Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAM MES WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Mo. 16&6
Steatscwnmisiie «n de Begeerirg hebben
haar geloofsbrieven med» gegeven,
krachtem welke zy als mondaine moet worden
opgevoed.
Indien het andets wan, hoe zouden dan
de, Staatscommissie en de B°geering met
precies dezelfde woorden hebben kunnen
Mggen, 'dat die belasting moest worden
beschouwd, als eene compensatie voor de
kosten van onderwijs, met name van het
ambachtsonderwijs, de politie, de
armen«org en de brandweer. Bij deze opsomming
worden kosten genoemd, welke op de be
grooting van haast geen enkele Limburgsehe
gemeente voorkomen.
Het ogenblik is slechts gekozen, om de
nij veren in den lande te treffen. Even zoo
vele rijkswetten schrijven de inrichting der
werkplaatsen voor (vrije luchtruimte,
luehtverversching, verlichting, kleedkamers,
sehaftlokalen enz.) gelasten de wettelijke
verzekering van werklieden tegen gelde
lijke gevolgen van ongevallen in bepaalde
bedrijven verbieden overmatigen en ge
vaarlijken arbeid van jeugdige i ersonen en
vrouwen en hebben thans ook het arbeids
contract geregeld. De bezwaren dier bepa
lingen hoopt men wel te boven te komen.
Met inspanning van alle krachten, met
beperking der uitgaven tot de hoogst
noodige, met aankoop der grondstoffen, zoo
mogelijk, uit de eersto hand, met aanschaf
fing van loon- en werksgarende machine»,
heeft de Tederlandsehe nijverheid, ook dank
zij het vrijhandelstelsel, zelfs gedurende de
laatste crisissen in bijna alle landen, niet
ongunstig gewerkt.
Zij heeft in vele gevallen met gunstigen
uitslag kunnen eoncarreereu, zelfs tegen
buitenlandsche aanbiedingen, waaraan geen
winst ten grondslag lag. Zij mocht, wel is
waar, de drie groete schepen niet leveren
aan de maatschappij Zeeland", maar de
af wy zing geschiedde op andere gronden,
dan van te hooge inschrijving.
Bij- zulk eenen stand der industrie komt
iedere verhooging van belasting ongelegen.
Eene prijs verhooging van steenkolen, ma
chineolie en grondstoffen werkt over de
ceheele linie eene gemeentelijke
bedrijfsbelasting maakt den getroffene' minder
sterk naar buiten. ?
De nijveren in de gjoote nooigemeenten
worden dan van nog slechter conditie, ten
opzichte van hunne concurrenten in andere
femeenten. Niet alleen toch, dat zij zelf in
e bedrijfsbelasting zouden moetan betalen
ook de door anderen te betalen
bedrijfsbeJasting zal weder van invloed zijn op de
loonen en deze weder in opwaartsche rich
ting drijven, evenals in Duitschland, waar
de loonen in het algemeen gesproken, hooger
zijn dan in Nederland, tengevolge vaa de
belastingen op de eerste levensbehoeften.
Dat eene bedrijfs- of patentbelasting in
werkt op den gang van zaken, heb ik vroeger
in dit blad reeds ontwikkeld.
Ik toonde met cijfers aan, dat de alge
meene dag- en weekmarkten te Amsterdam,
welke van 1887 tot 1894 op dezelfde hoogte
en \an dezelfde beteekenis bleven, na de
afschaffing der patent wet, geregeld in be
langrijkheid toenamen, zoodat na 12 jaren
de markthandel met £0 pCt. bleek
toege.nomen.
Zoo is=, omgekeerd, het beursbezoek te
Amsterdam, na de verhooging der beurs
belasting, aanzienlijk verminderd en zoo
zeker wist het gemeentebestuur van Am
sterdam, dat vermindering van beursbezoek
zou volgen, na de verhooging der belasting,
3at de raming der ontvangst voor 1909 werd
berekend naar een aanzienlijk lager be
zoekcijfer dan in 1907.
