Historisch Archief 1877-1940
.No. 1055.
D K AMSTERDAMMER W E E K. BLAD V O R N K D E R L A N D.
vertolking van die zeker den dirigent even
goed voldaan heeft als ons, toehoorders.
Hoewel ik mijne opmerkingen niet heb
teruggehouden, acht ik Van Gilse'e symphooie
een zeer belangrijk werk, dat mij sterk heeft
geboeid. Gaarne wensch ik den .componist
geluk met zijn derde symphonie en den
bijval dien zij hier heeft gevonden.
Het orebest, gaf onder de zekere en zorg
vuldige leiding van den componist er -een
prachtvolle vertolking van.
Het verdere gedeelte van het programma:
ffiozart's ouverture voor die Entführ«ng,auB
.dem Sarail" en Elgar's Cockaigne ouver
ture" verschafte onder leiding van den heer
Dopper veel genot. Hartelijke en oprecht
gemeende toejuichingen vielen mevrouw
Loman ten deel voor haar allerbekoorlijkste
voordracht van Haydn's bekende Schop
fungsaria auf starkem Fittige".
Mejufirouw Jeanne Berckenhoff, een jonge
ssngeres uit Bordeaux geboortig, is reeds
vroeger hier opgetreden. Ik had toen geen
gelegenheid haar te hooren, daarom was het
müzeer aangenaam thans kennis te maken
met baar zeer intelligente wijze van zingen,
baar uitstekende voordracht en de charme
\wn haar uitspraak der Frau&ehe taal.
Een prachtig stuk la Procession" van Cesar
Piacck bad zjj uitgekozen als hoofdnummer
ven baar programma. Zoowel de zangstem,
sis de mooie orehestratle geven wonderwel
dfc poëzie weer van Brlseux. Het daarop
volgende la Cioehe" van Saint-Saëns
vermoctit niet iu die mate te boeien.
De liederen van de Gaatillon, Berlioz en
Fsarémet voortreffelijke pianobegeleiding
van den heer Evert Cornelis, gaven mejuf
frouw Berckenhoff gelegenheid hare talenten
voor Fransche lyriek aan den dag te leggen.
Benouveau" van de Castillon werd met al
de stemming van het eenvoudige, maar toch
boeiende lied gezongen, vooral de laatste
woorden.
Cclle qui fat toute ma vie
Celle qui reate tout mon coeur,
maakten diepen indruk.
Het getstig« Villanelle" van Beilioz was
uitmuntend van eebalksche voordrachtekunst.
Minder slaagde het lied van Fauré, Fleur
jfttée" daar dit meer schitterende stralende
«letnmiddelen vereiecht ren de kracht van
méj. Berckenhcfl eer ligt in intieme kunst.
Talrijk waren de toejuichingen, waarmede de
« zangeres voor haar schoone gaven werd
beloond.
De uitmunterde contrabassist van het
OTchest, de heer S. Blazer Mzn. had gelegen
heid met de voordracht van Handel's concert
te toonen, dat het instrument in zijne
vaarige handen nog tot iets anders in staat is
ale om des Basses Qrundgewalt" weer te
g$ven.
Ik herinner mij in mijn jeugd Bottesiui
gehoord te hebben, een contrabassist van
buitengewoon talent, wiens instrument echter
nauwelijks grooter was dan een flinke
violoneol. Dit was by den heer Blazer niet het
geval. Des te meer bewondering verdient het
wat hu met zijn instrument weet te bereiken.
Vaak kon men een weekheid van toon waar
nemen, die men ternauwernood van een
contrabas zou verwacht hebben. Maar het
was dan ook de heer Blazer die ons zulks
deed hooien.; Gaarne hvejig ik den
be«cheiden kunstenaar, die in bet orchest
betrekkelijk- zoo weinig op den voorgrond
treedt, mijn warme hulde voor het meester
schap waarmede h|j ajjn instrument behandelt.
Onder leiding van den heer Men ge berg
Weelde hè: orchest pracht vol Beethoven's
Egmont-ouverture en Wagner's
LohengrinToorspel. Vooral het laatste werk maakte
diepen indiuk. Het beker de Largo van Handel,
met de zeer schoon door den heer Timmner
gespeelde viool-solo, ontlokte veel geestdrift
b$ het publiek. Ibsen'a eerste Peer Gynt-snite
boorde ik niet meer.
