Historisch Archief 1877-1940
l
7*
.10
D K AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1654
«enigszins grootere afdoeningen dan gewoon
lijk, goed prijahondend.
Binöenlandache beleggings-waerdsn onver
anderd Aandeelen Transvaalsche Bank 5%
beter, daarentegen Banque Auxiliaire de la
Bourse 3 Vï% lager afgedaan.
De geldkoers is iets meer aangetrokken,
waardoor de prolongatie rente van 1% op
2M % kwam..
Hierachter laten wij de koersen van eenige
der voornaamste waarden volgen op:
25 Feb.en 4 Mrt.
Amalgamated Copper .... 60 M 71
Amer. Car Founlry 4>j 48 X
United States S:eel 43 44%
Atchison Topeka 90% 102 H
Denver Rio . . 41% 43%
Brie 26 & 27
Kansas City Southern gew. . . 38 41H
Missouri Kangas 37% 39
Koek Island 21X 22%
Southern Rails 23 21%
5 Maart.
V. D. M.
P.S. Indien de intusachen overgeseinde
verkorte inhoud van Tafts speech juist is
iPGOTgvgeven, dan zijn zijne uitlatingen over
de Truats en de tarieven-herziening wer
kelijk voor ^e Wftllstréet-belanghebbênden
goastig op te Vatten.
» *
*
De Ijzer- en Staal-Industrie
in Amerika.
Volgens de laatste berichten heeft ook de
prijsverlaging, waartoe de staal producenten
in Amerika in de laatste weken der vorige
maand overgingen, niet het gehoopte
resultft»t opgeleverd en xgn de consumenten, in
praats van op -de lagere prezen den aankoop
op; meet beteekenende wijze te hervatten,
nog meer terughoudend geworden.
De groote onafhankelijke staalfabrieken
hebben nu aan de U. 8. Steel corporation
voorgesteld een conferentie byeen te roepen,
om over den toestand van gedachten te
wisselen.
Inderdaad is die toastend ernstig genoeg,
vooral ook omdat de conti '.e over de tegen
woordige positie der staal-industrie in de
Ver. Staten aan de handen der Steel-truet
geheel ontglipt schijnt te zijn. Nog slechts
eenige weken geleden stelde zij de common
shares voor hare beambten verkrijgbaar tot
den koers van 50 pCt. en werden er tot dien
prijs nog al posten opgenomen. En nu is 't
toch niet denkbaar, dat de, directie der Cor
poration, die zich tegenover haar eigene
beambten steeds loyaal heeft betoond, dezen
de shares zou aanbieden :! 50 pCt\, wanneer
zij een daling tot 40 pCt. ióó kort daarna
ook maar eenigszins had kunnen voorzien.
Blijkbaar is de gang van zaken haar te
machtig geworden en is zij zelve daardoor
verrast.
Meer en meer wint dan ook de overtuiging
veld, dat de metaal-industrie zich mes hulp
middelen niet uit den gedrukten toestand,
waaiin zij ten vorigen jare is geraakt, zal
knnnen opheffen.
Nadat de productie van ruw ijzer in Ame
rika in de eerste helft van 1908 tot bijna
7 millioen ton was verminderd, nam zij in
de tweede helft van dat jaar weder tot 9
millioen toe en begin-Februari 11. hadden de
hoogovens een productie-capaciteit van ruim
213/4 millioen ton per jaar weder bereikt.
Maar de consumptie heeft daarmede geen
gelijken tred gehouden, zoodat de voorraden
büde hoogovens steeds opstapelden.
De voornaamste oorzaak van dezen nog
steeds ongunstigen toestand ij wel de terug
houdendheid, waartoe de spoor
weg-maatschappjjen in Amerika nog steeds gedwongen
zijn, hetgeen duidelijk blijkt uit het ontbre
ken van orders van die zijde. Want de spoor
wegen zijn de voornaamste afnemers van
jjzer en staal; aan de enorme uitbreiding,
die het epoorwegnet in Amerika heeft onder
gaan, is het vooral te danken, dat de pro
ductie van ruw y'zer van 1904 tot 1907 van
16 M millioen tot ruim 25 millioen ton beeft
kunnen stggen.