Een soortgelijk voorbeeld geeft de nieuwe
heffing van weggeld in Noordbrabant. In
verschillende bladen van het westen van
Noorbrabant werd, den afgeloopen zomer,
reeds geklaagd over de groote afname van
het vreemdelingenverkeer, vooral van Belgi
uit, zulks tengevolge van de heffing van
het weggeld. Een deskundige verklaarde
zelfs onlangs, dat het automobielverkeer
in de genoemde provincie, in de 2de helft
van 1908, daardoor niet het achtste gedeelte
was van dat in 1907.
De Duitsche reisbelasting heeft een
geheelen omkser gebracht, in het gebruik
van de verschillende klassen der
spoorwegrijtuigen, zeer tot nadeel van de opbrengst
der spoorwegen, Had de Duitsche Regeering
zulks kunnen bevroeden, dan zou zij nooit
over eene reisbelasting hebben gedacht.
Om soortgelijke redenen zullen de be
heerders van schouwburgen en van lokali
teiten, waar openbare vermakelijkheden
worden gegeven, steeds zeer voorzichtig
zjjn met de yerhooging van entreeprijzen,
opdat de smaak van het publiek zich niet
wijzige en met mindere plaatsen of rangen
worde genoegen genomen.
iiHMMiiiiiiiinHiiimiiiiiiiiiiiiiiiujHiiiituiiiiiiiiiiiiiiiiMiiimiiiiimiiMi
DE UI IET DEN WIEBELENDEN VOST
DOOH
PEET B O ET S E R.
II.
Ik kan niet zeggen dat ik de ontmoeting
aangenaam begon te vinden, doch kon dit
natuurlijk niet laten merken.
Wegens moord?" zeide ik dus maar
onverschillig weg. Dat is heel leelijk voor u.
Vooral omdat ge er gevangenisstraf voor
gekregen hebt."
Dei! boekhouders oogen begonnen te schit
teren.
Maar onrecht vaardig!" riep hij. Want ik
ben geen moordenaar I Ik heb niet gemoord
om de een of andere lage en ellendige reden,
maar nitslnitend om te moorden en anders
niet P*
Het was m^jn zwager," ging hij na een
ogenblik kalmer voort. Bij en mijn zuster
boden. mjjj, toen ik na die kwestie met uw
vader uit het gesticht ontslagen werd, hun
dak aan en ik nam dat aan. Ik had kind
noch kraai op de wereld, had volstrekt geen
vooruitzichten en ook geen geld en het was
dus weikelgk een uitkomst voor mg. Langer
dan een halfjaar heeft dat echter niet geduurd,
want toen vermoordde ik hem."
Maar waarom deed ge dat dan toch? Wat
had ge tegen hem? HU was toch goed voor
n geweest?" zeide ik.
Dat heb ik ook al tegen mijzelf gezegd
en dezelfde vragen heb ik mij ook al gedaan,"
De -genoemde voorbeelden geven te den
ken en waarschuwen den wetgever voor
zichtig te ijn met het invoeren van nieuwe
belastingen, welke het verkeer of het be
drijf belemmeren.
Ongerekend het on wen schel ijke van eene
zakelijke belasting op het bedrijf, om redenen
hierboven omschreven, bestaat er, voor
de meeste gemeenten van eenige beteekenis
in Nederland, eene zeer gereede aanleiding,
om deze belasting te veroordeelen, omdat
zjj reeds ginds jaren eene niet onbelang
rijke zakelijke belasting hellen, van allen,
die in de gemeente eenig bedrijf uitoefenen.
Immers is in de meeste gemeenten, de
water- en lichtlevering in eigen beheer en
staat dan in haast alle gevallen tegenover
de kosten, waartoe de gemeente door eenig
bedrijf wordt gedwongen, eene bate, welke
het bedrijf in den schoot der genïeente
werpt. Hier wordt dus of men het nu
winst of accijns noeme eene belasting
geheven, welke zonder pruttelen wordt
opgebracht, omdat zij niet bovenmatig
drukkende langzamerhand burgerrecht
heeft verkregen.
Zonder daarvoor eene kostbare belasting
administratie in het leven te roepen, zonder
commissies van aanslag, zonder aanslag
biljetten, zonder reclames en zonder ge
meente-deurwaarders komt die belasting
binnen. Dat zij voor de gemeente belang
rijk kan zijn, kunnen de navolgende voor
beelden leeren.