ANT. AVERKAMP.
Renovalia. Seaetsen' en Novellen, door
DAISV E. A. J umus. Bureau: Nieuw
Vrouwenleven." BeeUnrn. 1908.
Alle dingh" is betrekkelijk of bij verge
lijking. Ook een boek van mej. Junius ont
komt aan dit noodlot niet. En zoo dient men
dan te constateeren, dat dit bundeltje, in
vergelijking met Da Bakens verzet", dien
fmriiaistijcheu roman, die ons zoo zwaar op
de maag lag, een groot percentage beter is
en zijn naacn, in zoover de schryfster zich
gerenoveerd heeft, met eere draagt. Want
overigens wordt hier niet veel vernieuwd,
eer. het tegendeel. De. Htijulier is een opper
vlakkig schetye, poging tot beelding van een
yolkstype", tot opstelling van een karakter
beeldje, maar waar de natuur vademen dieper
gepeild had moeten worden om iets waarlijk
Iè7end3 te geven. De Paaichweide levert
beschrijving met een humoristisch tintje.
Maar het eene is niet sterk en het andere....
Van Maurik-aohtig, hetgeen voorloopig in
de literatuur geen compliment beteekent.
Juf" is een dingie in den Heijutterschen
trant en het is merkwaardig hoe ouderwetsch
(teruggaande tot den Ouden Heer Smit en
Camtra-tijA) die karakteristiekjes, die type
beeldjes er uitzien. Boonebloeeems blijft
bedie u toen oa der behandeling had hoe heet
hy ook weer? heeft toen nog een lang
artikel aan u gewijd en noemde u een uiterst
interessant geval van..."
ijVaa klêptomanie," vulde mijn bezoeker
zedig glimlachend aan, toen ik aarzelde het
woord uit te spreken.
Juist, van kleptomanie," herhaalde ik,
eveneens glimlachend.
En is u daarvan nu geheel genezen?"
Volmaakt!" antwoordde cnze gewezen
boekhouder met een zelfvoldaan glimlachje.
,, 4.cht maauden latex was ik al weer ontslagen."
Ja, ja, daar staat me zoo iets van voor,"
xeide ik nadenkend. Ik heb mijn vader er
toen nog van overtuigd dit hij verplicht waj
ia t s voor u te doen. terug nemen op uw
oude plaats wilde hij niet, dwaas genoeg,
maar hij was van plan u e«n stevige
glatiflcatie te ge?«n. Doeh wij hebbeu toen nooit
meer iets van u gehoord."
Er kwam een bijna verheven gloed in
Johan Terwoerts d weepersoogen en peinzend
streek hij ch langa zjjn baard.
N«en, dat is zoo", antwoordde bjj. Onze
wegen liepen toen uiteen".
Enfin, dat zün ook eigenlijk uwe zaken
Dat gaat m$ niet aan", aaide ik. Het ge
tuigschrift waar güom gevraagd hebt, kunt
gig echter zooall van zelf spreekt krijgen;
gÜhebt er recht op, want gij hebt ons trouw
en eerlek gediend en een ziekelijke afwijking
van dan geert, die b D vendien spoedig en
neden elk Jiteratuarpeil, zoo drijft het van
sentimentaliteit. Het is ook ouderwetsch,
maar nu in den allerleelijksten zin, als een
verhaaltje uit een Christelyken Volksalmanak
van het jaar '40, waarlijk otn geen woord
meer aan ten koste te leggen.