In het afgeloopep jaar is die productie
weer tot beneden de 16 millioen ton gedaald,
zoodat niet alleen de verbetering van de
drie-jarige hoogconjunctuur is te niet gedaan,
maar men tot het lage niveau van 7 jaren
geleden, n), tot 1901, is teruggegaan.
De onthouding van de spoorweg-maat
schappijen is een gevolg van den nog altyd
ongunstigen eeonomischen toestand: het
vervoer, is niet van dien omvang, dat aan
schaffing van nieuw materiaal dringendnoodig
i?, zoolang nog ongeveer 300,000 wagens onge
bruikt staan, zooals thans, en dit beperkt
vervoer noopt tot zoo groot mogelijke bezui
niging en zoo min mogeljjke vermeerdering
der laaten voor nieuwe uitgaven. De spoor
wegen hebben dan ook in het jaar, dat op
de crisis volgde, ge laan wat zij konden en
gelaten, wat zy niet konden, om boven water
te blijven; nieuwe uitbreidingen en verbete
ringen moesten tot een mér gunstig tijdstip
worden uitgesteld. Enkele financieel krach
tige maatschappijen vormden een uitzonde
ring, zonder deze zou in 1908 niet nog circa
125 millioen dollar voor nieuw materiaal zijn
uitgegeven, maar in 1907 werd daarvoor bijna
vier maal zooveel besteed.
Tegenover zulk enorm verschil kon de
eenigermate toenemende bedrijvigheid in de
bouwvakken gedurende de tweede helft'van
1908 en de gewone vraag voor de behoeften
van den landbouw geen voldoend gewicht
in de schaal leggen.
Voor een herleven van de ijzer- en staal
industrie is de terugkeer noodig tot normale
toestanden in het economisch leven in de
Ver. Staten, en hoezeer men ons van c"a£r
in het af^eloopen jaar ook heeft willen doen
gelooveD, dat alles weder normaal is, thans
is men voldoende overtuigd, dat dit slechts
geleidelijk en langzaam zal kunnen geschieden.
De kleinere staal-producenten hadden in
middels, om den afnemers tot het doen van
meer bestellingen te animeeren en om door
do sterkere concurrenten niet geheel en al
te worden verdrongen, hun toevlucht ge
nomen tot een verlaging van de prijzen der
fabrikaten. Zij konden niet langer wachten,
nu hun productie-capaciteit reeds tot de helfi,
was gereduceerd, terwijl de Steel trust daaren
tegen nog altijd, al was 1908 ook voor haar
alles behalve schitterend, hare vaste lasten
uit de winst kon dekken.
Uit onderstaande cijfers blijkt echter, van
welken invloed do verminderde omzet in
3904 en 1908, de jaren van de twee laatste
presidentsverkiezingen, die zich door een
slechten gang van zaken hebben gekenmerkt,
op de winsten van de Steel-trust zijn geweest:
Omzet in Nette-vinst in
millioenen ton. millioenen dollar.
1903 7 46 109.17
1904 6.79?O pCr. 73.18 33 pCt
1907 10.38 160 96
1908 6. 42 pCt. 91.83 43 pCt.
De 9 % verminderde omzet in 1904 ver
oorzaakte dus een winstverlaging van 33 %,
terwijl de belangrijk mindere consumptie van
42 % in 1908 slechts 43 % vermindering van
de winst opleverde.
Dit naar verhouding vee! minder ongunstig
resultaat van het vorig jaar is het gevolg
van het houden der prijzen op het hooge
niveau, een maatregel, door de Steel-trust
doorgedreven, die iets meer dan de helft van
de productie van Amerika coctro'eert.
Haar verzet te^en een prijsverlaging, zon
der de zekerheid, dat daardoor de omzet be
langrijk toeneemt, is du? begrijpelijk, omdat
dit van zeer gevoelige terugweiking op haar
netto-winst.zou zijn.