Ik heb mij bij die voorbeelden bepaald
tot de gemeente Amsterdam en bij ver
schillende persanen en rechtspersonen een
onderzoek ingesteld, welk bedrag zij door
middel van gasverbruik e"kclt-n behoeve
der zaak in de gemeentekas storten.
Voor de gegeven inlichtingen betuig ik
hierbij aan allen m\jn dank!
Daar de winst op het gas ongeveer 2 cent
per M3, is, wordt ons de berekening zeer
gemakkelijk gemaakt.
A, B, C enz., hebben de beroepen, als
achter hunnen naam vermeld of handelen
in de genoemde artikelen. Van enkelen
wordt hun jaarlijksche omzet vermeld en
het bedrag, waarvoor zij vroeger in het
patentrecht zouden zijn aangeslagen in
hoofdsom en van allen het aantal kubieke
meters gas, in hunne zaak verbruikt, met
de winst, daaruit voor de gemeente voort
spruitende.
A. in comestibles.
tabak en sigaren.
garen en banï.
confectie. ,
mantels
huish. artikelen
hoeden
banketbakker enz.
B.
C.
D.
E.
F.
G.
H.
J.
J.
K. groot caféhouder
L.
M. drogist
/V. ferroot-broodbakker
O. ..
P. eigenaar v/e goudsmederij eiix.
(J. lunchroomhouder
rf, vischhandehar
Eene sociëteit
Eene andere sociëteit
Eene diamantslijperij
Eene andere diamaiitslijperij
Eene drukkerij
Eene andere drukkerij
Waar dus thana bijkans zonder mor
ren door de nijveren in de meeste
gemeenten van eenige beteekenis, eene be
langrijke bate in de gemeentekas wordt
gestort, zoude het absurd zijn, daarnaast
nog eens eene zakelijke belasting op het
bedrijf in het leven te roeper.
Blijkbaar hebban noch de Kegeering,
noch de Staatscommissie or aan gedacht,
dat op indirecte wijze zoo belangrijke bij
dragen van debedrijvenbinnenkwaraen.Daze
zijn dan ook verscholen onder de batige
saldo's der gemeente-exploitaties.
In het saldo van eene gemeentelijke
electriciteitsfabriek moeten natuurlijk ook
baten gezocht worden van personen van de
categorie, hiervoren genoemd als
gasverbrnikers, maar bovendien van hen, die
werkzaam zijn in de vakken, welke de
electriciteit als kracht aanwenden, zooals
drukkerijen, kleermakerijen,
broodbakkerijen, strijkerijen, smederijen, slagerijen,
timmermanswerk plaatsen, diamantslij
perijen, cartonnagefabrieken, fabrieken van
metaal- en houtbewerking enz. enz.
De winst op electriciteit is, in evenredig
heid, zeker niet minder dan op gas en
wordt, bij toenemend gebruik, steeds hooger
per eenheid.
Ook waar de gemeente als
waterleverancierster optreedt, zijn weder bedrijven aan
te wijzen, welke de gemeente, als groote
waterverbruikers, bevoordeelen, zooals
wasscherijen, wijnkoopsrijen, bierbrouwerijen,
mineraal waterfabrieke n, bad- en z
weminrichtingen enz. enz.
Heeft de voorzitter der Staatscommissie
wel eens uitgerekend, hoeveel de
Amsterdamsche Bank, via Electra, aan de gemeente
Amsterdam betaalt, als winst Op het olectrisch
licht en hoeveel aan gemeonte-opeenten opde
personeelo belasting 'i liet zal een aardig be
drag zijn en wellicht overtreffen den aanslag,
welks aan dit bankbedrijf zou worden op
gelegd- kwam do zakelijke belasting op het
bedrijf tol stand.
Men achte het bedras der
gcmeenteopcenten op de personeelo belasting voor
kantoren; winkels en logementhouders niet
gering. Al wordt slechts ' .1 der huurwaarde
van winkels en ','2 der huurwaarde van
hotels als belastl ir e huurwaarde aan
gemerkt, zoo telt do helft of een derde van
soms zeer hooge huurbedragen toch mede
immers in Amsterdam moot daarvan 10 a
11 percent aan gemeente-belasting worden
betaald en in andere gemeenten navenant
der geheven opcenten. Daarbij komen dan
nog de opcenten op de andere grondslagen.