Restten stukjes als: Toetie en Onder bloemen
belolven. Het eerete, 't best gelukte van het
bundeltje en een heel aardig getypeerd beeldje,
juisttemeer beminnelijk door hetietwat ouder
wetsche. Toetie is het Indische halfbloedje
door een Hollandschen officier getrouwd en
mee naar 't Vaderland gebracht, waar zij z eb.
volkomen vreemd en onbehaaglijk v ;e!t.. .
gelijk een meikever in een vogelkooi! Luchtig
en vermakelijk zegt de schrijfster Totlie's
grilligheid en vadsigt.eid, haar driftbu en
en kinderlijke goedigheid,
onverzadelijkek'jopen hebzucht, wansmaak, bekrompenheid,
taktloosheid enz. enz Mejuffrouw Juning beweert
dat Toetie een uitstervend type" ia, en zij
heeft misschien gelijk, dat het beter onder
wijs in Indië, de geheele zooveel meer ver
zorgde opvoedirg van heden zulke volkomen
wilden niet meer laat bestaan. Hetgeen jam
mer mag heeten voor de vele oorspronkelijke
romans, die met succes altijd weer dusdanige
krompratende wezens invoerden. Vrucht
baarder motief heeft Indiëaan de litteratuur
nooit geleverd
Dat andere verhaal met dien
zonderlingBentimenteelen titel Onder bloemen bedolven is
ganschelyk niet gelukt, maarniet onpleizierig
te lezen. De schrijfeer doet er een greep
naar hetgeen ver boven haar macht hangt:
den weemoed van het immer vergaande,
immer wordende leven. Zij schrijft hier van
het jonge meisje dat de jonge man barer
keuze" trouwt, met hem oud wordt, terwijl
hun kinderen opgroeien en zelf trouwen
en kinderen krijgen. En dan sterft het oude
paar, de man eerst, de vrouw wat later,
half voldaan, half ontgoocheld in het leven,
dat natuurlijkerwijs van alles belooft en voor
den enkeling maar weinig verwerkelijkt. Zoo
is in 't algemeen de tragedie van hel leven,
en het onbegrepene, doellooze dier tragedie
verwekte de benauwenis, die men vroeger,
meen ik, Weltschmerz noemde, zeker een der
meest wezenlijke nenscnelyke aandoeningen.
Vijftig, zestig jaar geleden werden zeer velen
door die We tschmerz gedrukt en dat was
bedenkelijk genoeg, al begreep men er hier
te lande niet veel van.
Nuchter-verstandelijke lieden waren er zelden mee behebt;
het was meer iets voor jonge menschen, wier
gevoelsleven zich nog niet gezet had,- die
ontvankelijk en misschien ook wel al te
droomeiig waren . ..
Tegenwoordig ziet men de ziekte meer van
den medisch-materieelen kan"; aan en noemt
haar een z>nuwlijden eri melancholie. Da ver
andering lijkt in zoover geen gunstige, dat
nu ook nuchtere en zelfs zaken"-menechen
er door aangetast worden, die toch geen
aasje wysgeerige neiging bezitten. Die tobben
dan ook niet over wereld en leven, doch
over een genaankeerden coup" of een ont
brekende knoop aan hun jas, maar het
resultaat is hetzelfde.
En de oorzaak denkelijk ook : een verzwakt
ras, moeilijk levend in een wereld, waaralle
geestelijke vastigheid" voor de meesten
sedert Jang teloor ging. De onbewurten lijden
alleen door hun zwakte, de bewusten door
dat besef van 's levens leegte en ooi door
hun zwakte. Zoo krijgen zij dubbel, maar
kunnen daartegen op de waardigste aan
leiding van hun getob wijzen, n.', de
tragedie des levens" voornoemd.
Zeer zeker komt die niet geheel tot haar
ontzaggel\jk recht in dat stukje door mej.
Junius vervaardigd. Maar zij heeft er toch
iets van gevoeld en wij gevoelen het
sympathiech mede. AU san wag het onnoodig, dat
de schrijfster haar menechen nog supplemen
taire rampzaligheid oplegde, dat zij den man
een onbegrepen kunstenaarsnatuur" schonk
en der vrou v een bijzondere behoefte aan
meegevoel Zelfs schaadt dit eenigszins als
te veel. Geef den menscben geluk en
voortdurenden aardschen voorspoed, laat hun alles
van het leven driedubbel genieten en... de
kwaal van leven en oudworden zal zich te
wreeder doen gevoelen, als de kracht allengs
van hen weggaat en de eenzaamheid
rondom haar kilte verbreidt in het
toekomstlooie leven.
Wij kunnen niet meer zij a a'.s f^ckerlijc,
die zooveel met zijn rekening te stellen heef:,
dat hij het sterven zelf haast niet merkt.