Noode en dai nog slechts ten deele is zij
evenwel er toe overgegaan, toen de kleinere
producenten, bij wie de strijd om 't bestaan
zich in nog sterkere mate dreigde te doen
gevoelen, besloten schenen om, zoo noodig,
voor nog verdere verlaging van de prijzen
niet terug te deinzen; zij begonnen reeds te
tornen aan den prijs der rails, die sedert
19»! op 28 per ton was gehandhaafd. En
dit artikel is juist het meest beteekenend
bestanddeel van de Arnerikaansche ijzermarkt;
prijsverlaging daarvan zou de zwakte der
markt nog meer doen toenemen.
Men heeft gezien, welken invloed de prijs
verlaging van de andere fabrikaten reeds op
den koers der metaal-shares in de laatste
week der vorige maand ter beurze heeft
gehad:
1. koers h. koers koers van
inl908nadecri8is25Fbr.il.
Common Steel 25 M 58% 41%
prefered ,, S7X U 5 107
pref. Republ. Iron
& S:eel 63 89 X 67
Amalgam. Copper 45-^ 88% 68>4
Anaconda 27H 53 K 40
Een belangrijk deel van het avans sedert
het laagste koersnivean van 1908 was daar
door weer verloren gegaan, vooral by de
kleinere ondernemingen, waartoe de Republic
Iron & Steel Co. behoort. Op de daling is
spoedig weder eenig herstel gevolgd, maar
dit gaat vrij wat langsamer daa de teruggang
en bovendien ... in dea toestand der
indnslrie zelve behoort de verbetering nog tot
de vrome wenschen. Men heeft dezen toe
stand op rekening willen stellen van de
kwestie der tarief-herziening; zeer waarschijn
lijk maakt de onzekerheid daaromtrent de
situatie nog meer ingewikkeld, maar door
die kwestie werd toch geen verandering ge
bracht in de omstandigheid, dat de meeste
spoorweg-maatschappijen door de ruime geld
markt en de vaste tendenz der bettrs sedert
het vorige najaar in de gelegenheid waren
nieuw geld te bekomen, hetgeen haar in staat
stelde vernieuwingen en verbeteringen te
kunnen betalen. En tcch komen de bestel
lingen en orders niet opdagen.. ..
De optimistische verwachtingen, na Taft's
verkiezing gewekt en voortdurend aange
wakkerd, zijn tot dusver niet vervuld geworden.
Daarna werd voorspeld dat, eerst als de
nieuwe President zijn hoog ambt heeft aan
vaard, verbetering van den toestand is te
wachten.
Zoover zijn we dus sedert gisteren en wan
neer nu in den loop van dit jaar door voor
uitzichten op een goeden oogst het economisch
evenwicht wordt hersteld, dan hebben de
profeten toch gelijk gehad en is de ver
betering gekomen na de aanvaarding van het
presidentschap door den heer Taft.
Maar op 't oogenbük zijn wij nog niet
zoover.
5/3 '09.
HE1TSJES
Uitmto, ?
AT<wi(' het Duitsch, van ROOA Ro.').\.
De eerste uitvinder dien ik ontmoette,
was Oom Bernhard. Ik was toen zestien of
zeventien jaren oud en had vacantie. Oom
Bernhard hoorde dat ik op school een goed
cijfer voor werktuigkunde had, en dat bewoog
hem, mij uit te noodiger. Want hij smachtte
naar iemand, dien hij zijn uitvindingen kon
verklaren; naar een deelnemend, verstandig
wezen, een vakman om zoo te zeggen en
dien dacht hij in mij gevonden te hebben.
Ik herinner ze mij niet allemaal meer,
Oom Bernhards uitvindingen' Eén zie ik
alleen duidelijk vóór mij, de r o k - e g g e.
Rok-egge? Het was een eg van eeuigssins
grilligen vorm, zoo iets als de overlangsche
doorsnede van een paddestoel. Rok-egge heette
ze omdaïOom Bermard vond, dat een op
den grond uitgespreide rok het best deii
platten grond er van weergaf,
En welk voordeel heeft deze e^ boven
andere?"
Toen sprak Oom Bernhard: kijk eens
ze doet evenveel werk als andere eggen."
Vu ja, zeker. Maar waarin ligt het voor
deel? Is ae gemakkelijker te vervaardigen,
is ze goedkooper ?"
