De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1909 14 maart pagina 3

14 maart 1909 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

.No. 1055. D K AMSTERDAMMER W E E K. BLAD V O R N K D E R L A N D. vertolking van die zeker den dirigent even goed voldaan heeft als ons, toehoorders. Hoewel ik mijne opmerkingen niet heb teruggehouden, acht ik Van Gilse'e symphooie een zeer belangrijk werk, dat mij sterk heeft geboeid. Gaarne wensch ik den .componist geluk met zijn derde symphonie en den bijval dien zij hier heeft gevonden. Het orebest, gaf onder de zekere en zorg vuldige leiding van den componist er -een prachtvolle vertolking van. Het verdere gedeelte van het programma: ffiozart's ouverture voor die Entführ«ng,auB .dem Sarail" en Elgar's Cockaigne ouver ture" verschafte onder leiding van den heer Dopper veel genot. Hartelijke en oprecht gemeende toejuichingen vielen mevrouw Loman ten deel voor haar allerbekoorlijkste voordracht van Haydn's bekende Schop fungsaria auf starkem Fittige". Mejufirouw Jeanne Berckenhoff, een jonge ssngeres uit Bordeaux geboortig, is reeds vroeger hier opgetreden. Ik had toen geen gelegenheid haar te hooren, daarom was het müzeer aangenaam thans kennis te maken met baar zeer intelligente wijze van zingen, baar uitstekende voordracht en de charme \wn haar uitspraak der Frau&ehe taal. Een prachtig stuk la Procession" van Cesar Piacck bad zjj uitgekozen als hoofdnummer ven baar programma. Zoowel de zangstem, sis de mooie orehestratle geven wonderwel dfc poëzie weer van Brlseux. Het daarop volgende la Cioehe" van Saint-Saëns vermoctit niet iu die mate te boeien. De liederen van de Gaatillon, Berlioz en Fsarémet voortreffelijke pianobegeleiding van den heer Evert Cornelis, gaven mejuf frouw Berckenhoff gelegenheid hare talenten voor Fransche lyriek aan den dag te leggen. Benouveau" van de Castillon werd met al de stemming van het eenvoudige, maar toch boeiende lied gezongen, vooral de laatste woorden. Cclle qui fat toute ma vie Celle qui reate tout mon coeur, maakten diepen indruk. Het getstig« Villanelle" van Beilioz was uitmuntend van eebalksche voordrachtekunst. Minder slaagde het lied van Fauré, Fleur jfttée" daar dit meer schitterende stralende «letnmiddelen vereiecht ren de kracht van méj. Berckenhcfl eer ligt in intieme kunst. Talrijk waren de toejuichingen, waarmede de « zangeres voor haar schoone gaven werd beloond. De uitmunterde contrabassist van het OTchest, de heer S. Blazer Mzn. had gelegen heid met de voordracht van Handel's concert te toonen, dat het instrument in zijne vaarige handen nog tot iets anders in staat is ale om des Basses Qrundgewalt" weer te g$ven. Ik herinner mij in mijn jeugd Bottesiui gehoord te hebben, een contrabassist van buitengewoon talent, wiens instrument echter nauwelijks grooter was dan een flinke violoneol. Dit was by den heer Blazer niet het geval. Des te meer bewondering verdient het wat hu met zijn instrument weet te bereiken. Vaak kon men een weekheid van toon waar nemen, die men ternauwernood van een contrabas zou verwacht hebben. Maar het was dan ook de heer Blazer die ons zulks deed hooien.; Gaarne hvejig ik den be«cheiden kunstenaar, die in bet orchest betrekkelijk- zoo weinig op den voorgrond treedt, mijn warme hulde voor het meester schap waarmede h|j ajjn instrument behandelt. Onder leiding van den heer Men ge berg Weelde hè: orchest pracht vol Beethoven's Egmont-ouverture en Wagner's LohengrinToorspel. Vooral het laatste werk maakte diepen indiuk. Het beker de Largo van Handel, met de zeer schoon door den heer Timmner gespeelde viool-solo, ontlokte veel geestdrift b$ het publiek. Ibsen'a eerste Peer Gynt-snite boorde ik niet meer. ANT. AVERKAMP. Renovalia. Seaetsen' en Novellen, door DAISV E. A. J umus. Bureau: Nieuw Vrouwenleven." BeeUnrn. 