Wij doen geen rekening meer. wij wachten
en gevoelen reeds de ijzige kou van ... het
negatieve. Tenzij het leven ons zoo moe maakte,
dat wij naar den droomloozen slaap ver
langen. Maar dan was Let Isvan ons toch
niet gelukt... .
* *
*
Wereldbibliotheek. JJinRuikin. Tijd
en getij (firieven aan een werk<nan). ^
erta'ing van Mevr. G. VAN UII.DKIKS.
Inlei iing van L. SIMONS. Maatschappij
voor Goede en Goedkoope Lectuur,
Amsterdam.
De Wereldbibliotheek, onder leiding van den
beer L. Simons, geeft vele, geeft onophoudelijk
boeken uit van de meest verscheiden aar!
n strekking, die echter allen een aanlokkende
geheel genezen was, kan natuurlijk nooit een
reden zijn om u voor het verdere deel van
uw leven uit de maatschappij te stooten.
Zooals ik u reeds zei, ik vond het indertijd
al dwaas genoeg van mijn vader, dat hij u
niet gewoon in de zaak wilde terugnemen,
dus op den zoon rust in dit geval de taak,
den maaUc'aappelyken misslag van den vader
voor zooveel als in zijn vermogen i) te her
stellen."
Terwijl ik sprak, zag ik dat op een gegeven
oogenblik door de oogea van Johan Terwoert
een fle-se lichtstraal schoot. Tersluiks wierp
hy even een loozen blik op mij en zijn blanke
hand, als terloops over de taiel strijkend,
nam in het voorbijgaan geruiechloos een
rijksdaalder mede die daar lag, zonder dat
's mans gelaat iets verried van wat er op
dat oogenblik in hem omging.
Ik zag dit alles, zooals ik zeide, zeer goed,
doch ik kan er bijvoegen, ik zag het met
droefenis. Hoe treurig, hoe diep droevig zou
dat zijn, als de oude kwaal weer in hem
wakker werd, 209 dacht ik. Doch om zoo'n
enkel geval kon, neen, mocht men iemand
toch niet voor zijn leven ongelukkig maken !
En zoo zweeg ik en deed of ik niets gezien had.
Nadat de hand van Johan Terwoert met
een heel onschuldig gebaar een oogenblik in
zy'n broekzak was verdwenen, schoof de on
gelukkige boekhouder zijn stoel langzaam
achteruit en zag mij vriendelijk, sympathiek
zelfd aan.
goedkoopte gemeen hebben. Het ware een
onbegonnen werk, en 't is ook niet noodig,
die alle te bespreken, want het meeste is
bekend en sedert lang gewaardeerd in de
kringen waar deze recensies gelezen worden.
Maar een enkelen keer kan 't toch geen kwaad
de aan lacht te vestigen op zulk een deeltje,
waar het een schrijver geldt, die hier, geloof
ik, in 't oorspronkelijk niet veel gelezen wordt.
John -Ruskin ia een geweldige; fliunr in de
letteren en beschaving van hè: Engeland der
laatste helft van de vorige eeuw. Maar
een aan den Hollacdschen geënt verwante
schijnt hij toch eigenlijk nauwelijks, zoomin
als C<i tyle. Wel doet zijn individualisme en
particularisma denken aan het oaze, maar
het vrij en naïei denkende van hem, liet
revolutionuaire, ia met vroomheid verbonden,
en dat lijkt in 't algemeen zoo geen
fclollandsohe combinatie. lij Ruskin's tijd plachten
de revolutionnairen hier vrijdenkers en de
vroxien vrijwel conservatieven, of geheel geen
maatschappelijke menscben, te zijn Behalve
zijn scherpzinnig en toch kinderlijk idealisme,
heeft Ruskin dan nog deze eigenaardigheid,
dat hij bet realisme in de kunst niet kan
uitstaan en daar wij vójr alles realisten zijn,
ditnt de/,e, zijn weerzin niet om hem hier
te lande populair te maken.