Ze is wat moeilijker te maken en kost
wat meer dan andere eggen. Maar goede vrind,
ze heeft een zeer belangrijk voordeel; men
behoeft er slechts n paar paarden voor te
spannen.'
Ik keek in 't rond en zag voor alle andere
e^gen van den gewonen rhomboïde-vorin
ook overal maar n paar paarden loopen.
Oom raadde :n!jn gedachten enzeide: It
meen namelijk, dat voor de rok-egge de
paarden niet zoo zwaar trekken."
Hoe^oo. oom?"
Oom werd warm en riep: Niet waar, mijn
jongen? waaneer gij een rok aantrekt,
draagt gij hem eenvoudig over uw bovenlijf,
en de panden komen toch vanzelf mede,
die behoeft men niet apart te dragen ? Op
dit mechanische beginsel berust ook my'n
rok-egge,. Het voorste gedeelte, het breede
bovenlijf, om zoo te zeggen, trekken de paarden
en de smalle panden daarachter, die komen
vanzelf mee. Die behoeven heelemaal niet
erg getrokken te worden. Zie je, dit ^oordeel
heeft de rok-eg."
Met deze verklaring" achtte de goede Oom
Bernhard het probleem schitterend opgelost.
Ik heb in later jaren nog heel wat uit
vinders ontmoet. De merkwaardigste was wel
de dorpssmid van Terpinje. Terpinje is een
klein dorpje ergens in Kroatiëen n't eigen
beweging zou ik er stellig nooit zijn heen
gegaan. Ik was echter luitenant en was te
Terpinje ingekwartierd.
Al in het logement vertelde men mij van
den wonderbaren dorpssmid, die reusachtige,
geheimzinnige machines bouwde. En men
verhaalde mij, hoe hij daartoe gekomen wa?.
Hij was als twintigjarig jongeling ter dood
veroordeeld, omdat hij een man vermoord
had, toen hij hem onder compromitteerende
omstandigheden op een plaats vond die alleen
aan hemzelf toekwam. Hij had toen, zooals
men in Europa pleegt te zeggen : genade
gekregen, d.w.",, twintig jaren tuchthuis". Hij
was weerspannig en norsch geweest in zijn
gevangenisschap en had de volle twintig jaren
moeten uitzitten. Voor twee of drie jaar
verscheen hij weer in Terpinje, opende zijn
smidse weer en dreef zijn handwerk met het
verroeste gereedschap, dat hij van zijn vader
had geërfd. Het bleek nog tamelijk brnikbaai;
alleen de blaasbalg, die was er door twintig
jaren lang in de zon en het weer op het
dakplat te liggen, niet beter geworden.
En deze man had in al die jaren van zijn
straftijd eea idee verzonnen dat hij nu in
een daad poogde om te zetten. Hij sprak
er met geen mensch over, allerminst met
mij, juist mijn uniform boezemde hem het
grootste wantrouwen in.
Maar ik was te nieuwsgierig, en had er
mijn zinnen op gezet, het naadje van de
kous t3 weten. Ik liet hem niet los, hij
moeft mij naar zijn machine brengen. Ze
lag uit elkaar, er was niets dan een onge
ordende hoop tandradererj, veeren, stangen,
assen, waarin geen mensch een uitvinding"
had kunnen zien.
Al deze raderen en veeren en stangen had
de dorpsguiid in zijn weinige vrrje uren in
den nacht op zy'n aanbeeld gesmeed, gevijld en
gefreesd met zijns vaders oude verroeste ge
reedschap. Het was een van die buitenge
wone gednldwerken, waar gij ongeloovig en
verbaasd tegenover etaat. Zooals wanneer
wy' hooren dat deze of gene gevangene met
een naald een mangat in de muur der ge
vangenis heeft gekrabd en zich dan uit de
vierde verdiefiag laten zakken aan een strik,
gedraaid uit draden die de gevangene jaren
lang uit zijn kleeren plukte.
Onder de ingekwartierde onderollicieren
was ook een eenjarig vrijwilliger, een tech
nicus; die had meer succes bij den dorps
smid. Hij kreeg het doel en de grondge
dachte der groote machine te weten.