Aan het hoofd van dit artikel schreef ik
Wie het gelag niet mogen betalen !" Sa
mijne uiteenzetting zal ook bij den lezer
daaromtrent wel «een twijfel meer bestaan.
Dit artikel en de twee voorafgaande thans
resumeerende, kom ik tot de volgende
hoofdpunten:
lo. De zakerijke belasting op het bedrijf
is te veroordeelen n om de nadeelige ge
volgen, welke /ij voor de nijverheid zal
hebben n op grond van de omstandigheid,
dat in de meeste- gemeenten van Nederland
reeds eene indirecte belasting op het bedrijf
bestaat;
2o. in de gemeé*nte van het hoofdverblijf'
moet iemands geheele inkomen worden
belast immers
3'. de splitsing der inkomsten uit onroe
rend goed is te veroordeelen, als leidende
tot de grootste wanorde in de gemeentelijke
belasting-administraties en tot volledige
verstoring van de financiën vau menige
l'aU'nirecht
in horif'Jsom.
r i7.
.. -n;
antwoordde Johan Terwoert verveeld. Maar
wist ik waarom ik het deel? Ik moest het
doen, hoewel ik het niet eena plezierig vond;
dat was al. Ik liep al een maand rond met
het plan vóórdat ik het volvoerd heb. AU
ik er aan dacht en ik moast er aan den
ken! zag ik bloed voor mijn oogen en dat
heeft het me gedaan. Wel tien keer ben ik
in dat half jaar weggeloopen, alleen om me
aan die neiging te onttrekken, doch telkens
haalden zjj mij terug.'
Maar ik ken dat geval," zeide ik verbaasd,
Ik ken het zesr goed en als ik me na goed
herinner, dan heb ik toen »ok wel uw naam
gehoord, doch zonder daarbij aan u te denken,
want het meest interesseerde mij het geval.
Maar dat waart gy dus. Zoo, zoo. Ja, ik heb
in dien tyd nog al de verslagen gelezen, want
het was een geruchtmakende zaak. En als
deskundige is toen nog voor u opgetreden
diezelfde professor over wien ik het zoo pas
had kom, hoe heet hij ook weer? en
heeft die u niet vry kunnen krijgen?"
De beklagenswaardige in&n aan den over
kant der tafel glimlachte met al de rust van
een slachtoffer voor een goede zaak.
Neen," zeide hij, dat ia niet gelukt. Per
soonlijk heeft hy mij meermalen verklaard
dat hij mijn toestand volkomen begreep en
mij volstrekt niet toerekenbaar achtte..."
Wel natuurlijk niet!" zoo viel ik hem
verwoed in de rede. Dat spreekt wel zoowat
vanzelf! Althans voor iemand die zijn hersens
gebruikt l"
Zoo, en heeft men u dus toch in de
geVRngenia gestopt! Nu, daar znlt ge wel goed
genezen zijn! 't Is een schandaal dat zulke
dingen in een beschaafd land nog kunnen
voorkomen!"
Johan Terwoert hoorde mijne woorden met
thans welvarende gemeente:
4". die splitsing wordt onnoüdig en het
doel, waarvoor /dj zou worden ondernomen,
wordt bereikt, indien, de gemeente-opcenten,
te heffen op do hoofdsom der grondbelasting
op de ongebouwde eigendommen, worden
verhoogd van 10 te;1: 50;
5". aan de gemeentoi moet de verplich
ting worden opgelegd, de rechtspersonen
aan te slaan, naar oen vast percentage van
b.v. 2% pCt., wil men tal van groote maat
schappijen niet uit do groote
werkgemeenten verjagen;
6'. de forensen moeten worden aangesla
gen, wanneer do kentcekenen aanwezig
zijn, door de Regeering genoemd, in iedere
gemeente, waar het beroep enz. woïdt uit
geoefend, maar de aanslag moet bedragen:
bij uitoefening,
in n gemeente: de helft van den aan
slag over een vol jaar;
in meer dan n gemeente: het vo^le
percentage van hot evenredig deel van de
helft van het inkomen.