1908. Alle dingh" is betrekkelijk of bij verge lijking. Ook een boek van mej. Junius ont komt aan dit noodlot niet. En zoo dient men dan te constateeren, dat dit bundeltje, in vergelijking met Da Bakens verzet", dien fmriiaistijcheu roman, die ons zoo zwaar op de maag lag, een groot percentage beter is en zijn naacn, in zoover de schryfster zich gerenoveerd heeft, met eere draagt. Want overigens wordt hier niet veel vernieuwd, eer. het tegendeel. De. Htijulier is een opper vlakkig schetye, poging tot beelding van een yolkstype", tot opstelling van een karakter beeldje, maar waar de natuur vademen dieper gepeild had moeten worden om iets waarlijk Iè7end3 te geven. De Paaichweide levert beschrijving met een humoristisch tintje. Maar het eene is niet sterk en het andere.... Van Maurik-aohtig, hetgeen voorloopig in de literatuur geen compliment beteekent. Juf" is een dingie in den Heijutterschen trant en het is merkwaardig hoe ouderwetsch (teruggaande tot den Ouden Heer Smit en Camtra-tijA) die karakteristiekjes, die type beeldjes er uitzien. Boonebloeeems blijft bedie u toen oa der behandeling had hoe heet hy ook weer? heeft toen nog een lang artikel aan u gewijd en noemde u een uiterst interessant geval van..." ijVaa klêptomanie," vulde mijn bezoeker zedig glimlachend aan, toen ik aarzelde het woord uit te spreken. Juist, van kleptomanie," herhaalde ik, eveneens glimlachend. En is u daarvan nu geheel genezen?" Volmaakt!" antwoordde cnze gewezen boekhouder met een zelfvoldaan glimlachje. ,, 4.cht maauden latex was ik al weer ontslagen." Ja, ja, daar staat me zoo iets van voor," xeide ik nadenkend. Ik heb mijn vader er toen nog van overtuigd dit hij verplicht waj ia t s voor u te doen. terug nemen op uw oude plaats wilde hij niet, dwaas genoeg, maar hij was van plan u e«n stevige glatiflcatie te ge?«n. Doeh wij hebbeu toen nooit meer iets van u gehoord." Er kwam een bijna verheven gloed in Johan Terwoerts d weepersoogen en peinzend streek hij ch langa zjjn baard. N«en, dat is zoo", antwoordde bjj. Onze wegen liepen toen uiteen". Enfin, dat zün ook eigenlijk uwe zaken Dat gaat m$ niet aan", aaide ik. Het ge tuigschrift waar güom gevraagd hebt, kunt gig echter zooall van zelf spreekt krijgen; gÜhebt er recht op, want gij hebt ons trouw en eerlek gediend en een ziekelijke afwijking van dan geert, die b D vendien spoedig en neden elk Jiteratuarpeil, zoo drijft het van sentimentaliteit. Het is ook ouderwetsch, maar nu in den allerleelijksten zin, als een verhaaltje uit een Christelyken Volksalmanak van het jaar '40, waarlijk otn geen woord meer aan ten koste te leggen. Restten stukjes als: Toetie en Onder bloemen belolven. Het eerete, 't best gelukte van het bundeltje en een heel aardig getypeerd beeldje, juisttemeer beminnelijk door hetietwat ouder wetsche. Toetie is het Indische halfbloedje door een Hollandschen officier getrouwd en mee naar 't Vaderland gebracht, waar zij z eb. volkomen vreemd en