Wat heel jammer is. En daarom schijnt,
onder de vele nuttige daden, door de W.B.
bedreven, deze niet de minst nuttige, die
een vertaalde, goedkoope Ruskin bij de menigte
tracht in te leiden, vooral wijl de vertaling
mij zér goed voorkomt, naar de gedeelten
te oordeelen, die ik kon vergelijken. Dat
rustig breede van Ruskin's zinsbouw, dat
aangehoudene en vreedzame tevens, die
gemaklijke gedachtenstrooming van een wijd
omvattend, steeds zi;n aandacht en stemming
beheerschend intellect vindt men in het
Hollandsen . op natuurlijke wijze zich vol
komen aanpassend terug, zóó dat de toon,
het a<cent, het ritme, voortreffelijk bewaard
blijft. En waarlijk, als men-Ruskin zelf wil
geven, is een zuivere, gevoelige vertaling ook
de minste eiech, die gesteld kan worden,
wijl zijn denken met zijn stijl zoo klaarlijk
n zijn. Al het kalm zelfgenoegzame en
zelfverzekerde in zijn soms zeer paradoxale
redeneeringen, dat den aristocratischen, van
het leven toch eigenlijk afgekeerden, indivi
dualist kenmerkt, zou verloren gaan in een
overzetting, die accent en ritme miskende,
zelfs al wiren de enkele woorden zuiver in
de andere taal weergegeven. En juist hier kan
men dat accent, die geestelijke allure van
Ruskin's persoonlijkheid allerminst missen,
waar het, volgens den beer Simons, een
van R's karakteristiekste uitingen geldt, die
een der meest interessante inzichten in zijn
veelzijdig innerlijk leven geeft". .. zfin op
vattingen omtrent MaaUchappij, Kunst,
Godsdienst, Zedeleer, Opvoeding. Eenmaal
vertrouwd geraakt met dit alles in hem, zal
men later zyn ander werk beter kunnen ge
nieten en waardeeren.... We stellen ons
vó'jr.... geleidelijk meer van zijn werk op
te nemen."
Ziedaar een goede belofte, dat wij later
ook Ruskin'i arbeid op aesthetiech gebied
in even goede vertaling zullen kunnen ver
krijgen en dit werkje geen eenling blijven zal.
Want, hoezeer om de encyclopedische veel
heid van de hier behandelde onderwerpen,
's heeren Simons' keuze van dit bundeltje, als
eertle Ruskin vertaling, begrijpelijk en gepast
moge zijn, zoo is toch de lezing er van
niet zoo verkwikkelijk en vruchtdragend als
anders wel bij Rus dn het geval is. Is het
wijl hij hier zoo by uitnemendheid
practischmaatschappelijke onderwerpen behandelt,
allerlei kwesties van moraal en inrichting
onzer samenleving, waar hij toch practisch
vrijwel buiten stond? Wreekt zich hier zijn
individualisme, dat hooghartig en stijfhoofdig,
weigerde zich te laten afslijpen en vervormen
door de omringende veelheid, dat uit zichzelf
alleen een geheele wereld wilde opbouwen,
met zich zelven alleen tot maatstaf? Zeker
is, dat men een indruk van
moedeloosmakende onvruchtbaarheid niet weren kan bij
het lezen van al die fijn-ontledende en weer
fijn saamgesponnen theorieën over hetgeen
het best zou zijn in de verhoudingen der
menschen. Het is een aardig spel, moet men
denken, maar de maatschappij gaat tenslotte
toe i haar eigen weg, en het was maar ge
lukkig voor de Engelsche arbeiders, dat zy
Ruskin's, toch zoo verstandigen, raad niet
volgden, gelijk hij dien, tevens als een korte
samenvatting van het geheele boekje, in zijn
voorwoord" heeft gegeven.