Het moest een motor voor landbouwers
zy'n, in de plaats van den door paarden
bewogen windas. En vanwaar kreeg de smid
de drijfkracht? Aan het eind van een
narms hefboom was een zitplaats aangebracht,
daar gaat de bestuurder der machine op
zitten. Door de zwaarte van zijn lichaam
drukt hij den hefboom omlaag en zet het
raderwerk in beweging. Is de hefboom op
zijn laagste punt gekomen dan wordt een
mechanisch stelsel wer'ttuigelijk omgezet en
heft de machine den hefboom weder. Daarop
begint het gewicht van den man opnieuw
te werken en?, en?. Kortom een perpetuum
mobile. En aan deze uitvinding besteedde
de arme dorpssmid zijn tijd, al zijn jaren,
zijn verlangen, z|jn toekomst en zijn vaderlijk
erfdeel.
Kort daarop ontmoette ik nogmaals een
uitvinder. Het was te Belowar, ook in Kro
atiëBelowar is een ambtenaarestadje, het
pensionopolis der militaire grens Daar had
een stokoude kapitein de monomanie,
morellengeest te bouwen, maar niet uit morellen,
neen uit hout van den iiiorellenboorD. Aan
d.ien borrel schreef hij fabelachtige eigen
eehappen toe. De drank was een waar elixer.
Hij genas alle ziekten en verdreef ouderdom
en dood. Wie hem dronk werd tenminste
tweehonderd jaren oud.
Hoe weet gij dat, heer kapitein?"
Dan vertelde hij geheimzinnig, dat hij
proeven genomen had met versche
kalfsbeenderen. Die had hij in het elixer gelegd
en waargenomen ze waren bijna volstrekt
niet veranderd. Dagelijks had hij ze gewogen
en uit de gewichts verliezen het getal twee
honderd afgeleid, als grens van het
menschelijke leven wanneer het met morelborrel
geconserveerd wordt.
Men kan zulke schrandere lieden bij twin
tigtallen vinden, wanneer het een beetje
meeloopt, en bij honderden wanneer men
het bezoek aan een krankzinnigengesticht
niet schuwt. Een ontzaglijke hoeveelheid
geestkracht en verstand wordt overal en
eiken dag aan onzinnige uitvindingen ver
spild. Zooals ook dilettanten dikwijls hun
vyftig drama's in den pekel hebben liggen,
aan elk waarvan zij maanden lang, wellicht
jaren met vurigen ijver en rots.'ast geloof
arbeidden.
Te Orahowitza woonde een geheele familie
vader, moeder, drie zoons en een dochter
die bouwden al te zamen een ontzaglijken
vogalkooi, wederom jaren lang. Zij verwachten
gestadig een millionnir en li-fhebbers die
hun schatten voor dien kooi zouden bieden.
Ik heb den 'sooi op drie tentoonstellingen
gezien, eenmaal kreeg hij /e'fs een bronnen
melailje. Het hoofd van bet gezin beleefde
het niet meer, de ongelukkige was al van
den honger gestorven.
Dat is de eene groep van uitvinders, de
hopeiooze dilettanten.
Ook typen van anderen aard heb ik leeren
kennen. Daar was graaf Defonrs-VValderode,
die de heele wereld bereisd had, alleen ota
de spoorwegen der gansene aarde te leeren
kennen. Alle kleine uitvindingen en verbete
ringen had hij bestudeerd en opgeteekend.
Toen hij thuis kwam, bouwde hij een nietig
spoorwegje in zijn park met alle kleine
uitvindingen, die hij aardig had gevonden.
En toen ging hij, dn rest van zijn leven.
daar naar zitten kijken.
Daar was een ander, een hoo^
Oostenrijksch officier, wiens naam een go den klank
heeft in do geschiedenis der\apentechniek ;
hij heeft met eere gewerkt aan de verbete
ring van het moderne repeteergeweer. Deze
hooge oflicier heeft jaren van zijn leven be
steed aan een constructie die het mogelijk
zou maken, een dubbel vensterraam met n
greep te openen en te sluiten.
