Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1655
Perceel Heerengracht 502. Achtergevel met gedeelte van den tuin.
Amstelodamum.
Het zevende jaarboek van Amstelo
damum" is verschenen. Misschien bet
belangrijkste van alle der verschenen
jaarboeken over Amsterdam.
Aan den tekst gaat vooraf eene mooie
reproductie der schilderij, De Dam te
Amsterdam, door Jan van der Heyden:
Gezicht op de Nieuwe Kerk, den linker
vleugel van het Stadhuis (het Paleis) en
gedeelte van de Waag, met figuren van
Adr, van de Velde."
.Professor Dr. H. Brugmans, de voor
zitter der Vereeniging Amstelodamum"
"wijdt ernstige woorden van herinnering
aan wijlen Dirk Christiaan Meyer Jr.,
den stichter der Vereeniging, den grooten
kenner van Amiterdam's verleden, vooral
van de 17de eeuw, blijkende uit zijne
studiën, en aan wijlen Bernardus
Joannes Maria de Bont, van de oprich
ting af lid der Vereeniging, en insgelijks
vermaard door zijne groote kennis van
en studiën over Oud-Amsterdam, vooral
in den tijd van Amsterdam's eer ende
opkomen," in het tijdvak der middel
eeuwen.
Beide afgestorvenen, D. C. Meyer Jr.
en B. J. M. de Bont, vulden elkander in
hun werk aan. De eerste, de overtuigde
Protestant, de ander, de vurige Katho
liek, en beiden oprecht in hun oor
deel, waardeerden elkander hoogelijk,
hoewel hunne inzichten niet evenwijdig
gingen.
Na het gewone voorwerk volgt: Da
Kroniek vaa Amsterdam, van l Januari
.1907 tot 31 October 1908, door S. Joh.
'C. Breen; speciaal register op de be
richten, voorkomende in het
Volksdagblad van 1907 over de Vakbeweging van
Werknemers te Amsterdam, door H.
Rootlieb, en Chronologisch Over
zicht van het voorgevallene op het gebied
van het Lager Onderwijs, gedurende
1905 en 1906, do ir L. Nooter."
Achter dit overzicht volgen zeer be
langrijke studies over Amsterdam.
Amstelodamum'', Jaarboek van Am
sterdam, is, wat men noemt, kloek"
uitgegeven, bij Ten Brink en De Vries
te Amsterdam en alom verkrijgbaar.
Eene enkele opmerking. Aan iedere
studie gaat een blad vooraf, waarop de
titel der studie. Dat staat goed. Maar
wenachelijk zij, dat die titel herhaald
worde aan het hoofd der bladzijde,
waarop de studie aanvangt. Dit is met
de kleinste helft der studies ook geschied,
doch men heeft er verder mee gestaakt,
beginnende met Dr. Joh. O. Breen's
studie over den Dam.
Hoe belangrijk het voorwerk vaa het
jaarboek ook zij, de grootste
belanrijk
?Q
Perceel Heerengracht 502, zooale het vroeger was.
Naar eene teekening van Casper Philip» Jr.
heid erlangt het door de studies, welke
er op volgen.
De allerbelangrijkste studie eene voor
beeldige is die van Dr. Joh. C. Breen,
den adjunct-archivaris van Amsterdam.
Zij brengt veel van het verdwenene in
herinnering en zal bij velen wat eens
was weder doen opleven.
* *
*
Hoeveel in Amsterdam ook verdwijne,
hoezeer het schoone en schilderachtige
der aeloude stad geweld aangedaan is
en wordt, er is nog genoeg, dat herinnert
aan het groot verleden en het vroegere
schoon. Zelfs als een geheele wijk, een
geheele buurt verandert, als vroegere
handel of vroeger bedrijf er plaats ma akt
voor een nieuw en een geh°el tegenover
gesteld, blijft er van het oude in wezen.