onbehaaglijk v ;e!t.. . gelijk een meikever in een vogelkooi! Luchtig en vermakelijk zegt de schrijfster Totlie's grilligheid en vadsigt.eid, haar driftbu en en kinderlijke goedigheid, onverzadelijkek'jopen hebzucht, wansmaak, bekrompenheid, taktloosheid enz. enz Mejuffrouw Juning beweert dat Toetie een uitstervend type" ia, en zij heeft misschien gelijk, dat het beter onder wijs in Indië, de geheele zooveel meer ver zorgde opvoedirg van heden zulke volkomen wilden niet meer laat bestaan. Hetgeen jam mer mag heeten voor de vele oorspronkelijke romans, die met succes altijd weer dusdanige krompratende wezens invoerden. Vrucht baarder motief heeft Indiëaan de litteratuur nooit geleverd Dat andere verhaal met dien zonderlingBentimenteelen titel Onder bloemen bedolven is ganschelyk niet gelukt, maarniet onpleizierig te lezen. De schrijfeer doet er een greep naar hetgeen ver boven haar macht hangt: den weemoed van het immer vergaande, immer wordende leven. Zij schrijft hier van het jonge meisje dat de jonge man barer keuze" trouwt, met hem oud wordt, terwijl hun kinderen opgroeien en zelf trouwen en kinderen krijgen. En dan sterft het oude paar, de man eerst, de vrouw wat later, half voldaan, half ontgoocheld in het leven, dat natuurlijkerwijs van alles belooft en voor den enkeling maar weinig verwerkelijkt. Zoo is in 't algemeen de tragedie van hel leven, en het onbegrepene, doellooze dier tragedie verwekte de benauwenis, die men vroeger, meen ik, Weltschmerz noemde, zeker een der meest wezenlijke nenscnelyke aandoeningen. Vijftig, zestig jaar geleden werden zeer velen door die We tschmerz gedrukt en dat was bedenkelijk genoeg, al begreep men er hier te lande niet veel van. Nuchter-verstandelijke lieden waren er zelden mee behebt; het was meer iets voor jonge menschen, wier gevoelsleven zich nog niet gezet had,- die ontvankelijk en misschien ook wel al te droomeiig waren . .. Tegenwoordig ziet men de ziekte meer van den medisch-materieelen kan"; aan en noemt haar een z>nuwlijden eri melancholie. Da ver andering lijkt in zoover geen gunstige, dat nu ook nuchtere en zelfs zaken"-menechen er door aangetast worden, die toch geen aasje wysgeerige neiging bezitten. Die tobben dan ook niet over wereld en leven, doch over een genaankeerden coup" of een ont brekende knoop aan hun jas, maar het resultaat is hetzelfde. En de oorzaak denkelijk ook : een verzwakt ras, moeilijk levend in een wereld, waaralle geestelijke vastigheid" voor de meesten sedert Jang teloor ging. De onbewurten lijden alleen door hun zwakte, de bewusten door dat besef van 's levens leegte en ooi door hun zwakte. Zoo krijgen zij dubbel, maar kunnen daartegen op de waardigste aan leiding van hun getob wijzen, n.', de tragedie des levens" voornoemd. Zeer zeker komt die niet geheel tot haar ontzaggel\jk recht in dat stukje door mej. Junius vervaardigd. Maar zij heeft er toch iets van gevoeld en wij gevoelen het sympathiech mede. AU san wag het onnoodig, dat de schrijfster haar menechen nog supplemen taire rampzaligheid oplegde, dat zij den man een onbegrepen kunstenaarsnatuur" schonk en der vrou v een bijzondere behoefte aan meegevoel Zelfs schaadt dit eenigszins als te veel. Geef den menscben geluk en voortdurenden aardschen voorspoed, laat hun alles van het leven driedubbel genieten en... de kwaal van leven en oudworden zal zich te wreeder doen gevoelen, als de