Het zoude mij verheugen, indien ik met
deze critiek eenigszins kon medewerken tot
blijkbare goedkeuring aan, bij mijn scherpste
uitvallen met instemming knikkend en toen
ik uitgesproken had, liet hij als vermoeid
zijn hoofd achterover in zijn stoel rusten;
er gleed daarbij een glanzend waas over zijn
bleek gelaat dat er bijua bovenaardseh door
werd.
Maar met dat al wordt men toch steeds
miskend," zeide hij.
Met diep medelijden liet ik eenigen tijd
mijn blik ruften op de indruk wekkende ver
schijning over mij, wiens verfijnd en d weepend
uiterlijk mij thans volkomen begrijpelijk was
en op wiens gelaat thans de droeve neer
slachtigheid te lezen lag van iemand die zich
tot vele groate dingen in gtaat voelt, doch
die verkeerd begrepen wordt.
,,Daarin hebt gij gelijk", stemde ik toe,
maar wat mij zelf betreft zal ik u toch
logenstraffen. Ik acht ra ij er niet alleen toe
verplicht, ceen, ik etel er een eer in. u een
getuigschrift te geven dat u alle moeilijkheden
om in de maatschappij terug te keeren uit
den weg zal ruimen. Als de samenleving haar
taak in deze zelf niet begrijpt, dan is het de
plicht van hen die verder en beter zien om
in zulke gevallen tusschenbeiden te komen.''
Hi,hi, hi!"lachteplotselingJohanTerwoert.
Duivelsch'" riep ik en beet me van ergernis
op de lippen. Die man had dan toch ook;
al verwenscht onwelluidende en onaangename
hebbelijkheden.
Waarom lacht ge zoo?" vroe4 ik gemelijk
,, Hi, hi, hi!" klonk het weer. En met stooten
van fluitende, sissende S', die door mijn ooren
snerpten en mij van drift overeind deden
vliegen, zeide hij:
Wat zouden die rechters gek opkijken,
ala zij wisten wit bij iemand als u hun
vonnissen uitwerken!"
betere reeeling v»n de gemeentelijke be
lastingheffing, in afwachting van de ver
hoogde rijksuitkeering aan de noodlijdende
gemeenten.
Xiets lievers zoude mij zy'o, dan uitvoe
ring te geven aan een waarlijk goede
belastingregeling, in wetsvorm gebracht
door den minister, die, als wethouder van
financiën te Amsterdam, zulke bijzonder
aangename herinneringen heeft achter ge
laten bij allen, die met hem mochten samen
werken.
-A m s ter d., 8 Maart '09. F. KAEDT.
De gewichtige Hamlet-creatie van Eduard
Verkade, zal bij menigeen weer eens de ge
dachten hebben doen gaan over het boeiend
raadsel vau Ilamlet's karakter. Een inderdaad
belangwekkende bijdrage daartoe leverde de
brochure van H. de Boer: Uet
Hamletprobleem". Door hetn wordt de opvatting,
die, als ik mij niet vergis, wel da meest
alg-^meene haeten mag: Hamlet een
daadlooze peinzer, te zwak voor de hem opge
legde taak, ten «enenmale afgewezen. Hij
grondt die meeting cfp een hypothese, die
«aarlijk vernuftig heeten mag : Hamlet'e taak
begt?at niet iu bloot persoonlijke wraak,
waartoe de dood des koniiigs voldoende ware,
doch is van oneindig hoogeren, zuiver ideëelen
aard: openbaarmaking van het onrecht, her
stel van rechtmatige toestanden, om
rechtswit en tot heil des volks.
The time is out of j-jint, ó cursed spite,
that ever I was born to set it right".
Zoo wordt dan zijn gedragslyn als voor
zichtig en vooruitziend beleid geteekend.
Nu mag m.i. wel betwyfeld worden, of da
woorden van den tekst deze opvatting toe
laten. De opdracht van den geest toch luidt:
If thou didet ever tby dear father love
revenge nis foul and most unnatnral murder",
en zelfs wordt Hamlet uitdrukkelijk in de
te Lemen maatregelen voorwaardelijk vrij
gelaten.