Het Damrak, bij oude Amsterdammers
nog steeds Het Water" genoemd, had
in ouden tijd ook tot bewoners winkeliers
kramers, zei men oorspronkelijk ?
die hun waren, met eigea schepen uit
verre landen gehaald, voor hun deur
lietea lossen. De vader van wijlen den
schrijver «Justus v. Maurik Jr. had nog
eigen schepen en dreef, hoewel niet
in tabak, overzeeschen handel. Lang is
het aanroeren van vreemle waren met
eigen schepen aangehouden door den
handelaar Victor ia de Warmoesstraat.
Vele der voor hem benoodigde kruide
nierswaren deed hij met eigen aonepen
uit de Levant komen. Verder stonden de
bewoners vanhetDimrak Het Water
in betrekking met den binnenlandse aen
handel', door al de beurtschepen, die er
kwamen.
Het Water" was de echte plaats van
den handel, voor zout- eu korenhandel
ia het bizonder. Al wat op handel be
trekking had, vond men er. Talrijk waren
er de kaartverkoopers, jooals men kortweg
voor landkaartverkooper zei. 0>k huisien
er vele boek- en compasverkoopers.
Thans is 't op het Damrak eene ge
heele omkeering van bedrijf. Er hebben
zich vele antiquaren gevestigd en bovenal
handelaars in effecten. Toch is er nog
wel iets, dat aan het oude herinnert.
Daags, maar vooral 's avonds staan daar
nog als van ouds schippers bij hoopen.
Zij wachten er op orders. Hoewel de
nieuwe beurs hun een onderkomen
aanbieit, blijven zij het liefst buiten, zooals
dat gewoonte was, bijna ter zelfder plaatse,
op de verdwenen open Korenbeurs
Het koffiehuis De Pool" op het
Damrak evenals het restaurant Polen"
in de Kalverstraat, en vroeger het Nieuw
Polen" in de Warmoesstraat, vervormd
en vergroot tot Restaurant en Hotel,
Krasnapolsky, en de mooie gevelsteen,
De Pool" in het Pakhuis, hoek Kerk
straat en Reguliersgracht herinneren nog
aan den ouden handel met Polen. De
Pool" en Polen" hebben elk een be
langwekkende geschiedenis. De Pool"
in betrekking tot Zaandam en de Doops
gezinde gemeente, en Polen" in de
Kalverstraat in betrekking tot het heel
oude bankiers wezen en Denemarken,
doch toen heette Polen" anders, en
wel: Het Paradijs." Maar de geheele
open handelsbeweging van Amsterdam
gaat nog als van ouds langs Damrak,
over den Dam, tot aan en in de Kalver
straat. Op den Dam ziet men nog op
bepaalde uren troepen mannen wachten
op opontbod tot werk. 's Maandags blijft
het voor schippers, houtkoopers, aan
nemers, enz. open beurs op Damrak en
in Kalverstraat. In restaurant Polen"
van Trier wordt 's Maandags door
Zaankanters beurs gehouden, handel gedreven
en betaling gedaan. De geheele groote
voorzaal is er voor leeg gemaakt, slechts
aan de kanten staan tafeltjes met pen,
papier en inkt. Voor honderdduizenden
wordt er 's Maandags in Restaurant Polen
verhandeld. De aannemers komen saam
in CaféNeuf." De Kalverstraat van
den Dam tot aan de St. Luciensteeg is
dan eigentlijk beurs, want het krioelt
er van schippers en varenslieden, hout
koopers en aannemers, en andere mannen,
die wachten wat de beurs uit Polen"
of Teuf" hun brengen zal. Maandag in
Amsterdam herinnert dan in veel aan
het oud verleden. Het klokkespel van
Dam en Oudekerkstoren speelt, schijn
baar of werkelijk, meer dan ooit, en
Damrak, Dam en Kal verstraat zij n boven
dien vol bewoners uit de provincie en
van ingezetenen. Er heerscht opgewekt
handelsleven.
De visch- en fruithandel van v. Laar op
het Damrak en die, een weinig verder, zijn
vooral de eerste voortzetting van
den ouden handel, uit de goede dagen van
den haringvangst, toen de Van Laars
ook de vroegere uit de Kalverstraat
zelf met hunne knechts, allen met witte
buisjes aan, in Jopen wagens met een
grooten vlag er op, naar de
Haarlemmerpoort reden om er den nieuwen haring
aan het station uit de trein van den pas
geopeaden Hollandschen Spoor in ont
vangst te nemea en er in triomf mede
naar hun winkels te rijden. En dan ging
het al dadelijk met veel man, voor de
deur, aan den wallekant'' aan het
haringkakea, dat in de Hariugpakkerij hoogtij
vierde.