De (kiesrechtjhervorming, welke gij wenschr,
kan u mogelijk meer invloed verschafien in
de volksvertegenwoordiging, maar die invloed
zal noodzakelijk van geenerlei nut, ja, mis
schien erger dan nutteloos voor u blijken,
zoolang gij niet rijpelijk hebt- overwogen,
wat, gij wenscht, dat die volksvertegenwoor
diging voor u zal doen; en wanneer gij dit
lifbt overwogen, znlt gij bespeuren, dat gij
niet alleen bij machte zijt, dit zelf te doen,
zonder tusschenkomst van een volksverte
genwoordiging; maar dat ten slotte niemand
anders dun gijzelf het d«en kan. En om,
voor zoover het een uwer ouda vrienden
veroorloofd is, u te helpen om tot een helder
inzicht te geraken, toonde ik u, welke de
Ik gevoel mütoch verplicht," zoo begon
hij te spreken, u, mijnheer, mijne oprechte
bewondering te betuigen voor de houding
welke gij vroeger en nog heden te mijnen
opzichte hebt ingenomen. Werkelijk, meneer,
i i moet erkennen dat ik, ondanks de ruime
ervaring welke ik op dit gebied heb, tever
geefs zoek naar iemand wiens opvattingen
zóó ruim zijn, zóó de waarheid nabij gekomen
en zóó geheel in harmonie zijn met zijne
daden, als dat by u het geval is. Op my'n
woord van eer, ik bewonder u!"
Deze waardeerende en misschien gedeel
telijk wel verdiende woorden vielen bij mij
niet in goede aarde; zij maakten mij kregelig.
Niet echter omdat ik ongevoelig ben voor
complimentjes en vleierij, integendeel zelfs,
maar de stem van dezen Johan Terwoert be
gon iets verbazend onaangenaams voor mij
te krygen. Ik had daar in het vuur van het
gesprek, dat mijne belangstelling volkonen
bezat, nie', zoo opgelet, maar nu de zaak
voor mij was afgeloopen en het oogenblik
der gebruikelijke pi 'cht plegingen naderde, viel
het my met hinderlijke scherpte op, wat een
slecht verzorgde taal myn bezoeker toch
eigenlijk sprak.
Hy koos zy'n woorden wel goed, zeer goed
zelfs en sprak niet plat of zoo, maar zijn uit
spraak, vooral wat de letter S betrof, was
gewoon verschrikkelijk. Hij siste die S, en
wel op alle mogelijke manieren; dan eens
met het geluid van een blazenden kater, dan
dingen zijn, waarom gij, naar mijn meening,
vragen moet, en, wat meer is, welke gij met
hart an ziel moet nastreven."
De Engelsche arbeiders hebben echter hun
actie voor kiesrecht niet opgegeven na de
lezing van Rtiskin's brieven, en, mij dunkt,
niemand zal nu betwijfelen of zij wè! hebben
gedaan. Maar daarmede is ian toch deze
raad >n de geheele inhoud der brieven)
feitelijk veroordeeld, ah ... practiech onbruik
baar. Hij schijnt logisch en algameen-geldend,
maar de wereld leeft niet bij deze logica
alleen en wa- voor het algemeene geldt, is
op het bijzondere ontoepasselyk. Het is de
fout van Ruskin, en meer hervormers van
zijn tijd, dat zij zich blijkbaar te zeer de
maatschappij ala meth'-idifch en geleidelijk
te *erk gaan Ie voorstelden, dat zij de wereld
l<un scherpe analyse wilden opdringen,
inplaats van toe te geven aan haar, ongetwijfeld
'vaak zeer verwarde strevingen, dat zij het
ideëele en reëeie niet te verdedigen wisten
en aldus bleken onpractische menschen te zijn.
Zeker kan dit geen kwaad waar 't, als in
kunrt, ook het onrceele geldt, maar van over
wegingen, als in deze brieven gegeven worden,
maakt de omvatbaarheid voor dat practische
aHus niets dan een schitterend vernuftspel,
een bloot academisch ge.theoretiseer, zonder
beteekeivs voor de werkelijkheid en alleen
in zoover belangrijk, als het Ruskin zelf doet
kennen in de eenzame hoogheid van zijn geest.
Dat is belangrijk, ongetwijfeld, maar toch
wel anders dan de schrijver heeft bedoeld.
FRANS COEKEN.
Bencfiten.