Uut, howsolrer thou pureuest this act....
En aan het eind van het stuk, als Hamlet
| stervend aan Horatio zijn opdracht geeft oin
: te bhj»en leven to teil my story", is het
: eonisra motiei diarvoor, dat hij uitdrukkelijk
] iiuemt, de zorg voor zijn eigen nagedachtenis:
i) goo'l Horatio, what a wouuded ramp,
lhing3 ftandin/ thus unknowu, s<hali live
[ leliurl me ! j
Anderzijds wil ik niet ontkennen, dat
ti. de B «--r het een en ander nanv.iert. dut
w.tr /.cker voor zijn hypothese plt'it. Knar
hot mij vo'Tkoiiit, natv't in eeu <icrüe:i;k
g-vai d f b?:-iit;^ii > \üó- of tegen,
;.-yc)i,i:ogi:-cli ge.-prokei;, eigenlijk af vau de vra-ig,
op welke verschijnselen men zijn opmerk
zaamheid 'jij voarkeur richt, op die voor of
d.e tegen de bypotheso pleiten. Dat de op
steller der hypothese het eerste doet, is hem
j te vergeven. Ife voor mij heb geen reden
het tweede te doen, ik laat het punt gaarne
onbeslist; constateer alleen, dat reeds hier
van een tweeslachtigheid in de Hamlet-figuur
duidelijke blijken aanweiig schijnen.
Hoe verder met Hamlet's beweerde
daadloosheid? De Boer stelt hem voor als met
zeldzame energie, volharding en helderheid
van ilik van den aanvang af op een scherp
voorgesteld doel onverbiddelijk aanacbrijijend.
Hij gaat zelfs zoover, te seggen: Xooit is
er edeler, met minder gerucht naar buiten,
roet minder zelfv-erhelTiai en in groDter
stiizwïjgendheid een grootsche taak ondernomen
in ean leven, dat daarvan geen der vruchten
zou plukken, maar niets dan jammer oogstte."
Xu, dit is na ir mijn bescheiden meening in
elk geval overdreven genoeg. Er is in Hamlet
m.i. zooveel, dat verbiedt hem zonder meer
de hier gegeven qualificatie toe te kennen,
dat het haast, onnoodig is er op ia te gaau.
Denk bijv. aan zijn schrijnende grappen bij
allerlei geleg-.-nheden, aan zijn omhaal en
oreedsprakigheid bij andere, aan zijn plotse
linge impulsieve daden: den moord op Polo
mus in de eerste plaats. Toch ie hj op andere
oogenb ikken weer diep gevoelig, redelijk
en bezonnen, en al duurt bet lang, ai gaat
het met veel omhaal en door velerlei toeval
1) Van Looy vertaalde dit bepaald onjuist:
Horatio, ach wat een gewonde naam,
\Vai ongekende dingen laat ik achter!
Die opmerking ontwapende mij weer, a!
maakte de manier waarop zij gezegd werd
mij doi van ergernis en ik verweet mijzelf
dan ook mijn bijna abnormale overgevoelig
heid, wat betreft de onaangename geluiden
welke de man voortbracht. Het was waar,
ik was op dit punt veeleischend en vergde
vau mijzelf en mijne vrienden een volmaakte
beschaving en goeden smaak, die zich ook
hierin uitten, dat alle hebbelijkheden welke
anderen hinderden werden nagelaten Doch
al bleek de man wat dit betreft zeer te kort
te schieten, t\m niocbt dit toc.'i immers nooit
een reden >.ijn ooi iemand a's 1-em, die in
zeker up'.icht een martelaar was te iioeraes,
in zijn brood te trell'en. Met zoo iemand
moest nien toch it) ieder geva! altijd eeuige
consideratie gebruiken.