Nu de effectenhandel op het Damrak
alles verdringt een handel die zooveel
ondernemingsgeest doodt ? vindt men
op het deel der Prins Hendrikkade voorbij
de Martelaaragracht, vroeger:
Haringpakkerij genoemd, geen blokken- en geen
zeilmakers meer, ook een gevolg van de
stoomvaarr. De groote huizingen, waar
zwijgend en stil, in vroeger tijd, tal van
zeilmakers in witte buifjes zeilen zaten te
naaien, hebben allen eea andere bestem
ming. Het groote, oude bedrijf van
zeilenmaken is van de Harinsrpakkerij en van
overal verdienen. Een laatste herinnering
er aan zet de man voort, die aan den ingang
vau zij u kelder op de aangrenzende
Martelaarsgracht, achter zijn naam door
de toevoeging: Meester Zeilemaker" het
wegstervend bedrijf aanduidt.
De laatste kelder op het Damrak,
welke berinnering bewaarde aan de
Hannekemaaiers," die, vóór de opleving
van Duitschland, ieder jaar bij troepen
met een Kamper Beurtschip naar Amster
dam kwamen, is onbewoonbaar ver
klaard. Maar ook de Hannekemaaiers"
komen niet meer, en .ook de marskra
mers van het Damrak behooren tot het
verleden.
Zelfs het oudste, het alleroudste, het
aanbegin van Dam, Damrak, Rokin,
men kan wel zeggen van de stad
heeft nog zijne herinnering. De duiker
onder het pleintje achter het
Kommandantshuis, die het Rokin met het Damrak
verbindt, een verlaagd gewelf, in 1904
vervangen door eene afdekking, bestaande
uit platen vau cement-ijzer, niet meer
dan een riool, bewaart dïherinnering
aan de Damsluis, zijnde een afsluitdijk
met uitwateringe of sluis om het water
in- en uit te laten, tusschen 1204 en
1275 in den Amstel gelegd en behoorende
aan den heer Van Aemstel.
Van dien Dam in den Amstel
het riool ^an thans heeft Amster
dam zich tot stad ontwikkeld en uit
gebreid. Met die Plaetze" tot het
groote Damplein geworden, hebben zich
daar alle groote gebeurtenissen van
stad en land afgespeeld, of er haar echo
gevonden. De Dam is een groot stuk.
levende historie. En thans nu de stad
aan vele zijden verleng- of zetstukken
heeft, groot als steden, miar zonder eenig
middelpunt, of stedelijk leven, blijft de
Oude Dam nog steeds het middelpunt,
het aantrekkingspunt voor allen, die in
Amsterdam wonen.
Thans kennen wij de geschiedenis van
den Dam op het allernauwkeurigst.
Dr. Johan C. Breen, adjunct-archivaris
van Amsterdam, heeft de oudste beschei den
geraadpleegd en na maanden lange studie,
na onverpoosd naspeuren een beeld kunnen
ontwerpen, dat de volmaaktheid en vol
komenheid nadert, een beeld opgebouwd
uit feiten met terzijde-stelling van iedere
fantaisie. Omdat het beeld waar is, heeft
het groote aantrekkelijkheid. Geen enkele
geschiedschrijver van Amsterdam, hetzij
hij geleefd heeft, vóór of na Wagenaar,
geen Dr. P. Scheltema, geen Jan ter
Gousv heeft van de stad zulk een degelijk,
vilkomen vertrouwbaar beeld geschapen.
* *
*
Otn van de topografische geschiedenis
van den Dam een goed beeld te geven,
heeft Dr. Joh. C. Breen zijn stof in
verschillende deelen gerangschikt.