STERFTE OXOER DB OXSTERFELIJKEN". De
Parijsche correspondent van The -Autfior
vestigt de aandacht op het ongewoon groot
aantal sterfgevallen onder de fransche
onsterfelijken". Binnen een betrekkelijk korten
tijd, zegt deze schrijver, heeft de Fransche
Académie negen van haar voornaamste leden
verloren. Hërédia was de eerste van deze lijst
en werd gevolgd door Berthelot, Halévy,
Theurier, Brunetière, Sully?Prudhomme,
Coppée en Sardou, De lijst zou nog grooter
worden, indien daarop ook de namen van ie
minder bekende leden waren vermeld. Sinds
Héic :ia sïierf in Ssptember 1905, heeft de
Académie het verlies van vijftien harer leden
te betreuren. Beginnen wij te tellen van
Januari l<)(r> af, d^n bedraagt dit getal zeven
tien, en wel:
lM>ö. Duc d'Audriffet, Pasquier, Hérédia.
1906. Sarei, Rjusse, Perraud, Brunetière,
Theuriet.
1907. Berthelot, Sully Prudhome.
1908. Gebhart, Halésy, Coppée, Boissier,
kardinaal Mathieu, Sardou.
U. 09. de Beauregard.
Met andere woorden, bijna de helft van
de zetels zijn in vier jaren tijd door anderen
ingenomen.
Van REN i': BAZÏX verschijnt eerstdaazseen
bundel novellen onder den titel Le mariage
de Mademoiselle Gisnel, dactylo^raphe". Zoo
luidt tevens de eerste novelle, welke bij de
verschijning in déArnales politiques et
littéraires" groot succes had. De beide andere
novellen in denzelfden bundel opgenomen :
Le petit cicq" en Le testament du vieux
Chogne" zijn tit nogtoe niet uitgegeven.
Miss OI.IVE SCJIKKINER zal dezer dagen een
nieuw boek doen verschijnen Closer Union"
geheefen, welks inbond vooral be angrijk is
met betrekking tot het hedendaagsche
ZuidAfrikaacsche vraagstuk.
DE EEESTE ZCID-AJIKRIKAANSC'HB COURANTEN.
George Parker Winship, bibliothecaris van
de J >bn Carter Brown Bibliotheek in
Providence, heeft onlangs in de Proceedtngs of
the Arjliquarian Society" een interessante
studie over den aanvaog van het
Zuid-Amerikaansche dagblad wezen gepubliceerd, waar
uit blijkt dat daar reeds couranten verschenen
op een tijdstip dat men waarschijnlijk niet
denken zou. De eerste couranten in de oor
spronkelijke beteekenis van nieuwsbladen,
werden daar reeds in 1594, weinige jaren na
de vestiging van de eerete drukkerij in Lima,
gedrukt. In een dier bladen wordt gewag
gemaakt van de gevangenneming van een
Engelsehen zeeroover die met zijn schip The
Dainty" de Chileensche kust onveilig maakte.
De geregelde uitgave van een ni-uwsblad
dateert echter eerst uit 1620 of 1621. Winship
geeft den titel van ongeveer 60 bladen welke
tusichen 1621 en 1671 in Lima zijn uitge
geven, en voegt er van de meeste de af
beelding van den kop der eerste pagina bij.
Mond m Tijitseiiriften.
Eigen Ha'iid: Jacquehne, door G., IV.
Alpha, fragment uit een brief,.niet afb. .
Veertig jaren journalistiek, door; LuciusJ
Flavius, mee portret. Mevr. Hennett
Roaner-Knip herdacht, door Jer°. de Vries,
met af-). Oefeningen op de guitaar, naar
de schudeiij van me T. H. Konner-Knip,
Eigen Enard 1^86. Mevr. H. Ronner Knip,
Katjes, Eigen haard 1897, naar de schilderij
in het be/at van den heer C D. Reich Jr., te
Amsterdam. Het Koning- Wilfemstiuis, II,
tlot, met afb. Uit d-t twricneringpn van
een postambtenaar, De Anarchist, door N. K.
Verscheidenheid. Feuilleton. Hr. Ms.
De Zaven Provinciën". Hyper-modern
geschut. De Burperweesjes "aan zee
Jhr. mr. P R. Feitb. f - J- Schepel. f
A. P. R. van Beusekom. f Graf van dr.
Jan Pieter Hey> te Abbenes. Een nieuwe
Amerikaansche Tramwagpn. alles met nf'>.
* K <.-«ntg p» i regel
BOUWT te NTJNSPEET
op de VELUWE.