Ik ging (I;;s waar weer zitten, met hel. plan
orn zoo lankmoedig mogelijk te wezen, doch
zoodra ik mij weer naar heoi toewendde,
bemerkte ik dat er iets «eer buitengewoocs
met hem was voorgevallen. Al zijne meest
verborgen aitle-roerselen schenen in beweging
te zijn gebracht en ik schrikte bijna van de
geweldige, zielvolle, majestueuze uitdrukking
welke over zijn gelaat gespreid lag. Er ia^
in zijn blik iets van de rust met welke -ie
Grieken zich hun goden af j"eidden op het
ogenblik dat zij de zocdigeude menschen
treffen. Er iag cc'iter ouk iits in vac de
ontsteltenis welke een volkomen rein en smet
teloos wezen bevangen m-j'.'t bij het aan
schouwen der versc'jrikkingen van dit wre
kende gericht. Doch over dit alles heen lag
een gloed van verlangen en een glimlach
van bevrediging, de eersie 7,06 ^urig, de
tweede zóó zalig en beide zóó :uiver, zóó
onbesmet door benepen, g'oll'^iijke
iiijmengselen en berekeningen, d ai ik niet anders
beïnvloed, een da»d komt ten slotte tot stand.
Ook hier lou ik meenen dat een volledig
onbevangen beschouwing weer een innerlijke
tegenspraak, een tweeslachtigheid in de figuur
erkennen moet. Is het ook niet juist dat
element, dat de figuur altijd geheimzinnig
heeft doen vinden?
Is het niet, of Shakespeare een edel garnoed,
een wijsgeer, een menech wiens diepgeworteld,
op sterke emoties gegrold plichtsbesef hem
tot de daad dry'ft, mogelijk zelfs tegen eigen
ondaadlievende neiging in, gekoppeld heeft
aan een cyniechen praatjes- en grappenmaker,
speehch, ondoordacht, prUkelbaar en op
loopend?
Het is inderdaad zoo. Wat nu echter hier
van te denken? By mij is daaromtrent een
onderstelling opgekomen, om welker
mededeeling, als bescheiden bijdrage tot de
Hamlet-kwestie, dit stukje alleen geschreven
werd. Die onderstelling wordt mij aan de
hand gedaan door de moderne
karakterp?ychologie, die tot dit hoogst belangwekkend
inzicht gekomen ia, dat meermalen een
karakter vau bepaalde geaardheid tijdelijk
als het ware overslaat in het diametraal
tegengestelde karakter. Onze groote land
genoot Heymans, die zich den laatsten tijd
veel met karakterjtudie bedg hield, heeft
een voorloopige mededeelin? van een deel
zijner 'resultaten gepubliceerd in het
Xederlandsch Tijdschrift voor Geneeskunde," 1907,
II, pag. 1241?1262, onder den titel: De
classificatie der karakters." Hu zet daar uit
een, hoe h\j voldoende gronden meent te
hebbsn om voorloopig een classificatie voor
te stollen naar deze drie criteria: emotiona
liteit, activiteit en secundaire functie. Naar
mijn oordeel zou de ne zijde van Hamlet
vallen onder het emotioneele type met secun
daire functie en minder dan gemiddelde
activiteit, door Heymans aangeduid met den
naam sentimenteelen;" pathologisch: melan
cholie. Het diametraal tegengestelde karakter
is het sanguinische: niet emotioneel, geen
secundaire functie,actief;pathologisch:manie.
De andere zijde van Hamlet valt naar ik
meen zeer goed in die omschrijving.
Zoo zou dan Hamlet een nog in de
gezondheidsbreedte vallend vertegenwoordiger zijn
van het type, dat pathologisch versterkt h«t
ziektebeeld der circulaire krankzinnigheid
oplevert. Aldus ware dan het tegenstrijdige in
zijn karakter verklaard. Dat binnen de nauwe
grenzen van een drama de afwisseling natuur
lijk zeer snel moest geschieden, niet met
perioden van langeren duur als in het leven
zelf, zal de raadselachtigheid der figuur niet
verminderd hebben.
Tot toelichting veroorloof ik mü, de blad
zijde uit bovengenoemd artikel, die hier
vooral van Belang is, over te nemen.