kracht allengs van hen weggaat en de eenzaamheid rondom haar kilte verbreidt in het toekomstlooie leven. Wij kunnen niet meer zij a a'.s f^ckerlijc, die zooveel met zijn rekening te stellen heef:, dat hij het sterven zelf haast niet merkt. Wij doen geen rekening meer. wij wachten en gevoelen reeds de ijzige kou van ... het negatieve. Tenzij het leven ons zoo moe maakte, dat wij naar den droomloozen slaap ver langen. Maar dan was Let Isvan ons toch niet gelukt... . * * * Wereldbibliotheek. JJinRuikin. Tijd en getij (firieven aan een werk<nan). ^ erta'ing van Mevr. G. VAN UII.DKIKS. Inlei iing van L. SIMONS. Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur, Amsterdam. De Wereldbibliotheek, onder leiding van den beer L. Simons, geeft vele, geeft onophoudelijk boeken uit van de meest verscheiden aar! n strekking, die echter allen een aanlokkende geheel genezen was, kan natuurlijk nooit een reden zijn om u voor het verdere deel van uw leven uit de maatschappij te stooten. Zooals ik u reeds zei, ik vond het indertijd al dwaas genoeg van mijn vader, dat hij u niet gewoon in de zaak wilde terugnemen, dus op den zoon rust in dit geval de taak, den maaUc'aappelyken misslag van den vader voor zooveel als in zijn vermogen i) te her stellen." Terwijl ik sprak, zag ik dat op een gegeven oogenblik door de oogea van Johan Terwoert een fle-se lichtstraal schoot. Tersluiks wierp hy even een loozen blik op mij en zijn blanke hand, als terloops over de taiel strijkend, nam in het voorbijgaan geruiechloos een rijksdaalder mede die daar lag, zonder dat 's mans gelaat iets verried van wat er op dat oogenblik in hem omging. Ik zag dit alles, zooals ik zeide, zeer goed, doch ik kan er bijvoegen, ik zag het met droefenis. Hoe treurig, hoe diep droevig zou dat zijn, als de oude kwaal weer in hem wakker werd, 209 dacht ik. Doch om zoo'n enkel geval kon, neen, mocht men iemand toch niet voor zijn leven ongelukkig maken ! En zoo zweeg ik en deed of ik niets gezien had. Nadat de hand van Johan Terwoert met een heel onschuldig gebaar een oogenblik in zy'n broekzak was verdwenen, schoof de on gelukkige boekhouder zijn stoel langzaam achteruit en zag mij vriendelijk, sympathiek zelfd aan. goedkoopte gemeen hebben. Het ware een onbegonnen werk, en 't is ook niet noodig, die alle te bespreken, want het meeste is bekend en sedert lang gewaardeerd in de kringen waar deze recensies gelezen worden. Maar een enkelen keer kan 't toch geen kwaad de aan lacht te vestigen op zulk een deeltje, waar het een schrijver geldt, die hier, geloof ik, in 't oorspronkelijk niet veel gelezen wordt. John -Ruskin ia een geweldige; fliunr in de letteren en beschaving van hè: Engeland der laatste helft van de vorige eeuw. Maar een aan den Hollacdschen geënt verwante schijnt hij toch eigenlijk nauwelijks, zoomin als C<i tyle. Wel doet zijn individualisme en particularisma denken aan het oaze, maar het vrij en naïei denkende van hem, liet revolutionuaire, ia met vroomheid verbonden, en dat lijkt in 't algemeen zoo geen fclollandsohe combinatie. lij Ruskin's tijd plachten de revolutionnairen hier vrijdenkers en de vroxien vrijwel conservatieven, of geheel geen maatschappelijke menscben, te zijn Behalve zijn scherpzinnig en toch kinderlijk idealisme, heeft Ruskin dan nog deze eigenaardigheid, dat hij bet realisme in de kunst niet kan uitstaan en daar wij vójr alles realisten