volkomen
gely'k en gelrkwaardig met natnurwas; zoo
zeer dat de bijen zelf geen onderscheid op
merken ; deze geprepareerde was is minstens
e?en duur. Er wordt ook wel een goedkoope
kunstwas in den handel gebracht, cerisine
geheeten, maar dat is een minderwaardig
surrogaat, een vervalschingsmidiel, dat door
de bijen zelf geweigerd wordt. De kunstraten,
die in de bijencuituur worden georuikt be
span dan ook uit echte was; het is wel kunst
raat, maar geen kunstwas; over het gebruik
van de/.e zal ik het later n )g wel eena heb
ben. De cerifine is niet pens een vetsoorc.
Alleen de werksters in de korf kunnen was
wikkelen in flanel en linnen; misschien, uit
louter verontwaardiging, in baai en keper;
want, vrouwen overdryven gaarne, bewegen
zich by voorkeur tusschen uitersten, maar
zedig omwikkelde Begijntjes, behooren niet
tot haar, die modes scheppenen lanceeren''.
Deze subtile taak is overgelaten aan
toonee'speelsters in de allereerste plaats; wijders
aan mondaines, en demi-mondaine?. Drie
catagoriën van vrouwen, voor wie 't wacht
woord is: behagen.
P.aire c'est leur métier.
Haar broederen behagen; haar zoateren
overbluffen.
Het weglaten van onderkleeding, ligt niet
in onze Westersche zeden, doch, zoolang
Madame Mode, die met zeden en gewoonten,
moraal en hygiëne een loopje neemt, ver
langt dat: la robe moule absolument la
ligne" zullen toongeefsters op 't gebied der
mode, meer bestellingen doen van zijden
maillot en cortet pertóphone gui reduit lei
hanches de facon merveüleufe, fait tres plat
derriére et assure a chacune la plus jeune
allure" dan van keper en flanel. De bloote
beenen en voeten van de gracieuse Isadora
Dunceau, de waas-achtige omhulling der
verschillende Salome's, de sculpturale standen
van la M lo" hebben onze oogen gaande
weg vertrouwd gemaakt met: la ligne." van
't scheppingswonder: het vrouwenlichaam.
Les grands couturiers: Martial et Armand,
en Redfern, zullen bestormd worden door
mondaines en demi-mondaines, die toiletten
bestellen, zooals de snoezige Berthe Régnier,
en de beeldige, hoogst elegante actrices
Fonteney «nLadini, dragen in: LYmedeBuridan",
jongste succes-stuk van de Flers en
Caillavet, waarvan verleden week de première
ging, in bet Théatre du Gymnase, te Parijs.
Une toilette veut tre portee; om de
pracht-modellen van Armand en Martial, en
Redfern, tot hun recht te doen komen, moet
men de dessous... aan den kapstok hangen.
Berthe Régnier draagt in LYme de Buri
dan" het arme eze'tje da', geen keuze van
gerechten kan doen, de held van't stuk, een
Veroveraar" aangebeden door alle vrouwen,
en, die niet weet welke hy tot levensgezellin
zal kiezen, een diner japon, empire model
rose tulle met zilver borduursel; onder aan
den rok in de plooien, wirrelingen van zacht
rose lint en zilver motieven.
Met een copie van Berthe Régnier's reis
toilet, zullen veel Parisiennes la Ville
Lumière verlaten om naar verschillende bad
plaatsen te trekken.
Robe Directoire van muisklenrig
cachemire; op 't corsage garneering van borduur
sel en soutache op ibiskleurige tussor. Cape
van 't zelfde materiaal als de reisjapon.
Het diaer-toilet van MlleFonteney is van :
witte kant met lange stola's gegarneerd, be
zaaid met cabochons en paarlen. Het
Grieksche kapsel dat de actrice bij dit pompeuze
gewaad draagt, wordt terecht zeer bewonderd.
Het Grieksche kapsel ig nu het meest
modieuse.