\og op n belangwekkend punt zou
ik, alvorens »an deze groepen af te stappen,
uwe aandacht willen vestigen. Ik heb zoo
straks opgemerkt, dat de uiterste vorm ^*an
liet asntimenteile type gegeven is in de
psychose melancholie, met hare --leuk- en
bewegiugsremming, hare intensieve emotio
naliteit en hare onuitroeiuare waanideeën;
erenKco culmineert de sanguinische
geestegaanlej; ia den beweging^ Irang, de lucht
hartige vroolijkheid en de ideeënjacht van
den uianiacus. Van de^e beide zielsziekten,
melancholie en mama, weet men, dat zij
dikwijls, bij de zoogenaamde circulaire krank
zinnigheid, bij een zelfde individu afwisselend
voorkomen ; en de vraag kan zich voordoen,
of wij hier te doen hebben met een specifiek
pathologische, dan wel met een algemeen
psychologische wettelijkheid. Voor zoover
mijn materiaal strekt, wijst het zeer bepaalde
lijk in de laatste richting. Verrassend dikwijls
in de biographieën van sanguinici, en nauwe
lijks ergens elders, vindt men vermeld, dat zij
nu en dan, voor langeren of korteren tijd,
werden overvallen door melancolique reflec
ties" als Befje Wolff, door a aisposition to
melaiicholy and dUtaste" a!s Bacon, door
Lebensekel" als Lassing, door einen leisen
Auflug von Schwermut" als de moordenares
Katharina Maier enz.; en van de meest
typische sentimenteele, Cbarlotte Brontë,
bestaan brieven uit een bepaalde levens
periode, waarin hiar biograaf a touch
of asBiimed smartuesb" opmerkt, en die
inderdaad eterk doen denken aan bypomanie.
Eindelijk verschafte mij Mr. van Djjck ge
gevens over den familiemoordenaar Gr. Bühier,
bij wien de omslag plaats heeft van normaal
sanguinisch zonder eenig teeken vaa geestes
stoornis tot een geestestoestand, die officieel
als partieller Wahnsiun duren. Melancholie"
werd gediagnostiseerd. Al deze ge vallen wet
tigen het vermoeden, dot wy in het
verschynsjlen-complex der circulaire krankzinnigheid
te doen hebben met een bijzonder g«val van
eene algemeene psychiscae wettelijkheid. Ook
ontbreken parallelgevallen uit het dagelijksch
leven niet geheel: men denke b. v. aan de
gewone reactie van depressie na dolle vroolijk
heid. De Moeilijkheden voor de verklaring
dan een oneindigen eerbied en een grenzelooze
bewondering kon voelen voor dit beeld van
wat de natuur schiep, zij het dan ook in
een voor on ^e sa nenle-ving helaas niet bizonder
hruikbaren vorm.
Het volgende ogenblik werd deze bewonde
ring echter weer eenigszins getemperd. Ik
herinnerde mij n.l. een omstandigheid op
welke ik niet zoo dadelijk had gelet en we)
deze. dat mijn poes, die zooals gewooalijk
door dri kamer ronddrentelde, plotseling zoo'n
vreemd geluid gemaakt bad. Bovendien waa
de eene hand van Johan Terwoert als het
ware toevallig naar beneden gegleden en
onder de tafel kramptrekte het zoo jammerlijk
en hulpeloos! ...
-Maar ik bedwong mij. Ik hield weliswaar
vau die gezellige iluweelen poes, di-e zoo
dikwijls op mijn schoot zat, maar een kat
was nu eenmaal slechts een kat en ik kon
er uiets meer aan doen. En bovendien, wat
beteekeude dat alles, vergeleken bij het ont
zettende leed om dien man, die krachtens
zijn aanleg zoo nabij tot het verhevene en,
uitinuiueiide etond en die onder andere
omstandigheden en met een andare behan
deling wie weet wat voor grootsche dingen
zou hebben volbracht, door het plegen van
zulke onzalige daden ten onder te zien gaan.
Ik rilde er van!
Maar wat was dat? Wat beteekende dat?
Waren zij nu krankzinnig geworden.
Ksnsilaps alles om mij heen vergetend,
8p«tete ik de ooren, bedwong de woede op
mijn lippen en spiedde dol van drift rond
waar dat tergende geluid vandaan kwam.
Was het zagen? Waa men aan het boenen?
Aan her, dansen? Het was een onafgebroken
lythmisch getril, neen, gebeef, nog beter,
gedreun, dreunend gebeef, dat vlak in myn