In zijne uitvoerige en nauwkeurige be
schrijving van den Dam, van de huizen
op den Dam, van het ontstaan van de
Vischmarkt aldaar, feitelijk de Middeldam,
een aanhangsel vau de oude Plaetze",
d. i. al wat vóór het Kommandantshuis,
zich bevindt, en met deze Plaetze" al
spoedig als thans eenvoudig Dam" ge
noemd, heeft Dr. Johan C. Breen ons
den Dam in de zestiende eeuw in de rich
ting van Noord en Zuid in breedte laten
zien verdubbelen, en die in de zeventiende
van het Westen naar het Oosten
verfrooten, tot de demping van een groot
eel van het Damrak den weg tot nieuwe
ontwikkeling heeft geopend.
We zien den Dam telkens, om
redenen van handel en verkeer, grooter,
nieuwer worden. We zien den Waag
ontstaan en verdwijnen, het oude
StadPerceel Heerengracht 502, bewoond door den heer F. C. Cremer. Voorgevel.
huis twee maal door brand geteisterd,
heel,' buurten op déPlaetze, als de Vogel
steeg en dwarsstraten verdwijnen, heeren
logementen en groote huizen afbreken,
den Nieuwendijk verlengen, den steiger
van de Zoutsteeg tot de Plaetze aan
het Damrak trekken, het nieuwe l'aleis,
het Stadhuis van thans, optrekken. Voorts
zijn we getuige van al wat zich op den
Dam afspeelt. Bovendien heeft Dr. Joh.
C- Breen ons schier al de namen -der
bewoners op den Daru en hun bedrijf
in de versehillende eeuwen doen kennen.
Zijne stof' heeft hij niet geheel ver
werkt, hij beeft over, al geeft hij in Aan
hangsel en Toevoegsel" nog veel wetens
waardig.
Dr. Joh. C. Breen's Topografische ge
schiedenis van den Dam" blijft een voor
beeldig en respectabel stuk, dat riekt
naar olie van arbeid". Hij is indertijd ge
promoveerd op een proefschrift over
Pieter Corn. Hooft als geschiedschrijver.
In wat hij zelf sedert in het licht beeft
gegeven ? niet te vergeten zijn uitgaaf
van De Rechtsbronnen vau Amster
dam" - heeft hij zich zelf tot een deug
delijk en bovenal vertrouwbaar historicus
ontwikkeld.
Dr. .loh. C. Breen geeft in hetzelfde
deel van Amstelodamum een bijdrage
over de eerste Atnsterdamsche Beurs.
Daarin stelt hij zeker en onomatootelijk
vast, dat deze niet in 1613 al staat
dit zelfs op den gedenksteen maar
in 1611 geopend is. Tegen zijne be
wijzen is niets te zeggen, ze zijn afdoende.
* *
#
Aan dr. .Job. O, Breen's studie over
den Dam sluit zich waardig aan het
opstel van E. W. Moes, den directeur
van 's Rijks Prentenkabinet, over: De
Dam in schilderij en teekening".
De heer E. W. Moes noemt niet minder
dan .'il schilderijen alle den Dam tot on
der werp hebbende, die zich, behalve in
musea in ons land, bevinden in die te
Schwerin, Florence, Parijs, München,
Antwerpen, Frankfort, Weenen,
Karlsruhe, Cambridge, Dresden, Avignon,
Aken, Kiel, terwijl hij 83 titels van
prenten geeft ook uitsluitend in betrek
king tot den Dam, of gebeurtenissen op
den Dam.
,,De geschiedenis"van een liuis" heeft
wijlen D. C. Meijer Jr. sterk aange
trokken. In vorige jaargangen van
Amstelodamum" heeft hij verscheidene
huizen beschreven, wat aangaat hun
bouw, het jaartal vaa bouw en de ver
schillende eigenaars tot op heden. In
het Zevende Jaarboek komen nog, nu
hij dood is, enkele beschrijvingen door
hem, van huizen op Heeren- en Keizers
grachten voor. Mr. J. F. Backer, dit
voorbeeld volgende, geeft de geschie
denis van het huis Keizersgracht 567
en dr. Joh. C. Breen van huizen op
de Heerengracht en Brouwersgracht.