zijn, ditnt de/,e, zijn weerzin niet om hem hier te lande populair te maken. Wat heel jammer is. En daarom schijnt, onder de vele nuttige daden, door de W.B. bedreven, deze niet de minst nuttige, die een vertaalde, goedkoope Ruskin bij de menigte tracht in te leiden, vooral wijl de vertaling mij zér goed voorkomt, naar de gedeelten te oordeelen, die ik kon vergelijken. Dat rustig breede van Ruskin's zinsbouw, dat aangehoudene en vreedzame tevens, die gemaklijke gedachtenstrooming van een wijd omvattend, steeds zi;n aandacht en stemming beheerschend intellect vindt men in het Hollandsen . op natuurlijke wijze zich vol komen aanpassend terug, zóó dat de toon, het a<cent, het ritme, voortreffelijk bewaard blijft. En waarlijk, als men-Ruskin zelf wil geven, is een zuivere, gevoelige vertaling ook de minste eiech, die gesteld kan worden, wijl zijn denken met zijn stijl zoo klaarlijk n zijn. Al het kalm zelfgenoegzame en zelfverzekerde in zijn soms zeer paradoxale redeneeringen, dat den aristocratischen, van het leven toch eigenlijk afgekeerden, indivi dualist kenmerkt, zou verloren gaan in een overzetting, die accent en ritme miskende, zelfs al wiren de enkele woorden zuiver in de andere taal weergegeven. En juist hier kan men dat accent, die geestelijke allure van Ruskin's persoonlijkheid allerminst missen, waar het, volgens den beer Simons, een van R's karakteristiekste uitingen geldt, die een der meest interessante inzichten in zijn veelzijdig innerlijk leven geeft". .. zfin op vattingen omtrent MaaUchappij, Kunst, Godsdienst, Zedeleer, Opvoeding. Eenmaal vertrouwd geraakt met dit alles in hem, zal men later zyn ander werk beter kunnen ge nieten en waardeeren.... We stellen ons vó'jr.... geleidelijk meer van zijn werk op te nemen." Ziedaar een goede belofte, dat wij later ook Ruskin'i arbeid op aesthetiech gebied in even goede vertaling zullen kunnen ver krijgen en dit werkje geen eenling blijven zal. Want, hoezeer om de encyclopedische veel heid van de hier behandelde onderwerpen, 's heeren Simons' keuze van dit bundeltje, als eertle Ruskin vertaling, begrijpelijk en gepast moge zijn, zoo is toch de lezing er van niet zoo verkwikkelijk en vruchtdragend als anders wel bij Rus dn het geval is. Is het wijl hij hier zoo by uitnemendheid practischmaatschappelijke onderwerpen behandelt, allerlei kwesties van moraal en inrichting onzer samenleving, waar hij toch practisch vrijwel buiten stond? Wreekt zich hier zijn individualisme, dat hooghartig en stijfhoofdig, weigerde zich te laten afslijpen en vervormen door de omringende veelheid, dat uit zichzelf alleen een geheele wereld wilde opbouwen, met zich zelven alleen tot maatstaf? Zeker is, dat men een indruk van moedeloosmakende onvruchtbaarheid niet weren kan bij het lezen van al die fijn-ontledende en weer fijn saamgesponnen theorieën over hetgeen het best zou zijn in de verhoudingen der menschen. Het is een aardig spel, moet men denken, maar de maatschappij gaat tenslotte toe i haar eigen weg, en het was maar ge lukkig voor de Engelsche arbeiders, dat zy Ruskin's, toch zoo verstandigen, raad niet volgden, gelijk hij dien, tevens als een korte samenvatting van het geheele boekje, in zijn voorwoord" heeft gegeven. De (kiesrechtjhervorming, welke gij wenschr, kan u mogelijk meer invloed verschafien in de volksvertegenwoordiging, maar die invloed zal noodzakelijk van