Eens reisde ik van Hamburg naar Berlijn,
met een vreemdeling. Ik weet niet meer.
waarom de man zich aan mij voorstelde. Hij
reikte mij zijn visitekaarte, waarop ik de
woorden las:
Emi/e Durieux, Ineentei<r.
In dien tijd verbaasde ik mij over zulk
een beroepsaanwijzing en dacht aan den
dorpssmid van Terpinje, mijn oom met de
rok-eg en den kapitein met zijn
morellengeest. Maar sinds ik weet dat er lyrici van
beroep zijn, geloof ik ook aan uitvinders
van beroep, en op hen kan ik niet meer
het beroemde woord toepassen : Er zijn er,
men hoort ze, maar men vindt ze niet''.'
Want ik weet, waar ze te vinden zijn: in
zeer groote fabrieken. Bijna in elke zeer
groote inrichting.
De eigenaardigste uit vinders zitten ongetwij
feld in de chemische fabrieken. Z-j hebben tot
(aak, door eenvoudige permutatie van atomen
nieuwe scheikundige verbindingen samen te
stellen. De nieuwe chemische verbindingen
vindt men door de bank gemakkelijker dan
hun barbaarsche namen. Eerst wanneer een
nieuwe verbinding samengesteld is begint
m°n te overleggen voor welk doel zij wel
geschikt zon kuncen zijn. De fabrikant vindt
altijd opnieuw eerzuchtige assistent-artsen en
docenten, die zich over de uitvinding ont
fermen, proeven ermede nemen en eindelijk
de ziekte ontdekken, waarteïen het nieuwe
middel met vrucht kan woiden aangewend.
Uitvinders van beroep zitten ook in do
technische comités der departementen van
Oorlog. Daar is het de kunst, de dikwijls
dillettanterige uitvindingen pasklaar temaken
voor militaire doeleinden meestal echter,
buitenland-che patentrechten door kleine
veranderingen te ontóuiken.
De uitvinders van beroep werken eigenlijk
alle met permutaties van bekende elemen
ten, zonder werkelijk nieuwe denkbeelden.
Zij hebben een veilig stuk brood en altijd
boter erop. De genieën onder de uitvinders
komen echter zoo glad niet door het leren.
Men weet, dat Resssl, de uitvinder der
scheepsechroef van den honger stierf?nau
welijks veertig jaar geleden. En wij zijn allen
tijdgenooten van den ingenieur Krees, een
armen grijsaard, voor wien men eenmaal
standbeelden zal oprichten, omdat hij den
drakenvlieger bedacht. Heine noemde die
mengchen ongelukkig, die arm, ziek en joden
zijn Krees is viervoudig beproefd : hij is
geniaal dus te vrceg geboren arm, oud
en Oostenrijker.
Uiterst weinig geniale uitvinders hebben
de vrucht van hun aibeid geoogst: Marconi
bijv. en vóór hem Nobel. Maar ook voor
Marconi's uitvinding moet men tot Herz
teruggaan en Nobel vond slechts toevalli?
de varbinding van het reeds vóór hem samen
gestelde nitroglycerine.
In een grootsche uitvinders-worsteling zien
wij allen thans Zeppelin betrokken. De uit
wendige vorm van den ballan heeft wel
Renard twintig jaar geleden aangegeven, de
Benzine-motor ziel ran bet moderne
luchtschip bestond evenzeer. Maar de stijve stof
voor den ballon is een idee van Zeppelin en
van Zeppelin alleen. Jaren lang heeft geen
mensch daaraan willen gelooven en nog heden
ten dage zijn wel tachtig van de honderd
luchtschippers tegenstanders van het starre"
systeem Is er wel iets dollers, iets
onzinnigers dan een ballon van metaal ?" vragen
de tegenstander?. Lang vóór de vaklieden
schonken de leeken, de onbevangenen, den
stoutmoedigen graaf vertrouwen. Hier is een
uitvinder die slagen moet.
a
A. Neem een kaart, geheel drukwerk, met
alleen 'n ruimte voor het adres. Laat die
kaart groote r zijn dan 13 X lf? en Se moogt
haar niet bloot verzenden, tegen l cent porto.