Bij een dezer huizen, dat op de Heeren
gracht no. 66, teekent hij o. a. aan,
dat het gebouwd is voor en tot eersten
eigenaar had Joost Willemsz
Nieukerck, geb. te Nijkerk in 1588, die
'3 April 1014 trouwde met Sara van den
Vondel en daardoor zwager werd van
den dichter Joost van den Vondel. Thans
woont» in dit huis Theodorus Johannes
Bernardus Hoppe.
De geschiedenis der huizen gaat ver
gezeld van eene reproductie der afbeel
ding, zooals Philips, die in de 18e eeuw
gemaakt heeft.
Aan de geschiedenis van het huis op
de Heerengracht 502, thans bewoond
door den heer J. F. Cremer, president der
ISfederlandsche Handelmaatschappij, heeft
de beschrijver, de architect H. J. M.
Walenkamp Cz., behalve een reproductie
der teekening zooals dit Patriciër-huis
eria 1770 uitzag, reproducties toegevoegd
naar fotografiën zooals huis en tuin zich
thans opdoen, na door hem ingericht te
zijn volgens de strengste eischen van het
moderne leven.
Dit huis is in 1072 gebouwd voor
Paulus Godin, bewindhebber der W. 1.
Compagnie. Na den dood van Paulus
Godin, kwam het huis in bet bezit zijner
Benige dochter Catharina, gehuwd met
Mr. Cornelis Bors van Waveren, Raad
en Pensionaris van Amsterdam. Van
zijne ouders en tante erfde het Mr Cor
nelis Deutz van Assendelft. Daarna
ging bet over aan Mr. Andries Adolf
Deutz van Assendelfc. In 1804 kocht
het de koopman Theodor lcher, en
van hem in 1830 de koopman Willem
Hendrik Gpmpertz voor ? 22,650, door
de registratie met /' 4000 verhoogd.
In 1832 kocht de Wed. J. Willink
Janszoon het. In 1840 ging het over aan
Wilhelmina Philippine Willink,
echtgenoote van E. L. Baron Tuyll van
Serooskerke. Hare erfgenamen verkochten het
in Maart 1869 voor f 35,000 aan Jhr.
Hendrik Maurits Jacobus van Loon. In
1901 erfde het Jhr. Willem Hendrik van
Loon, die het met het grootste gedeelte
van den tuin 30 Augustus 1907 onder
hands naar men zegt voor/'100,000
verkocht aan J. F. Cremer, die het t hans
bewoont.
* *
Twee bizonder belangwekkende op
stellen besluiten het zevende deel van
liet Amsterdamsche Jaarboek.
Het een van Dr. A. Ralberstadt over
Simon de Pool, een Joodsch makelaar
in de zeventiende eeuw, en Muzikale
straatzangen te Amsterdam" door J, W.
Enschedé.
Beide opstellen zijn van te veel
beteekenis om er zich met een woordje
af te maken, en vragen afzonderlijke
bespreking, het opstel van Dr.
Halberstadt is dan in verband te brengen met
Joodsche nijverheid te Amsterdam, in
vroeger eeuw.
Moge de bespreking van het jaarboek
van Amsterdam velen opwekken lid te
worden dezer Vereeniging, opdat zij in
staat worde gesteld voort te gaan met
het uitgeven van studies orer Amsterdam,
naar de bronnen bewerkt, en lezingen
te doen houden over de historie der stad
en al wat daaraan vast is.
Om lid of donateur te worden heeft
men zich schriftelijk of persoonlijk aan
te melden bij den sekretaris Dr. Johan
C. Breen, archiefgebouw, (De Waag),
Nieuwmarkt te Amsterdam.
Door het lidmaatschap, kostende ? 2.50
's jaars, ontvangt men het jaarboek en
alle geschriften, die van de Vereeniging
uitgaan, kosteloos, en heeft het recht
tot het bijwonen van alle lezingen.
Wie van vergaderen houdt en welke
Amsterdammer is daar niet verzot op!
kan ook alle vergaderingen door zijne
tegenwoordigheid vereeren".
J. H. R.
l