geenerlei nut, ja, mis schien erger dan nutteloos voor u blijken, zoolang gij niet rijpelijk hebt- overwogen, wat, gij wenscht, dat die volksvertegenwoor diging voor u zal doen; en wanneer gij dit lifbt overwogen, znlt gij bespeuren, dat gij niet alleen bij machte zijt, dit zelf te doen, zonder tusschenkomst van een volksverte genwoordiging; maar dat ten slotte niemand anders dun gijzelf het d«en kan. En om, voor zoover het een uwer ouda vrienden veroorloofd is, u te helpen om tot een helder inzicht te geraken, toonde ik u, welke de Ik gevoel mütoch verplicht," zoo begon hij te spreken, u, mijnheer, mijne oprechte bewondering te betuigen voor de houding welke gij vroeger en nog heden te mijnen opzichte hebt ingenomen. Werkelijk, meneer, i i moet erkennen dat ik, ondanks de ruime ervaring welke ik op dit gebied heb, tever geefs zoek naar iemand wiens opvattingen zóó ruim zijn, zóó de waarheid nabij gekomen en zóó geheel in harmonie zijn met zijne daden, als dat by u het geval is. Op my'n woord van eer, ik bewonder u!" Deze waardeerende en misschien gedeel telijk wel verdiende woorden vielen bij mij niet in goede aarde; zij maakten mij kregelig. Niet echter omdat ik ongevoelig ben voor complimentjes en vleierij, integendeel zelfs, maar de stem van dezen Johan Terwoert be gon iets verbazend onaangenaams voor mij te krygen. Ik had daar in het vuur van het gesprek, dat mijne belangstelling volkonen bezat, nie', zoo opgelet, maar nu de zaak voor mij was afgeloopen en het oogenblik der gebruikelijke pi 'cht plegingen naderde, viel het my met hinderlijke scherpte op, wat een slecht verzorgde taal myn bezoeker toch eigenlijk sprak. Hy koos zy'n woorden wel goed, zeer goed zelfs en sprak niet plat of zoo, maar zijn uit spraak, vooral wat de letter S betrof, was gewoon verschrikkelijk. Hij siste die S, en wel op alle mogelijke manieren; dan eens met het geluid van een blazenden kater, dan dingen zijn, waarom gij, naar mijn meening, vragen moet, en, wat meer is, welke gij met hart an ziel moet nastreven." De Engelsche arbeiders hebben echter hun actie voor kiesrecht niet opgegeven na de lezing van Rtiskin's brieven, en, mij dunkt, niemand zal nu betwijfelen of zij wè! hebben gedaan. Maar daarmede is ian toch deze raad >n de geheele inhoud der brieven) feitelijk veroordeeld, ah ... practiech onbruik baar. Hij schijnt logisch en algameen-geldend, maar de wereld leeft niet bij deze logica alleen en wa- voor het algemeene geldt, is op het bijzondere ontoepasselyk. Het is de fout van Ruskin, en meer hervormers van zijn tijd, dat zij zich blijkbaar te zeer de maatschappij ala meth'-idifch en geleidelijk te *erk gaan Ie voorstelden, dat zij de wereld l<un scherpe analyse wilden opdringen, inplaats van toe te geven aan haar, ongetwijfeld 'vaak zeer verwarde strevingen, dat zij het ideëele en reëeie niet te verdedigen wisten en aldus bleken onpractische menschen te zijn. Zeker kan dit geen kwaad waar 't, als in kunrt, ook het onrceele geldt, maar van over wegingen, als in deze brieven gegeven worden, maakt de omvatbaarheid voor dat practische aHus niets dan een schitterend vernuftspel, een bloot academisch ge.theoretiseer, zonder beteekeivs voor de werkelijkheid en alleen in zoover belangrijk, als het Ruskin zelf doet kennen in de eenzame hoogheid van zijn geest. Dat is belangrijk, ongetwijfeld, maar toch wel anders dan de schrijver