Maar d e er een couvert om, hoe dun ook,
en ge zijt niet gebonden aan dat formaat,
hoewel het voor de bestelling natuur)yk
hetzelfde is.
Zoo dwingt postformalisme tot den omslag
van het gebru'ken van een omslag en de
kosten daarvan l
Ook moogt ge de kaart vouwen, wat lastig
is in het bezorgen, en de kaart verknoeit.
Doet er niet toe.
* **
B. De posterijen belasten zich cok met den
intercommunalen telefoondienst en geven
een iatercornmunalen Ttlifoongids uit.
De post heeft, hoewel.veel te weinig, in onze
groote steden althans enkele hiilpkantoreu.
Wie nu echter denkt dat aan die hulpkan
toren ook steels van die telefoongidsen ten
verkoop voorbanden zullen zijn, rekent buiten
ons ambtelijk óncomtnercialigme.
Men kan aan zoo'n bijkantoor wel een ex.
bestel! i n. Maar, krijgt het dan pas... den
volgenden dag.
't Moet niet te vlua'. L. SIMOSS.
Gtac/ite Hi'ilactii',
Op de lezers moet het onbedachtzame
artikeltje van den heer v. Meerkerken over
mijn uitgave Beguin, .lulie Slot, in uw blad
30 Jan j,l. den indruk maken als zou ik
speculeeren op een slecht soort publiek en
zonder tanige bedenking een onrijp en vies
romannetje accepteeren alleen om der lieve
centen wille. No» rooit bemoeide ik mij met
een kritiek, maar ook nog ncoit werd ik op
ten derg'il'j'ie verdachrrrakerd^ manier in
een kritiek betrokken. Hiertegen protesteer
ik bij deze met klem.
Zeist, ld 2 'O',i. Hoogachtend,
Ml;!M'KhT I'i'GArRDT Jr.
rte Jaargang. .'t...?iOi-t.
Rei.: C. II. B::o:: p. > , i '?L.iruL i-i ^iii-.it
Verzoeke al!e mededeelinir"*1, ó.-.M«9TVibr;"'*c
betrefiV:;di>
Probleem Xo, 131 i .s jjoed opgelost doot:
SAbiam, M. ('oe, K O. di; Jonge, A, D. <^iierido,
W. van Rumt, A. B. Sujet, J. S vart, A'dain; K.
Bouwes, N. B<>u,rei->. F. II. Kernkamp, D.
Kikke, IvJaio; J. Luteijn, lïroede: J. Meijer,
Haarlem: K. Koster, HOOJT t';',rs,»el; C. Mos
selman, Kotterdaiü; J. II. Makkink, J. J.
Oikaïn, l'trecut, F. Happe. K, Slagter, Zaandam.
NATION ALK SIMU I,T A. AN-WE DSTRIJD.
PER CORRESPONDENTIE.
A. z 1 1-17, w 27 21, zl6::7, w 31:11, zO:17,
w ;«3i.
B. zll KJ, w ut) 21.
C. z opgegeven.
D. z opgegeven,
E. z 20 24, w 44-39, z £3:44, w 50 39
F. z 15 20, w 32-28.
G. z 30-35, w 40-34, z 14-19, w 42-3?.
H.
Zwart moet spelen.
WEDSTRIJD VOOR PROBLEMEN'.
De Ie prijs is niet toegekend kunnen wor
den, wijl geen der ingekomen problemen 60
punten heeft behaald De 2e prijs h toegekend
aan de Wach:ers", auteur J. Luteijn, Gronde;
de 3e prijs aan do doodgraver begraaft zich
zelf", auteur S. Abram, Amsterdam.
In de volgende rubriek komen wij hierop
breedvoerig terug.
STRATEGIE VAM HET DAMSPEL.