Inlichtingen bij A r t i", doorloopende
schilderijen-tentoonstelling aldaar.
Eenige
Fabrikante
V/.BengerSöhne
Shittga
Hoofddepöi i n AMSTERDAM: Kalverstr. 157
K. P. DE DSÜHLF-BEK GEB.
LOTISICO
U et welbegrepen eigenbe
lang van lectoren lezer
dezer Advertentie gebiedt
het aanschaffen eener POLIS
van LOTISICO.
BW Op schriftelijk ver
zoek aan het adres van
LOTISICO, Jaliana van
Stoibergplein No. 11, te
*s-6raveahage, worden pro
spectussen met bgbehoo rende
documenten gratis en franco
per post toegezonden.
Koopt UITSLUITEND BOTF.it ONDER RIJKSCONTROLE.
De STAAT GARANDEERT U een ONVERVALSCHT product.
Roterhaudel ZUIDLAREN", REGUtlÉRSGRACHT 27. TELEFOON 8935.
HIIHIIIMIIIIIItllllllllllllllltlllltl
eens met dat van een lekkend water kraantje,
en als hij woorden moest zeggen waarin die
letter meermalen voorkwam, leek het wel
of een sneltrein-locomotief fluitend voorbij
stoof.
Echter, zulk een betrekkelijke kleinigheid,
hoe hinderlijk zy overigens ook mocht wezen,
kon natuurlijk geen reden zy'n om dezen
man, die toch waarlijk niet tot de bevoor
rechten garekend kon worden, onaangenaam
te bejsgenen of met een uitvlucht weg te
sturen en ik beantwoordde zijne vleierijen
dus met een contra-beleefdheid.
En heeft u zich verder al dien lijd nog
al kunnen redden?" vroeg ik, om een teeken
van belangstelling te geven, toen mijn bezoe
ker nog maar geen aanstalten maakte om
heen te gaan.
Joban Terwoert keek mij bij deze woorden
met een zekere bevreemding aan.
Hoe bedoelt ge dat?" vroeg hij.
Wel, onder uwe omstandigheden zouden
er zich toch moeilijkheden hebben kunnen
voordoen," zeide ik.
Daar heb ik volstrekt niet over te klagen
gehad," antwoordde mijn bezoeker met groote
tevrsdenheid in sten en houding.
Dat doet mij plezier," zeide ik. Dat valt
me werkelijk mee, dat die onaangename
kwestie u in uw verdere leven geen struikel
blok is geworden. En uit die andere betrek
king kunt gij waarschijnlijk ook een goed
getuigschrift krijgen?"
iiitiiiHHiimimuimriuMHiiinMiitiiimMtmmitiiifKiiiMi'imiMniMiMi
De voormalige boekhouder onzer zaak
meesmui 1de even.
Ik zou het niet denken," zeide hij. Althans
als gij acht jaar gevangenisstraf een aanbe
veling vindt?!"
Ik schoof van verbazing myn stoel tot aan
den muur achteruit.
Wat zegt ge?" riep ik. Acht jaar gevan
genisstraf?"
Johan Terwoert knikte kalmpjes, ongeroerd
als een martelaar.
En negen maanden preventief," voegde
hij er droogjes bij.
Ik begon, denkende aan het lot dat mijn
rijksdaalder een oogenblik te voren had
ondergaan, werkelijk eenig vermoeden te
krijgen tegen dezen man, niet eens zoozeer
wegens het misdrijf dat bij gepleegd had,
maar omdat hij er ditmaal gevangenisstraf
voor gehad had.
Maar waar hebt ge dat voor gekregen?"
vroeg ik. Toch niet voor het zelfde?"
Johan Terwoert schoof zijn stoel op ver
trouwelijke wijze wat dichter bij de tafel en
wierp my een zeldzamen, streelenden,
toelaehenden blik, een blik van waarachtige,
eerlijk gemeende varstandhouding toe.
Ach," zeide hij op even
kameraadscbappelyken toon als zün blik dat was, wat dat
betreft, u kan ik het wel zeggen, want n zult
dat begrijpen en waardeeren. Ik heb wegens
moord gezeten; ge begrijpt mei"
(Slot volgt)