heeft bedoeld. FRANS COEKEN. Bencfiten. STERFTE OXOER DB OXSTERFELIJKEN". De Parijsche correspondent van The -Autfior vestigt de aandacht op het ongewoon groot aantal sterfgevallen onder de fransche onsterfelijken". Binnen een betrekkelijk korten tijd, zegt deze schrijver, heeft de Fransche Académie negen van haar voornaamste leden verloren. Hërédia was de eerste van deze lijst en werd gevolgd door Berthelot, Halévy, Theurier, Brunetière, Sully?Prudhomme, Coppée en Sardou, De lijst zou nog grooter worden, indien daarop ook de namen van ie minder bekende leden waren vermeld. Sinds Héic :ia sïierf in Ssptember 1905, heeft de Académie het verlies van vijftien harer leden te betreuren. Beginnen wij te tellen van Januari l<)(r> af, d^n bedraagt dit getal zeven tien, en wel: lM>ö. Duc d'Audriffet, Pasquier, Hérédia. 1906. Sarei, Rjusse, Perraud, Brunetière, Theuriet. 1907. Berthelot, Sully Prudhome. 1908. Gebhart, Halésy, Coppée, Boissier, kardinaal Mathieu, Sardou. U. 09. de Beauregard. Met andere woorden, bijna de helft van de zetels zijn in vier jaren tijd door anderen ingenomen. Van REN i': BAZÏX verschijnt eerstdaazseen bundel novellen onder den titel Le mariage de Mademoiselle Gisnel, dactylo^raphe". Zoo luidt tevens de eerste novelle, welke bij de verschijning in déArnales politiques et littéraires" groot succes had. De beide andere novellen in denzelfden bundel opgenomen : Le petit cicq" en Le testament du vieux Chogne" zijn tit nogtoe niet uitgegeven. Miss OI.IVE SCJIKKINER zal dezer dagen een nieuw boek doen verschijnen Closer Union" geheefen, welks inbond vooral be angrijk is met betrekking tot het hedendaagsche ZuidAfrikaacsche vraagstuk. DE EEESTE ZCID-AJIKRIKAANSC'HB COURANTEN. George Parker Winship, bibliothecaris van de J >bn Carter Brown Bibliotheek in Providence, heeft onlangs in de Proceedtngs of the Arjliquarian Society" een interessante studie over den aanvaog van het Zuid-Amerikaansche dagblad wezen gepubliceerd, waar uit blijkt dat daar reeds couranten verschenen op een tijdstip dat men waarschijnlijk niet denken zou. De eerste couranten in de oor spronkelijke beteekenis van nieuwsbladen, werden daar reeds in 1594, weinige jaren na de vestiging van de eerete drukkerij in Lima, gedrukt. In een dier bladen wordt gewag gemaakt van de gevangenneming van een Engelsehen zeeroover die met zijn schip The Dainty" de Chileensche kust onveilig maakte. De geregelde uitgave van een ni-uwsblad dateert echter eerst uit 1620 of 1621. Winship geeft den titel van ongeveer 60 bladen welke tusichen 1621 en 1671 in Lima zijn uitge geven, en voegt er van de meeste de af beelding van den kop der eerste pagina bij. Mond m Tijitseiiriften. Eigen Ha'iid: Jacquehne, door G., IV. Alpha, fragment uit een brief,.niet afb. . Veertig jaren journalistiek, door; LuciusJ Flavius, mee portret. Mevr. Hennett Roaner-Knip herdacht, door Jer°. de Vries, met af-). Oefeningen op de guitaar, naar de schudeiij van me T. H. Konner-Knip, Eigen Enard 1^86. Mevr. H. Ronner Knip, Katjes, Eigen haard 1897, naar de schilderij in het be/at van den heer C D. Reich Jr., te Amsterdam. Het Koning- Wilfemstiuis, II, tlot, met afb. Uit d-t twricneringpn van een postambtenaar, De Anarchist, door N. K. Verscheidenheid. Feuilleton. Hr. Ms. De Zaven Provinciën". Hyper-modern geschut. De Burperweesjes "aan zee Jhr. mr. P R. Feitb. f - J- Schepel. f A. P. R. van Beusekom. f Graf van dr. Jan Pieter Hey> te Abbenes. Een nieuwe Amerikaansche Tramwagpn. alles met nf'>. * K <.