Mej. Ladini, is met haar Grieksch kapsel,
gekleed in Redfern's robe van cbarmeuse
bleujapon, het liefste Tanagrabeeldje, dat men
zich kan denken.
Elke Parisienne, die volgens Gyp's uit
drukking dans l'train" is, woont een pre
mière van de Flers en Caillavet bij. Zij zou
't zich zelf niet vergeven, zulk een festy'n te
verzuimen. Zij wil haar eigen toilette laten
bewonderen, en, belangstellend en nieuws
gierig de laatste creaties des grands coutu
riers beoordeelen.
Zoo was 'c ook met de première van
LMne de Buridan."
De Figaro getuigt: Quel tournoi
tourdissant que cette premiere de L'ane de
Buriden", que de jolies femmes, que d'exquises
toilettes! Ce fut un ravissement, et jamais
salie plus blouissante n'admira sur lastene
comédiennes mieux parées."
Merkwaardig verschijnsel! Wreede anti
these ook van onzen tyd: striemende kamp
om 't bestaan; ongeëvenaarde weelderigheid
der mode!
CAPKICE.
afscheiden; noch de koningin (het eenige
wijfje) nog de darren (de mannetjes) zy'n er
toe in staat. Dit is een wonderlijk verschijn
sel; hier toch is een arbeidsverdeeling zoover
doorgevoerd, dat in n en dezelfde kolonie
geslacbtswezens ontstaan zijn, die uitsluitend
voor de voortplanting van de soort te zorgen
hebben; en andere, die voor het intellect en
den arbeid, in dit geval de productie van
bouwstoffen, dienst doen. Er zy'n verschijn
selen in de tegenwoordige
menschen-maatfctappy, die recht geven tot het vermoeden,
dat het menschelijk geslacht wel eecs den
zelfden weg zou kunnen opgaan.
Nog wonder ijker leek het geval, zoolang
men meende, dat de wasbereidsters dit werk
naar verkiezing konden doen; en. wel op
oepaalde lijden, als het noodig bleek voor het
welzijn van den staat. Het insiinct scheen zoo
inderdaad tot de ho >gte van een intellect te zy'n
gestegen en werd daardoor nog raadselachtiger.
IntUHgchen, deze ener t waardigheid is opge
helderd en van intellectueel, is het verschijnsel
gedaald tot zelfs onder het instinctmatige;
natuurlijk door het geduldig onderzoek en
de nauwkeurige waarneming van ervaren
anatomen; iaardoor is thans de
was-afscheiding tot dezeiide groep van verschijnselen
teruggebracht als het zoogen en de afschei
ding van andere geslachtsproducten.
Een jonge, pus ontpopte bij namelyk heeft
nog geen wasklieren, de laag cellen, die van
binnen de chitinehuid bevoerinat, is overal
gelijk. Deze jonge dieren doen n of twee
weken in de korf dienst'als schoonmaaksters
en kindermeii-jes; dan komt de volwassen
leeftijd, de periode waarop de wasklieren
zich ontwikkelen; de dieren worden nu was
bereidsters; ze vullen bun maapjes met den
honing door de nog oudere zu-ters inge
zameld; die honing wordt verteerd, in het
bloed opgenomen, gewyzigd en vermengd, en
scheidt zich af als de kostbare witte bijen was.
Dan komt de derde periode, de ouderdom
van het kortstondig byenlesen, de wasklieren
gaan terug, kwijnen weg, en de wasbewerking
wordt overgenomen door jongere by'jes; de
afgedankte waswerksters zijn tot vliegbyen
bevorderd; ze gaan nu nog een paar weken
op reis om bloemenhoning in te zamelen en
blijven dat volhouden tot ze er by neervallen,
tot poolen en vleugels versleten zy'n, tot zy
zich letterlijk doodgdwerkt hebben. Dan zijn
ze, in den drukken tijd, zoo wat zes weken
oud geworden.
E. HEIMASS.