In de rubriek van 18 Febr. II. ver .echten
wij den -heer Kan, van Rotterdam, zijn be
schuldiging met bewijzen te staven, en dus
de bekende spetltorm ian Lal/ement aan te ge
ven, ten einde de lezers van ons
inisbruikmaken te overtuigen, en hiervoor boden wij
zelfs plaatsruimte aan iu de rubiiek. In plaats
van nu aan zijne verplichting te voldoen,
schri'ft de heer Kan 2 Maart 11.:
Waar u erkent, zelf niet oorspronkelijk'
geweest te zijn in het ontdekken van nieuwe
openingen, kunnen wij gevoegelijk an lere
beschouwingen over dit punt achterwege
laten."
En verder; Wat mrj echter hè: meest nog
verwondert is, dat een schrijver over let
damspel niet voldoende op da hoogte blijkt
te zijn van de veirchenen buitenlardsche
klassieke damlitteratuur, waarin de verschil
lende openingen zijn behandeld."
De heer Kan acht het dus niet meer noodig^
met bewijzen voor den dag te komen, zeg
gende, dat wij in de rubriek van 23 Febr,
zouden eikend hebben, de Koite
Vleugelopenins»" uit buiten'andsche damlitteratuur
te hebben overgenomen, en geeft
onmiddeldjk daarna zijn verwondering te kennen,
dat wij als schrijver niet op de hoogte blij
ken te zijn met buitenlardsche damlittera
tuur, waarin de verschillende openingen.
worden behandeld. Wis kan nu dit
binnenlandsch klassiek proileem oplossen?
Daar echter de onbetrouwbaarheid van den
heer Kan hieruit volkomen blijkt, willen wij
het insinueeren verder wel aan hem over
laten.
KLEINE STUDIES. X.
Wij hebben in de vorige studie duidelijk'
aange'oond, dat het mee'malen pa?seeren van
dezelfde open ruit geoorloofd is en in 't minst
geen afbreuk doet aan de grondregels van
het spel. Het is dus onnoodig met meer
geco.mpliceerde voorbeelden dit nader uiteen*
te zetten. Wel zullen wij een paar stellingen
laten volgen, welke meer als curiositeit op
genomen worden.
Zwart.
Wit.
In deze stelling is het mogelijk alle stuk
ken in n slag te slaan, zonder de schijven
tijdens bet slaan weg te nemen. Wel wordt
meerma'en dezelfde open ruit gepasseerd,
maar zulks doet aan de grondregels van het
spel niets af. Om alle stukken gelijktijdig
te kunnen slaan, plaatst men een witte dam
op de ruit 2 of 3. Echter er zijn nog meer
velden waarvan de slag kan aanvangen, en
deze te zoeken H niet onaardig voor de
liefhebbers.
Opmerkelijk dat nog nimmer een stand is
ontworpen kunnen worden, waaiin het
mos?eli:k is aile 20 schijven gelijktijdig te slaan.
De beroemde Ven Vught" heeft hoogst
waarschijnlijk hierin wel de ui'.erste grens
bereikt, en ons een stacd nagelaten waarin
19 schijven In n slag geslagen wordt-u.
Zie onderstaande stelling.
Zwart.
Wit.
Wij zullen de eigenaardige elagwending
niet ".angeven, maar deie ter ontlediEg den
liefhebbers ovorlaLen ".Vel willen wij nog
i,voj iJ.cocdsc-Iea iiaó, om den slag volledig
ie i.uuiiei» coüii, ce witte dam op het veld
richten aa_ i>ovenuia.anu a«res, j
:oet terecht konen.
', ,'ij meinja, dit hiermede voidoéudu is
aangetoond, dat het dainreg'emeut o ik in
dergelijke gevallen voorziet, en dus wijziging
van art. 5 en O totaal overbodig K
Nog willen wij even wijzen op de slot-alinea
van art. 6, waarin vermeld staat: Bij gelijk
aantal stukken slaat men r>aar verkiezing
met den dam of de schijf. Als stuk heeft een
dam niet meer waarde dan een schijf."
Wij meenen, dat voor sommige beoefenaais
van het damspel, deze zin nog wel een nadere
toelichting vereischt. Ook diegenen,
dieoudergewoonte meenen, dat damslag" voorgaat
of damslaan gaat voor gchy'fslaan", zullen
naar wij vertrouwen met deze kleine studie,
weldra tot andere inzichten gebracht zijn.
(Wordt vervolgt.)