-«ntg p» i regel BOUWT te NTJNSPEET op de VELUWE. Inlichtingen bij A r t i", doorloopende schilderijen-tentoonstelling aldaar. Eenige Fabrikante V/.BengerSöhne Shittga Hoofddepöi i n AMSTERDAM: Kalverstr. 157 K. P. DE DSÜHLF-BEK GEB. LOTISICO U et welbegrepen eigenbe lang van lectoren lezer dezer Advertentie gebiedt het aanschaffen eener POLIS van LOTISICO. BW Op schriftelijk ver zoek aan het adres van LOTISICO, Jaliana van Stoibergplein No. 11, te *s-6raveahage, worden pro spectussen met bgbehoo rende documenten gratis en franco per post toegezonden. Koopt UITSLUITEND BOTF.it ONDER RIJKSCONTROLE. De STAAT GARANDEERT U een ONVERVALSCHT product. Roterhaudel ZUIDLAREN", REGUtlÉRSGRACHT 27. TELEFOON 8935. HIIHIIIMIIIIIItllllllllllllllltlllltl eens met dat van een lekkend water kraantje, en als hij woorden moest zeggen waarin die letter meermalen voorkwam, leek het wel of een sneltrein-locomotief fluitend voorbij stoof. Echter, zulk een betrekkelijke kleinigheid, hoe hinderlijk zy overigens ook mocht wezen, kon natuurlijk geen reden zy'n om dezen man, die toch waarlijk niet tot de bevoor rechten garekend kon worden, onaangenaam te bejsgenen of met een uitvlucht weg te sturen en ik beantwoordde zijne vleierijen dus met een contra-beleefdheid. En heeft u zich verder al dien lijd nog al kunnen redden?" vroeg ik, om een teeken van belangstelling te geven, toen mijn bezoe ker nog maar geen aanstalten maakte om heen te gaan. Joban Terwoert keek mij bij deze woorden met een zekere bevreemding aan. Hoe bedoelt ge dat?" vroeg hij. Wel, onder uwe omstandigheden zouden er zich toch moeilijkheden hebben kunnen voordoen," zeide ik. Daar heb ik volstrekt niet over te klagen gehad," antwoordde mijn bezoeker met groote tevrsdenheid in sten en houding. Dat doet mij plezier," zeide ik. Dat valt me werkelijk mee, dat die onaangename kwestie u in uw verdere leven geen struikel blok is geworden. En uit die andere betrek king kunt gij waarschijnlijk ook een goed getuigschrift krijgen?" iiitiiiHHiimimuimriuMHiiinMiitiiimMtmmitiiifKiiiMi'imiMniMiMi De voormalige boekhouder onzer zaak meesmui 1de even. Ik zou het niet denken," zeide hij. Althans als gij acht jaar gevangenisstraf een aanbe veling vindt?!" Ik schoof van verbazing myn stoel tot aan den muur achteruit. Wat zegt ge?" riep ik. Acht jaar gevan genisstraf?" Johan Terwoert knikte kalmpjes, ongeroerd als een martelaar. En negen maanden preventief," voegde hij er droogjes bij. Ik begon, denkende aan het lot dat mijn rijksdaalder een oogenblik te voren had ondergaan, werkelijk eenig vermoeden te krijgen tegen dezen man, niet eens zoozeer wegens het misdrijf dat bij gepleegd had, maar omdat hij er ditmaal gevangenisstraf voor gehad had. Maar waar hebt ge dat voor gekregen?" vroeg ik. Toch niet voor het zelfde?" Johan Terwoert schoof zijn stoel op ver trouwelijke wijze wat dichter bij de tafel en wierp my een zeldzamen, streelenden, toelaehenden blik, een blik van waarachtige, eerlijk gemeende varstandhouding toe. Ach," zeide hij op even kameraadscbappelyken toon als zün blik dat was, wat dat betreft, u kan ik het wel zeggen, want n zult dat begrijpen en waardeeren. Ik heb wegens moord gezeten; ge begrijpt mei" (Slot volgt)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl